criv 55 com 356 criv 55 com 356criv 55 com 356 27/01/2021 chambre-3e session de la 55e lÉgislature...
TRANSCRIPT
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
CRIV 55 COM 356
CRIV 55 COM 356
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS
DE BELGIQUE
BELGISCHE KAMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
COMPTE RENDU INTÉGRAL AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT DES INTERVENTIONS
INTEGRAAL VERSLAG MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG VAN DE TOESPRAKEN
COMMISSION DE LA JUSTICE COMMISSIE VOOR JUSTITIE
Mercredi Woensdag
27-01-2021 27-01-2021
Après-midi Namiddag
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
N-VA Nieuw-Vlaamse Alliantie
Ecolo-Groen Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen
PS Parti Socialiste
VB Vlaams Belang
MR Mouvement réformateur
CD&V Christen-Democratisch en Vlaams
PVDA-PTB Partij van de Arbeid – Parti du Travail de Belgique
Open Vld Open Vlaamse Liberalen en Democraten
Vooruit Vooruit
cdH centre démocrate Humaniste
DéFI Démocrate Fédéraliste Indépendant
INDEP-ONAFH Indépendant - Onafhankelijk
Abréviations dans la numérotation des publications : Afkortingen bij de nummering van de publicaties :
DOC 55 0000/000 Document parlementaire de la 55e législature, suivi du n° de
base et du n° consécutif
DOC 55 0000/000 Parlementair stuk van de 55e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
QRVA Questions et Réponses écrites QRVA Schriftelijke Vragen en Antwoorden
CRIV Version provisoire du Compte Rendu Intégral CRIV Voorlopige versie van het Integraal Verslag
CRABV Compte Rendu Analytique CRABV Beknopt Verslag
CRIV Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu
intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit
des interventions (avec les annexes)
CRIV Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en
rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
de bijlagen)
PLEN Séance plénière PLEN Plenum
COM Réunion de commission COM Commissievergadering
MOT Motions déposées en conclusion d’interpellations (papier beige) MOT Moties tot besluit van interpellaties (op beigekleurig papier)
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants
Commandes :
Place de la Nation 2
1008 Bruxelles
Tél. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.lachambre.be
e-mail : [email protected]
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers
Bestellingen :
Natieplein 2
1008 Brussel
Tel. : 02/ 549 81 60
Fax : 02/549 82 74
www.dekamer.be
e-mail : [email protected]
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
i
SOMMAIRE INHOUD
Interpellation de Marijke Dillen à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"Les recommandations de la Cour des comptes
sur l'exécution de la loi du 22 mai 2003 au
SPF Justice" (55000083I)
1 Interpellatie van Marijke Dillen aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De aanbevelingen van het Rekenhof over de
uitvoering van de wet van 22 mei 2003 bij de
FOD Justitie" (55000083I)
1
Orateurs: Marijke Dillen, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Marijke Dillen, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Motions 4 Moties 4
Question de Ben Segers à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"La procédure una via" (55012816C)
5 Vraag van Ben Segers aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De una-viaprocedure" (55012816C)
5
Orateurs: Ben Segers, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Ben Segers, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Marianne Verhaert à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"Le problème de la drogue en Campine"
(55012843C)
6 Vraag van Marianne Verhaert aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De drugsproblematiek in de Kempen"
(55012843C)
6
Orateurs: Marianne Verhaert, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Marianne Verhaert, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Katleen Bury à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"Le suivi et les poursuites dans le cadre des
mutilations génitales" (55012869C)
11 Vraag van Katleen Bury aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"Opvolging en vervolging van genitale verminking"
(55012869C)
11
Orateurs: Katleen Bury, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Katleen Bury, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Sophie De Wit à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"Les sanctions en cas de non-respect du
dépistage et de la quarantaine obligatoires"
(55012904C)
12 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De sancties bij de niet-naleving van verplichte
testing of verplichte quarantaine" (55012904C)
12
Orateurs: Sophie De Wit, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Sophie De Wit, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Questions jointes de 14 Samengevoegde vragen van 14
- Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne
(VPM Justice et Mer du Nord) sur "La création de
maisons de détention" (55012932C)
14 - Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne
(VEM Justitie en Noordzee) over "De oprichting
van detentiehuizen" (55012932C)
14
- Ben Segers à Vincent Van Quickenborne (VPM
Justice et Mer du Nord) sur "Les maisons de
détention" (55013264C)
14 - Ben Segers aan Vincent Van Quickenborne
(VEM Justitie en Noordzee) over "de
detentiehuizen" (55013264C)
14
Orateurs: Sophie De Wit, Ben Segers,
Vincent Van Quickenborne, vice-premier
ministre et ministre de la Justice et de la Mer
du Nord
Sprekers: Sophie De Wit, Ben Segers,
Vincent Van Quickenborne, vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Noordzee
Question de Nabil Boukili à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"Les visites domiciliaires dans le cadre de la lutte
contre la pandémie de covid-19" (55012934C)
18 Vraag van Nabil Boukili aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De woonstbetredingen in het kader van de
bestrijding van de coronapandemie" (55012934C)
18
Orateurs: Nabil Boukili, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
Sprekers: Nabil Boukili, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
ii
ministre de la Justice et de la Mer du Nord minister van Justitie en Noordzee
Question de Sophie De Wit à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"Le suivi des abus de voitures de fonction et
cartes de carburant à l’administration
pénitentiaire" (55012985C)
20 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De follow-up van het misbruik van dienstwagens
en tankkaarten bij het gevangeniswezen"
(55012985C)
20
Orateurs: Sophie De Wit, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Sophie De Wit, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Sophie De Wit à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"L'instauration du processus d'évaluation des
risques" (55012986C)
21 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De invoering van de risicotaxatie" (55012986C)
21
Orateurs: Sophie De Wit, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Sophie De Wit, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Sophie De Wit à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"L'entrée en vigueur de la loi relative au statut
juridique externe des détenus" (55012989C)
23 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De inwerkingtreding van de wet betreffende de
externe rechtspositie van gedetineerden"
(55012989C)
23
Orateurs: Sophie De Wit, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Sophie De Wit, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Questions jointes de 25 Samengevoegde vragen van 25
- Cécile Thibaut à Vincent Van Quickenborne
(VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les
accusations d'ingérence à l’EMB et l'avenir de la
gestion de la Grande Mosquée de Bruxelles"
(55013056C)
25 - Cécile Thibaut aan Vincent Van Quickenborne
(VEM Justitie en Noordzee) over "De
beschuldigingen van inmenging in het EMB en het
toekomstige beheer v.d. Grote Moskee van
Brussel" (55013056C)
25
- Theo Francken à Vincent Van Quickenborne
(VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'Exécutif des
Musulmans de Belgique" (55013254C)
25 - Theo Francken aan Vincent Van Quickenborne
(VEM Justitie en Noordzee) over "De
Moslimexecutieve" (55013254C)
25
Orateurs: Cécile Thibaut, Theo Francken,
Vincent Van Quickenborne, vice-premier
ministre et ministre de la Justice et de la Mer
du Nord
Sprekers: Cécile Thibaut, Theo Francken,
Vincent Van Quickenborne, vice-
eersteminister en minister van Justitie en
Noordzee
Question de Cécile Thibaut à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"La reconnaissance du bouddhisme"
(55013057C)
31 Vraag van Cécile Thibaut aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De erkenning van het boeddhisme" (55013057C)
31
Orateurs: Cécile Thibaut, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Cécile Thibaut, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Cécile Thibaut à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"La reconnaissance de l'hindouisme"
(55013058C)
31 Vraag van Cécile Thibaut aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De erkenning van het hindoeïsme" (55013058C)
31
Orateurs: Cécile Thibaut, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Cécile Thibaut, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Bert Moyaers à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"Des poursuites immédiates en cas de
cybercriminalité" (55013075C)
32 Vraag van Bert Moyaers aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"Een lik-op-stukvervolging bij cybercrime"
(55013075C)
32
Orateurs: Bert Moyaers, Vincent Van Sprekers: Bert Moyaers, Vincent Van
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
iii
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Ben Segers à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"Le drame de l'Essex" (55013096C)
35 Vraag van Ben Segers aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"Het Essex-drama" (55013096C)
35
Orateurs: Ben Segers, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Ben Segers, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Sophie Rohonyi à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"Les peines prononcées à l’encontre d’agresseurs
sexuels récidivistes et mineurs d’âge"
(55013118C)
37 Vraag van Sophie Rohonyi aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De tegen minderjarige recidiverende aanranders
uitgesproken straffen" (55013118C)
37
Orateurs: Sophie Rohonyi, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Sophie Rohonyi, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Philippe Pivin à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"Les rapports des évaluations des sections
Deradex" (55013191C)
40 Vraag van Philippe Pivin aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De verslagen van de evaluaties van de
Deradexafdelingen" (55013191C)
40
Orateurs: Philippe Pivin, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Philippe Pivin, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Question de Philippe Pivin à Vincent Van
Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"L'accès aux soins médicaux dans certaines
prisons" (55013192C)
42 Vraag van Philippe Pivin aan Vincent Van
Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"De toegang tot medische zorg in sommige
gevangenissen" (55013192C)
42
Orateurs: Philippe Pivin, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Philippe Pivin, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
Questions jointes de 44 Samengevoegde vragen van 44
- Nabil Boukili à Vincent Van Quickenborne (VPM
Justice et Mer du Nord) sur "L'affaire Nethys"
(55013209C)
44 - Nabil Boukili aan Vincent Van Quickenborne
(VEM Justitie en Noordzee) over "De
Nethysaffaire" (55013209C)
44
- Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (premier
ministre) sur "L'affaire Nethys" (55013211C)
44 - Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo
(eerste minister) over "De Nethysaffaire"
(55013211C)
44
Orateurs: Nabil Boukili, Vincent Van
Quickenborne, vice-premier ministre et
ministre de la Justice et de la Mer du Nord
Sprekers: Nabil Boukili, Vincent Van
Quickenborne, vice-eersteminister en
minister van Justitie en Noordzee
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
1
COMMISSION DE LA JUSTICE COMMISSIE VOOR JUSTITIE
du
MERCREDI 27 JANVIER 2021
Après-midi
______
van
WOENSDAG 27 JANUARI 2021
Namiddag
______
De openbare commissievergadering wordt geopend om 14.16 uur en voorgezeten door mevrouw Kristien
Van Vaerenbergh.
La réunion publique de commission est ouverte à 14 h 16 et présidée par Mme Kristien Van Vaerenbergh.
01 Interpellatie van Marijke Dillen aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
aanbevelingen van het Rekenhof over de uitvoering van de wet van 22 mei 2003 bij de FOD Justitie"
(55000083I)
01 Interpellation de Marijke Dillen à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les
recommandations de la Cour des comptes sur l'exécution de la loi du 22 mai 2003 au SPF Justice"
(55000083I)
01.01 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, de wet van 22 mei
2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit
van de federale Staat is voor Justitie op 1 januari 2012 in werking
getreden. Het Rekenhof heeft sindsdien verschillende keren
vastgesteld dat Justitie heel wat achterstand heeft bij de invoering van
de nieuwe overheidsboekhouding en dat het boekhoudkundige
beheer tekortkomingen vertoont.
Ook in 177e Boek, deel III betreffende de algemene rekening 2019
van het algemeen bestuur van de federale Staat kaart het Rekenhof
de problematiek opnieuw aan en formuleert het nieuwe en
bijkomende aanbevelingen.
Justitie heeft volgens het Rekenhof weliswaar vooruitgang geboekt en
verbeteringen aangebracht, vooral sinds in 2019 de cel Boekhouding
bij de dienst Budget en Beheerscontrole werd opgericht, die als
prioriteit heeft om Justitie te helpen om de nodige maatregelen te
nemen en zo goed mogelijk aan de voorschriften van de wet van
22 mei 2003 te voldoen. Nochtans blijft het Rekenhof vaststellen dat
de acties die nodig zijn om de getrouwheid van de verrichtingen van
Justitie in de rekeningen van het algemeen bestuur te garanderen,
niet op korte termijn kunnen worden afgerond. Dat kan een negatieve
impact hebben op het oordeel van het Rekenhof in het kader van de
certificering van de jaarrekening van de federale Staat.
Mijnheer de minister, de tekortkomingen uit het verleden zijn uiteraard
niet uw verantwoordelijkheid. Daar ben ik mij terdege van bewust. Dat
zijn tekortkomingen van verschillende van uw voorgangers. Het is wel
belangrijk daaraan dringend aandacht te besteden.
Mijnheer de minister, kunt u mij mededelen waarom Justitie nog
steeds niet is tegemoetgekomen aan de verschillende aanbevelingen
van het Rekenhof om de tekortkomingen weg te werken?
01.01 Marijke Dillen (VB): La loi
du 22 mai 2003 portant organisa-
tion du budget et de la comptabilité
de l'État fédéral est entrée en
vigueur le 1er janvier 2012 pour la
Justice. Depuis lors, la Cour des
comptes a constaté à plusieurs
reprises des retards importants de
la part de la Justice dans
l’implémentation de la nouvelle
comptabilité publique et des
dysfonctionnements dans la
gestion comptable. Le problème
est également évoqué dans le livre
177, partie III publié par la Cour
des comptes, qui formule des
recommandations nouvelles et
complémentaires. Pourquoi la Jus-
tice n'a-t-elle toujours pas donné
suite aux différentes recomman-
dations de la Cour des comptes?
La création en 2019 d'une unité
Comptabilité au sein du service
Budget et Contrôle de gestion qui
doit permettre d'améliorer la
fidélité des opérations de la
Justice dans FEDCOM, constitue
un grand pas en avant selon la
Cour des comptes mais arrive
probablement trop tard. Quelles
initiatives le ministre prendra-il
pour que l'opinion de la Cour ne
soit pas influencée dans le cadre
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
2
De recente oprichting van een cel Boekhouding bij de dienst Budget
en Beheerscontrole met als prioritair doel de getrouwheid van de
verrichtingen van Justitie in FEDCOM te verbeteren, vormt volgens
het Rekenhof een grote stap vooruit, die echter mogelijk te laat komt
om alle door het Rekenhof aangehaalde tekortkomingen goed te
maken voor de certificering van de jaarrekening. Welke initiatieven
zult u nemen om een negatieve impact op het oordeel van het
Rekenhof in het kader van de certificering van de jaarrekening te
vermijden?
Het Rekenhof heeft in zijn recentste editie een aantal nieuwe en
bijkomende aanbevelingen geformuleerd. Ik verwijs naar
bladzijde 171 in het verslag van het Rekenhof. Het is wel belangrijk
om hieraan de nodige aandacht te besteden, zeker met het oog op
het oordeel dat het Rekenhof dient te formuleren bij de certificering
van de jaarrekening van de federale Staat. Gaat u initiatieven nemen
om ook hieraan bij hoogdringendheid tegemoet te komen? Zo ja,
welke?
de la certification des comptes
annuels de l'État fédéral? Le
ministre prendra-t-il les mesures
nécessaires à court terme afin de
répondre aux recommandations
nouvelles et complémentaires for-
mulées récemment?
01.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Dillen, mijn
departement is zich ten volle bewust van de grote uitdaging om
volledig te voldoen aan de wet van 22 mei 2003 en de uitvoerings-
besluiten. Onder mijn voorganger heeft de FOD Justitie heel wat
initiatieven genomen, die nog steeds voortlopen en die mijn volle
steun genieten. Zo werkt het centrale bestuur van de FOD Justitie
sinds 1 januari 2019 met de FEDCOM-applicatie. De invoering van die
applicatie heeft tot doel de boekhoudkundige gegevens van alle
entiteiten van de FOD Justitie maximaal en op een gestandaar-
diseerde wijze in één applicatie te beheren. Ook de ondersteunende
diensten van de colleges, rechtbanken en het openbaar ministerie zijn
in de loop van 2019 tot FEDCOM toegetreden. Begin 2020 trad de
Veiligheid van de Staat eveneens toe.
Collega's, ik neem aan dat u beseft dat de FOD Justitie een uiterst
omvangrijke en zeer heterogene organisatie is. Justitie vormt namelijk
het kruispunt van verschillende grondwettelijke machten, de
rechterlijke orde, het gevangeniswezen, de Veiligheid van de Staat,
het centrale bestuur en de verschillende autonome commissies.
Bijgevolg valt de FOD Justitie niet te vergelijken met andere federale
departementen, die meestal wel voor het overgrote deel onder de
uitvoerende macht vallen.
Concreet is de verbetering van de boekhouding geen alleenstaande
activiteit, die onafhankelijk van de stafdienst Budget en Beheers-
controle (B&B) kan worden behartigd. Het voeren van een
boekhouding gaat niet louter om pure boekhoudkundige processen en
transacties. Ook de aankoopprocedures en logistieke beheers-
processen, die transversaal doorheen de FOD Justitie lopen, maken
deel uit van de wet.
Het vergt in de justitieketen een bewustwording dat budgettaire
vermogens en financiële operaties op een correcte wijze moeten
worden geregistreerd. Tevens moeten al de diensten hun processen
standaardiseren, de juiste profielen aanwerven en opleiden, interne
controlemechanismen toepassen en veel meer registreren dan
vroeger het geval was. In het globale meerjarenproject FEDCOM is
de FOD Justitie zich aan het voorbereiden om de FEDCOM-applicatie
en de werking ervan te integreren ten behoeve van alle gebruikers.
01.02 Vincent Van Quickenborne,
ministre: Mon prédécesseur a déjà
pris de nombreuses initiatives,
lesquelles sont poursuivies. Ainsi,
l'administration centrale du SPF
Justice utilise depuis le 1er janvier
2019 l'application FEDCOM.
L'objectif est de gérer les données
comptables de toutes les entités
du SPF Justice de façon standar-
disée dans une seule application.
Les services d'appui et la Sûreté
de l'État l'utilisent aussi.
Tout le monde sait que le SPF
Justice est une très grande
organisation hétérogène. A cet
égard, elle n'est pas comparable
aux autres départements fédé-
raux. La comptabilité ne se limite
pas, par ailleurs, à des processus
comptables et des transactions.
Les procédures d'achat et les
processus de gestion, qui sont
utilisées de façon transversale
dans l'ensemble du SPF Justice,
font partie de la loi.
Il est nécessaire de prendre con-
science au sein de la chaîne
judiciaire de la nécessité d'en-
registrer de façon correcte les
moyens budgétaires et les opé-
rations financières. Tous les
services concernés doivent en
outre standardiser leurs proces-
sus, recruter et former les profils
adéquats et appliquer des
mécanismes de contrôle.
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
3
Behalve het technische aspect wordt ook veel aandacht besteed aan
de organisatiestructuur, de processen en de procedures alsook aan
de opleiding van de personen die een rol zullen opnemen binnen die
processen.
Gezien de complexiteit en de omvang van de invoering van de
FEDCOM-applicatie loopt het project in 2021 door. De FOD Beleid en
Ondersteuning heeft daarin trouwens een belangrijk technologisch
aandeel.
Spijtig genoeg heeft de covidpandemie ook een vertragende impact
op het megaproject, meer bepaald op de opleiding en de training van
de nieuwe gebruikers van de FEDCOM-applicatie.
Het dient gezegd, ook al biedt de invoering van FEDCOM enorme
opportuniteiten en is het evident een te nemen stap voorwaarts,
FEDCOM kent ook een aantal beperkingen. Het linken van FEDCOM
met businessapplicaties, waarvan Justitie er heel wat heeft, is niet
eenvoudig. Het installeren van automatische workflows is moeilijk.
Ook de rapportering door FEDCOM is niet evident.
Tot slot wil ik er nog op wijzen dat behalve het Rekenhof ook de
Federale Interne Audit in 2019 en 2020 een grondige analyse heeft
gemaakt van de stand van zaken. De resultaten van beide audits
bevestigen dat binnen Justitie serieuze vooruitgang wordt geboekt om
de algemene boekhouding en de jaarrekening te verbeteren.
Wij zijn nog niet waar wij moeten zijn, maar met Team Justitie boeken
wij vooruitgang.
In antwoord op uw tweede vraag kan ik u melden dat binnen de
stafdienst B&B de dienst Boekhouding zich verder blijft professio-
naliseren, om op basis van de aanbevelingen van het Rekenhof en
van de Federale Interne Audit de nodige stappen te ondernemen tot
het verbeteren van de kwaliteit van de boekhoudcijfers. Ook neemt de
dienst de nodige initiatieven voor het verhogen van het bewustzijn
over het belang van een correct gevoerde boekhouding.
Verschillende actieplannen werden opgesteld met een periodieke
opvolging ervan door het management. Ik wil nogmaals benadrukken
dat het opstellen van een correcte jaarrekening niet uitsluitend het
werk is van de dienst Boekhouding. Ook andere processen hebben
een belangrijke impact op de boekhoudcijfers. Daarom is er het
project Just4You FEDCOM dat de FOD Justitie onder impuls van de
stafdienst B&B heeft opgestart en dat transversaal doorheen Justitie
loopt.
Tevens is het versterken van het personeelskader van de stafdienst
B&B en bij uitbreiding van de financiële diensten overal in het
departement een van mijn actiepunten in 2021. De voorbije jaren
hebben de opgelegde besparingen en de onderfinanciering van
Justitie een verarming van die diensten teweeggebracht. Ik heb
daarom de opdracht gegeven aan mijn administratie om een
realistisch voorstel tot versterking te doen.
In antwoord op uw derde vraag wijs ik erop dat in samenspraak met
de Federale Interne Audit een grondig actieplan werd opgesteld om in
Vu sa complexité, le projet se
poursuit en 2021. La pandémie de
covid-19 a malheureusement
retardé la formation et l'entraîne-
ment des nouveaux utilisateurs de
l'application FEDCOM.
L'application offre de grandes
opportunités, mais connaît égale-
ment certaines limites. Il n'est pas
simple de lier FEDCOM aux
applications utilisées par les
entreprises. L'installation de
processus de travail automatiques
est laborieuse. Le rapportage n'est
pas non plus évident.
Enfin, je tiens à signaler que les
audits réalisés par le service
fédéral Audit Interne en 2019 et
2020 confirment que des progrès
importants ont été réalisés à la
Justice en vue d'améliorer la
comptabilité générale et les
comptes annuels.
En exécution des recomman-
dations, le service Comptabilité fait
le nécessaire pour améliorer la
qualité des chiffres comptables. Le
service prend également des
initiatives afin de souligner l'im-
portance d'une comptabilité cor-
rectement tenue.
D'autres processus ont également
une incidence importante sur les
chiffres comptables. C'est ce qui a
justifié le lancement du projet
Just4You, un projet transversal qui
concerne l'ensemble de la Justice.
Le cadre du personnel du service
d'encadrement B&CG et des
services financiers sera renforcé
en 2021.
Il a été procédé, en concertation
avec le service fédéral Audit
Interne, à l'élaboration d'un plan
d'action approfondi qui a été validé
par le comité de direction de mon
département. Il est œuvré à une
amélioration de l'enregistrement
des opérations, des contrôles, de
la transmission des informations et
de l'échange des rapports. Le
grand pas en avant ne sera franchi
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
4
alle opgesomde domeinen verbeteringen te kunnen realiseren.
Het actieplan werd gevalideerd door het directiecomité van mijn
departement, zodat iedereen zich bewust is van het belang van de
verbetering van de kwaliteit van de jaarrekening. Samen met de
operationele diensten wordt door de stafdienst B&B gewerkt aan
betere, dagelijkse en maandelijkse registraties van de verrichtingen,
aan betere controles, aan een betere informatiedoorstroming en aan
een bredere uitwisseling van de rapporten.
Deze werkwijze is een grote stap vooruit, maar zoals gezegd zal de
grote stap voorwaarts er maar komen als Justitie geheel en in al zijn
entiteiten de FEDCOM-applicatie correct in gebruik zal nemen.
Daarvoor werden voldoende middelen uitgetrokken om Justitie in
dezen professioneel bij te staan.
que lorsque la Justice aura, dans
toutes ses entités, correctement
mis en service l'application
FEDCOM. Des moyens suffisants
ont été libérés à cet effet.
01.03 Marijke Dillen (VB): Mijnheer de minister, bedankt voor uw
uitvoerig en vrij gedetailleerd antwoord, dat ik nog zal nalezen. Ik heb
nooit beweerd dat er niets gebeurd is, maar het Rekenhof wijst nu al
verschillende malen op die tekortkomingen.
Ik ben mij bewust van de ingewikkeldheid van het departement
Justitie, dat, zoals u terecht zegt, niet vergeleken kan worden met
andere departementen. Het klopt inderdaad ook dat de hele
justitieketen hierbij betrokken is. Ik denk dat het heel belangrijk is dat
er vanuit het beleid voldoende aandacht wordt besteed aan de
duidelijke aanbevelingen van het Rekenhof, zeker vanwege het
belang van de kwaliteit van de jaarrekeningen, maar in het bijzonder
gezien het advies van het Rekenhof bij de certificering van de
jaarrekening van de federale Staat. Ik zal dit dossier zeker verder
blijven opvolgen.
Mevrouw de voorzitster, ik heb dan ook een motie ingediend.
01.03 Marijke Dillen (VB): Il est
crucial de porter une attention
suffisante aux recommandations
de la Cour des comptes, étant
donné l'importance de la qualité
des comptes annuels, certes, mais
surtout en raison de l'avis de la
Cour des comptes lors de la
certification des comptes annuels
de l'État fédéral.
Moties
Motions
De voorzitster:
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Marijke Dillen
en het antwoord van de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee,
- overwegende dat de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit
van de federale Staat op 1 januari 2012 in werking getreden is voor de FOD Justitie;
- overwegende dat het Rekenhof sindsdien heeft vastgesteld dat de FOD Justitie heel wat achterstand heeft
bij de invoering van de nieuwe overheidsboekhouding en dat het boekhoudkundige beheer tekortkomingen
vertoont;
- overwegende dat ook in het 177e Boek deel Ill van het Rekenhof betreffende de algemene rekening 2019
van het algemeen bestuur van de federale Staat deze problematiek opnieuw wordt aangekaart en er
nieuwe en bijkomende aanbevelingen worden geformuleerd;
- overwegende dat de FOD Justitie volgens het Rekenhof weliswaar vooruitgang heeft geboekt en
verbeteringen heeft aangebracht, vooral sinds 2019 dankzij de oprichting van de cel Boekhouding binnen
de dienst Budget en Beheerscontrole (B&B) die als prioriteit heeft om de FOD Justitie te helpen de nodige
maatregelen te nemen om zo goed mogelijk te voldoen aan de voorschriften van de wet van 22 mei 2003;
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
5
- overwegende dat het Rekenhof blijft vaststellen dat de acties die nodig zijn om de getrouwheid van de
verrichtingen van de FOD Justitie in de rekeningen van het algemeen bestuur te garanderen, niet op korte
termijn kunnen worden afgerond;
- overwegende dat dit een negatieve impact kan hebben op het oordeel van het Rekenhof in het kader van
de certificering van de jaarrekening van de federale Staat;
vraagt de regering
de verschillende aanbevelingen van het Rekenhof betreffende de tekortkomingen van de FOD Justitie bij
de uitvoering van de wet van 22 mei 2003 bij de FOD Justitie in het algemeen en de aanbevelingen
geformuleerd in het 177e Boek deel Ill van het Rekenhof betreffende de algemene rekening 2019 van het
algemeen bestuur van de federale Staat betreffende de uitvoering van de wet van 22 mei 2003 bij de
FOD Justitie in het bijzonder uit te voeren."
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen et est libellée comme suit:
"La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Marijke Dillen
et la réponse du vice-premier ministre et ministre de la Justice et de la Mer du Nord,
- considérant que la loi du 22 mai 2003 portant organisation du budget et de la comptabilité de l’État fédéral
est entrée en vigueur le 1er janvier 2012 pour le SPF Justice;
- considérant que la Cour des comptes a constaté, depuis lors, que le SPF Justice accuse un retard
important dans l’implémentation de la nouvelle comptabilité publique et que la gestion comptable présente
des dysfonctionnements;
- considérant que ce problème est à nouveau épinglé dans le 177e Cahier partie III de la Cour des comptes
concernant le compte général 2019 de l’administration générale de l’État fédéral et que des
recommandations nouvelles et additionnelles y sont formulées;
- considérant que le SPF Justice a certes, selon la Cour des comptes, réalisé des progrès et apporté des
améliorations, en particulier depuis 2019, grâce à la création de la cellule Comptabilité au sein du service
Budget et Contrôle de la Gestion (B&C) qui a pour priorité d’aider le SPF Justice à prendre les mesures
nécessaires afin de répondre au mieux aux prescriptions de la loi du 22 mai 2003;
- considérant que la Cour des comptes continue de constater que les actions qui sont nécessaires pour
assurer la fidélité des opérations du SPF Justice dans les comptes de l’administration générale ne pourront
être menées à bien rapidement;
- considérant que ces éléments risquent d’influencer négativement l’opinion que la Cour des comptes
formulera dans le cadre de la certification des comptes annuels de l’État fédéral;
demande au gouvernement
de mettre en œuvre les différentes recommandations de la Cour des comptes sur les dysfonctionnements
du SPF Justice dans le cadre de l’exécution de la loi du 22 mai 2003 au SPF Justice en général et les
recommandations formulées dans le 177e Cahier partie III de la Cour des comptes concernant le compte
général 2019 de l’administration générale de l’État fédéral au sujet de l’exécution de la loi du 22 mai 2003
au SPF Justice en particulier."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Katja Gabriëls.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Katja Gabriëls.
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
02 Vraag van Ben Segers aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De una-
viaprocedure" (55012816C)
02 Question de Ben Segers à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La
procédure una via" (55012816C)
02.01 Ben Segers (sp.a): Bij wet van 5 mei 2019 werd artikel 29 van
het Wetboek van Strafvordering vervangen en werd de una via-
procedure aangepast. Deze nieuwe procedure is in werking getreden
op 1 januari 2020. Bij deze wijziging is bovendien het initiatiefrecht
van de procureur des Konings tot overleg komen te vervallen. We zijn
inmiddels een jaar verder wat uitnodigt tot evaluatie.
02.01 Ben Segers (sp.a): Une
modification du Code de procé-
dure pénale a permis l'entrée en
vigueur de la procédure una via le
1er janvier 2020.
Comment cela se passe-t-il en
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
6
Hoe verloopt deze nieuwe procedure in de praktijk? Wat is de impact
van deze nieuwe procedure op het terrein? Hoeveel dossiers maakten
het voorwerp uit van overleg in 2020? Is er een evolutie merkbaar in
vergelijkbaar met de voorgaande jaren? Is de minister bereid deze
nieuwe procedure te evalueren alsook een evaluatie te vragen aan
het college van procureurs-generaal?
pratique? En 2020, combien de
dossiers ont-ils fait l'objet d'une
concertation? Constate-t-on une
évolution? Une évaluation est-elle
prévue?
02.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster,
mijnheer Segers, over de una-viaprocedure werd begin maart 2020
reeds overleg gepleegd tussen de FOD Financiën en de FOD Justitie
op initiatief van de toenmalige beleidscel van de minister van
Financiën. Tijdens dat overleg werden de nieuw ingevoerde bepalin-
gen van de una-viawet besproken met het oog op het oplijsten van
eventuele problemen die zich in de praktijk voordeden. Er werden
toen reeds enkele verbetervoorstellen geformuleerd, waarop ik straks
nog terugkom.
Hoeveel dossiers maakten het voorwerp uit van het overleg en is er
een evolutie merkbaar in vergelijking met de voorgaande jaren?
Welnu, in 2020 ging het over 218 dossiers, in 2019 over 188 dossiers,
in 2018 over 292 dossiers en in 2017 over 267 dossiers.
Ben ik als minister bereid om te evalueren? De wet zal verder worden
geëvalueerd, hetgeen een raadpleging van de actoren op het terrein
en onder andere ook een verzoek tot evaluatie van het College van
procureurs-generaal impliceert. Naar aanleiding van de analyses
tijdens de vorige legislatuur en de evaluatie door de actoren op het
terrein die zal worden gevraagd, zal ik samen met mijn collega, de
minister van Financiën, bekijken of er een wetgevend initiatief wordt
genomen om eventuele aanpassingen of verduidelijkingen aan te
brengen aan de wet van 5 mei 2019.
02.02 Vincent Van Quickenborne,
ministre: Une concertation a eu
lieu début mars entre le SPF
Finances et le SPF Justice afin de
discuter des nouvelles dispositions
de la loi "Una Via". Quelques
améliorations ont été proposées.
En 2020, 218 dossiers ont fait
l'objet de la concertation, en 2019,
ce chiffre s'élevait à 188, en 2018,
à 292 et en 2017, à 267.
La loi sera évaluée, après quoi
j'examinerai avec le ministre des
Finances s'il y a lieu de prendre
une initiative législative.
02.03 Ben Segers (sp.a): Mijnheer de minister, bedankt voor uw
antwoord en ook voor uw engagement. Het is inderdaad de bedoeling
van de una-viawetgeving dat de meest aangewezen weg wordt
bewandeld. Volgens ons moet dit dus zeker herbekeken worden.
02.03 Ben Segers (sp.a): Nous
demandons instamment une ré-
vision de la loi.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
03 Vraag van Marianne Verhaert aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
drugsproblematiek in de Kempen" (55012843C)
03 Question de Marianne Verhaert à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le
problème de la drogue en Campine" (55012843C)
03.01 Marianne Verhaert (Open Vld): Mijnheer de minister, de
Kempen wordt overspoeld door drugslabs. Het wordt jammer genoeg
steeds erger. Vroeger doken af en toe cannabisplantages op, maar
de Kempen wordt steeds meer het epicentrum van de synthetische
drugsproductie. Eerst waren er de kleine laboranten, die met simpele
kuisproducten drugs zoals GHB maakten. Van daaruit was het een
kleine stap naar het zware spul zoals ketamine en amfetamines.
Ondertussen blijkt uit onderzoek van journalisten van Le Soir en
Knack dat de Kempen de wereldwijde productieplaats aan het worden
is van crystal meth.
In clandestiene drugslabs in de Kempen stellen Mexicaanse kartels
hun ervaren laboranten aan het werk, wat nefast is voor de
03.01 Marianne Verhaert (Open
Vld): La région de la Campine est
envahie par les laboratoires de fa-
brication de drogues, en particulier
de fabrication de drogues dures de
synthèse. Des enquêtes menées
par des journalistes indiquent que
cette région devient également le
centre mondial de production de la
crystal meth. À la source de la
production, les prix sont bas et
l'accès aux drogues est facile. Le
crime organisé s'infiltre dans nos
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
7
gezondheid van de gebruikers maar ook voor de samenleving. Aan de
bron van de drugsproductie zijn de prijzen laag en is de toegang tot
de drugs gemakkelijk, met een enorme kostprijs voor de
gezondheidszorg tot gevolg. Ook de kostprijs voor onze samenleving
is groot. De georganiseerde misdaad nestelt zich in onze dorpen. Wij
worden steeds vaker ook geconfronteerd met drugsafval en lozingen
in onze natuur.
Ook in mijn gemeente merk ik jammer genoeg de gevolgen. Door de
drugshandel ontstaat voor jongeren een parallel leven, waarin zij snel
veel geld kunnen verdienen in plaats van dat ze kansen grijpen om
vooruit te komen.
Mijnheer de minister, er was in uw beleidsnota veel aandacht voor de
drugsproblematiek, voornamelijk rond het Stroomplan, dat de meest
visibele strijd tegen de georganiseerde misdaad en tegen cocaïne in
de Antwerpse haven moet voeren. Minder aandacht was er voor de
strijd tegen drugs in de Limburgse en Antwerpse Kempen. Uw
voorganger, minister Koen Geens, kondigde bijna twee jaar geleden
een heus Kempen-Maasplan aan voor een gecoördineerde aanpak
over de provincie- en landsgrenzen heen. Helaas bleef het enkel bij
een aankondiging van uw voorganger. Er is uiteraard geen silver
bullet om de problematiek aan te pakken. De aanpak van drugs in
onze samenleving vraagt een totaalpakket aan maatregelen.
Wordt actief werk gemaakt van het opsporen van drugslabs? Hoe zult
u de drugsproblematiek in de Kempen aanpakken? Welke samen-
werking moet er voor u ontstaan tussen de parketten in de Limburgse
en Antwerpse Kempen? Ten slotte, welke initiatieven kunnen worden
ontwikkeld om de samenwerking met Nederland op dat vlak te
intensifiëren?
villages. Ces activités ont de
graves conséquences pour la san-
té, la société mais aussi la nature
en raison des déversements sau-
vages de déchets de drogues.
Dans sa note de politique gé-
nérale, le ministre attache énormé-
ment d'importance au problème de
la drogue mais se focalise prin-
cipalement sur le "Stroomplan" et
le trafic dans le port d'Anvers et
moins sur la lutte contre la drogue
dans la Campine du Limbourg et
d'Anvers.
S'attellera-t-on activement à la
chasse des laboratoires de dro-
gue? Comment le ministre gérera-
t-il le problème de la drogue en
Campine? Quelle coopération
faudra-t-il mettre en place entre
les parquets de la Campine du
Limbourg et d'Anvers? Comment
la coopération avec les Pays-Bas
sera-t-elle renforcée?
03.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw Verhaert, in de
Limburgse Kempen en bij uitbreiding de ganse provincie Limburg
wordt een exponentiële toename vastgesteld van het aantal drugslabs
en dumpingen. In 2018 werden 3 labs aangetroffen in Limburg, in
2019 en 2020 waren het er telkens 14. Ruim 60 % van de labs in
België bevindt zich in het gerechtelijk arrondissement Limburg. De
voorbije jaren werd op vijf productielocaties methamfetamine
aangetroffen, een bijzonder verontrustende tendens.
De exponentiële groei is in de Antwerpse Kempen minder
uitgesproken, wat niet wil zeggen dat de situatie niet verontrustend is.
In de periode tussen 27 januari 2019 en 8 januari van dit jaar werden
onderzoeken gevoerd naar de exploitatie van 7 synthetische
drugslabs, 18 dumpingen van chemisch afval, 2 transporten van
synthetische drugs en precursoren en 1 opslag van synthetische
drugs.
Ik heb de parketten van Limburg enige tijd geleden bezocht en we
hebben het daar uitdrukkelijk over gehad. Voor het parket van
Antwerpen alsook voor het parket-generaal zijn het opsporen en
vervolgen van de handel prioriteiten. Het gaat erom een goede
informatiepositie te bekomen om opsporingen te doen, desnoods met
gebruik van bijzondere politietechnieken, en vervolgens het netwerk in
kaart te brengen teneinde daders voor de rechter te brengen. Deze
onderzoeken zijn arbeidsintensief en vergen veel capaciteit. Het gaat
hierbij om sporenonderzoek, DNA-onderzoek, telefonieonderzoek en
03.02 Vincent Van Quickenborne,
ministre: Dans la Campine
limbourgeoise et, par extension,
dans l'ensemble du Limbourg, les
laboratoires de drogue et leurs
déchets croissent de manière
exponentielle. Trois laboratoires
ont été découverts au Limbourg en
2018, et quatorze chaque fois en
2019 et 2020. Un peu plus de
60 % des laboratoires en Belgique
se trouvent dans l'arrondissement
judiciaire du Limbourg et de la
méthamphétamine a déjà été
retrouvée sur cinq sites de produc-
tion, ce qui est très préoccupant.
En Campine anversoise, une
enquête a été menée entre le
27 janvier 2019 et le 8 janvier
2021 sur sept laboratoires de
drogues de synthèse, dix-huit
décharges de déchets, deux
transports de drogues de synthèse
et de précurseurs, et un entrepôt
de drogues de synthèse.
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
8
analyse van de aangetroffen stoffen.
De productie van synthetische drugs is in handen van criminele
organisaties die bestaan uit verschillende schakels met een sterk
doorgedreven taakverdeling, zoals de aanvoer van chemicaliën en
grondstoffen, de vervaardiging en aanlevering van hardware, de
terbeschikkingstelling van een locatie, de koks, het dumpen van afval
en de afzetmarkt. Het is steeds de bedoeling om de ganse organisatie
bloot te leggen maar op het vlak van recherchemanagement en
recherchecapaciteit is het niet altijd evident om door te stoten naar de
bovenstructuur van deze organisaties.
Wat u tweede vraag betreft, in het gerechtelijk arrondissement
Limburg, waar veruit de meest labs en dumpingen in België
voorkomen, werd een parketrichtlijn opgesteld inzake de aanpak van
labs en dumpingen. Deze richtlijn beoogt een uniforme gezamenlijke
en integrale aanpak van de labs en de dumpingen. In deze richtlijn
werd een pragmatische ketengerichte benadering uitgewerkt voor de
aanpak van drugslabs en dumpingen. De richtlijn werd ontwikkeld in
een stuurgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van de lokale
politiezones, de federale politie, het parket en verschillende externe
partners.
De Clan Lab Response Unit en de civiele bescherming hebben een
belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de richtlijn.
De richtlijn bevat een praktijkgericht handel- en denkkader met een
duidelijke taakverdeling voor de politiediensten, deskundigen en
externe partners. Bij het parket van Limburg wordt ook sterk ingezet
op bewustzijn. Nadat een drugslab wordt ontdekt, reageert de buurt
vaak geschokt en komt informatie binnen dat de buurt al geruime tijd
verdachte zaken had opgemerkt, zoals een verdachte chemische
geur. Daarom is er een anoniem meldpunt Drugs opgericht.
Om de bewustwording van de burgers te vergroten en er tevens voor
te zorgen dat ze de signalen die wijzen op een drugslab herkennen en
melden, werd ook een gerichte campagne opgezet. Zo werden
affiches verspreid over de Limburgse gemeenten en werd er een
infoavond voor burgers georganiseerd. Het is de bedoeling om deze
initiatieven te herhalen, maar door het coronavirus heeft dit natuurlijk
niet kunnen plaatsvinden. Verder worden inspanningen geleverd om
andere overheidsinstanties, zoals de OVAM, het FAVV, de VLM,
Fluvius, de VMM en de gemeenten, rond deze problematiek te
sensibiliseren. Ook wordt onderzocht of drugslabs ontdekt kunnen
worden via de toepassing van innovatieve technieken, zoals de inzet
van een drone met ontwikkelde apparatuur die de gassen die
ontstaan bij de productie kunnen detecteren. Met het oog op deze
problematiek kunnen bij uitstek wel drones worden ingezet in de
gerechtelijke context en onder controle van een magistraat. Dat is
toch helemaal anders dan de inzet van drones om mensen thuis of in
hun tuin te controleren in het kader van de coronahandhaving.
Ook bij het parket Antwerpen zijn initiatieven genomen om nog sterker
in te zetten op beeldvorming, informatievergaring en een project-
matige aanpak van het fenomeen. Tevens wordt gewerkt aan een
projectmatige verstoring van de logistieke verdeling van synthetische
drugs via postpakketten. Een versterking van de site Turnhout van de
federale gerechtelijke politie met het oog op een nog efficiëntere
aanpak van de criminaliteit is in volle voorbereiding. De ontmanteling
Pour le parquet d'Anvers et le
parquet général, la détection et les
poursuites sont prioritaires. La
collecte d'informations est
essentielle, s'il le faut à l'aide de
techniques policières spécifiques,
afin de cartographier ensuite la
structure du réseau et d'amener
les auteurs devant la justice. Ces
recherches de traces, d'ADN et de
conversations téléphoniques ainsi
que l'analyse des substances
retrouvées demandent beaucoup
d'heures de travail.
Les drogues de synthèse sont
produites par des organisations
criminelles dont les tâches sont
bien distinctes: approvisionnement
des produits chimiques et des
matières premières, construction
des appareils, mise à disposition
d'un lieu, "cuisine", déversement
des déchets et recherche de
débouchés. Il n'est pas facile de
démanteler chaque fois toute la
structure, mais c'est l'objectif visé.
Dans l'arrondissement judiciaire
du Limbourg, une directive du
parquet élaborée par un groupe de
pilotage vise à permettre une
approche commune et multila-
térale des laboratoires et de leurs
déchets, axée sur les différents
maillons de la chaîne.
Le Clan Lab Response Unit et la
Protection civile ont fourni une
contribution importante à l'élabora-
tion de la directive, laquelle
comporte un cadre théorique et
pratique prévoyant une répartition
claire des tâches entre les
services de police, les experts et
les partenaires externes. Le
parquet du Limbourg s'emploie
également à sensibiliser les
riverains, notamment par le biais
d'une campagne tendant à les
aider à repérer les laboratoires de
drogues et à les signaler, par la
diffusion d'affiches et l'organisation
d'une soirée informative pour les
citoyens. En raison de la crise
sanitaire, nous n'avons pas encore
pu renouveler ces actions.
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
9
van alle labo's en dumping in België gebeurt door één dienst van de
federale gerechtelijke politie, namelijk de Clan Lab Response Unit.
Deze zeer gespecialiseerde dienst is bij uitstek in staat om linken te
leggen tussen verschillende productielocaties aan de hand van de
aangetroffen hardware, vaten en geschriften. Informatiehuishouding
gaat uiteraard verder dan de politionele beeldvorming. Een integrale
informatiehuishouding strekt zich uit over verschillende overheids-
instanties. In Nederland wordt bijvoorbeeld informatie uitgewisseld via
het systeem iCOV, Infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen.
Dat is een samenwerkingsverband tussen de nationale politie, de
belastingdienst, de douane en de Financial Intelligence Unit, met
andere woorden de opsporingsdirectie en het OM in Nederland.
Hiervoor dient in België nog een wetgevend initiatief te worden
genomen.
U hebt mij dus goed gehoord, beste collega. Wij moeten fors inzetten
om deze problematiek zo goed als mogelijk in te dijken, ook omdat de
mogelijke neveneffecten, waaronder de gevaren voor de
volksgezondheid bij dumpings, groot kunnen zijn. De pakkans en de
strafkans van dergelijke criminele bendes moet omhoog. Dat kan
door een goede informatiepositie en door de nodige technische en
technologische tools om op een moderne manier aan bewijsgaring te
kunnen doen.
Een strafkans is niet alleen een kwestie van gevangenisstraf, maar
ook een kwestie van het ontnemen van de criminele vermogens. De
criminelen moeten worden getroffen waar het hun pijn doet, in hun
portemonnee.
Ik kan u zeggen dat er in de ruime context van het Stroomplan, het
Stroomplan XXL, al middelen worden vrijgemaakt voor de persoon-
lijke versterking van de Antwerpse en de Limburgse Justitie en voor
de materiële versterking van de FGP Antwerpen.
Eind vorig jaar werd eveneens een grootschalige aanwervings-
campagne gestart voor de FGP's, ook die van Antwerpen en Limburg.
Nous nous efforçons, par ailleurs,
de sensibiliser les organismes
publics tels que la société publique
flamande de gestion des déchets
(Openbare Vlaamse Afvalstoffen-
maatschappij, OVAM), l'Agence
fédérale des médicaments et des
produits de santé (AFMPS), la
société flamande terrienne
(Vlaamse Landmaatschappij,
VLM), Fluvius, l'agence flamande
de l'environnement (Vlaamse
Milieumaatschappij) et les com-
munes. L'on examine aussi la
possibilité de détecter les labo-
ratoires de drogues à l'aide de
drones et de dispositifs de
détection spéciaux.
Le parquet d'Anvers souhaite se
concentrer davantage sur les
techniques d'imagerie, la collecte
d'informations et une approche du
phénomène par projet, ainsi que
sur la perturbation de la
distribution des drogues de
synthèse par le biais de colis
postaux. Le renforcement du site
Turnhout de la police judiciaire est
activement préparé pour le
moment. Le Clan Lab Response
Unit de la police judiciaire fédérale,
qui s'occupe du démantèlement
de tous les laboratoires ainsi que
des déversements en Belgique,
est en mesure d'établir des liens
entre les différents sites de
production, et ce, par l'observation
des équipements, des contenants
et des écritures découverts. Une
gestion intégrale des informations
relève de différentes autorités
publiques. Aux Pays-Bas, les
échanges d'informations s'effec-
tuent par exemple entre la police
nationale, le fisc, les douanes et la
Financial Intelligence Unit. Une
initiative législative est nécessaire
à cet effet en Belgique.
Nous devons augmenter la
probabilité d'être arrêté et
sanctionné. Les criminels doivent
être sanctionnés pécuniairement.
Dans le contexte large du
Stroomplan, des moyens sont déjà
dégagés pour renforcer les
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
10
Voor de federale gerechtelijke politie werd budgettaire ruimte
gecreëerd om 450 mensen extra aan te werven.
In de versterking van de parketten zal ik onder meer de focus leggen
op de versterking van de profijtgerichte aanpak van de criminaliteit.
Dan kom ik tot de vragen over de internationale samenwerking. Uit
beeldvorming en analyse van het fenomeen blijkt dat er een grote
verwevenheid bestaat tussen Nederlandse criminele organisaties en
de betrokken Belgische criminelen. Deze internationale samen-
werkingsverbanden zijn een probleem aan beide kanten van de
grens.
Er zijn tal van samenwerkingsverbanden en structuren. De DJSOC
heeft in 2019 het initiatief genomen om een netwerk met Nederland
op te starten voor de aanpak van de productie van synthetische
drugs. Nederlands Limburg, Oost-Brabant, Zeeland, West-Brabant,
de Landelijke Eenheid en de FGP Antwerpen, Limburg, Luik en het
CRU zijn betrokken bij het politioneel overleg.
De FGP Limburg heeft een samenwerking met de politionele diensten
van Nederland opgezet met het oog op grensoverschrijdende
beeldvorming. Het parket van Antwerpen heeft zich ingeschreven in
het door het federaal parket voorgezeten FEDLAND-overleg met de
Nederlandse homoloog. Het is de bedoeling om informatie te delen
over de georganiseerde criminaliteit.
Die samenwerking kan volgens mij nog beter door te starten met een
gemeenschappelijke beeldvorming. Ik heb daarover al met mijn
Nederlandse collega, inmiddels ex-collega, Grapperhaus gesproken.
Een verdere investering in de huidige bestaande overlegstructuren en
initiatieven dient te leiden tot de detectie van high value targets, die
actief zijn binnen deze vorm van criminaliteit, wat vervolgens kan en
moet leiden tot de opstart van gemeenschappelijke dossiers.
Tot slot zal de procureur-generaal van Antwerpen, de heer
Vandenbruwaene, op 4 februari overleg plegen met de overige
procureurs-generaal van ons land en met het Nederlandse College
van procureurs-generaal over onder meer de wederzijdse
samenwerking in drugsdossiers en de integrale aanpak van die vorm
van criminaliteit. U ziet en hoort het, op alle echelons beschouwen de
betrokken actoren de aanpak van synthetische labo's en de erbij
behorende criminaliteit als een absolute prioriteit.
effectifs de la justice anversoise et
limbourgeoise et améliorer le
matériel dont dispose la police
judiciaire fédérale (PJF) à Anvers.
À cet effet, une campagne de
recrutement à grande échelle a
été lancée fin 2020. Au niveau de
la PJF, des moyens budgétaires
ont été dégagés pour pouvoir
engager 450 personnes
supplémentaires.
Il y a beaucoup d'interactions entre
les organisations criminelles
néerlandaises et les criminels
belges. En 2019, la direction
centrale de la lutte contre la
criminalité grave et organisée
(DJSOC) et les Pays-Bas ont mis
en place un réseau afin de lutter
contre la production de drogues
synthétiques Les zones néerlan-
daises Limburg, Oost-Brabant,
Zeeland, West-Brabant, la Lande-
lijke Eenheid et la PJF d'Anvers,
du Limbourg et de Liège, ainsi que
la Clan Lab Response Unit sont
associées dans la concertation
policière. La PJF du Limbourg
collabore avec les services de
police des Pays-Bas afin de
disposer d'une vue d'ensemble qui
dépasse les frontières. Le parquet
d'Anvers a rejoint la concertation
Fedland avec le partenaire
néerlandais, présidée par le
parquet fédéral.
J'estime que cette collaboration
peut encore être renforcée par une
vision commune. J'en ai déjà
discuté avec l'ancien ministre
néerlandais Ferdinand Grapper-
haus. Continuer à investir dans les
structures de concertation nous
permettra de détecter des cibles
de grande valeur (high value
targets) et, par conséquent,
d'ouvrir des dossiers communs.
Le 4 février, le procureur général
d'Anvers, M. Vandenbruwaene, se
concertera avec les autres
procureurs généraux de notre
pays et le Collège néerlandais des
procureurs généraux concernant,
entre autres, la coopération mutu-
elle dans les dossiers liés à la
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
11
drogue et l'approche intégrale de
ce type de criminalité.
De voorzitster: Bedankt, dat was een heel uitgebreid antwoord.
03.03 Marianne Verhaert (Open Vld): Mijnheer de minister, bedankt
voor uw zeer uitgebreid antwoord, met een oplijsting van de acties die
ondernomen worden in de aanpak van de aangehaalde problematiek,
die een enorme impact heeft op onze maatschappij. Dat stelt mij toch
enigszins gerust en ik ben alvast hoopvol. Zowel op lokaal als op
federaal niveau blijf ik dit van nabij opvolgen.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitter: Vragen nrs. 55012864C en 55012865C van mevrouw Jadin worden omgezet in schriftelijke
vragen.
04 Vraag van Katleen Bury aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over
"Opvolging en vervolging van genitale verminking" (55012869C)
04 Question de Katleen Bury à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le suivi
et les poursuites dans le cadre des mutilations génitales" (55012869C)
04.01 Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, de vraag kwam
vorige week aan de orde en ik heb toen geluisterd naar uw antwoord,
maar het aspect van het beroepsgeheim kwam toen niet echt aan
bod. Ik kijk uit naar uw antwoord daaromtrent.
04.01 Katleen Bury (VB): Ma
question sur le secret profession-
nel n'a pas été abordée la
semaine dernière. Je souhaiterais
obtenir une réponse aujourd'hui.
04.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Collega Bury,
professionals die op de hoogte zijn van een situatie met betrekking tot
genitale verminking, vallen inderdaad onder het beroepsgeheim.
Artikel 458bis van het Strafwetboek bepaalt evenwel heel duidelijk dat
elke persoon die door zijn beroep weet krijgt van vrouwelijke genitale
verminking, de procureur des konings kan informeren. Artikel 458ter
van hetzelfde wetboek voorziet ook in een uitzondering op het
beroepsgeheim, wanneer de beroepsbeoefenaar de informatie
meedeelt in het kader van een overleg. De professional die wordt
geconfronteerd met een situatie van vrouwelijke genitale verminking,
heeft dus een wettelijk kader om te spreken.
Daarnaast hebben de verenigingen gespecialiseerd in de strijd tegen
het fenomeen, via de gezamenlijke strategie een toolkit samengesteld
in overleg met Justitie. Onder de tools die in de kit worden
aangeboden, vinden we de zogenaamde beslissingsboom. Die boom
geeft de verschillende mogelijke acties weer waaruit professionals
kunnen kiezen en duidt eveneens de specifieke kanalen aan
waarnaar meisjes en vrouwen kunnen worden doorverwezen om hun
de nodige hulp en adequate bescherming te bieden. Geconfronteerd
met een risico of een vermoeden van vrouwelijke genitale verminking
kan elke betrokkene het procedurele diagram gebruiken, waarbij ook
een doorverwijzing naar het parket tot de mogelijkheden behoort.
04.02 Vincent Van Quickenborne,
ministre: L'article 458bis du Code
pénal dispose que toute personne
qui a connaissance de mutilations
génitales féminines dans le cadre
de sa profession peut en informer
le procureur du Roi.
L'article 458ter prévoit à cet effet
une exception au secret profes-
sionnel.
Les associations spécialisées
dans la lutte contre ce phénomène
ont mis au point en concertation
avec la Justice une boîte à outils
contenant un "arbre de décision"
sur les actions possibles et les
canaux vers lesquels les femmes
et les jeunes filles peuvent être
orientées. Le diagramme de
procédure inclut également le
renvoi au parquet.
04.03 Katleen Bury (VB): Mijnheer de minister, we kennen dat
wettelijk kader allemaal wel. U legt de nadruk op de stappen die men
kan zetten, maar mijn vraag was of er niet moet worden nagedacht
over een kader dat de melding verplicht, als men zo'n verminking
vaststelt en duidelijk kan zien dat het geen ongelukje was. Het mag
04.03 Katleen Bury (VB): Ce que
je voulais savoir, c'est s'il est
possible d'introduire une obligation
de signalement des mutilations
génitales. La seule possibilité d'ef-
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
12
dus geen kwestie blijven van kunnen. We kunnen een dergelijke
regeling ook uitbreiden tot andere situaties.
Ik haal even het voorbeeld van het monster van Vilvoorde aan, een
man die jarenlang zijn gang kon gaan met meisjes en vrouwen. Ze
werden onder andere gewurgd, met zwepen geslagen en verbrand
met sigarettenpeuken. Het CLB had dat gezien en men kon het wel
melden, maar men had dat niet gedaan. Mijn concrete vraag is dus
om samen werk te maken van een meldingsplicht voor die gevallen.
fectuer un signalement n'est pas
suffisante à nos yeux.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
05 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
sancties bij de niet-naleving van verplichte testing of verplichte quarantaine" (55012904C)
05 Question de Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les
sanctions en cas de non-respect du dépistage et de la quarantaine obligatoires" (55012904C)
05.01 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de
minister, de regels veranderen momenteel wel een beetje, maar wie
langer dan 48 uur in een rode zone in het buitenland was en
terugkeert, moet in quarantaine en moet zich tot twee keer toe laten
testen. Op 19 januari 's ochtends deed u een oproep aan de hiervoor
bevoegde Vlaamse regering om in sancties te voorzien voor
terugkeerders die zich niet laten testen. Ik begrijp die oproep zeer
goed, ware het niet dat al in die sancties voorzien was in het Vlaamse
quarantainedecreet. Ze stonden daar al in. Trouwens, ook in Brussel
was er al een dergelijke ordonnantie en ik denk dat het in Wallonië
niet anders zal zijn.
Diezelfde avond, men werkt snel, zijn er richtlijnen gekomen voor het
vervolgingsbeleid dat werd uitgevaardigd door het College van
procureurs-generaal. Zoals bij andere inbreuken op de controlemaat-
regelen wordt daarin gesteld dat bij het niet-naleven van de verplichte
testen en de verplichte quarantaine een minnelijke schikking van 250
euro wordt opgelegd.
U hebt dan verder onmiddellijk de communicatie gevoerd en de
vergelijking gemaakt met verkeersboetes: als men te snel rijdt, krijgt
men een boete. Communicatie in heel deze crisis is cruciaal, maar
dan wel de juiste. U stelt het veel eenvoudiger voor dan het in
werkelijkheid is. U doet alsof de inbreuk onmiddellijk is vastgesteld.
Dat is heel gemakkelijk. U maakte de vergelijking met verkeersboetes
en u vond dat het ook hier gaat over een inbreuk die we onmiddellijk
kunnen vaststellen en onmiddellijk kunnen beboeten. Ik vind dat
jammer, want zo krijgt men heel verwarrende communicatie.
Bovendien, een minnelijke schikking is geen boete. Meer, wat 's
morgens nog niet strafbaar was en waarbij u opriep om het strafbaar
te stellen, bleek het 's avonds al wel te zijn.
Mijnheer de minister, was u er niet van op de hoogte dat er reeds een
toepasselijke regelgeving was, met sancties, op het niveau van de
deelstaten? Het was al strafbaar gesteld.
Ondertussen is er een protocol en werden gegevens bezorgd aan de
burgemeesters om een en ander te laten nakijken, toch wat de
quarantaine betreft. Het testen is natuurlijk nog iets anders. Wie zich
niet laat testen, moet beboet worden. Wie niet in quarantaine blijft,
05.01 Sophie De Wit (N-VA): Le
19 janvier 2021, le ministre a
appelé le gouvernement flamand à
prévoir des sanctions pour les
voyageurs qui, de retour au pays,
ne se font pas tester. Le décret
flamand sur la quarantaine a
toutefois déjà prévu des sanctions,
comme c'est également le cas
dans les autres entités fédérées.
Ce même soir, le Collège des
procureurs généraux a émis des
directives pour la politique de
poursuites. En cas de non-respect
de l'obligation de se faire tester ou
d'observer une quarantaine, une
transaction est proposée. Le
ministre a fait la comparaison, à
cet égard, avec les amendes rou-
tières, comme s'il s'agissait d'une
infraction pouvant être immédiate-
ment constatée et sanctionnée.
Une amende n'est pas non plus la
même chose qu'une transaction.
Cette communication est confuse
et simpliste.
Le ministre n'avait-il pas con-
naissance du fait que les entités
fédérées ont déjà prévu des
sanctions? Comment ces infrac-
tions doivent-elles être con-
statées? La violation des règles de
quarantaine doit-elle être commise
en flagrant délit? Sciensano doit-il
communiquer les noms des
personnes qui ne se sont pas fait
tester? La réglementation actuelle
le permet-elle? Comment les dos-
siers sont-ils transmis au parquet?
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
13
moet beboet worden. Hoe zal men dat concreet vaststellen, zeker wat
het testen betreft? Moet dat op heterdaad zijn? Bovendien, zal
Sciensano de namen van de mensen die zich niet automatisch laten
testen, doorgeven? Aan wie? Aan de politie of het parket? Volstaat de
huidige regelgeving daarvoor?
Hoe worden de dossiers aan het parket bezorgd? Ik ben er volledig
voorstander van dat er een regeling is die wordt gehandhaafd. Dat
proberen wij in de praktijk en rond de quarantaine ook te doen. Het is
echter wel gemakkelijk gezegd, dat het beboet wordt. Het wordt
sneller gezegd dan gedaan. Hoe ziet u dat in de praktijk allemaal
gebeuren?
05.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster,
mevrouw De Wit, bedankt voor uw vragen. De toepasselijke
regelgeving is me bekend. Het is, dacht ik, de Vlaamse minister-
president die diezelfde ochtend in Het Nieuwsblad liet optekenen dat
hij mijn voorstel genegen was, namelijk om zij die de regels aan hun
laars lappen te beboeten. Zoals u correct hebt opgevangen, is het
parket dus ook bereid om te beboeten. Diezelfde dag is dat nog eens
verduidelijkt in omzendbrief COL 6/2020. Er wordt overigens goed
samengewerkt en snel geschakeld.
Hoe de vaststelling in de praktijk zal gebeuren, hangt grotendeels af
van de manier waarop de gegevens van het centrum dat de
contactopsporing verricht bij de politie en/of het parket terechtkomen.
De omzendbrief COL 6/2020 beschrijft hoe een en ander in zijn werk
gaat en verwijst naar de decreten. Het gaat dan om het Vlaamse,
Brusselse en Waalse decreet, waar ook naar verwezen wordt. Vanuit
de centra voor contactopsporing worden lijsten overgemaakt aan de
burgemeester. Hiermee kunnen de gemeentelijke ambtenaren en de
lokale politie aan de slag. Een vaststelling op heterdaad van het niet
toepassen van de opgelegde quarantaine zal moeilijk zijn. U weet dat,
zelfs in het geval van quarantaine, uitzonderingen mogelijk zijn. Dat
zijn echter nuances die veeleer aan bod moeten komen in het Vlaams
Parlement, waar de reglementering is vastgelegd, en niet bij ons.
Samen met minister van Binnenlandse Zaken Verlinden en de
deelstaten bekijken we nu hoe we deze procedure verder kunnen
stroomlijnen en nog eenvoudiger kunnen maken. Dat werk is in volle
uitvoering, onder meer ook ten gevolge van het Overlegcomité van
vrijdag jongstleden.
05.02 Vincent Van Quickenborne,
ministre: Je suis au courant de la
réglementation. J'ai tenu mes
propos à la suite d'un entretien
avec le ministre-président Jambon
au cours duquel il avait déclaré
soutenir ma proposition d'infliger
une amende à ceux qui
enfreignent les règles.
Les modalités de la constatation
dépendent de la manière dont les
données du centre de suivi des
contacts parviennent à la police ou
au parquet. La circulaire
COL 6/2020 décrit le fonction-
nement et renvoie aux décrets des
entités fédérées. Les centres de
contact fournissent des listes au
bourgmestre. Il est difficile de
prendre une personne en flagrant
délit de non-respect d'une quaran-
taine dès lors que des exceptions
sont possibles. Toutefois, cette
question relève des compétences
des entités fédérées. Nous
étudions les moyens de
rationaliser la procédure avec la
ministre Verlinden et les entités
fédérées.
05.03 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord waarin u zelf aangeeft dat het helemaal niet zo
eenvoudig is om inbreuken te beboeten. De controletoren bezorgt de
gegevens inderdaad aan de lokale overheden of de burgemeester.
Die ontvangen lijsten van opgelegde quarantaines, maar het gaat om
algemene lijsten. Er wordt niet bij vermeld of het om een reiziger gaat,
om iemand die postief testte of iemand met een hoogrisicocontact.
Die worden namelijk allemaal verschillend behandeld.
De hoogrisicocontacten en de positief getesten vallen onder de
contactopsporing en de gegevens betreffende de quarantaine gaan
via een ander kanaal en vereisen nog een aparte controle. Eenvoudig
is het dus niet. Zoals u zegt over het betrappen op heterdaad: er mag
nog naar de winkel worden gegaan en er mogen nog enkele
05.03 Sophie De Wit (N-VA): Le
ministre reconnaît qu'il n'est pas
aussi aisé de sanctionner les in-
fractions. Les listes que reçoivent
les autorités locales n'établissent
pas de distinction entre les
voyageurs, les personnes infec-
tées ou les personnes ayant eu un
contact à haut risque. Ces diffé-
rentes catégories de personnes
sont traitées différemment. Il est
facile de dire que les amendes ne
se feront pas attendre et je suis
ravie que les procureurs généraux
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
14
noodzakelijke zaken worden gedaan. Ik merk dat het gemakkelijk is
om vooraf te communiceren dat er snel zal worden beboet en ik ben
blij dat de procureurs-generaal ook met die instelling werken om dat
allemaal mogelijk te maken. Zo hebben de politie en de parketten ook
nadien nog iets in handen. Uiteindelijk is het toch wel weer de lokale
overheid die er eigenlijk voor moet zorgen dat het ook effectief
gebeurt.
Dat is vandaag mijn ervaring. Ik wil vragen dat de communicatie
duidelijk en juist is en dat het niet evident mag lijken, want dat is het
vandaag niet. Ik hoor dat er nog werk aan de winkel is en ik hoop dat
dit snel duidelijk zal worden. Dat zal het niet alleen voor de lokale
overheden, maar ook voor de politiediensten veel gemakkelijker
maken.
mettent tout en œuvre pour que ce
soit le cas mais j'invite le ministre
à ne pas présenter les choses
sous un jour plus simple qu'elles
ne le sont en réalité.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
De voorzitster: Vraag nr. 55012915C van mevrouw Jadin wordt omgezet in een schriftelijke vraag.
06 Samengevoegde vragen van
- Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De oprichting van
detentiehuizen" (55012932C)
- Ben Segers aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "de detentiehuizen"
(55013264C)
06 Questions jointes de
- Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La création de
maisons de détention" (55012932C)
- Ben Segers à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les maisons de
détention" (55013264C)
06.01 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, wij hebben het al
over de detentiehuizen gehad in het kader van de beleidsnota. Twee
legislaturen geleden heb ik met mijn collega Sarah Smeyers een
resolutie opgesteld voor de invoering ervan. Het principe zelf ben ik
dus zeker genegen. Het is goed om op die kleinschalige manier te
werk te gaan, om zo op een intensieve manier aan de slag te gaan
met specifieke doelgroepen van gedetineerden, zodat zij beter
voorbereid naar de maatschappij kunnen terugkeren.
U hebt nu de gemeenten aangeschreven – ik heb ook zo'n brief van u
gekregen, waarvoor mijn dank – met de vraag of er op het
grondgebied van de gemeente gebouwen in aanmerking komen voor
zo'n detentiehuis. Het is een goed idee. Het is een goed systeem. Het
is ook goed dat u die navraag doet, maar we hebben er natuurlijk wel
een draagvlak voor nodig, zowel bij de lokale besturen als bij de
bevolking. Daarom is het ook belangrijk om zicht te hebben op de
concrete plannen. Dat ontbrak in uw schrijven, vandaar mijn vragen.
Wat plant u precies? Bedoelt u een proefproject, enkele proef-
projecten of wilt u meteen al zo veel mogelijk detentiehuizen uitrollen?
Zo ja, hoeveel, want het is toch een nieuw concept?
Binnen welke termijn wilt u dat doen als u gebouwen aangeboden
krijgt of iets vindt? In uw brief verwijst u trouwens ook naar de
geplande inwerkingtreding van de wet betreffende de externe
rechtspositie op 1 april en de nood aan 600 extra detentieplaatsen
daardoor. Dat is op korte termijn, want 1 april komt dichterbij.
06.01 Sophie De Wit (N-VA): J'ai
déposé autrefois une proposition
de résolution tendant à la création
de maisons de détention et je suis
donc certainement acquise au
principe. Le ministre a questionné
les communes quant à l'existence
de bâtiments pouvant servir de
maison de détention. Il est toute-
fois difficile de susciter l'adhésion
à un tel projet en l'absence de
plans concrets.
S'agit-il de projets pilotes ou de
véritables maisons de détention?
Quel est le calendrier concret?
Quels budgets seront-ils dégagés?
Est-il nécessaire de disposer d'une
base légale pour créer des
maisons de détention?
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
15
In welk budget voorziet u daarvoor? Dat werd niet duidelijk in uw
voorlopige begroting, mijnheer de minister. Wij zullen het pas in maart
weten.
Voor de oprichting van de transitiehuizen werd in een wettelijke basis
voorzien in de wet van 11 juli 2018. Is er ook voor de oprichting van
de detentiehuizen een wettelijke basis nodig? Zo ja, wanneer kunnen
wij die verwachten?
Voor het welslagen van het project op zich moet de lokale overheid
een medestander zijn. Hoe kunnen wij het draagvlak nodig voor een
detentiehuis in een gemeente bevorderen?
06.02 Ben Segers (sp.a): Het regeerakkoord voorziet de verdere
uitbouw van kleinschalige detentieprojecten voor bepaalde groepen
gedetineerden, bvb. ouders met kinderen, gedetineerden kort voor
vrijlating, jonge daders.
Bij de bespreking van de beleidsverklaring justitie vertelde u: “Voorts
zouden ongeveer 200 plaatsen in detentiehuizen moeten worden
gecreëerd. Op termijn wil de minister naar een Scandinavisch model
met zoveel mogelijk detentie- en transitiehuizen en zo weinig mogelijk
gevangenissen. Er moet een ander detentiesysteem kunnen worden
uitgewerkt voor de jonge delinquenten, die nog niet in de criminele
spiraal zitten (de zogenaamde loopplankhuizen). Dit zal worden
onderzocht. Als het systeem werkt, is het niet uitgesloten dat het ook
bij andere types delinquenten zal worden toegepast“.
Individuele detentieplannen met een versterking van de psychosociale
diensten en het verder uitbouwen van kleinschalige detentieprojecten
zijn voor mijn partij van groot belang zijn.
U wil 200 extra plaatsen in detentiehuizen creëren. Tegen wanneer?
Zijn er reeds concrete plannen gemaakt voor de oprichting van
detentiehuizen, zo ja, is hiervoor eveneens reeds een tijdschema
beschikbaar? Welk totaalbudget voorziet u?
Wat met de transitiehuizen in het bijzonder? De evaluatie zou eind
2020 afgerond worden. Wat waren de resultaten van deze evaluatie?
Welke conclusies trekt u hieruit? Kan u deze evaluatie ter beschikking
stellen? Quid het budget?
Zijn er al stappen gezet in de oprichting van 'loopplankhuizen' voor
jonge gedetineerden tussen 18 en 25 jaar zoals voorgesteld door
VZW De Huizen? Tegen wanneer zal dit worden onderzocht, door wie
en op welke wijze?
Het regeerakkoord heeft het ook over “ouders met kinderen“. Wat
voorziet u voor hen?
Is het niet mogelijk, cfr. de vraag van VZW De Huizen, om een stuk
van de capaciteit van elk van de nieuw te bouwen gevangenissen uit
het Masterplan te lichten en elders in de stad of in de streek van die
gevangenissen te compenseren? Het gaat dan over de capaciteit die
in die gevangenissen zou worden ingezet voor de doelgroepen die in
het regeerakkoord staan vermeld.
Zo zouden de 66 plaatsen die in de nieuwe gevangenis van
Antwerpen voor vrouwen worden voorzien, door detentiehuizen in de
stad kunnen worden gecompenseerd.
Of zou de capaciteit van de nieuwe gevangenissen in Luik (312) en
Verviers (240), kunnen verminderd worden en gecompenseerd met
06.02 Ben Segers (sp.a): Il a été
convenu dans l'accord de
gouvernement de poursuivre le
développement de projets de
détention à échelle réduite. À long
terme, le ministre souhaite un
modèle maximisant le nombre de
maisons de détention et de
transition et limitant autant que
possible le nombre de prisons. Il
est question, à court terme, de
200 places supplémentaires.
Quels sont les plans concrets?
Quels ont été les résultats de
l'évaluation des maisons de
transition? Des pas ont-ils été
franchis au niveau de la création
de maisons de passage pour les
jeunes détenus? Une infra-
structure sera-t-elle mise en place
pour les parents avec des
enfants? Est-il possible de
réserver une partie de la capacité
des nouvelles prisons à construire
aux groupes cibles?
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
16
enkele loopplankhuizen in die steden.
Wat denkt u van dit voorstel?
06.03 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster,
mevrouw De Wit en mijnheer Segers, het gaat hier om bijzonder
boeiende en belangrijke vragen. Zoals u weet, stipuleert het
regeerakkoord dat kleinschalige detentiehuizen, net als in
Scandinavië, wellicht de manier zijn om te komen tot minder recidives
en een betere strafuitvoering.
Ik ben blij dat u de brieven ontvangen hebt. Wij hebben heel bewust
de gouverneurs van het land aangeschreven met de vraag om
hieraan mee te willen werken. Ik ben dan ook aangenaam verrast dat
er veel respons is van de lokale besturen.
Het gaat niet om een proefproject, mevrouw De Wit, maar om de
uitvoering van wat in het regeerakkoord staat, met name het opzetten
van kleinschalige detentieprojecten. In de beleidsverklaring hebben
we ook de nadruk gelegd op het oprichten van detentiehuizen. Ik denk
dat zij een bijkomend antwoord kunnen bieden op het probleem van
de overbevolking en vooral ook een zinvolle detentie kunnen
bevorderen. Het is duidelijk dat het concept nog niet definitief is
geregeld, maar ik wil snel van start gaan met deze huizen van
bewaring. Ik ben immers van plan om er dit jaar twee op te richten.
De beoogde bewonerscapaciteit is 40 tot 70 gevangenen. De panden
zullen op middellange termijn worden gehuurd. Bij de huurprijzen zal
rekening worden gehouden met de noodzakelijke inrichtings- en
renovatiekosten. Aangezien deze twee factoren, namelijk de grootte
van de gebouwen en de huurprijs, nog niet bekend zijn, is het nog niet
mogelijk om een nauwkeurige begroting op te maken. Voor een
eerste budgettaire inschatting baseren we ons op de transitiehuizen.
U vroeg naar de wettelijke basis. De detentiehuizen zullen worden
beschouwd als gevangenissen. Federaal personeel van het
directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen (EPI) zal instaan voor
het dagelijkse beheer, het toezicht en het administratieve beheer. Het
is derhalve niet nodig om de wet aan te passen. Een ministerieel
besluit zal volstaan om te verklaren dat ze als gevangenissen kunnen
worden beschouwd.
Wat het draagvlak betreft, is op de brieven die naar de gouverneurs
zijn gestuurd, enthousiast gereageerd met briefwisseling, telefonische
vragen en videovergaderingen. De tijd is rijp voor een dergelijk zinvol
initiatief, zo blijkt ook uit uw vraag. Uiteraard zullen we daar werk van
maken met bereidwillige besturen. Dat zal voor het nodige draagvlak
zorgen. Ik hoop dan ook snel vooruitgang te kunnen boeken met het
oog op concrete projecten, die het mogelijk maken om een zinvol en
op re-integratie gericht detentiesysteem tot stand te brengen.
Ik kom tot uw vragen, collega Segers. Uw eerste, tweede en derde
vraag heb ik beantwoord. Wat gebeurt er met de transitiehuizen in het
bijzonder, want de evaluatie zou eind 2020 afgerond worden? De
evaluatie is in volle opmaak. Het is de bedoeling om die op korte
termijn voor te leggen aan de regering en een voorstel te doen voor
de uitbreiding van de transitiehuizen. De modaliteiten daarvoor zullen
binnen de regering besproken worden. Ik heb voor de uitbreiding van
de transitiehuizen een extra budget gevraagd voor dit jaar en de
06.03 Vincent Van Quickenborne,
ministre: Les maisons de détention
constituent sans doute un moyen
de prévention des récidives. Nous
avons demandé aux gouverneurs
s'ils souhaitent coopérer. Il ne
s'agit pas de projets pilotes mais
de l'exécution des dispositions
prévues dans l'accord de gouver-
nement. Les maisons de détention
peuvent apporter une réponse au
problème de la surpopulation
carcérale tout en favorisant une
détention qui a du sens. Je
souhaite créer déjà cette année
deux maisons de détention
pouvant accueillir 40 à 70 détenus.
Les bâtiments seront loués à mo-
yen terme. Nous nous reposons,
pour une première estimation
budgétaire, sur le coût des
maisons de transition.
Les maisons de détention seront
assimilées à des établissements
pénitentiaires et emploieront du
personnel de la DG Établisse-
ments pénitentiaires. Aucune mo-
dification de la loi n'est nécessaire
à cet effet, un arrêté ministériel est
suffisant.
Les administrations locales ont
réservé un accueil enthousiaste au
courrier des gouverneurs. Les
temps sont mûrs pour développer
une telle initiative, laquelle est
judicieuse. J'espère pouvoir pro-
gresser rapidement, avec les ad-
ministrations qui y sont disposées,
dans la mise sur pied de projets
concrets.
L'évaluation des maisons de
transition est en cours. Nous
voulons nous baser sur celle-ci
pour présenter à bref délai une
proposition au gouvernement pour
leur extension. J'ai demandé un
budget pour le faire.
En ce qui concerne les "maisons
passerelle" (loopplankhuizen), j'at-
tire l'attention sur le fait que les
maisons de détention visent diffé-
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
17
volgende jaren.
U had ook een vraag over de loopplankhuizen, zoals voorgesteld door
de vzw De Huizen, mij zeer bekend. De detentiehuizen die wij voor
ogen hebben, beogen verschillende doelgroepen. Daar kunnen ook
jongeren van 18 tot 25 jaar tussen zitten.
Ik kom tot uw vierde vraag: "Het regeerakkoord heeft het ook over
ouders met kinderen. Wat voorziet u voor hen?"
De wil om ons te richten tot ouders met kinderen hangt samen met de
wil om recidive te verminderen. Wij weten immers dat het
onderhouden van familiebanden een troef is voor een doeltreffende
re-integratie. Dat gezegd zijnde, is het nog te vroeg om exact te
bepalen welke groepen in aanmerking zullen worden genomen voor
de detentiehuizen, aangezien dat zal afhangen van meerdere facto-
ren, zoals de aard van de gekozen gebouwen en hun geografische
ligging, maar het zal uiteraard de bedoeling zijn om ons te richten op
specifieke groepen gedetineerden, die wij zullen voorzien van een
aangepast kader en toezicht, met het oog op het terugdringen van
recidive.
Ik zal binnenkort starten met de opmaak van de evaluatie van het
masterplan, zoals beschreven in het regeerakkoord. Dan zult u
daarover meer informatie vernemen.
rents groupes cibles, notamment
les jeunes.
Dans la perspective de sa ré-
intégration efficace, il est crucial
que le détenu ne coupe pas les
ponts avec sa famille. C'est pour-
quoi nous pensons aussi à des
maisons de détention pour parents
avec enfants.
06.04 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
Het is goed om te weten dat u er twee wilt uitrollen en dat het voor 40
tot 70 gevangenen zal zijn. Dat is bepalend om te weten welk gebouw
men nodig heeft en ter beschikking kan stellen. Dat zijn al redelijk veel
mensen. Ik begrijp ook waarom, maar ik hoop dat het dan nog
mogelijk zal zijn om gericht te kunnen werken. Het zijn er meer dan ik
had verwacht. In de gesprekken die wij hebben gevoerd met vzw De
Huizen lijkt dit meer dan gepland.
Ik noteer dat er geen wettelijke basis nodig is, maar dat dit als een
gevangenis wordt beschouwd. Er is wel een groot verschil tussen 40
of 70, dat is bijna het dubbele. Ik ben benieuwd. Met dat aantal moet
men al denken aan een oud schoolgebouw of een internaatsgebouw.
Het is nog niet zo evident om zo'n gebouw te vinden.
Wij volgen dit zeker op, mijnheer de minister.
06.04 Sophie De Wit (N-VA):
Pour savoir quel bâtiment nous
pourrions mettre à disposition,
nous devons connaître certains
éléments tels que le nombre de
personnes qui y seront hébergées.
Le ministre parle d'un nombre de
détenus compris entre 40 et 70, ce
qui est déjà beaucoup. Il faut
espérer qu'il sera néanmoins pos-
sible de travailler de façon ciblée.
Trouver un grand bâtiment ne va
pas de soi.
06.05 Ben Segers (sp.a): Dank u wel, mijnheer de minister, voor uw
uitgebreid antwoord. Individuele detentieplannen met een versterking
van de psychosociale diensten en het verder uitbouwen van
kleinschalige detentieprojecten zijn voor mij en mijn partij van groot
belang. Ik ben heel blij dat dat ook voor u een belangrijke prioriteit is.
Ik wens u daar heel veel succes mee.
06.05 Ben Segers (sp.a): Les
plans individuels de détention avec
un renforcement des services psy-
chosociaux et le développement
de projets de détention à petite
échelle sont d'une grande im-
portance pour mon parti. Je
présente donc tous mes vœux de
réussite au ministre.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
18
07 Question de Nabil Boukili à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les
visites domiciliaires dans le cadre de la lutte contre la pandémie de covid-19" (55012934C)
07 Vraag van Nabil Boukili aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
woonstbetredingen in het kader van de bestrijding van de coronapandemie" (55012934C)
07.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, la crise du
coronavirus impose le respect de mesures sanitaires et, dans ce
cadre, des procédures de contrôle sont inévitables. Je souhaite
toutefois vous faire part de mon inquiétude face au risque de remise
en question de certains droits fondamentaux créé par la récente
circulaire du Collège des procureurs généraux, plus précisément sur
la question des visites domiciliaires.
Comme vous le savez, l’inviolabilité du domicile est consacrée par
l’article 15 de la Constitution, qui prévoit qu’aucune visite domiciliaire
ne peut avoir lieu hors des cas prévus par la loi. Plusieurs spécialistes
se sont récemment exprimés dans la presse à ce sujet, dénonçant
l’illégalité de l’hypothèse d’une visite domiciliaire fondée sur le flagrant
délit, sans contrôle par un juge.
L’infraction de tapage nocturne, qui constitue une contravention, ne
permet pas de déroger à l’inviolabilité du domicile. Selon Me Catherine
Burton et Me Damien Dillenbourg, dans leur tribune publiée par
avocats.be, "pénétrer dans une habitation sous prétexte de tapage
nocturne pour, en réalité, constater des infractions covid constitue un
détournement de la loi qui ôte toute légalité à l’intervention policière".
Pour pénétrer dans un domicile sur la base du flagrant délit et d’une
infraction covid, les policiers doivent préalablement recueillir des
éléments qui rendent pratiquement certaine l’existence de l’infraction.
Si l’infraction nécessite des investigations pour savoir si elle a été
commise ou non, le flagrant délit n’est pas rencontré.
Confirmez-vous qu’une plainte ou dénonciation pour tapage nocturne
ne permet pas de justifier une visite domiciliaire sans le consentement
des habitants? Pouvez-vous confirmer explicitement qu’une visite
domiciliaire n’est permise qu’en cas de certitude de ce qu’une
véritable lockdown party est en cours et qu’elle ne peut donc être
réalisée en cas de réunion interdite en petit comité?
Vous disposez de la faculté de donner injonction aux parquets
d’enquêter sur des faits infractionnels. Une évaluation de la légalité
des visites domiciliaires va-t-elle être réalisée et sera-t-elle, le cas
échéant, suivie de poursuites en cas de violation des conditions
légales?
07.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB):
Ik maak me zorgen over het risico
dat bepaalde grondrechten
opnieuw in vraag gesteld worden
naar aanleiding van de recente
omzendbrief van het College van
procureurs-generaal over de
kwestie van de woonstbe-
tredingen.
Artikel 15 van de Grondwet
bepaalt dat er geen huiszoeking
kan plaatshebben dan in de
gevallen die de wet bepaalt.
Volgens verschillende advocaten
is het binnenvallen in een woning
onder voorwendsel van nacht-
lawaai om inbreuken op de co-
ronamaatregelen vast te stellen
een verdraaiing van de wet.
Om een woning te betreden
teneinde een overtreding van de
coronaregels op heterdaad te
kunnen vaststellen moet de politie
eerst bewijzen verzamelen die de
overtreding haast onomstotelijk
aantonen. Als daar onderzoek
voor nodig is kan de betrapping op
heterdaad niet ingeroepen worden.
Kunt u bevestigen dat een klacht
of melding van nachtlawaai
onvoldoende is om een woonst-
betreding zonder toestemming van
de bewoners te rechtvaardigen?
Kunt u bevestigen dat een
woonstbetreding alleen toegelaten
is als de politie er zeker van is dat
er een lockdownfeestje aan de
gang is, en dat er geen woonst-
betreding mag worden uitgevoerd
als het gaat over een verboden
bijeenkomst in kleine kring? Zal de
wettigheid van de woonstbe-
tredingen geëvalueerd worden, en
als er uit die evaluatie blijkt dat de
wettelijke voorwaarden geschon-
den werden zal er dan tot
rechtsvervolging worden overge-
gaan?
07.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente, 07.02 Minister Vincent Van
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
19
chers collègues, ces derniers mois, j'ai répondu à différentes
questions à ce sujet dans cette commission. Le 13 janvier 2021, notre
collègue Hugon m'a encore posé une question quasiment identique.
Vous savez dès lors que j'accorde une très grande importance à
l'article 15 de notre Constitution qui dit que: "Le domicile est inviolable:
aucune visite domiciliaire ne peut avoir lieu que dans les cas prévus
par la loi et dans la forme qu’elle prescrit."
C'est à partir de cet engagement qu'on a mis les points sur les i dans
la dernière adaptation de la directive du Collège des procureurs
généraux (COL 06/2020). Une perquisition administrative, telle que
rendue possible dans des cas exceptionnels par l'article 27 de la loi
sur la fonction de la police, est désormais exclue. Sans mandat du
juge d'instruction, une perquisition n'est possible, comme le prévoit la
loi, qu'en cas de consentement du résident ou en cas de flagrant délit.
Toutefois, dans ce dernier cas, nous avons introduit une garantie
supplémentaire, à savoir qu'il doit y avoir un contact préalable avec le
procureur car nous voulons justement éviter que la notion de flagrant
délit ne soit trop prise au sens élargi. Il doit bel et bien s'agir de
constatations et non de soupçons.
Quant à l'évaluation dont vous parlez, les services la font
constamment. Je peux vous assurer que les perquisitions ne sont pas
décidées à la légère.
Au niveau de la police, tout le monde, y compris la police intégrée et
les syndicats de police, a réagi positivement à ce renforcement et à
cette clarification de la circulaire. La police n'était donc pas
demandeuse de faire les choses différemment. Dans la pratique,
l'État policier n'est donc pas aussi mauvais que certains le prétendent
dans la presse. Et pour ceux qui ne prendraient pas au sérieux les
principes de notre État de droit et l'article 15 de la Constitution, la COL
renforcée est bien sûr contraignante pour les parquets et la police.
Au niveau du parquet, le parquet contrôle le respect de cette circulaire
en temps réel. S'il est contacté pour un test de flagrant délit
post factum bien sûr, il s'assure du suivi des procès-verbaux.
Enfin, la dernière pierre de touche est le juge pénal si les personnes
sont convoquées par le parquet devant le juge de police, soit
directement, soit après avoir omis de payer le règlement à l'amiable.
Quickenborne: Ik heb deze vraag
al verscheidene keren beant-
woord. Ik hecht veel waarde aan
artikel 15 van de Grondwet. De
omzendbrief COL 06/2020 van het
College van procureurs-generaal
werd in die zin aangepast. Een
bestuurlijke huiszoeking volgens
de modaliteiten van artikel 27 van
de wet op het politieambt is
voortaan uitgesloten. De onder-
zoeksrechter moet een mandaat
uitvaardigen, tenzij de bewoner
toestemming geeft of het een
geval van betrapping op heterdaad
betreft. In het laatstgenoemde
geval is voorafgaand contact met
de procureur voortaan vereist om
te voorkomen dat de interpretatie
van betrapping op heterdaad op
grond van vermoedens verruimd
zou worden.
De diensten voeren voortdurend
een evaluatie uit. Huiszoekingen
worden niet klakkeloos toege-
staan. De geïntegreerde politie en
de politievakbonden hebben po-
sitief gereageerd op die verdui-
delijking. De aangescherpte om-
zendbrief is bindend voor de politie
en het parket. Het parket con-
troleert de toepassing van de
omzendbrief realtime. Als het post
factum gecontacteerd wordt voor
een geval van betrapping van
heterdaad, zorgt het voor de
opvolging van de processen-ver-
baal. Last but not least is er, in
laatste instantie, de tussenkomst
van de politierechter.
07.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour vos réponses.
J'entends que vous êtes attaché au respect de l'article 15 de notre
Constitution. J'insiste sur la question des droits fondamentaux et de
l'inviolabilité du domicile, ce d'autant que l'on s'aperçoit du niveau de
démocratie d'un pays aux mesures qu'il prend en temps de crise.
C'est toujours à ce moment-là que les droits fondamentaux sont le
plus en danger et qu'il faut être le plus vigilant.
Votre réponse traduit votre volonté de respecter la loi, en espérant
que cela se traduise sur le terrain sans aucune déviation.
07.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB):
Ik blijf hameren op de on-
schendbaarheid van de woning.
Dat is een grondrecht. Men kan
het democratische gehalte van
een land afmeten aan de
maatregelen die het in crisistijden
neemt: op dat moment moet men
het waakzaamst zijn. Uit uw
antwoord blijkt dat u de wet wilt
naleven, maar nu moet men
hopen dat er zich op het terrein
geen uitwassen zullen voordoen.
Het incident is gesloten.
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
20
L'incident est clos.
08 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
follow-up van het misbruik van dienstwagens en tankkaarten bij het gevangeniswezen" (55012985C)
08 Question de Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le suivi
des abus de voitures de fonction et cartes de carburant à l’administration pénitentiaire" (55012985C)
08.01 Sophie De Wit (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de
minister, in december ondervroeg ik u reeds over het onderzoek van
de federale Ombudsman naar het misbruik van dienstwagens en
tankkaarten bij het gevangeniswezen.
U antwoordde dat u het eindverslag had ontvangen op 16 november
en dat er bij een personeelslid sprake zou zijn geweest van een
integriteitsschending. De opportuniteit van het opstarten van een
tuchtonderzoek werd toen nog onderzocht. U zei voorts dat er in het
verslag aanbevelingen werden gedaan op het vlak van de organisatie,
het beheer en het toezicht op de "grote garage van het
gevangeniswezen".
Ik heb hierover de volgende vragen voor u.
Is er uiteindelijk besloten om een tuchtprocedure op te starten? Welke
aanbevelingen deed de Ombudsman en zijn zij ondertussen in de
praktijk omgezet? Zo neen, wanneer plant men dat te doen? Wordt er
gecontroleerd of het misbruik nu definitief gestopt is dan wel of het
misschien hervat is of nog steeds verdergaat?
08.01 Sophie De Wit (N-VA):
Dans l'enquête du médiateur
fédéral sur les voitures de service
et les cartes de carburant dont
certains agents de l'administration
des établissements pénitentiaires
abusent, l'opportunité d'entamer
une enquête disciplinaire a été
examinée en décembre. Des
recommandations ayant trait à
l'organisation, à la gestion et à la
surveillance ont été formulées.
L'enquête disciplinaire a-t-elle été
entamée? Certaines recomman-
dations ont-elles déjà été mises en
pratique? Un contrôle est-il
effectué afin de s'assurer que
l'abus a pris fin définitivement?
08.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster,
mevrouw De Wit, u hebt hierover inderdaad vragen gesteld in
december.
Er werd besloten een tuchtprocedure op te starten. In afwachting van
de afloop van de procedure, krijgt het betrokken personeelslid geen
dienstvoertuig meer ter beschikking.
De federale Ombudsman verwacht een verslag inzake de opvolging
van de aanbevelingen tegen 30 april van dit jaar. De Ombudsman
deed drie aanbevelingen.
Ten eerste, het opstellen van een intern reglement voor het gebruik
van de dienstvoertuigen van het directoraat-generaal EPI door de
centrale garage en het communiceren van dit reglement aan de
betrokken medewerkers. Dit zal klaar zijn tegen de datum die
vooropgesteld werd door de federale Ombudsman.
Ten tweede, een evaluatie en verbetering van het huidige beheer van
de centrale garage, zodat de centrale garage een duidelijke plaats
krijgt in het organigram van het directoraat-generaal EPI, de
werknemers hun plaats kennen binnen het organigram en er een
effectieve aansturing gebeurt van de operationele activiteiten. DG EPI
koos ervoor om de centrale garage onder te brengen bij de
gevangenis van Brussel. De reden voor deze keuze ligt in de lijn van
de aanbevelingen van de federale Ombudsman.
Ten derde vraagt de Ombudsman na te gaan of de aanvragen tot
fietsvergoeding voor het volledige woon-werktraject door personeels-
leden van de centrale garage beantwoorden aan de voorwaarden. Dit
08.02 Vincent Van Quickenborne,
ministre: Une procédure discipli-
naire a été engagée. En attendant
les conclusions, le membre du
personnel ne disposera plus d'un
véhicule de fonction.
Le médiateur fédéral espère
recevoir un rapport sur le suivi des
recommandations d'ici le 30 avril
2021. Le règlement interne ré-
gissant l'utilisation des véhicules
de fonction de la direction gé-
nérale des Établissements péni-
tentiaires (DG EPI) par le garage
central et les messages de
communication aux membres du
personnel seront prêts à la date
prévue. Le garage central sera
situé à la prison de Bruxelles. La
raison de ce choix est conforme
aux recommandations. Il reste à
vérifier si les demandes d'indem-
nité vélo pour l'ensemble du trajet
entre le domicile et le lieu de
travail en faveur des membres du
personnel du garage central rem-
plissent les conditions requises.
Il a été vérifié si les abus ont
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
21
dient nog te gebeuren.
Werd er gecontroleerd of het misbruik nu definitief gestopt is? Ik kan
u bevestigen dat het wel degelijk werd nagegaan en dat het misbruik
gestopt is. In afwachting van een intern reglement werd een
controlesysteem ingevoerd, waarin een overzicht bestaat van de
uitgevoerde ritten.
définitivement pris fin et c'est le
cas. Dans l'attente d'un règlement
intérieur, un système de contrôle a
été mis en place.
08.03 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, ik dank u voor
uw antwoord.
Ik zal samen met u verder opvolgen wanneer die aanbevelingen al
dan niet werkelijkheid worden en hoe het controlesysteem dan werkt.
08.03 Sophie De Wit (N-VA): Je
continuerai à suivre ce dossier.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
09 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
invoering van de risicotaxatie" (55012986C)
09 Question de Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur
"L'instauration du processus d'évaluation des risques" (55012986C)
09.01 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, in januari 2020
werd er een man doodgeslagen door een man met een psychiatrisch
verleden. Dat onderzoek is inmiddels afgerond door het parket. De
dader heeft de feiten bekend. Nu wordt de internering van die man
gevraagd. Het gaat niet om iemand met eerdere veroordelingen, maar
wel om een psychiatrische patiënt van wie op het moment van de
feiten werd gedacht dat hij in staat was om het psychiatrisch centrum
te verlaten. Die beoordeling werd gemaakt, maar het is slecht
afgelopen. Zulke zaken kunnen gebeuren, het is niet mijn bedoeling
om verwijten uit te spreken. Wel is het mijn bedoeling om na te gaan
hoe wij zulke zaken in de toekomst kunnen vermijden.
Het ging in dit geval om een persoon met psychiatrische problemen,
maar een gelijkaardige beoordeling moet worden gemaakt bij
veroordeelden, wanneer zij naar de samenleving moeten terugkeren.
Mijn vraag is, zowel voor psychiatrische patiënten als voor mensen
die na een veroordeling en gevangenschap opnieuw vrijkomen, hoe
de screening op een goede manier kan plaatsvinden. Ik besef dat dit
niet gemakkelijk is.
In het regeerakkoord hebt u opgenomen dat er een risicotaxatie moet
komen. Dat hebt u aangekondigd. Ik vind het terecht dat er een
risicotaxatie wordt ingevoerd. Dat instrument zal moeten helpen bij de
beoordeling – die moeilijk is – van de risico's bij vrijlating van
bepaalde personen.
Mijnheer de minister, welk tijdpad hebt u uitgetekend om de
risicotaxatie effectief door te voeren? Hoe ziet u de concrete invulling
ervan, aangezien het toch een complex gebeuren is? Is het de
bedoeling dat de risicotaxatie in elke fase van de strafprocedure wordt
geïntegreerd, van voorlopige hechtenis tot de uiteindelijke strafuit-
voering? Overweegt u om de risicotaxatie te verplichten in bepaalde
gevallen?
09.01 Sophie De Wit (N-VA): En
janvier 2020, un homme est mort
sous les coups d'un individu ayant
des antécédents psychiatriques et
dont on avait estimé qu'il était apte
à quitter le centre de psychiatrie.
L'évaluation de tels cas est
complexe. Ceci vaut également
pour les détenus au moment où ils
sont remis en liberté.
L'accord de gouvernement annon-
ce l'instauration d'une évaluation
des risques. Quel échéancier a-t-il
été établi à cet effet? Cette éva-
luation sera-t-elle intégrée à
chaque phase de la procédure
pénale? Sera-t-elle imposée dans
certains cas?
09.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Collega, u haalt het
geval aan van een psychiatrisch patiënt, waarbij men oordeelde dat hij
09.02 Vincent Van Quickenborne,
ministre: Les évaluations des
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
22
het psychiatrisch centrum kon verlaten. In dit geval gaat het niet om
een strafrechtelijk gegeven, het betreft een overweging of taxatie die
door een psychiater is gemaakt. Zulke beoordelingen worden steeds
op basis van risicotaxatie gemaakt. Ze bestaan al voor
geïnterneerden. Daar de internering geen straf is maar in de eerste
plaats een beveiligingsmaatregel wordt de vrijlating of vrijlating op
proef voorafgegaan door een risicotaxatie. Ook voor extremisten en
terroristen, personen die op de zogenaamde terroristenlijst van het
OCAD staan, wordt aan de hand van een risicotaxatie bekeken welke
behandeling en begeleiding zij desgevallend nodig hebben.
In mijn beleidsverklaring heb ik het concept risicotaxatie ook voor een
aantal andere gevallen geïntroduceerd, onder meer in het onderdeel
"meer aandacht voor de slachtoffers van seksueel geweld". Zoals de
beleidsnota aankondigt, moet seksueel geweld een ketenaanpak
kennen. We zijn inzake seksueel en intrafamiliaal geweld van start
gegaan met een project dat een risicotaxatie zal toelaten. Het eerste
belangrijke punt daarbij is het digitaliseren van het dossier. Door alle
documenten op een centrale plaats te bewaren en verschillende
actoren toegang te verschaffen, kunnen we ons ervan verzekeren dat
een beslissing wordt genomen op basis van alle informatie, waardoor
het gevaar voor de maatschappij beter kan worden ingeschat.
Er werden werkgroepen opgestart met alle relevante actoren van
Justitie om op korte termijn tot een dergelijke risicotaxatie te kunnen
komen voor seksueel en intrafamiliaal geweld. We hopen tegen de
zomer van start te kunnen gaan met gerichte proefprojecten. Na
verloop van tijd kan dit uitgebreid worden tot andere misdrijven.
Tot slot is er ook de risicotaxatie zoals bedoeld in de COL 15/2020.
Deze geldt echter enkel voor intrafamiliaal geweld, zodat dergelijke
zaken sneller opgespoord kunnen worden.
Uw tweede vraag ging over de concrete invulling van de risicotaxatie.
Het is belangrijk te weten dat de risicotaxatie zich op twee niveaus
kan bevinden binnen Justitie, op het niveau van de dader of op het
niveau van het strafproces. Op het niveau van de dader zal een
inschatting gemaakt moeten worden van het recidivegevaar op elk
moment in de keten, van de aanhouding over de veroordeling tot het
strafeinde.
Opvolging en begeleiding, dus ook risicotaxatie, vormen een
gezamenlijk project met de deelstaten. Het zijn namelijk de psycho-
sociale diensten en de justitieassistenten die de dader opvolgen en
begeleiden. Dit laatste is een deelstaatbevoegdheid. Vooraleer er op
federaal niveau wijzigingen kunnen worden doorgevoerd, moet er aan
de deelstaten gevraagd worden of zij deze risicotaxatie in de praktijk
kunnen toepassen. Ik verwijs hiervoor naar de recente plannen voor
risicotaxatie van collega Demir.
Alleen op die manier komen wij tot een efficiënte en werkbare
wetgeving. Bovendien moeten de samenwerkingsakkoorden uit 1998
en 1999 herzien worden tijdens deze legislatuur. Hiervoor zijn reeds
de eerste contacten gelegd.
Daarnaast is er ook een risicotaxatie op het niveau van het
strafproces. Zo moet er bijvoorbeeld urgentie worden gegeven aan
dossiers waarvan blijkt dat de dader een groot gevaar vormt voor de
patients psychiatriques ne
constituent pas une donnée à
caractère pénal. Elles sont
toujours réalisées sur la base
d'une évaluation des risques. Elles
existent déjà pour les internés qui
font l'objet d'une mesure de
sécurité. Pour les personnes
figurant sur la "liste des terroristes"
de l'OCAM, le traitement et
l'accompagnement dont elles ont
besoin sont déterminés sur la
base d'une évaluation des risques.
Dans mon exposé d'orientation
politique, j'introduis l'évaluation
des risques, entre autres, dans les
dossiers en matière de violences
sexuelles. Le dossier doit pré-
alablement être numérisé et cen-
tralisé. Cela permet de mieux
évaluer, sur la base de toutes les
informations, le danger pour la
société. Les groupes de travail
doivent parvenir, à court terme, à
une évaluation des risques pour
les violences sexuelles et
intrafamiliales. L'objectif est de
lancer des projets pilotes ciblés
d'ici l'été. Après un certain temps,
l'évaluation des risques pourra
être étendue à d'autres délits.
Enfin, l'évaluation des risques
visée par la COL 15/2020 s'ap-
plique uniquement aux violences
intrafamiliales et a pour but de
faciliter la détection des cas.
L'évaluation des risques à propre-
ment parler s'effectue au sein de
la Justice à deux niveaux: celui de
l'auteur des faits et celui du procès
pénal. En ce qui concerne l'auteur
des faits, une estimation du risque
de récidive doit être effectuée tout
au long de la chaîne judiciaire. Le
suivi et l'accompagnement – et
donc aussi l'évaluation des risques
– constituent un projet commun
avec les entités fédérées. Les
premiers contacts pour la révision
des accords de coopération de
1998 et 1999 ont déjà été établis.
Il existe par ailleurs une évaluation
des risques au niveau du procès
pénal. Les dossiers dans lesquels
l'auteur des faits représente un
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
23
maatschappij. Deze moeten zowel in eerste aanleg als in hoger
beroep prioritair behandeld worden.
Ik ben op zich niet gekant tegen het idee uit uw laatste vraag, maar
het zou mooi zijn indien wij dankzij de sterk evoluerende technologie
deze risicotaxatie in elk dossier zouden kunnen toepassen, ongeacht
de aard van het misdrijf.
Uw vraag is in elk geval een interessante vraag, die ik zal voorleggen
aan de werkgroep waarover ik eerder sprak.
danger majeur pour la société
doivent être traités prioritairement
tant en première instance qu'en
appel.
Je ne suis pas opposé à une
évaluation des risques obligatoire.
Il serait bon de pouvoir la mettre
en œuvre dans chaque dossier.
09.03 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, het zal inderdaad
een interessant en belangrijk instrument zijn en blijven. Ik weet dat u
het kader omtrent slachtoffers van seksueel geweld ook hebt
opgenomen in uw beleidsnota, maar daar lag de focus heel sterk – en
dat is ook belangrijk – op de slachtoffers. Ik heb toen gesuggereerd
om dat zeker ook op de daders toe te passen, want die vormen
natuurlijk het grootste risico. U hebt onlangs aangekondigd dat u een
aantal van onze aanbevelingen zou meenemen. Ik hoop dat deze
daarbij zal zijn.
Als men die risicotaxatie doet, moet er inderdaad nadien begeleiding
en opvolging gebeuren in samenwerking met de deelstaten. Dat is
ook nog een werf voor u, met name wanneer een risico wordt
ingeschat: is er dan iets extra nodig, zoals een terbeschikkingstelling?
U zei dat u dat ook zult meenemen in het verhaal op Justitie dat u aan
het schrijven bent.
Ik volg het op en kijk ernaar uit.
09.03 Sophie De Wit (N-VA):
Après l'évaluation des risques, un
accompagnement et un suivi en
collaboration avec les entités
fédérées sont nécessaires. Il fau-
dra aussi vérifier à ce moment-là
si des mesures supplémentaires
sont nécessaires, par exemple
une mise à disposition.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
10 Vraag van Sophie De Wit aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
inwerkingtreding van de wet betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden" (55012989C)
10 Question de Sophie De Wit à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'entrée
en vigueur de la loi relative au statut juridique externe des détenus" (55012989C)
10.01 Sophie De Wit (N-VA): Mijnheer de minister, het is al eind
januari en 1 april komt dus steeds dichterbij. Het is bepaald dat de wet
betreffende de externe rechtspositie van gedetineerden op dat
ogenblik volledig in werking zal treden. Dat wil zeggen dat alle
straffen, ook de korte, vanaf dan uitgevoerd moeten worden. In een
antwoord op een andere vraag hebt u enkele weken geleden al
gezegd dat er een evaluatie liep over de vraag of 1 april nog wel
gehaald kan worden.
Wat houdt die evaluatie dan juist in? Zijn er al conclusies getrokken?
Zal u het halen of weet u het niet, en wanneer wordt de knoop dan
doorgehakt?
Indien het wordt uitgesteld, hebt u er dan al een idee van voor
hoelang dat zou zijn? Kan u garanderen dat dit ook de laatste keer zal
zijn? U wilt twee detentiehuizen realiseren dit jaar. In uw schrijven
stond ook dat er 600 plaatsen extra nodig waren. Dan zijn we er
echter nog niet.
Wat gebeurt er met de bestaande conversieregeling via de
10.01 Sophie De Wit (N-VA): La
loi relative au statut juridique
externe des détenus doit entrer en
vigueur le 1er avril 2021. À partir de
cette date, toutes les peines de-
vront être exécutées. Une évalu-
ation a été réalisée pour déter-
miner si cette échéance restait
réaliste. En quoi a consisté cette
évaluation? Des conclusions ont-
elles déjà été tirées? Si l'échéance
est reportée, pour combien de
temps le sera-t-elle? Ce report
sera-t-il le dernier?
En dépit des deux nouveaux
centres de détention projetés,
nous n'atteindrons pas encore les
600 places supplémentaires. Où
trouvera-t-on encore des places?
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
24
omzendbrieven? Dat is wel belangrijk. Voor korte detenties wordt er
nu heel veel omgezet via omzendbrieven. Als het ontwerp volledig in
werking zal treden, vervallen die omzendbrieven dan? Vervalt die
conversieregeling? Is het de bedoeling om het dan meteen aan te
schaffen of wordt in een overgangsregeling voorzien?
Qu'adviendra-t-il du système ac-
tuel de conversion par le biais de
circulaires? Sera-t-il supprimé?
Cela se fera-t-il du jour au len-
demain ou un régime transitoire
sera-t-il prévu?
10.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw De Wit, de
lopende evaluatie heeft betrekking op de wet van 5 mei 2019. De wet
bepaalt namelijk dat veroordeelden met korte straffen die onmiddellijk
aan de tijdsvoorwaarden voldoen om elektronisch toezicht op een
beperkte detentie aan te vragen, die aanvraag vanuit vrijheid kunnen
doen.
Door meerdere actoren betrokken bij de strafuitvoering werd
gesignaleerd dat de wetgever onvoldoende heeft ingeschat wat die
toekomstige wetswijziging vanuit vrijheid op het terrein met zich
meebrengt. Er werd vooreerst gewezen op een belangrijke lacune
voor de dossiersamenstelling bij de aanvraag van het elektronisch
toezicht op een beperkte detentie vanuit vrijheid. Bij langere straffen
en voor gedetineerden brengt de gevangenisdirecteur immers een
advies uit, nadat hij de veroordeelde heeft gehoord, en stelt de
gevangenisdirecteur het dossier samen op grond waarvan de
aanvraag vervolgens wordt beoordeeld.
De vraag rijst wie het dossier zal samenstellen voor veroordeelden die
een verzoek indienen vanuit vrijheid. Die veroordeelden zijn niet
toegewezen aan een bepaalde gevangenis en de gevangenisdirecteur
kan dan ook moeilijk een advies uitbrengen. Er bestaat dus geen
dossier voor deze categorie. Een strafuitvoeringsrechter zou voor hen
bijgevolg blind moeten oordelen omtrent de aanvraag van een
strafuitvoeringsmodaliteit. Dat probleem moet worden rechtgezet. Er
wordt gekeken naar manieren waarop het dossier kan worden
samengesteld voor deze groep veroordeelden die een aanvraag
vanuit vrijheid doen.
Er rijzen echter ook andere vragen. Wat is het statuut van
veroordeelden tot een vrijheidsstraf die niet verbonden zijn aan een
bepaalde gevangenis? Wie bekijkt en berekent de tijdsvoorwaarden in
het geval meerdere straffen in uitvoering zijn of het in mindering
brengen van de periodes van voorlopige hechtenis? De vraag rijst ook
wie de veroordeelde inlicht over zijn rechten indien hij of zij geen
advocaat heeft.
Om een antwoord te bieden op al deze vragen, hebben de
verschillende beroepsgroepen inmiddels samengezeten en zijn
krijtlijnen uitgetekend om een werkbare procedure voor de praktijk te
creëren. Die vragen en mogelijke oplossingen worden nu
geëvalueerd.
De wet van 31 juli 2020 heeft de inwerkingtreding van deze wet
uitgesteld tot 1 april. Dat uitstel werd specifiek ingegeven door de
gevolgen van de pandemie. De voorbereidingen, zoals de
personeelsaanwervingen, werden onderbroken. Het was niet
aangewezen om de inwerkingtreding van de wet te laten samenvallen
met de pandemie, die een aanzienlijke invloed had en heeft op de
normale in- en uitstroom in de gevangenissen. Ik kan u garanderen
dat corona geen goedkoop excuus was om de inwerkingtreding van
10.02 Vincent Van Quickenborne,
ministre: L'évaluation se rapporte
à la loi du 5 mai 2019. Cette loi
prévoit que les détenus condam-
nés à de courtes peines
d'emprisonnement et qui satisfont
d'emblée aux conditions de temps
pour pouvoir faire une demande
de surveillance électronique,
peuvent faire cette demande en
liberté. Plusieurs secteurs
indiquent que le législateur n'a pas
suffisamment vérifié la faisabilité
pratique de la mention "en liberté".
C'est le directeur de prison qui
émet un avis sur la surveillance
électronique et constitue un
dossier qui est ensuite évalué. La
question de savoir qui émettra un
avis pour les détenus qui veulent
faire cette demande en liberté
n'est pas tranchée clairement. Un
juge de l'application des peines
devrait par conséquent statuer à
l'aveugle. Nous devons rectifier cet
élément indésirable.
La question de savoir quel statut
ont les condamnés qui ne sont pas
rattachés à une prison n'a pas non
plus été réglée de façon limpide.
Qui se penche sur les conditions
de temps si plusieurs peines sont
exécutées? Qui déduit les pé-
riodes de détention préventive?
Qui informe le détenu de ses
droits s'il n'a pas d'avocat?
Entre-temps, les différents corps
professionnels ont créé une pro-
cédure fonctionnelle qui fait actu-
ellement l'objet d'une évaluation.
La loi du 31 juillet 2020 a reporté
l'entrée en vigueur de cette loi
jusqu'au 1er avril 2021. La pan-
démie est la raison principale de
ce report. Les préparatifs, tels que
les recrutements de personnel, ont
été interrompus. Nous déciderons
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
25
de wet uit te stellen. Wij zullen binnenkort evalueren of wij de datum
van 1 april aanhouden.
Ook hier zal de evolutie van de sanitaire crisis nauwlettend in de
gaten worden gehouden.
Dan kom ik tot de problematiek van de conversieregeling. Artikel 25
van de wet van 5 mei 2019 bevat reeds een overgangsbepaling. De
wet zal slechts van toepassing zijn op veroordeelden die uitsluitend
een of meer straffen die drie jaar niet te boven gaan, in uitvoering
hebben, die in kracht van gewijsde getreden zijn vanaf de datum van
de inwerkingtreding van de wet.
Voor veroordeelden met veroordelingen in uitvoering die in kracht van
gewijsde zijn getreden voor de inwerkingtreding van de wet, blijven de
ministeriele omzendbrieven inzake de voorlopige invrijheidsstelling en
het elektronisch toezicht van toepassing.
Beide systemen – de beslissing genomen door de strafuitvoerings-
rechtbank en beslissingen genomen door de gevangenisdirecteur,
met eigen tijdsvoorwaarden en procedures – zullen dus nog geruime
tijd naast elkaar blijven bestaan.
Er zijn evenwel twee uitzonderingen. Indien de veroordeelde hierom
schriftelijk verzoekt, dient de nieuwe wet op hem of haar te worden
toegepast. Indien de veroordeelde het onderwerp uitmaakt van een
terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank, is de wet
eveneens onmiddellijk van toepassing.
prochainement, après une évalu-
ation, si nous maintenons la date
du 1er avril.
L'article 25 de la loi du 5 mai 2019
comporte déjà une disposition
transitoire en ce qui concerne le
régime de conversion. La loi ne
sera d'application que pour les
personnes condamnées à une ou
plusieurs peines ne dépassant pas
les trois ans et exécutées confor-
mément à un jugement entré en
force de chose jugée à partir de la
date de l'entrée en vigueur de la
loi. Les deux systèmes, c'est-à-
dire d'une part la décision prise
par le tribunal de l'application des
peines et, d'autre part, les
décisions prises par le directeur de
l'établissement pénitentiaire, vont
donc coexister pendant un certain
temps encore.
Deux exceptions sont prévues. Si
la personne condamnée en fait la
demande par écrit, la nouvelle loi
doit lui être appliquée. Si la
personne condamnée fait l'objet
d'une mise à disposition du tri-
bunal de l'application des peines,
la loi est également d'application
immédiatement.
10.03 Sophie De Wit (N-VA): Dank u wel voor uw antwoorden. Als ik
het goed begrijp, moet er nog nagekeken en beslist worden of de wet
al dan niet in werking kan treden. Vandaag is het 27 januari 2021.
April komt dichterbij. Ik wacht af en kijk uit naar de uiteindelijke
beslissing. Laat het geen aprilgrap worden. We volgen het dossier
verder op.
10.03 Sophie De Wit (N-VA): Avril
est à nos portes. Ne faisons pas
de ce dossier un poisson d'avril.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
11 Questions jointes de
- Cécile Thibaut à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les accusations
d'ingérence à l’EMB et l'avenir de la gestion de la Grande Mosquée de Bruxelles" (55013056C)
- Theo Francken à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'Exécutif des
Musulmans de Belgique" (55013254C)
11 Samengevoegde vragen van
- Cécile Thibaut aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De beschuldigingen
van inmenging in het EMB en het toekomstige beheer v.d. Grote Moskee van Brussel" (55013056C)
- Theo Francken aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
Moslimexecutieve" (55013254C)
11.01 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Madame la présidente,
monsieur le ministre, le 4 décembre dernier, vous rendiez un avis
négatif à la Région de Bruxelles-Capitale quant à la reconnaissance
11.01 Cécile Thibaut (Ecolo-
Groen): Op 4 december jongst-
leden hebt u een negatief advies
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
26
de la gestion de la Grande Mosquée de Bruxelles par l’Exécutif des
Musulmans de Belgique (EMB).
Depuis lors, le vice-président de l'EMB, accusé d’ingérence et
d’espionnage au bénéfice du Maroc, a démissionné de ses fonctions.
Un nouveau président a d'ailleurs été désigné.
Les problèmes d’ingérence au sein de l’EMB ne visent pas unique-
ment le Maroc mais également la Turquie. Pourtant, si ces deux pays
occupent une place importante dans les institutions représentatives
des musulmans de Belgique, ce n’est pas uniquement parce qu’il
s’agit des deux pays d’origine dont sont issus la majorité des
musulmans de notre pays, c’est aussi la conséquence de certains
choix politiques effectués par le passé. En effet, en 2012, le cabinet
de la ministre de la Justice de l’époque indiquait rechercher la stabilité
de l’Exécutif en s’appuyant sur les deux grandes communautés
islamiques de notre pays, c'est-à-dire les communautés marocaine et
turque.
Monsieur le ministre, aujourd'hui, quelle est votre évaluation de la
stratégie de cogestion de l’EMB par les communautés marocaine et
turque? Quelle stratégie envisagez-vous d’adopter afin de parvenir à
l’objectif d’une institutionnalisation d’un islam belge ouvert, pluriel et
débarrassé des ingérences étrangères? Une concertation avec la
Région de Bruxelles-Capitale et des représentants du culte musulman
est-elle toujours à l’ordre du jour concernant l’avenir de la gestion de
la Grande Mosquée de Bruxelles?
uitgebracht over de erkenning van
het beheer van de Grote Moskee
van Brussel door het Executief van
de Moslims van België (EMB).
Sindsdien heeft de ondervoorzitter,
die beschuldigd werd van in-
menging en spionage voor
Marokko, ontslag genomen. De
problemen van inmenging hebben
ook betrekking op Turkije.
De plaats die deze twee landen
innemen is het gevolg van po-
litieke keuzes in het verleden. In
2012 heeft het kabinet van de
minister van Justitie gesteld dat
het de stabiliteit van het EMB wilde
verzekeren door de steun te
zoeken van de twee grote isla-
mitische gemeenschappen in ons
land, namelijk de Marokkaanse en
de Turkse.
Hoe beoordeelt u de strategie van
het medebeheer van het EMB
door deze gemeenschappen?
Welke strategie moet er gevolgd
worden om te komen tot de in-
stitutionalisering van een open
Belgische islam, vrij van buiten-
landse inmenging? Zal er nog
steeds overleg gepleegd worden
met het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest en de vertegenwoordigers
van de islamitische eredienst?
11.02 Theo Francken (N-VA): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de
minister van Justitie, ik had mij graag even aangesloten bij de vragen
over het evaluatierapport. U hebt dat aan de Kamer bezorgd en ik heb
dat gelezen. Het was bijzonder interessant. Het eerste deel is een
oplijsting van de realisaties. Vooral het laatste deel is interessant. Dat
krijgt de meeste media-aandacht, vandaag ook in De Standaard. Het
gaat daarin over extremisme binnen de Moslimexecutieve, mogelijke
spionage en zeer nauwe banden met de Marokkaanse overheid, maar
ook over een zeer conservatieve stroming binnen de Moslim-
executieve die het eigenlijk quasi onmogelijk maakt om tot een soort
van westerse islam te komen, voor zover dat mogelijk is.
U stoort zich daaraan, dat heeft u hier al verscheidene malen gezegd.
Vorige week heeft u mij gezegd dat de conclusies van het evaluatie-
rapport in de lijn liggen van wat u had gedacht en wat u ook tegen de
borst stuit. Het gaat dan over het gebrek aan gendergelijkheid, het
taalonevenwicht en de manier waarop een aantal elementen binnen
die organisatie echt geen modernisering wil.
Ik begrijp uit het artikel in La Libre dat u blijkbaar hebt ingegrepen om
te vragen naar een nieuw voorzitterschap. Dat is mij niet helemaal
duidelijk. Kunt u dat ophelderen? Wat is daar juist gebeurd? Het lijkt
11.02 Theo Francken (N-VA): Le
dernier chapitre du rapport d'éva-
luation fait notamment état de l'ex-
trémisme au sein de l'Exécutif des
musulmans, d'espionnage pos-
sible et de liens très étroits avec
les autorités marocaines. Selon La
Libre, le ministre est intervenu en
demandant la désignation d'un
nouveau président. Cette inter-
vention ne me paraît pas évidente.
Que s'est-il passé exactement?
Sur la base du rapport d'éva-
luation, quels sont les projets du
ministre pour les prochaines an-
nées concernant cette orga-
nisation? Est-il exact que le pré-
sident et un certain nombre
d'autres personnes seraient trop
proches des autorités maro-
caines? Peut-on parler d'espion-
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
27
mij niet evident dat u zelf zou ingrijpen.
Wat zijn uw plannen met deze organisatie de komende jaren op basis
van het evaluatierapport? Hoe zit het juist met dat verhaal dat de
voorzitter en een aantal anderen te dicht bij de Marokkaanse overheid
zouden staan? Is dat dan spionage? Wat is dan de concrete
bedreiging? Ik neem aan dat de Marokkanen goed meeluisteren. Wat
was juist het probleem? Welke stappen zult u nog nemen?
nage? Concrètement, quelle me-
nace représentent-ils? Quelles
autres mesures le ministre pren-
dra-t-il?
11.03 Vincent Van Quickenborne, ministre: Chers collègues, je
vous remercie pour vos questions. Je commencerai par les questions
de Mme Thibaut.
Actuellement, les organes de l'Exécutif des Musulmans de Belgique
(EMB) sont constitués de trois entités communautaires. Toutes les
mosquées membres sont regroupées au sein des entités A, B et C.
L'entité A représente la plus grande communauté islamique de
Belgique, à savoir la communauté marocaine. L'entité B est la
seconde plus grande communauté islamique du pays – la commu-
nauté turque – et l'entité C représente les communautés musulmanes
minoritaires en Belgique. Cette structure est définie dans le règlement
d'ordre intérieur de l'EMB.
Comme je l'ai indiqué dans mes réponses des 4 et 19 janvier
derniers, je discuterai des propositions de renouvellement de l'EMB
au cours des semaines à venir. Sur la base de cette discussion, il
peut être décidé d'apporter quelques modifications appropriées à la
structure de l'EMB.
Comme vous le savez probablement, la Grande Mosquée de
Bruxelles est actuellement gérée par l'EMB et par ses ASBL. L'avenir
de la Grande Mosquée fera donc partie des discussions. Des
consultations avec la Région de Bruxelles-Capitale auront bien
entendu lieu en temps voulu.
11.03 Minister Vincent Van
Quickenborne: Momenteel be-
staan de organen van het EMB uit
drie gemeenschapsentiteiten. Enti-
teit A vertegenwoordigt de Marok-
kaanse gemeenschap, die in
aantal het grootst is. Entiteit B is
de Turkse gemeenschap, de op
één na grootste. Entiteit C verenigt
de minderheidsgemeenschappen.
Die structuur wordt bepaald in het
huishoudelijk reglement van het
EMB.
Ik zal in de loop van de volgende
weken de voorstellen in verband
met de hernieuwing van het EMB
bespreken. Daarna zullen de ge-
paste wijzigingen aan de structuur
ervan aangebracht worden.
De Grote Moskee van Brussel
wordt door het EMB en de vzw's
van het Executief beheerd. De
toekomst ervan zal deel uitmaken
van de besprekingen. Te gele-
gener tijd zal er daarover met het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
overlegd worden.
Mijnheer Francken, ik heb niet alleen uw vragen gelezen maar ook uw
tweet van 26 januari. Daarin zegt u: "Er komt dus een nieuwe
voorzitter van de Moslimexecutieve omdat de vorige een soort
Marokkaanse spion (?) was en dit na actieve tussenkomst van
Justitieminister Van Quickenborne via zijn kabinetschef, oud-OCAD-
baas Van Tigchelt." U stelt eigenlijk geen vraag, u zegt al wat het is. Ik
vind dat toch wat beangstigend. Ten eerste zegt u dat ik ben
tussengekomen bij de aanstelling van die persoon, ten tweede zegt u
dat ik ben tussengekomen bij de benoeming van een nieuwe
voorzitter en ten derde plaatst u een vraagteken na het woord "spion".
U trekt dus blijkbaar het advies van de Veiligheid van de Staat in
twijfel in die tweet.
Ik meen dat u drie keer een fout hebt gemaakt met die stellingen. Ten
eerste weet u dat mijn kabinet en ik zelf in dezen de reglementaire
procedures volgen. Zo horen een minister en een kabinet ook te
werken. Ten tweede gaat het om een erkenningsaanvraag waarvoor
wij een negatief advies kregen van de veiligheidsdiensten, onder meer
de Veiligheid van de Staat, wegens problemen van inmenging en
Dans son tweet du 26 janvier,
M. Francken affirme que, par
l'intermédiaire de mon chef de
cabinet et ex-patron de l'OCAM,
M. Van Tigchelt, je suis intervenu
dans la désignation d'un nouveau
président de l'Exécutif des musul-
mans parce que le précédent était
une "sorte d'espion marocain (?)".
Ce point d'interrogation implique
qu'il met en doute l'avis de la
Sûreté de l'État. M. Francken sait
pourtant que nous suivons les
procédures réglementaires. L'avis
négatif des services de sécurité
concerne non pas le président
mais le vice-président et a été
rendu en raison de problèmes
d'ingérence et d'espionnage.
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
28
spionage. Wat ik hier zeg is niet nieuw, het is al heel lang geweten.
Het is een spion tout court, zonder vraagteken. Ten derde ging het
niet over de voorzitter van de Moslimexecutieve, het negatief advies
betrof een vicevoorzitter.
De manier waarop de voorzitter en de vicevoorzitters van het
Executief worden verkozen ligt vast in zijn reglement van inwendige
orde.
Intussen heeft mijn kabinet van de voorzitter van de Moslimexecutieve
vernomen dat de vorige Franstalige vicevoorzitter effectief ontslag
heeft genomen uit al zijn functies en dat zijn functie binnen het
Executief opgenomen wordt door de heer Noureddine Ismaili. Dat heb
ik net als u vernomen, ik ben daarin niet tussengekomen zoals u hebt
gezegd.
Zoals afgesproken is het evaluatierapport van de EMB op 22 januari
bezorgd aan de Kamer. Vanmorgen hebt u een bericht verspreid dat
dit niet gebeurd zou zijn, waarna u dat hebt ingetrokken. We hebben
dat echter wel bezorgd aan de Kamer. Hopelijk hebt u dat intussen
kunnen inkijken. Het evaluatierapport bevat een opsomming van
verwezenlijkingen. Op het einde wordt dit kritisch. De kritiek stemt
overeen met wat ik al eerder heb gezegd de voorbije maanden. Mijn
uitgangspunten zijn: geen buitenlandse inmenging, geen extremisme,
maar wel representativiteit. Dat betekent representativiteit in de
geloofsstrekkingen, representativiteit in de talen van ons land – dit zijn
om te beginnen het Nederlands en het Frans – en representativiteit
van mannen en vrouwen. Ook transparantie en professionaliteit vallen
hieronder. U kan het rapport zelf lezen, maar ik wil u een aantal
citaten uit het rapport toch niet onthouden.
L'homme en question est un
espion tout court.
Le mode d'élection du président et
du vice-président de l'Exécutif est
fixé dans le règlement d'ordre
intérieur. Le précédent vice-prési-
dent francophone a démissionné
de toutes ses fonctions, qui sont
désormais occupées par
M. Noureddine Ismaili. J'ai appris
cette information et je ne suis pas
intervenu dans le dossier.
Le rapport d'évaluation de
l'Exécutif des musulmans a été
remis le 22 janvier à la Chambre,
même si M. Francken diffusait ce
matin l'information selon laquelle
ce n'était pas le cas. Les critiques
formulées à la fin du rapport
s'accordent avec ce que j'ai déjà
dit ces derniers mois. Mes priorités
sont: l'absence d'ingérence étran-
gère, l'absence d'extrémisme, la
transparence, le professionnalis-
me, la représentativité par rapport
aux différents courants religieux et
aux différentes langues, ainsi que
la représentation des hommes et
des femmes.
Madame Thibaut, je les cite en français car je m'adresse bien
évidemment à vous mais aussi parce que le rapport n'a été publié
qu'en français. Je déplore le fait qu'il n'ait pas été publié en
néerlandais. On est quand même dans un pays où on essaie de
parler les deux langues. Les quatre citations sont les suivantes:
"Six ans après l'instauration de l'Exécutif à partir des Communautés
islamiques locales, bien que de nombreuses avancées aient été
engrangées malgré les difficultés rencontrées, force est de constater
que le système n'a pas été à la hauteur des attentes, c'est-à-dire le
système ABC (?). En effet, de nombreuses failles sont apparues très
rapidement."
"Il est apparu que plusieurs délégués provenaient de mouvements et
réseaux extrémistes."
"Le processus de renouvellement de 2014 a également mis en
lumière le peu de confiance, d'importance et d'estime accordé à la
gent féminine, puisque seule une infime minorité de mosquées a
désigné une femme représentante pour siéger au Conseil général des
musulmans de Belgique. Il y a lieu également d'être attentif à la
question linguistique (français, néerlandais, allemand) et à la
présence féminine."
"Les futurs dirigeants de l'Exécutif doivent émaner de l'intelligentsia
musulmane, être titulaires d'un diplôme de l'enseignement supérieur
Volgens een rapport dat alleen in
het Frans opgesteld werd, wat ik
betreur, blijkt dat er zes jaar na de
oprichting van de Moslimexecu-
tieve, hoewel er op tal van vlakken
vooruitgang geboekt werd, snel
tekortkomingen opgedoken zijn.
Bovendien kwamen veel afge-
vaardigden uit extremistische
netwerken. Uit het vernieuwings-
proces van 2014 is gebleken dat
slechts een kleine minderheid van
de moskeeën een vrouw als ver-
tegenwoordigster aangesteld heeft
in de Belgische Moslimraad.
Ten slotte moeten de toekomstige
leiders van de Moslimexecutieve
volgens het rapport tot de
moslimintelligentsia behoren en in
het bezit zijn van een hoger di-
ploma of gelijkwaardig zijn door
ervaring.
Dat bevestigt wat ik eerder al zei.
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
29
au minimum ou démontrer un niveau d'équivalence par l'expérience et
le travail au sein même du monde académique ou communautaire."
Ces citations sont claires et confirment les propos que j'ai tenus il y a
quelques semaines déjà.
Ik werd geconfronteerd met het Executief van de Moslims van België
dat uit zichzelf heel kritisch is. Wij zullen dit moeten oplossen. Dit is
een probleem dat al een lange tijd aansleept. Het dateert niet van
gisteren. Het is nooit opgelost, en ik ben echt zinnens het op te
lossen, samen met het Executief.
Uiteraard moet ik, en zal ik, de godsdienstvrijheid respecteren. Dat is
evident. Het is niet aan mij te bepalen wie voorzitter of vicevoorzitter
moet zijn, of dat nu bij de katholieke kerk is of bij de islamitische of de
orthodoxe eredienst. Dat is mijn taak niet.
Het is wel mijn taak ervoor te zorgen dat elke eredienst zich houdt aan
de vrijheden en de essentiële waarden van ons land. Vandaar dat ik
ook dit dossier niet zal laten liggen, maar ervoor zal zorgen dat er een
oplossing komt voor het Executief.
Ik ben mij bewust van de moeilijkheden, collega's. Vele voorgangers
hebben geprobeerd dit op te lossen. Blijkens het rapport van het
Executief is dat niet gelukt.
Ik zal dit moeilijke werk aanvatten, ik ben er trouwens volop mee
bezig, in de hoop een goed Executief te hebben dat representatief is
voor de moslims in ons land, van wie ik overtuigd ben dat de
overgrote meerderheid absoluut kan samenleven met andere
geloofsstrekkingen.
L'Exécutif des musulmans est, de
lui-même, très critique. Les pro-
blèmes se posent déjà depuis très
longtemps. Je souhaite les ré-
soudre, conjointement avec l'Exé-
cutif. Il ne m'appartient pas de
déterminer qui doit être le
président. Cette décision relève de
la liberté de culte. Il m'incombe, en
revanche, de veiller à ce que
chaque culte respecte les libertés
et les valeurs essentielles de notre
pays. J'entends œuvrer active-
ment à un bon Exécutif,
représentatif de l'ensemble des
musulmans dans notre pays, dont
la grande majorité est parfaitement
en mesure de vivre en accord
avec les autres courants religieux.
De voorzitster: Mijnheer de minister, om duidelijk te zijn, wij hebben
in de nacht van 22 op 23 januari van uw kabinet een mail ontvangen
met de boodschap dat dit rapport op de kortst mogelijke termijn
bezorgd zou worden. Het is maandag bij onze diensten in de mailbox
gevallen. Misschien was het in het weekend gestuurd.
Ik heb dan de heer Francken inderdaad verkeerdelijk ingelicht dat het
nog niet toegekomen was. Daarom heb ik uw kabinet daaraan
gisteren nog eens herinnerd. Het was dus een fout van mij, of een
onoplettendheid. Vandaar de tweet van de heer Francken.
Mevrouw Thibaut heeft het woord voor haar repliek.
La présidente: Le rapport est
arrivé lundi dans la boîte aux
lettres électronique de nos ser-
vices. J'ai erronément informé
M. Francken qu'il ne nous était pas
encore parvenu. Il s'agissait d'une
inadvertance de ma part.
11.04 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, merci
pour votre réponse.
Le momentum est vraiment intéressant, selon moi. L'avis du
secrétaire d'État est cinglant, très sévère. L'Exécutif des Musulmans
de Belgique est aujourd'hui conscient de ses faiblesses et de la
nécessité de se réorganiser. Le ministre, quant à lui, se dit à l'écoute
et a l'intention de jeter des ponts et de jouer son rôle dans la liberté de
chacun. Je vous encourage vraiment à poursuivre dans ce sens, car il
faut du courage pour remédier à cette situation.
11.04 Cécile Thibaut (Ecolo-
Groen): De Staatssecretaris velt
een streng oordeel. Het Executief
van de Moslims van België is zich
bewust van de noodzaak om zich
te reorganiseren. De minister is
van plan om als bruggenbouwer
op te treden en eenieders vrijheid
te respecteren. Ik moedig u ertoe
aan op die weg door te gaan, want
dat vraagt moed.
11.05 Theo Francken (N-VA): Mijnheer de minister, u spreekt van 11.05 Theo Francken (N-VA): Il
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
30
een tweet. Met Twitter moet men altijd oppassen. Vorige week blafte
u een N-VA-lid af op Twitter. Het is altijd belangrijk dat men waardig
blijft en dat men oppast met Twitter. Dat geldt voor mij, maar ook voor
u.
U zegt voorts dat mijn tweet drie keer fout was. Ik betwist dat. Mijn
tweet was gebaseerd op een artikel van La Libre Belgique, dat erbij
stond. Dat artikel was dan compleet fout, want wat ik zei, haalde ik uit
dat artikel. Voor een keer wou ik voorzichtig zijn en daarom zette ik
een vraagteken achter het woord spion, maar u zegt dat dat
vraagteken totaal overbodig was. Het was en is immers een spion,
zegt u. Dat is dan bij dezen duidelijk. Ik wou het voorzichtig
formuleren, want ik was daar niet zeker van. U beschikt over de
rapporten van de Veiligheid van de Staat, ik niet. Het is nu dus
duidelijk: die man is een spion. Hij heeft ontslag genomen uit al zijn
functies en is vervangen door iemand die vroeger al ontslag heeft
moeten nemen, omdat hij te modern zou zijn. U vindt van hem echter
dat hij nog te weinig modern is en u gaat op zoek naar een nieuwe
voorzitter. U zegt heel duidelijk dat u niet bent tussengekomen en dat
u dat niet zult doen. Dat is ook niet aan u. Dat is een correcte
houding, die ik volledig steun.
Nu gaat u er volop mee aan de slag. Het is nooit gelukt, maar nu zal
het u wel lukken, zegt u. U hebt het budget verhoogd. In de Zweedse
regering was Koen Geens minister van Justitie en hij wou er echt
werk van maken en gaf altijd een slok geld erbij, want zo zou het in
orde komen. Opnieuw, ik was ter zake altijd kritisch. Ik heb daar mijn
mening over. Mijns inziens is het heel moeilijk om een representatief
orgaan van de islam in België of eender welk land op te richten, gelet
op de zovele stromingen, van soennitisch tot sjiitisch, van Turken tot
Marokkanen, de mensen van Sub-Saharaans Afrika en van Centraal-
Azië. Dat orgaan moet bovendien ook nog eens de man-
vrouwverhoudingen en de verhoudingen tussen Frans- en
Nederlandstaligen respecteren. U probeert een puzzel in elkaar te
steken die bijna onlegbaar is. Ik wens u daar veel succes mee. Ik
hoop dat het lukt, maar ik betwijfel of dat ooit kan lukken.
Laten we vooral ook opletten met de idee van een Europese islam als
een soort van verwaterde toepassing van de islam. Dat is toch wat ik
denk dat u bedoelt met wat veel moslims hier beleven, en waarmee ik
op zich geen probleem heb. We zullen zien. Het is een heel
interessant debat. Ik zal daar vragen over blijven stellen en we zullen
daar zeker nog over van gedachten kunnen wisselen. Ik wens u daar
ook veel succes mee, laat dat duidelijk zijn. Ik ben kritisch, maar ik
probeer zeker ook mee na te denken over hoe men zo'n orgaan het
beste kan organiseren, maar op dit moment zie ik de oplossing niet.
We moeten er werk van maken, want het gaat toch om een
belangrijke bevolkingsgroep, waar we zeker de nodige aandacht aan
moeten besteden.
Wat ik echter niet begrijp, is dat er, na al die lijvige antiterreur-
verslagen naar aanleiding van de aanslagen in het metrostation
Maalbeek en op de luchthaven Brussel-Nationaal, nog steeds niet
echt wordt geluisterd. Dat vind ik jammer en zal ik blijven betreuren.
Er moet een duidelijk signaal komen tegen salafisme en islamisme.
Tot slot, ik dacht dat het rapport ook aan mij zou worden bezorgd. Zo
was oorspronkelijk ook gezegd. Het is blijkbaar via de commissie
est important de se montrer pru-
dent sur Twitter. Mon tweet était
basé sur des informations publiées
dans La Libre Belgique qui se sont
révélées fausses. Pour une fois,
j'ai voulu être prudent en ajoutant
un point d'interrogation à côté du
mot "espion". Je n'étais pas sûr de
l'information, je ne dispose pas
des rapports de la Sûreté de l'État.
Le ministre veut réussir là où tous
ses prédécesseurs ont toujours
échoué. Il est très difficile de créer
un organe représentatif des mu-
sulmans dont les souches et na-
tionalités différentes sont nom-
breuses. Ajoutez à cette difficulté
le respect de l'équilibre entre les
hommes et les femmes et entre
les langues et l'équation devient
presque insoluble. J'espère qu'il
réussira mais j'ai des doutes.
Prenons garde en outre à l'idée
d'un islam européen qui serait une
sorte d'islam édulcoré.
Je ne comprends pas non plus
pourquoi, après les attentats et les
volumineux rapports qui ont été
rédigés sur la question, on con-
tinue à faire la sourde oreille et on
n'envoie pas de signal clair contre
le salafisme et l'islamisme.
Enfin, je tiens à souligner que j'ai
été mal informé au sujet de la
réception du rapport et que ma
communication n'était dès lors pas
à 100 % correcte. Je tiens à m'en
excuser.
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
31
gegaan, maar daar is iets misgelopen. Ik heb daar geen probleem
mee; mijn communicatie was dus niet helemaal correct; ik was foutief
geïnformeerd. Mijn excuses daarvoor. Als er in de toekomst nog zo'n
rapport wordt opgevraagd, hoop ik wel dat ik dat ook via mail zou
kunnen ontvangen.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
12 Question de Cécile Thibaut à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La
reconnaissance du bouddhisme" (55013057C)
12 Vraag van Cécile Thibaut aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
erkenning van het boeddhisme" (55013057C)
12.01 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Monsieur le ministre, l’accord
de gouvernement prévoit d’accéder favorablement à la demande de
reconnaissance du bouddhisme introduite par l’Union bouddhique
belge (UBB) en 2006. Cela date déjà. Quel est l’état de la situation
concernant cette demande de reconnaissance? Avez vous déjà pu
rencontrer les représentants de l’UBB? Si non, comptez-vous les
rencontrer prochainement?
12.01 Cécile Thibaut (Ecolo-
Groen): Het regeerakkoord voor-
ziet in de inwilliging van de aan-
vraag tot erkenning van het
boeddhisme, die in 2006 door de
Boeddhistische Unie van België
(BUB) ingediend werd.
Wat is de stand van zaken met be-
trekking tot die aanvraag? Hebt u
de vertegenwoordigers ontmoet?
Zult u dat binnenkort doen?
12.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Chère collègue, une
proposition de loi relative à l'Union bouddhique belge a été soumise à
la Chambre des représentants le 11 septembre 2019 par la collègue
Els Van Hoof. Vous avez rejoint cette proposition le 25 novem-
bre 2019 et Mme Matz, le 11 février 2020. Il y a donc beaucoup de
soutien à cette reconnaissance, madame Thibaut.
Le 8 décembre, mon cabinet a rencontré M. le président et le
secrétaire général de l’Union bouddhique belge pour se concerter sur
le planning de la reconnaissance. A priori, aucun obstacle ne
s'oppose à la reconnaissance. Par conséquent, nous leur avons
garanti que la reconnaissance se ferait pendant cette législature
comme prévu dans l'accord du gouvernement. Mon cabinet étudie les
aspects techniques du dossier en collaboration avec le SPF Justice.
Après cela, le travail législatif pourra commencer. Nous tenons
évidemment l'UBB informée des travaux.
12.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: Op 11 september
2019 werd er een wetsvoorstel in-
gediend. Op 25 november 2019
hebt u zich daar als indienster aan
toegevoegd en mevrouw Matz
deed hetzelfde op 11 februari
2020. Het wetsvoorstel kan dus op
een brede steun rekenen.
Op 8 december 2020 heeft mijn
kabinet de voorzitter en de secre-
taris-generaal van de BUB ont-
moet om de planning te bespre-
ken. Aangezien er geen enkele
belemmering is voor de erkenning,
hebben wij hen ervan verzekerd
dat die tijdens deze zittingsperiode
zou worden verleend. Alvorens
met het wetgevende werk te be-
ginnen bestudeert mijn kabinet
samen met de FOD Justitie de
technische aspecten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
13 Question de Cécile Thibaut à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "La
reconnaissance de l'hindouisme" (55013058C)
13 Vraag van Cécile Thibaut aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
erkenning van het hindoeïsme" (55013058C)
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
32
13.01 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Madame la présidente,
monsieur le ministre, il n'est pas ici question de l'accord de gouver-
nement. Mais la question est de savoir s'il s'agit ou non d'une erreur.
En 2013, le Forum hindou déposait une demande de reconnaissance
de l’hindouisme sur la base de l’article 181 de la Constitution. Il s'agit,
en réalité, d'une demande de subsides, raison pour laquelle le
processus est moins avancé, sachant que cela se compte en années.
Monsieur le ministre, où en est cette demande de reconnaissance?
Comptez-vous rencontrer prochainement les représentants de la
communauté hindoue de Belgique concernant l’état d’avancement de
leur demande de reconnaissance? Identifiez-vous d’éventuels obstac-
les relatifs au subventionnement demandé par le Forum hindou? Si
oui, lesquels?
13.01 Cécile Thibaut (Ecolo-
Groen): Het Hindoe Forum van
België heeft in 2013 een aanvraag
ingediend tot erkenning van het
hindoeïsme. Het betreft een
subsidieaanvraag.
Hoe staat het met dit aan-
vraagdossier? Zult u deze
gemeenschap binnenkort ont-
moeten? Wat zou een goed-
keuring volgens u in de weg kun-
nen staan?
13.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente,
chère collègue, en effet, le 14 mars 2013, le Forum hindou de
Belgique a introduit une demande de reconnaissance de l'hindouisme
en Belgique. Sur la base de l'article 181 de la Constitution, le choix de
demander la reconnaissance comme culte relève de la compétence
du culte ou du mouvement philosophique qui introduit la demande.
La reconnaissance de l'hindouisme n'est pas prévue dans l'accord de
gouvernement. Je pense que nous en avons parlé, mais je n'étais pas
là lors de la discussion de ce thème. Finalement, nous avons décidé
avec ce gouvernement – c'est un choix délibéré – que pendant cette
législature, nous consacrerons tous nos efforts à la reconnaissance
du bouddhisme. Cependant, il y a évidemment encore d'autres
dossiers comme celui de l'Exécutif des Musulmans de Belgique et de
la Grande Mosquée de Bruxelles qui a fait l'objet d'une question de
votre part.
13.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: Op 14 maart 2013
heeft het Hindoe Forum van België
op grond van artikel 181 van de
Grondwet een aanvraag tot erken-
ning ingediend. In het
regeerakkoord wordt er niet in de
erkenning van het hindoeïsme
voorzien. Ik was niet aanwezig op
het moment waarop dat thema
besproken werd. De regering heeft
ervoor geopteerd om zich tijdens
deze legislatuur ten volle in te
spannen voor de erkenning van
het boeddhisme.
13.03 Cécile Thibaut (Ecolo-Groen): Je vous remercie pour votre
réponse, monsieur le ministre. J'entends qu'un processus est en
cours, sur la base de la loi. Je ne pense pas qu'il s'agisse d'un choix
politique mais plutôt d'un oubli de notre part. Au bout du compte, le
processus tel que le prévoit la loi doit se poursuivre.
Je reviendrai donc vers vous à ce sujet, car je pense que cette
demande de subsides est légitime et s'inscrit dans le cadre du
processus de reconnaissance d'une loi que nous avons tous votée et
que nous soutenons. Je pense que nous devons faire un pas en
avant à l'égard de cette communauté et prouver que notre loi sur la
reconnaissance des religions fonctionne.
13.03 Cécile Thibaut (Ecolo-
Groen): Ik denk niet dat dat een
politieke keuze was maar eerder
dat we het over het hoofd gezien
hebben. Die legitieme aanvraag
maakt deel uit van de erken-
ningsprocedure die is vastgelegd
in een wet die we allemaal hebben
goedgekeurd. Ik denk dat we die
gemeenschap tegemoet moeten
komen en de aanhangers van die
levensbeschouwing moeten be-
wijzen dat onze wetten en onze
erkenning van de erediensten wel
degelijk werken.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
14 Vraag van Bert Moyaers aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Een lik-
op-stukvervolging bij cybercrime" (55013075C)
14 Question de Bert Moyaers à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Des
poursuites immédiates en cas de cybercriminalité" (55013075C)
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
33
14.01 Bert Moyaers (sp.a): Mevrouw de voorzitster, mijnheer de
minister, het jaar 2020 was een grand cru voor cybercriminelen. Het
Belang van Limburg publiceerde in haar editie van 14 december
cijfers van 6 van de 14 Limburgse politiezones. Daaruit bleek dat er al
voor ruim 5,5 miljoen euro werd opgelicht. Dan is er ook nog het dark
number. Dat is het aantal mensen dat te beschaamd is of bij wie het
bedrag te laag ligt en geen aangifte doet.
Volgens berekeningen bij het parket van Limburg en de politie moet
men daarom het bedrag vier tot vijf keer vermenigvuldigen om een
realistisch beeld te krijgen. Dit zijn cijfers om van te duizelen en ze
gaan over slechts één provincie.
De politezones geven aan dat dit hun petje te boven gaat. Er is nood
aan een nationale preventiecampagne, een verhoging van de
capaciteit bij de federale politie om een fenomeenanalyse te maken,
maar ook een stevig lik-op-stukbeleid, meer bepaald voor de money
mules.
Cybercrime gebeurt vaak via internationale netwerken, maar vanaf
het moment dat criminelen de computer op afstand overnemen van
slachtoffers of hen met een list overhalen om geld over te maken, is
er in elk geval een geldoverdracht van de rekening van het slachtoffer
naar een andere rekening. Deze rekening is quasi steeds van een
money mule, een kleine garnaal die zijn of haar rekening tegen een
kleine vergoeding ter beschikking stelt.
Mijnheer de minister, gezien het grote menselijke leed en de daaraan
gekoppelde gezinsdrama's lijkt het belangrijk om kort op de bal te
spelen. Zult u zo snel mogelijk inzetten op een lik-op-stukvervolging
en meer bepaald op de money mules, omdat die toch wel goed te
traceren zijn? Kunt u vandaag al wat cijfers geven van het aantal
vervolgingen ten gevolge van cybercrime dat het afgelopen jaar werd
opgestart?
14.01 Bert Moyaers (sp.a): La
cybercriminalité augmente de plus
en plus. Les zones de police
avouent être dépassées par ce
phénomène. Une campagne na-
tionale de prévention, une aug-
mentation des capacités de la
police fédérale et une politique de
réaction immédiate sont néces-
saires. Lorsque les criminels par-
viennent à soutirer de l'argent à
leurs victimes, cette opération a
souvent lieu sur le compte de ce
que l'on appelle une mule finan-
cière, c.-à-d. une petite frappe qui
met son compte à disposition
contre une petite rémunération.
Une politique de réaction im-
médiate à l'encontre des mules
financières facilement traçables
est-elle en préparation? Combien
de cybercriminels ont-ils été
poursuivis en 2020?
14.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Dank u voor uw vragen,
mijnheer Moyaers.
Preventie inzake cybercrime is inderdaad belangrijk, maar er moet
ook worden opgetreden. Er is inderdaad een grote nood aan
bijkomende middelen voor de bestrijding van cybercrime, zowel bij de
politie als bij het openbaar ministerie. Daarin heb ik ook voorzien in
mijn beleidsverklaring.
Wij zullen investeren in centrale data-analyse en in een duidelijk
wetgevend kader dat het koppelen van bestaande databanken
toelaat. Het College van procureurs-generaal heeft gewerkt aan een
nationale omzendbrief inzake phishing die zal inzetten op een
verbetering van de beeldvorming alsook op de bestrijding van de
criminele bovenbouw, die vaak vanuit het buitenland opereert, en op
het criminele netwerk van de zogeheten money mules.
Opgelet, deze money mules, geldezels, zijn niet zomaar kleine
garnalen, maar wel noodzakelijke schakels in het geheel, zodat ook
hierop moet worden ingezet als men straffeloosheid absoluut wil
vermijden. Tegelijkertijd voeren wij ook gesprekken met de financiële
sector om een systeem te installeren, zodat transacties van fraude en
phishing sneller gedetecteerd kunnen worden. Specifiek bij phishing
14.02 Vincent Van Quickenborne,
ministre: La prévention en matière
de cybercriminalité est importante
mais il faut également agir. La
police et le ministère public ont
grandement besoin de moyens
supplémentaires. Nous allons
investir dans l'analyse centrale des
données et dans un cadre législatif
clair pour l'interconnexion des
banques de données.
Une circulaire du Collège des pro-
cureurs généraux sur le phishing
vise à améliorer l'imagerie et à
combattre la superstructure crimi-
nelle ainsi que le réseau de mules
financières. Ce ne sont pas de
petits poissons, ce sont des
maillons indispensables de la
chaîne qui ne doivent pas de-
meurer impunis. Nous sommes
également en pourparlers avec le
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
34
zullen de money mules door dit systeem sneller worden ontmaskerd.
Dit kan ervoor zorgen dat ontvreemd geld tijdig wordt geblokkeerd en
teruggegeven aan de slachtoffers.
U suggereert een lik-op-stukvervolging. Graag, maar ik moet er toch
op wijzen dat het opsporen van de daders vaak net iets complexer is
dan de oplossing lijkt te suggereren. De daders maken vaak handig
gebruik van de anonimiteit van het world wide web en opereren vanuit
een ver buitenland. Het is dus niet altijd evident de daders snel te
identificeren of snel voor de rechter te brengen.
U hebt ook een vraag gesteld over het aantal vervolgingen. Mevrouw
de voorzitster, in verband met die vraag wil ik herinneren aan mijn
oproep, die ik vorige week in de commissie voor Justitie uitsprak, en
de mail die u vervolgens op 20 januari aan de Kamerleden stuurde,
waarvoor overigens dank, om het Kamerreglement in herinnering te
brengen, met name dat vragen naar statistieken schriftelijk dienen te
worden ingediend.
Mijnheer Moyaers, ik wil dus suggereren om uw vraag als schriftelijke
vraag in te dienen. Dan zal ik u zeker een antwoord bezorgen.
secteur financier afin de détecter
plus rapidement les transactions
frauduleuses et le hameçonnage.
Souvent, les auteurs de délits
manient habilement l'anonymat
qu'offre internet et opèrent depuis
l'étranger. Il n'est pas toujours fa-
cile de les identifier rapidement ou
de les traduire en justice.
En ce qui concerne le nombre de
poursuites, j'insiste à nouveau
pour que les questions relatives
aux statistiques soient posées par
écrit.
14.03 Bert Moyaers (sp.a): Mijnheer de minister, ik zal die vraag
schriftelijk indienen, wat inderdaad wel logisch lijkt, maar ik had het
wel leuk gevonden als ik al een richtinggevend cijfer kon krijgen.
In de eerste plaats dank ik u voor uw uitgebreid antwoord op mijn
eerste vraag, die voor mij veel belangrijker was. Een lik-op-stukbeleid
is volgens mij inderdaad absoluut nodig. De money mules zitten
meestal niet zozeer in het buitenland, vaak gaat het gewoon over
studenten die ervoor warm gemaakt worden om hun zichtrekening ter
beschikking te stellen. Er wordt een relatief kleine som beloofd, terwijl
de rekening gebruikt wordt om grotere bedragen te kunnen
doorsluizen naar het buitenland. Omdat vanaf de zichtrekening gestart
wordt, zijn die studenten heel vaak identificeerbaar en de straffen zijn
vaak ook niet mals. Daarom denk ik dat een goede campagne
aangewezen is. In mijn politiezone, Limburg Regio Hoofdstad, zal
volgend jaar een campagne met een duidelijke focus op de jongeren
worden opgestart. Die campagne zal samen met de PXL worden
opgezet en het thema van de zogenaamde money mules wordt
daarbij zeker aangesneden, omdat dat aansluit bij de leefwereld
waarin zij zitten.
Ik meen dat er tegenwoordig zeker meer dan voldoende data
voorhanden zijn, zodat de lokale politiediensten verder onderzoek
kunnen verrichten en om een fenomeenanalyse uit te voeren.
Daarnet stelde ik in dit verband ook een vraag aan de premier in de
commissie voor Binnenlandse Zaken. Van mijn politiezone vernam ik
vorig jaar dat het openbaar ministerie in een toestand was gekomen
waarbij de politie zich noodgedwongen moet beperken tot slechts
enkele gevallen om verder onderzoek te verrichten. De premier
verwees mij voor het antwoord op die vraag door naar u, daarom zal
ik ook daarover een bijkomende vraag indienen.
14.03 Bert Moyaers (sp.a): Je
déposerai une question écrite à ce
sujet.
Les mules financières ne sont
généralement pas à l'étranger.
Nous pouvons les appréhender et
les sensibiliser au problème. La
police locale devrait tout de même
pouvoir disposer de ressources
suffisantes afin d'analyser le
phénomène.
Het incident is gesloten.
L'incident est clos.
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
35
15 Vraag van Ben Segers aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "Het Essex-
drama" (55013096C)
15 Question de Ben Segers à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Le drame
de l'Essex" (55013096C)
15.01 Ben Segers (sp.a): Mijnheer de minister, ik verwijs naar de
schriftelijke versie van mijn vraag en ben heel erg benieuwd naar uw
antwoord, ook al is het kort dag, want ik heb mij daarvoor gebaseerd
op een reportage op de Nederlandse radio van afgelopen weekend en
een artikel in De Standaard van verleden maandag. Ik zal daarop
volgende week eventueel graag terugkomen.
Mijnheer de minister, begin januari antwoordde u me op een eerdere
vraag met betrekking tot het Essex-drama dat dit dossier een leidraad
zou zijn bij de evaluatie van COL 13/2018 over mensensmokkel, dat
er lessen zouden worden getrokken en dat er zou worden bijgestuurd.
En dat er daarbij bovendien rekening zou gehouden worden met mijn
suggesties en vragen. Ik was en ben daar zeer verheugd over.
Criminele netwerken met mensensmokkelaars zijn lerende
organisaties, die zich gezwind aanpassen aan wijzigende
omstandigheden. ‘Justitie’ moet dan natuurlijk des te meer een
lerende organisatie zijn.
Zopas - zaterdag 23 januari - was er op de Nederlandse radio een
reportage waaruit bleek dat er ook in Nederland één en ander mis
leek gegaan te zijn. De Nederlandse politie bleek bovendien niet
minder dan 2u gewacht te hebben aan het safehouse in Anderlecht, in
de verwachting afgelost te worden.
Over dit alles heb ik volgende vragen:
Moet ‘in abstracto’ het federaal parket door politie op de hoogte
worden gebracht i.v.m. een grensoverschrijding op het ogenblik van
een (nakende) grensoverschrijding, waarbij men bvb. gesmokkelden
volgt in het kader van een vermoedelijk misdrijf? Quid a.u.b. het KB
van 9 april betreffende politionele onderzoekstechnieken
(gecontroleerde aflevering) en/of art. 47 duodecies Wetboek van
strafvordering (dringende maatregelen) of andere bepalingen?
Is dit alles ‘in concreto’ hier gebeurd? Vraag nr. 5 heeft u vorige keer
niet beantwoord. Werd het federaal parket door politie op de hoogte
gebracht i.v.m. de grens- overschrijding op het ogenblik van de
(nakende) grensoverschrijding? Had dit niet moeten gebeuren, bvb.
op basis van het genoemde KB en/of het Wetboek van strafvordering
of andere bepalingen? Indien dit niet gebeurde, werd dan onderzocht
hoe dat kwam? Werden er betere afspraken gemaakt met politie?
In Nederland bestaat er blijkbaar iets als een doorlaatverbod (art. 126f
uit het Wetboek van Strafvordering). Na een eerdere parlementaire
enquête werd in Nederland beslist via wetswijziging zo’n
doorlaatverbod in te voeren, o.a. ingeval van mensenhandel en
mensenhandel. Bestaat zo’n verbod ook in België? Indien niet, lijkt dit
u toegevoegde waarde te hebben?
Bestaat er in België regelgeving waardoor het parket verplicht is in te
grijpen (nog los van de verplichting de Dienst Voogdij in te lichten)
wanneer het weet dat er bij vermoedelijke misdrijven minderjarigen in
het spel zijn? Indien niet, lijkt dit u toegevoegde waarde te hebben?
15.01 Ben Segers (sp.a): En
réponse à une question
précédente, le ministre a déclaré
que des leçons seraient tirées du
drame qui s'est produit dans
l'Essex et que le dossier servirait
de fil rouge pour l'évaluation de la
circulaire COL 13/2018 sur le trafic
des êtres humains. Le 23 janvier
2021, un reportage à la radio
néerlandaise a montré qu'une
situation avait dérapé aux Pays-
Bas également. Il est apparu que
la police néerlandaise avait
attendu deux heures durant dans
la planque d'Anderlecht en
espérant être relayée.
La police doit-elle informer le
parquet fédéral lorsqu'elle franchit
la frontière afin de traquer des
clandestins dans le cadre d'une
infraction présumée? L'a-t-elle fait
dans ce cas? Dans la négative, a-
t-on cherché à savoir pourquoi?
Une meilleure coordination a-t-elle
été organisée avec la police entre-
temps?
Aux Pays-Bas, il existe apparem-
ment une sorte d'interdiction de
"laisser passer" en cas de traite
des êtres humains. Une telle
interdiction existe-t-elle également
en Belgique? Dans la négative, le
ministre estime-t-il qu'elle aurait
une valeur ajoutée?
Existe-t-il en Belgique une régle-
mentation qui oblige le parquet à
intervenir – indépendamment de
l'obligation d'informer le Service
des Tutelles – s'il sait que des
mineurs sont impliqués dans des
infractions présumés? Dans la
négative, le ministre estime-t-il que
cette pratique serait judicieuse?
15.02 Minister Vincent Van Quickenborne: Mevrouw de voorzitster,
mijnheer Segers, het federaal parket laat mij weten dat het in
concreto zal antwoorden op de gestelde vragen, maar dat het hiervoor
wat meer tijd nodig heeft, wat ik begrijp. Die antwoorden komen
eraan.
15.02 Vincent Van Quickenborne,
ministre: Le parquet fédéral a
besoin de plus de temps afin de
répondre aux questions sur le
drame qui s'est déroulé dans
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
36
Waarop ik u nu wel al kan antwoorden, is op uw vragen in abstracto.
De grensoverschrijdende observaties worden geregeld in artikel 40
van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst. Dat is een lang artikel
dat ik u zal besparen, maar het komt erop neer dat een
grensoverschrijdende observatie tussen lidstaten kan in geval van
mensenhandel en -smokkel, mits voorafgaand rechtshulpverzoek. In
geval van hoogdringendheid – spoedeisend karakter, zoals dat in het
verdrag wordt omschreven – is een rechtshulpverzoek niet nodig,
maar moet de Staat wiens grens wordt overschreden daarvan
onverwijld in kennis worden gesteld. Nadien moet een en ander per
rechtshulpverzoek worden geofficialiseerd.
In ons land moet het nationaal invalspunt (NIP) van DJO/DAO bij zo'n
hoogdringendheid worden gecontacteerd. De samenwerking verloopt
doorgaans vlot en de procedure en contactpunten zijn goed gekend.
Wat uw vraag over de gecontroleerde aflevering betreft, zijn de regels
hiervoor streng en precies. Ik zal ze kort samenvatten. De regels zijn
bepaald in de politionele onderrichting van 2006 en in de COL
betreffende de bijzondere opsporingsmethodes.
Een uitgestelde tussenkomst in het kader van infiltratie noemen we
een gecontroleerde aflevering of doorlevering. In het kader van een
observatie spreken we van een bewaakte aflevering of doorlevering.
Wat is het verschil tussen een aflevering en een doorlevering? De
bewaakte aflevering is het onder de permanente controle van
politiediensten doorlaten van een illegaal transport van goederen of
personen waarvan de politiediensten op de hoogte zijn, zonder dat de
politieambtenaren zelf het transport uitvoeren en afleveren of daartoe
hulp verschaffen en waarbij de politionele tussenkomst wordt
uitgesteld uiterlijk tot op de eindbestemming in België of in het
buitenland.
De bewaakte doorlevering is het onder de permanente controle van
de politiediensten doorlaten van een illegaal transport van goederen,
waarvan de politiediensten op de hoogte zijn zonder dat de
politieambtenaren zelf het transport uitvoeren en afleveren of daartoe
hulp verschaffen zonder een politionele tussenkomst.
De regels voor aflevering of doorlevering zijn anders als het gaat om
goederen, bijvoorbeeld een gesmokkelde partij cocaïne, dan wel om
personen, mensensmokkel. In geval van mensensmokkel zijn de
regels strenger in de volgende zin: gecontroleerde of bewaakte
doorlevering is verboden. Voor een gecontroleerde of bewaakte
aflevering van personen zijn vijf voorwaarden bepaald: ten eerste, te
allen tijde een goed zicht hebben op de omstandigheden en
voorwaarden waaronder het transport wordt uitgevoerd; ten tweede,
een verplichte tussenkomst tijdens het transport of uiterlijk op de
eindbestemming; ten derde, de fysieke veiligheid van personen
primeert te allen tijde; ten vierde, uit te voeren door de speciale
eenheden van de federale politie; ten vijfde, de procureur wint steeds
het voorafgaand akkoord van het federaal parket in.
Tot daar mijn voorlopig antwoord. Uw specifieke vragen met
betrekking tot de feiten die leidden tot de verschrikkelijke dood van
39 mensen in Essex zullen worden beantwoord door het federaal
parket en we zullen er dan op terugkomen.
l'Essex. Je puis toutefois déjà
répondre aux questions in
abstracto.
L'observation transfrontalière est
régie par l'article 40 de la
Convention de Schengen. Cette
convention dispose que l'obser-
vation transfrontalière dans le cas
de la traite et du trafic des êtres
humains est possible si une
demande d'entraide judiciaire est
introduite au préalable. En cas
d'extrême urgence, on peut faire
abstraction de la demande
d'entraide judiciaire à condition
que l'État dont la frontière est
franchie en soit immédiatement
informé. La situation doit être
officialisée par la suite par une
demande d'entraide judiciaire.
Dans notre pays, c'est le Point de
contact national (PCN) qui doit
être contacté dans ces cas
d'extrême urgence et la procédure
fonctionne généralement sans
problème.
Les règles relatives à la livraison
contrôlée sont strictes et précises.
Une livraison contrôlée est une
intervention différée dans le cadre
d'une infiltration. Dans le cadre
d'une observation, on parle de
livraison surveillée ou assistée.
Une livraison contrôlée consiste à
laisser se poursuivre un transport
illégal et à différer l'intervention de
la police jusqu'au lieu de des-
tination finale en Belgique ou à
l'étranger. Une livraison surveillée
ou assistée consiste à laisser se
poursuivre un transport illégal sans
intervention policière. La livraison
assistée contrôlée de personnes
n'est pas autorisée contrairement
à la livraison contrôlée de
personnes qui est autorisée mais
moyennant le respect de cinq
conditions strictes.
Nous reviendrons plus tard sur les
questions spécifiques.
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
37
15.03 Ben Segers (sp.a): Mijnheer de minister, dank u voor uw
uitgebreide antwoord inzake de theorie. Ik kom uiteraard volgende
week bij u terug inzake de toepassing bij de feiten in het
Essexdossier.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
16 Question de Sophie Rohonyi à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les
peines prononcées à l’encontre d’agresseurs sexuels récidivistes et mineurs d’âge" (55013118C)
16 Vraag van Sophie Rohonyi aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
tegen minderjarige recidiverende aanranders uitgesproken straffen" (55013118C)
16.01 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, de juin 2016 à
mai 2017, onze étudiantes ont été agressées à Mons par le même
garçon, alors âgé de 15-16 ans, lequel a reconnu en avoir agressé
d’autres. Il sortait les agresser lorsque sa PlayStation ne fonctionnait
plus, provoquant chez ces jeunes filles des séquelles physiques et
psychologiques qu’elles porteront en elles toute leur vie. Ce 7 janvier,
le tribunal de la jeunesse de Mons a prononcé son jugement dans
cette affaire. Sauf que la peine prononcée a choqué - et à raison - les
victimes: l’agresseur devra participer à “un ou plusieurs modules de
formation”, proposés par une association montoise, et ce afin de le
faire participer “à un travail introspectif destiné à le sensibiliser aux
conséquences de ses actes.” Cette décision est d’autant plus
incompréhensible que l’expertise judiciaire diligentée par le tribunal
auprès de l’UPPL faisait état d’un risque de récidive “modéré” dans le
chef de l'auteur devenu entre-temps majeur, et préconisait ainsi une
“prise en charge thérapeutique spécifique.” L’auteur a d'ailleurs refusé
de participer au suivi psychologique qui lui avait été imposé par le
juge de la jeunesse lors de sa sortie d'IPPJ à sa majorité. Enfin,
aucune sanction n’est prévue si la formation imposée par le jugement
à l’auteur n’est pas observée. Ce jugement soulève donc plusieurs
questions que je me dois de vous adresser: l’absence de sanctions
assortissant le non-respect de la formation imposée par le tribunal de
la jeunesse ressort-elle du pouvoir discrétionnaire du juge ou d’une
lacune de la loi?
Pourquoi le Ministère public n'a pas diligenté d'enquête en vue de
prononcer le dessaisissement du dossier auprès du tribunal de la
jeunesse? Pourquoi le jugement en audience publique n’a-t-il eu lieu
que 4 ans après les faits? Quelles mesures de suivi sont prévues
pour veiller à ce qu’un agresseur sexuel soit mis hors d’état de nuire
dans l’attente de son jugement, en particulier lorsqu'il est mineur au
moment des faits? Ces mesures ont-elles été mises en place dans le
cas présent? Si non, pourquoi? Dans quel cas une collaboration avec
un centre d’appui de prise en charge des auteurs d'infractions à
caractère sexuel est-elle prévue? Qui doit la décider et pour quelle
durée? A quel suivi ont droit les jeunes victimes d'agressions
sexuelles? Le Procureur général fera-t-il appel de la décision du
tribunal de la jeunesse de Mons?
16.01 Sophie Rohonyi (DéFI): In
de periode van juni 2016 tot mei
2017 werden er in Bergen elf
studenten misbruikt door een en
dezelfde adolescent, die ook
andere feiten bekend heeft. Op
7 januari heeft de jeugdrechtbank
Bergen een straf uitgesproken,
waarbij de schuldige verplicht
wordt deel te nemen aan de
opleidingsmodules die door een
Bergense vereniging aangeboden
worden om hem te doen inzien tot
welke gevolgen zijn daden leiden.
Indien hij die opleiding niet volgt,
wordt er geen enkele sanctie
opgelegd. Dat is des te onbe-
grijpelijker omdat er in de gerech-
telijke expertise gewag gemaakt
werd van een recidiverisico en
aangedrongen werd op thera-
peutische begeleiding. Toen de
dader bij zijn meerderjarigheid uit
de OIJB ontslagen werd, weigerde
hij de door de jeugdrechter op-
gelegde psychologische bege-
leiding.
Is het uitblijven van sancties bij
niet-naleving van de verplichting
om een opleiding te volgen te
wijten aan de discretionaire be-
voegdheid van de rechter of aan
een lacune in de wet? Waarom
heeft het openbaar ministerie niet
meteen een onderzoek ingesteld
om de zaak uit handen van de
jeugdrechtbank te nemen? Waar-
om werd het vonnis pas vier jaar
na de feiten geveld? In welke
begeleiding wordt er voorzien om
te voorkomen dat een minderjarige
seksuele delinquent in afwachting
van zijn veroordeling nog meer
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
38
slachtoffers maakt? Werden deze
maatregelen toegepast? Zo niet,
waarom niet? In welke gevallen
wordt er samengewerkt met een
steuncentrum voor de begeleiding
van daders van seksueel mis-
bruik? Wie moet er daarover een
beslissing nemen en hoelang loopt
dan die samenwerking? Welke
begeleiding krijgen de slachtoffers
van seksueel misbruik? Zal de
procureur-generaal beroep aan-
tekenen tegen de beslissing van
de jeugdrechtbank Bergen?
16.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente,
chers collègues, j'attire votre attention sur le fait que dans un État de
droit, il n'est pas approprié que le ministre de la Justice se prononce
sur un dossier particulier ou commente un jugement. Mais je vais bien
évidemment répondre à vos questions en tenant compte de ces
éléments.
D'abord, la sanction n'est pas dans l'esprit du décret du 18 janvier
2018 portant sur le Code de la prévention de l'aide à la jeunesse et de
la protection de la jeunesse, dit le Code. Aucune mesure provisoire ne
peut d'ailleurs être prise en vue d'exercer une sanction immédiate.
Néanmoins, le juge de la jeunesse peut toujours prendre des
mesures après jugement en cas de non-respect de celui-ci par le
jeune, même s'il n'est pas annoncé comme tel dans le jugement.
Si le juge de la jeunesse prévoit la participation à une formation, le
Code ne prévoit pas de mesures alternatives en cas de non-respect
de cette mesure. Il ne s'agit pas d'une lacune. Le juge de la jeunesse
peut en effet toujours provoquer un entretien de Cabinet et prendre
toute autre mesure prévue par le Code. La durée des mesures ne
pourrait jamais excéder les vingt ans, pour autant que le tribunal de la
Jeunesse ait prolongé les mesures jusqu'à cet âge.
L'article 113 du Code prévoit ainsi que le tribunal de la Jeunesse peut,
en tout temps, rapporter ou modifier la mesure, soit d'office, soit sur
l'initiative du ministère public ou du directeur de l'établissement auquel
le jeune est confié. Par ailleurs, toute mesure prise au fond est
réexaminée en vue d'être confirmée, rapportée ou modifiée avant
l'expiration du délai d'un an à compter du jour du jugement.
Concernant votre deuxième question, un dessaisissement n'est
possible qu'aux conditions cumulatives fixées par l'article 125 du
décret, à savoir que le jeune soit âgé de 16 ans ou plus au moment
des faits d'une part et, d'autre part, que le tribunal estime toute
mesure de protection inadéquate. Dans le cas en l'espèce, les faits
ont été essentiellement commis alors que le jeune avait moins de 16
ans. En résumé, les conditions pour permettre un tel dessaisissement
n'étaient pas réunies.
Concernant votre troisième question, la section Famille et Jeunesse
du Parquet de Mons est, comme beaucoup d'autres, confrontée à un
nombre toujours plus important de dossiers toujours plus complexes.
Sans commenter concrètement ce cas, vous savez que j'ai écrit dans
16.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: Het is niet aan mij
om me over een specifiek dossier
uit te spreken.
De sanctie beantwoordt niet aan
de geest van het decreet van
18 januari 2018 houdende het
wetboek van preventie, hulp-
verlening aan de jeugd en jeugd-
bescherming. Er mogen geen
voorlopige maatregelen genomen
worden met het oog op een
onmiddellijke sanctie, maar de
jeugdrechter kan beslissen maat-
regelen op te leggen na het vonnis
wanneer dat niet nageleefd wordt.
Het wetboek voorziet niet in
alternatieve maatregelen indien de
opgelegde opleiding niet gevolgd
wordt. Dat is geen juridische
lacune. De rechter mag altijd een
kabinetsbespreking eisen of
andere maatregelen nemen. Ar-
tikel 113 van het wetboek bepaalt
dat de rechtbank, op elk ogenblik,
de maatregel kan intrekken of
wijzigen, ofwel van ambtswege of-
wel op initiatief van het openbaar
ministerie of van de directeur van
de instelling waaraan de jongere
toevertrouwd is. Iedere maatregel
ten gronde wordt opnieuw onder-
zocht om bevestigd, ingetrokken of
gewijzigd te worden voor het
verstrijken van een termijn van
één jaar vanaf de dag van het
vonnis.
Een uithandengeving is enkel
mogelijk indien de jongere op het
ogenblik van de feiten minimum
16 jaar oud is en de rechtbank de
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
39
ma note de politique que "justice delayed is justice denied". Je suis
d'accord avec vous que la rapidité avec laquelle la peine est
prononcée détermine en grande partie son efficacité. Je vise cette
vitesse, mais parfois, la complexité d'une affaire ou de procédures
entreprises m'en empêche.
Concernant votre quatrième question, l'article 101 du Code prévoit
que pendant la phase préparatoire, le juge de la Jeunesse peut
notamment, à titre d'investigation, soumettre le jeune à une guidance,
imposer une formation ou encore le soumettre à des conditions
comme des interdictions de contacts ou de sorties dont le respect
peut être contrôlé par un service de police et/ou le service de
protection de la jeunesse.
La mise en œuvre de ces mesures prises dans le cadre d'une
décision judiciaire appartient à la Communauté française.
J'en viens à votre cinquième question. Plusieurs ordonnances ont été
prises: placement en IPPJ le 13 mai 2017, examen par le centre de
psychopathologie légale PPL le 13 mai 2017 et retour en famille sous
conditions avec intervention d'une équipe d'accompagnement, de
mobilisation intensive et d'observation le 27 juin de la même année.
En ce qui concerne votre sixième question, seul un juge peut imposer
à un auteur d'agression sexuelle le suivi d'une thérapie, et ce, après
avoir pris l'avis d'un centre agréé spécialisé dans le traitement des
délinquants sexuels. Cet avis est obligatoire.
En ce qui concerne votre septième question, la circulaire des
procureurs généraux COL16/2012 relative à l'accueil des victimes
prévoit un dispositif dont toutes les victimes peuvent bénéficier,
qu'elles soient majeures ou mineures. Par ailleurs la victime mineure
conserve toujours la possibilité de s'adresser directement aux autres
services de première ligne en cas de besoin.
En ce qui concerne votre huitième question, compte tenu du fait qu'un
dessaisissement n'a pas été requis par le parquet, un appel n'a pas
été proposé par le procureur du Roi.
beschermingsmaatregel ongepast
vindt. In casu was de jongere
jonger dan 16 jaar.
De gezins- en jeugdafdeling van
het parket te Bergen ontvangt
steeds meer dossiers. De snelheid
waarmee een straf uitgesproken
wordt heeft echter een invloed op
de efficiëntie ervan.
Artikel 101 van het wetboek
bepaalt dat de jeugdrechter de
jongere tijdens de voorbe-
reidingsfase een begeleiding, een
opleiding of bepaalde voor-
waarden, zoals een contact- of
uitgaansverbod, kan opleggen. De
naleving ervan wordt door de
politie en/of de jeugdbescherming
gecontroleerd.
De uitvoering van die maatregelen
valt onder de verantwoordelijkheid
van de Franse Gemeenschap.
Er werden verschillende be-
schikkingen getroffen: plaatsing in
een openbare instelling voor
jeugdbescherming en onderzoek
door de Unité de Psycho-
pathologie Légale op 13 mei 2017
en een voorwaardelijke terugkeer
in het gezin, met begeleiding, op
27 juni 2017.
Alleen een rechter kan een dader
van een seksueel misdrijf een
therapie opleggen, na advies van
een erkend centrum dat ge-
specialiseerd is in de behandeling
van zedendelinquenten.
De omzendbrief nr. 16/2012 van
het College van procureurs-ge-
neraal bij de hoven van beroep
betreffende het slachtofferonthaal
op parketten en rechtbanken voor-
ziet in een regeling voor alle
slachtoffers. Een minderjarig
slachtoffer kan zo nodig een
beroep doen op de eerste-
lijnsdiensten.
Aangezien het parket geen uithan-
dengeving had gevraagd, werd er
door de procureur des Konings
geen hoger beroep gevraagd.
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
40
16.03 Sophie Rohonyi (DéFI): Monsieur le ministre, je vous
remercie pour votre temps et vos réponses très complètes, même si
des choses m'échappent encore dans cette affaire.
Premièrement, je ne comprends toujours pas pourquoi, malgré le
risque de récidive que présentait l'auteur des faits, malgré son refus
d'observer un suivi psychologique et malgré la nécessité qu'il soit pris
en charge, un juge de la Jeunesse, en l'occurrence ici à Mons, a
prononcé une peine qui n'en tenait absolument pas compte et qui
n'est même pas suivie de sanctions si elle n'est pas observée. C'est
juste aberrant!
Deuxièmement, pourquoi la procédure de dessaisissement au profit
du tribunal correctionnel n'a-t-elle pas été enclenchée? Vous dites
qu'en l'espèce les conditions n'étaient pas réunies. Certes, l'auteur
des faits n'avait pas 16 ans au début des faits mais il avait 16 ans à la
fin des faits – il a agressé ses victimes durant plus d'un an. Je
comprends tout à fait que vous ne puissez pas vous prononcer sur un
cas en particulier. Je vous remercie donc d'avoir malgré tout répondu
à mes questions.
Il n'empêche que je tenais vraiment à vous interpeller sur cette affaire
parce qu'à mon sens, elle est symptomatique du peu de considération
aujourd'hui accordée aux victimes de violences sexuelles. Je sais
d'ailleurs que vous en êtes conscient puisque vous abordez cette
problématique longuement et à juste titre dans votre note de politique
générale. Vous insistez sur la nécessité de prendre ces violences au
sérieux et d'éviter de nouvelles victimes. Toujours est-il que cette
affaire, comme je l'ai dit, soulève des problèmes structurels qui
appellent à mon sens des mesures. Je me permets de vous inviter à
en prendre l'initiative. Je pense en particulier au fait de prévoir un suivi
spécialisé et automatique de tous les jeunes auteurs de violences
sexuelles, notamment en finançant correctement les centres d'appui.
Ceux-ci sont de votre compétence fédérale.
Il convient également de faire en sorte que les nouveaux centres de
prise en charge des violences sexuelles puissent bénéficier aux
victimes de faits commis avant leur mise en place. En effet, ces
victimes ont besoin de soutien et portent encore en elles les séquelles
de leur agression.
Je vous invite également à veiller à ce que la palette de sanctions
mise à la disposition du juge soit utilisée pour prononcer une peine qui
soit en réelle adéquation avec la gravité des faits. Force est de
constater qu'en l'espèce, ce n'était pas le cas. Ce faisant, on ne
reconnaît pas les victimes dans leur souffrance et on finit par les
dissuader d'entamer cette démarche déjà tellement difficile de porter
plainte, et pour ces personnes, c'est tout simplement insupportable.
16.03 Sophie Rohonyi (DéFI): Ik
begrijp niet waarom de jeugd-
rechter, ondanks het recidive-
gevaar, de weigering van de dader
om zich psychologisch te laten
begeleiden en de nood aan een
behandeling, een straf heeft
opgelegd waarvan de niet-naleving
niet bestraft wordt. Dat is absurd.
Waarom werd de procedure voor
de uithandengeving aan de correc-
tionele rechtbank niet opgestart?
De dader was zestien op het
moment van de feiten, nadat hij
meer dan een jaar lang slacht-
offers had gemaakt. Ik begrijp dat
u zich niet kunt uitspreken over
een specifiek geval.
Deze zaak toont aan hoe weinig
respect er getoond wordt voor de
slachtoffers van seksueel geweld.
U bespreekt dit probleem uitge-
breid in uw beleidsnota, waarin er
op structurele problemen gewezen
wordt die maatregelen vergen. Alle
jonge daders van seksueel geweld
moeten automatisch gespeciali-
seerde begeleiding krijgen en
daarvoor moeten de steuncentra
correct gefinancierd worden.
Slachtoffers moeten ook in de
nieuwe Zorgcentra na Seksueel
Geweld terechtkunnen voor feiten
die gepleegd werden vóór de
oprichting van die centra. Ten
slotte moeten rechters hun
arsenaal aan straffen gebruiken
om een straf uit te spreken die
aansluit bij de ernst van de feiten,
wat in dit geval niet gebeurd is. Als
we het leed van de slachtoffers
niet erkennen, ontmoedigen we
hen om een klacht in te dienen,
wat sowieso al een moeilijke stap
is.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
17 Question de Philippe Pivin à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "Les
rapports des évaluations des sections Deradex" (55013191C)
17 Vraag van Philippe Pivin aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
verslagen van de evaluaties van de Deradexafdelingen" (55013191C)
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
41
17.01 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, sous la précédente
législature, j'ai pu questionner votre prédécesseur sur l'évaluation des
sections Deradex, mises en place au sein de nos prisons. Ce
dispositif a été créé dans notre pays pour lutter, enfin, contre le
prosélytisme religieux et les risques d'endoctrinement entre détenus.
Lors d'auditions en 2020 de directions d'établissements pénitentiaires
et de la Direction générale de la DG EPI, il est apparu que des
analyses sur l'efficacité de ces sections avaient été réalisées par
certaines directions d'établissements. Je pense que c'est une certaine
Mme Lebrun qui avait pointé la problématique.
Malgré mes questions relatives aux évaluations menées, le Parlement
n'a toujours pas reçu d'information précise sur ce travail essentiel
pour faire évoluer notre cadre en matière de radicalisme et
d'extrémisme. Le ministre Geens avait bien répondu à une des mes
questions que des conclusions étaient attendues, mais à ce jour, le
Parlement n'en a, à ce jour, toujours pas été informé.
Dès lors, pourriez vous me communiquer si vous avez été informé de
la réalisation de ces évaluations sur les sections Deradex au sein des
établissements pénitentiaires? Si oui, quels services ont-ils réalisé
ces évaluations et auprès de qui ont-elles été communiquées? Des
scientifiques et experts externes ont-ils été sollicités dans le cadre de
ces évaluations? Les directions d'établissements pénitentiaires ont-
elles été intégrées dans ce travail d'évaluation et des recomman-
dations ont-elles été définies? Sur la base des conclusions et
recommandations déterminées, quelles initiatives ont-elles été prises
et par qui?
17.01 Philippe Pivin (MR): In een
aantal van onze gevangenissen
werd de efficiëntie van de
deradicaliseringsafdelingen geëva-
lueerd, maar ondanks onze vragen
heeft het Parlement hierover geen
precieze informatie ontvangen.
Werd u van die evaluatie op de
hoogte gebracht? Welke diensten
hebben die uitgevoerd? Werden er
wetenschappers en externe des-
kundigen ingeschakeld? Werden
de gevangenisdirecties bij die
werkzaamheden betrokken? Wer-
den er aanbevelingen opgesteld?
Werden er ter zake initiatieven
genomen?
17.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Cher collègue, je vous
remercie pour vos questions très pertinentes. Les sections Deradex,
créées en 2016, étaient une grande aventure et une grande
expérience par et pour notre système pénitentiaire. Il y a déjà eu de
telles expérimentations à l'étranger. Les évaluations en étaient tantôt
négatives, tantôt positives.
Comme vous, j'attends avec impatience l'évaluation faite par mes
services. Comme mon prédécesseur vous en a informé au milieu de
l'année dernière, les analyses du fonctionnement de Deradex ont
effectivement été réalisées mais le rapport d'évaluation n'a pas
encore été établi. Ces analyses ont été réalisées en interne par
différents services à commencer par les directions locales
concernées ainsi que les directions régionales, la cellule extrémisme
(CelEx) et les services psychosocial et d'appui juridique de
l'administration centrale des prisons.
Ce sont les services centraux qui sont chargés de regrouper toutes
les facettes de l'évaluation, mais la pandémie du coronavirus à
laquelle nous sommes confrontés depuis pratiquement un an n'a pas
eu que pour effet de perturber le fonctionnement des établissements
pénitentiaires, mais également celui de l'administration centrale, qui
s'est vu contrainte de concentrer prioritairement ses efforts sur la lutte
contre ce virus.
Quand le rapport d'évaluation me sera transmis, les constatations et
les conclusions mériteront, en tout cas, une discussion au sein de
cette commission.
17.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: De Deradex-
afdelingen werden in 2016
opgericht en waren een avontuur
en een leerzame ervaring. Net
zoals u wacht ik vol ongeduld op
het evaluatieverslag van mijn
diensten, dat nog niet kon worden
opgesteld. De betrokken lokale
gevangenisdirecties, de geweste-
lijke directies, de Cel Extremisme,
de psychosociale dienst en de
dienst juridische ondersteuning
van de centrale gevangenis-
administratie hebben aan die
analyses meegewerkt.
De centrale diensten bundelen alle
facetten van de evaluatie, maar de
coronapandemie heeft ook de
werking van de centrale adm-
inistratie verstoord, die zich nood-
gedwongen op de bestrijding van
het virus moest focussen. Zodra
het evaluatieverslag aan mij
bezorgd wordt, kan het in deze
commissie besproken worden.
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
42
17.03 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, nous avançons
petit à petit.
J'entends maintenant que les évaluations ont bien eu lieu. Je sais par
qui. Je sais que le rapport n'est toujours pas là et je sais pourquoi.
Mais il me reste à vous questionner sur le moment auquel ce rapport
sera là. Le seul élément que vous n'avez pas livré, c'est le moment où
vous espérez recevoir ce rapport. Peut-être pourriez vous compléter
en indiquant à quel moment de cette année – j'espère – vous
escomptez le recevoir.
Le virus, c'est une chose, mais je pense que la vie dans les
administrations pénitentiaires doit suivre son cours. Cet aspect est un
des aspects prioritaires de l'attention qui doit être portée par les
directions pénitentiaires.
17.03 Philippe Pivin (MR):
Wanneer denkt u dat u dat verslag
zult ontvangen?
17.04 Vincent Van Quickenborne, ministre: Cher collègue, j'espère
que ce sera avant l'été, mais je n'en suis pas sûr. Grâce à votre
question, j'ai encore un argument pour insister.
17.04 Minister Vincent Van
Quickenborne: Ik hoop vóór de
zomer maar dat ben ik niet zeker.
17.05 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, merci pour ce
complément de réponse.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
18 Question de Philippe Pivin à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'accès
aux soins médicaux dans certaines prisons" (55013192C)
18 Vraag van Philippe Pivin aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De
toegang tot medische zorg in sommige gevangenissen" (55013192C)
18.01 Philippe Pivin (MR): Madame la présidente, monsieur le
ministre, il est ici question d'un autre aspect très problématique, en
tout cas, dans certains établissements.
Le premier rapport du Conseil central de surveillance pénitentiaire
(CCSP) a notamment mis en évidence des problèmes d'accès aux
soins médicaux dans certaines prisons de notre pays. Les situations
semblent curieusement très différentes d'un établissement
pénitentiaire à l'autre alors que la surpopulation ne semble pas être la
cause directe de ces manquements en termes d'accessibilité aux
soins.
Le rapport précise, en outre, que le Conseil est resté sans réponse à
des demandes introduites auprès de la ministre de la Santé du
précédent gouvernement.
Le rapport montre des problèmes de soins à Dinant ou à Jamioulx,
mais qui ne semblent pas liés principalement à l'organisation de
l'accès aux soins. À Mons et Tournai, il semble qu'il y ait un réel
manque en termes d'accès aux médecins spécialistes, comme c'est
le cas au niveau de la plupart des établissements pénitentiaires de
Wallonie. À Bruxelles, la situation est très problématique, ce qui
semble assez curieux. En effet, on pointe du doigt les prisons de
Forest et de Berkendael où la situation semble très difficile pour
accéder aux soins médicaux alors que ce n'est pas le cas à la prison
de Saint-Gilles où est relevée une surpopulation carcérale.
18.01 Philippe Pivin (MR): In het
eerste verslag van de Centrale
Toezichtsraad voor het Gevange-
niswezen (CTRG) worden er
problemen gemeld bij de toegang
tot medische zorg in bepaalde
gevangenissen, waarbij de situatie
in de verschillende inrichtingen erg
kan verschillen. De CTRG heeft
geen antwoorden gekregen op de
vragen die aan de vorige minister
van Volksgezondheid gericht
werden.
Hebt u een kopie ontvangen van
de verzoeken die bij de vorige
minister van Volksgezondheid in-
gediend werden? Wat waren de
door de CTRG beoogde punten?
Werd er door het DG EPI een
analyse uitgevoerd? Welke con-
clusies trekt u uit het verslag van
de CTRG? Worden er in 2021 in
samenwerking met uw collega van
Volksgezondheid initiatieven geno-
men en gepland?
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
43
Je souhaiterais donc avoir quelques éclaircissement au sujet des
variations de situation dans les établissements par rapport à cette
problématique qui est quand même extrêmement préoccupante pour
les détenus – vous me l'accorderez.
Monsieur le ministre, avez-vous reçu une copie des demandes qui
avaient été introduites auprès de la ministre de la Santé sous la
précédente législature concernant la situation en matière d'accès aux
soins médicaux dans nos prisons? Quels éléments étaient-ils visés
par le CCSP? Une analyse a-t-elle été réalisée récemment par la
DG EPI et communiquée à vos services? Concrètement, quelles
conclusions tirez-vous des éléments du premier rapport du CCSP?
Enfin, des initiatives sont-elles prises en collaboration avec votre
collègue du département de la Santé? Quelles sont les initiatives
planifiées pour l'année 2021?
18.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Madame la présidente,
cher collègue, je n'ai personnellement pas reçu de copie des
demandes introduites par le CCSP auprès de la ministre en charge de
la Santé publique sous le précédent gouvernement. Je ne peux pas
non plus vous confirmer si elle a ou non répondu.
En tout cas, la question des soins de santé dans les prisons est loin
d'aller de soi. Elle pose toutes sortes de problèmes. C'est
précisément pour cette raison qu'un vaste projet a été lancé sous la
précédente législature en vue de transférer le système des soins à la
Santé publique.
L'accord de gouvernement fait à nouveau explicitement référence à
cette réforme. J'ai eu l'occasion de communiquer, la semaine
dernière, l'état d'avancement de ce projet en réponse à une question
de Mme Zanchetta.
Je discuterai de la question de la réorganisation des soins de santé
en prison avec mon collègue en charge de la Santé publique à
l'occasion d'une réunion qui se tiendra le 1er février prochain.
L'administration pénitentiaire essaie, bien sûr, en attendant, de
résoudre tous les problèmes ponctuels, mais ce n'est pas toujours
évident car elle est confrontée, tout comme dans la société libre, à
une pénurie de certains groupes professionnels. Je pense ici à
certaines spécialités ou aux psychiatres. Trouver un dentiste n'est pas
toujours facile non plus.
Pour le reste, chaque commentaire formulé par le CCSP ou par les
commissions de surveillance locales est pris au sérieux. Dans les cas
particuliers où une solution est recherchée après examen, il suffit
parfois d'apporter des éclaircissements à l'aide d'informations
spécifiques. Les recommandations générales émanant des
institutions spécifiques ou du Conseil supérieur sont toujours
examinées avec toute l'attention requise. Les contacts avec les
médecins liés au Conseil supérieur sont également très constructifs.
Un certain nombre de problèmes sont liés aux délais d'attente pour
les consultations de spécialistes ou de dentistes. Dans la mesure où
ces délais sont comparables à ceux qui s'appliquent dans la société
libre, cela ne devrait poser aucun problème. Force est toutefois
18.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: Ik heb geen kopie
ontvangen van de verzoeken die
door de CTRG bij de vorige
minister van Volksgezondheid in-
gediend werden.
Aangezien de gezondheidszorg in
de gevangenissen vele problemen
doet rijzen, werd er tijdens de
vorige legislatuur het plan opgevat
om die bevoegdheid naar Volks-
gezondheid over te hevelen. In het
regeerakkoord wordt er daarnaar
verwezen. In antwoord op een
vraag die mevrouw Zanchetta vo-
rige week gesteld heeft, heb ik
over deze hervorming een stand
van zaken opgemaakt. Op
1 februari zal er hierover een
vergadering met de minister van
Volksgezondheid plaatsvinden.
Het gevangeniswezen probeert de
problemen op te lossen, ook al is
er een tekort bij een aantal
beroepsgroepen.
Feedback van de CTGW of de
lokale toezichtcommissies wordt
altijd ernstig genomen. Als er een
oplossing gezocht moet worden,
volstaat het soms om duidelijkheid
te scheppen. De algemene aanbe-
velingen van de specifieke instel-
lingen of van de Hoge Raad wor-
den steeds grondig bestudeerd.
De contacten met de artsen van
de Hoge Raad verlopen zeer con-
structief.
27/01/2021 CRIV 55 COM 356
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
44
d'admettre qu'en matière de soins dentaires, nous sommes parfois
confrontés à de longs délais d'attente. Il faut également tenir compte
du fait que lorsqu'il s'agit de consultations de spécialistes ou de
l'exécution de certaines interventions, la priorité est toujours donnée à
leur exécution dans nos propres centres médicaux car ces services
de soins peuvent parfaitement être comparés, en termes de qualité, à
ceux qui sont dispensés dans le monde extérieur, mais avec des
conditions de sécurité plus conformes à la population visée. Si le délai
d'attente est plus long que dans la société libre ou si la situation
médicale de la personne concernée nécessite des soins urgents, une
exception sera faite à cette règle.
De wachttijden bij de specialisten
zijn vergelijkbaar met die buiten de
gevangenissen, behalve voor de
tandarts.
Om veiligheidsredenen vinden
consultaties bij een specialist en
ingrepen bij voorkeur plaats in
onze medische centra. De zorg is
er vergelijkbaar met de zorg extra
muros. Bij langere wachttijden of
noodgevallen wordt er van die
regel afgeweken.
18.03 Philippe Pivin (MR): Monsieur le ministre, je vous remercie.
Vous avez complètement répondu à mes questions.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
19 Questions jointes de
- Nabil Boukili à Vincent Van Quickenborne (VPM Justice et Mer du Nord) sur "L'affaire Nethys"
(55013209C)
- Raoul Hedebouw à Alexander De Croo (premier ministre) sur "L'affaire Nethys" (55013211C)
19 Samengevoegde vragen van
- Nabil Boukili aan Vincent Van Quickenborne (VEM Justitie en Noordzee) over "De Nethysaffaire"
(55013209C)
- Raoul Hedebouw aan Alexander De Croo (eerste minister) over "De Nethysaffaire" (55013211C)
19.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, en ce
moment, nous ne sommes plus trop habitués à lire de bonnes
nouvelles dans la presse. Par chance, l’actualité récente nous a
apporté l’exception qui confirme la règle, lorsque nous avons appris
que Stéphane Moreau, Pol Heyse, François Fornieri et Pierre Meyers
étaient placés en détention préventive pour détournement et abus de
biens sociaux mais aussi, concernant M. Moreau, pour faux, usage de
faux et escroquerie.
Au PTB, nous nous réjouissons de l’accélération de cette affaire qui
n’a que trop duré. Nous tenons tout d’abord à souligner le travail des
enquêteurs en ce sens et à les féliciter de ces avancées. Il est temps
que toute la lumière soit faite sur cette affaire qui dure déjà depuis
2016. Nous restons toutefois attentifs. Nous savons que M. Moreau a
déjà bénéficié deux fois de transactions pénales qui lui ont permis
d’échapper aux poursuites. Cela suffit.
Je pense vous relayer l’opinion de la grande majorité de la population
lorsque je vous indique, monsieur le ministre, qu’il est cette fois
nécessaire d’aller au bout de cette affaire. M. Moreau et ses
complices ne doivent plus bénéficier d’un régime de faveur sous la
forme d’une transaction pénale. La justice doit pouvoir suivre son
cours sereinement, sans risquer d’être court-circuitée, pour que ces
criminels en col blanc soient contraints de rendre des comptes.
Dès lors, monsieur le ministre, je souhaiterais vous demander si vous
vous opposez à l’octroi d’une transaction pénale dans ce dossier. Le
cas échéant, seriez-vous prêt à faire usage de votre droit d’injonction
pour empêcher qu’une telle transaction ait lieu?
19.01 Nabil Boukili (PVDA-PTB):
Stéphane Moreau, Pol Heyse,
François Fornieri en Pierre Meyers
worden in voorlopige hechtenis ge-
houden wegens verduistering en
misbruik van vennootschaps-
goederen, maar in het geval van
de heer Moreau ook wegens
valsheid in geschrifte, gebruik van
valse stukken en oplichting.
De PVDA is verheugd dat deze
zaak in een stroomversnelling is
geraakt maar blijft waakzaam,
aangezien de heer Moreau al
tweemaal gebruik heeft gemaakt
van de minnelijke schikking in
strafzaken, waardoor hij aan ver-
volging kon ontsnappen. Ditmaal
mogen de heer Moreau en zijn
kompanen dat systeem niet ge-
bruiken. Het gerecht moet tot op
het bot kunnen gaan.
Zult u zich verzetten tegen een
minnelijke schikking in dit straf-
dossier, desnoods door gebruik te
maken van uw injunctierecht?
CRIV 55 COM 356 27/01/2021
CHAMBRE-3E SESSION DE LA 55E LEGISLATURE 2020 2021 KAMER-3E ZITTING VAN DE 55E ZITTINGSPERIODE
45
19.02 Vincent Van Quickenborne, ministre: Monsieur Boukili, je ne
compte pas me prononcer sur un dossier judiciaire en cours. Cepen-
dant, je constate avec vous que la justice fait son travail. M. Moreau
se trouve en détention préventive – vous l'avez constaté comme moi.
Du reste, vous devriez savoir, monsieur Boukili, qu'en tant que
ministre de la Justice, je ne commenterai jamais un dossier individuel.
Il en va du respect de la séparation des pouvoirs, qui constitue un
principe fondamental de notre démocratie.
19.02 Minister Vincent Van
Quickenborne: Overeenkomstig
het grondbeginsel van de schei-
ding der machten zal ik me niet
uitspreken over een lopende
rechtszaak en zal ik ook geen
commentaar geven op een in-
dividueel dossier. Maar ik stel
samen met u vast dat justitie haar
werk doet.
19.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB): Monsieur le ministre, je vous
remercie de votre réponse à laquelle, du reste, je m'attendais.
Je rappellerai simplement que les transactions pénales sont
proposées par le parquet, placé sous l'autorité du ministre de la
Justice, qui n'est autre que vous-même en ce moment. Comme vous
disposez d'un pouvoir d'injonction, vous pouvez vous prononcer sur
cette question. Par ailleurs, il me semble qu'il vous est également
loisible d'interdire la conclusion d'une transaction pénale par le
parquet – vu que celui-ci dépend de votre autorité.
C'était une manière de rappeler vos compétences, dont vous pouvez
vous servir dans cette affaire d'intérêt public.
19.03 Nabil Boukili (PVDA-PTB):
Minnelijke schikkingen in straf-
zaken worden voorgesteld door
het parket, dat onder uw gezag
staat. Aangezien u beschikt over
een injunctierecht kunt u zich over
die zaak uitspreken. Het staat u
vrij het parket te verbieden een
minnelijke schikking in een straf-
zaak te sluiten.
L'incident est clos.
Het incident is gesloten.
De openbare commissievergadering wordt gesloten om 16.20 uur.
La réunion publique de commission est levée à 16 h 20.