criv 55 com 356 criv 55 com 356criv 55 com 356 27/01/2021 chambre-3e session de la 55e lÉgislature...

51
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356 CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS DE BELGIQUE BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS COMPTE RENDU INTÉGRAL AVEC COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT DES INTERVENTIONS INTEGRAAL VERSLAG MET VERTAALD BEKNOPT VERSLAG VAN DE TOESPRAKEN COMMISSION DE LA JUSTICE COMMISSIE VOOR JUSTITIE Mercredi Woensdag 27-01-2021 27-01-2021 Après-midi Namiddag

Upload: others

Post on 15-Mar-2021

1 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

CRIV 55 COM 356

CRIV 55 COM 356

CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS

DE BELGIQUE

BELGISCHE KAMER VAN

VOLKSVERTEGENWOORDIGERS

COMPTE RENDU INTÉGRAL AVEC

COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT DES INTERVENTIONS

INTEGRAAL VERSLAG MET

VERTAALD BEKNOPT VERSLAG VAN DE TOESPRAKEN

COMMISSION DE LA JUSTICE COMMISSIE VOOR JUSTITIE

Mercredi Woensdag

27-01-2021 27-01-2021

Après-midi Namiddag

Page 2: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

N-VA Nieuw-Vlaamse Alliantie

Ecolo-Groen Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen

PS Parti Socialiste

VB Vlaams Belang

MR Mouvement réformateur

CD&V Christen-Democratisch en Vlaams

PVDA-PTB Partij van de Arbeid – Parti du Travail de Belgique

Open Vld Open Vlaamse Liberalen en Democraten

Vooruit Vooruit

cdH centre démocrate Humaniste

DéFI Démocrate Fédéraliste Indépendant

INDEP-ONAFH Indépendant - Onafhankelijk

Abréviations dans la numérotation des publications : Afkortingen bij de nummering van de publicaties :

DOC 55 0000/000 Document parlementaire de la 55e législature, suivi du n° de

base et du n° consécutif

DOC 55 0000/000 Parlementair stuk van de 55e zittingsperiode + basisnummer en

volgnummer

QRVA Questions et Réponses écrites QRVA Schriftelijke Vragen en Antwoorden

CRIV Version provisoire du Compte Rendu Intégral CRIV Voorlopige versie van het Integraal Verslag

CRABV Compte Rendu Analytique CRABV Beknopt Verslag

CRIV Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu

intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit

des interventions (avec les annexes)

CRIV Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en

rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met

de bijlagen)

PLEN Séance plénière PLEN Plenum

COM Réunion de commission COM Commissievergadering

MOT Motions déposées en conclusion d’interpellations (papier beige) MOT Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)

Publications officielles éditées par la Chambre des représentants

Commandes :

Place de la Nation 2

1008 Bruxelles

Tél. : 02/ 549 81 60

Fax : 02/549 82 74

www.lachambre.be

e-mail : [email protected]

Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers

Bestellingen :

Natieplein 2

1008 Brussel

Tel. : 02/ 549 81 60

Fax : 02/549 82 74

www.dekamer.be

e-mail : [email protected]

Page 3: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

i

SOMMAIRE INHOUD

Interpellation de Marijke Dillen à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"Les recommandations de la Cour des comptes

sur l'exécution de la loi du 22 mai 2003 au

SPF Justice" (55000083I)

1 Interpellatie van Marijke Dillen aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De aanbevelingen van het Rekenhof over de

uitvoering van de wet van 22 mei 2003 bij de

FOD Justitie" (55000083I)

1

Orateurs: Marijke Dillen, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Marijke Dillen, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Motions 4 Moties 4

Question de Ben Segers à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"La procédure una via" (55012816C)

5 Vraag van Ben Segers aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De una-viaprocedure" (55012816C)

5

Orateurs: Ben Segers, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Ben Segers, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Marianne Verhaert à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"Le problème de la drogue en Campine"

(55012843C)

6 Vraag van Marianne Verhaert aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De drugsproblematiek in de Kempen"

(55012843C)

6

Orateurs: Marianne Verhaert, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Marianne Verhaert, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Katleen Bury à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"Le suivi et les poursuites dans le cadre des

mutilations génitales" (55012869C)

11 Vraag van Katleen Bury aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"Opvolging en vervolging van genitale verminking"

(55012869C)

11

Orateurs: Katleen Bury, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Katleen Bury, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Sophie De Wit à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"Les sanctions en cas de non-respect du

dépistage et de la quarantaine obligatoires"

(55012904C)

12 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De sancties bij de niet-naleving van verplichte

testing of verplichte quarantaine" (55012904C)

12

Orateurs: Sophie De Wit, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Sophie De Wit, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Questions jointes de 14 Samengevoegde vragen van 14

- Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne

(VPM Justice et Mer du Nord) sur "La création de

maisons de détention" (55012932C)

14 - Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne

(VEM Justitie en Noordzee) over "De oprichting

van detentiehuizen" (55012932C)

14

- Ben Segers à Vincent Van Quickenborne (VPM

Justice et Mer du Nord) sur "Les maisons de

détention" (55013264C)

14 - Ben Segers aan Vincent Van Quickenborne

(VEM Justitie en Noordzee) over "de

detentiehuizen" (55013264C)

14

Orateurs: Sophie De Wit, Ben Segers,

Vincent Van Quickenborne, vice-premier

ministre et ministre de la Justice et de la Mer

du Nord

Sprekers: Sophie De Wit, Ben Segers,

Vincent Van Quickenborne, vice-

eersteminister en minister van Justitie en

Noordzee

Question de Nabil Boukili à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"Les visites domiciliaires dans le cadre de la lutte

contre la pandémie de covid-19" (55012934C)

18 Vraag van Nabil Boukili aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De woonstbetredingen in het kader van de

bestrijding van de coronapandemie" (55012934C)

18

Orateurs: Nabil Boukili, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

Sprekers: Nabil Boukili, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

Page 4: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

ii

ministre de la Justice et de la Mer du Nord minister van Justitie en Noordzee

Question de Sophie De Wit à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"Le suivi des abus de voitures de fonction et

cartes de carburant à l’administration

pénitentiaire" (55012985C)

20 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De follow-up van het misbruik van dienstwagens

en tankkaarten bij het gevangeniswezen"

(55012985C)

20

Orateurs: Sophie De Wit, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Sophie De Wit, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Sophie De Wit à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"L'instauration du processus d'évaluation des

risques" (55012986C)

21 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De invoering van de risicotaxatie" (55012986C)

21

Orateurs: Sophie De Wit, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Sophie De Wit, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Sophie De Wit à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"L'entrée en vigueur de la loi relative au statut

juridique externe des détenus" (55012989C)

23 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De inwerkingtreding van de wet betreffende de

externe rechtspositie van gedetineerden"

(55012989C)

23

Orateurs: Sophie De Wit, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Sophie De Wit, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Questions jointes de 25 Samengevoegde vragen van 25

- Cécile Thibaut à Vincent Van Quickenborne

(VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les

accusations d'ingérence à l’EMB et l'avenir de la

gestion de la Grande Mosquée de Bruxelles"

(55013056C)

25 - Cécile Thibaut aan Vincent Van Quickenborne

(VEM Justitie en Noordzee) over "De

beschuldigingen van inmenging in het EMB en het

toekomstige beheer v.d. Grote Moskee van

Brussel" (55013056C)

25

- Theo Francken à Vincent Van Quickenborne

(VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'Exécutif des

Musulmans de Belgique" (55013254C)

25 - Theo Francken aan Vincent Van Quickenborne

(VEM Justitie en Noordzee) over "De

Moslimexecutieve" (55013254C)

25

Orateurs: Cécile Thibaut, Theo Francken,

Vincent Van Quickenborne, vice-premier

ministre et ministre de la Justice et de la Mer

du Nord

Sprekers: Cécile Thibaut, Theo Francken,

Vincent Van Quickenborne, vice-

eersteminister en minister van Justitie en

Noordzee

Question de Cécile Thibaut à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"La reconnaissance du bouddhisme"

(55013057C)

31 Vraag van Cécile Thibaut aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De erkenning van het boeddhisme" (55013057C)

31

Orateurs: Cécile Thibaut, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Cécile Thibaut, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Cécile Thibaut à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"La reconnaissance de l'hindouisme"

(55013058C)

31 Vraag van Cécile Thibaut aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De erkenning van het hindoeïsme" (55013058C)

31

Orateurs: Cécile Thibaut, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Cécile Thibaut, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Bert Moyaers à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"Des poursuites immédiates en cas de

cybercriminalité" (55013075C)

32 Vraag van Bert Moyaers aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"Een lik-op-stukvervolging bij cybercrime"

(55013075C)

32

Orateurs: Bert Moyaers, Vincent Van Sprekers: Bert Moyaers, Vincent Van

Page 5: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

iii

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Ben Segers à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"Le drame de l'Essex" (55013096C)

35 Vraag van Ben Segers aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"Het Essex-drama" (55013096C)

35

Orateurs: Ben Segers, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Ben Segers, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Sophie Rohonyi à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"Les peines prononcées à l’encontre d’agresseurs

sexuels récidivistes et mineurs d’âge"

(55013118C)

37 Vraag van Sophie Rohonyi aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De tegen minderjarige recidiverende aanranders

uitgesproken straffen" (55013118C)

37

Orateurs: Sophie Rohonyi, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Sophie Rohonyi, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Philippe Pivin à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"Les rapports des évaluations des sections

Deradex" (55013191C)

40 Vraag van Philippe Pivin aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De verslagen van de evaluaties van de

Deradexafdelingen" (55013191C)

40

Orateurs: Philippe Pivin, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Philippe Pivin, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Question de Philippe Pivin à Vincent Van

Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"L'accès aux soins médicaux dans certaines

prisons" (55013192C)

42 Vraag van Philippe Pivin aan Vincent Van

Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"De toegang tot medische zorg in sommige

gevangenissen" (55013192C)

42

Orateurs: Philippe Pivin, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Philippe Pivin, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Questions jointes de 44 Samengevoegde vragen van 44

- Nabil Boukili à Vincent Van Quickenborne (VPM

Justice et Mer du Nord) sur "L'affaire Nethys"

(55013209C)

44 - Nabil Boukili aan Vincent Van Quickenborne

(VEM Justitie en Noordzee) over "De

Nethysaffaire" (55013209C)

44

- Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (premier

ministre) sur "L'affaire Nethys" (55013211C)

44 - Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo

(eerste minister) over "De Nethysaffaire"

(55013211C)

44

Orateurs: Nabil Boukili, Vincent Van

Quickenborne, vice-premier ministre et

ministre de la Justice et de la Mer du Nord

Sprekers: Nabil Boukili, Vincent Van

Quickenborne, vice-eersteminister en

minister van Justitie en Noordzee

Page 6: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation
Page 7: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

1

COMMISSION DE LA JUSTICE COMMISSIE VOOR JUSTITIE

du

MERCREDI 27 JANVIER 2021

Après-midi

______

van

WOENSDAG 27 JANUARI 2021

Namiddag

______

De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door mevrouw Kristien

Van Vaerenbergh.

La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 16 et présidée par Mme Kristien Van Vaerenbergh.

01 Interpellatie van Marijke Dillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

aanbevelingen van het Rekenhof over de uitvoering van de wet van 22 mei 2003 bij de FOD Justitie"

(55000083I)

01 Interpellation de Marijke Dillen à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les

recommandations de la Cour des comptes sur l'exécution de la loi du 22 mai 2003 au SPF Justice"

(55000083I)

01.01 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, de wet van 22 mei

2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit

van de federale Staat is voor Justitie op 1 januari 2012 in werking

getreden. Het Rekenhof heeft sindsdien verschillende keren

vastgesteld dat Justitie heel wat achterstand heeft bij de invoering van

de nieuwe overheidsboekhouding en dat het boekhoudkundige

beheer tekortkomingen vertoont.

Ook in 177e Boek, deel III betreffende de algemene rekening 2019

van het algemeen bestuur van de federale Staat kaart het Rekenhof

de problematiek opnieuw aan en formuleert het nieuwe en

bijkomende aanbevelingen.

Justitie heeft volgens het Rekenhof weliswaar vooruitgang geboekt en

verbeteringen aangebracht, vooral sinds in 2019 de cel Boekhouding

bij de dienst Budget en Beheerscontrole werd opgericht, die als

prioriteit heeft om Justitie te helpen om de nodige maatregelen te

nemen en zo goed mogelijk aan de voorschriften van de wet van

22 mei 2003 te voldoen. Nochtans blijft het Rekenhof vaststellen dat

de acties die nodig zijn om de getrouwheid van de verrichtingen van

Justitie in de rekeningen van het algemeen bestuur te garanderen,

niet op korte termijn kunnen worden afgerond. Dat kan een negatieve

impact hebben op het oordeel van het Rekenhof in het kader van de

certificering van de jaarrekening van de federale Staat.

Mijnheer de minister, de tekortkomingen uit het verleden zijn uiteraard

niet uw verantwoordelijkheid. Daar ben ik mij terdege van bewust. Dat

zijn tekortkomingen van verschillende van uw voorgangers. Het is wel

belangrijk daaraan dringend aandacht te besteden.

Mijnheer de minister, kunt u mij mededelen waarom Justitie nog

steeds niet is tegemoetgekomen aan de verschillende aanbevelingen

van het Rekenhof om de tekortkomingen weg te werken?

01.01 Marijke Dillen (VB): La loi

du 22 mai 2003 portant organisa-

tion du budget et de la comptabilité

de l'État fédéral est entrée en

vigueur le 1er janvier 2012 pour la

Justice. Depuis lors, la Cour des

comptes a constaté à plusieurs

reprises des retards importants de

la part de la Justice dans

l’implémentation de la nouvelle

comptabilité publique et des

dysfonctionnements dans la

gestion comptable. Le problème

est également évoqué dans le livre

177, partie III publié par la Cour

des comptes, qui formule des

recommandations nouvelles et

complémentaires. Pourquoi la Jus-

tice n'a-t-elle toujours pas donné

suite aux différentes recomman-

dations de la Cour des comptes?

La création en 2019 d'une unité

Comptabilité au sein du service

Budget et Contrôle de gestion qui

doit permettre d'améliorer la

fidélité des opérations de la

Justice dans FEDCOM, constitue

un grand pas en avant selon la

Cour des comptes mais arrive

probablement trop tard. Quelles

initiatives le ministre prendra-il

pour que l'opinion de la Cour ne

soit pas influencée dans le cadre

Page 8: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

2

De recente oprichting van een cel Boekhouding bij de dienst Budget

en Beheerscontrole met als prioritair doel de getrouwheid van de

verrichtingen van Justitie in FEDCOM te verbeteren, vormt volgens

het Rekenhof een grote stap vooruit, die echter mogelijk te laat komt

om alle door het Rekenhof aangehaalde tekortkomingen goed te

maken voor de certificering van de jaarrekening. Welke initiatieven

zult u nemen om een negatieve impact op het oordeel van het

Rekenhof in het kader van de certificering van de jaarrekening te

vermijden?

Het Rekenhof heeft in zijn recentste editie een aantal nieuwe en

bijkomende aanbevelingen geformuleerd. Ik verwijs naar

bladzijde 171 in het verslag van het Rekenhof. Het is wel belangrijk

om hieraan de nodige aandacht te besteden, zeker met het oog op

het oordeel dat het Rekenhof dient te formuleren bij de certificering

van de jaarrekening van de federale Staat. Gaat u initiatieven nemen

om ook hieraan bij hoogdringendheid tegemoet te komen? Zo ja,

welke?

de la certification des comptes

annuels de l'État fédéral? Le

ministre prendra-t-il les mesures

nécessaires à court terme afin de

répondre aux recommandations

nouvelles et complémentaires for-

mulées récemment?

01.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Dillen, mijn

departement is zich ten volle bewust van de grote uitdaging om

volledig te voldoen aan de wet van 22 mei 2003 en de uitvoerings-

besluiten. Onder mijn voorganger heeft de FOD Justitie heel wat

initiatieven genomen, die nog steeds voortlopen en die mijn volle

steun genieten. Zo werkt het centrale bestuur van de FOD Justitie

sinds 1 januari 2019 met de FEDCOM-applicatie. De invoering van die

applicatie heeft tot doel de boekhoudkundige gegevens van alle

entiteiten van de FOD Justitie maximaal en op een gestandaar-

diseerde wijze in één applicatie te beheren. Ook de ondersteunende

diensten van de colleges, rechtbanken en het openbaar ministerie zijn

in de loop van 2019 tot FEDCOM toegetreden. Begin 2020 trad de

Veiligheid van de Staat eveneens toe.

Collega's, ik neem aan dat u beseft dat de FOD Justitie een uiterst

omvangrijke en zeer heterogene organisatie is. Justitie vormt namelijk

het kruispunt van verschillende grondwettelijke machten, de

rechterlijke orde, het gevangeniswezen, de Veiligheid van de Staat,

het centrale bestuur en de verschillende autonome commissies.

Bijgevolg valt de FOD Justitie niet te vergelijken met andere federale

departementen, die meestal wel voor het overgrote deel onder de

uitvoerende macht vallen.

Concreet is de verbetering van de boekhouding geen alleenstaande

activiteit, die onafhankelijk van de stafdienst Budget en Beheers-

controle (B&B) kan worden behartigd. Het voeren van een

boekhouding gaat niet louter om pure boekhoudkundige processen en

transacties. Ook de aankoopprocedures en logistieke beheers-

processen, die transversaal doorheen de FOD Justitie lopen, maken

deel uit van de wet.

Het vergt in de justitieketen een bewustwording dat budgettaire

vermogens en financiële operaties op een correcte wijze moeten

worden geregistreerd. Tevens moeten al de diensten hun processen

standaardiseren, de juiste profielen aanwerven en opleiden, interne

controlemechanismen toepassen en veel meer registreren dan

vroeger het geval was. In het globale meerjarenproject FEDCOM is

de FOD Justitie zich aan het voorbereiden om de FEDCOM-applicatie

en de werking ervan te integreren ten behoeve van alle gebruikers.

01.02 Vincent Van Quickenborne,

ministre: Mon prédécesseur a déjà

pris de nombreuses initiatives,

lesquelles sont poursuivies. Ainsi,

l'administration centrale du SPF

Justice utilise depuis le 1er janvier

2019 l'application FEDCOM.

L'objectif est de gérer les données

comptables de toutes les entités

du SPF Justice de façon standar-

disée dans une seule application.

Les services d'appui et la Sûreté

de l'État l'utilisent aussi.

Tout le monde sait que le SPF

Justice est une très grande

organisation hétérogène. A cet

égard, elle n'est pas comparable

aux autres départements fédé-

raux. La comptabilité ne se limite

pas, par ailleurs, à des processus

comptables et des transactions.

Les procédures d'achat et les

processus de gestion, qui sont

utilisées de façon transversale

dans l'ensemble du SPF Justice,

font partie de la loi.

Il est nécessaire de prendre con-

science au sein de la chaîne

judiciaire de la nécessité d'en-

registrer de façon correcte les

moyens budgétaires et les opé-

rations financières. Tous les

services concernés doivent en

outre standardiser leurs proces-

sus, recruter et former les profils

adéquats et appliquer des

mécanismes de contrôle.

Page 9: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

3

Behalve het technische aspect wordt ook veel aandacht besteed aan

de organisatiestructuur, de processen en de procedures alsook aan

de opleiding van de personen die een rol zullen opnemen binnen die

processen.

Gezien de complexiteit en de omvang van de invoering van de

FEDCOM-applicatie loopt het project in 2021 door. De FOD Beleid en

Ondersteuning heeft daarin trouwens een belangrijk technologisch

aandeel.

Spijtig genoeg heeft de covidpandemie ook een vertragende impact

op het megaproject, meer bepaald op de opleiding en de training van

de nieuwe gebruikers van de FEDCOM-applicatie.

Het dient gezegd, ook al biedt de invoering van FEDCOM enorme

opportuniteiten en is het evident een te nemen stap voorwaarts,

FEDCOM kent ook een aantal beperkingen. Het linken van FEDCOM

met businessapplicaties, waarvan Justitie er heel wat heeft, is niet

eenvoudig. Het installeren van automatische workflows is moeilijk.

Ook de rapportering door FEDCOM is niet evident.

Tot slot wil ik er nog op wijzen dat behalve het Rekenhof ook de

Federale Interne Audit in 2019 en 2020 een grondige analyse heeft

gemaakt van de stand van zaken. De resultaten van beide audits

bevestigen dat binnen Justitie serieuze vooruitgang wordt geboekt om

de algemene boekhouding en de jaarrekening te verbeteren.

Wij zijn nog niet waar wij moeten zijn, maar met Team Justitie boeken

wij vooruitgang.

In antwoord op uw tweede vraag kan ik u melden dat binnen de

stafdienst B&B de dienst Boekhouding zich verder blijft professio-

naliseren, om op basis van de aanbevelingen van het Rekenhof en

van de Federale Interne Audit de nodige stappen te ondernemen tot

het verbeteren van de kwaliteit van de boekhoudcijfers. Ook neemt de

dienst de nodige initiatieven voor het verhogen van het bewustzijn

over het belang van een correct gevoerde boekhouding.

Verschillende actieplannen werden opgesteld met een periodieke

opvolging ervan door het management. Ik wil nogmaals benadrukken

dat het opstellen van een correcte jaarrekening niet uitsluitend het

werk is van de dienst Boekhouding. Ook andere processen hebben

een belangrijke impact op de boekhoudcijfers. Daarom is er het

project Just4You FEDCOM dat de FOD Justitie onder impuls van de

stafdienst B&B heeft opgestart en dat transversaal doorheen Justitie

loopt.

Tevens is het versterken van het personeelskader van de stafdienst

B&B en bij uitbreiding van de financiële diensten overal in het

departement een van mijn actiepunten in 2021. De voorbije jaren

hebben de opgelegde besparingen en de onderfinanciering van

Justitie een verarming van die diensten teweeggebracht. Ik heb

daarom de opdracht gegeven aan mijn administratie om een

realistisch voorstel tot versterking te doen.

In antwoord op uw derde vraag wijs ik erop dat in samenspraak met

de Federale Interne Audit een grondig actieplan werd opgesteld om in

Vu sa complexité, le projet se

poursuit en 2021. La pandémie de

covid-19 a malheureusement

retardé la formation et l'entraîne-

ment des nouveaux utilisateurs de

l'application FEDCOM.

L'application offre de grandes

opportunités, mais connaît égale-

ment certaines limites. Il n'est pas

simple de lier FEDCOM aux

applications utilisées par les

entreprises. L'installation de

processus de travail automatiques

est laborieuse. Le rapportage n'est

pas non plus évident.

Enfin, je tiens à signaler que les

audits réalisés par le service

fédéral Audit Interne en 2019 et

2020 confirment que des progrès

importants ont été réalisés à la

Justice en vue d'améliorer la

comptabilité générale et les

comptes annuels.

En exécution des recomman-

dations, le service Comptabilité fait

le nécessaire pour améliorer la

qualité des chiffres comptables. Le

service prend également des

initiatives afin de souligner l'im-

portance d'une comptabilité cor-

rectement tenue.

D'autres processus ont également

une incidence importante sur les

chiffres comptables. C'est ce qui a

justifié le lancement du projet

Just4You, un projet transversal qui

concerne l'ensemble de la Justice.

Le cadre du personnel du service

d'encadrement B&CG et des

services financiers sera renforcé

en 2021.

Il a été procédé, en concertation

avec le service fédéral Audit

Interne, à l'élaboration d'un plan

d'action approfondi qui a été validé

par le comité de direction de mon

département. Il est œuvré à une

amélioration de l'enregistrement

des opérations, des contrôles, de

la transmission des informations et

de l'échange des rapports. Le

grand pas en avant ne sera franchi

Page 10: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

4

alle opgesomde domeinen verbeteringen te kunnen realiseren.

Het actieplan werd gevalideerd door het directiecomité van mijn

departement, zodat iedereen zich bewust is van het belang van de

verbetering van de kwaliteit van de jaarrekening. Samen met de

operationele diensten wordt door de stafdienst B&B gewerkt aan

betere, dagelijkse en maandelijkse registraties van de verrichtingen,

aan betere controles, aan een betere informatiedoorstroming en aan

een bredere uitwisseling van de rapporten.

Deze werkwijze is een grote stap vooruit, maar zoals gezegd zal de

grote stap voorwaarts er maar komen als Justitie geheel en in al zijn

entiteiten de FEDCOM-applicatie correct in gebruik zal nemen.

Daarvoor werden voldoende middelen uitgetrokken om Justitie in

dezen professioneel bij te staan.

que lorsque la Justice aura, dans

toutes ses entités, correctement

mis en service l'application

FEDCOM. Des moyens suffisants

ont été libérés à cet effet.

01.03 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw

uitvoerig en vrij gedetailleerd antwoord, dat ik nog zal nalezen. Ik heb

nooit beweerd dat er niets gebeurd is, maar het Rekenhof wijst nu al

verschillende malen op die tekortkomingen.

Ik ben mij bewust van de ingewikkeldheid van het departement

Justitie, dat, zoals u terecht zegt, niet vergeleken kan worden met

andere departementen. Het klopt inderdaad ook dat de hele

justitieketen hierbij betrokken is. Ik denk dat het heel belangrijk is dat

er vanuit het beleid voldoende aandacht wordt besteed aan de

duidelijke aanbevelingen van het Rekenhof, zeker vanwege het

belang van de kwaliteit van de jaarrekeningen, maar in het bijzonder

gezien het advies van het Rekenhof bij de certificering van de

jaarrekening van de federale Staat. Ik zal dit dossier zeker verder

blijven opvolgen.

Mevrouw de voorzitster, ik heb dan ook een motie ingediend.

01.03 Marijke Dillen (VB): Il est

crucial de porter une attention

suffisante aux recommandations

de la Cour des comptes, étant

donné l'importance de la qualité

des comptes annuels, certes, mais

surtout en raison de l'avis de la

Cour des comptes lors de la

certification des comptes annuels

de l'État fédéral.

Moties

Motions

De voorzitster:

Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.

En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.

Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen en luidt als volgt:

"De Kamer,

gehoord de interpellatie van mevrouw Marijke Dillen

en het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee,

- overwegende dat de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit

van de federale Staat op 1 januari 2012 in werking getreden is voor de FOD Justitie;

- overwegende dat het Rekenhof sindsdien heeft vastgesteld dat de FOD Justitie heel wat achterstand heeft

bij de invoering van de nieuwe overheidsboekhouding en dat het boekhoudkundige beheer tekortkomingen

vertoont;

- overwegende dat ook in het 177e Boek deel Ill van het Rekenhof betreffende de algemene rekening 2019

van het algemeen bestuur van de federale Staat deze problematiek opnieuw wordt aangekaart en er

nieuwe en bijkomende aanbevelingen worden geformuleerd;

- overwegende dat de FOD Justitie volgens het Rekenhof weliswaar vooruitgang heeft geboekt en

verbeteringen heeft aangebracht, vooral sinds 2019 dankzij de oprichting van de cel Boekhouding binnen

de dienst Budget en Beheerscontrole (B&B) die als prioriteit heeft om de FOD Justitie te helpen de nodige

maatregelen te nemen om zo goed mogelijk te voldoen aan de voorschriften van de wet van 22 mei 2003;

Page 11: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

5

- overwegende dat het Rekenhof blijft vaststellen dat de acties die nodig zijn om de getrouwheid van de

verrichtingen van de FOD Justitie in de rekeningen van het algemeen bestuur te garanderen, niet op korte

termijn kunnen worden afgerond;

- overwegende dat dit een negatieve impact kan hebben op het oordeel van het Rekenhof in het kader van

de certificering van de jaarrekening van de federale Staat;

vraagt de regering

de verschillende aanbevelingen van het Rekenhof betreffende de tekortkomingen van de FOD Justitie bij

de uitvoering van de wet van 22 mei 2003 bij de FOD Justitie in het algemeen en de aanbevelingen

geformuleerd in het 177e Boek deel Ill van het Rekenhof betreffende de algemene rekening 2019 van het

algemeen bestuur van de federale Staat betreffende de uitvoering van de wet van 22 mei 2003 bij de

FOD Justitie in het bijzonder uit te voeren."

Une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen et est libellée comme suit:

"La Chambre,

ayant entendu l'interpellation de Mme Marijke Dillen

et la réponse du vice-premier ministre et ministre de la Justice et de la Mer du Nord,

- considérant que la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral

est entrée en vigueur le 1er janvier 2012 pour le SPF Justice;

- considérant que la Cour des comptes a constaté, depuis lors, que le SPF Justice accuse un retard

important dans l’implémentation de la nouvelle comptabilité publique et que la gestion comptable présente

des dysfonctionnements;

- considérant que ce problème est à nouveau épinglé dans le 177e Cahier partie III de la Cour des comptes

concernant le compte général 2019 de l’administration générale de l’État fédéral et que des

recommandations nouvelles et additionnelles y sont formulées;

- considérant que le SPF Justice a certes, selon la Cour des comptes, réalisé des progrès et apporté des

améliorations, en particulier depuis 2019, grâce à la création de la cellule Comptabilité au sein du service

Budget et Contrôle de la Gestion (B&C) qui a pour priorité d’aider le SPF Justice à prendre les mesures

nécessaires afin de répondre au mieux aux prescriptions de la loi du 22 mai 2003;

- considérant que la Cour des comptes continue de constater que les actions qui sont nécessaires pour

assurer la fidélité des opérations du SPF Justice dans les comptes de l’administration générale ne pourront

être menées à bien rapidement;

- considérant que ces éléments risquent d’influencer négativement l’opinion que la Cour des comptes

formulera dans le cadre de la certification des comptes annuels de l’État fédéral;

demande au gouvernement

de mettre en œuvre les différentes recommandations de la Cour des comptes sur les dysfonctionnements

du SPF Justice dans le cadre de l’exécution de la loi du 22 mai 2003 au SPF Justice en général et les

recommandations formulées dans le 177e Cahier partie III de la Cour des comptes concernant le compte

général 2019 de l’administration générale de l’État fédéral au sujet de l’exécution de la loi du 22 mai 2003

au SPF Justice en particulier."

Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Katja Gabriëls.

Une motion pure et simple a été déposée par Mme Katja Gabriëls.

Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.

Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.

02 Vraag van Ben Segers aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De una-

viaprocedure" (55012816C)

02 Question de Ben Segers à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La

procédure una via" (55012816C)

02.01 Ben Segers (sp.a): Bij wet van 5 mei 2019 werd artikel 29 van

het Wetboek van Strafvordering vervangen en werd de una via-

procedure aangepast. Deze nieuwe procedure is in werking getreden

op 1 januari 2020. Bij deze wijziging is bovendien het initiatiefrecht

van de procureur des Konings tot overleg komen te vervallen. We zijn

inmiddels een jaar verder wat uitnodigt tot evaluatie.

02.01 Ben Segers (sp.a): Une

modification du Code de procé-

dure pénale a permis l'entrée en

vigueur de la procédure una via le

1er janvier 2020.

Comment cela se passe-t-il en

Page 12: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

6

Hoe verloopt deze nieuwe procedure in de praktijk? Wat is de impact

van deze nieuwe procedure op het terrein? Hoeveel dossiers maakten

het voorwerp uit van overleg in 2020? Is er een evolutie merkbaar in

vergelijkbaar met de voorgaande jaren? Is de minister bereid deze

nieuwe procedure te evalueren alsook een evaluatie te vragen aan

het college van procureurs-generaal?

pratique? En 2020, combien de

dossiers ont-ils fait l'objet d'une

concertation? Constate-t-on une

évolution? Une évaluation est-elle

prévue?

02.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster,

mijnheer Segers, over de una-viaprocedure werd begin maart 2020

reeds overleg gepleegd tussen de FOD Financiën en de FOD Justitie

op initiatief van de toenmalige beleidscel van de minister van

Financiën. Tijdens dat overleg werden de nieuw ingevoerde bepalin-

gen van de una-viawet besproken met het oog op het oplijsten van

eventuele problemen die zich in de praktijk voordeden. Er werden

toen reeds enkele verbetervoorstellen geformuleerd, waarop ik straks

nog terugkom.

Hoeveel dossiers maakten het voorwerp uit van het overleg en is er

een evolutie merkbaar in vergelijking met de voorgaande jaren?

Welnu, in 2020 ging het over 218 dossiers, in 2019 over 188 dossiers,

in 2018 over 292 dossiers en in 2017 over 267 dossiers.

Ben ik als minister bereid om te evalueren? De wet zal verder worden

geëvalueerd, hetgeen een raadpleging van de actoren op het terrein

en onder andere ook een verzoek tot evaluatie van het College van

procureurs-generaal impliceert. Naar aanleiding van de analyses

tijdens de vorige legislatuur en de evaluatie door de actoren op het

terrein die zal worden gevraagd, zal ik samen met mijn collega, de

minister van Financiën, bekijken of er een wetgevend initiatief wordt

genomen om eventuele aanpassingen of verduidelijkingen aan te

brengen aan de wet van 5 mei 2019.

02.02 Vincent Van Quickenborne,

ministre: Une concertation a eu

lieu début mars entre le SPF

Finances et le SPF Justice afin de

discuter des nouvelles dispositions

de la loi "Una Via". Quelques

améliorations ont été proposées.

En 2020, 218 dossiers ont fait

l'objet de la concertation, en 2019,

ce chiffre s'élevait à 188, en 2018,

à 292 et en 2017, à 267.

La loi sera évaluée, après quoi

j'examinerai avec le ministre des

Finances s'il y a lieu de prendre

une initiative législative.

02.03 Ben Segers (sp.a): Mijnheer de minister, bedankt voor uw

antwoord en ook voor uw engagement. Het is inderdaad de bedoeling

van de una-viawetgeving dat de meest aangewezen weg wordt

bewandeld. Volgens ons moet dit dus zeker herbekeken worden.

02.03 Ben Segers (sp.a): Nous

demandons instamment une ré-

vision de la loi.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

03 Vraag van Marianne Verhaert aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

drugsproblematiek in de Kempen" (55012843C)

03 Question de Marianne Verhaert à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le

problème de la drogue en Campine" (55012843C)

03.01 Marianne Verhaert (Open Vld): Mijnheer de minister, de

Kempen wordt overspoeld door drugslabs. Het wordt jammer genoeg

steeds erger. Vroeger doken af en toe cannabisplantages op, maar

de Kempen wordt steeds meer het epicentrum van de synthetische

drugsproductie. Eerst waren er de kleine laboranten, die met simpele

kuisproducten drugs zoals GHB maakten. Van daaruit was het een

kleine stap naar het zware spul zoals ketamine en amfetamines.

Ondertussen blijkt uit onderzoek van journalisten van Le Soir en

Knack dat de Kempen de wereldwijde productieplaats aan het worden

is van crystal meth.

In clandestiene drugslabs in de Kempen stellen Mexicaanse kartels

hun ervaren laboranten aan het werk, wat nefast is voor de

03.01 Marianne Verhaert (Open

Vld): La région de la Campine est

envahie par les laboratoires de fa-

brication de drogues, en particulier

de fabrication de drogues dures de

synthèse. Des enquêtes menées

par des journalistes indiquent que

cette région devient également le

centre mondial de production de la

crystal meth. À la source de la

production, les prix sont bas et

l'accès aux drogues est facile. Le

crime organisé s'infiltre dans nos

Page 13: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

7

gezondheid van de gebruikers maar ook voor de samenleving. Aan de

bron van de drugsproductie zijn de prijzen laag en is de toegang tot

de drugs gemakkelijk, met een enorme kostprijs voor de

gezondheidszorg tot gevolg. Ook de kostprijs voor onze samenleving

is groot. De georganiseerde misdaad nestelt zich in onze dorpen. Wij

worden steeds vaker ook geconfronteerd met drugsafval en lozingen

in onze natuur.

Ook in mijn gemeente merk ik jammer genoeg de gevolgen. Door de

drugshandel ontstaat voor jongeren een parallel leven, waarin zij snel

veel geld kunnen verdienen in plaats van dat ze kansen grijpen om

vooruit te komen.

Mijnheer de minister, er was in uw beleidsnota veel aandacht voor de

drugsproblematiek, voornamelijk rond het Stroomplan, dat de meest

visibele strijd tegen de georganiseerde misdaad en tegen cocaïne in

de Antwerpse haven moet voeren. Minder aandacht was er voor de

strijd tegen drugs in de Limburgse en Antwerpse Kempen. Uw

voorganger, minister Koen Geens, kondigde bijna twee jaar geleden

een heus Kempen-Maasplan aan voor een gecoördineerde aanpak

over de provincie- en landsgrenzen heen. Helaas bleef het enkel bij

een aankondiging van uw voorganger. Er is uiteraard geen silver

bullet om de problematiek aan te pakken. De aanpak van drugs in

onze samenleving vraagt een totaalpakket aan maatregelen.

Wordt actief werk gemaakt van het opsporen van drugslabs? Hoe zult

u de drugsproblematiek in de Kempen aanpakken? Welke samen-

werking moet er voor u ontstaan tussen de parketten in de Limburgse

en Antwerpse Kempen? Ten slotte, welke initiatieven kunnen worden

ontwikkeld om de samenwerking met Nederland op dat vlak te

intensifiëren?

villages. Ces activités ont de

graves conséquences pour la san-

té, la société mais aussi la nature

en raison des déversements sau-

vages de déchets de drogues.

Dans sa note de politique gé-

nérale, le ministre attache énormé-

ment d'importance au problème de

la drogue mais se focalise prin-

cipalement sur le "Stroomplan" et

le trafic dans le port d'Anvers et

moins sur la lutte contre la drogue

dans la Campine du Limbourg et

d'Anvers.

S'attellera-t-on activement à la

chasse des laboratoires de dro-

gue? Comment le ministre gérera-

t-il le problème de la drogue en

Campine? Quelle coopération

faudra-t-il mettre en place entre

les parquets de la Campine du

Limbourg et d'Anvers? Comment

la coopération avec les Pays-Bas

sera-t-elle renforcée?

03.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Verhaert, in de

Limburgse Kempen en bij uitbreiding de ganse provincie Limburg

wordt een exponentiële toename vastgesteld van het aantal drugslabs

en dumpingen. In 2018 werden 3 labs aangetroffen in Limburg, in

2019 en 2020 waren het er telkens 14. Ruim 60 % van de labs in

België bevindt zich in het gerechtelijk arrondissement Limburg. De

voorbije jaren werd op vijf productielocaties methamfetamine

aangetroffen, een bijzonder verontrustende tendens.

De exponentiële groei is in de Antwerpse Kempen minder

uitgesproken, wat niet wil zeggen dat de situatie niet verontrustend is.

In de periode tussen 27 januari 2019 en 8 januari van dit jaar werden

onderzoeken gevoerd naar de exploitatie van 7 synthetische

drugslabs, 18 dumpingen van chemisch afval, 2 transporten van

synthetische drugs en precursoren en 1 opslag van synthetische

drugs.

Ik heb de parketten van Limburg enige tijd geleden bezocht en we

hebben het daar uitdrukkelijk over gehad. Voor het parket van

Antwerpen alsook voor het parket-generaal zijn het opsporen en

vervolgen van de handel prioriteiten. Het gaat erom een goede

informatiepositie te bekomen om opsporingen te doen, desnoods met

gebruik van bijzondere politietechnieken, en vervolgens het netwerk in

kaart te brengen teneinde daders voor de rechter te brengen. Deze

onderzoeken zijn arbeidsintensief en vergen veel capaciteit. Het gaat

hierbij om sporenonderzoek, DNA-onderzoek, telefonieonderzoek en

03.02 Vincent Van Quickenborne,

ministre: Dans la Campine

limbourgeoise et, par extension,

dans l'ensemble du Limbourg, les

laboratoires de drogue et leurs

déchets croissent de manière

exponentielle. Trois laboratoires

ont été découverts au Limbourg en

2018, et quatorze chaque fois en

2019 et 2020. Un peu plus de

60 % des laboratoires en Belgique

se trouvent dans l'arrondissement

judiciaire du Limbourg et de la

méthamphétamine a déjà été

retrouvée sur cinq sites de produc-

tion, ce qui est très préoccupant.

En Campine anversoise, une

enquête a été menée entre le

27 janvier 2019 et le 8 janvier

2021 sur sept laboratoires de

drogues de synthèse, dix-huit

décharges de déchets, deux

transports de drogues de synthèse

et de précurseurs, et un entrepôt

de drogues de synthèse.

Page 14: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

8

analyse van de aangetroffen stoffen.

De productie van synthetische drugs is in handen van criminele

organisaties die bestaan uit verschillende schakels met een sterk

doorgedreven taakverdeling, zoals de aanvoer van chemicaliën en

grondstoffen, de vervaardiging en aanlevering van hardware, de

terbeschikkingstelling van een locatie, de koks, het dumpen van afval

en de afzetmarkt. Het is steeds de bedoeling om de ganse organisatie

bloot te leggen maar op het vlak van recherchemanagement en

recherchecapaciteit is het niet altijd evident om door te stoten naar de

bovenstructuur van deze organisaties.

Wat u tweede vraag betreft, in het gerechtelijk arrondissement

Limburg, waar veruit de meest labs en dumpingen in België

voorkomen, werd een parketrichtlijn opgesteld inzake de aanpak van

labs en dumpingen. Deze richtlijn beoogt een uniforme gezamenlijke

en integrale aanpak van de labs en de dumpingen. In deze richtlijn

werd een pragmatische ketengerichte benadering uitgewerkt voor de

aanpak van drugslabs en dumpingen. De richtlijn werd ontwikkeld in

een stuurgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van de lokale

politiezones, de federale politie, het parket en verschillende externe

partners.

De Clan Lab Response Unit en de civiele bescherming hebben een

belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de richtlijn.

De richtlijn bevat een praktijkgericht handel- en denkkader met een

duidelijke taakverdeling voor de politiediensten, deskundigen en

externe partners. Bij het parket van Limburg wordt ook sterk ingezet

op bewustzijn. Nadat een drugslab wordt ontdekt, reageert de buurt

vaak geschokt en komt informatie binnen dat de buurt al geruime tijd

verdachte zaken had opgemerkt, zoals een verdachte chemische

geur. Daarom is er een anoniem meldpunt Drugs opgericht.

Om de bewustwording van de burgers te vergroten en er tevens voor

te zorgen dat ze de signalen die wijzen op een drugslab herkennen en

melden, werd ook een gerichte campagne opgezet. Zo werden

affiches verspreid over de Limburgse gemeenten en werd er een

infoavond voor burgers georganiseerd. Het is de bedoeling om deze

initiatieven te herhalen, maar door het coronavirus heeft dit natuurlijk

niet kunnen plaatsvinden. Verder worden inspanningen geleverd om

andere overheidsinstanties, zoals de OVAM, het FAVV, de VLM,

Fluvius, de VMM en de gemeenten, rond deze problematiek te

sensibiliseren. Ook wordt onderzocht of drugslabs ontdekt kunnen

worden via de toepassing van innovatieve technieken, zoals de inzet

van een drone met ontwikkelde apparatuur die de gassen die

ontstaan bij de productie kunnen detecteren. Met het oog op deze

problematiek kunnen bij uitstek wel drones worden ingezet in de

gerechtelijke context en onder controle van een magistraat. Dat is

toch helemaal anders dan de inzet van drones om mensen thuis of in

hun tuin te controleren in het kader van de coronahandhaving.

Ook bij het parket Antwerpen zijn initiatieven genomen om nog sterker

in te zetten op beeldvorming, informatievergaring en een project-

matige aanpak van het fenomeen. Tevens wordt gewerkt aan een

projectmatige verstoring van de logistieke verdeling van synthetische

drugs via postpakketten. Een versterking van de site Turnhout van de

federale gerechtelijke politie met het oog op een nog efficiëntere

aanpak van de criminaliteit is in volle voorbereiding. De ontmanteling

Pour le parquet d'Anvers et le

parquet général, la détection et les

poursuites sont prioritaires. La

collecte d'informations est

essentielle, s'il le faut à l'aide de

techniques policières spécifiques,

afin de cartographier ensuite la

structure du réseau et d'amener

les auteurs devant la justice. Ces

recherches de traces, d'ADN et de

conversations téléphoniques ainsi

que l'analyse des substances

retrouvées demandent beaucoup

d'heures de travail.

Les drogues de synthèse sont

produites par des organisations

criminelles dont les tâches sont

bien distinctes: approvisionnement

des produits chimiques et des

matières premières, construction

des appareils, mise à disposition

d'un lieu, "cuisine", déversement

des déchets et recherche de

débouchés. Il n'est pas facile de

démanteler chaque fois toute la

structure, mais c'est l'objectif visé.

Dans l'arrondissement judiciaire

du Limbourg, une directive du

parquet élaborée par un groupe de

pilotage vise à permettre une

approche commune et multila-

térale des laboratoires et de leurs

déchets, axée sur les différents

maillons de la chaîne.

Le Clan Lab Response Unit et la

Protection civile ont fourni une

contribution importante à l'élabora-

tion de la directive, laquelle

comporte un cadre théorique et

pratique prévoyant une répartition

claire des tâches entre les

services de police, les experts et

les partenaires externes. Le

parquet du Limbourg s'emploie

également à sensibiliser les

riverains, notamment par le biais

d'une campagne tendant à les

aider à repérer les laboratoires de

drogues et à les signaler, par la

diffusion d'affiches et l'organisation

d'une soirée informative pour les

citoyens. En raison de la crise

sanitaire, nous n'avons pas encore

pu renouveler ces actions.

Page 15: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

9

van alle labo's en dumping in België gebeurt door één dienst van de

federale gerechtelijke politie, namelijk de Clan Lab Response Unit.

Deze zeer gespecialiseerde dienst is bij uitstek in staat om linken te

leggen tussen verschillende productielocaties aan de hand van de

aangetroffen hardware, vaten en geschriften. Informatiehuishouding

gaat uiteraard verder dan de politionele beeldvorming. Een integrale

informatiehuishouding strekt zich uit over verschillende overheids-

instanties. In Nederland wordt bijvoorbeeld informatie uitgewisseld via

het systeem iCOV, Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen.

Dat is een samenwerkingsverband tussen de nationale politie, de

belastingdienst, de douane en de Financial Intelligence Unit, met

andere woorden de opsporingsdirectie en het OM in Nederland.

Hiervoor dient in België nog een wetgevend initiatief te worden

genomen.

U hebt mij dus goed gehoord, beste collega. Wij moeten fors inzetten

om deze problematiek zo goed als mogelijk in te dijken, ook omdat de

mogelijke neveneffecten, waaronder de gevaren voor de

volksgezondheid bij dumpings, groot kunnen zijn. De pakkans en de

strafkans van dergelijke criminele bendes moet omhoog. Dat kan

door een goede informatiepositie en door de nodige technische en

technologische tools om op een moderne manier aan bewijsgaring te

kunnen doen.

Een strafkans is niet alleen een kwestie van gevangenisstraf, maar

ook een kwestie van het ontnemen van de criminele vermogens. De

criminelen moeten worden getroffen waar het hun pijn doet, in hun

portemonnee.

Ik kan u zeggen dat er in de ruime context van het Stroomplan, het

Stroomplan XXL, al middelen worden vrijgemaakt voor de persoon-

lijke versterking van de Antwerpse en de Limburgse Justitie en voor

de materiële versterking van de FGP Antwerpen.

Eind vorig jaar werd eveneens een grootschalige aanwervings-

campagne gestart voor de FGP's, ook die van Antwerpen en Limburg.

Nous nous efforçons, par ailleurs,

de sensibiliser les organismes

publics tels que la société publique

flamande de gestion des déchets

(Openbare Vlaamse Afvalstoffen-

maatschappij, OVAM), l'Agence

fédérale des médicaments et des

produits de santé (AFMPS), la

société flamande terrienne

(Vlaamse Landmaatschappij,

VLM), Fluvius, l'agence flamande

de l'environnement (Vlaamse

Milieumaatschappij) et les com-

munes. L'on examine aussi la

possibilité de détecter les labo-

ratoires de drogues à l'aide de

drones et de dispositifs de

détection spéciaux.

Le parquet d'Anvers souhaite se

concentrer davantage sur les

techniques d'imagerie, la collecte

d'informations et une approche du

phénomène par projet, ainsi que

sur la perturbation de la

distribution des drogues de

synthèse par le biais de colis

postaux. Le renforcement du site

Turnhout de la police judiciaire est

activement préparé pour le

moment. Le Clan Lab Response

Unit de la police judiciaire fédérale,

qui s'occupe du démantèlement

de tous les laboratoires ainsi que

des déversements en Belgique,

est en mesure d'établir des liens

entre les différents sites de

production, et ce, par l'observation

des équipements, des contenants

et des écritures découverts. Une

gestion intégrale des informations

relève de différentes autorités

publiques. Aux Pays-Bas, les

échanges d'informations s'effec-

tuent par exemple entre la police

nationale, le fisc, les douanes et la

Financial Intelligence Unit. Une

initiative législative est nécessaire

à cet effet en Belgique.

Nous devons augmenter la

probabilité d'être arrêté et

sanctionné. Les criminels doivent

être sanctionnés pécuniairement.

Dans le contexte large du

Stroomplan, des moyens sont déjà

dégagés pour renforcer les

Page 16: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

10

Voor de federale gerechtelijke politie werd budgettaire ruimte

gecreëerd om 450 mensen extra aan te werven.

In de versterking van de parketten zal ik onder meer de focus leggen

op de versterking van de profijtgerichte aanpak van de criminaliteit.

Dan kom ik tot de vragen over de internationale samenwerking. Uit

beeldvorming en analyse van het fenomeen blijkt dat er een grote

verwevenheid bestaat tussen Nederlandse criminele organisaties en

de betrokken Belgische criminelen. Deze internationale samen-

werkingsverbanden zijn een probleem aan beide kanten van de

grens.

Er zijn tal van samenwerkingsverbanden en structuren. De DJSOC

heeft in 2019 het initiatief genomen om een netwerk met Nederland

op te starten voor de aanpak van de productie van synthetische

drugs. Nederlands Limburg, Oost-Brabant, Zeeland, West-Brabant,

de Landelijke Eenheid en de FGP Antwerpen, Limburg, Luik en het

CRU zijn betrokken bij het politioneel overleg.

De FGP Limburg heeft een samenwerking met de politionele diensten

van Nederland opgezet met het oog op grensoverschrijdende

beeldvorming. Het parket van Antwerpen heeft zich ingeschreven in

het door het federaal parket voorgezeten FEDLAND-overleg met de

Nederlandse homoloog. Het is de bedoeling om informatie te delen

over de georganiseerde criminaliteit.

Die samenwerking kan volgens mij nog beter door te starten met een

gemeenschappelijke beeldvorming. Ik heb daarover al met mijn

Nederlandse collega, inmiddels ex-collega, Grapperhaus gesproken.

Een verdere investering in de huidige bestaande overlegstructuren en

initiatieven dient te leiden tot de detectie van high value targets, die

actief zijn binnen deze vorm van criminaliteit, wat vervolgens kan en

moet leiden tot de opstart van gemeenschappelijke dossiers.

Tot slot zal de procureur-generaal van Antwerpen, de heer

Vandenbruwaene, op 4 februari overleg plegen met de overige

procureurs-generaal van ons land en met het Nederlandse College

van procureurs-generaal over onder meer de wederzijdse

samenwerking in drugsdossiers en de integrale aanpak van die vorm

van criminaliteit. U ziet en hoort het, op alle echelons beschouwen de

betrokken actoren de aanpak van synthetische labo's en de erbij

behorende criminaliteit als een absolute prioriteit.

effectifs de la justice anversoise et

limbourgeoise et améliorer le

matériel dont dispose la police

judiciaire fédérale (PJF) à Anvers.

À cet effet, une campagne de

recrutement à grande échelle a

été lancée fin 2020. Au niveau de

la PJF, des moyens budgétaires

ont été dégagés pour pouvoir

engager 450 personnes

supplémentaires.

Il y a beaucoup d'interactions entre

les organisations criminelles

néerlandaises et les criminels

belges. En 2019, la direction

centrale de la lutte contre la

criminalité grave et organisée

(DJSOC) et les Pays-Bas ont mis

en place un réseau afin de lutter

contre la production de drogues

synthétiques Les zones néerlan-

daises Limburg, Oost-Brabant,

Zeeland, West-Brabant, la Lande-

lijke Eenheid et la PJF d'Anvers,

du Limbourg et de Liège, ainsi que

la Clan Lab Response Unit sont

associées dans la concertation

policière. La PJF du Limbourg

collabore avec les services de

police des Pays-Bas afin de

disposer d'une vue d'ensemble qui

dépasse les frontières. Le parquet

d'Anvers a rejoint la concertation

Fedland avec le partenaire

néerlandais, présidée par le

parquet fédéral.

J'estime que cette collaboration

peut encore être renforcée par une

vision commune. J'en ai déjà

discuté avec l'ancien ministre

néerlandais Ferdinand Grapper-

haus. Continuer à investir dans les

structures de concertation nous

permettra de détecter des cibles

de grande valeur (high value

targets) et, par conséquent,

d'ouvrir des dossiers communs.

Le 4 février, le procureur général

d'Anvers, M. Vandenbruwaene, se

concertera avec les autres

procureurs généraux de notre

pays et le Collège néerlandais des

procureurs généraux concernant,

entre autres, la coopération mutu-

elle dans les dossiers liés à la

Page 17: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

11

drogue et l'approche intégrale de

ce type de criminalité.

De voorzitster: Bedankt, dat was een heel uitgebreid antwoord.

03.03 Marianne Verhaert (Open Vld): Mijnheer de minister, bedankt

voor uw zeer uitgebreid antwoord, met een oplijsting van de acties die

ondernomen worden in de aanpak van de aangehaalde problematiek,

die een enorme impact heeft op onze maatschappij. Dat stelt mij toch

enigszins gerust en ik ben alvast hoopvol. Zowel op lokaal als op

federaal niveau blijf ik dit van nabij opvolgen.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

De voorzitter: Vragen nrs. 55012864C en 55012865C van mevrouw Jadin worden omgezet in schriftelijke

vragen.

04 Vraag van Katleen Bury aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over

"Opvolging en vervolging van genitale verminking" (55012869C)

04 Question de Katleen Bury à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le suivi

et les poursuites dans le cadre des mutilations génitales" (55012869C)

04.01 Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, de vraag kwam

vorige week aan de orde en ik heb toen geluisterd naar uw antwoord,

maar het aspect van het beroepsgeheim kwam toen niet echt aan

bod. Ik kijk uit naar uw antwoord daaromtrent.

04.01 Katleen Bury (VB): Ma

question sur le secret profession-

nel n'a pas été abordée la

semaine dernière. Je souhaiterais

obtenir une réponse aujourd'hui.

04.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Collega Bury,

professionals die op de hoogte zijn van een situatie met betrekking tot

genitale verminking, vallen inderdaad onder het beroepsgeheim.

Artikel 458bis van het Strafwetboek bepaalt evenwel heel duidelijk dat

elke persoon die door zijn beroep weet krijgt van vrouwelijke genitale

verminking, de procureur des konings kan informeren. Artikel 458ter

van hetzelfde wetboek voorziet ook in een uitzondering op het

beroepsgeheim, wanneer de beroepsbeoefenaar de informatie

meedeelt in het kader van een overleg. De professional die wordt

geconfronteerd met een situatie van vrouwelijke genitale verminking,

heeft dus een wettelijk kader om te spreken.

Daarnaast hebben de verenigingen gespecialiseerd in de strijd tegen

het fenomeen, via de gezamenlijke strategie een toolkit samengesteld

in overleg met Justitie. Onder de tools die in de kit worden

aangeboden, vinden we de zogenaamde beslissingsboom. Die boom

geeft de verschillende mogelijke acties weer waaruit professionals

kunnen kiezen en duidt eveneens de specifieke kanalen aan

waarnaar meisjes en vrouwen kunnen worden doorverwezen om hun

de nodige hulp en adequate bescherming te bieden. Geconfronteerd

met een risico of een vermoeden van vrouwelijke genitale verminking

kan elke betrokkene het procedurele diagram gebruiken, waarbij ook

een doorverwijzing naar het parket tot de mogelijkheden behoort.

04.02 Vincent Van Quickenborne,

ministre: L'article 458bis du Code

pénal dispose que toute personne

qui a connaissance de mutilations

génitales féminines dans le cadre

de sa profession peut en informer

le procureur du Roi.

L'article 458ter prévoit à cet effet

une exception au secret profes-

sionnel.

Les associations spécialisées

dans la lutte contre ce phénomène

ont mis au point en concertation

avec la Justice une boîte à outils

contenant un "arbre de décision"

sur les actions possibles et les

canaux vers lesquels les femmes

et les jeunes filles peuvent être

orientées. Le diagramme de

procédure inclut également le

renvoi au parquet.

04.03 Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, we kennen dat

wettelijk kader allemaal wel. U legt de nadruk op de stappen die men

kan zetten, maar mijn vraag was of er niet moet worden nagedacht

over een kader dat de melding verplicht, als men zo'n verminking

vaststelt en duidelijk kan zien dat het geen ongelukje was. Het mag

04.03 Katleen Bury (VB): Ce que

je voulais savoir, c'est s'il est

possible d'introduire une obligation

de signalement des mutilations

génitales. La seule possibilité d'ef-

Page 18: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

12

dus geen kwestie blijven van kunnen. We kunnen een dergelijke

regeling ook uitbreiden tot andere situaties.

Ik haal even het voorbeeld van het monster van Vilvoorde aan, een

man die jarenlang zijn gang kon gaan met meisjes en vrouwen. Ze

werden onder andere gewurgd, met zwepen geslagen en verbrand

met sigarettenpeuken. Het CLB had dat gezien en men kon het wel

melden, maar men had dat niet gedaan. Mijn concrete vraag is dus

om samen werk te maken van een meldingsplicht voor die gevallen.

fectuer un signalement n'est pas

suffisante à nos yeux.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

05 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

sancties bij de niet-naleving van verplichte testing of verplichte quarantaine" (55012904C)

05 Question de Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les

sanctions en cas de non-respect du dépistage et de la quarantaine obligatoires" (55012904C)

05.01 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de

minister, de regels veranderen momenteel wel een beetje, maar wie

langer dan 48 uur in een rode zone in het buitenland was en

terugkeert, moet in quarantaine en moet zich tot twee keer toe laten

testen. Op 19 januari 's ochtends deed u een oproep aan de hiervoor

bevoegde Vlaamse regering om in sancties te voorzien voor

terugkeerders die zich niet laten testen. Ik begrijp die oproep zeer

goed, ware het niet dat al in die sancties voorzien was in het Vlaamse

quarantainedecreet. Ze stonden daar al in. Trouwens, ook in Brussel

was er al een dergelijke ordonnantie en ik denk dat het in Wallonië

niet anders zal zijn.

Diezelfde avond, men werkt snel, zijn er richtlijnen gekomen voor het

vervolgingsbeleid dat werd uitgevaardigd door het College van

procureurs-generaal. Zoals bij andere inbreuken op de controlemaat-

regelen wordt daarin gesteld dat bij het niet-naleven van de verplichte

testen en de verplichte quarantaine een minnelijke schikking van 250

euro wordt opgelegd.

U hebt dan verder onmiddellijk de communicatie gevoerd en de

vergelijking gemaakt met verkeersboetes: als men te snel rijdt, krijgt

men een boete. Communicatie in heel deze crisis is cruciaal, maar

dan wel de juiste. U stelt het veel eenvoudiger voor dan het in

werkelijkheid is. U doet alsof de inbreuk onmiddellijk is vastgesteld.

Dat is heel gemakkelijk. U maakte de vergelijking met verkeersboetes

en u vond dat het ook hier gaat over een inbreuk die we onmiddellijk

kunnen vaststellen en onmiddellijk kunnen beboeten. Ik vind dat

jammer, want zo krijgt men heel verwarrende communicatie.

Bovendien, een minnelijke schikking is geen boete. Meer, wat 's

morgens nog niet strafbaar was en waarbij u opriep om het strafbaar

te stellen, bleek het 's avonds al wel te zijn.

Mijnheer de minister, was u er niet van op de hoogte dat er reeds een

toepasselijke regelgeving was, met sancties, op het niveau van de

deelstaten? Het was al strafbaar gesteld.

Ondertussen is er een protocol en werden gegevens bezorgd aan de

burgemeesters om een en ander te laten nakijken, toch wat de

quarantaine betreft. Het testen is natuurlijk nog iets anders. Wie zich

niet laat testen, moet beboet worden. Wie niet in quarantaine blijft,

05.01 Sophie De Wit (N-VA): Le

19 janvier 2021, le ministre a

appelé le gouvernement flamand à

prévoir des sanctions pour les

voyageurs qui, de retour au pays,

ne se font pas tester. Le décret

flamand sur la quarantaine a

toutefois déjà prévu des sanctions,

comme c'est également le cas

dans les autres entités fédérées.

Ce même soir, le Collège des

procureurs généraux a émis des

directives pour la politique de

poursuites. En cas de non-respect

de l'obligation de se faire tester ou

d'observer une quarantaine, une

transaction est proposée. Le

ministre a fait la comparaison, à

cet égard, avec les amendes rou-

tières, comme s'il s'agissait d'une

infraction pouvant être immédiate-

ment constatée et sanctionnée.

Une amende n'est pas non plus la

même chose qu'une transaction.

Cette communication est confuse

et simpliste.

Le ministre n'avait-il pas con-

naissance du fait que les entités

fédérées ont déjà prévu des

sanctions? Comment ces infrac-

tions doivent-elles être con-

statées? La violation des règles de

quarantaine doit-elle être commise

en flagrant délit? Sciensano doit-il

communiquer les noms des

personnes qui ne se sont pas fait

tester? La réglementation actuelle

le permet-elle? Comment les dos-

siers sont-ils transmis au parquet?

Page 19: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

13

moet beboet worden. Hoe zal men dat concreet vaststellen, zeker wat

het testen betreft? Moet dat op heterdaad zijn? Bovendien, zal

Sciensano de namen van de mensen die zich niet automatisch laten

testen, doorgeven? Aan wie? Aan de politie of het parket? Volstaat de

huidige regelgeving daarvoor?

Hoe worden de dossiers aan het parket bezorgd? Ik ben er volledig

voorstander van dat er een regeling is die wordt gehandhaafd. Dat

proberen wij in de praktijk en rond de quarantaine ook te doen. Het is

echter wel gemakkelijk gezegd, dat het beboet wordt. Het wordt

sneller gezegd dan gedaan. Hoe ziet u dat in de praktijk allemaal

gebeuren?

05.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster,

mevrouw De Wit, bedankt voor uw vragen. De toepasselijke

regelgeving is me bekend. Het is, dacht ik, de Vlaamse minister-

president die diezelfde ochtend in Het Nieuwsblad liet optekenen dat

hij mijn voorstel genegen was, namelijk om zij die de regels aan hun

laars lappen te beboeten. Zoals u correct hebt opgevangen, is het

parket dus ook bereid om te beboeten. Diezelfde dag is dat nog eens

verduidelijkt in omzendbrief COL 6/2020. Er wordt overigens goed

samengewerkt en snel geschakeld.

Hoe de vaststelling in de praktijk zal gebeuren, hangt grotendeels af

van de manier waarop de gegevens van het centrum dat de

contactopsporing verricht bij de politie en/of het parket terechtkomen.

De omzendbrief COL 6/2020 beschrijft hoe een en ander in zijn werk

gaat en verwijst naar de decreten. Het gaat dan om het Vlaamse,

Brusselse en Waalse decreet, waar ook naar verwezen wordt. Vanuit

de centra voor contactopsporing worden lijsten overgemaakt aan de

burgemeester. Hiermee kunnen de gemeentelijke ambtenaren en de

lokale politie aan de slag. Een vaststelling op heterdaad van het niet

toepassen van de opgelegde quarantaine zal moeilijk zijn. U weet dat,

zelfs in het geval van quarantaine, uitzonderingen mogelijk zijn. Dat

zijn echter nuances die veeleer aan bod moeten komen in het Vlaams

Parlement, waar de reglementering is vastgelegd, en niet bij ons.

Samen met minister van Binnenlandse Zaken Verlinden en de

deelstaten bekijken we nu hoe we deze procedure verder kunnen

stroomlijnen en nog eenvoudiger kunnen maken. Dat werk is in volle

uitvoering, onder meer ook ten gevolge van het Overlegcomité van

vrijdag jongstleden.

05.02 Vincent Van Quickenborne,

ministre: Je suis au courant de la

réglementation. J'ai tenu mes

propos à la suite d'un entretien

avec le ministre-président Jambon

au cours duquel il avait déclaré

soutenir ma proposition d'infliger

une amende à ceux qui

enfreignent les règles.

Les modalités de la constatation

dépendent de la manière dont les

données du centre de suivi des

contacts parviennent à la police ou

au parquet. La circulaire

COL 6/2020 décrit le fonction-

nement et renvoie aux décrets des

entités fédérées. Les centres de

contact fournissent des listes au

bourgmestre. Il est difficile de

prendre une personne en flagrant

délit de non-respect d'une quaran-

taine dès lors que des exceptions

sont possibles. Toutefois, cette

question relève des compétences

des entités fédérées. Nous

étudions les moyens de

rationaliser la procédure avec la

ministre Verlinden et les entités

fédérées.

05.03 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor

uw antwoord waarin u zelf aangeeft dat het helemaal niet zo

eenvoudig is om inbreuken te beboeten. De controletoren bezorgt de

gegevens inderdaad aan de lokale overheden of de burgemeester.

Die ontvangen lijsten van opgelegde quarantaines, maar het gaat om

algemene lijsten. Er wordt niet bij vermeld of het om een reiziger gaat,

om iemand die postief testte of iemand met een hoogrisicocontact.

Die worden namelijk allemaal verschillend behandeld.

De hoogrisicocontacten en de positief getesten vallen onder de

contactopsporing en de gegevens betreffende de quarantaine gaan

via een ander kanaal en vereisen nog een aparte controle. Eenvoudig

is het dus niet. Zoals u zegt over het betrappen op heterdaad: er mag

nog naar de winkel worden gegaan en er mogen nog enkele

05.03 Sophie De Wit (N-VA): Le

ministre reconnaît qu'il n'est pas

aussi aisé de sanctionner les in-

fractions. Les listes que reçoivent

les autorités locales n'établissent

pas de distinction entre les

voyageurs, les personnes infec-

tées ou les personnes ayant eu un

contact à haut risque. Ces diffé-

rentes catégories de personnes

sont traitées différemment. Il est

facile de dire que les amendes ne

se feront pas attendre et je suis

ravie que les procureurs généraux

Page 20: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

14

noodzakelijke zaken worden gedaan. Ik merk dat het gemakkelijk is

om vooraf te communiceren dat er snel zal worden beboet en ik ben

blij dat de procureurs-generaal ook met die instelling werken om dat

allemaal mogelijk te maken. Zo hebben de politie en de parketten ook

nadien nog iets in handen. Uiteindelijk is het toch wel weer de lokale

overheid die er eigenlijk voor moet zorgen dat het ook effectief

gebeurt.

Dat is vandaag mijn ervaring. Ik wil vragen dat de communicatie

duidelijk en juist is en dat het niet evident mag lijken, want dat is het

vandaag niet. Ik hoor dat er nog werk aan de winkel is en ik hoop dat

dit snel duidelijk zal worden. Dat zal het niet alleen voor de lokale

overheden, maar ook voor de politiediensten veel gemakkelijker

maken.

mettent tout en œuvre pour que ce

soit le cas mais j'invite le ministre

à ne pas présenter les choses

sous un jour plus simple qu'elles

ne le sont en réalité.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

De voorzitster: Vraag nr. 55012915C van mevrouw Jadin wordt omgezet in een schriftelijke vraag.

06 Samengevoegde vragen van

- Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De oprichting van

detentiehuizen" (55012932C)

- Ben Segers aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "de detentiehuizen"

(55013264C)

06 Questions jointes de

- Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La création de

maisons de détention" (55012932C)

- Ben Segers à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les maisons de

détention" (55013264C)

06.01 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, wij hebben het al

over de detentiehuizen gehad in het kader van de beleidsnota. Twee

legislaturen geleden heb ik met mijn collega Sarah Smeyers een

resolutie opgesteld voor de invoering ervan. Het principe zelf ben ik

dus zeker genegen. Het is goed om op die kleinschalige manier te

werk te gaan, om zo op een intensieve manier aan de slag te gaan

met specifieke doelgroepen van gedetineerden, zodat zij beter

voorbereid naar de maatschappij kunnen terugkeren.

U hebt nu de gemeenten aangeschreven – ik heb ook zo'n brief van u

gekregen, waarvoor mijn dank – met de vraag of er op het

grondgebied van de gemeente gebouwen in aanmerking komen voor

zo'n detentiehuis. Het is een goed idee. Het is een goed systeem. Het

is ook goed dat u die navraag doet, maar we hebben er natuurlijk wel

een draagvlak voor nodig, zowel bij de lokale besturen als bij de

bevolking. Daarom is het ook belangrijk om zicht te hebben op de

concrete plannen. Dat ontbrak in uw schrijven, vandaar mijn vragen.

Wat plant u precies? Bedoelt u een proefproject, enkele proef-

projecten of wilt u meteen al zo veel mogelijk detentiehuizen uitrollen?

Zo ja, hoeveel, want het is toch een nieuw concept?

Binnen welke termijn wilt u dat doen als u gebouwen aangeboden

krijgt of iets vindt? In uw brief verwijst u trouwens ook naar de

geplande inwerkingtreding van de wet betreffende de externe

rechtspositie op 1 april en de nood aan 600 extra detentieplaatsen

daardoor. Dat is op korte termijn, want 1 april komt dichterbij.

06.01 Sophie De Wit (N-VA): J'ai

déposé autrefois une proposition

de résolution tendant à la création

de maisons de détention et je suis

donc certainement acquise au

principe. Le ministre a questionné

les communes quant à l'existence

de bâtiments pouvant servir de

maison de détention. Il est toute-

fois difficile de susciter l'adhésion

à un tel projet en l'absence de

plans concrets.

S'agit-il de projets pilotes ou de

véritables maisons de détention?

Quel est le calendrier concret?

Quels budgets seront-ils dégagés?

Est-il nécessaire de disposer d'une

base légale pour créer des

maisons de détention?

Page 21: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

15

In welk budget voorziet u daarvoor? Dat werd niet duidelijk in uw

voorlopige begroting, mijnheer de minister. Wij zullen het pas in maart

weten.

Voor de oprichting van de transitiehuizen werd in een wettelijke basis

voorzien in de wet van 11 juli 2018. Is er ook voor de oprichting van

de detentiehuizen een wettelijke basis nodig? Zo ja, wanneer kunnen

wij die verwachten?

Voor het welslagen van het project op zich moet de lokale overheid

een medestander zijn. Hoe kunnen wij het draagvlak nodig voor een

detentiehuis in een gemeente bevorderen?

06.02 Ben Segers (sp.a): Het regeerakkoord voorziet de verdere

uitbouw van kleinschalige detentieprojecten voor bepaalde groepen

gedetineerden, bvb. ouders met kinderen, gedetineerden kort voor

vrijlating, jonge daders.

Bij de bespreking van de beleidsverklaring justitie vertelde u: “Voorts

zouden ongeveer 200 plaatsen in detentiehuizen moeten worden

gecreëerd. Op termijn wil de minister naar een Scandinavisch model

met zoveel mogelijk detentie- en transitiehuizen en zo weinig mogelijk

gevangenissen. Er moet een ander detentiesysteem kunnen worden

uitgewerkt voor de jonge delinquenten, die nog niet in de criminele

spiraal zitten (de zogenaamde loopplankhuizen). Dit zal worden

onderzocht. Als het systeem werkt, is het niet uitgesloten dat het ook

bij andere types delinquenten zal worden toegepast“.

Individuele detentieplannen met een versterking van de psychosociale

diensten en het verder uitbouwen van kleinschalige detentieprojecten

zijn voor mijn partij van groot belang zijn.

U wil 200 extra plaatsen in detentiehuizen creëren. Tegen wanneer?

Zijn er reeds concrete plannen gemaakt voor de oprichting van

detentiehuizen, zo ja, is hiervoor eveneens reeds een tijdschema

beschikbaar? Welk totaalbudget voorziet u?

Wat met de transitiehuizen in het bijzonder? De evaluatie zou eind

2020 afgerond worden. Wat waren de resultaten van deze evaluatie?

Welke conclusies trekt u hieruit? Kan u deze evaluatie ter beschikking

stellen? Quid het budget?

Zijn er al stappen gezet in de oprichting van 'loopplankhuizen' voor

jonge gedetineerden tussen 18 en 25 jaar zoals voorgesteld door

VZW De Huizen? Tegen wanneer zal dit worden onderzocht, door wie

en op welke wijze?

Het regeerakkoord heeft het ook over “ouders met kinderen“. Wat

voorziet u voor hen?

Is het niet mogelijk, cfr. de vraag van VZW De Huizen, om een stuk

van de capaciteit van elk van de nieuw te bouwen gevangenissen uit

het Masterplan te lichten en elders in de stad of in de streek van die

gevangenissen te compenseren? Het gaat dan over de capaciteit die

in die gevangenissen zou worden ingezet voor de doelgroepen die in

het regeerakkoord staan vermeld.

Zo zouden de 66 plaatsen die in de nieuwe gevangenis van

Antwerpen voor vrouwen worden voorzien, door detentiehuizen in de

stad kunnen worden gecompenseerd.

Of zou de capaciteit van de nieuwe gevangenissen in Luik (312) en

Verviers (240), kunnen verminderd worden en gecompenseerd met

06.02 Ben Segers (sp.a): Il a été

convenu dans l'accord de

gouvernement de poursuivre le

développement de projets de

détention à échelle réduite. À long

terme, le ministre souhaite un

modèle maximisant le nombre de

maisons de détention et de

transition et limitant autant que

possible le nombre de prisons. Il

est question, à court terme, de

200 places supplémentaires.

Quels sont les plans concrets?

Quels ont été les résultats de

l'évaluation des maisons de

transition? Des pas ont-ils été

franchis au niveau de la création

de maisons de passage pour les

jeunes détenus? Une infra-

structure sera-t-elle mise en place

pour les parents avec des

enfants? Est-il possible de

réserver une partie de la capacité

des nouvelles prisons à construire

aux groupes cibles?

Page 22: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

16

enkele loopplankhuizen in die steden.

Wat denkt u van dit voorstel?

06.03 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster,

mevrouw De Wit en mijnheer Segers, het gaat hier om bijzonder

boeiende en belangrijke vragen. Zoals u weet, stipuleert het

regeerakkoord dat kleinschalige detentiehuizen, net als in

Scandinavië, wellicht de manier zijn om te komen tot minder recidives

en een betere strafuitvoering.

Ik ben blij dat u de brieven ontvangen hebt. Wij hebben heel bewust

de gouverneurs van het land aangeschreven met de vraag om

hieraan mee te willen werken. Ik ben dan ook aangenaam verrast dat

er veel respons is van de lokale besturen.

Het gaat niet om een proefproject, mevrouw De Wit, maar om de

uitvoering van wat in het regeerakkoord staat, met name het opzetten

van kleinschalige detentieprojecten. In de beleidsverklaring hebben

we ook de nadruk gelegd op het oprichten van detentiehuizen. Ik denk

dat zij een bijkomend antwoord kunnen bieden op het probleem van

de overbevolking en vooral ook een zinvolle detentie kunnen

bevorderen. Het is duidelijk dat het concept nog niet definitief is

geregeld, maar ik wil snel van start gaan met deze huizen van

bewaring. Ik ben immers van plan om er dit jaar twee op te richten.

De beoogde bewonerscapaciteit is 40 tot 70 gevangenen. De panden

zullen op middellange termijn worden gehuurd. Bij de huurprijzen zal

rekening worden gehouden met de noodzakelijke inrichtings- en

renovatiekosten. Aangezien deze twee factoren, namelijk de grootte

van de gebouwen en de huurprijs, nog niet bekend zijn, is het nog niet

mogelijk om een nauwkeurige begroting op te maken. Voor een

eerste budgettaire inschatting baseren we ons op de transitiehuizen.

U vroeg naar de wettelijke basis. De detentiehuizen zullen worden

beschouwd als gevangenissen. Federaal personeel van het

directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen (EPI) zal instaan voor

het dagelijkse beheer, het toezicht en het administratieve beheer. Het

is derhalve niet nodig om de wet aan te passen. Een ministerieel

besluit zal volstaan om te verklaren dat ze als gevangenissen kunnen

worden beschouwd.

Wat het draagvlak betreft, is op de brieven die naar de gouverneurs

zijn gestuurd, enthousiast gereageerd met briefwisseling, telefonische

vragen en videovergaderingen. De tijd is rijp voor een dergelijk zinvol

initiatief, zo blijkt ook uit uw vraag. Uiteraard zullen we daar werk van

maken met bereidwillige besturen. Dat zal voor het nodige draagvlak

zorgen. Ik hoop dan ook snel vooruitgang te kunnen boeken met het

oog op concrete projecten, die het mogelijk maken om een zinvol en

op re-integratie gericht detentiesysteem tot stand te brengen.

Ik kom tot uw vragen, collega Segers. Uw eerste, tweede en derde

vraag heb ik beantwoord. Wat gebeurt er met de transitiehuizen in het

bijzonder, want de evaluatie zou eind 2020 afgerond worden? De

evaluatie is in volle opmaak. Het is de bedoeling om die op korte

termijn voor te leggen aan de regering en een voorstel te doen voor

de uitbreiding van de transitiehuizen. De modaliteiten daarvoor zullen

binnen de regering besproken worden. Ik heb voor de uitbreiding van

de transitiehuizen een extra budget gevraagd voor dit jaar en de

06.03 Vincent Van Quickenborne,

ministre: Les maisons de détention

constituent sans doute un moyen

de prévention des récidives. Nous

avons demandé aux gouverneurs

s'ils souhaitent coopérer. Il ne

s'agit pas de projets pilotes mais

de l'exécution des dispositions

prévues dans l'accord de gouver-

nement. Les maisons de détention

peuvent apporter une réponse au

problème de la surpopulation

carcérale tout en favorisant une

détention qui a du sens. Je

souhaite créer déjà cette année

deux maisons de détention

pouvant accueillir 40 à 70 détenus.

Les bâtiments seront loués à mo-

yen terme. Nous nous reposons,

pour une première estimation

budgétaire, sur le coût des

maisons de transition.

Les maisons de détention seront

assimilées à des établissements

pénitentiaires et emploieront du

personnel de la DG Établisse-

ments pénitentiaires. Aucune mo-

dification de la loi n'est nécessaire

à cet effet, un arrêté ministériel est

suffisant.

Les administrations locales ont

réservé un accueil enthousiaste au

courrier des gouverneurs. Les

temps sont mûrs pour développer

une telle initiative, laquelle est

judicieuse. J'espère pouvoir pro-

gresser rapidement, avec les ad-

ministrations qui y sont disposées,

dans la mise sur pied de projets

concrets.

L'évaluation des maisons de

transition est en cours. Nous

voulons nous baser sur celle-ci

pour présenter à bref délai une

proposition au gouvernement pour

leur extension. J'ai demandé un

budget pour le faire.

En ce qui concerne les "maisons

passerelle" (loopplankhuizen), j'at-

tire l'attention sur le fait que les

maisons de détention visent diffé-

Page 23: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

17

volgende jaren.

U had ook een vraag over de loopplankhuizen, zoals voorgesteld door

de vzw De Huizen, mij zeer bekend. De detentiehuizen die wij voor

ogen hebben, beogen verschillende doelgroepen. Daar kunnen ook

jongeren van 18 tot 25 jaar tussen zitten.

Ik kom tot uw vierde vraag: "Het regeerakkoord heeft het ook over

ouders met kinderen. Wat voorziet u voor hen?"

De wil om ons te richten tot ouders met kinderen hangt samen met de

wil om recidive te verminderen. Wij weten immers dat het

onderhouden van familiebanden een troef is voor een doeltreffende

re-integratie. Dat gezegd zijnde, is het nog te vroeg om exact te

bepalen welke groepen in aanmerking zullen worden genomen voor

de detentiehuizen, aangezien dat zal afhangen van meerdere facto-

ren, zoals de aard van de gekozen gebouwen en hun geografische

ligging, maar het zal uiteraard de bedoeling zijn om ons te richten op

specifieke groepen gedetineerden, die wij zullen voorzien van een

aangepast kader en toezicht, met het oog op het terugdringen van

recidive.

Ik zal binnenkort starten met de opmaak van de evaluatie van het

masterplan, zoals beschreven in het regeerakkoord. Dan zult u

daarover meer informatie vernemen.

rents groupes cibles, notamment

les jeunes.

Dans la perspective de sa ré-

intégration efficace, il est crucial

que le détenu ne coupe pas les

ponts avec sa famille. C'est pour-

quoi nous pensons aussi à des

maisons de détention pour parents

avec enfants.

06.04 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor

uw antwoord.

Het is goed om te weten dat u er twee wilt uitrollen en dat het voor 40

tot 70 gevangenen zal zijn. Dat is bepalend om te weten welk gebouw

men nodig heeft en ter beschikking kan stellen. Dat zijn al redelijk veel

mensen. Ik begrijp ook waarom, maar ik hoop dat het dan nog

mogelijk zal zijn om gericht te kunnen werken. Het zijn er meer dan ik

had verwacht. In de gesprekken die wij hebben gevoerd met vzw De

Huizen lijkt dit meer dan gepland.

Ik noteer dat er geen wettelijke basis nodig is, maar dat dit als een

gevangenis wordt beschouwd. Er is wel een groot verschil tussen 40

of 70, dat is bijna het dubbele. Ik ben benieuwd. Met dat aantal moet

men al denken aan een oud schoolgebouw of een internaatsgebouw.

Het is nog niet zo evident om zo'n gebouw te vinden.

Wij volgen dit zeker op, mijnheer de minister.

06.04 Sophie De Wit (N-VA):

Pour savoir quel bâtiment nous

pourrions mettre à disposition,

nous devons connaître certains

éléments tels que le nombre de

personnes qui y seront hébergées.

Le ministre parle d'un nombre de

détenus compris entre 40 et 70, ce

qui est déjà beaucoup. Il faut

espérer qu'il sera néanmoins pos-

sible de travailler de façon ciblée.

Trouver un grand bâtiment ne va

pas de soi.

06.05 Ben Segers (sp.a): Dank u wel, mijnheer de minister, voor uw

uitgebreid antwoord. Individuele detentieplannen met een versterking

van de psychosociale diensten en het verder uitbouwen van

kleinschalige detentieprojecten zijn voor mij en mijn partij van groot

belang. Ik ben heel blij dat dat ook voor u een belangrijke prioriteit is.

Ik wens u daar heel veel succes mee.

06.05 Ben Segers (sp.a): Les

plans individuels de détention avec

un renforcement des services psy-

chosociaux et le développement

de projets de détention à petite

échelle sont d'une grande im-

portance pour mon parti. Je

présente donc tous mes vœux de

réussite au ministre.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

Page 24: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

18

07 Question de Nabil Boukili à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les

visites domiciliaires dans le cadre de la lutte contre la pandémie de covid-19" (55012934C)

07 Vraag van Nabil Boukili aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

woonstbetredingen in het kader van de bestrijding van de coronapandemie" (55012934C)

07.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, la crise du

coronavirus impose le respect de mesures sanitaires et, dans ce

cadre, des procédures de contrôle sont inévitables. Je souhaite

toutefois vous faire part de mon inquiétude face au risque de remise

en question de certains droits fondamentaux créé par la récente

circulaire du Collège des procureurs généraux, plus précisément sur

la question des visites domiciliaires.

Comme vous le savez, l’inviolabilité du domicile est consacrée par

l’article 15 de la Constitution, qui prévoit qu’aucune visite domiciliaire

ne peut avoir lieu hors des cas prévus par la loi. Plusieurs spécialistes

se sont récemment exprimés dans la presse à ce sujet, dénonçant

l’illégalité de l’hypothèse d’une visite domiciliaire fondée sur le flagrant

délit, sans contrôle par un juge.

L’infraction de tapage nocturne, qui constitue une contravention, ne

permet pas de déroger à l’inviolabilité du domicile. Selon Me Catherine

Burton et Me Damien Dillenbourg, dans leur tribune publiée par

avocats.be, "pénétrer dans une habitation sous prétexte de tapage

nocturne pour, en réalité, constater des infractions covid constitue un

détournement de la loi qui ôte toute légalité à l’intervention policière".

Pour pénétrer dans un domicile sur la base du flagrant délit et d’une

infraction covid, les policiers doivent préalablement recueillir des

éléments qui rendent pratiquement certaine l’existence de l’infraction.

Si l’infraction nécessite des investigations pour savoir si elle a été

commise ou non, le flagrant délit n’est pas rencontré.

Confirmez-vous qu’une plainte ou dénonciation pour tapage nocturne

ne permet pas de justifier une visite domiciliaire sans le consentement

des habitants? Pouvez-vous confirmer explicitement qu’une visite

domiciliaire n’est permise qu’en cas de certitude de ce qu’une

véritable lockdown party est en cours et qu’elle ne peut donc être

réalisée en cas de réunion interdite en petit comité?

Vous disposez de la faculté de donner injonction aux parquets

d’enquêter sur des faits infractionnels. Une évaluation de la légalité

des visites domiciliaires va-t-elle être réalisée et sera-t-elle, le cas

échéant, suivie de poursuites en cas de violation des conditions

légales?

07.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB):

Ik maak me zorgen over het risico

dat bepaalde grondrechten

opnieuw in vraag gesteld worden

naar aanleiding van de recente

omzendbrief van het College van

procureurs-generaal over de

kwestie van de woonstbe-

tredingen.

Artikel 15 van de Grondwet

bepaalt dat er geen huiszoeking

kan plaatshebben dan in de

gevallen die de wet bepaalt.

Volgens verschillende advocaten

is het binnenvallen in een woning

onder voorwendsel van nacht-

lawaai om inbreuken op de co-

ronamaatregelen vast te stellen

een verdraaiing van de wet.

Om een woning te betreden

teneinde een overtreding van de

coronaregels op heterdaad te

kunnen vaststellen moet de politie

eerst bewijzen verzamelen die de

overtreding haast onomstotelijk

aantonen. Als daar onderzoek

voor nodig is kan de betrapping op

heterdaad niet ingeroepen worden.

Kunt u bevestigen dat een klacht

of melding van nachtlawaai

onvoldoende is om een woonst-

betreding zonder toestemming van

de bewoners te rechtvaardigen?

Kunt u bevestigen dat een

woonstbetreding alleen toegelaten

is als de politie er zeker van is dat

er een lockdownfeestje aan de

gang is, en dat er geen woonst-

betreding mag worden uitgevoerd

als het gaat over een verboden

bijeenkomst in kleine kring? Zal de

wettigheid van de woonstbe-

tredingen geëvalueerd worden, en

als er uit die evaluatie blijkt dat de

wettelijke voorwaarden geschon-

den werden zal er dan tot

rechtsvervolging worden overge-

gaan?

07.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente, 07.02 Minister Vincent Van

Page 25: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

19

chers collègues, ces derniers mois, j'ai répondu à différentes

questions à ce sujet dans cette commission. Le 13 janvier 2021, notre

collègue Hugon m'a encore posé une question quasiment identique.

Vous savez dès lors que j'accorde une très grande importance à

l'article 15 de notre Constitution qui dit que: "Le domicile est inviolable:

aucune visite domiciliaire ne peut avoir lieu que dans les cas prévus

par la loi et dans la forme qu’elle prescrit."

C'est à partir de cet engagement qu'on a mis les points sur les i dans

la dernière adaptation de la directive du Collège des procureurs

généraux (COL 06/2020). Une perquisition administrative, telle que

rendue possible dans des cas exceptionnels par l'article 27 de la loi

sur la fonction de la police, est désormais exclue. Sans mandat du

juge d'instruction, une perquisition n'est possible, comme le prévoit la

loi, qu'en cas de consentement du résident ou en cas de flagrant délit.

Toutefois, dans ce dernier cas, nous avons introduit une garantie

supplémentaire, à savoir qu'il doit y avoir un contact préalable avec le

procureur car nous voulons justement éviter que la notion de flagrant

délit ne soit trop prise au sens élargi. Il doit bel et bien s'agir de

constatations et non de soupçons.

Quant à l'évaluation dont vous parlez, les services la font

constamment. Je peux vous assurer que les perquisitions ne sont pas

décidées à la légère.

Au niveau de la police, tout le monde, y compris la police intégrée et

les syndicats de police, a réagi positivement à ce renforcement et à

cette clarification de la circulaire. La police n'était donc pas

demandeuse de faire les choses différemment. Dans la pratique,

l'État policier n'est donc pas aussi mauvais que certains le prétendent

dans la presse. Et pour ceux qui ne prendraient pas au sérieux les

principes de notre État de droit et l'article 15 de la Constitution, la COL

renforcée est bien sûr contraignante pour les parquets et la police.

Au niveau du parquet, le parquet contrôle le respect de cette circulaire

en temps réel. S'il est contacté pour un test de flagrant délit

post factum bien sûr, il s'assure du suivi des procès-verbaux.

Enfin, la dernière pierre de touche est le juge pénal si les personnes

sont convoquées par le parquet devant le juge de police, soit

directement, soit après avoir omis de payer le règlement à l'amiable.

Quickenborne: Ik heb deze vraag

al verscheidene keren beant-

woord. Ik hecht veel waarde aan

artikel 15 van de Grondwet. De

omzendbrief COL 06/2020 van het

College van procureurs-generaal

werd in die zin aangepast. Een

bestuurlijke huiszoeking volgens

de modaliteiten van artikel 27 van

de wet op het politieambt is

voortaan uitgesloten. De onder-

zoeksrechter moet een mandaat

uitvaardigen, tenzij de bewoner

toestemming geeft of het een

geval van betrapping op heterdaad

betreft. In het laatstgenoemde

geval is voorafgaand contact met

de procureur voortaan vereist om

te voorkomen dat de interpretatie

van betrapping op heterdaad op

grond van vermoedens verruimd

zou worden.

De diensten voeren voortdurend

een evaluatie uit. Huiszoekingen

worden niet klakkeloos toege-

staan. De geïntegreerde politie en

de politievakbonden hebben po-

sitief gereageerd op die verdui-

delijking. De aangescherpte om-

zendbrief is bindend voor de politie

en het parket. Het parket con-

troleert de toepassing van de

omzendbrief realtime. Als het post

factum gecontacteerd wordt voor

een geval van betrapping van

heterdaad, zorgt het voor de

opvolging van de processen-ver-

baal. Last but not least is er, in

laatste instantie, de tussenkomst

van de politierechter.

07.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous

remercie pour vos réponses.

J'entends que vous êtes attaché au respect de l'article 15 de notre

Constitution. J'insiste sur la question des droits fondamentaux et de

l'inviolabilité du domicile, ce d'autant que l'on s'aperçoit du niveau de

démocratie d'un pays aux mesures qu'il prend en temps de crise.

C'est toujours à ce moment-là que les droits fondamentaux sont le

plus en danger et qu'il faut être le plus vigilant.

Votre réponse traduit votre volonté de respecter la loi, en espérant

que cela se traduise sur le terrain sans aucune déviation.

07.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB):

Ik blijf hameren op de on-

schendbaarheid van de woning.

Dat is een grondrecht. Men kan

het democratische gehalte van

een land afmeten aan de

maatregelen die het in crisistijden

neemt: op dat moment moet men

het waakzaamst zijn. Uit uw

antwoord blijkt dat u de wet wilt

naleven, maar nu moet men

hopen dat er zich op het terrein

geen uitwassen zullen voordoen.

Het incident is gesloten.

Page 26: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

20

L'incident est clos.

08 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

follow-up van het misbruik van dienstwagens en tankkaarten bij het gevangeniswezen" (55012985C)

08 Question de Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le suivi

des abus de voitures de fonction et cartes de carburant à l’administration pénitentiaire" (55012985C)

08.01 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de

minister, in december ondervroeg ik u reeds over het onderzoek van

de federale Ombudsman naar het misbruik van dienstwagens en

tankkaarten bij het gevangeniswezen.

U antwoordde dat u het eindverslag had ontvangen op 16 november

en dat er bij een personeelslid sprake zou zijn geweest van een

integriteitsschending. De opportuniteit van het opstarten van een

tuchtonderzoek werd toen nog onderzocht. U zei voorts dat er in het

verslag aanbevelingen werden gedaan op het vlak van de organisatie,

het beheer en het toezicht op de "grote garage van het

gevangeniswezen".

Ik heb hierover de volgende vragen voor u.

Is er uiteindelijk besloten om een tuchtprocedure op te starten? Welke

aanbevelingen deed de Ombudsman en zijn zij ondertussen in de

praktijk omgezet? Zo neen, wanneer plant men dat te doen? Wordt er

gecontroleerd of het misbruik nu definitief gestopt is dan wel of het

misschien hervat is of nog steeds verdergaat?

08.01 Sophie De Wit (N-VA):

Dans l'enquête du médiateur

fédéral sur les voitures de service

et les cartes de carburant dont

certains agents de l'administration

des établissements pénitentiaires

abusent, l'opportunité d'entamer

une enquête disciplinaire a été

examinée en décembre. Des

recommandations ayant trait à

l'organisation, à la gestion et à la

surveillance ont été formulées.

L'enquête disciplinaire a-t-elle été

entamée? Certaines recomman-

dations ont-elles déjà été mises en

pratique? Un contrôle est-il

effectué afin de s'assurer que

l'abus a pris fin définitivement?

08.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster,

mevrouw De Wit, u hebt hierover inderdaad vragen gesteld in

december.

Er werd besloten een tuchtprocedure op te starten. In afwachting van

de afloop van de procedure, krijgt het betrokken personeelslid geen

dienstvoertuig meer ter beschikking.

De federale Ombudsman verwacht een verslag inzake de opvolging

van de aanbevelingen tegen 30 april van dit jaar. De Ombudsman

deed drie aanbevelingen.

Ten eerste, het opstellen van een intern reglement voor het gebruik

van de dienstvoertuigen van het directoraat-generaal EPI door de

centrale garage en het communiceren van dit reglement aan de

betrokken medewerkers. Dit zal klaar zijn tegen de datum die

vooropgesteld werd door de federale Ombudsman.

Ten tweede, een evaluatie en verbetering van het huidige beheer van

de centrale garage, zodat de centrale garage een duidelijke plaats

krijgt in het organigram van het directoraat-generaal EPI, de

werknemers hun plaats kennen binnen het organigram en er een

effectieve aansturing gebeurt van de operationele activiteiten. DG EPI

koos ervoor om de centrale garage onder te brengen bij de

gevangenis van Brussel. De reden voor deze keuze ligt in de lijn van

de aanbevelingen van de federale Ombudsman.

Ten derde vraagt de Ombudsman na te gaan of de aanvragen tot

fietsvergoeding voor het volledige woon-werktraject door personeels-

leden van de centrale garage beantwoorden aan de voorwaarden. Dit

08.02 Vincent Van Quickenborne,

ministre: Une procédure discipli-

naire a été engagée. En attendant

les conclusions, le membre du

personnel ne disposera plus d'un

véhicule de fonction.

Le médiateur fédéral espère

recevoir un rapport sur le suivi des

recommandations d'ici le 30 avril

2021. Le règlement interne ré-

gissant l'utilisation des véhicules

de fonction de la direction gé-

nérale des Établissements péni-

tentiaires (DG EPI) par le garage

central et les messages de

communication aux membres du

personnel seront prêts à la date

prévue. Le garage central sera

situé à la prison de Bruxelles. La

raison de ce choix est conforme

aux recommandations. Il reste à

vérifier si les demandes d'indem-

nité vélo pour l'ensemble du trajet

entre le domicile et le lieu de

travail en faveur des membres du

personnel du garage central rem-

plissent les conditions requises.

Il a été vérifié si les abus ont

Page 27: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

21

dient nog te gebeuren.

Werd er gecontroleerd of het misbruik nu definitief gestopt is? Ik kan

u bevestigen dat het wel degelijk werd nagegaan en dat het misbruik

gestopt is. In afwachting van een intern reglement werd een

controlesysteem ingevoerd, waarin een overzicht bestaat van de

uitgevoerde ritten.

définitivement pris fin et c'est le

cas. Dans l'attente d'un règlement

intérieur, un système de contrôle a

été mis en place.

08.03 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor

uw antwoord.

Ik zal samen met u verder opvolgen wanneer die aanbevelingen al

dan niet werkelijkheid worden en hoe het controlesysteem dan werkt.

08.03 Sophie De Wit (N-VA): Je

continuerai à suivre ce dossier.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

09 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

invoering van de risicotaxatie" (55012986C)

09 Question de Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur

"L'instauration du processus d'évaluation des risques" (55012986C)

09.01 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, in januari 2020

werd er een man doodgeslagen door een man met een psychiatrisch

verleden. Dat onderzoek is inmiddels afgerond door het parket. De

dader heeft de feiten bekend. Nu wordt de internering van die man

gevraagd. Het gaat niet om iemand met eerdere veroordelingen, maar

wel om een psychiatrische patiënt van wie op het moment van de

feiten werd gedacht dat hij in staat was om het psychiatrisch centrum

te verlaten. Die beoordeling werd gemaakt, maar het is slecht

afgelopen. Zulke zaken kunnen gebeuren, het is niet mijn bedoeling

om verwijten uit te spreken. Wel is het mijn bedoeling om na te gaan

hoe wij zulke zaken in de toekomst kunnen vermijden.

Het ging in dit geval om een persoon met psychiatrische problemen,

maar een gelijkaardige beoordeling moet worden gemaakt bij

veroordeelden, wanneer zij naar de samenleving moeten terugkeren.

Mijn vraag is, zowel voor psychiatrische patiënten als voor mensen

die na een veroordeling en gevangenschap opnieuw vrijkomen, hoe

de screening op een goede manier kan plaatsvinden. Ik besef dat dit

niet gemakkelijk is.

In het regeerakkoord hebt u opgenomen dat er een risicotaxatie moet

komen. Dat hebt u aangekondigd. Ik vind het terecht dat er een

risicotaxatie wordt ingevoerd. Dat instrument zal moeten helpen bij de

beoordeling – die moeilijk is – van de risico's bij vrijlating van

bepaalde personen.

Mijnheer de minister, welk tijdpad hebt u uitgetekend om de

risicotaxatie effectief door te voeren? Hoe ziet u de concrete invulling

ervan, aangezien het toch een complex gebeuren is? Is het de

bedoeling dat de risicotaxatie in elke fase van de strafprocedure wordt

geïntegreerd, van voorlopige hechtenis tot de uiteindelijke strafuit-

voering? Overweegt u om de risicotaxatie te verplichten in bepaalde

gevallen?

09.01 Sophie De Wit (N-VA): En

janvier 2020, un homme est mort

sous les coups d'un individu ayant

des antécédents psychiatriques et

dont on avait estimé qu'il était apte

à quitter le centre de psychiatrie.

L'évaluation de tels cas est

complexe. Ceci vaut également

pour les détenus au moment où ils

sont remis en liberté.

L'accord de gouvernement annon-

ce l'instauration d'une évaluation

des risques. Quel échéancier a-t-il

été établi à cet effet? Cette éva-

luation sera-t-elle intégrée à

chaque phase de la procédure

pénale? Sera-t-elle imposée dans

certains cas?

09.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Collega, u haalt het

geval aan van een psychiatrisch patiënt, waarbij men oordeelde dat hij

09.02 Vincent Van Quickenborne,

ministre: Les évaluations des

Page 28: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

22

het psychiatrisch centrum kon verlaten. In dit geval gaat het niet om

een strafrechtelijk gegeven, het betreft een overweging of taxatie die

door een psychiater is gemaakt. Zulke beoordelingen worden steeds

op basis van risicotaxatie gemaakt. Ze bestaan al voor

geïnterneerden. Daar de internering geen straf is maar in de eerste

plaats een beveiligingsmaatregel wordt de vrijlating of vrijlating op

proef voorafgegaan door een risicotaxatie. Ook voor extremisten en

terroristen, personen die op de zogenaamde terroristenlijst van het

OCAD staan, wordt aan de hand van een risicotaxatie bekeken welke

behandeling en begeleiding zij desgevallend nodig hebben.

In mijn beleidsverklaring heb ik het concept risicotaxatie ook voor een

aantal andere gevallen geïntroduceerd, onder meer in het onderdeel

"meer aandacht voor de slachtoffers van seksueel geweld". Zoals de

beleidsnota aankondigt, moet seksueel geweld een ketenaanpak

kennen. We zijn inzake seksueel en intrafamiliaal geweld van start

gegaan met een project dat een risicotaxatie zal toelaten. Het eerste

belangrijke punt daarbij is het digitaliseren van het dossier. Door alle

documenten op een centrale plaats te bewaren en verschillende

actoren toegang te verschaffen, kunnen we ons ervan verzekeren dat

een beslissing wordt genomen op basis van alle informatie, waardoor

het gevaar voor de maatschappij beter kan worden ingeschat.

Er werden werkgroepen opgestart met alle relevante actoren van

Justitie om op korte termijn tot een dergelijke risicotaxatie te kunnen

komen voor seksueel en intrafamiliaal geweld. We hopen tegen de

zomer van start te kunnen gaan met gerichte proefprojecten. Na

verloop van tijd kan dit uitgebreid worden tot andere misdrijven.

Tot slot is er ook de risicotaxatie zoals bedoeld in de COL 15/2020.

Deze geldt echter enkel voor intrafamiliaal geweld, zodat dergelijke

zaken sneller opgespoord kunnen worden.

Uw tweede vraag ging over de concrete invulling van de risicotaxatie.

Het is belangrijk te weten dat de risicotaxatie zich op twee niveaus

kan bevinden binnen Justitie, op het niveau van de dader of op het

niveau van het strafproces. Op het niveau van de dader zal een

inschatting gemaakt moeten worden van het recidivegevaar op elk

moment in de keten, van de aanhouding over de veroordeling tot het

strafeinde.

Opvolging en begeleiding, dus ook risicotaxatie, vormen een

gezamenlijk project met de deelstaten. Het zijn namelijk de psycho-

sociale diensten en de justitieassistenten die de dader opvolgen en

begeleiden. Dit laatste is een deelstaatbevoegdheid. Vooraleer er op

federaal niveau wijzigingen kunnen worden doorgevoerd, moet er aan

de deelstaten gevraagd worden of zij deze risicotaxatie in de praktijk

kunnen toepassen. Ik verwijs hiervoor naar de recente plannen voor

risicotaxatie van collega Demir.

Alleen op die manier komen wij tot een efficiënte en werkbare

wetgeving. Bovendien moeten de samenwerkingsakkoorden uit 1998

en 1999 herzien worden tijdens deze legislatuur. Hiervoor zijn reeds

de eerste contacten gelegd.

Daarnaast is er ook een risicotaxatie op het niveau van het

strafproces. Zo moet er bijvoorbeeld urgentie worden gegeven aan

dossiers waarvan blijkt dat de dader een groot gevaar vormt voor de

patients psychiatriques ne

constituent pas une donnée à

caractère pénal. Elles sont

toujours réalisées sur la base

d'une évaluation des risques. Elles

existent déjà pour les internés qui

font l'objet d'une mesure de

sécurité. Pour les personnes

figurant sur la "liste des terroristes"

de l'OCAM, le traitement et

l'accompagnement dont elles ont

besoin sont déterminés sur la

base d'une évaluation des risques.

Dans mon exposé d'orientation

politique, j'introduis l'évaluation

des risques, entre autres, dans les

dossiers en matière de violences

sexuelles. Le dossier doit pré-

alablement être numérisé et cen-

tralisé. Cela permet de mieux

évaluer, sur la base de toutes les

informations, le danger pour la

société. Les groupes de travail

doivent parvenir, à court terme, à

une évaluation des risques pour

les violences sexuelles et

intrafamiliales. L'objectif est de

lancer des projets pilotes ciblés

d'ici l'été. Après un certain temps,

l'évaluation des risques pourra

être étendue à d'autres délits.

Enfin, l'évaluation des risques

visée par la COL 15/2020 s'ap-

plique uniquement aux violences

intrafamiliales et a pour but de

faciliter la détection des cas.

L'évaluation des risques à propre-

ment parler s'effectue au sein de

la Justice à deux niveaux: celui de

l'auteur des faits et celui du procès

pénal. En ce qui concerne l'auteur

des faits, une estimation du risque

de récidive doit être effectuée tout

au long de la chaîne judiciaire. Le

suivi et l'accompagnement – et

donc aussi l'évaluation des risques

– constituent un projet commun

avec les entités fédérées. Les

premiers contacts pour la révision

des accords de coopération de

1998 et 1999 ont déjà été établis.

Il existe par ailleurs une évaluation

des risques au niveau du procès

pénal. Les dossiers dans lesquels

l'auteur des faits représente un

Page 29: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

23

maatschappij. Deze moeten zowel in eerste aanleg als in hoger

beroep prioritair behandeld worden.

Ik ben op zich niet gekant tegen het idee uit uw laatste vraag, maar

het zou mooi zijn indien wij dankzij de sterk evoluerende technologie

deze risicotaxatie in elk dossier zouden kunnen toepassen, ongeacht

de aard van het misdrijf.

Uw vraag is in elk geval een interessante vraag, die ik zal voorleggen

aan de werkgroep waarover ik eerder sprak.

danger majeur pour la société

doivent être traités prioritairement

tant en première instance qu'en

appel.

Je ne suis pas opposé à une

évaluation des risques obligatoire.

Il serait bon de pouvoir la mettre

en œuvre dans chaque dossier.

09.03 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, het zal inderdaad

een interessant en belangrijk instrument zijn en blijven. Ik weet dat u

het kader omtrent slachtoffers van seksueel geweld ook hebt

opgenomen in uw beleidsnota, maar daar lag de focus heel sterk – en

dat is ook belangrijk – op de slachtoffers. Ik heb toen gesuggereerd

om dat zeker ook op de daders toe te passen, want die vormen

natuurlijk het grootste risico. U hebt onlangs aangekondigd dat u een

aantal van onze aanbevelingen zou meenemen. Ik hoop dat deze

daarbij zal zijn.

Als men die risicotaxatie doet, moet er inderdaad nadien begeleiding

en opvolging gebeuren in samenwerking met de deelstaten. Dat is

ook nog een werf voor u, met name wanneer een risico wordt

ingeschat: is er dan iets extra nodig, zoals een terbeschikkingstelling?

U zei dat u dat ook zult meenemen in het verhaal op Justitie dat u aan

het schrijven bent.

Ik volg het op en kijk ernaar uit.

09.03 Sophie De Wit (N-VA):

Après l'évaluation des risques, un

accompagnement et un suivi en

collaboration avec les entités

fédérées sont nécessaires. Il fau-

dra aussi vérifier à ce moment-là

si des mesures supplémentaires

sont nécessaires, par exemple

une mise à disposition.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

10 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

inwerkingtreding van de wet betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden" (55012989C)

10 Question de Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'entrée

en vigueur de la loi relative au statut juridique externe des détenus" (55012989C)

10.01 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, het is al eind

januari en 1 april komt dus steeds dichterbij. Het is bepaald dat de wet

betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden op dat

ogenblik volledig in werking zal treden. Dat wil zeggen dat alle

straffen, ook de korte, vanaf dan uitgevoerd moeten worden. In een

antwoord op een andere vraag hebt u enkele weken geleden al

gezegd dat er een evaluatie liep over de vraag of 1 april nog wel

gehaald kan worden.

Wat houdt die evaluatie dan juist in? Zijn er al conclusies getrokken?

Zal u het halen of weet u het niet, en wanneer wordt de knoop dan

doorgehakt?

Indien het wordt uitgesteld, hebt u er dan al een idee van voor

hoelang dat zou zijn? Kan u garanderen dat dit ook de laatste keer zal

zijn? U wilt twee detentiehuizen realiseren dit jaar. In uw schrijven

stond ook dat er 600 plaatsen extra nodig waren. Dan zijn we er

echter nog niet.

Wat gebeurt er met de bestaande conversieregeling via de

10.01 Sophie De Wit (N-VA): La

loi relative au statut juridique

externe des détenus doit entrer en

vigueur le 1er avril 2021. À partir de

cette date, toutes les peines de-

vront être exécutées. Une évalu-

ation a été réalisée pour déter-

miner si cette échéance restait

réaliste. En quoi a consisté cette

évaluation? Des conclusions ont-

elles déjà été tirées? Si l'échéance

est reportée, pour combien de

temps le sera-t-elle? Ce report

sera-t-il le dernier?

En dépit des deux nouveaux

centres de détention projetés,

nous n'atteindrons pas encore les

600 places supplémentaires. Où

trouvera-t-on encore des places?

Page 30: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

24

omzendbrieven? Dat is wel belangrijk. Voor korte detenties wordt er

nu heel veel omgezet via omzendbrieven. Als het ontwerp volledig in

werking zal treden, vervallen die omzendbrieven dan? Vervalt die

conversieregeling? Is het de bedoeling om het dan meteen aan te

schaffen of wordt in een overgangsregeling voorzien?

Qu'adviendra-t-il du système ac-

tuel de conversion par le biais de

circulaires? Sera-t-il supprimé?

Cela se fera-t-il du jour au len-

demain ou un régime transitoire

sera-t-il prévu?

10.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw De Wit, de

lopende evaluatie heeft betrekking op de wet van 5 mei 2019. De wet

bepaalt namelijk dat veroordeelden met korte straffen die onmiddellijk

aan de tijdsvoorwaarden voldoen om elektronisch toezicht op een

beperkte detentie aan te vragen, die aanvraag vanuit vrijheid kunnen

doen.

Door meerdere actoren betrokken bij de strafuitvoering werd

gesignaleerd dat de wetgever onvoldoende heeft ingeschat wat die

toekomstige wetswijziging vanuit vrijheid op het terrein met zich

meebrengt. Er werd vooreerst gewezen op een belangrijke lacune

voor de dossiersamenstelling bij de aanvraag van het elektronisch

toezicht op een beperkte detentie vanuit vrijheid. Bij langere straffen

en voor gedetineerden brengt de gevangenisdirecteur immers een

advies uit, nadat hij de veroordeelde heeft gehoord, en stelt de

gevangenisdirecteur het dossier samen op grond waarvan de

aanvraag vervolgens wordt beoordeeld.

De vraag rijst wie het dossier zal samenstellen voor veroordeelden die

een verzoek indienen vanuit vrijheid. Die veroordeelden zijn niet

toegewezen aan een bepaalde gevangenis en de gevangenisdirecteur

kan dan ook moeilijk een advies uitbrengen. Er bestaat dus geen

dossier voor deze categorie. Een strafuitvoeringsrechter zou voor hen

bijgevolg blind moeten oordelen omtrent de aanvraag van een

strafuitvoeringsmodaliteit. Dat probleem moet worden rechtgezet. Er

wordt gekeken naar manieren waarop het dossier kan worden

samengesteld voor deze groep veroordeelden die een aanvraag

vanuit vrijheid doen.

Er rijzen echter ook andere vragen. Wat is het statuut van

veroordeelden tot een vrijheidsstraf die niet verbonden zijn aan een

bepaalde gevangenis? Wie bekijkt en berekent de tijdsvoorwaarden in

het geval meerdere straffen in uitvoering zijn of het in mindering

brengen van de periodes van voorlopige hechtenis? De vraag rijst ook

wie de veroordeelde inlicht over zijn rechten indien hij of zij geen

advocaat heeft.

Om een antwoord te bieden op al deze vragen, hebben de

verschillende beroepsgroepen inmiddels samengezeten en zijn

krijtlijnen uitgetekend om een werkbare procedure voor de praktijk te

creëren. Die vragen en mogelijke oplossingen worden nu

geëvalueerd.

De wet van 31 juli 2020 heeft de inwerkingtreding van deze wet

uitgesteld tot 1 april. Dat uitstel werd specifiek ingegeven door de

gevolgen van de pandemie. De voorbereidingen, zoals de

personeelsaanwervingen, werden onderbroken. Het was niet

aangewezen om de inwerkingtreding van de wet te laten samenvallen

met de pandemie, die een aanzienlijke invloed had en heeft op de

normale in- en uitstroom in de gevangenissen. Ik kan u garanderen

dat corona geen goedkoop excuus was om de inwerkingtreding van

10.02 Vincent Van Quickenborne,

ministre: L'évaluation se rapporte

à la loi du 5 mai 2019. Cette loi

prévoit que les détenus condam-

nés à de courtes peines

d'emprisonnement et qui satisfont

d'emblée aux conditions de temps

pour pouvoir faire une demande

de surveillance électronique,

peuvent faire cette demande en

liberté. Plusieurs secteurs

indiquent que le législateur n'a pas

suffisamment vérifié la faisabilité

pratique de la mention "en liberté".

C'est le directeur de prison qui

émet un avis sur la surveillance

électronique et constitue un

dossier qui est ensuite évalué. La

question de savoir qui émettra un

avis pour les détenus qui veulent

faire cette demande en liberté

n'est pas tranchée clairement. Un

juge de l'application des peines

devrait par conséquent statuer à

l'aveugle. Nous devons rectifier cet

élément indésirable.

La question de savoir quel statut

ont les condamnés qui ne sont pas

rattachés à une prison n'a pas non

plus été réglée de façon limpide.

Qui se penche sur les conditions

de temps si plusieurs peines sont

exécutées? Qui déduit les pé-

riodes de détention préventive?

Qui informe le détenu de ses

droits s'il n'a pas d'avocat?

Entre-temps, les différents corps

professionnels ont créé une pro-

cédure fonctionnelle qui fait actu-

ellement l'objet d'une évaluation.

La loi du 31 juillet 2020 a reporté

l'entrée en vigueur de cette loi

jusqu'au 1er avril 2021. La pan-

démie est la raison principale de

ce report. Les préparatifs, tels que

les recrutements de personnel, ont

été interrompus. Nous déciderons

Page 31: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

25

de wet uit te stellen. Wij zullen binnenkort evalueren of wij de datum

van 1 april aanhouden.

Ook hier zal de evolutie van de sanitaire crisis nauwlettend in de

gaten worden gehouden.

Dan kom ik tot de problematiek van de conversieregeling. Artikel 25

van de wet van 5 mei 2019 bevat reeds een overgangsbepaling. De

wet zal slechts van toepassing zijn op veroordeelden die uitsluitend

een of meer straffen die drie jaar niet te boven gaan, in uitvoering

hebben, die in kracht van gewijsde getreden zijn vanaf de datum van

de inwerkingtreding van de wet.

Voor veroordeelden met veroordelingen in uitvoering die in kracht van

gewijsde zijn getreden voor de inwerkingtreding van de wet, blijven de

ministeriele omzendbrieven inzake de voorlopige invrijheidsstelling en

het elektronisch toezicht van toepassing.

Beide systemen – de beslissing genomen door de strafuitvoerings-

rechtbank en beslissingen genomen door de gevangenisdirecteur,

met eigen tijdsvoorwaarden en procedures – zullen dus nog geruime

tijd naast elkaar blijven bestaan.

Er zijn evenwel twee uitzonderingen. Indien de veroordeelde hierom

schriftelijk verzoekt, dient de nieuwe wet op hem of haar te worden

toegepast. Indien de veroordeelde het onderwerp uitmaakt van een

terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank, is de wet

eveneens onmiddellijk van toepassing.

prochainement, après une évalu-

ation, si nous maintenons la date

du 1er avril.

L'article 25 de la loi du 5 mai 2019

comporte déjà une disposition

transitoire en ce qui concerne le

régime de conversion. La loi ne

sera d'application que pour les

personnes condamnées à une ou

plusieurs peines ne dépassant pas

les trois ans et exécutées confor-

mément à un jugement entré en

force de chose jugée à partir de la

date de l'entrée en vigueur de la

loi. Les deux systèmes, c'est-à-

dire d'une part la décision prise

par le tribunal de l'application des

peines et, d'autre part, les

décisions prises par le directeur de

l'établissement pénitentiaire, vont

donc coexister pendant un certain

temps encore.

Deux exceptions sont prévues. Si

la personne condamnée en fait la

demande par écrit, la nouvelle loi

doit lui être appliquée. Si la

personne condamnée fait l'objet

d'une mise à disposition du tri-

bunal de l'application des peines,

la loi est également d'application

immédiatement.

10.03 Sophie De Wit (N-VA): Dank u wel voor uw antwoorden. Als ik

het goed begrijp, moet er nog nagekeken en beslist worden of de wet

al dan niet in werking kan treden. Vandaag is het 27 januari 2021.

April komt dichterbij. Ik wacht af en kijk uit naar de uiteindelijke

beslissing. Laat het geen aprilgrap worden. We volgen het dossier

verder op.

10.03 Sophie De Wit (N-VA): Avril

est à nos portes. Ne faisons pas

de ce dossier un poisson d'avril.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

11 Questions jointes de

- Cécile Thibaut à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les accusations

d'ingérence à l’EMB et l'avenir de la gestion de la Grande Mosquée de Bruxelles" (55013056C)

- Theo Francken à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'Exécutif des

Musulmans de Belgique" (55013254C)

11 Samengevoegde vragen van

- Cécile Thibaut aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De beschuldigingen

van inmenging in het EMB en het toekomstige beheer v.d. Grote Moskee van Brussel" (55013056C)

- Theo Francken aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

Moslimexecutieve" (55013254C)

11.01 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Madame la présidente,

monsieur le ministre, le 4 décembre dernier, vous rendiez un avis

négatif à la Région de Bruxelles-Capitale quant à la reconnaissance

11.01 Cécile Thibaut (Ecolo-

Groen): Op 4 december jongst-

leden hebt u een negatief advies

Page 32: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

26

de la gestion de la Grande Mosquée de Bruxelles par l’Exécutif des

Musulmans de Belgique (EMB).

Depuis lors, le vice-président de l'EMB, accusé d’ingérence et

d’espionnage au bénéfice du Maroc, a démissionné de ses fonctions.

Un nouveau président a d'ailleurs été désigné.

Les problèmes d’ingérence au sein de l’EMB ne visent pas unique-

ment le Maroc mais également la Turquie. Pourtant, si ces deux pays

occupent une place importante dans les institutions représentatives

des musulmans de Belgique, ce n’est pas uniquement parce qu’il

s’agit des deux pays d’origine dont sont issus la majorité des

musulmans de notre pays, c’est aussi la conséquence de certains

choix politiques effectués par le passé. En effet, en 2012, le cabinet

de la ministre de la Justice de l’époque indiquait rechercher la stabilité

de l’Exécutif en s’appuyant sur les deux grandes communautés

islamiques de notre pays, c'est-à-dire les communautés marocaine et

turque.

Monsieur le ministre, aujourd'hui, quelle est votre évaluation de la

stratégie de cogestion de l’EMB par les communautés marocaine et

turque? Quelle stratégie envisagez-vous d’adopter afin de parvenir à

l’objectif d’une institutionnalisation d’un islam belge ouvert, pluriel et

débarrassé des ingérences étrangères? Une concertation avec la

Région de Bruxelles-Capitale et des représentants du culte musulman

est-elle toujours à l’ordre du jour concernant l’avenir de la gestion de

la Grande Mosquée de Bruxelles?

uitgebracht over de erkenning van

het beheer van de Grote Moskee

van Brussel door het Executief van

de Moslims van België (EMB).

Sindsdien heeft de ondervoorzitter,

die beschuldigd werd van in-

menging en spionage voor

Marokko, ontslag genomen. De

problemen van inmenging hebben

ook betrekking op Turkije.

De plaats die deze twee landen

innemen is het gevolg van po-

litieke keuzes in het verleden. In

2012 heeft het kabinet van de

minister van Justitie gesteld dat

het de stabiliteit van het EMB wilde

verzekeren door de steun te

zoeken van de twee grote isla-

mitische gemeenschappen in ons

land, namelijk de Marokkaanse en

de Turkse.

Hoe beoordeelt u de strategie van

het medebeheer van het EMB

door deze gemeenschappen?

Welke strategie moet er gevolgd

worden om te komen tot de in-

stitutionalisering van een open

Belgische islam, vrij van buiten-

landse inmenging? Zal er nog

steeds overleg gepleegd worden

met het Brussels Hoofdstedelijk

Gewest en de vertegenwoordigers

van de islamitische eredienst?

11.02 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de

minister van Justitie, ik had mij graag even aangesloten bij de vragen

over het evaluatierapport. U hebt dat aan de Kamer bezorgd en ik heb

dat gelezen. Het was bijzonder interessant. Het eerste deel is een

oplijsting van de realisaties. Vooral het laatste deel is interessant. Dat

krijgt de meeste media-aandacht, vandaag ook in De Standaard. Het

gaat daarin over extremisme binnen de Moslimexecutieve, mogelijke

spionage en zeer nauwe banden met de Marokkaanse overheid, maar

ook over een zeer conservatieve stroming binnen de Moslim-

executieve die het eigenlijk quasi onmogelijk maakt om tot een soort

van westerse islam te komen, voor zover dat mogelijk is.

U stoort zich daaraan, dat heeft u hier al verscheidene malen gezegd.

Vorige week heeft u mij gezegd dat de conclusies van het evaluatie-

rapport in de lijn liggen van wat u had gedacht en wat u ook tegen de

borst stuit. Het gaat dan over het gebrek aan gendergelijkheid, het

taalonevenwicht en de manier waarop een aantal elementen binnen

die organisatie echt geen modernisering wil.

Ik begrijp uit het artikel in La Libre dat u blijkbaar hebt ingegrepen om

te vragen naar een nieuw voorzitterschap. Dat is mij niet helemaal

duidelijk. Kunt u dat ophelderen? Wat is daar juist gebeurd? Het lijkt

11.02 Theo Francken (N-VA): Le

dernier chapitre du rapport d'éva-

luation fait notamment état de l'ex-

trémisme au sein de l'Exécutif des

musulmans, d'espionnage pos-

sible et de liens très étroits avec

les autorités marocaines. Selon La

Libre, le ministre est intervenu en

demandant la désignation d'un

nouveau président. Cette inter-

vention ne me paraît pas évidente.

Que s'est-il passé exactement?

Sur la base du rapport d'éva-

luation, quels sont les projets du

ministre pour les prochaines an-

nées concernant cette orga-

nisation? Est-il exact que le pré-

sident et un certain nombre

d'autres personnes seraient trop

proches des autorités maro-

caines? Peut-on parler d'espion-

Page 33: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

27

mij niet evident dat u zelf zou ingrijpen.

Wat zijn uw plannen met deze organisatie de komende jaren op basis

van het evaluatierapport? Hoe zit het juist met dat verhaal dat de

voorzitter en een aantal anderen te dicht bij de Marokkaanse overheid

zouden staan? Is dat dan spionage? Wat is dan de concrete

bedreiging? Ik neem aan dat de Marokkanen goed meeluisteren. Wat

was juist het probleem? Welke stappen zult u nog nemen?

nage? Concrètement, quelle me-

nace représentent-ils? Quelles

autres mesures le ministre pren-

dra-t-il?

11.03 Vincent Van Quickenborne, ministre: Chers collègues, je

vous remercie pour vos questions. Je commencerai par les questions

de Mme Thibaut.

Actuellement, les organes de l'Exécutif des Musulmans de Belgique

(EMB) sont constitués de trois entités communautaires. Toutes les

mosquées membres sont regroupées au sein des entités A, B et C.

L'entité A représente la plus grande communauté islamique de

Belgique, à savoir la communauté marocaine. L'entité B est la

seconde plus grande communauté islamique du pays – la commu-

nauté turque – et l'entité C représente les communautés musulmanes

minoritaires en Belgique. Cette structure est définie dans le règlement

d'ordre intérieur de l'EMB.

Comme je l'ai indiqué dans mes réponses des 4 et 19 janvier

derniers, je discuterai des propositions de renouvellement de l'EMB

au cours des semaines à venir. Sur la base de cette discussion, il

peut être décidé d'apporter quelques modifications appropriées à la

structure de l'EMB.

Comme vous le savez probablement, la Grande Mosquée de

Bruxelles est actuellement gérée par l'EMB et par ses ASBL. L'avenir

de la Grande Mosquée fera donc partie des discussions. Des

consultations avec la Région de Bruxelles-Capitale auront bien

entendu lieu en temps voulu.

11.03 Minister Vincent Van

Quickenborne: Momenteel be-

staan de organen van het EMB uit

drie gemeenschapsentiteiten. Enti-

teit A vertegenwoordigt de Marok-

kaanse gemeenschap, die in

aantal het grootst is. Entiteit B is

de Turkse gemeenschap, de op

één na grootste. Entiteit C verenigt

de minderheidsgemeenschappen.

Die structuur wordt bepaald in het

huishoudelijk reglement van het

EMB.

Ik zal in de loop van de volgende

weken de voorstellen in verband

met de hernieuwing van het EMB

bespreken. Daarna zullen de ge-

paste wijzigingen aan de structuur

ervan aangebracht worden.

De Grote Moskee van Brussel

wordt door het EMB en de vzw's

van het Executief beheerd. De

toekomst ervan zal deel uitmaken

van de besprekingen. Te gele-

gener tijd zal er daarover met het

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

overlegd worden.

Mijnheer Francken, ik heb niet alleen uw vragen gelezen maar ook uw

tweet van 26 januari. Daarin zegt u: "Er komt dus een nieuwe

voorzitter van de Moslimexecutieve omdat de vorige een soort

Marokkaanse spion (?) was en dit na actieve tussenkomst van

Justitieminister Van Quickenborne via zijn kabinetschef, oud-OCAD-

baas Van Tigchelt." U stelt eigenlijk geen vraag, u zegt al wat het is. Ik

vind dat toch wat beangstigend. Ten eerste zegt u dat ik ben

tussengekomen bij de aanstelling van die persoon, ten tweede zegt u

dat ik ben tussengekomen bij de benoeming van een nieuwe

voorzitter en ten derde plaatst u een vraagteken na het woord "spion".

U trekt dus blijkbaar het advies van de Veiligheid van de Staat in

twijfel in die tweet.

Ik meen dat u drie keer een fout hebt gemaakt met die stellingen. Ten

eerste weet u dat mijn kabinet en ik zelf in dezen de reglementaire

procedures volgen. Zo horen een minister en een kabinet ook te

werken. Ten tweede gaat het om een erkenningsaanvraag waarvoor

wij een negatief advies kregen van de veiligheidsdiensten, onder meer

de Veiligheid van de Staat, wegens problemen van inmenging en

Dans son tweet du 26 janvier,

M. Francken affirme que, par

l'intermédiaire de mon chef de

cabinet et ex-patron de l'OCAM,

M. Van Tigchelt, je suis intervenu

dans la désignation d'un nouveau

président de l'Exécutif des musul-

mans parce que le précédent était

une "sorte d'espion marocain (?)".

Ce point d'interrogation implique

qu'il met en doute l'avis de la

Sûreté de l'État. M. Francken sait

pourtant que nous suivons les

procédures réglementaires. L'avis

négatif des services de sécurité

concerne non pas le président

mais le vice-président et a été

rendu en raison de problèmes

d'ingérence et d'espionnage.

Page 34: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

28

spionage. Wat ik hier zeg is niet nieuw, het is al heel lang geweten.

Het is een spion tout court, zonder vraagteken. Ten derde ging het

niet over de voorzitter van de Moslimexecutieve, het negatief advies

betrof een vicevoorzitter.

De manier waarop de voorzitter en de vicevoorzitters van het

Executief worden verkozen ligt vast in zijn reglement van inwendige

orde.

Intussen heeft mijn kabinet van de voorzitter van de Moslimexecutieve

vernomen dat de vorige Franstalige vicevoorzitter effectief ontslag

heeft genomen uit al zijn functies en dat zijn functie binnen het

Executief opgenomen wordt door de heer Noureddine Ismaili. Dat heb

ik net als u vernomen, ik ben daarin niet tussengekomen zoals u hebt

gezegd.

Zoals afgesproken is het evaluatierapport van de EMB op 22 januari

bezorgd aan de Kamer. Vanmorgen hebt u een bericht verspreid dat

dit niet gebeurd zou zijn, waarna u dat hebt ingetrokken. We hebben

dat echter wel bezorgd aan de Kamer. Hopelijk hebt u dat intussen

kunnen inkijken. Het evaluatierapport bevat een opsomming van

verwezenlijkingen. Op het einde wordt dit kritisch. De kritiek stemt

overeen met wat ik al eerder heb gezegd de voorbije maanden. Mijn

uitgangspunten zijn: geen buitenlandse inmenging, geen extremisme,

maar wel representativiteit. Dat betekent representativiteit in de

geloofsstrekkingen, representativiteit in de talen van ons land – dit zijn

om te beginnen het Nederlands en het Frans – en representativiteit

van mannen en vrouwen. Ook transparantie en professionaliteit vallen

hieronder. U kan het rapport zelf lezen, maar ik wil u een aantal

citaten uit het rapport toch niet onthouden.

L'homme en question est un

espion tout court.

Le mode d'élection du président et

du vice-président de l'Exécutif est

fixé dans le règlement d'ordre

intérieur. Le précédent vice-prési-

dent francophone a démissionné

de toutes ses fonctions, qui sont

désormais occupées par

M. Noureddine Ismaili. J'ai appris

cette information et je ne suis pas

intervenu dans le dossier.

Le rapport d'évaluation de

l'Exécutif des musulmans a été

remis le 22 janvier à la Chambre,

même si M. Francken diffusait ce

matin l'information selon laquelle

ce n'était pas le cas. Les critiques

formulées à la fin du rapport

s'accordent avec ce que j'ai déjà

dit ces derniers mois. Mes priorités

sont: l'absence d'ingérence étran-

gère, l'absence d'extrémisme, la

transparence, le professionnalis-

me, la représentativité par rapport

aux différents courants religieux et

aux différentes langues, ainsi que

la représentation des hommes et

des femmes.

Madame Thibaut, je les cite en français car je m'adresse bien

évidemment à vous mais aussi parce que le rapport n'a été publié

qu'en français. Je déplore le fait qu'il n'ait pas été publié en

néerlandais. On est quand même dans un pays où on essaie de

parler les deux langues. Les quatre citations sont les suivantes:

"Six ans après l'instauration de l'Exécutif à partir des Communautés

islamiques locales, bien que de nombreuses avancées aient été

engrangées malgré les difficultés rencontrées, force est de constater

que le système n'a pas été à la hauteur des attentes, c'est-à-dire le

système ABC (?). En effet, de nombreuses failles sont apparues très

rapidement."

"Il est apparu que plusieurs délégués provenaient de mouvements et

réseaux extrémistes."

"Le processus de renouvellement de 2014 a également mis en

lumière le peu de confiance, d'importance et d'estime accordé à la

gent féminine, puisque seule une infime minorité de mosquées a

désigné une femme représentante pour siéger au Conseil général des

musulmans de Belgique. Il y a lieu également d'être attentif à la

question linguistique (français, néerlandais, allemand) et à la

présence féminine."

"Les futurs dirigeants de l'Exécutif doivent émaner de l'intelligentsia

musulmane, être titulaires d'un diplôme de l'enseignement supérieur

Volgens een rapport dat alleen in

het Frans opgesteld werd, wat ik

betreur, blijkt dat er zes jaar na de

oprichting van de Moslimexecu-

tieve, hoewel er op tal van vlakken

vooruitgang geboekt werd, snel

tekortkomingen opgedoken zijn.

Bovendien kwamen veel afge-

vaardigden uit extremistische

netwerken. Uit het vernieuwings-

proces van 2014 is gebleken dat

slechts een kleine minderheid van

de moskeeën een vrouw als ver-

tegenwoordigster aangesteld heeft

in de Belgische Moslimraad.

Ten slotte moeten de toekomstige

leiders van de Moslimexecutieve

volgens het rapport tot de

moslimintelligentsia behoren en in

het bezit zijn van een hoger di-

ploma of gelijkwaardig zijn door

ervaring.

Dat bevestigt wat ik eerder al zei.

Page 35: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

29

au minimum ou démontrer un niveau d'équivalence par l'expérience et

le travail au sein même du monde académique ou communautaire."

Ces citations sont claires et confirment les propos que j'ai tenus il y a

quelques semaines déjà.

Ik werd geconfronteerd met het Executief van de Moslims van België

dat uit zichzelf heel kritisch is. Wij zullen dit moeten oplossen. Dit is

een probleem dat al een lange tijd aansleept. Het dateert niet van

gisteren. Het is nooit opgelost, en ik ben echt zinnens het op te

lossen, samen met het Executief.

Uiteraard moet ik, en zal ik, de godsdienstvrijheid respecteren. Dat is

evident. Het is niet aan mij te bepalen wie voorzitter of vicevoorzitter

moet zijn, of dat nu bij de katholieke kerk is of bij de islamitische of de

orthodoxe eredienst. Dat is mijn taak niet.

Het is wel mijn taak ervoor te zorgen dat elke eredienst zich houdt aan

de vrijheden en de essentiële waarden van ons land. Vandaar dat ik

ook dit dossier niet zal laten liggen, maar ervoor zal zorgen dat er een

oplossing komt voor het Executief.

Ik ben mij bewust van de moeilijkheden, collega's. Vele voorgangers

hebben geprobeerd dit op te lossen. Blijkens het rapport van het

Executief is dat niet gelukt.

Ik zal dit moeilijke werk aanvatten, ik ben er trouwens volop mee

bezig, in de hoop een goed Executief te hebben dat representatief is

voor de moslims in ons land, van wie ik overtuigd ben dat de

overgrote meerderheid absoluut kan samenleven met andere

geloofsstrekkingen.

L'Exécutif des musulmans est, de

lui-même, très critique. Les pro-

blèmes se posent déjà depuis très

longtemps. Je souhaite les ré-

soudre, conjointement avec l'Exé-

cutif. Il ne m'appartient pas de

déterminer qui doit être le

président. Cette décision relève de

la liberté de culte. Il m'incombe, en

revanche, de veiller à ce que

chaque culte respecte les libertés

et les valeurs essentielles de notre

pays. J'entends œuvrer active-

ment à un bon Exécutif,

représentatif de l'ensemble des

musulmans dans notre pays, dont

la grande majorité est parfaitement

en mesure de vivre en accord

avec les autres courants religieux.

De voorzitster: Mijnheer de minister, om duidelijk te zijn, wij hebben

in de nacht van 22 op 23 januari van uw kabinet een mail ontvangen

met de boodschap dat dit rapport op de kortst mogelijke termijn

bezorgd zou worden. Het is maandag bij onze diensten in de mailbox

gevallen. Misschien was het in het weekend gestuurd.

Ik heb dan de heer Francken inderdaad verkeerdelijk ingelicht dat het

nog niet toegekomen was. Daarom heb ik uw kabinet daaraan

gisteren nog eens herinnerd. Het was dus een fout van mij, of een

onoplettendheid. Vandaar de tweet van de heer Francken.

Mevrouw Thibaut heeft het woord voor haar repliek.

La présidente: Le rapport est

arrivé lundi dans la boîte aux

lettres électronique de nos ser-

vices. J'ai erronément informé

M. Francken qu'il ne nous était pas

encore parvenu. Il s'agissait d'une

inadvertance de ma part.

11.04 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, merci

pour votre réponse.

Le momentum est vraiment intéressant, selon moi. L'avis du

secrétaire d'État est cinglant, très sévère. L'Exécutif des Musulmans

de Belgique est aujourd'hui conscient de ses faiblesses et de la

nécessité de se réorganiser. Le ministre, quant à lui, se dit à l'écoute

et a l'intention de jeter des ponts et de jouer son rôle dans la liberté de

chacun. Je vous encourage vraiment à poursuivre dans ce sens, car il

faut du courage pour remédier à cette situation.

11.04 Cécile Thibaut (Ecolo-

Groen): De Staatssecretaris velt

een streng oordeel. Het Executief

van de Moslims van België is zich

bewust van de noodzaak om zich

te reorganiseren. De minister is

van plan om als bruggenbouwer

op te treden en eenieders vrijheid

te respecteren. Ik moedig u ertoe

aan op die weg door te gaan, want

dat vraagt moed.

11.05 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, u spreekt van 11.05 Theo Francken (N-VA): Il

Page 36: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

30

een tweet. Met Twitter moet men altijd oppassen. Vorige week blafte

u een N-VA-lid af op Twitter. Het is altijd belangrijk dat men waardig

blijft en dat men oppast met Twitter. Dat geldt voor mij, maar ook voor

u.

U zegt voorts dat mijn tweet drie keer fout was. Ik betwist dat. Mijn

tweet was gebaseerd op een artikel van La Libre Belgique, dat erbij

stond. Dat artikel was dan compleet fout, want wat ik zei, haalde ik uit

dat artikel. Voor een keer wou ik voorzichtig zijn en daarom zette ik

een vraagteken achter het woord spion, maar u zegt dat dat

vraagteken totaal overbodig was. Het was en is immers een spion,

zegt u. Dat is dan bij dezen duidelijk. Ik wou het voorzichtig

formuleren, want ik was daar niet zeker van. U beschikt over de

rapporten van de Veiligheid van de Staat, ik niet. Het is nu dus

duidelijk: die man is een spion. Hij heeft ontslag genomen uit al zijn

functies en is vervangen door iemand die vroeger al ontslag heeft

moeten nemen, omdat hij te modern zou zijn. U vindt van hem echter

dat hij nog te weinig modern is en u gaat op zoek naar een nieuwe

voorzitter. U zegt heel duidelijk dat u niet bent tussengekomen en dat

u dat niet zult doen. Dat is ook niet aan u. Dat is een correcte

houding, die ik volledig steun.

Nu gaat u er volop mee aan de slag. Het is nooit gelukt, maar nu zal

het u wel lukken, zegt u. U hebt het budget verhoogd. In de Zweedse

regering was Koen Geens minister van Justitie en hij wou er echt

werk van maken en gaf altijd een slok geld erbij, want zo zou het in

orde komen. Opnieuw, ik was ter zake altijd kritisch. Ik heb daar mijn

mening over. Mijns inziens is het heel moeilijk om een representatief

orgaan van de islam in België of eender welk land op te richten, gelet

op de zovele stromingen, van soennitisch tot sjiitisch, van Turken tot

Marokkanen, de mensen van Sub-Saharaans Afrika en van Centraal-

Azië. Dat orgaan moet bovendien ook nog eens de man-

vrouwverhoudingen en de verhoudingen tussen Frans- en

Nederlandstaligen respecteren. U probeert een puzzel in elkaar te

steken die bijna onlegbaar is. Ik wens u daar veel succes mee. Ik

hoop dat het lukt, maar ik betwijfel of dat ooit kan lukken.

Laten we vooral ook opletten met de idee van een Europese islam als

een soort van verwaterde toepassing van de islam. Dat is toch wat ik

denk dat u bedoelt met wat veel moslims hier beleven, en waarmee ik

op zich geen probleem heb. We zullen zien. Het is een heel

interessant debat. Ik zal daar vragen over blijven stellen en we zullen

daar zeker nog over van gedachten kunnen wisselen. Ik wens u daar

ook veel succes mee, laat dat duidelijk zijn. Ik ben kritisch, maar ik

probeer zeker ook mee na te denken over hoe men zo'n orgaan het

beste kan organiseren, maar op dit moment zie ik de oplossing niet.

We moeten er werk van maken, want het gaat toch om een

belangrijke bevolkingsgroep, waar we zeker de nodige aandacht aan

moeten besteden.

Wat ik echter niet begrijp, is dat er, na al die lijvige antiterreur-

verslagen naar aanleiding van de aanslagen in het metrostation

Maalbeek en op de luchthaven Brussel-Nationaal, nog steeds niet

echt wordt geluisterd. Dat vind ik jammer en zal ik blijven betreuren.

Er moet een duidelijk signaal komen tegen salafisme en islamisme.

Tot slot, ik dacht dat het rapport ook aan mij zou worden bezorgd. Zo

was oorspronkelijk ook gezegd. Het is blijkbaar via de commissie

est important de se montrer pru-

dent sur Twitter. Mon tweet était

basé sur des informations publiées

dans La Libre Belgique qui se sont

révélées fausses. Pour une fois,

j'ai voulu être prudent en ajoutant

un point d'interrogation à côté du

mot "espion". Je n'étais pas sûr de

l'information, je ne dispose pas

des rapports de la Sûreté de l'État.

Le ministre veut réussir là où tous

ses prédécesseurs ont toujours

échoué. Il est très difficile de créer

un organe représentatif des mu-

sulmans dont les souches et na-

tionalités différentes sont nom-

breuses. Ajoutez à cette difficulté

le respect de l'équilibre entre les

hommes et les femmes et entre

les langues et l'équation devient

presque insoluble. J'espère qu'il

réussira mais j'ai des doutes.

Prenons garde en outre à l'idée

d'un islam européen qui serait une

sorte d'islam édulcoré.

Je ne comprends pas non plus

pourquoi, après les attentats et les

volumineux rapports qui ont été

rédigés sur la question, on con-

tinue à faire la sourde oreille et on

n'envoie pas de signal clair contre

le salafisme et l'islamisme.

Enfin, je tiens à souligner que j'ai

été mal informé au sujet de la

réception du rapport et que ma

communication n'était dès lors pas

à 100 % correcte. Je tiens à m'en

excuser.

Page 37: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

31

gegaan, maar daar is iets misgelopen. Ik heb daar geen probleem

mee; mijn communicatie was dus niet helemaal correct; ik was foutief

geïnformeerd. Mijn excuses daarvoor. Als er in de toekomst nog zo'n

rapport wordt opgevraagd, hoop ik wel dat ik dat ook via mail zou

kunnen ontvangen.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

12 Question de Cécile Thibaut à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La

reconnaissance du bouddhisme" (55013057C)

12 Vraag van Cécile Thibaut aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

erkenning van het boeddhisme" (55013057C)

12.01 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, l’accord

de gouvernement prévoit d’accéder favorablement à la demande de

reconnaissance du bouddhisme introduite par l’Union bouddhique

belge (UBB) en 2006. Cela date déjà. Quel est l’état de la situation

concernant cette demande de reconnaissance? Avez vous déjà pu

rencontrer les représentants de l’UBB? Si non, comptez-vous les

rencontrer prochainement?

12.01 Cécile Thibaut (Ecolo-

Groen): Het regeerakkoord voor-

ziet in de inwilliging van de aan-

vraag tot erkenning van het

boeddhisme, die in 2006 door de

Boeddhistische Unie van België

(BUB) ingediend werd.

Wat is de stand van zaken met be-

trekking tot die aanvraag? Hebt u

de vertegenwoordigers ontmoet?

Zult u dat binnenkort doen?

12.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Chère collègue, une

proposition de loi relative à l'Union bouddhique belge a été soumise à

la Chambre des représentants le 11 septembre 2019 par la collègue

Els Van Hoof. Vous avez rejoint cette proposition le 25 novem-

bre 2019 et Mme Matz, le 11 février 2020. Il y a donc beaucoup de

soutien à cette reconnaissance, madame Thibaut.

Le 8 décembre, mon cabinet a rencontré M. le président et le

secrétaire général de l’Union bouddhique belge pour se concerter sur

le planning de la reconnaissance. A priori, aucun obstacle ne

s'oppose à la reconnaissance. Par conséquent, nous leur avons

garanti que la reconnaissance se ferait pendant cette législature

comme prévu dans l'accord du gouvernement. Mon cabinet étudie les

aspects techniques du dossier en collaboration avec le SPF Justice.

Après cela, le travail législatif pourra commencer. Nous tenons

évidemment l'UBB informée des travaux.

12.02 Minister Vincent Van

Quickenborne: Op 11 september

2019 werd er een wetsvoorstel in-

gediend. Op 25 november 2019

hebt u zich daar als indienster aan

toegevoegd en mevrouw Matz

deed hetzelfde op 11 februari

2020. Het wetsvoorstel kan dus op

een brede steun rekenen.

Op 8 december 2020 heeft mijn

kabinet de voorzitter en de secre-

taris-generaal van de BUB ont-

moet om de planning te bespre-

ken. Aangezien er geen enkele

belemmering is voor de erkenning,

hebben wij hen ervan verzekerd

dat die tijdens deze zittingsperiode

zou worden verleend. Alvorens

met het wetgevende werk te be-

ginnen bestudeert mijn kabinet

samen met de FOD Justitie de

technische aspecten.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

13 Question de Cécile Thibaut à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La

reconnaissance de l'hindouisme" (55013058C)

13 Vraag van Cécile Thibaut aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

erkenning van het hindoeïsme" (55013058C)

Page 38: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

32

13.01 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Madame la présidente,

monsieur le ministre, il n'est pas ici question de l'accord de gouver-

nement. Mais la question est de savoir s'il s'agit ou non d'une erreur.

En 2013, le Forum hindou déposait une demande de reconnaissance

de l’hindouisme sur la base de l’article 181 de la Constitution. Il s'agit,

en réalité, d'une demande de subsides, raison pour laquelle le

processus est moins avancé, sachant que cela se compte en années.

Monsieur le ministre, où en est cette demande de reconnaissance?

Comptez-vous rencontrer prochainement les représentants de la

communauté hindoue de Belgique concernant l’état d’avancement de

leur demande de reconnaissance? Identifiez-vous d’éventuels obstac-

les relatifs au subventionnement demandé par le Forum hindou? Si

oui, lesquels?

13.01 Cécile Thibaut (Ecolo-

Groen): Het Hindoe Forum van

België heeft in 2013 een aanvraag

ingediend tot erkenning van het

hindoeïsme. Het betreft een

subsidieaanvraag.

Hoe staat het met dit aan-

vraagdossier? Zult u deze

gemeenschap binnenkort ont-

moeten? Wat zou een goed-

keuring volgens u in de weg kun-

nen staan?

13.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente,

chère collègue, en effet, le 14 mars 2013, le Forum hindou de

Belgique a introduit une demande de reconnaissance de l'hindouisme

en Belgique. Sur la base de l'article 181 de la Constitution, le choix de

demander la reconnaissance comme culte relève de la compétence

du culte ou du mouvement philosophique qui introduit la demande.

La reconnaissance de l'hindouisme n'est pas prévue dans l'accord de

gouvernement. Je pense que nous en avons parlé, mais je n'étais pas

là lors de la discussion de ce thème. Finalement, nous avons décidé

avec ce gouvernement – c'est un choix délibéré – que pendant cette

législature, nous consacrerons tous nos efforts à la reconnaissance

du bouddhisme. Cependant, il y a évidemment encore d'autres

dossiers comme celui de l'Exécutif des Musulmans de Belgique et de

la Grande Mosquée de Bruxelles qui a fait l'objet d'une question de

votre part.

13.02 Minister Vincent Van

Quickenborne: Op 14 maart 2013

heeft het Hindoe Forum van België

op grond van artikel 181 van de

Grondwet een aanvraag tot erken-

ning ingediend. In het

regeerakkoord wordt er niet in de

erkenning van het hindoeïsme

voorzien. Ik was niet aanwezig op

het moment waarop dat thema

besproken werd. De regering heeft

ervoor geopteerd om zich tijdens

deze legislatuur ten volle in te

spannen voor de erkenning van

het boeddhisme.

13.03 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Je vous remercie pour votre

réponse, monsieur le ministre. J'entends qu'un processus est en

cours, sur la base de la loi. Je ne pense pas qu'il s'agisse d'un choix

politique mais plutôt d'un oubli de notre part. Au bout du compte, le

processus tel que le prévoit la loi doit se poursuivre.

Je reviendrai donc vers vous à ce sujet, car je pense que cette

demande de subsides est légitime et s'inscrit dans le cadre du

processus de reconnaissance d'une loi que nous avons tous votée et

que nous soutenons. Je pense que nous devons faire un pas en

avant à l'égard de cette communauté et prouver que notre loi sur la

reconnaissance des religions fonctionne.

13.03 Cécile Thibaut (Ecolo-

Groen): Ik denk niet dat dat een

politieke keuze was maar eerder

dat we het over het hoofd gezien

hebben. Die legitieme aanvraag

maakt deel uit van de erken-

ningsprocedure die is vastgelegd

in een wet die we allemaal hebben

goedgekeurd. Ik denk dat we die

gemeenschap tegemoet moeten

komen en de aanhangers van die

levensbeschouwing moeten be-

wijzen dat onze wetten en onze

erkenning van de erediensten wel

degelijk werken.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

14 Vraag van Bert Moyaers aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Een lik-

op-stukvervolging bij cybercrime" (55013075C)

14 Question de Bert Moyaers à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Des

poursuites immédiates en cas de cybercriminalité" (55013075C)

Page 39: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

33

14.01 Bert Moyaers (sp.a): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de

minister, het jaar 2020 was een grand cru voor cybercriminelen. Het

Belang van Limburg publiceerde in haar editie van 14 december

cijfers van 6 van de 14 Limburgse politiezones. Daaruit bleek dat er al

voor ruim 5,5 miljoen euro werd opgelicht. Dan is er ook nog het dark

number. Dat is het aantal mensen dat te beschaamd is of bij wie het

bedrag te laag ligt en geen aangifte doet.

Volgens berekeningen bij het parket van Limburg en de politie moet

men daarom het bedrag vier tot vijf keer vermenigvuldigen om een

realistisch beeld te krijgen. Dit zijn cijfers om van te duizelen en ze

gaan over slechts één provincie.

De politezones geven aan dat dit hun petje te boven gaat. Er is nood

aan een nationale preventiecampagne, een verhoging van de

capaciteit bij de federale politie om een fenomeenanalyse te maken,

maar ook een stevig lik-op-stukbeleid, meer bepaald voor de money

mules.

Cybercrime gebeurt vaak via internationale netwerken, maar vanaf

het moment dat criminelen de computer op afstand overnemen van

slachtoffers of hen met een list overhalen om geld over te maken, is

er in elk geval een geldoverdracht van de rekening van het slachtoffer

naar een andere rekening. Deze rekening is quasi steeds van een

money mule, een kleine garnaal die zijn of haar rekening tegen een

kleine vergoeding ter beschikking stelt.

Mijnheer de minister, gezien het grote menselijke leed en de daaraan

gekoppelde gezinsdrama's lijkt het belangrijk om kort op de bal te

spelen. Zult u zo snel mogelijk inzetten op een lik-op-stukvervolging

en meer bepaald op de money mules, omdat die toch wel goed te

traceren zijn? Kunt u vandaag al wat cijfers geven van het aantal

vervolgingen ten gevolge van cybercrime dat het afgelopen jaar werd

opgestart?

14.01 Bert Moyaers (sp.a): La

cybercriminalité augmente de plus

en plus. Les zones de police

avouent être dépassées par ce

phénomène. Une campagne na-

tionale de prévention, une aug-

mentation des capacités de la

police fédérale et une politique de

réaction immédiate sont néces-

saires. Lorsque les criminels par-

viennent à soutirer de l'argent à

leurs victimes, cette opération a

souvent lieu sur le compte de ce

que l'on appelle une mule finan-

cière, c.-à-d. une petite frappe qui

met son compte à disposition

contre une petite rémunération.

Une politique de réaction im-

médiate à l'encontre des mules

financières facilement traçables

est-elle en préparation? Combien

de cybercriminels ont-ils été

poursuivis en 2020?

14.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Dank u voor uw vragen,

mijnheer Moyaers.

Preventie inzake cybercrime is inderdaad belangrijk, maar er moet

ook worden opgetreden. Er is inderdaad een grote nood aan

bijkomende middelen voor de bestrijding van cybercrime, zowel bij de

politie als bij het openbaar ministerie. Daarin heb ik ook voorzien in

mijn beleidsverklaring.

Wij zullen investeren in centrale data-analyse en in een duidelijk

wetgevend kader dat het koppelen van bestaande databanken

toelaat. Het College van procureurs-generaal heeft gewerkt aan een

nationale omzendbrief inzake phishing die zal inzetten op een

verbetering van de beeldvorming alsook op de bestrijding van de

criminele bovenbouw, die vaak vanuit het buitenland opereert, en op

het criminele netwerk van de zogeheten money mules.

Opgelet, deze money mules, geldezels, zijn niet zomaar kleine

garnalen, maar wel noodzakelijke schakels in het geheel, zodat ook

hierop moet worden ingezet als men straffeloosheid absoluut wil

vermijden. Tegelijkertijd voeren wij ook gesprekken met de financiële

sector om een systeem te installeren, zodat transacties van fraude en

phishing sneller gedetecteerd kunnen worden. Specifiek bij phishing

14.02 Vincent Van Quickenborne,

ministre: La prévention en matière

de cybercriminalité est importante

mais il faut également agir. La

police et le ministère public ont

grandement besoin de moyens

supplémentaires. Nous allons

investir dans l'analyse centrale des

données et dans un cadre législatif

clair pour l'interconnexion des

banques de données.

Une circulaire du Collège des pro-

cureurs généraux sur le phishing

vise à améliorer l'imagerie et à

combattre la superstructure crimi-

nelle ainsi que le réseau de mules

financières. Ce ne sont pas de

petits poissons, ce sont des

maillons indispensables de la

chaîne qui ne doivent pas de-

meurer impunis. Nous sommes

également en pourparlers avec le

Page 40: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

34

zullen de money mules door dit systeem sneller worden ontmaskerd.

Dit kan ervoor zorgen dat ontvreemd geld tijdig wordt geblokkeerd en

teruggegeven aan de slachtoffers.

U suggereert een lik-op-stukvervolging. Graag, maar ik moet er toch

op wijzen dat het opsporen van de daders vaak net iets complexer is

dan de oplossing lijkt te suggereren. De daders maken vaak handig

gebruik van de anonimiteit van het world wide web en opereren vanuit

een ver buitenland. Het is dus niet altijd evident de daders snel te

identificeren of snel voor de rechter te brengen.

U hebt ook een vraag gesteld over het aantal vervolgingen. Mevrouw

de voorzitster, in verband met die vraag wil ik herinneren aan mijn

oproep, die ik vorige week in de commissie voor Justitie uitsprak, en

de mail die u vervolgens op 20 januari aan de Kamerleden stuurde,

waarvoor overigens dank, om het Kamerreglement in herinnering te

brengen, met name dat vragen naar statistieken schriftelijk dienen te

worden ingediend.

Mijnheer Moyaers, ik wil dus suggereren om uw vraag als schriftelijke

vraag in te dienen. Dan zal ik u zeker een antwoord bezorgen.

secteur financier afin de détecter

plus rapidement les transactions

frauduleuses et le hameçonnage.

Souvent, les auteurs de délits

manient habilement l'anonymat

qu'offre internet et opèrent depuis

l'étranger. Il n'est pas toujours fa-

cile de les identifier rapidement ou

de les traduire en justice.

En ce qui concerne le nombre de

poursuites, j'insiste à nouveau

pour que les questions relatives

aux statistiques soient posées par

écrit.

14.03 Bert Moyaers (sp.a): Mijnheer de minister, ik zal die vraag

schriftelijk indienen, wat inderdaad wel logisch lijkt, maar ik had het

wel leuk gevonden als ik al een richtinggevend cijfer kon krijgen.

In de eerste plaats dank ik u voor uw uitgebreid antwoord op mijn

eerste vraag, die voor mij veel belangrijker was. Een lik-op-stukbeleid

is volgens mij inderdaad absoluut nodig. De money mules zitten

meestal niet zozeer in het buitenland, vaak gaat het gewoon over

studenten die ervoor warm gemaakt worden om hun zichtrekening ter

beschikking te stellen. Er wordt een relatief kleine som beloofd, terwijl

de rekening gebruikt wordt om grotere bedragen te kunnen

doorsluizen naar het buitenland. Omdat vanaf de zichtrekening gestart

wordt, zijn die studenten heel vaak identificeerbaar en de straffen zijn

vaak ook niet mals. Daarom denk ik dat een goede campagne

aangewezen is. In mijn politiezone, Limburg Regio Hoofdstad, zal

volgend jaar een campagne met een duidelijke focus op de jongeren

worden opgestart. Die campagne zal samen met de PXL worden

opgezet en het thema van de zogenaamde money mules wordt

daarbij zeker aangesneden, omdat dat aansluit bij de leefwereld

waarin zij zitten.

Ik meen dat er tegenwoordig zeker meer dan voldoende data

voorhanden zijn, zodat de lokale politiediensten verder onderzoek

kunnen verrichten en om een fenomeenanalyse uit te voeren.

Daarnet stelde ik in dit verband ook een vraag aan de premier in de

commissie voor Binnenlandse Zaken. Van mijn politiezone vernam ik

vorig jaar dat het openbaar ministerie in een toestand was gekomen

waarbij de politie zich noodgedwongen moet beperken tot slechts

enkele gevallen om verder onderzoek te verrichten. De premier

verwees mij voor het antwoord op die vraag door naar u, daarom zal

ik ook daarover een bijkomende vraag indienen.

14.03 Bert Moyaers (sp.a): Je

déposerai une question écrite à ce

sujet.

Les mules financières ne sont

généralement pas à l'étranger.

Nous pouvons les appréhender et

les sensibiliser au problème. La

police locale devrait tout de même

pouvoir disposer de ressources

suffisantes afin d'analyser le

phénomène.

Het incident is gesloten.

L'incident est clos.

Page 41: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

35

15 Vraag van Ben Segers aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het Essex-

drama" (55013096C)

15 Question de Ben Segers à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le drame

de l'Essex" (55013096C)

15.01 Ben Segers (sp.a): Mijnheer de minister, ik verwijs naar de

schriftelijke versie van mijn vraag en ben heel erg benieuwd naar uw

antwoord, ook al is het kort dag, want ik heb mij daarvoor gebaseerd

op een reportage op de Nederlandse radio van afgelopen weekend en

een artikel in De Standaard van verleden maandag. Ik zal daarop

volgende week eventueel graag terugkomen.

Mijnheer de minister, begin januari antwoordde u me op een eerdere

vraag met betrekking tot het Essex-drama dat dit dossier een leidraad

zou zijn bij de evaluatie van COL 13/2018 over mensensmokkel, dat

er lessen zouden worden getrokken en dat er zou worden bijgestuurd.

En dat er daarbij bovendien rekening zou gehouden worden met mijn

suggesties en vragen. Ik was en ben daar zeer verheugd over.

Criminele netwerken met mensensmokkelaars zijn lerende

organisaties, die zich gezwind aanpassen aan wijzigende

omstandigheden. ‘Justitie’ moet dan natuurlijk des te meer een

lerende organisatie zijn.

Zopas - zaterdag 23 januari - was er op de Nederlandse radio een

reportage waaruit bleek dat er ook in Nederland één en ander mis

leek gegaan te zijn. De Nederlandse politie bleek bovendien niet

minder dan 2u gewacht te hebben aan het safehouse in Anderlecht, in

de verwachting afgelost te worden.

Over dit alles heb ik volgende vragen:

Moet ‘in abstracto’ het federaal parket door politie op de hoogte

worden gebracht i.v.m. een grensoverschrijding op het ogenblik van

een (nakende) grensoverschrijding, waarbij men bvb. gesmokkelden

volgt in het kader van een vermoedelijk misdrijf? Quid a.u.b. het KB

van 9 april betreffende politionele onderzoekstechnieken

(gecontroleerde aflevering) en/of art. 47 duodecies Wetboek van

strafvordering (dringende maatregelen) of andere bepalingen?

Is dit alles ‘in concreto’ hier gebeurd? Vraag nr. 5 heeft u vorige keer

niet beantwoord. Werd het federaal parket door politie op de hoogte

gebracht i.v.m. de grens- overschrijding op het ogenblik van de

(nakende) grensoverschrijding? Had dit niet moeten gebeuren, bvb.

op basis van het genoemde KB en/of het Wetboek van strafvordering

of andere bepalingen? Indien dit niet gebeurde, werd dan onderzocht

hoe dat kwam? Werden er betere afspraken gemaakt met politie?

In Nederland bestaat er blijkbaar iets als een doorlaatverbod (art. 126f

uit het Wetboek van Strafvordering). Na een eerdere parlementaire

enquête werd in Nederland beslist via wetswijziging zo’n

doorlaatverbod in te voeren, o.a. ingeval van mensenhandel en

mensenhandel. Bestaat zo’n verbod ook in België? Indien niet, lijkt dit

u toegevoegde waarde te hebben?

Bestaat er in België regelgeving waardoor het parket verplicht is in te

grijpen (nog los van de verplichting de Dienst Voogdij in te lichten)

wanneer het weet dat er bij vermoedelijke misdrijven minderjarigen in

het spel zijn? Indien niet, lijkt dit u toegevoegde waarde te hebben?

15.01 Ben Segers (sp.a): En

réponse à une question

précédente, le ministre a déclaré

que des leçons seraient tirées du

drame qui s'est produit dans

l'Essex et que le dossier servirait

de fil rouge pour l'évaluation de la

circulaire COL 13/2018 sur le trafic

des êtres humains. Le 23 janvier

2021, un reportage à la radio

néerlandaise a montré qu'une

situation avait dérapé aux Pays-

Bas également. Il est apparu que

la police néerlandaise avait

attendu deux heures durant dans

la planque d'Anderlecht en

espérant être relayée.

La police doit-elle informer le

parquet fédéral lorsqu'elle franchit

la frontière afin de traquer des

clandestins dans le cadre d'une

infraction présumée? L'a-t-elle fait

dans ce cas? Dans la négative, a-

t-on cherché à savoir pourquoi?

Une meilleure coordination a-t-elle

été organisée avec la police entre-

temps?

Aux Pays-Bas, il existe apparem-

ment une sorte d'interdiction de

"laisser passer" en cas de traite

des êtres humains. Une telle

interdiction existe-t-elle également

en Belgique? Dans la négative, le

ministre estime-t-il qu'elle aurait

une valeur ajoutée?

Existe-t-il en Belgique une régle-

mentation qui oblige le parquet à

intervenir – indépendamment de

l'obligation d'informer le Service

des Tutelles – s'il sait que des

mineurs sont impliqués dans des

infractions présumés? Dans la

négative, le ministre estime-t-il que

cette pratique serait judicieuse?

15.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster,

mijnheer Segers, het federaal parket laat mij weten dat het in

concreto zal antwoorden op de gestelde vragen, maar dat het hiervoor

wat meer tijd nodig heeft, wat ik begrijp. Die antwoorden komen

eraan.

15.02 Vincent Van Quickenborne,

ministre: Le parquet fédéral a

besoin de plus de temps afin de

répondre aux questions sur le

drame qui s'est déroulé dans

Page 42: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

36

Waarop ik u nu wel al kan antwoorden, is op uw vragen in abstracto.

De grensoverschrijdende observaties worden geregeld in artikel 40

van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst. Dat is een lang artikel

dat ik u zal besparen, maar het komt erop neer dat een

grensoverschrijdende observatie tussen lidstaten kan in geval van

mensenhandel en -smokkel, mits voorafgaand rechtshulpverzoek. In

geval van hoogdringendheid – spoedeisend karakter, zoals dat in het

verdrag wordt omschreven – is een rechtshulpverzoek niet nodig,

maar moet de Staat wiens grens wordt overschreden daarvan

onverwijld in kennis worden gesteld. Nadien moet een en ander per

rechtshulpverzoek worden geofficialiseerd.

In ons land moet het nationaal invalspunt (NIP) van DJO/DAO bij zo'n

hoogdringendheid worden gecontacteerd. De samenwerking verloopt

doorgaans vlot en de procedure en contactpunten zijn goed gekend.

Wat uw vraag over de gecontroleerde aflevering betreft, zijn de regels

hiervoor streng en precies. Ik zal ze kort samenvatten. De regels zijn

bepaald in de politionele onderrichting van 2006 en in de COL

betreffende de bijzondere opsporingsmethodes.

Een uitgestelde tussenkomst in het kader van infiltratie noemen we

een gecontroleerde aflevering of doorlevering. In het kader van een

observatie spreken we van een bewaakte aflevering of doorlevering.

Wat is het verschil tussen een aflevering en een doorlevering? De

bewaakte aflevering is het onder de permanente controle van

politiediensten doorlaten van een illegaal transport van goederen of

personen waarvan de politiediensten op de hoogte zijn, zonder dat de

politieambtenaren zelf het transport uitvoeren en afleveren of daartoe

hulp verschaffen en waarbij de politionele tussenkomst wordt

uitgesteld uiterlijk tot op de eindbestemming in België of in het

buitenland.

De bewaakte doorlevering is het onder de permanente controle van

de politiediensten doorlaten van een illegaal transport van goederen,

waarvan de politiediensten op de hoogte zijn zonder dat de

politieambtenaren zelf het transport uitvoeren en afleveren of daartoe

hulp verschaffen zonder een politionele tussenkomst.

De regels voor aflevering of doorlevering zijn anders als het gaat om

goederen, bijvoorbeeld een gesmokkelde partij cocaïne, dan wel om

personen, mensensmokkel. In geval van mensensmokkel zijn de

regels strenger in de volgende zin: gecontroleerde of bewaakte

doorlevering is verboden. Voor een gecontroleerde of bewaakte

aflevering van personen zijn vijf voorwaarden bepaald: ten eerste, te

allen tijde een goed zicht hebben op de omstandigheden en

voorwaarden waaronder het transport wordt uitgevoerd; ten tweede,

een verplichte tussenkomst tijdens het transport of uiterlijk op de

eindbestemming; ten derde, de fysieke veiligheid van personen

primeert te allen tijde; ten vierde, uit te voeren door de speciale

eenheden van de federale politie; ten vijfde, de procureur wint steeds

het voorafgaand akkoord van het federaal parket in.

Tot daar mijn voorlopig antwoord. Uw specifieke vragen met

betrekking tot de feiten die leidden tot de verschrikkelijke dood van

39 mensen in Essex zullen worden beantwoord door het federaal

parket en we zullen er dan op terugkomen.

l'Essex. Je puis toutefois déjà

répondre aux questions in

abstracto.

L'observation transfrontalière est

régie par l'article 40 de la

Convention de Schengen. Cette

convention dispose que l'obser-

vation transfrontalière dans le cas

de la traite et du trafic des êtres

humains est possible si une

demande d'entraide judiciaire est

introduite au préalable. En cas

d'extrême urgence, on peut faire

abstraction de la demande

d'entraide judiciaire à condition

que l'État dont la frontière est

franchie en soit immédiatement

informé. La situation doit être

officialisée par la suite par une

demande d'entraide judiciaire.

Dans notre pays, c'est le Point de

contact national (PCN) qui doit

être contacté dans ces cas

d'extrême urgence et la procédure

fonctionne généralement sans

problème.

Les règles relatives à la livraison

contrôlée sont strictes et précises.

Une livraison contrôlée est une

intervention différée dans le cadre

d'une infiltration. Dans le cadre

d'une observation, on parle de

livraison surveillée ou assistée.

Une livraison contrôlée consiste à

laisser se poursuivre un transport

illégal et à différer l'intervention de

la police jusqu'au lieu de des-

tination finale en Belgique ou à

l'étranger. Une livraison surveillée

ou assistée consiste à laisser se

poursuivre un transport illégal sans

intervention policière. La livraison

assistée contrôlée de personnes

n'est pas autorisée contrairement

à la livraison contrôlée de

personnes qui est autorisée mais

moyennant le respect de cinq

conditions strictes.

Nous reviendrons plus tard sur les

questions spécifiques.

Page 43: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

37

15.03 Ben Segers (sp.a): Mijnheer de minister, dank u voor uw

uitgebreide antwoord inzake de theorie. Ik kom uiteraard volgende

week bij u terug inzake de toepassing bij de feiten in het

Essexdossier.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

16 Question de Sophie Rohonyi à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les

peines prononcées à l’encontre d’agresseurs sexuels récidivistes et mineurs d’âge" (55013118C)

16 Vraag van Sophie Rohonyi aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

tegen minderjarige recidiverende aanranders uitgesproken straffen" (55013118C)

16.01 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, de juin 2016 à

mai 2017, onze étudiantes ont été agressées à Mons par le même

garçon, alors âgé de 15-16 ans, lequel a reconnu en avoir agressé

d’autres. Il sortait les agresser lorsque sa PlayStation ne fonctionnait

plus, provoquant chez ces jeunes filles des séquelles physiques et

psychologiques qu’elles porteront en elles toute leur vie. Ce 7 janvier,

le tribunal de la jeunesse de Mons a prononcé son jugement dans

cette affaire. Sauf que la peine prononcée a choqué - et à raison - les

victimes: l’agresseur devra participer à “un ou plusieurs modules de

formation”, proposés par une association montoise, et ce afin de le

faire participer “à un travail introspectif destiné à le sensibiliser aux

conséquences de ses actes.” Cette décision est d’autant plus

incompréhensible que l’expertise judiciaire diligentée par le tribunal

auprès de l’UPPL faisait état d’un risque de récidive “modéré” dans le

chef de l'auteur devenu entre-temps majeur, et préconisait ainsi une

“prise en charge thérapeutique spécifique.” L’auteur a d'ailleurs refusé

de participer au suivi psychologique qui lui avait été imposé par le

juge de la jeunesse lors de sa sortie d'IPPJ à sa majorité. Enfin,

aucune sanction n’est prévue si la formation imposée par le jugement

à l’auteur n’est pas observée. Ce jugement soulève donc plusieurs

questions que je me dois de vous adresser: l’absence de sanctions

assortissant le non-respect de la formation imposée par le tribunal de

la jeunesse ressort-elle du pouvoir discrétionnaire du juge ou d’une

lacune de la loi?

Pourquoi le Ministère public n'a pas diligenté d'enquête en vue de

prononcer le dessaisissement du dossier auprès du tribunal de la

jeunesse? Pourquoi le jugement en audience publique n’a-t-il eu lieu

que 4 ans après les faits? Quelles mesures de suivi sont prévues

pour veiller à ce qu’un agresseur sexuel soit mis hors d’état de nuire

dans l’attente de son jugement, en particulier lorsqu'il est mineur au

moment des faits? Ces mesures ont-elles été mises en place dans le

cas présent? Si non, pourquoi? Dans quel cas une collaboration avec

un centre d’appui de prise en charge des auteurs d'infractions à

caractère sexuel est-elle prévue? Qui doit la décider et pour quelle

durée? A quel suivi ont droit les jeunes victimes d'agressions

sexuelles? Le Procureur général fera-t-il appel de la décision du

tribunal de la jeunesse de Mons?

16.01 Sophie Rohonyi (DéFI): In

de periode van juni 2016 tot mei

2017 werden er in Bergen elf

studenten misbruikt door een en

dezelfde adolescent, die ook

andere feiten bekend heeft. Op

7 januari heeft de jeugdrechtbank

Bergen een straf uitgesproken,

waarbij de schuldige verplicht

wordt deel te nemen aan de

opleidingsmodules die door een

Bergense vereniging aangeboden

worden om hem te doen inzien tot

welke gevolgen zijn daden leiden.

Indien hij die opleiding niet volgt,

wordt er geen enkele sanctie

opgelegd. Dat is des te onbe-

grijpelijker omdat er in de gerech-

telijke expertise gewag gemaakt

werd van een recidiverisico en

aangedrongen werd op thera-

peutische begeleiding. Toen de

dader bij zijn meerderjarigheid uit

de OIJB ontslagen werd, weigerde

hij de door de jeugdrechter op-

gelegde psychologische bege-

leiding.

Is het uitblijven van sancties bij

niet-naleving van de verplichting

om een opleiding te volgen te

wijten aan de discretionaire be-

voegdheid van de rechter of aan

een lacune in de wet? Waarom

heeft het openbaar ministerie niet

meteen een onderzoek ingesteld

om de zaak uit handen van de

jeugdrechtbank te nemen? Waar-

om werd het vonnis pas vier jaar

na de feiten geveld? In welke

begeleiding wordt er voorzien om

te voorkomen dat een minderjarige

seksuele delinquent in afwachting

van zijn veroordeling nog meer

Page 44: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

38

slachtoffers maakt? Werden deze

maatregelen toegepast? Zo niet,

waarom niet? In welke gevallen

wordt er samengewerkt met een

steuncentrum voor de begeleiding

van daders van seksueel mis-

bruik? Wie moet er daarover een

beslissing nemen en hoelang loopt

dan die samenwerking? Welke

begeleiding krijgen de slachtoffers

van seksueel misbruik? Zal de

procureur-generaal beroep aan-

tekenen tegen de beslissing van

de jeugdrechtbank Bergen?

16.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente,

chers collègues, j'attire votre attention sur le fait que dans un État de

droit, il n'est pas approprié que le ministre de la Justice se prononce

sur un dossier particulier ou commente un jugement. Mais je vais bien

évidemment répondre à vos questions en tenant compte de ces

éléments.

D'abord, la sanction n'est pas dans l'esprit du décret du 18 janvier

2018 portant sur le Code de la prévention de l'aide à la jeunesse et de

la protection de la jeunesse, dit le Code. Aucune mesure provisoire ne

peut d'ailleurs être prise en vue d'exercer une sanction immédiate.

Néanmoins, le juge de la jeunesse peut toujours prendre des

mesures après jugement en cas de non-respect de celui-ci par le

jeune, même s'il n'est pas annoncé comme tel dans le jugement.

Si le juge de la jeunesse prévoit la participation à une formation, le

Code ne prévoit pas de mesures alternatives en cas de non-respect

de cette mesure. Il ne s'agit pas d'une lacune. Le juge de la jeunesse

peut en effet toujours provoquer un entretien de Cabinet et prendre

toute autre mesure prévue par le Code. La durée des mesures ne

pourrait jamais excéder les vingt ans, pour autant que le tribunal de la

Jeunesse ait prolongé les mesures jusqu'à cet âge.

L'article 113 du Code prévoit ainsi que le tribunal de la Jeunesse peut,

en tout temps, rapporter ou modifier la mesure, soit d'office, soit sur

l'initiative du ministère public ou du directeur de l'établissement auquel

le jeune est confié. Par ailleurs, toute mesure prise au fond est

réexaminée en vue d'être confirmée, rapportée ou modifiée avant

l'expiration du délai d'un an à compter du jour du jugement.

Concernant votre deuxième question, un dessaisissement n'est

possible qu'aux conditions cumulatives fixées par l'article 125 du

décret, à savoir que le jeune soit âgé de 16 ans ou plus au moment

des faits d'une part et, d'autre part, que le tribunal estime toute

mesure de protection inadéquate. Dans le cas en l'espèce, les faits

ont été essentiellement commis alors que le jeune avait moins de 16

ans. En résumé, les conditions pour permettre un tel dessaisissement

n'étaient pas réunies.

Concernant votre troisième question, la section Famille et Jeunesse

du Parquet de Mons est, comme beaucoup d'autres, confrontée à un

nombre toujours plus important de dossiers toujours plus complexes.

Sans commenter concrètement ce cas, vous savez que j'ai écrit dans

16.02 Minister Vincent Van

Quickenborne: Het is niet aan mij

om me over een specifiek dossier

uit te spreken.

De sanctie beantwoordt niet aan

de geest van het decreet van

18 januari 2018 houdende het

wetboek van preventie, hulp-

verlening aan de jeugd en jeugd-

bescherming. Er mogen geen

voorlopige maatregelen genomen

worden met het oog op een

onmiddellijke sanctie, maar de

jeugdrechter kan beslissen maat-

regelen op te leggen na het vonnis

wanneer dat niet nageleefd wordt.

Het wetboek voorziet niet in

alternatieve maatregelen indien de

opgelegde opleiding niet gevolgd

wordt. Dat is geen juridische

lacune. De rechter mag altijd een

kabinetsbespreking eisen of

andere maatregelen nemen. Ar-

tikel 113 van het wetboek bepaalt

dat de rechtbank, op elk ogenblik,

de maatregel kan intrekken of

wijzigen, ofwel van ambtswege of-

wel op initiatief van het openbaar

ministerie of van de directeur van

de instelling waaraan de jongere

toevertrouwd is. Iedere maatregel

ten gronde wordt opnieuw onder-

zocht om bevestigd, ingetrokken of

gewijzigd te worden voor het

verstrijken van een termijn van

één jaar vanaf de dag van het

vonnis.

Een uithandengeving is enkel

mogelijk indien de jongere op het

ogenblik van de feiten minimum

16 jaar oud is en de rechtbank de

Page 45: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

39

ma note de politique que "justice delayed is justice denied". Je suis

d'accord avec vous que la rapidité avec laquelle la peine est

prononcée détermine en grande partie son efficacité. Je vise cette

vitesse, mais parfois, la complexité d'une affaire ou de procédures

entreprises m'en empêche.

Concernant votre quatrième question, l'article 101 du Code prévoit

que pendant la phase préparatoire, le juge de la Jeunesse peut

notamment, à titre d'investigation, soumettre le jeune à une guidance,

imposer une formation ou encore le soumettre à des conditions

comme des interdictions de contacts ou de sorties dont le respect

peut être contrôlé par un service de police et/ou le service de

protection de la jeunesse.

La mise en œuvre de ces mesures prises dans le cadre d'une

décision judiciaire appartient à la Communauté française.

J'en viens à votre cinquième question. Plusieurs ordonnances ont été

prises: placement en IPPJ le 13 mai 2017, examen par le centre de

psychopathologie légale PPL le 13 mai 2017 et retour en famille sous

conditions avec intervention d'une équipe d'accompagnement, de

mobilisation intensive et d'observation le 27 juin de la même année.

En ce qui concerne votre sixième question, seul un juge peut imposer

à un auteur d'agression sexuelle le suivi d'une thérapie, et ce, après

avoir pris l'avis d'un centre agréé spécialisé dans le traitement des

délinquants sexuels. Cet avis est obligatoire.

En ce qui concerne votre septième question, la circulaire des

procureurs généraux COL16/2012 relative à l'accueil des victimes

prévoit un dispositif dont toutes les victimes peuvent bénéficier,

qu'elles soient majeures ou mineures. Par ailleurs la victime mineure

conserve toujours la possibilité de s'adresser directement aux autres

services de première ligne en cas de besoin.

En ce qui concerne votre huitième question, compte tenu du fait qu'un

dessaisissement n'a pas été requis par le parquet, un appel n'a pas

été proposé par le procureur du Roi.

beschermingsmaatregel ongepast

vindt. In casu was de jongere

jonger dan 16 jaar.

De gezins- en jeugdafdeling van

het parket te Bergen ontvangt

steeds meer dossiers. De snelheid

waarmee een straf uitgesproken

wordt heeft echter een invloed op

de efficiëntie ervan.

Artikel 101 van het wetboek

bepaalt dat de jeugdrechter de

jongere tijdens de voorbe-

reidingsfase een begeleiding, een

opleiding of bepaalde voor-

waarden, zoals een contact- of

uitgaansverbod, kan opleggen. De

naleving ervan wordt door de

politie en/of de jeugdbescherming

gecontroleerd.

De uitvoering van die maatregelen

valt onder de verantwoordelijkheid

van de Franse Gemeenschap.

Er werden verschillende be-

schikkingen getroffen: plaatsing in

een openbare instelling voor

jeugdbescherming en onderzoek

door de Unité de Psycho-

pathologie Légale op 13 mei 2017

en een voorwaardelijke terugkeer

in het gezin, met begeleiding, op

27 juni 2017.

Alleen een rechter kan een dader

van een seksueel misdrijf een

therapie opleggen, na advies van

een erkend centrum dat ge-

specialiseerd is in de behandeling

van zedendelinquenten.

De omzendbrief nr. 16/2012 van

het College van procureurs-ge-

neraal bij de hoven van beroep

betreffende het slachtofferonthaal

op parketten en rechtbanken voor-

ziet in een regeling voor alle

slachtoffers. Een minderjarig

slachtoffer kan zo nodig een

beroep doen op de eerste-

lijnsdiensten.

Aangezien het parket geen uithan-

dengeving had gevraagd, werd er

door de procureur des Konings

geen hoger beroep gevraagd.

Page 46: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

40

16.03 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, je vous

remercie pour votre temps et vos réponses très complètes, même si

des choses m'échappent encore dans cette affaire.

Premièrement, je ne comprends toujours pas pourquoi, malgré le

risque de récidive que présentait l'auteur des faits, malgré son refus

d'observer un suivi psychologique et malgré la nécessité qu'il soit pris

en charge, un juge de la Jeunesse, en l'occurrence ici à Mons, a

prononcé une peine qui n'en tenait absolument pas compte et qui

n'est même pas suivie de sanctions si elle n'est pas observée. C'est

juste aberrant!

Deuxièmement, pourquoi la procédure de dessaisissement au profit

du tribunal correctionnel n'a-t-elle pas été enclenchée? Vous dites

qu'en l'espèce les conditions n'étaient pas réunies. Certes, l'auteur

des faits n'avait pas 16 ans au début des faits mais il avait 16 ans à la

fin des faits – il a agressé ses victimes durant plus d'un an. Je

comprends tout à fait que vous ne puissez pas vous prononcer sur un

cas en particulier. Je vous remercie donc d'avoir malgré tout répondu

à mes questions.

Il n'empêche que je tenais vraiment à vous interpeller sur cette affaire

parce qu'à mon sens, elle est symptomatique du peu de considération

aujourd'hui accordée aux victimes de violences sexuelles. Je sais

d'ailleurs que vous en êtes conscient puisque vous abordez cette

problématique longuement et à juste titre dans votre note de politique

générale. Vous insistez sur la nécessité de prendre ces violences au

sérieux et d'éviter de nouvelles victimes. Toujours est-il que cette

affaire, comme je l'ai dit, soulève des problèmes structurels qui

appellent à mon sens des mesures. Je me permets de vous inviter à

en prendre l'initiative. Je pense en particulier au fait de prévoir un suivi

spécialisé et automatique de tous les jeunes auteurs de violences

sexuelles, notamment en finançant correctement les centres d'appui.

Ceux-ci sont de votre compétence fédérale.

Il convient également de faire en sorte que les nouveaux centres de

prise en charge des violences sexuelles puissent bénéficier aux

victimes de faits commis avant leur mise en place. En effet, ces

victimes ont besoin de soutien et portent encore en elles les séquelles

de leur agression.

Je vous invite également à veiller à ce que la palette de sanctions

mise à la disposition du juge soit utilisée pour prononcer une peine qui

soit en réelle adéquation avec la gravité des faits. Force est de

constater qu'en l'espèce, ce n'était pas le cas. Ce faisant, on ne

reconnaît pas les victimes dans leur souffrance et on finit par les

dissuader d'entamer cette démarche déjà tellement difficile de porter

plainte, et pour ces personnes, c'est tout simplement insupportable.

16.03 Sophie Rohonyi (DéFI): Ik

begrijp niet waarom de jeugd-

rechter, ondanks het recidive-

gevaar, de weigering van de dader

om zich psychologisch te laten

begeleiden en de nood aan een

behandeling, een straf heeft

opgelegd waarvan de niet-naleving

niet bestraft wordt. Dat is absurd.

Waarom werd de procedure voor

de uithandengeving aan de correc-

tionele rechtbank niet opgestart?

De dader was zestien op het

moment van de feiten, nadat hij

meer dan een jaar lang slacht-

offers had gemaakt. Ik begrijp dat

u zich niet kunt uitspreken over

een specifiek geval.

Deze zaak toont aan hoe weinig

respect er getoond wordt voor de

slachtoffers van seksueel geweld.

U bespreekt dit probleem uitge-

breid in uw beleidsnota, waarin er

op structurele problemen gewezen

wordt die maatregelen vergen. Alle

jonge daders van seksueel geweld

moeten automatisch gespeciali-

seerde begeleiding krijgen en

daarvoor moeten de steuncentra

correct gefinancierd worden.

Slachtoffers moeten ook in de

nieuwe Zorgcentra na Seksueel

Geweld terechtkunnen voor feiten

die gepleegd werden vóór de

oprichting van die centra. Ten

slotte moeten rechters hun

arsenaal aan straffen gebruiken

om een straf uit te spreken die

aansluit bij de ernst van de feiten,

wat in dit geval niet gebeurd is. Als

we het leed van de slachtoffers

niet erkennen, ontmoedigen we

hen om een klacht in te dienen,

wat sowieso al een moeilijke stap

is.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

17 Question de Philippe Pivin à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les

rapports des évaluations des sections Deradex" (55013191C)

17 Vraag van Philippe Pivin aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

verslagen van de evaluaties van de Deradexafdelingen" (55013191C)

Page 47: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

41

17.01 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, sous la précédente

législature, j'ai pu questionner votre prédécesseur sur l'évaluation des

sections Deradex, mises en place au sein de nos prisons. Ce

dispositif a été créé dans notre pays pour lutter, enfin, contre le

prosélytisme religieux et les risques d'endoctrinement entre détenus.

Lors d'auditions en 2020 de directions d'établissements pénitentiaires

et de la Direction générale de la DG EPI, il est apparu que des

analyses sur l'efficacité de ces sections avaient été réalisées par

certaines directions d'établissements. Je pense que c'est une certaine

Mme Lebrun qui avait pointé la problématique.

Malgré mes questions relatives aux évaluations menées, le Parlement

n'a toujours pas reçu d'information précise sur ce travail essentiel

pour faire évoluer notre cadre en matière de radicalisme et

d'extrémisme. Le ministre Geens avait bien répondu à une des mes

questions que des conclusions étaient attendues, mais à ce jour, le

Parlement n'en a, à ce jour, toujours pas été informé.

Dès lors, pourriez vous me communiquer si vous avez été informé de

la réalisation de ces évaluations sur les sections Deradex au sein des

établissements pénitentiaires? Si oui, quels services ont-ils réalisé

ces évaluations et auprès de qui ont-elles été communiquées? Des

scientifiques et experts externes ont-ils été sollicités dans le cadre de

ces évaluations? Les directions d'établissements pénitentiaires ont-

elles été intégrées dans ce travail d'évaluation et des recomman-

dations ont-elles été définies? Sur la base des conclusions et

recommandations déterminées, quelles initiatives ont-elles été prises

et par qui?

17.01 Philippe Pivin (MR): In een

aantal van onze gevangenissen

werd de efficiëntie van de

deradicaliseringsafdelingen geëva-

lueerd, maar ondanks onze vragen

heeft het Parlement hierover geen

precieze informatie ontvangen.

Werd u van die evaluatie op de

hoogte gebracht? Welke diensten

hebben die uitgevoerd? Werden er

wetenschappers en externe des-

kundigen ingeschakeld? Werden

de gevangenisdirecties bij die

werkzaamheden betrokken? Wer-

den er aanbevelingen opgesteld?

Werden er ter zake initiatieven

genomen?

17.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Cher collègue, je vous

remercie pour vos questions très pertinentes. Les sections Deradex,

créées en 2016, étaient une grande aventure et une grande

expérience par et pour notre système pénitentiaire. Il y a déjà eu de

telles expérimentations à l'étranger. Les évaluations en étaient tantôt

négatives, tantôt positives.

Comme vous, j'attends avec impatience l'évaluation faite par mes

services. Comme mon prédécesseur vous en a informé au milieu de

l'année dernière, les analyses du fonctionnement de Deradex ont

effectivement été réalisées mais le rapport d'évaluation n'a pas

encore été établi. Ces analyses ont été réalisées en interne par

différents services à commencer par les directions locales

concernées ainsi que les directions régionales, la cellule extrémisme

(CelEx) et les services psychosocial et d'appui juridique de

l'administration centrale des prisons.

Ce sont les services centraux qui sont chargés de regrouper toutes

les facettes de l'évaluation, mais la pandémie du coronavirus à

laquelle nous sommes confrontés depuis pratiquement un an n'a pas

eu que pour effet de perturber le fonctionnement des établissements

pénitentiaires, mais également celui de l'administration centrale, qui

s'est vu contrainte de concentrer prioritairement ses efforts sur la lutte

contre ce virus.

Quand le rapport d'évaluation me sera transmis, les constatations et

les conclusions mériteront, en tout cas, une discussion au sein de

cette commission.

17.02 Minister Vincent Van

Quickenborne: De Deradex-

afdelingen werden in 2016

opgericht en waren een avontuur

en een leerzame ervaring. Net

zoals u wacht ik vol ongeduld op

het evaluatieverslag van mijn

diensten, dat nog niet kon worden

opgesteld. De betrokken lokale

gevangenisdirecties, de geweste-

lijke directies, de Cel Extremisme,

de psychosociale dienst en de

dienst juridische ondersteuning

van de centrale gevangenis-

administratie hebben aan die

analyses meegewerkt.

De centrale diensten bundelen alle

facetten van de evaluatie, maar de

coronapandemie heeft ook de

werking van de centrale adm-

inistratie verstoord, die zich nood-

gedwongen op de bestrijding van

het virus moest focussen. Zodra

het evaluatieverslag aan mij

bezorgd wordt, kan het in deze

commissie besproken worden.

Page 48: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

42

17.03 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, nous avançons

petit à petit.

J'entends maintenant que les évaluations ont bien eu lieu. Je sais par

qui. Je sais que le rapport n'est toujours pas là et je sais pourquoi.

Mais il me reste à vous questionner sur le moment auquel ce rapport

sera là. Le seul élément que vous n'avez pas livré, c'est le moment où

vous espérez recevoir ce rapport. Peut-être pourriez vous compléter

en indiquant à quel moment de cette année – j'espère – vous

escomptez le recevoir.

Le virus, c'est une chose, mais je pense que la vie dans les

administrations pénitentiaires doit suivre son cours. Cet aspect est un

des aspects prioritaires de l'attention qui doit être portée par les

directions pénitentiaires.

17.03 Philippe Pivin (MR):

Wanneer denkt u dat u dat verslag

zult ontvangen?

17.04 Vincent Van Quickenborne, ministre: Cher collègue, j'espère

que ce sera avant l'été, mais je n'en suis pas sûr. Grâce à votre

question, j'ai encore un argument pour insister.

17.04 Minister Vincent Van

Quickenborne: Ik hoop vóór de

zomer maar dat ben ik niet zeker.

17.05 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, merci pour ce

complément de réponse.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

18 Question de Philippe Pivin à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'accès

aux soins médicaux dans certaines prisons" (55013192C)

18 Vraag van Philippe Pivin aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De

toegang tot medische zorg in sommige gevangenissen" (55013192C)

18.01 Philippe Pivin (MR): Madame la présidente, monsieur le

ministre, il est ici question d'un autre aspect très problématique, en

tout cas, dans certains établissements.

Le premier rapport du Conseil central de surveillance pénitentiaire

(CCSP) a notamment mis en évidence des problèmes d'accès aux

soins médicaux dans certaines prisons de notre pays. Les situations

semblent curieusement très différentes d'un établissement

pénitentiaire à l'autre alors que la surpopulation ne semble pas être la

cause directe de ces manquements en termes d'accessibilité aux

soins.

Le rapport précise, en outre, que le Conseil est resté sans réponse à

des demandes introduites auprès de la ministre de la Santé du

précédent gouvernement.

Le rapport montre des problèmes de soins à Dinant ou à Jamioulx,

mais qui ne semblent pas liés principalement à l'organisation de

l'accès aux soins. À Mons et Tournai, il semble qu'il y ait un réel

manque en termes d'accès aux médecins spécialistes, comme c'est

le cas au niveau de la plupart des établissements pénitentiaires de

Wallonie. À Bruxelles, la situation est très problématique, ce qui

semble assez curieux. En effet, on pointe du doigt les prisons de

Forest et de Berkendael où la situation semble très difficile pour

accéder aux soins médicaux alors que ce n'est pas le cas à la prison

de Saint-Gilles où est relevée une surpopulation carcérale.

18.01 Philippe Pivin (MR): In het

eerste verslag van de Centrale

Toezichtsraad voor het Gevange-

niswezen (CTRG) worden er

problemen gemeld bij de toegang

tot medische zorg in bepaalde

gevangenissen, waarbij de situatie

in de verschillende inrichtingen erg

kan verschillen. De CTRG heeft

geen antwoorden gekregen op de

vragen die aan de vorige minister

van Volksgezondheid gericht

werden.

Hebt u een kopie ontvangen van

de verzoeken die bij de vorige

minister van Volksgezondheid in-

gediend werden? Wat waren de

door de CTRG beoogde punten?

Werd er door het DG EPI een

analyse uitgevoerd? Welke con-

clusies trekt u uit het verslag van

de CTRG? Worden er in 2021 in

samenwerking met uw collega van

Volksgezondheid initiatieven geno-

men en gepland?

Page 49: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

43

Je souhaiterais donc avoir quelques éclaircissement au sujet des

variations de situation dans les établissements par rapport à cette

problématique qui est quand même extrêmement préoccupante pour

les détenus – vous me l'accorderez.

Monsieur le ministre, avez-vous reçu une copie des demandes qui

avaient été introduites auprès de la ministre de la Santé sous la

précédente législature concernant la situation en matière d'accès aux

soins médicaux dans nos prisons? Quels éléments étaient-ils visés

par le CCSP? Une analyse a-t-elle été réalisée récemment par la

DG EPI et communiquée à vos services? Concrètement, quelles

conclusions tirez-vous des éléments du premier rapport du CCSP?

Enfin, des initiatives sont-elles prises en collaboration avec votre

collègue du département de la Santé? Quelles sont les initiatives

planifiées pour l'année 2021?

18.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente,

cher collègue, je n'ai personnellement pas reçu de copie des

demandes introduites par le CCSP auprès de la ministre en charge de

la Santé publique sous le précédent gouvernement. Je ne peux pas

non plus vous confirmer si elle a ou non répondu.

En tout cas, la question des soins de santé dans les prisons est loin

d'aller de soi. Elle pose toutes sortes de problèmes. C'est

précisément pour cette raison qu'un vaste projet a été lancé sous la

précédente législature en vue de transférer le système des soins à la

Santé publique.

L'accord de gouvernement fait à nouveau explicitement référence à

cette réforme. J'ai eu l'occasion de communiquer, la semaine

dernière, l'état d'avancement de ce projet en réponse à une question

de Mme Zanchetta.

Je discuterai de la question de la réorganisation des soins de santé

en prison avec mon collègue en charge de la Santé publique à

l'occasion d'une réunion qui se tiendra le 1er février prochain.

L'administration pénitentiaire essaie, bien sûr, en attendant, de

résoudre tous les problèmes ponctuels, mais ce n'est pas toujours

évident car elle est confrontée, tout comme dans la société libre, à

une pénurie de certains groupes professionnels. Je pense ici à

certaines spécialités ou aux psychiatres. Trouver un dentiste n'est pas

toujours facile non plus.

Pour le reste, chaque commentaire formulé par le CCSP ou par les

commissions de surveillance locales est pris au sérieux. Dans les cas

particuliers où une solution est recherchée après examen, il suffit

parfois d'apporter des éclaircissements à l'aide d'informations

spécifiques. Les recommandations générales émanant des

institutions spécifiques ou du Conseil supérieur sont toujours

examinées avec toute l'attention requise. Les contacts avec les

médecins liés au Conseil supérieur sont également très constructifs.

Un certain nombre de problèmes sont liés aux délais d'attente pour

les consultations de spécialistes ou de dentistes. Dans la mesure où

ces délais sont comparables à ceux qui s'appliquent dans la société

libre, cela ne devrait poser aucun problème. Force est toutefois

18.02 Minister Vincent Van

Quickenborne: Ik heb geen kopie

ontvangen van de verzoeken die

door de CTRG bij de vorige

minister van Volksgezondheid in-

gediend werden.

Aangezien de gezondheidszorg in

de gevangenissen vele problemen

doet rijzen, werd er tijdens de

vorige legislatuur het plan opgevat

om die bevoegdheid naar Volks-

gezondheid over te hevelen. In het

regeerakkoord wordt er daarnaar

verwezen. In antwoord op een

vraag die mevrouw Zanchetta vo-

rige week gesteld heeft, heb ik

over deze hervorming een stand

van zaken opgemaakt. Op

1 februari zal er hierover een

vergadering met de minister van

Volksgezondheid plaatsvinden.

Het gevangeniswezen probeert de

problemen op te lossen, ook al is

er een tekort bij een aantal

beroepsgroepen.

Feedback van de CTGW of de

lokale toezichtcommissies wordt

altijd ernstig genomen. Als er een

oplossing gezocht moet worden,

volstaat het soms om duidelijkheid

te scheppen. De algemene aanbe-

velingen van de specifieke instel-

lingen of van de Hoge Raad wor-

den steeds grondig bestudeerd.

De contacten met de artsen van

de Hoge Raad verlopen zeer con-

structief.

Page 50: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

27/01/2021 CRIV 55 COM 356

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

44

d'admettre qu'en matière de soins dentaires, nous sommes parfois

confrontés à de longs délais d'attente. Il faut également tenir compte

du fait que lorsqu'il s'agit de consultations de spécialistes ou de

l'exécution de certaines interventions, la priorité est toujours donnée à

leur exécution dans nos propres centres médicaux car ces services

de soins peuvent parfaitement être comparés, en termes de qualité, à

ceux qui sont dispensés dans le monde extérieur, mais avec des

conditions de sécurité plus conformes à la population visée. Si le délai

d'attente est plus long que dans la société libre ou si la situation

médicale de la personne concernée nécessite des soins urgents, une

exception sera faite à cette règle.

De wachttijden bij de specialisten

zijn vergelijkbaar met die buiten de

gevangenissen, behalve voor de

tandarts.

Om veiligheidsredenen vinden

consultaties bij een specialist en

ingrepen bij voorkeur plaats in

onze medische centra. De zorg is

er vergelijkbaar met de zorg extra

muros. Bij langere wachttijden of

noodgevallen wordt er van die

regel afgeweken.

18.03 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie.

Vous avez complètement répondu à mes questions.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

19 Questions jointes de

- Nabil Boukili à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'affaire Nethys"

(55013209C)

- Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'affaire Nethys" (55013211C)

19 Samengevoegde vragen van

- Nabil Boukili aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De Nethysaffaire"

(55013209C)

- Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De Nethysaffaire" (55013211C)

19.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, en ce

moment, nous ne sommes plus trop habitués à lire de bonnes

nouvelles dans la presse. Par chance, l’actualité récente nous a

apporté l’exception qui confirme la règle, lorsque nous avons appris

que Stéphane Moreau, Pol Heyse, François Fornieri et Pierre Meyers

étaient placés en détention préventive pour détournement et abus de

biens sociaux mais aussi, concernant M. Moreau, pour faux, usage de

faux et escroquerie.

Au PTB, nous nous réjouissons de l’accélération de cette affaire qui

n’a que trop duré. Nous tenons tout d’abord à souligner le travail des

enquêteurs en ce sens et à les féliciter de ces avancées. Il est temps

que toute la lumière soit faite sur cette affaire qui dure déjà depuis

2016. Nous restons toutefois attentifs. Nous savons que M. Moreau a

déjà bénéficié deux fois de transactions pénales qui lui ont permis

d’échapper aux poursuites. Cela suffit.

Je pense vous relayer l’opinion de la grande majorité de la population

lorsque je vous indique, monsieur le ministre, qu’il est cette fois

nécessaire d’aller au bout de cette affaire. M. Moreau et ses

complices ne doivent plus bénéficier d’un régime de faveur sous la

forme d’une transaction pénale. La justice doit pouvoir suivre son

cours sereinement, sans risquer d’être court-circuitée, pour que ces

criminels en col blanc soient contraints de rendre des comptes.

Dès lors, monsieur le ministre, je souhaiterais vous demander si vous

vous opposez à l’octroi d’une transaction pénale dans ce dossier. Le

cas échéant, seriez-vous prêt à faire usage de votre droit d’injonction

pour empêcher qu’une telle transaction ait lieu?

19.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB):

Stéphane Moreau, Pol Heyse,

François Fornieri en Pierre Meyers

worden in voorlopige hechtenis ge-

houden wegens verduistering en

misbruik van vennootschaps-

goederen, maar in het geval van

de heer Moreau ook wegens

valsheid in geschrifte, gebruik van

valse stukken en oplichting.

De PVDA is verheugd dat deze

zaak in een stroomversnelling is

geraakt maar blijft waakzaam,

aangezien de heer Moreau al

tweemaal gebruik heeft gemaakt

van de minnelijke schikking in

strafzaken, waardoor hij aan ver-

volging kon ontsnappen. Ditmaal

mogen de heer Moreau en zijn

kompanen dat systeem niet ge-

bruiken. Het gerecht moet tot op

het bot kunnen gaan.

Zult u zich verzetten tegen een

minnelijke schikking in dit straf-

dossier, desnoods door gebruik te

maken van uw injunctierecht?

Page 51: CRIV 55 COM 356 CRIV 55 COM 356CRIV 55 COM 356 27/01/2021 CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LÉGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE i SOMMAIRE INHOUD Interpellation

CRIV 55 COM 356 27/01/2021

CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE

45

19.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Monsieur Boukili, je ne

compte pas me prononcer sur un dossier judiciaire en cours. Cepen-

dant, je constate avec vous que la justice fait son travail. M. Moreau

se trouve en détention préventive – vous l'avez constaté comme moi.

Du reste, vous devriez savoir, monsieur Boukili, qu'en tant que

ministre de la Justice, je ne commenterai jamais un dossier individuel.

Il en va du respect de la séparation des pouvoirs, qui constitue un

principe fondamental de notre démocratie.

19.02 Minister Vincent Van

Quickenborne: Overeenkomstig

het grondbeginsel van de schei-

ding der machten zal ik me niet

uitspreken over een lopende

rechtszaak en zal ik ook geen

commentaar geven op een in-

dividueel dossier. Maar ik stel

samen met u vast dat justitie haar

werk doet.

19.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous

remercie de votre réponse à laquelle, du reste, je m'attendais.

Je rappellerai simplement que les transactions pénales sont

proposées par le parquet, placé sous l'autorité du ministre de la

Justice, qui n'est autre que vous-même en ce moment. Comme vous

disposez d'un pouvoir d'injonction, vous pouvez vous prononcer sur

cette question. Par ailleurs, il me semble qu'il vous est également

loisible d'interdire la conclusion d'une transaction pénale par le

parquet – vu que celui-ci dépend de votre autorité.

C'était une manière de rappeler vos compétences, dont vous pouvez

vous servir dans cette affaire d'intérêt public.

19.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB):

Minnelijke schikkingen in straf-

zaken worden voorgesteld door

het parket, dat onder uw gezag

staat. Aangezien u beschikt over

een injunctierecht kunt u zich over

die zaak uitspreken. Het staat u

vrij het parket te verbieden een

minnelijke schikking in een straf-

zaak te sluiten.

L'incident est clos.

Het incident is gesloten.

De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.20 uur.

La réunion publique de commission est levée à 16 h 20.