de online journalist: gatekeeper of doorgeefluik? een exploratieve … · 2013. 12. 23. ·...

139
1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Wetenschappelijke verhandeling Helena Flamey MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting JOURNALISTIEK PROMOTOR: PROF. DR. KARIN RAEYMAECKERS COMMISSARIS: PROF. DR. STIJN JOYE ACADEMIEJAAR 2012 2013 De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve studie naar het gebruik van Belga-berichten op Vlaamse nieuwssites aantal woorden: 23.451

Upload: others

Post on 20-Sep-2020

0 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

1

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Wetenschappelijke verhandeling

Helena Flamey

MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN

afstudeerrichting JOURNALISTIEK

PROMOTOR: PROF. DR. KARIN RAEYMAECKERS

COMMISSARIS: PROF. DR. STIJN JOYE

ACADEMIEJAAR 2012 – 2013

De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik?

Een exploratieve studie naar het gebruik van Belga-berichten op

Vlaamse nieuwssites

aantal woorden: 23.451

Page 2: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

2

Page 3: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

3

Page 4: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

4

DANKWOORD

Ik wil via deze weg enkele mensen bedanken die mij geholpen hebben bij het realiseren van deze masterproef.

Vooreerst wil ik het hele redactieteam van Het Nieuwsblad hartelijk bedanken voor hun onvoorwaardelijke steun en medewerking. Mijn dank gaat uit naar alle webredacteurs van Nieuwsblad Online, hoofdredacteur Pascal Weiss, online redactiechef Jozef Leysen en redacteur Dirk Vander Elst. Zonder hun hulp was deze studie immers niet mogelijk geweest.

Verder wil ik ook mijn promotor Prof. Karin Raeymaeckers danken, voor haar verrijkend advies en inzicht in deze materie. De door haar aanbevolen werken vormen dan ook de fundamenten van mijn theoretisch kader.

Tot slot gaat mijn speciale dank uit naar een paar personen die mij zeer na aan het hart liggen; met name mijn vader, Koen Flamey, die zijn rol als corrector zoals gewoonlijk met glans vertolkte en mijn rechterhand Glenn Dierick, die zijn vrije tijd opofferde om mee te helpen bij het verwerken en visualiseren van de data. Ook mijn moeder die onvoorwaardelijk in mij geloofde en wier kookkunsten onovertroffen blijven, wil ik via deze weg bedanken.

Page 5: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

5

INHOUDSTAFEL

DANKWOORD .......................................................................................................................................... 4

ABSTRACT ............................................................................................................................................... 7

DEEL 1: THEORETISCH KADER ........................................................................................................ 8

1. INLEIDING ....................................................................................................................................... 8

2. JOURNALISTIEK IN HET DIGITAAL TIJDPERK ............................................................................................ 9

3. NIEUWSSELECTIEPROCES ................................................................................................................. 10

3.1 Het individuele niveau ............................................................................................................. 11

3.2 Routines en journalistieke processen ...................................................................................... 13

3.3 Organisatieniveau ................................................................................................................... 15

3.4 Extra-media niveau .................................................................................................................. 16

4. NATIONALE NIEUWSAGENTSCHAPPEN ................................................................................................ 20

4.1 Persbureaumateriaal in het nieuws ................................................................................... 20

4.2 Functie van nationale persagentschappen ........................................................................ 21

4.3 Het Nationale nieuwsagentschap onder druk ................................................................... 22

DEEL 2: EMPIRISCHE STUDIE ....................................................................................................... 24

1. METHODOLOGIE ............................................................................................................................ 24

1.1 onderzoeksobject ............................................................................................................... 24

1.2 Onderzoeksvragen ............................................................................................................. 24

1.3 Motivering onderzoeksmethode: inhoudsanalyse en etnografische studie ...................... 25

1.4 Steekproefsamenstelling ................................................................................................... 26

1.5 Dataverzameling- en Verwerking ...................................................................................... 28

1.5.1 Kwantitatieve inhoudsanalyse ...................................................................................... 28

1.5.2 Etnografisch onderzoek en case studies ....................................................................... 28

1.6 meetinstrument: codeboek en registratieformulier .......................................................... 29

2. VERGELIJKENDE DATA-ANALYSE ........................................................................................................ 30

2.1 analyse algemene kenmerken ........................................................................................... 30

2.2 Bronnenweergave.............................................................................................................. 34

2.2.1 Credit line ...................................................................................................................... 34

2.2.2 Bronnen In de Tekst....................................................................................................... 36

2.3 Vergelijkbare Belga-berichten ........................................................................................... 38

2.3.1 Brontransparantie ......................................................................................................... 38

2.3.2 Algemene kenmerken persbureaubericht .................................................................... 39

2.3.3 Verhouding redactioneel werk en overname Belga-bericht ......................................... 41

2.4 Overige Vergelijkende toetsen........................................................................................... 44

2.5 Slotbeschouwing kwantitatief luik .................................................................................... 44

3. ETNOGRAFISCHE STUDIE .................................................................................................................. 46

3.1 Structuur en organisatie .................................................................................................... 46

3.2 Belangrijkste Bronnen ....................................................................................................... 47

3.2.1 belga-publicaties ........................................................................................................... 47

3.2.2 andere media en burgerjournalistiek ............................................................................ 48

3.2.3 eigen werk journalist ..................................................................................................... 49

3.3 brontransparantie en Gebruik Belga-publicaties .............................................................. 49

3.3.1 Brontransparantie en weergave .................................................................................... 49

3.3.2 praktische werkwijze ..................................................................................................... 50

Page 6: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

6

3.4 nieuwsselectieproces ......................................................................................................... 50

4. ILLUSTRERENDE CASE STUDIES .......................................................................................................... 52

Case 1 - Overname Belga-bericht ................................................................................................. 52

Case 2 – Correctiebericht ............................................................................................................... 54

Case 3 – ‘Shovelware’ .................................................................................................................... 55

Case 4 - Andere mediabronnen ..................................................................................................... 56

Case 5 - Minuut-tot-minuutverslag ............................................................................................... 58

Case 6 – Brontransparantie ........................................................................................................... 60

DEEL 3: CONCLUSIE EN DISCUSSIE ............................................................................................... 63

BESLUITVORMING .................................................................................................................................. 63

BIBLIOGRAFIE......................................................................................................................................... 66

Page 7: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

7

ABSTRACT

In deze paper onderzoeken we of de online krantenjournalist nog een actieve schakel vormt in het nieuwsproductieproces. Door de toenemende digitaliseringtendens krijgen online journalisten het steeds moeilijker om hun gatekeepersrol te vervullen. De verspreiding van online nieuws is immers onbeperkt en webredacteurs moeten de nieuwsfabriek 24 uur per dag draaiende houden. Doordat snelheid en efficiëntie primeren, doen online journalisten steeds meer een beroep op voorverpakt persagentschapmateriaal.

Aan de hand van een inhoudsanalyse en een aanvullend etnografisch onderzoek, zochten we naar sporen van voorverpakt materiaal in de binnenlandse nieuwsartikels van hln.be en nieuwsblad.be. We stellen vast dat 80% van onze onderzochte webartikels gebaseerd zijn op Belga-materiaal. Het persbureaumateriaal werd in de meeste gevallen woordelijk overgenomen (86,67%) of herschreven (10,78%). Slechts 2,55% van de overgenomen Belga-berichten bevatte nieuwe informatie. Deze verontrustende cijfers sluiten nauw aan op het beeld van de online journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie.

Deze masterproef bestudeert de gatekeeperrol van de online journalist en beslaat een theoretisch en empirisch luik. In onze literatuurstudie proberen we de belangrijkste gatekeeping theorieën in kaart te brengen en bestuderen we de rol en de positie van nationale persagentschappen. Tot slot nemen we zelf het bronnengebruik van de online journalist onder de loep.

Page 8: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

8

DEEL 1: THEORETISCH KADER

1. INLEIDING

We worden tegenwoordig overspoeld met informatie. Het nieuws is alomtegenwoordig en een simpele muisklik volstaat om op de hoogte te blijven van alle actuele gebeurtenissen en ontwikkelingen die onze interesse wegdragen. De digitaliseringstendens in het medialandschap heeft echter grote repercussies voor de online krantenjournalisten; de verspreiding van online nieuws is onbeperkt en ook burgers kunnen tegenwoordig deelnemen aan het nieuwsproductieproces. Omdat online krantenredacties de nieuwsfabriek dag en nacht draaiende moeten houden, vallen ze bovendien vaak terug op voorverpakt persbureaumateriaal dat ze ongewijzigd overnemen op hun krantensite. Hierdoor verloochenen ze hun rol als actieve schakel in het nieuwsproces en worden ze passieve doorgeefluiken van informatie.

In deze masterproef onderzoeken we dan ook of er voor de Vlaamse online journalist nog een rol is weggelegd als gatekeeper. We willen meer bepaald weten in welke mate webredacteurs gebruik maken van de Belga-berichtgeving en welke journalistieke processen er aan de basis liggen van hun bronnengebruik. Deze wetenschappelijke verhandeling is opgebouwd uit twee luiken: met name een literatuurstudie en een empirisch onderzoek.

In onze literatuurstudie trachten we in eerste instantie de digitale ontwikkelingen in het journalistieke veld in kaart te brengen. We staan hierbij voornamelijk stil bij de positionering van krantensites en we bekijken in hoeverre deze afgeleide producten zijn van hun moederbladen. Voor het tweede deel van onze literatuurstudie steunden we voor een groot deel op het ‘hierarchy of influences’-model van Pamela Shoemaker en Tim Vos (2009). In navolging van hun theoretisch model behandelen we vier analyseniveaus van het nieuwsselectieproces: het individuele niveau, de routines en werkprocessen, het organisatieniveau en het extra-medianiveau.

Tot slot besteden we aandacht aan de nationale nieuwsagentschappen, die tevens de belangrijkste informatieleveranciers zijn voor nieuwssites. Vooreerst bespreken we het werk van onder meer Chris Paterson (2006) en Lewis et. al. (2008a,b) die het aandeel persbureaumateriaal op nieuwssites en in kranten bestudeerden. Verder focussen we ons op de functie en de rol van de huidige nationale persagentschappen. We baseerden ons hierbij op twee recente studies van onze noorderburen: met name het TNO-rapport van Rutten en Slot (2011) en het ANP-onderzoek van de Nederlandse onderzoekers Karianne Vermaas en Frank Janssen (2009). In het tweede luik van deze wetenschappelijke verhandeling proberen we zelf een antwoord te bieden op onze centrale onderzoeksvraag aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse en een aanvullend etnografisch onderzoek op een Vlaamse krantenredactie.

Page 9: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

9

2. JOURNALISTIEK IN HET DIGITAAL TIJDPERK

De eerste krantensites deden hun intrede in 1995. Ondertussen hebben alle papieren kranten een online variant in Europa en beschikken de meeste internetkranten over een eigen redactiekern (Van der Wurff & Lauf , 2005, p. 1). Met de opkomst van de online krant werd er, net zoals bij de intrede van radio en televisie, gevreesd voor de toekomst van de journalistiek en kondigden verschillende wetenschappers zelfs het einde van de papieren krant aan (Negroponte, 1996, p. V). Niettemin lijkt het traditionele dagblad stand te houden in het digitaal mediatijdperk.

Richard Van der Wurff (2005) stelt eveneens vast dat de meeste bedreigingen en mogelijkheden die de wetenschappers tijdens de eerste jaren van de online nieuwsproductie aanhaalden, sterk overdreven waren. Hij wijst er bovendien op dat deze nieuwe digitale technologieën worden aangewend door journalisten en uitgevers die nog sterke banden onderhouden met de traditionele krant (p. 2). De Duitse wetenschapper Winfried Lerg (1981) merkt op dat een nieuw medium zelden leidt tot volledige substitutie. De introductie van een nieuw medium kan weliswaar leiden tot een confrontatie met de oude media. Volgens James Tankard en Hyun Ban (1998) lag de meerwaarde van de digitale nieuwsproductie vervat in drie factoren: interactiviteit, multimedia en hypertext. Zij constateerden toen in hun studie dat krantenredacties weinig gebruik maakten van deze technologische mogelijkheden. Ook in recentere studies werd dit gebrek aan innovativiteit aangekaart (Rosenberry, 2005) (Machill, 2007) (Quandt, 2008). Door de opkomst van het internet zagen de sociale media het levenslicht, zoals weblogs, sociale netwerksites, RSS-feeds. Hoewel de sociale media vaak erg veel interessante informatie bevatten voor nieuwssites, houden de meeste online redacties vast aan hun traditionele bronnen (Friend & Singer, 2007, p. 56). Omdat online krantenredacties de nieuwsfabriek dag en nacht draaiende moeten houden, doen ze ook meestal een beroep op secundaire bronnen. Onderzoekster Janet Kolodzy (2007) definieert een secundaire bron als een bron die één of twee stappen verwijderd is van de originele informatie (p. 104). De belangrijkste bronnen voor de online journalist zijn de nieuwsdiensten die worden aangeboden door nationale en internationale persagentschappen, PR-berichten en andere media (Forde & Johnston, 2013). In hun recente studie stelden Susan Forde en Jane Johnston vast dat nationale nieuwsagentschappen vaak PR-berichtgeving en informatie uit andere media overnemen, waardoor er een nieuwscyclus ontstaat en persbureaus de facto kunnen worden beschouwd als aanbieders van public relationsmateriaal (p. 113). Daarnaast kopiëren online krantenredacties regelmatig de nieuwsberichten die verschijnen in de papieren versie van de krant. Dit wordt in de literatuur frequent aangeduid met de term ‘shovelware’: “Perceived by some as a disparaging term, it is used to describe content moved wholesale from one communication medium to another with little or no alteration or adaptation for style, appearance or usability purposes” (Franklin, Hamer, Hanna, Kinsey, & Richardson, 2005, p. 143). Naast shovelware lanceerde Boczkowski (2004) de begrippen ‘recombination’ en ‘recreation’. Met recombination bedoelt de onderzoeker dat de traditionele krantenartikels eerst ‘webvriendelijk’ worden gemaakt, voor ze op de nieuwssite verschijnen (p. 57). Recreation wijst daarentegen op nieuwe artikelen die speciaal voor de krantensite werden geschreven (p. 59).

Page 10: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

10

Het gebruik van shovelware kan echter enkele problemen met zich meebrengen. Zo kan het onderscheid tussen de krantensite en de papieren variant erg klein worden, waardoor er een homogenisering optreedt van het nieuwsaanbod (Chyi & Sylvie, 1998, p. 6). Omdat de online journalist vaak terugvalt op secundaire bronnen, zitten er verschillende selectiefasen tussen het eigenlijke nieuwsfeit en het nieuwsbericht dat verschijnt op de site. De meeste onderzoekers zijn het er bijgevolg over eens dat de uiteindelijke berichtgeving nooit een volledig waarheidsgetrouwe weergave kan zijn van het oorspronkelijke nieuwsfeit (Peters & Broersma, 2013). Als we het selectie-en productieproces van het nieuws willen onderzoeken, moeten we stilstaan bij het gatekeeping concept. In hun werk Gatekeeping theory omschrijven Pamela Shoemaker en Tim Vos (2009) gatekeeping als volgt: “a process of culling and crafting countless bits of information into the limited number of messages that reach people everyday, and it is the center of the media's role in modern public life. [...] This process determines not only which information is selected, but also what the content and nature of the messages, such as news, will be”(p. 1). Met de komst van het internet heeft gatekeeping echter een heel andere invulling gekregen. De online verspreiding van nieuws is immers onbeperkt en bovendien is het ook voor burgers mogelijk om deel te nemen aan het nieuwsproductieproces. De technische noodzaak voor gatekeeping vervalt hierdoor en bovendien zijn er nu veel meer spelers die kunnen bepalen of zij iets relevant genoeg vinden om te publiceren (Bruns, 2005, p. 13).

Hoewel Shoemaker en Vos beamen dat het concept een andere invulling heeft gekregen, merken ze op dat de meeste gatekeeping theorieën stand houden. Bovendien tonen ze aan dat deze constructen erg waardevol zijn bij het analyseren van de communicatieprocessen in de 21ste eeuw (Shoemaker & Vos, 2009, p. 130). In het volgende hoofdstuk gaan we dieper in op de verschillende theoretische perspectieven op het nieuwsselectieproces.

3. NIEUWSSELECTIEPROCES

In hun ‘hierarchy of influences’-model behandelen Pamela Shoemaker en Tim Vos (2009) vijf analyseniveaus van het nieuwsselectieproces. Het model (zie figuur 1) werd opgesteld volgens een micro-macrologica, waarbij er respectievelijk aandacht is voor het individuele niveau (niveau 1), de routines en werkprocessen (niveau 2), het organisatieniveau (niveau 3), de omgevingsfactoren buiten de mediaorganisatie (niveau 4) en ten slotte het ideologische niveau (niveau 5). Aangezien het ideologische niveau het minst relevant is voor ons onderzoek, bespreken we enkel de eerste vier analyseniveaus.

Page 11: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

11

3.1 HET INDIVIDUELE NIVEAU

De eerste onderzoeker die de focus legde op het individuele niveau van het nieuws-selectieproces, was David Manning White. Hij was eveneens de eerste onderzoeker die het gatekeeping-concept introduceerde in een journalistenonderzoek in 1950. Op basis van een etnografische studie naar de gehanteerde nieuwsselectiefactoren bij telexredacteurs, stelde White vast dat de nieuwswaardigheid van een gebeurtenis voornamelijk bepaald wordt door de persoonlijke motieven, emoties en voorkeuren van de redacteur. Wat er in het nieuws kwam, was met andere woorden het resultaat van subjectieve selectie.

Hoewel David Manning White zelf geen socioloog was, opende zijn studie wel deuren voor een bredere sociologische kijk op het nieuwsselectieproces. Zo ontwikkelde McNelly (1959) een model dat demonstreerde hoe de nieuwsitems die worden aangereikt door primaire bronnen via verschillende individuele gatekeepers uiteindelijk hun weg vinden naar het publiek.

Ook Bass (1969) bestudeerde het gatekeepingproces op een individueel niveau. In tegenstelling tot David Manning White vertoonde hij niet zoveel interesse voor de persoonlijke aspecten van de gatekeeper, maar had hij eerder aandacht voor de functie van de nieuwsfilter. Zo doen nieuwsgaarders volgens Bass een beroep op de informatie die ze verkrijgen via verscheidene informatiekanalen en journalistieke bronnen, en zetten ze deze informatie vervolgens om in een nieuwskopij. Daarna bewerkt een tweede gatekeeper het nieuwsbericht tot een afgewerkt journalistiek product dat direct kan worden verzonden naar het beoogde lezerspubliek.

Nisbett en Ross (1980) bemerken tot slot dat het nieuws vaak geselecteerd wordt op basis van bestaande denkpatronen: “(…) gatekeepers almost never react to messages as unique or original; rather, messages are ‘assimilated into preexisting structures in the mind’ of the gatekeeper (p. 36).” Wanneer gatekeepers bijvoorbeeld te maken krijgen met een te grote nieuwsstroom, selecteren ze het nieuws op basis van hun persoonlijk denkkader en is er geen sprake van een cognitief selectieproces.

Page 12: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

12

NI EU WS SE L EC TI ECR I TER IA

Zoals we reeds vaststelden bestaat de primaire taak van de gatekeeper of nieuwsfilter erin de belangrijkste nieuwsfeiten te selecteren. Dit doen ze aan de hand van nieuwsselectiecriteria. Deze nieuwscriteria zijn echter niet universeel en kunnen variëren naar gelang het nieuwsmedium, de cultuur en het beoogde doelpubliek (Brighton & Foy, 2007, p. 1). Desalniettemin slaagden Marie Ruge en Johannes Galtung (1965) erin een lijst op te maken van universele nieuwsselectiefactoren.

In hun empirische studie onderscheiden de onderzoekers twaalf criteria die de nieuwswaarde van actuele feiten en gebeurtenissen bepalen. In eerste instantie identificeren ze acht cultuurvrije criteria: frequentie, intensiteit, ondubbelzinnigheid, zinvolheid, consonantie, zeldzaamheid, continuïteit en compositie. Daarnaast onderscheiden Galtung en Ruge ook vier cultuurgebonden factoren: de voorkeur voor elitelanden en elitepersonen, personificatie en negativiteit (Zelizer, 2004, p. 217).

Vooral het belang van de elitebron wordt door veel onderzoekers bevestigd (Gans , 1979a; Manning, 2001; Lewis, Willliams, & Franklin, 2008b). De voornaamste redenen waardoor journalisten vaak een beroep doen op bronnen met autoriteit, zijn efficiëntie en betrouwbaarheid.

“Journalists prefer to resort to sources in official positions of authority and responsibility. They are assumed to be more trustworthy if only because they cannot afford to lie openly; they are also more persuasive because their facts and opinions are official” (Gans , 1979a, p. 130).

Hoewel sommige wetenschappers de studie van Johannes Galtung en Marie Ruge afdeden als te ‘psychologisch’ , houden de meeste van hun nieuwsselectiefactoren tot op heden stand. In een recentere studie bekijkt mediawetenschapster Ida Schulz (2007) het nieuwsselectieproces vanuit een sociologisch perspectief. Voortbouwend op de theorie van de Franse socioloog Pierre Bourdieu merkt Ida Schulz op dat het nieuws vaak geselecteerd wordt op basis van het journalistieke ‘buikgevoel’ of wat Bourdieu aanduidt met de term ‘doxa’: Journalistic doxa is a set of professional beliefs which tend to appear as evident, natural and self-explaining norms of journalistic practice (Bourdieu, 2005, p. 37).

Harcup en O’Neil (2009) bemerken bovendien dat bepaalde nieuwsselectiecriteria van Galtung en Ruge aan belang hebben moeten inboeten door de technologische veranderingen in het nieuwsgarings-en productieproces. Zo is de ‘frequentie van het nieuws’ een irrelevante factor geworden bij de selectie en productie van online nieuws, waarbij de journalist gebonden is aan een continue deadline.

Voor deze online nieuwsmedia zijn andere selectiefactoren een dominante rol beginnen te spelen, met name de actualiteitswaarde (Golding & Elliott, 1979) en commerciële nieuwsfactoren zoals mediaconcurrentie en het beoogde doelpubliek (Allern, 2002, p. 142).

Hoewel er een duidelijke opmars is van ‘user-generated content’ (bv. blogs van burgerjournalisten), constateren Harcup en O’Neil (2009) dat ook de online journalist een belangrijke rol vervult als gatekeeper. De twee onderzoekers merken echter op dat het onmogelijk is om de nieuwsselectiecriteria grondig te bestuderen, wanneer men geen rekening houdt met interne en externe omgevingsfactoren;

Page 13: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

13

“Although many journalists tend to refer to the need for an instinctive “nose” for news selection, most academic researchers in the field would argue that it is probably not possible to examine news values in a meaningful way without also paying attention to occupational routines, budgets, the market, and ideology, as well as wider global cultural, economic and political considerations (p. 171).”

3.2 ROUTINES EN JOURNALISTIEKE PROCESSEN

Bij het tweede analyseniveau van het ‘hierarchy of influences’-model ligt de klemtoon op de journalistieke routines en werkprocessen. Shoemaker en Reese (1996) beschreven deze nieuwsroutines als “patterned, routinized, repeated practices and forms that media workers use to do their jobs” (p. 105). Deze routines worden ontwikkeld om efficiënter te kunnen inspelen op de organisatorische beperkingen van een mediabedrijf zoals de beperkte financiële middelen, deadlines en een toenemende concurrentiedruk (Shoemaker & Reese, 1996, pp. 108-109).

Een van de eerste onderzoekers die het belang van nieuwsroutines op de redactievloer onderstreepten was Gaye Tuchman. In haar boek Making news by doing work: routinizing the unexpected beweerde Tuchman dat het nieuwsproductieproces voor een groot deel steunt op journalistieke routines, omdat deze laatste de controle over het werk vergemakkelijken (Tuchman , 1973, p. 110). Volgens Tuchman is dit een vereiste gezien de journalisten frequent onvoorziene gebeurtenissen of nieuwsfeiten moeten behandelen.

Een ander ophefmakend werk van Gaye Tuchman was ‘Objectivity as strategic ritual: An examination of newsmen’s notions of objectivity (1972), waarin de wetenschapster suggereerde dat journalisten objectiviteit nastreven omwille van strategische redenen en zich hierbij niet zozeer laten leiden door ideologische of ethische overwegingen. Op deze wijze trachten de nieuwsmakers de werkelijkheid te representeren met behulp van vier routineuze technieken: het aanhalen van verschillende standpunten in een artikel (woord-wederwoord), bijkomende feiten verzamelen (alles wat als “waar” wordt aanschouwd), het gebruik van aanhalingstekens om uitspraken toe te schrijven aan een bepaalde persoon of organisatie en het structureren van nieuwsberichten volgens de omgekeerde piramidevorm (d.w.z. de belangrijkste feiten worden het eerst aangehaald, pas daarna wordt er context verschaft) (Tuchman, 1978, p. 41).

OF FI CI ËL E BR O NNE N E N P ACK M EN TA LI TY

Herbert Gans (1979) merkt eveneens op dat journalisten vaak gebruik maken van strategische routines om het journalistieke werkproces efficiënter te doen verlopen. Zo doen journalisten vaak een beroep op officiële bronnen zoals overheidsinstanties en politici, omdat deze betrouwbaarder zijn en dus minder controlewerk vereisen. Dit overvloedige gebruik van officiële bronnen en/of elitebronnen wordt overigens bevestigd in andere mediastudies. In een latere fase van de literatuurstudie komen we hierop terug en bespreken we onder meer de bronselectiefactoren.

Op dezelfde manier raadplegen journalisten regelmatig het werk van hun collega-journalisten die werken voor een ander medium. Volgens Sigal (1973) helpt deze massamentaliteit of ‘pack mentality’ de journalisten om hun taken beter uit te kunnen voeren in een onzekere omgeving.

Page 14: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

14

Sigal bestempelt dit verschijnsel als ‘modicum of certitude’. Herbert Gans bemerkte dat redacteuren zich geregeld lieten inspireren door bekende kwalitatieve dagbladen zoals The New York Times. Voorts maakten de nieuwsverhalen van hun reporters meer kans om gepubliceerd te worden indien deze gebaseerd zijn op de artikels die verschenen in deze prestigieuze nieuwspublicaties.

Het rituele gebruik van officiële bronnen of het werk van collega’s kan zorgen voor een toenemende homogenisering van het nieuws. Doordat journalisten steunen op dezelfde bronnen, is er minder diversiteit in het nieuwsaanbod en wordt het nieuws voorspelbaarder.

BR ON TR AN SP AR AN TI E A LS STR A T EGI SC H E R OU TI NE

Tuchman duidde reeds aan dat objectiviteit vaak wordt aangewend omwille van strategische redenen. Een gelijkaardig strategisch ritueel is brontransparantie of openheid (Karlsson, 2010). De Nederlandse onderzoeker Toon Rennen definieert brontransparantie als volgt:

“Een journalistieke tekst is transparant, indien deze op een toegankelijke wijze voldoende informatie biedt (onzekerheid wegneemt) over aanleiding, bronnen en bronmateriaal en indien deze bovendien het eigenlijke verhaal op een aannemelijke manier brengt. Transparantie van berichtgeving geeft de lezer het gevoel van controleerbaarheid van wat er in de krant staat.” (Rennen, 2000, p. 162)

Volgens Stuart Allen (2008) is de functie van brontransparantie tweeledig: een correcte bronattributie wijst in de eerste plaats op een grote verantwoordelijkheidszin en vakbekwaamheid van de journalist, daarnaast bevordert brontransparantie de legitimatie van de dagdagelijkse nieuwsproductie naar het lezerspubliek toe.

Door de toenemende digitalisering in het medialandschap, maken wetenschappers een onderscheid tussen twee vormen van transparantie (Karlsson, 2010, p. 537): ‘disclosure transparency’ en ‘participatory transparency’. Bij ‘disclosure transparency’ of onthullende brontransparantie, hebben onderzoekers interesse voor de manier waarop de bronnen worden weergegeven en welke informatie de journalist verschaft over de totstandkoming van het nieuws. Hier is het enkel de journalist die informatie verschaft aan het publiek. Bij ‘participatory transparency’ of interactieve transparantie, wordt de burger wel actief betrokken bij het nieuwsproductieproces. Zo krijgt het lezerspubliek zelf de kans om het nieuws te checken en te bekritiseren. Deze interactieve wisselwerking tussen de journalist en de burger kan bijgevolg resulteren in een betere transparantie. Het spreekt voor zich dat deze laatste vorm van transparantie, zich voornamelijk voordoet op interactieve mediaplatforms zoals het internet.

Hoewel het onderzoek naar brontransparantie op krantensites relatief schaars is, zijn er veel wetenschappers die stellen dat online journalisten vaak snelheid prefereren boven brontransparantie (Singer, 2007, Phillips, 2010). Hoewel de journalist zich in sommige gevallen kan beroepen op artikel 10 EVRM om het journalistieke bronnengeheim af te dwingen (bv. onderzoeksjournalistiek), kunnen we opmerken dat dit zeker geen gangbare praktijk is in het dagelijkse nieuwsgaring- en productieproces. Angela Phillips vindt het dan ook onaanvaardbaar dat een online journalist het werk van een collega of nieuwsagentschap overneemt zonder de herkomst van het artikel weer te geven in de tekst of in de credit line. In ons empirisch luik zullen we eveneens onderzoeken hoe het gesteld is met de brontransparantie op twee Vlaamse krantensites. Dit doen we aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse.

Page 15: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

15

R OU T IN ES OP DE ON LI N E R EDAC TI E

We merken op dat de online journalisten nog meer te maken krijgen met organisatorische beperkingen dan de gewone krantenjournalist. Dit is in de eerste plaats te wijten aan de onbeperkte nieuwsruimte op de krantensites en de voortdurende cycli van deadlines waarmee de webredacteur te maken krijgt. Deze deadlines hebben als resultaat dat de journalisten steeds minder tijd krijgen om hun gegevens grondig te checken (Hanson & Wearden, 2004). Hoewel het ‘check-dubbelcheck’-principe als een strategisch ritueel in het leven werd geroepen om de waarachtigheid van een nieuwsbericht te verzekeren, wordt dit principe nog maar zelden toegepast op de online redactie (Fengler & Ruß-Mohl, 2008, p. 678).

Er bestaat geen consensus over het belang van deze routines bij online media. Enerzijds beweren Williams and Carpini (2004) dat de massale toevloed aan mediabronnen en kanalen op het internet de klassieke nieuwsmedia verdringen. Hierdoor zullen de nieuwsgates langzamerhand verdwijnen en krijgen de nieuwsprocessen en routines een andere invulling. Singer (1998) is daarentegen de mening toegedaan dat de bestaande nieuwsroutineanalyses ook in een digitale mediaomgeving relevant blijven.

Wanneer we echter willen onderzoeken of de nieuwsroutines van de journalist variëren naar gelang de organisatorische omgeving waarin hij opereert, moeten we stilstaan bij het derde analyseniveau van het ‘hierarchy of influences’-model (i.e. the organisational level).

3.3 ORGANISATIENIVEAU

Bij het organisatorische analyseniveau beschouwen mediawetenschappers de werkomgeving als belangrijkste beïnvloedende factor van het journalistieke werkproces. In zijn studie ‘Social control in the newsroom’ (1955), toont Warren Breed aan dat redacteurs onderhevig zijn aan sociale druk of ‘social control’. Breed meent dat journalisten verkiezen om te werken in een conflictvrije omgeving en daardoor dezelfde waarden en normen hanteren als hun collega’s. Hoewel Breed een ‘democratische’ redactie afschilderde als de ideale werkomgeving, merkte hij op dat degene met de hoogste functie de touwtjes in handen had. Zo stippelen de grootste machtshebbers binnen de nieuwsorganisatie het beleid uit en zien ze erop toe dat dit op de lagere niveaus conform wordt uitgevoerd.

Een tweede onderzoeker die de organisatorische context van het journalistieke werkveld bestudeerde was Tunstall (1971). Hij maakte een onderscheid tussen nieuwsorganisaties en mediaorganisaties. Nieuwsorganisaties definieerde hij als redactionele afdelingen waarin hoofdzakelijk journalisten werken, terwijl mediaorganisaties meestal bestaan uit meerdere nieuwsorganisaties, uitgeverijen, productiehuizen. Volgens Tunstall’s hebben deze organisaties een andere doelstelling en vertonen ze verschillende machtsstructuren. Op deze manier zijn mediaorganisaties meer commercieel georiënteerd en is het werkproces meer geroutineerd dan dat bij de kleinere nieuwsorganisaties.

Shoemaker and Reese (1996) omschreven mediaorganisaties dan weer als omvangrijke sociale, en formele entiteiten. In de meeste gevallen hebben deze organisaties als hoofddoel hun winstdoelstellingen te realiseren door zich te richten op een lezerspubliek dat interessant is voor adverteerders. Deze commerciële druk kan het journalistieke werkproces sterk

Page 16: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

16

beïnvloeden. Andere factoren die het nieuwsaanbod kunnen beïnvloeden zijn; de omvang van het mediaorganisatie, het behoren tot een mediagroep en de eigenaarsstructuur.

Daarnaast bieden commerciële mediaorganisaties meer nieuws aan met een hogere amusementswaarde dan publieksgeoriënteerde nieuwsorganisaties. Zodoende is er proportioneel meer aandacht voor het ‘zachtere’ nieuws zoals sport, lifestyle en human interestnieuws en proportioneel minder interesse voor politieke en economische nieuwsthema’s (Beam, 2003, p. 380 geparafraseerd in Shoemaker & Vos, 2009).

Een marktgeoriënteerde organisatie typeert zich eveneens door de wijze waarop de nieuwsredacties opereren. Op deze manier is er in een commerciële organisatie een grotere samenwerking tussen journalisten en andere nieuwsmedewerkers, zoals de PR-verantwoordelijken en advertentiewervers (Beam, 1998 geparafraseerd in Shoemaker & Vos, 2009).

De organisatorische structuur kan tevens de adaptatiewijze van nieuwe technologieën beïnvloeden. Zo toonde Boczkowski (2004) aan hoe de organisatiecontext van drie online kranten een invloed uitoefent op de wijze waarop de redacties omspringen met technologische innovaties. Uit het onderzoek bleek dat de toegepaste innovatiestrategie bepaald werd door drie organisatorische factoren: de relatie tussen de online redactie en de krantenredactie; de wijze waarop de gatekeeperrol wordt ingevuld en de aanwezigheid van ‘user-generated content’ (p. 174).

3.4 EXTRA-MEDIA NIVEAU

Tot nog toe behandelden we enkel de invloedssferen binnen het mediabedrijf. In dit hoofdstuk gaan we echter een stap verder en zullen we onze aandacht richten op de omgevingsfactoren. In het extra-medianiveau speelt de relatie tussen de journalisten en hun informatieleveranciers of bronnen een precaire rol.

Zo redeneert Adams (1980) dat het gedrag van nieuwsorganisaties en hun subsystemen alleen begrepen kunnen worden wanneer er ook aandacht is voor de interactieve activiteiten tussen organisatie en omgeving. Het geheel aan interactieve processen en activiteiten noemt Adams ‘boundary roles’ (Adams, 1980, p. 321). Hij onderscheidde vijf soorten activiteiten; de distributie en het filterproces van in- en outputinformatie, het nieuwsgaringsproces, imagebuilding en de nieuwsorganisatie behoeden voor externe bedreigingen. Gatekeepers houden zich enkel bezig met de tweede activiteit, met name het selecteren van in- en outputinformatie.

Tot dusver hadden we alleen oog voor de journalisten die het nieuws rechtstreeks leveren aan de nieuwsconsument. In werkelijkheid telt het gatekeepingproces meerdere selectiefasen. Op deze manier vindt de kern van het nieuwsselectieproces niet plaats op de nieuwsredactie, maar in de straat (Halloran, Elliot, & Murdock, 1970). De onderzoekers beschouwen bronnen als de belangrijkste nieuwsfilters omdat deze dichter bij het oorspronkelijke nieuwsfeit staan dan de journalisten op de redactie.

Page 17: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

17

DE R ELA T IE TU S SE N JOU R NAL IS TE N E N HU N BR O NNE N

Het noodzakelijke werkmateriaal voor de journalist wordt dagelijks aangeleverd door een heel gevarieerde waaier aan bronnen. Hoewel er geen eenduidige definitie bestaat van een journalistieke bron, maken de meeste onderzoekers wel een onderscheid tussen secundaire en primaire bronnen. Volgens Janet Kolodzy (2007) is een primaire bron ‘a person with direct knowledge of a news subject or a document , such as a report or legislation’ (p. 104). De primaire bron is met andere woorden een ooggetuige van een nieuwswaardige gebeurtenis of hij had rechtstreekse inzage in een persbericht of rapport van een officiële instantie. Zoals we eerder aanhaalden is een secundaire bron één of twee stappen verwijderd van de originele informatie (Kolodzy, 2007, p. 104). Onder meer nieuwsagentschappen, PR-bureaus en andere media vallen onder deze categorie.

In ‘Deciding what’s news’ illustreerde Herbert Gans (1979) de bron-journalist relatie aan de hand van zijn bekende dansmetafoor:

“The relationship between sources and journalists resembles a dance, for sources seek access to journalists, and journalists seek access to sources. Although it takes two to tango, either sources or journalists can lead, but more often than not, sources do the leading (Gans , 1979a, p. 116).

In zijn uitspraak suggereert Gans dat journalisten en bronnen in sterke mate afhankelijk zijn van elkaar tijdens het nieuwsproductieproces, maar dat de journalistieke bronnen vaker aan het langste eind trekken. Doordat veel nieuwsredacties te kampen hebben met strakke deadlines en een personeelstekort, vallen journalisten meestal terug op een klein groepje vertrouwde bronnen en nemen ze een eerder passieve houding aan ten opzichte van andere bronnen.

Hoewel de uitspraak van Gans menig journalist tegen de borst stuit, beamen veel mediawetenschappers dat journalisten voor een groot stuk afhankelijk zijn van hun bronnen en vice versa. Omwille van deze afhankelijkheidsrelatie tussen journalisten en hun bronnen, probeerden verscheidene wetenschappers te achterhalen welke gatekeeper er de grootste invloed uitoefent in het nieuwsselectieproces. Ze gingen onder meer na in welke mate de nieuwsselectiecriteria van de nieuwsfilters varieerden. Er bestaat echter geen consensus over deze onderzoeksvraag.

Enerzijds insinueert Adams (1980) dat bepaalde informatieleveranciers zoals nieuwsagentschappen hun nieuwsselectiecriteria vergelijken met de criteria van hun afnemers, en hun nieuwswaarden vervolgens afstemmen op de behoeften van hun klanten. Anderzijds menen Whitney en Becker (1982) dat deze bronnen zelf beïnvloed worden door individuele voorkeuren, routines en organisatorische factoren. De onderzoekers constateerden bijgevolg dat er geen bewijs was voor gedeelde nieuwswaarden bij nieuwsagentschappen en krantenredacties (Whitney & Becker, 1982, p. 65).

Uiteraard wordt het nieuws niet enkel aangeleverd door persagentschappen of ‘toeleverbronnen’. Ook bronnen die niet gebonden zijn aan journalistieke ethische normen en waarden zijn belangrijke informatieleveranciers. Heel wat van deze bronnen hebben persoonlijke belangen te verdedigen en proberen via de nieuwsmedia de publieke opinie te bespelen (McManus, 1994, p. 73). Ze maken hierbij gebruik van technieken waarbij ze zelf zo weinig mogelijk inspanning hoeven te leveren, maar toch een maximaal resultaat bereiken.

Page 18: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

18

In zijn boek ‘Beyond Agenda Setting: Information Subsidies and Public Policies’ beschrijft Oscar Gandy (1982) hoe officiële bronnen, politici, bedrijven en public relationsbureaus gebruik maken van ‘information subsidies’ om hun informatie door te spelen naar de media.

“PR practitioners and other suppliers of pre-packaged news offer a subsidy to news organisations through press releases, press conferences, video news releases, press briefings, lobbying and special reports” (Gandy, 1982 geparafraseerd in Lewis, Willliams, & Franklin, 2008b).

Oscar Gandy maakt hierbij een onderscheid tussen ‘direct information subsidies’ en ‘indirect information subsidies’. Met ‘direct information subsidies’ doelt hij bijvoorbeeld op de adverteerders die rechtstreeks toenadering zoeken tot kranten of nieuwsagentschappen en die een bepaald bedrag betalen in ruil voor advertentieruimte. Met ‘indirect information subsidies’ verwijst hij naar het materiaal dat wordt aangereikt door PR-bureaus. We spreken hier van een indirecte subsidie omdat journalisten tijd en middelen kunnen uitsparen door een beroep te doen op de kant-en-klare berichtgeving van PR-bureaus (Gandy, 1982 geparafraseerd in Fengler & Ruß-Mohl, 2008, p. 669).

PR-professionals zijn dus erg bedreven in het bespelen van journalisten. Volgens Paul Manning (2001) beschikken ze over twee verschillende strategieën om hun doel te bereiken. Enerzijds kunnen pr-instanties weken op voorhand een persbericht verspreiden, zodat journalisten voldoende tijd hebben om de informatie te absorberen en voor goed uitgewerkte artikels te zorgen. Anderzijds houden pr-professionals soms persberichten geheim tot enkele momenten voor de officiële lancering van een product of een project. Dit heeft als gevolg dat journalisten erg weinig tijd krijgen om zich te verdiepen in het onderwerp en op die manier geen kritisch artikel kunnen schrijven (Manning, 2001 p. 57).

OVER WEG IN GEN B IJ BR O NSE LE C TI E

Doordat journalisten steeds meer af te rekenen hebben met een tekort aan tijd en middelen is de bronkeuze erg belangrijk geworden. Ook Herbert Gans onderstreept het belang van een goede bronnenselectie en onderscheidt zes overwegingen bij de selectie van bronnen (Gans , 1979a, pp. 129-131):

Past suitability: Wanneer bronnen reeds in het verleden bewezen hebben dat ze betrouwbare, goede nieuwsbronnen zijn, hebben ze meer kans om opnieuw te worden aangewend.

Productivity: De bron kan op een efficiënte manier veel bruikbare informatie leveren aan de journalist. Doordat de journalist vaak kiest voor de bronnen die binnen de kortste tijd het meeste informatie aanbieden, kan hij het aantal bronnen beperken. Op deze manier doen journalisten graag een beroep op elitebronnen die fungeren als woordvoerders van hun organisatie.

Reliability: Gatekeepers steunen vaak op betrouwbare bronnen wier informatie het minst controlewerk vereist. Wanneer reporters de verkregen informatie expliciet kunnen toeschrijven aan een bron, hoeven ze zich geen zorgen te maken over bronbetrouwbaarheid. Ze gaan er immers van uit dat ze voldaan hebben aan hun verantwoordelijkheid en laten het publiek oordelen over de geloofwaardigheid van de bron.

Page 19: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

19

Thrustworthiness: Indien de betrouwbaarheid van een bron moeilijk kan worden geverifieerd, gaat de journalist op zoek naar bronnen die niet handelen uit eigenbelang en op een accurate en waarheidsgetrouwe manier berichten.

Authoritativeness: Journalisten prefereren officiële bronnen die over veel autoriteit beschikken en een betrouwbaar imago hebben. Deze bronnen zullen immers minder rap geneigd zijn om in het openbaar leugens te verkondigen, omdat ze daarmee schade toebrengen aan hun eigen geloofwaardigheid.

Articulateness: Een (geïnterviewde) bron moet zich op een bondige, expressieve en begrijpelijke manier kunnen uitdrukken.

Gans stelt vast dat de bovenstaande overwegingen één belangrijk gemeenschappelijk doel dienen; de efficiëntie verhogen. Journalisten zijn immers gebonden aan strakke deadlines en hebben hierdoor minder tijd om hun informatie te verzamelen. Daardoor vallen ze terug op een klein groepje bronnen die hen op een vlugge en goedkope manier de gewenste informatie aanreiken (p. 128). We stellen echter vast dat deze criteria niet alleen van toepassing zijn op informatieactoren (personen of instanties), maar ook op de geraadpleegde informatiekanalen.

In het huidige digitale mediatijdperk is het internet een niet meer weg te denken hulpmiddel voor de informatiegaring en nieuwsproductie. Journalisten gebruiken het medium om op een snelle manier aan nieuws en achtergrondinformatie te komen, bronnen en informanten te vinden en nieuwe ideeën op te doen. Daarnaast maken ze in toenemende mate gebruik van elektronische knipseldiensten of news wire- services die worden aangeboden door nieuwsagentschappen en PR-bureaus (Pleijter, Hermans, & Vergeer, 2007, p. 15). Ook hier is efficiëntie een belangrijke drijfveer. De berichten die worden vrijgegeven via deze onlinetoepassingen werden immers al in een journalistiek jasje gestoken en hebben meestal een betrouwbaar imago (bv. persbureaumateriaal) (De Keyser, 2010, p. 91).

Dat efficiëntie niet altijd leidt tot een kwalitatieve berichtgeving, duidde onderzoeksjournalist Nick Davies al aan in zijn ophefmakend werk ‘Flat earth news’. Hij stelt vast dat de ouderwetse manier van nieuwsgaring waarbij de journalist zelf op pad moest gaan om interviews af te nemen en verslag uit te brengen, bijna verleden tijd is. De moderne journalist zit volgens Davies vastgekluisterd aan zijn bureau waar hij aan de lopende band nieuwsberichten van persagentschappen en pr-bureaus moet bewerken en publiceren (Davies, 2008, pp. 75-77). De waarheid, of althans de imperfecte zoektocht ernaar, die eens de kern was van de journalistieke professie, heeft volgens Davies plaatsgemaakt voor ‘churnalism’:

“Journalists are no longer gathering news but are reduced instead to passive processors of whatever material comes their way, churning out stories, whether real event or PR artifice, important or trivial, true or false” (Davies, 2008, p. 59)

Page 20: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

20

4. NATIONALE NIEUWSAGENTSCHAPPEN

We merkten al op dat online journalisten regelmatig terugvallen op secundaire bronnen. Uit een recente studie van Susan Forde en Jane Johnston (2013) blijkt vooral dat berichten van collega-journalisten (shovelware), nieuwsbureauberichten en PR-materiaal veelgebruikte bronnen zijn bij online krantensites. Met het oog op de centrale onderzoeksvraag van deze thesis, zullen we in dit onderdeel van onze literatuurstudie de focus leggen op de nationale nieuwsagentschappen.

4.1 PERSBUREAUMATERIAAL IN HET NIEUWS

We merkten reeds op dat (online) journalisten steeds afhankelijker worden van persbureauberichten. De resultaten van het onderzoek van Lewis, Williams, Franklin, Thomas en Mosdell (2008a,b) waar de binnenlandse berichtgeving van vier Britse kwaliteitskranten onder de loep wordt genomen, bevestigen deze tendens. De onderzoekers duiden aan dat de vooraanstaande Britse media voor een groot deel afhankelijk zijn van het voorverpakte nieuws dat geleverd wordt door nieuwsagentschappen en pr-bureaus. Zo bleek dat meer dan de helft van de gepubliceerde krantenberichten volledig of deels gebaseerd waren op informatie van nieuwsagentschappen: “30% of the stories in our press sample replicated wire service copy almost directly, and a further 19% were largely dependent on wire copy. (p. 6).

In navolging van het Britse onderzoek voerden Hijmans, Buijs en Schafraad van de Nijmeegse Radboud Universiteit (2009) een studie naar het bronnengebruik in vier Nederlandse dagbladen. Zij stellen vast dat een tiende van de berichten sporen bevat van persbureauberichten. Mediamonitor in Nederland doet in (2009) verslag over twee onderzoeken gevoerd door zowel het Commissariaat voor de Media als door Otto Scholten en Nel Ruigrok, medewerkers van Het Persinstituut van de Universiteit van Amsterdam. Zij concluderen eveneens dat er sprake is van een dominante positie van persbureaus (met name ANP) in de gatekeeping. Bijna 24 procent van het totale aantal onderzochte artikelen was geïnspireerd op persbureaumateriaal.

De journalisten die werken op een online redactie zijn zelfs nog meer toegewezen op de berichten van nieuwsagentschappen. Uit het longitudinaal onderzoek over het online gebruik van nieuwsagentschapmateriaal van Chris Paterson (2006, p. 39) bleek dat in 2006 ongeveer 85 procent van het Britse online nieuws woordelijk was overgenomen van online knipseldiensten. In 2001 was dit nog 68 procent.

Dat journalisten een beroep doen op nieuwsagentschappen is overigens niets nieuws. Zo zijn bijna alle nieuwsmedia van oudsher geabonneerd op de (elektronische) nieuwsdiensten van een nationaal persagentschap. Het spreekt voor zich dat kranten geen onnodige investeringen zullen doen en dat het persbureaumateriaal dus in voldoende mate benut zal worden. Desondanks merken we dat nieuwsredacteurs niet graag toegeven dat ze zich bij het opstellen van hun berichten gebaseerd hebben op persbureaumateriaal.

Dit uit zich dan ook in de brontransparantie. Thorsten Quandt (2008) voerde een onderzoek naar tien online nieuwsmedia in vijf verschillende landen (Verenigde Staten, Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland en Rusland). Tot zijn eigen verbazing bemerkte hij dat de impliciete en expliciete bronvermeldingen op de nieuwssites sterk varieerden. Op deze wijze vermeldden bepaalde nieuwssites in meer dan 80 procent van hun artikels een persagentschap, terwijl andere nieuwssites geen enkele keer gewag maakten van een nieuwsagentschap.

Page 21: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

21

“Most notably, the German sueddeutsche.de (43.7 percent of all cases), the French Le Monde (85.4 percent) and USA Today (80 percent) mention news agencies quite often, while the other media usually do not reveal that they used agency material. These findings are astonishing, given journalism studies’ knowledge about news production processes: it is highly unlikely that news media do not rely heavily on agency material” (p. 729).

4.2 FUNCTIE VAN NATIONALE PERSAGENTSCHAPPEN

Het feit dat journalisten in het algemeen in grote mate steunen op de diensten van nieuwsagentschappen, zegt in wezen nog niets over de inhoudelijke kwaliteit van de berichtgeving. Zo werken er ook bij persbureaus journalisten die worden geacht te voldoen aan dezelfde kwaliteitscriteria als die bij krantenredacties.

In opdracht van het Stimuleringsfonds voor de Pers voerden Karianne Vermaas en Frank Janssen (2009) een onderzoek naar de rol van de Nederlandse persagentschappen. Ze merken op dat een nationaal nieuwsagentschap zes functies heeft (pp. 8-9):

Feiten verzamelen en verspreiden: Een persbureau heeft als eerste functie (inter)nationale feiten verzamelen en verspreiden, met als doel om deze door te geven aan hun abonnees. Dit doen zij vierentwintig uur per dag.

Validatiefunctie: Het persbureau wordt geacht de feiten goed te controleren, voordat de berichten naar redacties en journalisten gaan. De berichten worden voorzien van een correcte bronvermelding, zodat redacties van media de gegevens eventueel kunnen valideren of uitbreiden.

Agendafunctie: Een persagentschap houdt in de gaten wat waar speelt (sportwedstrijden, rechtszaken etc.). Redacties bekijken hun agenda vaak en bepalen waar wel en geen actie vanuit de redactie ondernomen hoeft te worden.

Signalerende en vangnetfunctie: Persbureaus signaleren regelmatig bepaalde tendenzen of gebeurtenissen die een potentiële nieuwswaarde kunnen hebben voor hun afnemers. Op die manier kunnen nieuwsfeiten die op het eerste gezicht niet nieuwswaardig lijken na verloop van tijd toch interessant en relevant worden.

Alarmerende functie: Doordat de medewerkers van nieuwsagentschappen geregeld parlementaire zittingen of persconferanties bijwonen, kunnen ze de pers direct verwittigen wanneer er een nieuwswaardige gebeurtenis plaatsvindt.

Foto, video en audioleverancier: Naast nieuwsteksten bieden nationale persagentschappen ook ondersteunend audiovisueel materiaal aan.

Volgens Janssen en Vermaas (2009) staan vier kernwaarden centraal: met name betrouwbaarheid, snelheid, objectiviteit en onafhankelijkheid.

Desalniettemin baart het toenemende gebruik van nieuwsagentschapmateriaal veel mediawetenschappers zorgen. Doordat er een groeiend deel van de berichtgeving uit één bron afkomstig is, gaan de media naar verloop van tijd ook meer dezelfde nieuwsberichten aanbieden waardoor er een homogenisering van het nieuws optreedt.

Bovendien stellen onderzoekers Lewis, Williams, Franklin, Thomas en Mosdell (2008b) vast dat nieuwsagentschappen in toenemende mate steunen op PR-bronnen. Op deze manier worden commercieel getinte berichten van bedrijven en PR-bureaus indirect in de uiteindelijke

Page 22: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

22

nieuwberichten verwerkt. Lewis et. al. constateerden dat 47 procent van de overgenomen persbureauberichten sporen bevatten van public relationsmateriaal.

Persagentschapjournalisten putten hun informatie daarenboven voor een groot deel uit andere de mediakanalen. Dit is opmerkelijk aangezien de media op hun beurt steunen op het nieuwsmateriaal dat wordt aangereikt door persagentschappen. Er lijkt bijgevolg een informatiecyclus te ontstaan tussen de persagentschapjournalisten en hun afnemers op de mediamarkt.

Uit de resultaten van een recente bevraging van beroepsjournalisten in Vlaanderen (2010) blijkt dat acht op de tien journalisten die werken voor een persagentschap, dagelijks informatie gebruikt die afkomstig is uit andere media. Voorts doen Vlaamse persbureaujournalisten hoofdzakelijk een beroep op persberichten (84%) of werken ze met de informatie die ze verkrijgen via mail (84%). Veel journalisten raadplegen ook dagelijks de nieuwstelex van internationale persagentschappen (61%) of verkrijgen hun informatie via de telefoon (52%). Hoewel Vermaas en Janssen (2009) menen dat persbureaus een belangrijke rol vertolken als signaleerders en verzamelaars van nieuwsfeiten, kunnen we -op basis van de bovenstaande cijfers- de persagentschapjournalisten bezwaarlijk actieve nieuwsgaarders noemen (De Keyser, 2010, pp. 92-93).

4.3 HET NATIONALE NIEUWSAGENTSCHAP ONDER DRUK

De positie van persbureaus staat onder druk. Dat geldt in het bijzonder voor de nationale agentschappen die zich toeleggen op algemeen nieuws voor een brede schare van zakelijke afnemers, voornamelijk gelegen in de mediamarkt. Onder invloed van de globalisering- en digitaliseringstendens is zowel de werkwijze, de context als de markt van de persagentschappen aan verandering onderhevig (Rutten & Slot, 2011).

Bovendien zijn de functies en taken van de persbureaus – het verwerken en controleren van de nieuwsstroom– complexer geworden. De snelheid en de omvang van de nieuwsstroom is toegenomen, terwijl de nieuwe technologieën mogelijkheden hebben gecreëerd voor talrijke innovaties op de nieuwsredacties (Boyer, 2011 geparafraseerd in Rutten & Slot, 2011). Doordat het nieuws alomtegenwoordig is en vaak gratis wordt verspreid via het internet, wordt het voor uitgevers steeds moeilijker om er munt uit te slaan.

Ook persbureaus krijgen het moeilijker om de nieuwsstroom te beheersen. Door de digitaliseringstendens vervalt de actualiteitswaarde van een nieuwsbericht steeds sneller, waardoor er nauwelijks nog sprake is van exclusiviteit die het rechtvaardigt voor nieuwsberichten een prijs te vragen. Paul Rutten en Mijke Slot (2011) stellen dan ook vast dat de persagentschappen die in sterke mate afhankelijk zijn van kranten in een moeilijke situatie verzeild raken:

“Enerzijds zijn hun diensten een kostenpost voor de krantenbedrijven al representeren ze maar een klein deel van de totale kosten van een mediabedrijf. Toch staat hun positie als toeleverancier onder druk, vooral omdat de kosten in verhouding met het totale redactionele budget substantieel zijn. Aan de andere kant is het uitbesteden van werk aan persbureaus een manier om personeelskosten terug te brengen.”

Page 23: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

23

De Nederlandse onderzoekers Karianne Vermaas en Frank Janssen (2009) menen dat de rol van persbureaus hierdoor net groter zal worden. Online en krantenredacties beschikken meestal niet over de middelen om zelf in te staan voor hun volledige nieuwsgaring- en productie.

Desondanks merken we op dat het persbureaumateriaal niet geheel voldoet aan de eisen van hun afnemers. Het materiaal van persbureaus is immers niet exclusief aangezien het aan meerdere media wordt geleverd. Om hun nieuwsaanbod te onderscheiden van dat van hun concurrenten, moeten ze het aangeleverde persbureaumateriaal in vele gevallen herwerken en aanvullen met nieuwe informatie (Rutten & Slot, 2011).

Om hun markpositie te vrijwaren kunnen persbureaus verschillende strategieën volgen. Zodoende bieden sommige persagentschappen hun diensten goedkoper aan, zodat ze meer of minimaal evenveel diensten moeten leveren voor minder opbrengsten. Om dat te compenseren, boren persbureaus nieuwe afzetmarkten aan en proberen ze ook een kapitaalkrachtiger publiek aan te trekken.

Op deze manier biedt het Belgisch nieuwsagentschap naast hun gewone nieuws services ook diensten aan voor niet-mediaklanten. Zo levert het agentschap met Belga Plus ook aangepast nieuws aan zakelijke afnemers, zoals bedrijven. Daarbij gaat het niet enkel om teksten, maar ook om audiovisueel materiaal. Daarnaast introduceerde ons nationaal persagentschap Belga Media Support, een systeem dat bedrijven en instellingen in staat stelt om hun persberichten effectief bij de relevante mediabedrijven en redacties af te leveren.

Veel mediacritici hebben echter bedenkingen bij de diversificatiestrategie van Belga. Zij beweren dat persbureaus steeds meer de commerciële toer opgaan en dat ze hierdoor de deuren openen voor pr-bureaus. Mediacritici stellen zich bijgevolg de vraag of deze persbureaus nog in staat zijn om hun geloofwaardigheid en onafhankelijkheid te waarborgen (Van Wijk, 2010).

Page 24: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

24

DEEL 2: EMPIRISCHE STUDIE

In ons empirisch luik gaan we na of er nog een gatekeeperrol is weggelegd voor de online journalist in Vlaanderen. We richten ons meer bepaald tot de binnenlandse nieuwsberichtgeving op twee populaire Vlaamse nieuwssites. Om een concreet antwoord te bieden op onze centrale onderzoeksvraag, zullen naast een kwantitatieve studie ook een etnografisch onderzoek voeren. Enerzijds onderzoeken we aan de hand van een inhoudsanalyse in welke mate de online berichtgeving wordt bepaald door Belga. We gaan hierbij eveneens na in hoeverre de online redacteur het persbureaumateriaal verwerkt en aanvult, of dat hij een passief doorgeefluik is van Belga-berichten. In tweede instantie proberen we de resultaten die we verkregen uit onze kwantitatieve studie te koppelen aan een etnografisch onderzoek. In dit onderdeel worden de praktische werkprocessen en de redactiestructuur van Nieuwsblad Online in kaart gebracht. Voor we de resultaten van onze kwalitatieve en kwantitatieve studie nader bestuderen, motiveren en beschrijven we eerst onze methodologische aanpak.

1. METHODOLOGIE

1.1 ONDERZOEKSOBJECT

Om een antwoord te bieden op onze centrale onderzoeksvraag, hebben we gedurende drie weekdagen alle binnenlandse nieuwsberichten onderzocht die verschenen op de krantensites van Het Laatste Nieuws (De Persgroep) en Het Nieuwsblad (Corelio). Om te onderzoeken in welke mate de Belga-berichten woordelijk worden overgenomen door de webredacteurs, hebben we tijdens onze onderzoeksperiode tevens alle binnenlandse berichten van de Belga-nieuwsfeed verzameld. Op deze wijze konden we per webartikel nagaan of er een gelijkaardig Belga-bericht verspreid werd. We konden de Belga-berichten raadplegen dankzij de medewerking van de Nieuwsblad-redactie.

1.2 ONDERZOEKSVRAGEN

In deze wetenschappelijke verhandeling wensen we een onderzoek te voeren naar de gatekeeperrol van online redacteurs die werken voor Vlaamse krantensites. We leggen hierbij aan de ene kant de klemtoon op het bronnengebruik van de webredacteur: ‘hoeveel’ en ‘in welke mate’ worden Belga-berichten overgenomen en geplaatst op de Vlaamse krantensites. Anderzijds bestuderen we welke journalistieke routines een invloed uitoefenen op het bronnengebruik en of de organisatorische context hierbij een rol speelt.

In het eerste deel van onze empirische studie gaan we aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse onder meer na hoeveel artikels in de sectie binnenland, sporen bevatten van Belga-berichten. Om een antwoord te bieden op deze vraag gingen we bij ieder artikel op zoek naar een vergelijkbaar Belga-bericht. Doordat we zelf de originele Belga-berichten konden

Page 25: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

25

raadplegen, hoefden we ons niet enkel te baseren op de informatie die wordt aangereikt in de creditline. Dit stelt ons in staat om uitspraken te doen over de transparantie van het bronnengebruik. We bekijken ook hoeveel tekst de webredacteur (woordelijk) heeft overgenomen en welke informatie hij zelf aanreikt in het webartikel.

Tijdens ons onderzoek werden ook bepaalde structurele kenmerken van de artikels in kaart gebracht, zoals de lengte van het artikel, het nieuwsgenre, het thema, de geografische positionering van het nieuwsfeit, enz. Dankzij deze informatie kunnen we bijvoorbeeld nagaan of een journalist rapper zal terugvallen op Belga-bronnen wanneer het gaat om kortere nieuwsberichten. De oplijsting van deze typerende kenmerken stelt ons bovendien in staat om verschillen en gelijkenissen te ontdekken tussen de nieuwssites onderling.

In het kader van ons onderzoek hebben we het geluk gehad om gedurende een aantal dagen de werking en structuur van de webredactie van Het Nieuwsblad van naderbij te volgen. De informatie die we tijdens ons verblijf op de redactievloer vergaard hebben, is erg verrijkend en stelt ons in staat om de resultaten van de kwantitatieve inhoudsanalyse te koppelen aan de praktijk. In het kwalitatieve luik beschrijven we de organisatiestructuur en journalistieke werking van de webredactie van het Nieuwsblad en blikken we geregeld terug op onze literatuurstudie en de resultaten van onze inhoudsanalyse. Daarnaast bekijken we ook enkele typerende en/of illustrerende cases.

1.3 MOTIVERING ONDERZOEKSMETHODE: INHOUDSANALYSE EN ETNOGRAFISCHE STUDIE

Bij de uitvoering van onze studie hebben we twee onderzoeksmethodes gehanteerd, met name een kwantitatieve inhoudsanalyse aangevuld met casestudies en een etnografisch onderzoek. Om een diepgaand en volledig onderzoek te voeren naar de gatekeeperrol van de online krantenjournalist, is het immers belangrijk dat we naast de resultaten uit onze kwantitatieve inhoudsanalyse ook oog hebben voor de journalistieke praktijk.

Bij het kwantitatieve onderdeel van deze studie en de illustrerende casestudies inspireerden we ons op de wetenschappelijke studie van Hijmans, Buijs & Schafraad (2009), die gedurende twee weken het binnenlandse nieuws in vier Nederlandse dagbladen onderzochten en een gelijkaardig Brits onderzoek van de uitgaande van de Cardiff School of Journalism, Media and Cultural Studies (Lewis , William, Franklin, Thomas, & Mosdell, 2006). De etnografische studie bouwt voort op de gatekeeping theorieën die werden besproken in het theoretisch onderdeel van deze masterproef.

We opteren in eerste instantie voor een kwantitatieve inhoudsanalyse omdat deze onderzoeksmethode ons toelaat om een grote hoeveelheid data statistisch te verwerken en op verschillende kenmerken te onderzoeken (Wester, 2006). Daarnaast is de inhoudsanalyse ook de meest aangewezen onderzoeksmethode wanneer men journalistieke teksten grondig wil bestuderen (MacLaughlin, Cody, & Read, 1992, p. 50). Het nadeel van deze werkwijze is echter dat de focus enkel ligt op de waarneembare tekstkenmerken, terwijl de kwalitatieve aspecten achterwege worden gelaten (David & Sutton, 2004, p. 52). Verschillende auteurs pleiten dan ook voor een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve inhoudsanalyse (Bauer & Gaskell, 2000) (Krippendorff, 2004) (Wester, 2006). Om deze reden worden er in onze studie ook enkele typerende cases opgenomen in het kwalitatieve deel van ons onderzoek.

Page 26: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

26

In het tweede plaats trachten we door middel van naturalistische observatie en interviews informatie te verschaffen over de structurele organisatie en de journalistieke werkprocessen die typerend zijn voor een internetredactie. Om dit te verwezenlijken vertoefden we gedurende enkele dagen (tweede en derde week van maart 2013) op de redactie van Het Nieuwsblad. Onze etnografische studie moet ons in staat stellen om de resultaten van ons kwantitatief onderzoek beter te kaderen en deze vervolgens te koppelen aan de journalistieke praktijk.

Hoewel de etnografische studie in de loop van de jaren 70’ en begin de jaren 80’ nog op veel aandacht kon rekenen van media-en communicatiewetenschappers (Gans , 1979a; Tuchman, 1973; Sigal, 1973), is het onderzoek naar de journalistieke processen op de nieuwsredacties de laatste jaren erg schaars. Dat blijkt onder meer uit een inventarisatie die de mediawetenschappers Kees Brants en Peter Vasterman (2010) hebben gemaakt van het journalistieke onderzoek in Nederland. In hun onderzoek stellen de twee wetenschappers dat de kern van de journalistieke discipline vaak uit het oog wordt verloren, en dat wetenschappers gedurende hun onderzoek zelden actief zijn op de nieuwsredacties.

In het openingsartikel “Inventing Online Journalism” van het boek Making Online News (Domingo & Paterson, 2011) pleit ook Domingo voor meer etnografisch onderzoek naar online nieuwsproductie. Hij verklaart dat men enkel door directe observatie kan achterhalen hoe en binnen welke context de technologie in de journalistieke praktijk wordt aangewend.

Als onderzoeksmethode is etnografie echter niet onomstreden. De belangrijkste kritiekpunten zijn het ogenschijnlijke gebrek aan objectiviteit, herhaalbaarheid en voorspelbaarheid (Fabian, 1992). Observaties vinden niet plaats in een gecontroleerde omgeving en de onderzoeker moet zich voortdurend bewust zijn van het gevaar dat zijn eigen vooroordelen en veronderstellingen zijn onderzoek negatief kunnen beïnvloeden (Domingo & Paterson, 2011, p. 5). Het gevaar is dan dat de observeerder anekdotisch bewijs kan generaliseren, bijvoorbeeld wanneer deze de verwachtingen van de onderzoeker bevestigen. Wij kunnen deze valkuilen ontwijken doordat we bij onze etnografische studie steeds kunnen terugvallen op de resultaten van onze kwantitatieve inhoudsanalyse.

1.4 STEEKPROEFSAMENSTELLING

Bij de samenstelling van onze steekproef verzamelden we gedurende drie dagen alle webartikels van www.hln.be en www.nieuwsblad.be die verschenen onder de sectie ‘Binnenland’. Tijdens onze onderzoeksperiode van 13 maart tot 15 maart selecteerden we ook alle binnenlandse nieuwsberichten via de online newswire van het persagentschap Belga.

In ons onderzoek focussen we ons op twee online nieuwsdiensten die verbonden zijn met twee Vlaamse kranten, met name Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad. De nieuwssites werden voornamelijk geselecteerd op basis van het vergelijkbaarheidscriterium en omwille van hun populaire imago. Dit laatste impliceert dat we een onderscheid maken tussen populaire nieuwsmedia en de kwaliteitspers. Volgens Jansen (1987) bieden de populaire nieuwsmedia meer

‘soft’ nieuws aan dan de kwaliteitspers. ‘Het lezen over misdaad, sport, rampen, faits divers, … vraagt

immers weinig inspanning van de lezer en veroorzaakt een informatieplezier.”(p. 30)

Daarnaast richten de populaire nieuwsmedia zich tot een groter doelpubliek. Uit de laatste CIM- cijfers (CIM, 2013) blijkt immers dat www.nieuwsblad.be en www.hln.be de drukst bezochte krantensites zijn in België. De metingen in het openbare weekrapport (16 april ’13 – 22 april ’13) duiden bijvoorbeeld aan dat de site van Het Laatste Nieuws dagelijks gemiddeld 894.481

Page 27: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

27

keren werd geraadpleegd terwijl nieuwsblad.be gemiddeld 898.575 maal werd bezocht. Deze cijfers liggen beduidend hoger dan de bezoekersaantallen op andere nieuwssites. Behalve de bovenstaande gelijkenissen, merken we eveneens een aantal grote verschillen op tussen de

online nieuwsdiensten van Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad. Zo maken de krantensites deel uit

van twee verschillende mediaconcerns. De krant Het Laatste Nieuws wordt uitgegeven door De

Persgroep, terwijl de redactie van Het Nieuwsblad een onderdeel vormt van Corelio NV. Dit betekent

dat we bij de uitwerking van ons onderzoek rekening moeten houden met verschillen op het gebied

van organisatie, bedrijfscultuur en redactionele werking.

In tegenstelling tot de webredactie van Het Nieuwsblad, die wel nauw samenwerkt met hun collega-

krantenjournalisten, wordt de websites hln.be gemaakt worden door een team dat volledig losstaat van

de krantenredactie. Daarnaast worden de artikelen die in de kranten verschijnen, zelden overgenomen

worden op de website. Nieuwsblad-webredacteur Guy Stevens geeft anderzijds wel toe dat er een

groot aantal artikels uit de papieren krant een tweede leven krijgen op het net.

Tijdens een debat over de geloofwaardigheid van onlinemedia aan de Katholieke Universiteit Leuven,

liet de hoofdredacteur van De Morgen, Wouter Verschelden (Verschelden, 2012), zijn ongenoegen

blijken over het feit dat de redactionele lijn van de onlineredactie te sterk afwijkt van het imago die de

papieren krant wil uitstralen. Hoewel dit probleem zich nog duidelijker manifesteert bij de nieuwssites

van kwaliteitskranten, komt ook de eigenheid van Het Laatste Nieuws en Het Nieuwsblad niet echt tot

zijn recht op hun online nieuwssites. Dit is voornamelijk te wijten aan het feit dat er veel artikels

worden overgenomen van de sites van hun zusterbladen; i.e. www.demorgen.be en www.standaard.be.

Zoals we hierboven reeds aangaven verzamelden we vanaf woensdag 13 maart tot en met vrijdag 15

maart alle binnenlandse nieuwsberichten die verschenen op de nieuwssites van Het Laatste Nieuws en

van Het Nieuwsblad. Daarnaast selecteerden we ook alle binnenlandse artikels die het nationaal

persagentschap Belga op deze weekdagen aanbood via hun online nieuwsservice. Gezien Belga hun

persberichten enkel aanbiedt aan journalisten en abonnees, trokken we tijdens de tweede en derde

week van maart zelf naar de redactie van Het Nieuwsblad, die bereid was om hun apparatuur en

softwaresysteem een paar dagen tot onze beschikking te stellen.

Gezien we slechts gedurende een beperkte periode toegang hadden tot de faciliteiten van de

Nieuwsbladredactie en we in het kader van ons etnografisch onderzoek voldoende ruimte en tijd

moesten reserveren voor interview en observatie, hebben we onze onderzoeksperiode beperkt tot drie

dagen. In totaal verzamelden we 293 berichten.

Om te vermijden dat er relevante informatie zou verloren gaan tijdens de data-inzameling, hebben we

er bewust voor geopteerd om alle berichten die gedurende de onderzoeksperiode verschenen onder de

rubriek ‘Binnenland’ op te nemen in onze selectie, in plaats van een steekproef te trekken.

Page 28: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

28

1.5 DATAVERZAMELING- EN VERWERKING

1.5.1 KWANTITATIEVE INHOUDSANALYSE

Tijdens ons verblijf op de redactievloer van Het Nieuwsblad selecteerden we alle binnenlandse Belga-berichten die verschenen op woensdag 13, donderdag 14 en vrijdag 15 maart. Gezien de redactie van het Belgische nieuwsagentschap dagelijks meer dan 700 nieuwsberichten verspreidt in het Nederlands en in het Frans, die handelen over alle domeinen van de actualiteit, hebben we enkele selectiecriteria moeten hanteren bij het inzamelen van de artikels. Zo werden enkel de Belga-berichten die verschenen in het Nederlands overgenomen en werden artikels die te zeer de focus legden op sportnieuws of buitenlands nieuws, buiten beschouwing gelaten. We zamelden gemiddeld ongeveer 400 Belga-berichten in per dag.

Om de Belga-berichten te raadplegen kregen we van de Nieuwsblad-redactie toegang tot hun newswire-systeem via een gast-login. Aangezien het niet mogelijk was om de artikels van Belga automatisch op te slaan en te versturen per mail, waren we genoodzaakt om elk bericht te ‘copy-pasten’ in een gewoon Word-bestand. Dankzij de Word-zoekfunctie slaagden we er gemakkelijk in om bij ieder webartikel dat sporen vertoonde van voorverpakte informatie, een vergelijkbaar Belga-bericht terug te vinden.

Vermits het niet mogelijk was om gedurende ons korte verblijf op de online redactie ook alle artikelen op de nieuwssites te selecteren, hebben we gebruik gemaakt van de RSS feed, waardoor we automatisch op de hoogte werden gesteld wanneer er een nieuw bericht op de krantensite van Het Laatste Nieuws of Het Nieuwsblad verscheen. Deze berichten werden automatisch opgeslagen via de feed-reader Google Reader; dit maakte het mogelijk om de internetartikels ook na ons verblijf te raadplegen en onder de loep te nemen.

1.5.2 ETNOGRAFISCH ONDERZOEK EN CASE STUDIES

In de periode dat we op de internetredactie van Het Nieuwsblad vertoefden, hebben we tegelijk getracht inzicht te krijgen in de manier waarop webredacteurs omgaan met Belga-bronnen en welke redactionele processen of handelingen er kenmerkend zijn voor de online redactie. Om de werking van de redactie in grote lijnen te schetsen, vertrouwden we onder meer op ons eigen observatietalent, woonden we een aantal redactievergaderingen bij en namen we een resem interviews af bij de leden van de internetredactie van Het Nieuwsblad. Daarenboven kregen we de gelegenheid om zelf enkele Belga-berichten op de website te plaatsen.

Tijdens de onderzoeksperiode hielden we een logboek bij, waarin we iedere dag onze bevindingen en vaststellingen neerschreven. De interviews en het verslag van de redactievergadering werden direct na afloop uitgeschreven, zodat er geen nuttige informatie verloren zou gaan. Alle informatie die we vergaarden op de online redactie van Het Nieuwsblad, wordt verwerkt in het kwalitatieve luik van deze masterproef.

Page 29: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

29

1.6 MEETINSTRUMENT: CODEBOEK EN REGISTRATIEFORMULIER

Om de inhoud van onze geselecteerde artikels op een grondige en wetenschappelijke manier te bestuderen, maken we gebruik van een codeboek dat men samen met de bijhorende registratieformulieren kan terugvinden in bijlage. Bij de opstelling van ons codeboek baseerden we ons op de studie van Hijmans, Buijs & Schafraad (2009), het ongepubliceerde werk van

doctoraatstudente Sarah Van Leuven (2009) en de masterproeven van alumni (Boens, 2009; Decock,

2011).

Aan de hand van 25 verschillende variabelen trachten we eerst de belangrijkste inhoudelijke kenmerken van onze geselecteerde nieuwsartikelen in kaart te brengen. Vervolgens gaan we na of we een vergelijkbaar Belga-bericht kunnen terugvinden, dat de journalist mogelijk gebruikt heeft bij het opstellen van zijn eigen artikel. Wanneer dit het geval is, proberen we aan de hand van de vooropgestelde vragen een inhoudelijke vergelijking te maken tussen de journalistieke webartikels en de Belga-publicaties.

De eerste onderzoeksvariabelen in ons registratieformulier hebben als doel onze verzamelde nieuwsberichten te identificeren. Zo krijgt ieder artikel een eigen identificatiecode en noteren we de titels en de publicatiedatum.

In tweede instantie hebben we aandacht voor de inhoudelijke kenmerken die het bericht vertoont. We hebben onder meer oog voor de lengte van het artikel, het behandelde thema en het nieuwsformat. Daarnaast onderzoeken we ook welke bronnen er vermeld worden in de tekst en in de credit line.

Zoals we reeds aangaven, gaan we ook op zoek naar sporen van voorverpakte informatie die afkomstig is van Belga-berichten. Indien we een vergelijkbaar Belga-bericht kunnen terugvinden, moeten we meer informatie prijsgeven. Op deze wijze onderzoeken we hoeveel Belga-berichten de journalist gebruikt bij het opstellen van zijn artikel, en vragen we ons af of de Belga-redactie ook een update of correctie verspreidde.

Tot slot nemen we ook enkele kwalitatieve variabelen op in ons codeboek. Zodoende vergelijken we het internetbericht met het Belga-artikel en gaan we na hoeveel procent er werd overgenomen en/of herschreven door de webredacteur.

Page 30: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

30

2. VERGELIJKENDE DATA-ANALYSE

In dit kwantitatieve luik maken we in eerste instantie een vergelijking tussen de nieuwssite van Het Laatste Nieuws en die van Het Nieuwsblad op basis van enkele algemene kenmerken. Vervolgens bestuderen we het bronnengebruik en de bronvermelding in de tekst en de creditline. Daarna gaan we op zoek naar sporen van Belga-berichten in de geselecteerde artikels. Tot slot voeren we statistische toetsen uit die kunnen op een relatie tussen twee onderzochte variabelen. Daar we slechts een klein aantal artikels onderzoeken zullen we ons beperken tot enkele eenvoudige testen, die berekend worden op een betrouwbaarheidsniveau van 95%.

2.1 ANALYSE ALGEMENE KENMERKEN

In deze studie namen we in totaal 293 internetartikelen onder de loep die verschenen op de krantensite van Het Laatste Nieuws en deze van Het Nieuwsblad. We stellen vast dat www.hln.be (N= 167) tijdens onze onderzoeksperiode beduidend meer berichten plaatste onder de nieuwsrubriek ‘Binnenland’ dan de nieuwssite van Het Nieuwsblad (N=126).

Wanneer we kijken naar de publicatiedatum van de online berichten, moeten we vaststellen dat hln.be vooral op 13 en 15 maart veel binnenlands nieuws aanleverde, op 14 maart was Het Nieuwsblad de grootste leverancier van binnenlands nieuws. Waar het nieuwsaanbod van Het Nieuwsblad redelijk stabiel blijft, kunnen we een grotere fluctuatie van het aantal binnenlandse artikels vaststellen op de site van Het Laatste Nieuws. Dit zou men eventueel kunnen verklaren door het feit dat Het Laatste Nieuws voornamelijk afhankelijk is van haar nieuwsleveranciers, terwijl de webredacteurs van Het Nieuwsblad in grotere mate een beroep kunnen doen op hun collega-krantenjournalisten, waardoor hun nieuwsaanbod enigszins stabiel blijft.

Page 31: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

31

Hoewel Het Laatste Nieuws beduidend meer binnenlandse berichten heeft gepost op haar site dan nieuwsblad.be, is er slechts een klein verschil in de totale wordcount van alle verschenen artikels (resp. 40.324 en 39.280 woorden). Zoals we kunnen afleiden uit de onderstaande staafgrafiek (grafiek c), verspreidt de online redactie van Het Nieuwsblad gemiddeld meer lange artikels, terwijl www.hln.be meer kleine en middelgrote artikels telt. We kunnen hier tevens spreken over een significant verschil (p >0.01). 1

We kunnen vaststellen dat de lengte van een artikel ook bepalend is voor het format van het nieuwsbericht. Zo zullen kortere berichten vaker het label ‘nieuwsbericht’ dragen, terwijl reportages, interviews en nieuwsanalyses gemiddeld meer woorden tellen (zie kruistabel 1 in de bijlage). Wanneer we kijken naar de gegevens in de onderstaande tabel kunnen we vaststellen dat de online redactie van hln.be (58,08%) zich meer beperkt tot kortere nieuwsberichten dan die van Het Nieuwsblad, die kiest voor een eerder gevarieerd aanbod aan nieuwsformats.

Beide nieuwssites tellen ook opmerkelijk veel analyses en nieuwsdossiers. Dit valt te verklaren doordat we alle artikels die handelden over het Proces De Gelder onder deze categorie plaatsten. Deze berichten kunnen we immers niet beschouwen als losstaande nieuwsfeiten, maar maken deel uit van een uitgebreid nieuwsdossier. De vijf artikels die we niet konden onderbrengen in de vooropgestelde categorieën, verschenen allemaal op nieuwsblad.be. Het gaat om minuut-tot-minuut nieuwsverslagen, een relatief nieuw format waarbij de lezer een belangrijk gebeuren van minuut tot minuut kan opvolgen. Ook hier gaat het uitsluitend over de berichtgeving rond het Proces De Gelder, dat tevens het belangrijkste nieuwsfeit is in onze onderzoeksperiode.

1 Zie tabellen in bijlage.

Page 32: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

32

Format artikel

HLN.be % Nieuwsblad.be % Totaal

Nieuwsbericht 97 58,08% 55 43,65% 152

Interview 9 5,39% 19 15,08% 28

Analyse / Nieuwsdossier 57 34,13% 36 28,57% 93

Beeldverhaal 1 0,60% 2 1,59% 3

Opinie / commentaar 0 0,00% 4 3,17% 4

Reportage 3 1,80% 5 3,97% 8

Andere 0 0,00% 5 3,97% 5

TOTAAL 167 100,00% 126 100,00% 293

We trachtten ook het binnenlands nieuws geografisch te positioneren, door te vragen of het nieuws relevant was voor heel België of een impact had op een welbepaalde stad of regio. Uit de onderstaande grafiek blijkt dat Het Laatste Nieuws zich iets meer beperkt tot de lokale nieuwsfeiten dan de website van het Nieuwsblad die zich meer richt tot alle Belgische burgers. We kunnen enkel een significant verschil aanduiden tussen de twee nieuwssites wat betreft het nieuwsaanbod dat betrekking heeft op gans België (p < 0.05).

Page 33: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

33

Vervolgens bespreken we de thema’s die het binnenlands nieuws kleurden gedurende onze steekproefperiode. We stellen vast dat de site van Het Laatste Nieuws en die van Het Nieuwsblad tussen 13 en 15 maart doorgaans dezelfde nieuwsthema’s behandelen in hun artikels (zie onderstaande grafieken). Tijdens onze onderzoeksperiode was er opvallend veel aandacht voor justitie, wat niet zo verwonderlijk is gezien het ‘Proces De Gelder’ toen het nieuws overheerste. Daarnaast vertoonden de krantensites niet alleen veel belangstelling voor het politieke gebeuren op federaal niveau, maar verschenen er ook regelmatig artikels over politieke nieuwswaardigheden op Vlaams, regionaal en gemeentelijk niveau. Door de uitzonderlijke sneeuwval, die op 12 maart het filerecord verpulverde, was er in die week eveneens veel oog voor verkeer en ruimtelijke ordening. Bijgevolg handelden er veel berichten die we plaatsten onder de categorie ‘andere’ over de weersomstandigheden en het klimaat. Verder stellen we vast dat er veel nieuwsartikels verspreid worden die economie of ordehandhaving als hoofdonderwerp hebben.

Ten slotte valt het ons op dat het sportnieuws en de faits divers (‘human interest’) ondervertegenwoordigd zijn. Dit is opmerkelijk aangezien Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws bekend staan om hun uitgebreide sportredactie en hun gedeelde fascinatie voor ‘human interest stories’. We vermoeden dat dit te wijten is aan het feit dat we enkel de artikels hebben onderzocht die verschenen onder de katern ‘binnenlands nieuws’. Beide krantensites voorzien immers in speciale rubrieken, waar sportberichten en human interest-verhalen gepost kunnen worden. 2

2 Bij www.nieuwsblad.be verschijnen de sportberichten in de katern ‘Sport’, terwijl de human interest verhalen het label ‘Life’ meekrijgen. De site van Het Laatste Nieuws biedt eveneens een sportsectie aan, en voorziet bovendien in twee rubrieken waarin alle faits divers en het human interest nieuws ondergebracht kunnen worden, met name ‘Bizar’ en ‘Showbizz’.

Page 34: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

34

2.2 BRONNENWEERGAVE

2.2.1 CREDIT LINE

Indien we willen bestuderen hoe de webjournalist omgaat met Belga-bronnen, moeten we in eerste instantie oog hebben voor de bronnenweergave in de tekst en in de credit line. Dit vormt een eerste aanwijzing hoe transparant de journalist is bij het weergeven van zijn gebruikte bronnen en vertelt ons iets over de betrouwbaarheid en kwaliteit van de berichtgeving. ‘Bij transparantie gaat het om het uitleggen van de journalistieke taak en het afleggen van verantwoording door de individuele journalist, maar ook door de redactie, zodat deze betrouwbaarder worden voor het publiek’ (van der Wurff & Schönbach, 2011).

In de onderstaande grafieken kunnen we aflezen welke bronnen de journalist in de credit line heeft vermeld en hoeveel keer Belga werd aangehaald als bron. We constateren dat de journalist in 74% van de artikels gewag maakt van het Belgisch persagentschap. Wanneer we ons echter focussen op de aparte uitkomsten van hln.be en nieuwsblad.be, bemerken we dat de webredactie van Het Laatste Nieuws significant (chi-kwadraattoets) meer gewag maakt van een Belga-bron (92,82%) dan de website van hun concurrenten (48,41%). In een latere fase van ons onderzoek komen we hierop terug.

Belga in creditline

HLN.be % Nieuwsblad.be % Totaal %

Ja 155 92,81% 61 48,41% 216 73,72%

Nee 12 7,19% 65 51,59% 77 26,28%

TOTAAL 167 100,00% 126 100,00% 293 100,00%

Samen werden er 239 journalisten vermeld in de credit line, van wie in 57% de volledige naam vermeld wordt. In 41% van de gevallen werden de initialen weergegeven en slechts drie keer werd ook de functie van de journalist weergegeven3. We stellen vast dat Het Laatste Nieuws de namen van haar auteurs volledig vermeldt, terwijl Het Nieuwsblad in de meeste gevallen enkel de initialen van de auteur vrijgeeft. Enkel wanneer het gaat om artikels die ook in de papieren krant verschijnen, wordt de naam van de journalist voluit geschreven.

Om te achterhalen welke online redactie er over het meeste ‘human capital’ beschikt, moeten we echter onderzoeken welke auteurs er vermeld werden in de credit line. De internetartikels van nieuwsblad.be werden aangeleverd door 35 journalisten, terwijl Het Laatste Nieuws het moest stellen met slechts 17 journalisten. Dit is een opmerkelijk gegeven gezien er gemiddeld meer binnenlandse artikels verschenen op www.hln.be dan op de Nieuwsblad-website. We moeten

3 In alle drie de gevallen gaat het om Liesbeth Van Impe, de hoofdredactrice van Het Nieuwblad.

Page 35: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

35

hierbij echter een belangrijke kanttekening maken. Zoals we eerder al aangaven bij de bespreking van onze onderzoeksobjecten, herwerken de webredacteurs van Het Nieuwsblad regelmatig artikels uit hun kranten tot ‘internetvriendelijke’ berichten. Dit in tegenstelling tot de webredactie van Het Laatste Nieuws, die volledig losstaat van de krantenredactie. De online redactie kan dus niet terugvallen op hun collega-krantenjournalisten om internetberichten te schrijven.

Hieronder noteerden we welke auteurs het frequentst voorkwamen in de credit line van het webartikel. Alleen de journalisten die ten minste 3 nieuwsberichten verspreidden werden opgenomen in de onderstaande tabellen, bijgevolg werden er veel journalisten van Het Nieuwsblad weggelaten.

Auteurs Het Laatste Nieuws Auteurs Het Nieuwsblad

Journalist Aantal webartikels

gjs 9

hrt 4

jns 6

jvt 4

kad 7

kco 5

kidr 23

Liesbeth Van Impe 3

llo 4

loa 5

mtm 11

rdc 7

rvs 6

Tom Le Bacq 3

Werner Rommers 3

Journalist Aantal webartikels

Anneleen De Vel 4

Annelies De Becker 9

Astrid Snoeys 5

Eric Belsack 5

Günter Brants 6

Hans Op De Beeck 4

Koen Hellemans 4

Kristien Gijbels Morato 5

Lore Vanaudenhove 20

Peter Luysterborg 3

Stefan Grommen 3

Steven Alen 6

Steven Peeters 8

Stig Geukens 10

Stijn Vossen 3

Sven Van Malderen 10

Toon Mast 20

Page 36: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

36

2.2.2 BRONNEN IN DE TEKST

Naast de credit line geeft ook de broodtekst van een nieuwsbericht ons belangrijke informatie over de bronnen die werden aangewend bij het opstellen van een tekst. Hoewel de Belga-bronnen bijna uitsluitend worden weergegeven in de credit line en niet in de tekst zelf, willen we de tekstbronnen toch van nabij bestuderen. In een latere onderzoeksfase kunnen we op basis van deze informatie immers onderzoeken of we op het vlak van brongebruik verschillen kunnen vaststellen tussen Belga-berichten en artikels die door de journalist worden opgesteld. Op deze wijze krijgen we bovendien een idee van waar ons nationaal persagentschap zelf de mosterd haalde.

In de onderstaande staafgrafiek wordt beschreven hoeveel bronnen er worden vermeld in onze onderzochte artikelen. Gemiddeld genomen wordt er in een internetartikel gewag gemaakt van één bron (45,39%), terwijl er eveneens regelmatig twee bronnen geteld kunnen worden in een tekst. In 5,12% van de gevallen wordt er geen bron vermeld in het artikel.

In tweede instantie onderzochten we welke functie de bronnen hebben en over welk soort bron het gaat. Uit onderstaande staafgrafiek blijkt dat het woord voornamelijk wordt gegeven aan bronnen die een zekere autoriteit uitstralen, zoals politici (20,7%), woordvoerders of zaakvoerders van bedrijven (9,2%) en personen die actief zijn binnen de politie- en het gerechtswezen (17,7%). In verschillende mediastudies worden deze elitebronnen beschouwd als de meest geliefde informatieleveranciers bij journalisten. Volgens Herbert Gans (1979a) worden officiële gezagsbronnen vaker gebruikt door journalisten omdat deze een betrouwbaar imago hebben. Daarenboven zullen deze bronnen minder vlug geneigd zijn om in het openbaar leugens te verkondigen, omdat ze daarmee schade toebrengen aan hun eigen geloofwaardigheid (p. 130). Naast politici, bedrijfslieden en politiemannen kunnen we ook andere overheidsinstanties onder de categorie ‘elitebron’ plaatsen.

Een tweede groep bronnen die vaak wordt aangehaald in journalistieke internetberichten, bestaat uit bronnen die over een zekere expertise beschikken. Deze groep bestaat onder meer

Page 37: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

37

uit universiteiten of wetenschappelijke onderzoekscentra (2,3%), onderzoeksbureaus (1,4%) en experten (10,9%). Deze bevinding wordt eveneens ondersteund door mediawetenschappelijk onderzoek. Zodoende merkt Brits onderzoeker Anders Hansen (2010) in zijn boek getiteld ‘Environment, Media and Communication’, dat de journalisten de laatste jaren steeds meer een beroep doen op de informatie die verstrekt wordt door expertbronnen (p. 93). Wanneer we onze geselecteerde nieuwsberichten onder de loep nemen, valt het op dat vooral dokters en wetenschappers als experten opgevoerd worden.

In de onderstaande tabel kunnen we bovendien enkele belangrijke nieuwskanalen terugvinden. Hoewel er slechts in één artikel gewag wordt gemaakt van een persbureau (Belga) in de tekst zelf, stellen we vast dat er regelmatig een andere mediabron vernoemd wordt (10,9%). Persberichten werden gemiddeld minder aangehaald als bron (1,6%). Als we ons enkel richten tot de bronnen die in de tekst verschenen, blijkt dat de online journalisten op het eerste gezicht niet rap terugvallen op secundaire bronnen die worden aangereikt door persbureaus, PR of andere media. Indien we terugblikken op onze vorige resultaten, merken we echter op dat persbureaus (74%) en andere media (3,76%) vaak als ‘auteur’ worden aangehaald in de credit line van de nieuwsberichten.

Ten slotte zijn de bronnen die we kunnen onderbrengen in de categorie ‘burgerbronnen’, het minst populair bij journalisten. Redactieleden geven zelden gehoor aan de stem van de gewone burger (1,2%) en ooggetuigen (1,2%). Slachtoffers (2,7%) en betrokkenen (6,4%) kregen gemiddeld meer media-aandacht. We moeten er hierbij wel op wijzen dat deze laatste bronnen hoofdzakelijk werden genoemd in de artikels die het Proces De Gelder behandelen. Omdat burgerbronnen niet over de nodige autoriteit beschikken, is de kans klein dat ze worden geraadpleegd door de journalist. Over het algemeen krijgen burgerbronnen enkel het woord bij grote natuurrampen en ongevallen (Domingo & Heinonen, 2008). Bij de ‘andere’ tekstbronnen (6,2%) onderscheiden we voornamelijk ngo’s en actiegroepen.

Page 38: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

38

2.3 VERGELIJKBARE BELGA-BERICHTEN

Dit leidt ons uiteindelijk naar de kern van ons onderzoek, met name het gebruik van Belga-bronnen door online redacties. Hierboven stelden we reeds vast dat het nationaal persagentschap veelvuldig opdook in de credit line van de onderzochte nieuwsartikels. Verschillende wetenschappers stellen echter vast dat niet alle journalisten even transparant omspringen met hun bronnen, en dat ze bijgevolg maar in beperkte mate verwijzen naar hun informatiebronnen (Rennen, 2000; Hijmans e.a., 2009; Lewis et al., 2006).

Toon Rennen merkt verder op dat de brontransparantie ver te zoeken is wanneer het gaat om berichten van persbureaus of ‘toeleveranciers’: Veel van wat er in de krant staat is afkomstig van of gebaseerd op materiaal van persbureaus. Het feit dat dagbladjournalisten niet graag toegeven dat dit ook voor de binnenlandse onderwerpen geldt wijst erop dat ze het liever anders zien. Feitelijke informatie over de verhouding tussen eigen verslaggeverswerk en bewerkt persbureaumateriaal zou aanleiding kunnen zijn voor een redactiegesprek over de gewenste identiteit van een krant (p. 80).

Omdat we er niet zomaar van uit kunnen gaan dat de journalist zijn bronnen op een correcte manier heeft weergegeven in de credit line, gaan we zelf op zoek naar vergelijkbare Belga-berichten bij de door ons geselecteerde artikels. Op deze manier zijn we in staat om zelf uitspraken te doen over de brontransparantie en kunnen we de verhouding tussen het voorverpakte persbureaumateriaal en het redactionele werk die de internetjournalist leverde beter bestuderen.

2.3.1 BRONTRANSPARANTIE

Van de 293 onderzochte binnenlandse nieuwsartikels die verschenen op HLN.be en nieuwsblad.be, vinden we bij bijna 80 procent sporen terug van Belga-berichten. We stellen vast dat de webredactie van Het Laatste Nieuws significant meer gebruik maakt van de Belga-publicaties dan hun concurrenten bij Het Nieuwsblad; bij 94% van de berichten die verschenen op hln.be konden we een bijpassend Belga-bericht terugvinden, terwijl ongeveer 59% van de Nieuwsblad-artikels gebaseerd waren op Belga-publicaties.

Gezamenlijk werden er dus bij 232 van het totale aantal verzamelde artikels een bijhorend Belga-artikel teruggevonden. Dit is ongeveer 5% meer dan werd aangegeven in de credit line. De website van Het Laatste Nieuws telt twee artikels waarin de bron niet correct werd weergegeven tegenover 13 artikels bij nieuwsblad.be. Hoewel deze resultaten erop lijken te duiden dat de online redactie van Het Laatste Nieuws transparanter omgaat met hun bronnen dan hun concurrenten, mogen we op basis van deze gegevens geen voorbarige besluiten trekken.

Wanneer we een grondiger onderzoek doen naar deze cases, valt het ons bijvoorbeeld op dat er 11 van de 13 Nieuwsbladartikelen toe te schrijven zijn aan één welbepaalde auteur. We komen hierop terug in onze kwalitatieve studie. In een onderzoek naar de kwaliteit en de onafhankelijkheid van de Britse pers, komen Lewis et al. (2006) tot de constatatie dat de journalisten die niet transparant zijn over de herkomst van het artikel, hoogstwaarschijnlijk steunen op voorverpakt materiaal. Nadat wij onze verzamelde gegevens grondig onder de loep namen, kwamen we tot een gelijkaardige vaststelling. Bij drie berichten waarbij het onderschrift blanco bleef en/of er alleen ‘redactie’ vermeld stond, konden we immers sporen terugvinden van persbureaumateriaal.

Page 39: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

39

2.3.2 ALGEMENE KENMERKEN PERSBUREAUBERICHT

Indien er een vergelijkbaar Belga-bericht kon gevonden worden, peilden we in ons registratieformulier net als bij de internetartikels van hln.be en nieuwsblad.be naar enkele algemene kenmerken. We vroegen ons onder meer af hoeveel persbureauberichten er verschenen over een specifiek nieuwsfeit en hoeveel Belga-berichten de journalist heeft verwerkt in zijn artikel.

Uit de onderstaande data kunnen we afleiden dat een persbureaubericht doorgaans 227 woorden telt, wat overeenstemt met een middellang internetbericht. We merken op dat het aantal artikels hier hoger ligt dan in de bovenstaande grafieken. Dit valt te verklaren door het feit dat sommige journalisten meerdere Belga-publicaties gebruikten bij het opstellen van hun artikels. De gemiddelde wordcount werd berekend op basis van de artikels die daadwerkelijk werden gebruikt door de journalist. De gelijkaardige artikels die niet benut werden, worden dus niet opgenomen in de onderstaande tabel.

Statistieken Belga-berichten

Aantal artikels 249

Gemiddelde wordcount 227,28

Totale wordcount 56591

Minimum 70

Maximum 485

Vergelijkbaar Belga-bericht verschenen

Vergelijkbaar

Belga bericht

verschenen? HLN.be %

Nieuws-

blad.be % TOTAAL %

Ja 157 94,01% 74 58,73% 231 78,89%

Nee 10 5,99% 52 41,27% 62 21,11%

TOTAAL 167 100,00% 126 100,00% 293 100,00%

Page 40: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

40

Wanneer we ons focussen op het totale aantal ‘verschenen’ berichten, tellen we 282 eenheden.

Gemiddeld verscheen er één bijpassend Belga-bericht per binnenlands internetartikel. In 44

cases werden er meerdere gelijkaardige nieuwsberichten teruggevonden.

Aantal verschenen Belga berichten

Aantal Artikels Totaal

1 218 218

2 10 20

3 2 6

4 1 4

TOTAAL 231 248

Toen we de news feeds van het Belgisch persagentschap tijdens onze onderzoeksperiode bestudeerden, viel het ons op dat Belga regelmatig nieuwsupdates (vervolgberichten) en correcties doorstuurde. Bij 35 van de onderzochte online berichten was het mogelijk om één of meerdere vervolgberichten terug te vinden. Er werden geen correctie-berichten aangetroffen.

In sommige gevallen gebruikt de journalist ook meerdere Belga-artikels bij het opstellen van zijn of haar artikel. De onderstaande tabel duidt aan dat er slechts in 13 cases sporen van meerdere (2 à 3) Belga-publicaties terug te vinden zijn. Er is geen significant verschil op te merken tussen de twee nieuwssites. Omdat de online redacties de nieuwsfabriek dag en nacht draaiende moeten houden, verschenen alle internetartikelen op dezelfde dag als de Belga-publicaties.

Aantal gebruikte Belga-berichten

Aantal

overgenomen

Belga-berichten HLN.be %

Nieuws-

blad.be % TOTAAL %

1 147 93,63% 71 95,95% 218 94,37%

2 8 5,10% 2 2,70% 10 4,33%

3 2 1,27% 1 1,35% 3 1,30%

TOTAAL 157 100,00% 74 100,00% 231 100,00%

Page 41: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

41

2.3.3 VERHOUDING REDACTIONEEL WERK EN OVERNAME BELGA-BERICHT

In dit deel van onze analyse proberen we te achterhalen in welke mate het persbureaumateriaal werd overgenomen. Om een antwoord te bieden op deze onderzoeksvraag, bestuderen we eerst of de nieuwskop van het persbureaubericht al dan niet letterlijk werd overgeschreven door de webredacteur. Dit geeft ons een eerste indicatie wat betreft het totale aandeel voorverpakte informatie in de onderzochte artikels.

De kopregel bevat immers de essentie van het bericht en spoort de journalist aan om verder te lezen. Veelal zal de journalist dan ook de kop niet overnemen. De volgende tabel wijst erop dat de kop in ongeveer 30% van de onderzochte cases de titel woordelijk werd overgenomen. We konden geen samenhang vaststellen tussen de nieuwssite en de overname van de koppen.

Overname kop Belga-bericht

Kop Belga-bericht

letterlijk over-

genomen? HLN.be %

Nieuws-

blad.be % TOTAAL %

Ja 47 29,94% 24 32,43% 71 30,74%

Nee 110 70,06% 50 67,57% 160 69,26%

TOTAAL 157 100,00% 74 100,00% 231 100,00%

Hoewel het aandeel voorverpakte informatie in een tekst meestal als een kwalitatieve variabele wordt aanschouwd, hebben we besloten deze toch in ons kwantitatief luik op te nemen. Door het internetartikel naast het bijhorende Belga-bericht te plaatsen, specifieerden we welke informatie er letterlijk werd overgenomen, welk deel er werd herschreven en welke nieuwe informatie er werd aangereikt door de journalist. Deze resultaten werden uitgedrukt in percentages. Deze percentages berekenden we door de hoeveelheid herschreven, overgenomen en ‘nieuwe’ tekst te delen door de totale wordcount van het artikel. Voorbeelden van de onderzochte cases kan men samen met de registratieformulieren terugvinden in bijlage.

Voor gemiddeld 86,67% van hun teksten deden de online journalisten van Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws een beroep op de diensten van Belga. Daarnaast werd er 10,78% van de voorverpakte Belga-berichten herschreven en troffen we doorgaans 2,55% nieuwe informatie aan in de internetteksten. Daar we niet hebben onderzocht in welke mate de journalist zich heeft gebaseerd op andere bronnen, is het mogelijk dat het aandeel ‘nieuwe informatie’ dat we terugvonden, in werkelijkheid afkomstig is van een andere informatiebron of nieuwskanaal.

Wanneer we de resultaten van de onderzochte nieuwssites afzonderlijk bestuderen en vergelijken, valt het op dat er enkele opmerkelijke verschillen te vinden zijn op het gebied van bronnengebruik. Ook nadat we een statistische t-toets (onafhankelijke groepen) uitvoerden in

Page 42: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

42

SPSS, stelden we vast dat er een significant verschil is (p > 0.01) tussen de nieuwssites wat betreft de letterlijke overname van een Belga-bericht en het herschreven persbureaumateriaal. In vergelijking met nieuwsblad.be (79,49%), werd de Belga-informatie veel vaker woordelijk overgenomen door de online redactie van Het Laatste Nieuws (90,05%). Anderzijds herschrijven de webredacteurs van Het Nieuwsblad (16,91%) vaker Belga-berichten dan hun concurrenten bij Het Laatste Nieuws (7,89%). Enkel wat ‘de nieuwe informatie’ aangaat, was het niet mogelijk om een significant verschil aan te duiden tussen de krantensites.

Overname Belga-bericht

Overname Belga bericht: HLN.be Nieuwsblad.be Gemiddeld totaal

Hoeveel procent werd letterlijk

overgenomen? 90,05% 79,49% 86,67%

Hoeveel procent van het

artikel werd herschreven? 7,89% 16,91% 10,78%

Hoeveel procent nieuwe info

wordt er aangereikt door de

journalist? 2,06% 3,60% 2,55%

TOTAAL 100,00% 100,00% 100,00%

Page 43: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

43

Page 44: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

44

2.4 OVERIGE VERGELIJKENDE TOETSEN

Door middel van een chi-kwadraattoets proberen we na te gaan of er een verband is tussen het al dan niet overnemen van een Belga-bericht en het format. We veronderstellen dat de journalist meer nieuwsberichten zal overnemen van het persagentschap dan lange interviews of nieuwsanalyses. De corebusiness van ons nationaal persagentschap beperkt zich immers tot het verspreiden van nieuwsberichten.

Om te voldoen aan de voorwaarden van de chi-kwadraattoets, hebben we enkele formatcategorieën samengenomen. Zo plaatsten we de beeldverhalen, reportages, opiniestukken en de restgroep onder de categorie ‘andere’. Na de uitvoering van de statistische toets kunnen we vaststellen dat er inderdaad een significant verband is tussen de overname van een Belga-bericht en het format. Zo doen online journalisten eerder een beroep op de nieuwsdiensten bij korte nieuwsberichten, terwijl er bij het opstellen van reportages en nieuwsanalyses veel meer wordt gesteund op de expertise van de redacteur.

Omdat nieuwsanalyses, interviews en opiniestukken gemiddeld langer zijn, stellen we vast dat er ook een significant verband is tussen de lengte van een artikel en de overname van een Belga-bericht. De kleine (17,3%) tot middelgrote artikels (63,6%) werden vaker overgenomen dan de grotere artikels (15,2% en 3,9%).

Tot slot willen we bestuderen of er verschil is in het aantal bronnen dat werd aangeduid in de tekst bij de overgenomen berichten ten opzichte van de berichten die geen sporen bevatten van voorverpakte Belga-artikels. We merken op dat er geen significant verband kan worden gevonden tussen het aantal bronnen en de overname van een Belga-bericht (p > 0.05).

2.5 SLOTBESCHOUWING KWANTITATIEF LUIK

Hieronder geven we een kort overzicht van de bevindingen uit onze kwantitatieve inhoudsanalyse. Per hoofdstuk worden de belangrijkste resultaten beschreven.

Hoewel de online redactie van Het Laatste Nieuws (N=167) meer binnenlandse internetberichten verspreidde dan Het Nieuwsblad (N=126), stellen we vast dat deze laatste doorgaans langere artikels (grote en zeer grote berichten) op hun website postte dan haar concurrent.

De website van Het Nieuwsblad verspreidde gemiddeld meer reportages (3,97%), opiniestukken (3,17%) en interviews (15,08%) dan hln.be, dat zich meer beperkte tot de kortere nieuwsberichten (58,08%).

Het Laatste Nieuws heeft iets meer aandacht voor lokale berichtgeving dan de website van het Nieuwsblad die zich meer richt tot alle Belgische burgers. We kunnen enkel een significant verschil opmerken wat betreft het nieuwsaanbod dat betrekking heeft op geheel België (p < 0.05).

In 74% van de artikels haalt de online journalist Belga aan als bron in de credit line. We merken op dat de webredactie van Het Laatste Nieuws significant meer gewag maakt van een Belga-bron (92,82%) dan de website van Het Nieuwsblad (48,41%).

Page 45: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

45

We stellen vast dat elitebronnen het vaakst in de tekst worden aangehaald, terwijl gewone burgers in het algemeen veel minder gehoor krijgen. Het persagentschap Belga werd slechts 1 keer in de tekst vernoemd. Gemiddeld werd er per artikel één bron aangehaald in de tekst.

Van de 293 onderzochte binnenlandse nieuwsartikels die verschenen op HLN.be en nieuwsblad.be, vinden we bij bijna 80% sporen terug van Belga-berichten. We stellen vast dat de webredactie van Het Laatste Nieuws significant meer gebruik maakt van de Belga-publicaties dan hun concurrenten bij Het Nieuwsblad; bij 94% van de berichten die verschenen op hln.be konden we een bijpassend Belga-bericht terugvinden, terwijl ongeveer 59% van de Nieuwsblad-artikels gebaseerd waren op Belga-publicaties.

In het totaal werd er bij 232 van het aantal verzamelde artikels (N= 294) een bijhorend Belga-artikel teruggevonden. Dit is ongeveer 5% meer dan werd aangegeven in de credit line. De website van Het Laatste Nieuws telt twee artikels waarin de bron niet correct werd weergegeven tegenover 13 artikels bij nieuwsblad.be.

Soms gebruikte de journalist meer dan één Belga-artikel bij het opstellen van zijn artikel. Bij 13 cases vonden we sporen terug van meerdere Belga-publicaties.

In 30,74% van de onderzochte artikels werd de titel woordelijk overgenomen van een Belga-bericht. We konden geen samenhang vaststellen tussen de nieuwssite en de overname van de koppen.

Voor gemiddeld 86,67% van hun teksten deden de online journalisten van Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws een beroep op de diensten van Belga. Daarnaast werd er 10,78% van de voorverpakte Belga-berichten herschreven en troffen we doorgaans 2,55% nieuwe informatie aan in de internetteksten.

We duiden een significant verschil aan tussen de nieuwssites wat betreft de letterlijke overname van een Belga-bericht en het herschreven persbureaumateriaal. In vergelijking met nieuwsblad.be (79,49%), werd de Belga-informatie vaker woordelijk overgenomen door de online redactie van Het Laatste Nieuws (90,05%). Anderzijds herschrijven de webredacteurs van Het Nieuwsblad (16,91%) vaker Belga-berichten dan hun concurrenten bij Het Laatste Nieuws (7,89%).

Er is een significant verband tussen de overname van een Belga-bericht en het format. Online journalisten deden eerder een beroep op de Belga-nieuwsdiensten bij korte nieuwsberichten, terwijl er bij lange reportages en nieuwsanalyses veel meer werd gesteund op de expertise van de online redacteur. Daarnaast werden kleine (17,3%) tot middelgrote artikels (63,6%) vaker overgenomen dan grotere artikels (15,2% en 3,9%).

Page 46: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

46

3. ETNOGRAFISCHE STUDIE

Tijdens de tweede en de derde week van maart namen we als ‘een echte antropoloog’ plaats op de online redactie van Het Nieuwsblad. We verzamelden onze data door middel van naturalistische observatie, diepte-interviews en door het bijwonen van redactievergaderingen. Deze gegevens werden vervolgens gekoppeld aan de uitkomsten van ons kwantitatief onderzoek. Daarenboven bespreken we enkele typerende casestudies die werden geselecteerd op basis van hun illustratieve kracht. In dit kwalitatieve luik hebben we enkel oog voor de online redactie van Het Nieuwsblad, gezien we geen tijd meer hadden om een gelijkaardig etnografisch onderzoek te voeren bij de online redactie van Het Laatste Nieuws.

Voorts is het niet de bedoeling dat we ons beperken tot een eenvoudig overzicht van onze bevindingen en opmerkingen, maar blikken we eveneens terug op ons theoretisch kader. Zo vormen het logistiek perspectief van Tuchman (1973) en de gatekeepingtheorieën belangrijke leidraden bij de bespreking van de structurele en operationele aspecten van de onlineredactie.

3.1 STRUCTUUR EN ORGANISATIE

De redactie van Het Nieuwsblad, is gevestigd in de industriezone Gosset te Groot-Bijgaarden. In tegenstelling tot de webredactie van Het Laatste Nieuws, staat de online redactie van het Nieuwsblad niet los van de krantenredactie, maar kunnen we een goede samenwerking tussen onlineredacteuren en krantenjournalisten vaststellen. Zo wordt er tijdens de redactievergadering niet alleen bepaald welk nieuws er in de krant moet komen, maar beslist de hoofdredactie in overleg met de onlineredacteurs welk nieuws er op de frontpage van Het Nieuwsblad verschijnt. De bureaus van het online redactieteam bevinden zich dan ook letterlijk in het midden van de redactievloer.

De internetredactie van Het Nieuwsblad telt dertien vaste redacteurs, die de krantensite met de regelmaat van de klok bevoorraden met nieuwswaardige berichten. Het redactieteam bestaat voornamelijk uit jonge, mannelijke redacteurs, die een journalistieke en/of communicatie-opleiding genoten aan een universiteit of hogeschool. Naast de vaste medewerkers, telden we tijdens onze onderzoeksperiode ook enkele stagiairs.

We merken op dat deze groep redactiemedewerkers (inclusief stagiairs) veel kleiner is dan de 35 journalisten die we telden in onze kwantitatieve inhoudsanalyse. De reden hiervoor is dat de berichten die verschijnen op de website van hun zusterkrant De Standaard, vaak automatisch worden overgenomen door nieuwsblad.be en vice versa. Bovendien krijgen veel artikels die verschijnen in de krant een tweede leven op de website van Het Nieuwsblad.

De internetredactie kent een horizontale hiërarchische structuur. Jozef Leysen staat aan het hoofd van de onlineredactie. Zijn taak bestaat eruit de webredacteurs te coördineren en te superviseren. Verder vervult de redactiechef ook een delegerende rol en reikt hij regelmatig zelf nieuwsonderwerpen aan.

Om de online nieuwsfabriek vierentwintig uur per dag draaiende te houden, werken de redacteurs volgens een shiftsysteem. Op deze manier heeft de Het Nieuwsblad een vaste internetredacteur die verantwoordelijk is voor de nieuwsberichten die ’s nachts op de site

Page 47: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

47

verschijnen. Gezien deze medewerker momenteel vanuit Peru opereert, kan hij dankzij het tijdsverschil overdag werken. Tijdens de ochtend- en de avondshift worden er telkens gemiddeld één à twee personen aangesteld. De redactie van Nieuwsblad Online telt het grootste aantal leden tussen 10 u en 18 u; dan is de nieuwsstroom immers het hevigst.

Hoewel het redactieteam van nieuwsblad.be een breed scala aan nieuwsonderwerpen behandelt, worden specifieke nieuwsthema’s zoals sport (rubriek Sport) en lifestyle (rubriek Life) overgelaten aan kleinere deelredacties die zich enkel richten op sportnieuws of lifestylenieuws. Dit verklaart ook waarom het sportnieuws en de human interest stories ondervertegenwoordigd waren in onze onderzoeksuitkomsten betreffende het hoofdonderwerp van het artikel (respectievelijk 0,79% en 1,59%).

3.2 BELANGRIJKSTE BRONNEN

3.2.1 BELGA-PUBLICATIES

Op de vraag welke bron het vaakst gebruikt werd bij het opstellen van de webberichten, antwoordden alle ondervraagde redactieleden (inclusief hoofdredacteur Jozef Leysen) eenduidig: “Belga”. (zie casestudie 1)

In Deciding what’s news onderscheidde Herbert Gans (1979) zes selectiecriteria die de journalist hanteerde bij het selecteren van zijn bronnen (p. 129-131). Zo merkt hij onder meer op dat journalisten vaak terugvallen op vertrouwde en betrouwbare bronnen (‘past suitability’ en ‘thrustworthiness’) en nieuwsleveranciers die in een kort tijdsbestek veel informatie kunnen aanbieden (‘productivity’). Zhi Reich (2011) stelt daarenboven vast dat de beschikbaarheid van een bron en tijdsdruk eveneens een belangrijke rol spelen bij bronnenselectie.

Het volgende citaat uit een van onze diepte-interviews ondersteunt deze theoretische bevindingen. “Als onlineredacteur ben je eigenlijk gebonden aan een continue deadline,” verklaart redacteur Guy Stevens. “Omdat we de online lezer voortdurend op de hoogte willen houden van het laatste nieuws, is het belangrijk dat we een beroep kunnen doen op een bron die ons online informatie verschaft in real time. Ook door de aard van het medium en de onbeperkte ruimte op onze website zullen we rapper terugvallen op de Belga news wire.”

Ook op het gebied van betrouwbaarheid scoort het Belgisch nieuwsagentschap relatief goed bij de redactieleden van Nieuwsblad Online. Guy Stevens stelt vast dat er regelmatig eens een klein foutje opduikt in de Belga-berichtgeving, maar dat er zelden grote blunders worden begaan. “Trouwens, mocht het zo zijn dat Belga een echte flater begaat in een bericht, dan is het artikel hoogstwaarschijnlijk ook verschenen op de websites van onze concurrenten.”

Volgens redactiechef Jozef Leysen zet het nieuwsagentschap in de regel zijn fouten recht door correcties te verzenden. In het kader van de inauguratie van de nieuwe paus Franciscus I, verschenen er bijvoorbeeld een hele reeks artikelen waarin de naam van de paus verkeerd werd gespeld (case 2). Leysen merkt wel op dat de gebruiksvriendelijkheid van de correctieberichten is afgenomen: “In tegenstelling tot vroeger worden de fouten in de berichten niet meer aangeduid door de Belga-redactie zelf, maar moeten we nu zelf op zoek gaan naar de gecorrigeerde informatie. Vooral wanneer het gaat om kleine aanpassingen zoals spelfouten, is dat een erg tijdrovende bezigheid.”

Page 48: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

48

Journalisten die te maken hebben met strakke deadlines vallen vaker terug op officiële, geloofwaardige bronnen, omdat deze bronnen het snelst gecheckt kunnen worden (Gans, 1979a, p. 130; Jackob, 2008, p. 1045). Ook de webjournalisten van Nieuwsblad Online geven toe dat ze zelden de Belga-berichten checken. “De corebusiness van de Belga-journalisten bestaat erin betrouwbaar nieuws te verschaffen,” meent redacteur Guy Stevens. “We gaan er bovendien van uit dat ze als verantwoordelijke journalisten te werk gaan en dat ze het check-dubbelcheck principe toepassen.”

Hetzelfde geldt voor auteurs van de krantenartikels die worden overgenomen op de site. “’s Avonds en ’s nachts wordt een reeks artikels die de dag nadien in de papieren krant verschijnt, ‘webklaar’ gemaakt. Dat houdt hoofdzakelijk in dat we de teksten wat inkorten en beknopter weergeven. Het internet is een vluchtig medium. In tegenstelling tot een krantenlezer, heeft de online nieuwsconsument vaak niet de tijd om een bericht grondig te lezen, maar scant hij de berichten op belangrijke en interessante informatie”, aldus Guy Stevens (zie case 3).

Daar de online redactie van Het Laatste Nieuws volledig losstaat van de krantenredactie en dus geen krantenartikels op de website aanbiedt, kan dit een verklaring zijn voor het feit dat Het Nieuwsblad gemiddeld minder Belga-bronnen overnam (58,73%). In onze literatuurstudie

duidden we deze ‘kannibalisatie’ van dagbladartikels aan met de term shovelware (Matheson, 2004). De overname van papieren artikels op het web, is mede het gevolg van de toenemende convergentietendens die tekenend is voor het huidige journalistieke landschap (Deuze , 2007).

3.2.2 ANDERE MEDIA EN BURGERJOURNALISTIEK

Buiten de papieren kranten en de nieuwssites van hun concurrenten, doen de webredacteurs van Nieuwsblad Online vaak een beroep op andere nieuwskanalen. Zo telt de redactieruimte van Het Nieuwsblad verscheidene televisieschermen waarop ze de nieuwsbulletins op Eén en VTM kunnen volgen. Daarenboven luisteren de journalisten geregeld naar het radionieuws via het internet. Daarnaast kunnen ook duidingsprogramma’s interessante informatiebronnen zijn. We denken dan aan programma’s zoals Villa Politica (VRT) en De Ochtend (Radio 1).

Redactiechef Jozef Leysen merkt op dat het nieuws dat aangereikt wordt via deze mediakanalen, vaak interessante en aanvullende informatie bevat. “Als we berichten van Belga overnemen, vullen we deze soms aan met nieuwe informatie of proberen we iets meer context te verschaffen. Voor ons zijn vooral de radioprogramma’s interessant om op te volgen, omdat Belga het radionieuws te vaak links laat liggen. In tegenstelling tot radio-en krantenjournalisten, jagen Belga-redacteurs ook veel minder scoops na en trachten ze hun nieuwsitems zo veel mogelijk op voorhand in te plannen.”

Verder duiden de internetredacteurs aan dat ook sociale media in toenemende mate als (in)directe nieuwsbron worden aangewend. Vooral de sociale netwerksites Twitter en Facebook worden vaak door journalisten geraadpleegd (zie case 4).

Uit onze kwantitatieve inhoudsanalyse konden we reeds afleiden dat de burgerbronnen zichtbaar ondervertegenwoordigd zijn op de website van Het Nieuwsblad. “We zijn in het algemeen iets voorzichtiger en argwanender wanneer de informatie afkomstig is van niet-journalisten,” bevestigt onlineredacteur Stevens.

Ook informatie uit blogs wordt zelden overgenomen. Desalniettemin worden er toch inspanningen gedaan om de gewone burger te betrekken bij het journalistieke proces. Het

Page 49: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

49

fietspadenrapport is hier een mooi voorbeeld van. Tijdens de onverhoedse sneeuwval op 12 maart lanceerde nieuwsblad.be bovendien een oproep aan de lezer om zijn leukste sneeuwfoto door te zenden.

3.2.3 EIGEN WERK JOURNALIST

De onlineredacteurs bestempelen zichzelf als echte desk workers, omdat ze zelden zelf op pad gaan om nieuws te garen. “Wanneer we broninformatie checken of bijkomende achtergrondinformatie willen over een bepaald nieuwsfeit, doen we dat meestal telefonisch of via de computer,” verklaart Guy Stevens. “Gezien we de nieuwsstroom van onze belangrijkste bronnen (i.e. Belga en andere media) continu nauwlettend in de gaten moeten houden, schiet er niet veel tijd over om zelf ter plaatse interviews af te nemen.”

Hoewel hij toegeeft dat internetredacteurs nog steeds vastgekluisterd zitten aan hun bureaus, gelooft Nieuwsblad-webredacteur Jef Vanhoofstat dat er hier weldra verandering in zal komen. “Het is de bedoeling dat we in de toekomst meer onze bureaus zullen verlaten om zelf nieuws te garen. De laatste jaren is het wel zo dat we vaker internetjournalisten op pad sturen bij belangrijke gebeurtenissen. Zo bevindt een van onze medewerkers (Kim De Raedt) zich momenteel in het Gentse hof van assisen om het proces De Gelder op te volgen. Veel van onze lezers zijn immers bijzonder geïnteresseerd in de assisenzaak en willen het naadje van de kous weten. Doordat onze medewerkster in real time online verslag uitbrengt over de loop van het proces, geven we onze lezers de kans om het proces van minuut-tot-minuut te volgen. (case 5)”

3.3 BRONTRANSPARANTIE EN GEBRUIK BELGA-PUBLICATIES

3.3.1 BRONTRANSPARANTIE EN WEERGAVE

De resultaten uit onze kwantitatieve analyse wezen reeds uit dat de journalisten van Het Nieuwsblad Online procentueel minder goed scoren op het vlak van brontransparantie dan hun collega’s bij Het Laatste Nieuws. Bij dertien Nieuwsblad-berichten werd Belga niet vermeld als bron, hoewel de artikels duidelijk sporen bevatten van persbureauberichten. Het viel ons toen op dat er 11 van de 13 Nieuwsbladartikelen toe te schrijven zijn aan één welbepaalde auteur, met name Kim De Raedt (initialen kidr). Als journalist-correspondent is ze verantwoordelijk voor alle onlineberichten die betrekking hebben op het proces De Gelder (zie case 6). Bij de overige twee artikels die gebaseerd waren op een Belga-bericht, werd er geen bron weergegeven.

We zochten dan ook naar een verklaring voor dit opmerkelijk gegeven. Volgens Jef Vanhoofstat is dit gebrek aan brontransparantie in hoofdzaak te wijten aan de drukke en stresserende omgeving waarin de journalist-correspondente zich bevindt. “Het is erg vermoeiend en stresserend voor een journalist om een dergelijk proces ter plaatse op te volgen. Door de drukte en het rumoer in de zaal is het vaak erg moeilijk om in real time verslag uit te brengen van alle getuigenissen en ontwikkelingen in de zaak. Bovendien wordt Kim De Raedt vaak overspoeld met informatie die afkomstig is van andere bronnen en heeft ze vaak geen tijd om de herkomst

Page 50: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

50

van de informatie te achterhalen, laat staan om de bron op een transparante manier weer te geven.”

Op de redactievloer proberen de redactieleden de bron wel altijd correct weer te geven in de credit line of in de tekst, laat Guy Stevens ons weten. “Zowel bij de berichten die letterlijk worden overgenomen als de Belga-artikels die worden herschreven, maken we er een zaak van de bronnen zo getrouw mogelijk weer te geven. Zo worden de artikels die we letterlijk overnemen van de Belga-newsfeed enkel toegeschreven aan Belga. Bij de berichten die de journalist-webredacteur heeft aangepast of herschreven, worden zowel de initialen van de journalist als het nationale persagentschap Belga in de credit line vermeld.”

3.3.2 PRAKTISCHE WERKWIJZE

Om een Belga-bericht over te nemen op hun site, gaat de journalist als volgt te werk; met een simpele muisklik op het gewenste Belga-bericht wordt er een tekstverwerkingsprogramma geactiveerd zodat de journalist direct de nodige aanpassingen kan doen aan het bericht. In de meeste gevallen gaat het hier om kleinere aanpassingen (aanpassingen aan de kop, aanpassing van woordengroepen en/of zinsneden), soms worden er echter grote stukken tekst herschreven of wordt het artikel aangevuld met informatie uit andere bronnen.

Voor de journalist het bericht op de site plaatst, vermeldt hij de bron in de creditline en wordt er bij regionale of lokale berichten een dateline (plaatsaanduiding) aangeduid. Bij langere berichten wordt er ook meestal gezocht naar een bijpassende foto op de fotodienst van het Belgisch persagentschap: Belga Picture. De lay-out van het webbericht en het onderschrift voor de foto worden verzorgd door de journalist zelf. Het geheel verschijnt vervolgens op de website van Het Nieuwsblad en wordt automatisch verstuurd naar de onlineredactie van zusterblad De Standaard. Gezien de frontpage van nieuwsblad.be manueel wordt samengesteld, moet een online journalist de nodige kennis hebben van HTML-codes en toepassingen.

3.4 NIEUWSSELECTIEPROCES

In onze literatuurstudie stelden we reeds vast dat journalisten een belangrijke rol vervullen als gatekeeper. Een hele schare mediawetenschappers hebben getracht om de universele objectieve nieuwscriteria in kaart te brengen. Een klassieke studie op het terrein van nieuwsselectie die nog steeds stand houdt is die van de Noorse onderzoekers Johannes Galtung en Marie Ruge (1965).

In de praktijk lijkt de journalist echter geen checklist bij te houden van nieuwscriteria, maar vertrouwen ze voornamelijk op hun journalistiek buikgevoel of wat mediasocioloog Bourdieu (2002) aanduidde met de term ‘Doxa’. “Aangezien we voor de website schrijven is het uiteraard belangrijk dat ons nieuws up-to-date is, maar verder selecteer ik het nieuws vooral op basis van mijn eigen ervaringen,” geeft Guy Stevens toe. “Ik denk dat die nieuwswaarden variëren naar gelang het soort nieuws dat gepost wordt op de website. Op de frontpage van onze nieuwssite duiken er naast de belangrijke actuele en informatieve nieuwsberichten, ook luchtigere artikels op die vooral de aandacht van de lezer moeten trekken.”

Page 51: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

51

Op de vraag of hij zich tijdens het nieuwsselectieproces vooral laat leiden door zijn eigen persoonlijke waarden (White , 1964) of dat er een consensus op de redactie bestaat wat betreft de nieuwswaarden (Breed, 1955), antwoordt webredacteur Guy Stevens als volgt: “Ik denk dat het in mijn geval eerder een combinatie is van de twee. Aan de ene kant vertrouw ik op mijn eigen ervaring en gevoel, maar ik zal bijvoorbeeld geen bericht selecteren dat te sterk afwijkt van onze andere berichtgeving.”

“Je moet er natuurlijk rekening mee houden dat het belangrijkste nieuws al voor ons werd geselecteerd door onze bronnen (i.e. Belga en collega-journalisten). Als webredacteur is het dan ook erg moeilijk om een primeur binnen te halen omdat het nieuws naar alle waarschijnlijkheid al verschenen is op een andere nieuwssite of via een ander mediakanaal verspreid werd. En als we dan al eens als eerste met een nieuwsfeit op de proppen komen, is het slechts een kwestie van minuten voordat er een gelijkaardig bericht opduikt op de nieuwssites van onze concurrenten.”

Page 52: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

52

4. ILLUSTRERENDE CASE STUDIES

CASE 1 - OVERNAME BELGA-BERICHT

We maakten gebruik van een kleurencode om het aandeel nieuwe informatie, de letterlijk overgenomen tekst en de herschreven tekst, beter te visualiseren. Op deze manier geeft de zwart onderlijnde tekst weer welke informatie er letterlijk werd overgenomen terwijl de rood onderlijnde tekst wijst op de hoeveelheid herschreven tekst. De groene tekst wijst op informatie die we niet konden terugvinden in de tekst. Dezelfde kleurencode hanteerden we trouwens voor alle geselecteerde berichten in ons onderzoek.

A . LE T TER LI JK O VER G EN OM EN

Carrefour roept spaghetti bolognaise van

Carrefour Discount terug

vrijdag 15 maart 2013, 14u12

Bron: Belga

Auteur: gjs

Supermarktketen Carrefour roept uit voorzorg spaghetti bolognaise terug van het merk

Carrefour Discount omdat er mogelijk varkensvlees inzit, terwijl het etiket enkel rundvlees

aangeeft. Dat meldt Carrefour vrijdag in een communiqué.

Het gaat om de spaghetti bolognaise 415 gram van het merk Carrefour Discount met de

streepjescode 5400101011786.

Uit een rapport van consumentenorganisatie Test-Aankoop blijkt dat er mogelijk varkensvlees

in de spaghettisaus zit, terwijl op het etiket enkel rundvlees staat aangegeven.

Carrefour heeft onmiddellijk analyses laten uitvoeren door een onafhankelijk laboratorium en

een audit bij de betrokken leverancier om de traceerbaarheid en de oorsprong van de

grondstoffen in dit product na te gaan. ‘We wachten op de resultaten van de DNA-analyses

die momenteel aan de gang zijn om na te gaan of de informatie in het rapport bevestigd

wordt', aldus Carrefour.

Hoewel een eventuele aanwezigheid van varkensvlees geen gevaar vormt voor de

volksgezondheid, roept de supermarktketen het product toch terug, luidt het nog.

Consumenten die de producten gekocht hebben, kunnen die terugbrengen naar hun

verkooppunt. Voor meer informatie kunnen de klanten terecht bij de klantendienst van

Carrefour op het gratis nummer 0800-9.10.11.

Page 53: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

53

BELGA -BER IC H T

KOP

Carrefour roept spaghetti bolognaise van Carrefour Discount terug

TEK

Supermarktketen Carrefour roept uit voorzorg spaghetti bolognaise terug van het merk Carrefour

Discount omdat er mogelijk varkensvlees inzit, terwijl het etiket enkel rundvlees aangeeft. Dat meldt

Carrefour vrijdag in een communiqué.

Het gaat om de spaghetti bolognaise 415 gram van het merk Carrefour Discount met de streepjescode

5400101011786.

Uit een rapport van consumentenorganisatie Test-Aankoop blijkt dat er mogelijk varkensvlees in de

spaghettisaus zit, terwijl op het etiket enkel rundvlees staat aangegeven.

Carrefour heeft onmiddellijk analyses laten uitvoeren door een onafhankelijk laboratorium, en een

audit bij de betrokken leverancier om de traceerbaarheid en de oorsprong van de grondstoffen in dit

product na te gaan. "We wachten op de resultaten van de DNA-analyses die momenteel aan de gang

zijn om na te gaan of de informatie in het rapport bevestigd wordt", aldus Carrefour.

Hoewel een eventuele aanwezigheid van varkensvlees geen gevaar vormt voor de volksgezondheid,

roept de supermarktketen het product toch terug, luidt het nog.

Consumenten die de producten gekocht hebben, kunnen die terugbrengen naar hun verkooppunt. Voor

meer informatie kunnen de klanten terecht bij de klantendienst van Carrefour op het gratis nummer

0800/9.10.11. (belga)

B. HER SC HR EV EN BE LGA -BE R IC H T

België stuurt vijftigtal extra militairen naar

Mali

woensdag 13 maart 2013, 15u05

Bron: Belga

Auteur: rvs

Een detachement van een vijftigtal militairen naar Mali te sturen. Dat heeft het kernkabinet beslist. De

militairen moeten er de Europese missie voor de opleiding van het regeringsleger beschermen.

De Europese opleidingsmissie in Mali moet begin april van start gaan. De Belgische militairen zouden

echter pas na enkele maanden ingezet worden. Ze zouden volgens minister van Defensie Pieter De

Crem (CD&V) vanaf juni of juli in Mali opereren.

Op een bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken werd eerder deze week vastgesteld dat

er voor de bescherming van de Europese instructeurs nog een tachtigtal militairen ontbreken. Minister

Page 54: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

54

van Buitenlandse Zaken Didier Reynders kreeg er van zij Franse collega Laurent Fabius een formele

vraag om een dertigtal militairen ter beschikking te stellen. België levert dus een grotere bijdrage dan

gevraagd door de organisator van de operatie.

Twee Belgische C-130-transportvliegtuigen, twee A109-helikopters voor medische evacuaties en 75

begeleidende militairen nemen al meerdere weken deel aan de Franse operatie in Mali.

BELGA -BER IC H T

KOP

De Crem stelt kernkabinet voor om vijftigtal militairen te sturen

TEK

CD&V-vicepremier en minister van Defensie Pieter De Crem heeft woensdagochtend voor aanvang

van het kernkabinet aangekondigd dat hij een voorstel zal voorleggen om een detachement van een

vijftigtal militairen naar Mali te sturen ter bescherming van de Europese missie voor de opleiding van

het regeringsleger. De Belgische militairen zouden "vanaf juni of juli" in Mali ingezet worden.

De Europese opleidingsmissie in Mali moet begin april van start gaan. De Belgische militairen zouden

dus niet vanaf het begin van de operatie ingezet worden, maar pas na enkele maanden.

Op een bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken bleek eerder deze week dat er voor de

bescherming van de Europese instructeurs nog een tachtigtal militairen ontbreken. De Franse

buitenlandminister Laurent Fabius vroeg zijn Belgische collega Didier Reynders formeel om een

bijdrage van ongeveer dertig militairen.

België is al enkele weken actief in Mali. Ons land levert aan de Franse militaire operatie Serval twee

C-130-transportvliegtuigen, twee A109-helikopters voor medische evacuaties en 75 begeleidende

militairen. (belga)

CASE 2 – CORRECTIEBERICHT

Belga verzond deze twee berichten (oorspronkelijk artikel en bijhorend correctiebericht) op donderdag 14 maart via hun newswire- systeem naar aanleiding van de inauguratie van de nieuwe paus. De fouten en verbeteringen duidden we zelf aan in het geel. Aangezien het bericht verscheen in de rubriek ‘Buitenland’, namen we deze case niet op in ons kwantitatief onderzoek.

Page 55: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

55

CASE 3 – ‘SHOVELWARE’

Met de term ‘shovelware’ verwijzen we naar de berichten op nieuwsblad.be die afkomstig

zijn van de papieren krant. Het onderstaande bericht verscheen op de website enkele uren

nadat de finale versie van de krant werd gedrukt.

Minister Crevits vergadert over

truckverbod bij hevige sneeuw

woensdag 13 maart 2013, 03u00

Auteur: tom le bacq en chris snick

Ons land heeft er met 1.640 kilometer file de zwaarste ochtendspits ooit op zitten. Veel

problemen ontstonden omdat vrachtwagens aan het slippen gingen of zich vastreden. Touring

en VAB willen snelwegen daarom bij zware sneeuw (gedeeltelijk) afsluiten voor

vrachtwagens. Minister van Openbare Werken Hilde Crevits (CD&V) zit er vandaag over

samen met de transportfederaties.

1.640 kilometer file, vier uur wachttijd tussen Lummen en Brussel, doffe ellende op zowat

elke weg: nooit zat het verkeer in Vlaanderen zo in de knoop als gisterochtend. Nochtans was

er uitvoerig gewaarschuwd voor sneeuw en had de afdeling Wegen en Verkeer de hele

maandagnacht gestrooid.

‘Dat er toch zulke zware problemen waren, ligt aan twee dingen', zegt verkeersspecialist Bart

Suy van de VRT-verkeersredactie. ‘We zijn het niet gewend om in de sneeuw te rijden.

Daardoor vertraagde het verkeer en ontstonden automatisch grote files. En veel problemen

K OP

CORRECTION-"Zeg maar gewoon Franciscus"

T E K

De nieuwe paus zal gewoon "paus Franciscus" genoemd worden, en dus niet "Franciscus de eerste". Het aanhangsel I komt er pas wanneer er ook sprake is van een Franciscus II, zo zet de woordvoerder van het Vaticaan woensdagavond de puntjes op de i. De nieuwe paus Franciscus is een man van veel "eersten". De eerste paus van het Amerikaanse continent, de eerste jezuïet en de eerste met de naam Franciscus. Op Johannes Paulus I na, is hij ook de eerste die een nieuwe naam kiest sinds 913. Maar voorlopig is het dus niet nodig hem steeds Franciscus "de eerste" te noemen. (belga)

K OP

“Zeg maar gewoon Fransiscus" T E K

De nieuwe paus zal gewoon "paus Fransiscus" genoemd worden, en dus niet "Fransiscus de eerste". Het aanhangsel I komt er pas wanneer er ook sprake is van een Fransiscus II, zo zet de woordvoerder van het Vaticaan woensdagavond de puntjes op de i. De nieuwe paus Fransiscus is een man van veel "eersten". De eerste paus van het Amerikaanse continent, de eerste jezuïet en de eerste met de naam Fransiscus. Op Johannes Paulus I na, is hij ook de eerste die een nieuwe naam kiest sinds 913. Maar voorlopig is het dus niet nodig hem steeds Fransiscus "de eerste" te noemen. (belga)

Page 56: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

56

zijn ook veroorzaakt door vrachtwagens die vastraakten op de op- en afritten of die aan het

slippen gingen.'

Mobiliteitsvereniging Touring stelt daarom voor om stukken van de snelweg en gevaarlijke

op- en afritten te verbieden voor vrachtwagens bij extreem slecht weer. ‘Dat doen ze in

Wallonië ook, en daar werkt het prima', zegt Danny Smagghe van Touring. ‘Er moet een

draaiboek worden opgesteld waarbij de knelpunten in kaart worden gebracht. Als we dan met

zo'n extreem winterweer als gisteren te maken krijgen, kan de politie of Wegen en Verkeer

beslissen om die stukken weg af te sluiten voor camions.'

Bij de andere mobiliteitsorganisatie, VAB, pleiten ze voor een vrachtwagenverbod tijdens de

spits als het zeer hevig sneeuwt. ‘Dat verbod moet dan wel goed op voorhand aangekondigd

worden', zegt Maarten Matienko. ‘En het mag maar voor een paar uur gelden: van 7 tot 10 uur

bijvoorbeeld. Maar zo verminder je het aantal voertuigen op de weg en los je al een deel van

de gigantische verkeersknoop op.'

Makkelijk gezegd

Vlaams minister van Openbare Werken Hilde Crevits (CD&V) overlegt vandaag met de

transportfederaties, VAB, Touring, het Vlaams Verkeerscentrum en de wegpolitie over zo'n

beperking. ‘Een algemeen vrachtwagenverbod bij sneeuw komt er sowieso niet', zegt Crevits.

‘We moeten wel zien of zo'n verbod op bepaalde plaatsen en bij bepaalde uitzonderlijke

omstandigheden doenbaar en nuttig is.'

De transportbonden zijn er alvast niet happig op. ‘Je kunt zoiets niet zomaar invoeren', zegt

Isabelle De Maegt van sectorfederatie Febetra. ‘Om te beginnen moet er voldoende

parkeerplaats voorzien zijn voor de vrachtwagens. Daarnaast moet het verbod ook vroeg

genoeg aangekondigd worden, zodat bedrijven er op kunnen inspelen. Want wat met

bedrijven die afhankelijk zijn van een levering voor de productie? Wat met verse producten?'

Genoeg gestrooid?

Crevits zit vandaag ook samen met de afdeling Wegen en Verkeer om te zien of er wel

genoeg gestrooid was en of de strooiwagens wel vroeg genoeg op pad waren om de

sneeuwellende te verhinderen. ‘Er zijn grote problemen geweest op de weg, dus we moeten

zoeken hoe het beter kan in de toekomst', zegt Crevits. ‘Ik ben er wel van overtuigd dat ons

sneeuwplan werkt. Maar het weer was extreem: het is blijven sneeuwen tijdens de

ochtendspits, en de wind heeft het strooizout weggeblazen en de sneeuw doen ophopen.'

CASE 4 - ANDERE MEDIABRONNEN

Het volgend nieuwsverslag bewijst dat de redacteurs van Nieuwsblad Online niet enkel een beroep doen op de perspublicaties van Belga, maar dat de journalisten ook steunen op verschillende mediabronnen. In dit artikel worden onder meer De Morgen, De Ochtend (Radio 1) en de sociale netwerksite Twitter aangehaald als bronnen. Het artikel werd geschreven door onlinejournalist Guy Stevens (gjs).

Page 57: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

57

Borgerhout en De Wever in de clinch over

betoging neofascisten

donderdag 14 maart 2013, 11u12

Auteur: gjs

ANTWERPEN/BORGERHOUT - Antwerps burgemeester Bart De Wever (N-VA) zal het

Nieuw-Solidaristisch Alternatief (N-SA) toestemming geven om op 1 mei te betogen in

Borgerhout. De neofascistische groep wil er protesteren tegen PVDA+, maar dat is niet naar

de zin van het districtbestuur.

De aanvraag tot betoging ligt momenteel voor en wordt eerstdaags goedgekeurd door

burgemeester De Wever na een positief advies door de politie, schrijft De Morgen donderdag.

Dat wordt bevestigd door de politie en het kabinet van de burgemeester. ‘In ons advies staat

dat het ons om een vreedzame manifestatie lijkt te gaan', zegt politiewoordvoerder Fons

Bastiaenssens. ‘We hebben geen aanwijzingen waardoor we de betoging zouden moeten

weigeren.'

Het Nieuw-Solidaristisch Alternatief (N-SA) is een neofascistische groep die ‘het Vierde Rijk'

wil. Aan het hoofd staat Oostendenaar Eddy Hermy, die in 2011 voor vijf jaar zijn

burgerrechten kwijtspeelde nadat de rechtbank van Brugge hem schuldig bevond aan

aanzetten tot rassenhaat en inbreuken op de antirascismewet.

Borgerhout vreest rellen

In Borgerhout zijn ze niet tevreden met de beslissing van burgemeester De Wever. N-SA wil

op 1 mei betogen op het Moorkensplein tegen PVDA+, de extreemlinkse partij die mee

bestuurt in het stadsdeel.

‘Het is duidelijk dat Borgerhout niet zit te wachten op een betoging van een extreme

groepering die geen enkele band heeft met het district', zei districtsburgemeester Marij

Preneel (Groen) in De Ochtend . ‘Ik reken er dan ook op dat, als de burgemeester de

toestemming geeft, hij ervoor zal zorgen dat de politie de veiligheid van alle mensen zal

garanderen. We moeten ook op het gezond verstand van de mensen in Borgerhout rekenen om

niet in te gaan op de provocaties van het N-SA.'

Iedereen heeft het recht om te betogen, weet ook Preneel. ‘Maar ik hoop dat het

veiligheidsrisico heel goed wordt ingeschat. Ik twijfel niet aan de inschatting van de politie,

maar het is wel duidelijk dat zo'n groepering naar Borgerhout komt om te provoceren en ik

denk dat er dan heel wat politie nodig is om dat in de hand te houden. Het zijn geen

koorknaapjes. De nodige veiligheidsmaatregelen moeten getroffen worden. We zullen onze

zorgen zeker nog duidelijk maken aan de burgemeester.'

‘Ik zou hier toch graag eens over praten met het stadsbestuur', zegt Zohra Othman van

PVDA+, tegen wie de betoging gericht is. ‘Een betoging tegen PVDA+ is immers een

betoging tegen de hele coalitie. De Wever moet instaan voor de veiligheid en zijn verstand

gebruiken.'

Page 58: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

58

Niet eerste betoging

Het is de tweede keer dat de neofascistische groep een betoging wil houden in Antwerpen. In

2010 zou betoogd worden tegen Israël, maar de betoging vond uiteindelijk niet plaats omdat

er slechts vijftien mensen kwamen opdagen. Organisator Eddy Hermy besliste toen om niet te

betogen, maar in de plaats een toespraak houden aan het station. Volgens Hermy werd zijn

organisatie afgedreigd door de Joodse én de moslimgemeenschap. Nochtans had hij

toestemming gekregen van toenmalig SP.A-burgemeester Patrick Janssens.

Vorig jaar werd dan maar geopteerd voor een privébijeenkomst in een café op de Antwerpse

Grote Markt. In 2010 en 2011 wilde N-SA betogen in Mechelen en Gent, maar dat werd

telkens geweigerd door de politie en het stadsbestuur.

Politie Mechelen: ‘Beter ingelicht'

Op sociale netwerksite Twitter ontstond donderdagochtend een discussie over de beslissing

van De Wever. In een tweet maakte de Mechelse politie duidelijk dat het de beslissing van De

Wever niet begrijpt. Eerst tweette iemand dat de politie in Gent en Mechelen ‘blijkbaar dom

moet zijn. Of beter ingelicht'. Daarop antwoordde de politie met ‘dom worden we niet graag

genoemd. Zullen we het dan maar houden op beter ingelicht?'

CASE 5 - MINUUT-TOT-MINUUTVERSLAG

Een minuut-tot-minuutverslag is een eerder atypisch format over een belangrijke gebeurtenis, dat uitermate geschikt is voor online nieuws. In het onderstaande voorbeeld worden de belangrijkste en opmerkelijkste wendingen in het proces De Gelder in detail beschreven en weergegeven. Het verslag werd opgesteld door journalist-correspondent Kim De Raedt (kidr).

'Kim De Gelder wil in de toekomst werken,

trouwen en kinderen krijgen'

woensdag 13 maart 2013, 13u10 Auteur: kidr

Kathia D'Haese, de moeder van Kim De Gelder, kwam woensdag na haar man getuigen in het

Gentse hof van assisen. In de puberteit begon De Gelder te veranderen en stuurden zijn ouders

hem naar de psychiater. 'Maar die zag enkel een charmante jongeman.' D'Haese vertelde ook

dat ze haar zoon regelmatig bezoekt in de gevangenis. Daar heeft hij het af en toe over zijn

toekomst.

11:50

Katia D'Haese bevestigde het verhaal van haar echtgenoot, Nic De Gelder. 'Kim was ons

eerste kind en was ook het eerste kleinkind langs mijn kant. Hij werd af en toe verwend en we

noemden hem onze prins.'

Page 59: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

59

Pas in het vierde middelbaar werd Kim onhandelbaar, getuigde D'Haese. 'Zo gingen we op

reis naar Spanje, waar hij op een kamer sliep met zijn broer Tim. Maar hij kwam 's nachts op

onze kamer gestormd omdat hij bij ons wou slapen. Zijn broer had een tic, zei hij. Toen we

hem bij ons toelieten krabde hij het behang van de muur.'

12:00

Kim De Gelder werd op consultatie gestuurd bij een psychiater en psycholoog. Er werd de

diagnose 'depressie' gesteld, vermoedelijk wegens de drukte van zijn broer Tim, die ADHD

had. Het verhaal van D'Haese loopt perfect gelijk met dat van haar man. Kim kreeg Atarax,

een kalmeringsmiddel. 'Zijn gedrag werd eventjes beter. Na een tijdje besliste Kim zelf te

stoppen met de medicatie.'

Maar het vreemde gedrag stak weer de kop op. 'Hij was argwanend ten opzichte van eten. Als

ik zijn bord had aangeraakt, hoefde hij het plots niet meer. Hij was ook vaak boos als ik

"Kimmeke" zei.'

De ouders van De Gelder bleven met hun zoon naar de psycholoog gaan. 'Uw zoon is een

charmante jongeman. Ik denk dat u uw zoon wat meer moet loslaten, u bent te verstikkend',

kreeg D'Haese te horen.

Voorzitter Koen Defoort confronteerde haar vervolgens met de indruk van specialisten, die

vonden dat ze te veel 'een moederkloek' was. D'Haese weerlegde dat ze te beschermend was

voor haar zoon. 'Ik vond dat dat niet waar was. Ik kón hem gewoon niet meer loslaten. Hij

vroeg niks en zei niks. Als hij écht iets had gevraagd, hadden we hem daarvoor toelating

gegeven, maar het enige wat hij deed, was naar school gaan, eten en slapen.'

12:10

D'Haese getuigde hoe haar zoon moeilijk kon slapen. 'Hij werd 's nachts wakker omdat hij

mannetjes op het dak hoorde. Achteraf bleek dat onze dampkap te zijn. Het was in die periode

dat hij 's nachts geregeld bij ons op de kamer kwam. Hij zei toen ook dat hij beestjes in zijn

hoofd voelde.'

Als moeder De Gelder haar zoon confronteerde met zijn vreemde gedrag ontkende hij dat. Ze

vroeg hem een keer vlakaf of hij aan zelfdoding dacht. 'Nee mama, ik leef graag', was Kims

antwoord.

Toch trok D'Haese met het vreemde gedrag opnieuw naar een psychiater. 'Ik zag dat er een

proces was gestart bij Kim waar ik hem niet bij kon helpen. Hij had een volwassen psychiater

nodig. Toen heb ik een collocatie overwogen.'

Maar de psychiaters gaven steeds hetzelfde antwoord. Er was niks mis met Kim De Gelder en

het dossier werd letterlijk van tafel geveegd. 'Kim was toen heel euforisch en zat ronduit te

liegen, er was niks aan hem te zien. Voor de buitenwereld toch niet.'

12:25

Katia D'Haese vermoedde al heel snel dat haar zoon schizofreen was. 'Ik heb dat ook gezegd

aan de psychiater, maar die vertelde dat hij enkel een depressie had.' De Gelder was altijd heel

bedeesd en schuw. 'Zeker geen vlotte jongeman', vertelde D'Haese.

Page 60: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

60

Van zodra De Gelder alleen ging wonen op een appartement, verbrak hij alle contact met zijn

ouders. 'We stuurden sms'jes, maar die bleven vaak onbeantwoord. We hebben hem toen ook

eens gezien in een koopcentrum. Maar hij vluchtte weg toen hij ons zag.

12:30

Op de dag van het drama was Katia D'Haese aan het werk in een opvangcentrum voor

kinderen met een mentale beperking. 'Radio 2 stond op in ons lokaal en ik hoorde dat

jongeman in Fabeltjesland was binnengedrongen. Ik vroeg mijn collega nog om onze

voordeur te sluiten, die steeds open is wegens brandgevaar. Want van Lokeren naar

Dendermonde is niet zo ver, en ze hadden de dader nog niet gevat.'

's Avonds bracht slachtofferhulp D'Haese op de hoogte dat haar zoon de dader was. 'Mijn man

was heel verdrietig, ik was vooral woedend: hoe kon hij zoiets doen?. We zijn toen bij onze

zoon geweest in het politiekantoor. Hij had totaal geen emoties en glimlachte af en toe. Ik heb

hem toen gevraagd om geen spelletjes te spelen. Want ik had de indruk dat hij alles begreep

wat gezegd werd.'

12:40

De ouders van Kim De Gelder gaan hun zoon regelmatig bezoeken in de gevangenis. 'De ene

keer weent hij, de andere keer is hij agressief. Hij verwijt ons dat we hem niet geleerd hebben

wat goed of kwaad is. Maar dat kan je een kind toch niet leren?', stelde D'Haese.

CASE 6 – BRONTRANSPARANTIE

Hieronder vinden we een bericht terug dat werd opgesteld door Kim De Raedt, samen met een bijhorend Belga-bericht. Hoewel het bericht duidelijk sporen bevat van voorverpakte persbureau-informatie, vermeldde de journaliste Belga niet in de credit line. We maakten gebruik van een kleurencode om het aandeel nieuwe informatie, de letterlijk overgenomen tekst en de herschreven tekst, beter te visualiseren. Op deze manier geeft de zwart onderlijnde tekst weer welke informatie er letterlijk werd overgenomen terwijl de rood onderlijnde tekst wijst op de hoeveelheid herschreven tekst. De groene tekst in het Belga-bericht werd niet overgenomen in het online bericht. Dezelfde kleurencode hanteerden we trouwens voor alle geselecteerde berichten in ons onderzoek.

'Te weinig gradaties om toerekenings-

vatbaarheid De Gelder te beschrijven'

vrijdag 15 maart 2013, 16u05

Auteur: kidr

'Als het ja of neen moet zijn, is het ja.' Dat verklaarde gerechtspsychiater Dr. Marc Gabriël

over de toerekeningsvatbaarheid van Kim De Gelder in het Belgische recht, in vergelijking

met het Nederlandse recht waar er een gradatie is'.

Page 61: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

61

Gerechtspsychiater Dr. Gabriël verklaarde vrijdag dat het Nederlandse recht een beter

systeem heeft om te praten over toerekeningsvatbaarheid. Nederland kent verschillende

gradaties: bijvoorbeeld 'verminderde toerekeningsvatbaarheid of sterk verminderde

toerekeningsvatbaarheid'. Voorzitter Defoort onderbrak de psychiater met de melding dat

België moet roeien met de riemen die het heeft. 'Dan is het enige antwoord: ja hij is

toerekeningsvatbaar', sprak de psychiater.

Advocaat Jef Vermassen vroeg de gerechtspsychiaters vervolgens naar de onenigheid die er

bestond in het college van gerechtspsychiaters. De advocaat van de burgerlijke partij wilde

daarmee Jaak Haentjens, de advocaat van De Gelder, voor zijn. 'Ik heb er inderdaad

problemen mee gehad of hij in staat zou zijn om zijn handelen te controleren', stelde Cosyns.

'Ik heb er lang over getwijfeld. Het is duidelijk dat het iemand is die met een ernstig

psychiatrisch probleem zit en we hebben een diagnose die niet zo vaak voorkomt.'

Cosyns ging voort: 'Nadat hij de beslissing had genomen om de moorden te plegen, nam dat

zijn hele psychische leven in beslag en was hij meer en meer in zijn eigen wereld. Hij

verklaarde zelf dat hij 'gedreven werd', 'dat hij dat moest doen'. Ik heb mij uiteindelijk bij het

college aangesloten, omdat hij iedereen manipuleert. Hij controleert zelf heel goed wat hij

doet. Ik heb dus geen voldoende argumenten dat hij niet in staat zou zijn om zijn daden te

controleren.'

BELGA -BER IC H T

"Als het ja of neen moet zijn, is het ja" (psychiater over toerekeningsvatbaarheid)

"Hier, als het ja of neen moet zijn, is het ja." Dat verklaarde gerechtspsychiater Marc Gabriël over de

toerekeningsvatbaarheid van Kim De Gelder in het Belgische recht, in vergelijking met "het

Nederlandse recht waar er een gradatie is". Ook psychiater Paul Cosyns verklaarde dat hij er lang

over twijfelde of De Gelder in staat was om zijn handelen te controleren.

Advocaat Jef Vermassen vroeg de gerechtspsychiaters naar de onenigheid die er bestond in het

college van gerechtspsychiaters. De advocaat van de burgerlijke partij wilde daarmee Jaak Haentjens,

de advocaat van De Gelder, voor zijn.

"Ik heb er inderdaad problemen mee gehad of hij in staat zou zijn om zijn handelen te controleren",

stelde Cosyns. "Ik heb er lang over getwijfeld. Het is duidelijk dat het iemand is die met een ernstig

psychiatrisch probleem zit en we hebben een diagnose die niet zo vaak voorkomt."

Cosyns ging voort: "Nadat hij de beslissing had genomen om de moorden te plegen, nam dat zijn hele

psychische leven in beslag en was hij meer en meer in zijn eigen wereld. Hij verklaarde zelf dat hij

'gedreven werd', 'dat hij dat moest doen'. Ik heb mij uiteindelijk bij het college aangesloten, omdat

hij iedereen manipuleert. Hij controleert zelf heel goed wat hij doet. Ik heb dus geen voldoende

argumenten dat hij niet in staat zou zijn om zijn daden te controleren."

Dokter Gabriël sloot zich aan bij zijn collega. "Hij was heel erg voortdurend bezig met die plannen. Als

je kijkt naar het Nederlandse recht waar er een gradatie is..." Daarop onderbrak voorzitter Koen

Defoort de getuige: "Hier moeten we roeien met de riemen die we hebben." Gabriël besloot: "Hier,

als het ja of neen moet zijn, is het ja."

Page 62: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

62

Cosyns waarschuwde ook voor het vooroordeel dat "je zot moet zijn om zoiets te doen". "Dat is een

spontane reactie die de mensen hebben. Dergelijke daden worden inderdaad niet gesteld door Jan

en alleman, maar je mag het ook niet omkeren. Er is een bijzondere vorm van stoornis in deze casus.

Als zoiets gebeurt en je kan zeggen dat hij zot is, dan zou het gewoon geklasseerd worden." (belga)

Page 63: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

63

DEEL 3: CONCLUSIE EN DISCUSSIE

In deze masterproef wilden we nagaan of de Vlaamse online journalist nog een actieve rol vertolkt als gatekeeper. Om een antwoord te bieden op deze vraag maakten we gebruik van twee onderzoeksmethodes. Met behulp van een kwantitatieve inhoudsanalyse bestudeerden we enerzijds het aandeel persbureaumateriaal op de populaire krantensites hln.be en nieuwsblad.be, terwijl we anderzijds de journalistieke processen en organisatorische context waarin de journalist opereert in kaart trachtten te brengen door een etnografisch onderzoek te voeren binnen de redactiemuren van Nieuwsblad Online.

In onze besluitvorming brengen we de resultaten uit onze twee onderzoeken samen en proberen we onze bevindingen af te toetsen aan de theoretische modellen en stellingen die we omschreven in onze literatuurstudie. We willen bovendien opmerken dat de onderstaande resultaten slechts een indicatie geven van de werkelijke toestand van de online krantenjournalistiek in Vlaanderen. Gezien de beperkte omvang en het exploratieve karakter van dit onderzoek kunnen deze resultaten niet veralgemeend worden.

BESLUITVORMING

Door de toenemende digitalisering komt de traditionele rol die de journalist vervult als gatekeeper zwaar onder druk te staan. Vooral de online journalisten hebben het moeilijk. De verspreiding van online nieuws is onbeperkt en ook burgers kunnen tegenwoordig deelnemen aan het nieuwsproductieproces. Bovendien moeten online krantenredacties afrekenen met een continue deadline en hebben ze geen tijd om zelf op pad te gaan en nieuws te garen. Om efficiënter te kunnen inspelen op deze organisatorische beperkingen, worden er journalistieke routines ontwikkeld.

Deze strategische routines hebben een grote invloed op het journalistieke bronnengebruik. Zo doen online journalisten in toenemende mate een beroep op de kant-en-klare nieuwsberichten die aangeleverd worden door secundaire bronnen. Steeds meer webjournalisten maken gebruik van het aangeleverde materiaal van persbureaus en plaatsen deze berichten ongewijzigd op hun nieuwssite. Daarnaast kopiëren online krantenredacties regelmatig de nieuwsberichten die verschijnen in de papieren versie van de krant.

Hoewel deze journalistieke praktijken bevorderend zijn voor de efficiëntie en snelheid van de nieuwsproductie, leidt dit bronnengebruik niet altijd tot een kwalitatieve berichtgeving. Doordat journalisten massaal steunen op persbureauberichten treedt er een homogenisering op van het nieuws. Voorts rijzen heel wat vragen over de onafhankelijkheid en de betrouwbaarheid van deze journalistiek werkwijze. Online journalisten hebben zelden de tijd om de aangeleverde informatie te checken en aan te vullen met zelf vergaarde nieuwsfeiten. Verschillende onderzoeken in onze literatuurstudie duiden bovendien aan dat brontransparantie een heikel punt is.

De resultaten onze kwantitatieve inhoudsanalyse lijken er eveneens op te wijzen dat de Vlaamse online journalist erg afhankelijk is van de nieuwsdiensten van het nationaal persbureau Belga. Van de 293 onderzochte binnenlandse nieuwsartikels die verschenen op HLN.be en nieuwsblad.be, vinden we bij bijna 80 procent sporen terug van Belga-berichten. Vooral korte en middellange Belga-berichten werden het vaakst overgenomen. We stellen vast dat de webredactie van Het Laatste Nieuws significant meer gebruik maakt van de Belga-publicaties dan hun concurrenten bij Het Nieuwsblad; bij 94% van de berichten die verschenen op hln.be

Page 64: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

64

konden we een bijpassend Belga-bericht terugvinden, terwijl ongeveer 59% van de Nieuwsblad-artikels gebaseerd waren op Belga-publicaties. We stellen vast dat onze uitkomsten nauw aansluiten bij de resultaten uit de studie van Chris Paterson (2006). Hij concludeerde dat ongeveer 85 procent van het Britse online nieuws was overgenomen van online knipseldiensten.

Deze cijfers moeten we enigszins nuanceren. Uit ons etnografisch onderzoek bij Nieuwsblad Online blijkt immers dat de Nieuwsblad-journalisten gebruik maken van een andere secundaire bron. Zo erkennen de webredacteurs dat ze regelmatig de artikels uit de papieren krant overnemen en op het internet plaatsen. De organisatorische structuur van de redactie ligt mogelijk aan de basis van dit gepercipieerde verschil in het bronnengebruik. Terwijl de webredactie van Het Nieuwsblad sterke banden onderhoudt met hun collega-krantenjournalisten, staat de online redactie van Het Laatste Nieuws immers volledig los van hun krantenredactie waardoor het moeilijker wordt om de artikels van hun collega’s over te nemen. Ook onderzoeker Boczkowski (2004) toonde eerder al aan dat de organisatiecontext van een online redactie een invloed kan uitoefenen op de journalistieke handelswijze.

Wat de brontransparantie betreft, is er weinig aan te merken op de nieuwssites. Bij ‘slechts’ vijftien berichten (5% van het totale aantal berichten) werd Belga ten onrechte niet als bron in de credit line vermeld. Elf van deze berichten waren toe te schrijven aan één auteur van Nieuwsblad Online, terwijl er bij de andere berichten geen specifieke bron in de credit line vermeld stond. Hoewel sommige mediawetenschappers menen dat nieuwsredacteurs niet graag toegeven dat ze zich baseerden op persbureaumateriaal, lijkt de Vlaamse online journalist er toch een zaak van te maken om zijn bronnen op een correcte manier weer te geven.

Om te bepalen in welke mate de journalist gebruik maakte van het Belga-berichten, onderzochten we tevens of de journalist zelf bijkomende informatie verzamelde en welk tekstueel aandeel er woordelijk of herschreven werd overgenomen van het persbureaubericht. We merken op dat het aandeel nieuwe informatie die de online journalist leverde heel klein is (2,55%). Daartegenover werd 86 procent van letterlijk overgenomen in hun artikels en werd er 11% van de aangereikte informatie herschreven. We constateren dat de onderzochte artikels van hln.be gemiddeld een groter aandeel letterlijk overgenomen Belga-informatie bevatten (90%) dan de nieuwsberichten op nieuwsblad.be (79%). Wat de zelf-vergaarde informatie aangaat, kunnen we echter geen noemenswaardige verschillen opmerken tussen de websites.

Vooral deze laatste percentages schetsen een bijzonder negatief beeld van de Vlaamse online journalistiek. Het ziet er op het eerste gezicht naar uit dat het doembeeld dat reeds werd aangehaald in onze literatuurstudie bewaarheid lijkt te worden en dat de huidige online journalist gereduceerd wordt tot een doorgeefluik van voorverpakte informatie. Desondanks bemerken we eveneens enkele positieve tendensen. Gedurende ons verblijf op de redactie van Nieuwsblad Online, stelden we vast dat er een webjournaliste op pad werd gestuurd om in real time verslag uit te brengen over het proces De Gelder. Een van de ondervraagde webredacteuren stelde bovendien dat de online journalisten in de toekomst steeds meer ter plaatse zullen worden gestuurd om in real time verslag uit te brengen van nieuwswaardige events.

Op de vraag of de Vlaamse online journalist nog een actieve rol vertolkt als gatekeeper, kunnen we geen eenduidig antwoord bieden. Onze studie beperkt zich immers tot een beperkte inhoudsanalyse van het binnenlands nieuws op twee krantensites. Daarenboven konden we de redactionele context van Het Laatste Nieuws wegens tijdsgebrek niet uitgebreid in kaart brengen.

Page 65: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

65

Desalniettemin blijft de slotsom van deze studie verontrustend. Het is duidelijk dat de online journalist in sterke mate afhankelijk is geworden van de Belga-nieuwsdiensten, en dat ze hierdoor steeds minder optreden als actieve schakels in het nieuwsproductieproces. We hopen dan ook dat deze studie de basis kan vormen voor verder onderzoek. Met het oog op de afhankelijkheidsrelatie tussen de Vlaamse journalisten en Belga, zou een onderzoek naar de journalistieke processen en het bronnengebruik van de Belga-journalisten bijvoorbeeld erg interessant zijn.

Page 66: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

66

BIBLIOGRAFIE

BOE KEN

Allen, S. (2008). Online news: Journalism and the internet. Berkshire: McGraw-Hill International.

Bauer, M. W., & Gaskell, G. (2000). Qualitative Researching with Text, Image and Sound: A Practical Handbook. Thousand Oaks, California: Sage.

Boczkowski, P. J. (2004). Digitizing the news: Innovation in online newspapers. Cambridge, Mass.: MIT Press.

Brighton, P., & Foy, D. (2007). News values. Thousand Oaks, California: Sage.

Bruns, A. (2005). Gatewatching: collaborative online news production. New York: Peter Lang Publishing.

David, M., & Sutton, C. D. (2004). Social research: The basics. Thousand Oaks, California: Sage.

Davies, N. (2008). Flat earth news. London: Vintage Books.

Deuze , M. (2007). Media work. Digital media and society series. Cambridge: Polity Press.

Domingo, D., & Paterson, C. (2011). Making Online News: Newsroom Ethnographies in the Second. New York, NY: Peter Lang Publishing.

Fabian, J. (1992). Time and the Work of Anthropology: Critical Essays 1971-1991. Amsterdam: Harwood Academic Publishers.

Fishman, M. (1980). Manufacturing the news. Austin : University of Texas Press.

Friend, C., & Singer, J. B. (2007). Online Journalism Ethics: Traditions and transitions. New York: M.E. Sharpe.

Gandy, O. H. (1982). Beyond agenda setting: Information subsidies and public policy. Norwood, NJ: Ablex.

Gans , H. J. (1979a). Deciding what's news. New York: Pantheon.

Golding, P., & Elliott, P. (1979). Making the news . London: Longman.

Halloran, J. D., Elliot, P., & Murdock, G. (1970). Demonstrations and communication: A case study. Hammondsworth: Penguin.

Hansen , A. (2010). Environment, media and communication. Oxon: Routledge.

Jansen, C. H. (1987). Politiek en dagbladjournalistiek. Muiderberg: Coutinho.

Kolodzy, J. (2007). Convergence journalism: writing and reporting across the news media. Maryland: Rowman & Littlefield.

Krippendorff, K. (2004). Content analysis: an introduction to its methodology (2nd ed.). Thousand Oaks, California: Sage.

Page 67: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

67

MacLaughlin, M. L., Cody, M. J., & Read, S. J. (1992). Explaining one's self to others: Reason-giving in a social context. London: Routledge.

Manning, P. (2001). News and news sources. A critical introduction. London: Sage.

McManus, J. H. (1994). Market-driven journalism: Let the citizen beware? Thousand Oaks, CA: Sage Publications.

Negroponte, N. (1996). Being digital. The road map for survival on the information superhighway. New York: Knopf.

Nisbett, R., & Ross, L. (1980). Human inference: Strategies and shortcomings of social judgment. New York: Prentice-Hall.

Peters, C., & Broersma, M. (2013). Rethinking journalism: Trust and participation in a transformed media landscape. Oxon: Routledge.

Rennen, T. (2000). Journalistiek als kwestie van bronnen. Delft: Eburon.

Shoemaker , P. J., & Reese, S. D. (1996). Mediating the message: Theories of influences on mass media content. White Plains, NY: Longman.

Shoemaker, P. J., & Vos, T. P. (2009). Gatekeeping theory. New York: Routledge.

Sigal, L. V. (1973). Reporters and officials: The organization and politics of newsmaking. Lexington, Mass.: D. C. Heath.

Tuchman, G. (1978). Making news: A study in the construction of reality. New York: Free Press.

Tunstall, J. (1971). Journalists at work. Beverly Hills, CA: Sage.

Van der Wurff, R., & Lauf , E. (2005). Print and online newspapers in Europe: a comparative analysis in 16 countries. Amsterdam: Spinhuis.

van der Wurff, R., & Schönbach, K. (2011). De effectiviteit van journalistieke codes: een literatuurstudie. Amsterdam: Stichting Media Ombusdsman Nederland.

Wester, F. (2006). Inhoudsanalyse: theorie en praktijk. Amsterdam: Kluwer.

Zelizer, B. (2004). Taking journalism seriously: News and the academy. Thousand Oaks, California: Sage.

BIJDR AG EN U IT R EADER S

Adams, J. S. (1980). Interorganizational processes and organizational boundary spanning activities. In B. M. Staw, & L. L. Cummings, Research in organizational behavior (pp. 321-355). Greenwich, CT: JAI.

Bourdieu, P. (2005). The political field, the social science field, and journalistic field. In R. Benson, & E. Neveu (Red.), Bourdieu and the journalistic field (pp. 29-47). Cambridge: Polity Press.

De Keyser, J. (2010). Bronnen en nieuwe technologie voor nieuwsgaring. In S. Paulussen, & K. Raeymaeckers (Red.), Journalisten, profiel van een beroepsgroep (pp. 81-97). Tielt: Lannoo Campus.

Page 68: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

68

Franklin, B., Hamer, M., Hanna, M., Kinsey, M., & Richardson, J. E. (2005). Key concepts in journalism studies. (B. Franklin, Red.) California: Thousand Oaks.

Harcup, T., & O'Neill, D. (2009). News values and selectivity. In K. Wahl-Jorgensen, & T. Hanitzsch (Red.), The handbook of journalism studies (pp. 161-175). Oxon: Routledge.

Jackob, N. (2008). Credibility effects. In W. Donsbach (Red.), The international encyclopedia of communication (pp. 1044-1047). Oxford: Blackwell.

White , D. M. (1964). The 'Gatekeeper': A case study in the selection of news. In D. M. White, & L. A. Dexter , People, society, and mass communications. (pp. 160-172). London.

WE TE NS CH AP P EL IJ KE T I J DSC HR I F TE N

Allern, S. (2002). Journalistic and commercial news values: News organizations as patrons of an institution. Nordcom Review, 23(1-2), 137–152.

Bass, A. Z. (1969). Refining the 'gatekeeper' concept: A UN radio case study. Journalism Quarterly, 46, 69-72.

Beam, R. A. (1998). What it means to be a market-oriented newspaper. Newspaper Research Journal, 19(3), 2-20.

Beam, R. A. (2003). Content differences between daily newspapers with strong and weak market orientations. Journalism & Mass Communication Quarterly, 368-390.

Brants, K., & Vasterman, P. (2010). Journalism Studies in Nederland: een inventarisatie. Tijdschrift voor Communicatie, 30-56.

Breed, W. (1955). Social control in the newsroom. Social Forces , 33(4), pp. 326-335.

Chyi, I. H., & Sylvie, G. (1998). Competing with whom? Where? And how? : A structural analysis of the electronic newspaper market. Journal of Media Economics, 11(2), 1-18.

Domingo, D., & Heinonen, A. (2008). Weblogs and journalism. A typology to explore the blurring boundaries. Nordicom Review, 29(1), 3-15.

Fengler, S., & Ruß-Mohl, S. (2008). Journalists and the information-attention markets: Towards an economic theory of journalism. Journalism, 9(6), 667-691.

Forde , S., & Johnston, J. (2013). The news triumvirate: Public relations, wire agencies and online copy. Journalism Studies, 113-129.

Hanson, G., & Wearden, S. T. (2004). Measuring newscast accuracy: Applying a newspaper model to television. Journalism and Mass Communication Quarterly, 81(3), 546–558.

Karlsson, M. (2010). Rituals of transparency: Evaluating online news outlets’ uses of transparency rituals in the United States,United Kingdom and Sweden. Journalism Studies, 11(4), 535 - 545.

Lerg, W. B. (1981). Verdrängen oder ergänzen die Medien einander? Publizistik, 26(2), 193-201.

Page 69: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

69

Lewis, J., Willliams, A., & Franklin, B. (2008b). Four rumours and an explanation. Journalism Practice, 2(1), 27-45.

Machill, M. (2007). Online journalism and interactivity: Destruction of a myth. European Journal of Communication.

McNelly, J. T. (1959). Intermediary communicators in the international flow of news. . Journalism Quarterly, 36(1), 23-26.

Phillips, A. (2010). Transparency and the new ethics of journalism. Journalism Practice, 4(3), 373-382.

Quandt, T. (2008). (No) News on the World Wide Web? A comparative content analysis of online news in Europe and the United States. Journalism Studies, 9(5), 717-738.

Reich, Z. (2011). Source credibility and journalism. Journalism Practice, 5(1), 51-67.

Rosenberry, J. (2005). Few papers use online techniques to improve public communication. Newspaper Research Journal, 26(4), 61-73.

Schulz, I. (2007). The journalistic gut feeling. Journalistic doxa, news habitus and orthodox news values. Journalism Practice, 1(2), 190-207.

Singer, J. B. (1998). Online journalists: Foundations for research into their changing roles. Journal of Computer Mediated Communication, 4(1).

Tuchman , G. (1973). Making news by doing work: routinizing the unexpected. American Journal of Sociology, 78(1), pp. 110-131.

Tuchman, G. (1972). Objectivity as a strategic ritual. American Journal of Sociology, 77(4), 660-679.

Tuchman, G., & Ostertag, S. F. (2012). When innovation meets legacy. Information, Communication and Society, 15(6), 909-931.

Whitney, D. C., & Becker, L. B. (1982). Keeping the gates' for gatekeepers: The effects of wire news. Journalism Quarterly, 59(1), 60-65.

Williams, B. A., & Carpini, M. X. (2004). Monica and Bill all the time and everywhere: The collapse of gatekeeping and agenda setting in the new media environment. American Behavioral Scientist, 47(9), 1208-1230.

ONGEP U B L IC EER DE WER K EN EN R AP P OR TE N

Boens , A. (2009). Secundaire journalistiek: Analyse van het toenemende gebruik van secundaire bronnen in online journalistiek. Ongepubliceerde masterproef.

Decock, S. (2011). Het parket als (enige) bron van gerechtsverslaggeving? Ongepubliceerde masterproef.

Hijmans, E., Buijs, K., & Schafraad, P. (2009). Nieuwsbronnen en de kwaliteit van de journalistiek. Een verkennende analyse van binnenlandse nieuwsonderwerpen in vier Nederlandse dagbladen. Opgeroepen op februari 14, 2013, van http://www.kimforum.nl/pdf/krantenonderzoek.pdf

Page 70: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

70

Lewis , J., William, A., Franklin, B., Thomas, J., & Mosdell, N. (2006). The quality and independence of British Journalism: Tracking the changes over 20 years. Journalism and Public Trust Project. Opgeroepen op januari 11, 2013, van https://docs.google.com/viewer?a=v&q=cache:2rr8ZHbbwEgJ:www.cardiff.ac.uk/jomec/resources/QualityIndependenceofBritishJournalism.pdf+the+quality+and+independence+of+british+journalism+tracking+the+changes+over+20+years&hl=nl&gl=be&pid=bl&srcid=ADGEEShzAFF

Paterson, C. (2006). News Agency Dominance in International News on the Internet. Centre for International Communications Research.

Pleijter, A., Hermans, L., & Vergeer, M. (2007). De opmars van online nieuwsgaring: Een inventarisatie van veranderingen in internetgebruik in de Nederlandse journalistiek 2002-2006. Nijmegen: Radboud Universiteit Nijmegen.

Rutten, P., & Slot, M. (2011). Zijn de persbureaus te verslaan? De positie van Nederlandse persbureaus in de nieuwsketen. Niet-gepubliceerd rapport van TNO.

Scholten, O., & Ruigrok, N. (2009). Over het nieuws en het ANP . ongepubliceerd rapport van Mediamonitor in Nederland.

Tankard, J., & Ban, H. (1998). Online Newspapers: living up to their potential? Annual AEJMC Convention. Baltimore, MD.

Van Leuven, S. (2009). De wereld, ons huis? Ongepubliceerde masterproef.

Vermaas, K., & Janssen, F. (2009). Het persbureau in perspectief: Rol, functies en kernwaarden van Nederlandse persbureaus. ongepubliceerd rapport in opdracht van het Stimuleringsfonds voor de Pers.

WEB SI T E EN IN TER V IE W S

CIM. (2013, april 22). Opgeroepen op april 23, 2013, van Centrum voor Informatie over de Media: http://www.cim.be/media/Internet/Trafiek/Resultaten/Openbaar

Van Wijk, E. (2010). Hoe geloofwaardig zijn Belga en het ANP? Geraadpleegd op 28 april 2012 http://www.express.be/articles/nl/column/hoe-geloofwaardig-belga-het-anp/82232.htm

Verschelden , W. (2012, oktober 23). Debatavond journalistiek: Imago en online. (M. Opgenhaffen , Interviewer) Leuven: Katholieke Universiteit Leuven.

Page 71: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

71

B I J L A G E S

Met het oog op de grote hoeveelheid data die we gebruikten tijdens onze masterproef, kunnen we hier slechts een deel van ons oorspronkelijke werkmateriaal vrijgeven. Alle verzamelde data en basisgegevens die we gebruikten tijdens deze masterproef kan men immers terugvinden op de CD, die samen met deze masterproef werd ingediend.

BIJLAGE 1: Registratieformulieren cases

BIJLAGE 2: Codeboek

BIJLAGE 3: Mailverkeer

BIJLAGE 4: Tabellen en grafieken

Page 72: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

72

R E G I S T R A T I E F O R M U L I E R

Naam codeur: Glenn Dierick ....................................... Identificatienummer artikel: NB15 22 ................

Publicatiedatum: 15 maart 2013 ............................. Wordcount: 190 ..............................................................

Titel en ondertitel van het artikel:

Carrefour roept spaghetti bolognaise van Carrefour Discount terug .............................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

1) Binnenland:

Lokaal (1)

Regionaal (2)

Vlaanderen (3)

België (4)

Wallonië (5)

2) Nieuwssite:

www.hln.be (1)

www.nieuwsblad.be (2)

3) Format artikel:

Nieuwsbericht (1)

Interview (2)

Analyse/ nieuwsdossier (3)

Beeldverhaal (4)

Blog (5)

Opinie / commentaar (6)

Reportage (7)

Andere ______________________ (8)

4) Bron in creditline (Medium noteren bij optie 5 en 6)

Journalist (naam of initialen) (1)

Belga (2)

Journalist en Belga (3)

Geen identiteit weergegeven (4)

Andere media (5)

Andere media en journalist (6)

De redactie (7)

De redactie en Belga (8)

Andere: _______________________ (9)

5) Hoe wordt de naam van de journalist weergegeven indien de journalist vermeld wordt?

Initialen (1)

Volledige naamvermelding (2)

Volledige naamvermelding en functie (3)

Initialen en functie (4)

Functie (5)

6) Wat is de naam van de journalist(en)? (noteren zoals in creditline) gjs

Page 73: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

73

7) Hoeveel bronnen worden er aangehaald in de tekst: 2 8.1 A-Wat is de naam en functie van de

eerste bron? supermarktketen Carrefour

B- Welk soort functie heeft de eerste bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.3 A- Wat is de naam en functie van de derde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de derde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.2 A-Wat is de naam en functie van de tweede bron?

Consumentenorganisatie Test-Aankoop

B- Welk soort functie heeft de tweede bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.4 A- Wat is de naam en functie van de vierde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de vierde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

Page 74: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

74

8.5 A- Wat is de naam en functie van de vijfde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de vijfde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

9) Wat is het hoofdonderwerp van de tekst?

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

10) Kan je een bijkomend onderwerp terugvinden in de tekst?

Ja (0)

Nee (1)

11) Indien ja, welk onderwerpen zijn nog relevant? (maximum drie opties aanduiden)

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

12) Hoeveel bijkomende onderwerpen werden aangekruist? 1

Page 75: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

75

VERGELIJKING BELGA

13) Kunnen we een vergelijkbaar Belga-bericht opsporen?

Ja (0) 190

Nee (1)

14) Werden er meerdere Belga-berichten doorgestuurd over dit onderwerp?

Ja (0)

Nee (1)

15) Hoeveel Belga-berichten verschenen er over dit onderwerp? 1

16) Heeft Belga een correctie doorgestuurd over dit onderwerp?

Ja (0)

Nee (1)

17) Heeft Belga een vervolgbericht (update) doorgestuurd over dit onderwerp?

Ja (0)

Nee (1)

18) Overname kop Belga-bericht

Ja (0)

Nee (1)

19) A. Heeft de journalist meerdere Belga-berichten gebruikt voor zijn artikel?

Ja (0)

Nee (1)

B. Hoeveel? C. Wordcount:

20) Op welke dag stuurde Belga het bericht door? 15 maart 2013

21) Indien het artikel gebaseerd is op een Belga-bericht, bevat het nieuwe informatie?

Ja (0)

Nee (1)

22) Hoeveel procent van het artikel werd letterlijk overgenomen? 100 %

23) Hoeveel procent van het artikel heeft de journalist herschreven? 0,00 %

24) Hoeveel procent nieuwe info werd aangereikt door de journalist? 0,00 %

25) Typering eigen werk journalist:

Zelf harde nieuwsfeiten verzameld (1)

Context toegevoegd (2)

Duiding en analyse (3)

Kritische evaluatie (4)

Reportages en interviews (5)

Niet van toepassing (6)

Page 76: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

76

R E G I S T R A T I E F O R M U L I E R

Naam codeur: Helena Flamey .................................... Identificatienummer artikel: NB13 20 ................

Publicatiedatum: 13 maart 2013 ............................. Wordcount: 165 ..............................................................

Titel en ondertitel van het artikel:

België stuurt vijftigtal extra militairen naar Mali ....................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

8) Binnenland:

Lokaal (1)

Regionaal (2)

Vlaanderen (3)

België (4)

Wallonië (5)

9) Nieuwssite:

www.hln.be (1)

www.nieuwsblad.be (2)

10) Format artikel:

Nieuwsbericht (1)

Interview (2)

Analyse/ nieuwsdossier (3)

Beeldverhaal (4)

Blog (5)

Opinie / commentaar (6)

Reportage (7)

Andere ______________________ (8)

11) Bron in creditline (Medium noteren bij optie 5 en 6)

Journalist (naam of initialen) (1)

Belga (2)

Journalist en Belga (3)

Geen identiteit weergegeven (4)

Andere media (5)

Andere media en journalist (6)

De redactie (7)

De redactie en Belga (8)

Andere: _______________________ (9)

12) Hoe wordt de naam van de journalist weergegeven indien de journalist vermeld wordt?

Initialen (1)

Volledige naamvermelding (2)

Volledige naamvermelding en functie (3)

Initialen en functie (4)

Functie (5)

13) Wat is de naam van de journalist(en)? (noteren zoals in creditline) rvs

14) Hoeveel bronnen worden er aangehaald in de tekst: 3

Page 77: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

77

8.2 A-Wat is de naam en functie van de

eerste bron? Pieter De Crem, minister van Defensie (CD&V)

B- Welk soort functie heeft de eerste bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.3 A- Wat is de naam en functie van de derde bron in de tekst? Laurent Fabius, Franse minister van Buitenlandse Zaken

B- Welk soort functie heeft de derde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.2 A-Wat is de naam en functie van de tweede bron?

Bijeenkomst ministers Buitenlandse Zaken

B- Welk soort functie heeft de tweede bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.4 A- Wat is de naam en functie van de vierde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de vierde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

Page 78: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

78

8.5 A- Wat is de naam en functie van de vijfde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de vijfde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

22) Wat is het hoofdonderwerp van de tekst?

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

23) Kan je een bijkomend onderwerp terugvinden in de tekst?

Ja (0)

Nee (1)

24) Indien ja, welk onderwerpen zijn nog relevant? (maximum drie opties aanduiden)

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

25) Hoeveel bijkomende onderwerpen werden aangekruist? 0

Page 79: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

79

VERGELIJKING BELGA

26) Kunnen we een vergelijkbaar Belga-bericht opsporen?

Ja (0) 171

Nee (1)

27) Werden er meerdere Belga-berichten doorgestuurd over dit onderwerp?

Ja (0)

Nee (1)

28) Hoeveel Belga-berichten verschenen er over dit onderwerp? 1

29) Heeft Belga een correctie doorgestuurd over dit onderwerp?

Ja (0)

Nee (1)

30) Heeft Belga een vervolgbericht (update) doorgestuurd over dit onderwerp?

Ja (0)

Nee (1)

31) Overname kop Belga-bericht

Ja (0)

Nee (1)

32) A. Heeft de journalist meerdere Belga-berichten gebruikt voor zijn artikel?

Ja (0)

Nee (1)

C. Hoeveel? C. Wordcount:

33) Op welke dag stuurde Belga het bericht door? 13 maart 2013

34) Indien het artikel gebaseerd is op een Belga-bericht, bevat het nieuwe informatie?

Ja (0)

Nee (1)

22) Hoeveel procent van het artikel werd letterlijk overgenomen? 6,67%

23) Hoeveel procent van het artikel heeft de journalist herschreven? 84.85%

24) Hoeveel procent nieuwe info werd aangereikt door de journalist? 8.48%

25) Typering eigen werk journalist:

Zelf harde nieuwsfeiten verzameld (1)

Context toegevoegd (2)

Duiding en analyse (3)

Kritische evaluatie (4)

Reportages en interviews (5)

Niet van toepassing (6)

Page 80: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

80

R E G I S T R A T I E F O R M U L I E R

Naam codeur: Helena Flamey .................................... Identificatienummer artikel: NB13 39 ................

Publicatiedatum: 13 maart 2013 ............................. Wordcount: 528 ..............................................................

Titel en ondertitel van het artikel:

Minister Crevits vergadert over truckverbod bij hevige sneeuw .....................................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

15) Binnenland:

Lokaal (1)

Regionaal (2)

Vlaanderen (3)

België (4)

Wallonië (5)

16) Nieuwssite:

www.hln.be (1)

www.nieuwsblad.be (2)

17) Format artikel:

Nieuwsbericht (1)

Interview (2)

Analyse/ nieuwsdossier (3)

Beeldverhaal (4)

Blog (5)

Opinie / commentaar (6)

Reportage (7)

Andere ______________________ (8)

18) Bron in creditline (Medium noteren bij optie 5 en 6)

Journalist (naam of initialen) (1)

Belga (2)

Journalist en Belga (3)

Geen identiteit weergegeven (4)

Andere media (5)

Andere media en journalist (6)

De redactie (7)

De redactie en Belga (8)

Andere: _______________________ (9)

19) Hoe wordt de naam van de journalist weergegeven indien de journalist vermeld wordt?

Initialen (1)

Volledige naamvermelding (2)

Volledige naamvermelding en functie (3)

Initialen en functie (4)

Functie (5)

20) Wat is de naam van de journalist(en)? (noteren zoals in creditline) Tom Le Baq en Chris Snick

21) Hoeveel bronnen worden er aangehaald in de tekst: 5

Page 81: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

81

8.3 A-Wat is de naam en functie van de eerste bron?

Hilde Crevits (CD&V), Vlaams minister van Openbare Werken

B- Welk soort functie heeft de eerste bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.3 A- Wat is de naam en functie van de derde bron in de tekst? Danny Smagghe van Touring

B- Welk soort functie heeft de derde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.2 A-Wat is de naam en functie van de tweede bron?

Bart Suy, verkeersspecialist van de VRT-verkeersredactie

B- Welk soort functie heeft de tweede bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.4 A- Wat is de naam en functie van de vierde bron in de tekst? Maarten Matienko, van de mobiliteitsorganisatie VAB

B- Welk soort functie heeft de vierde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.5 A- Wat is de naam en functie van de vijfde bron in de tekst?

Isabelle De Magt van sectorfederatie Febetra

Page 82: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

82

B- Welk soort functie heeft de vijfde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

35) Wat is het hoofdonderwerp van de tekst?

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

36) Kan je een bijkomend onderwerp terugvinden in de tekst?

Ja (0)

Nee (1)

37) Indien ja, welk onderwerpen zijn nog relevant? (maximum drie opties aanduiden)

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

38) Hoeveel bijkomende onderwerpen werden aangekruist? 1

Page 83: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

83

VERGELIJKING BELGA

39) Kunnen we een vergelijkbaar Belga-bericht opsporen?

Ja (0)

Nee (1)

Page 84: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

84

R E G I S T R A T I E F O R M U L I E R

Naam codeur: Glenn Dierick .................................... Identificatienummer artikel: NB14 29 ...............

Publicatiedatum: 14 maart 2013 ........................... Wordcount: 621 ..............................................................

Titel en ondertitel van het artikel:

Borgerhout en De Wever in de clinch over betoging neofascisten ...................................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

22) Binnenland:

Lokaal (1)

Regionaal (2)

Vlaanderen (3)

België (4)

Wallonië (5)

23) Nieuwssite:

www.hln.be (1)

www.nieuwsblad.be (2)

24) Format artikel:

Nieuwsbericht (1)

Interview (2)

Analyse/ nieuwsdossier (3)

Beeldverhaal (4)

Blog (5)

Opinie / commentaar (6)

Reportage (7)

Andere ______________________ (8)

25) Bron in creditline (Medium noteren bij optie 5 en 6)

Journalist (naam of initialen) (1)

Belga (2)

Journalist en Belga (3)

Geen identiteit weergegeven (4)

Andere media (5)

Andere media en journalist (6)

De redactie (7)

De redactie en Belga (8)

Andere: _______________________ (9)

26) Hoe wordt de naam van de journalist weergegeven indien de journalist vermeld wordt?

Initialen (1)

Volledige naamvermelding (2)

Volledige naamvermelding en functie (3)

Initialen en functie (4)

Functie (5)

Page 85: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

85

27) Wat is de naam van de journalist(en)? (noteren zoals in creditline) gjs

28) Hoeveel bronnen worden er aangehaald in de tekst: 5 8.4 A-Wat is de naam en functie van de

eerste bron? De Morgen, De Ochtend

B- Welk soort functie heeft de eerste bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.3 A- Wat is de naam en functie van de derde bron in de tekst? Districtsburgemeester Marij Preneel (Groen)

B- Welk soort functie heeft de derde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.2 A-Wat is de naam en functie van de tweede bron?

Politiewoordvoerder Fons Bastianssens

B- Welk soort functie heeft de tweede bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15)

Andere: … (16) 8.4 A- Wat is de naam en functie van de vierde bron in de tekst? Zohra Othman van PVDA+

B- Welk soort functie heeft de vierde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15)

Page 86: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

86

Andere: … (16)

8.5 A- Wat is de naam en functie van de vijfde bron in de tekst? Sociale netwerksite Twitter

B- Welk soort functie heeft de vijfde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

40) Wat is het hoofdonderwerp van de tekst?

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

41) Kan je een bijkomend onderwerp terugvinden in de tekst?

Ja (0)

Nee (1)

42) Indien ja, welk onderwerpen zijn nog relevant? (maximum drie opties aanduiden)

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

43) Hoeveel bijkomende onderwerpen werden aangekruist? 0

Page 87: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

87

VERGELIJKING BELGA

44) Kunnen we een vergelijkbaar Belga-bericht opsporen?

Ja (0)

Nee (1)

R E G I S T R A T I E F O R M U L I E R

Naam codeur: Helena Flamey .................................... Identificatienummer artikel: NB13 18 ................

Publicatiedatum: 13 maart 2013 ............................. Wordcount: 834 ..............................................................

Titel en ondertitel van het artikel:

‘Kim De Gelder wil in de toekomst werken, trouwen en kinderen krijgen’ ..................................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

29) Binnenland:

Lokaal (1)

Regionaal (2)

Vlaanderen (3)

België (4)

Wallonië (5)

30) Nieuwssite:

www.hln.be (1)

www.nieuwsblad.be (2)

31) Format artikel:

Nieuwsbericht (1)

Interview (2)

Analyse/ nieuwsdossier (3)

Beeldverhaal (4)

Blog (5)

Opinie / commentaar (6)

Reportage (7)

Andere Minuut-tot-minuutverslag___ (8)

32) Bron in creditline (Medium noteren bij optie 5 en 6)

Journalist (naam of initialen) (1)

Belga (2)

Journalist en Belga (3)

Geen identiteit weergegeven (4)

Andere media (5)

Andere media en journalist (6)

De redactie (7)

De redactie en Belga (8)

Andere: _______________________ (9)

33) Hoe wordt de naam van de journalist weergegeven indien de journalist vermeld wordt?

Initialen (1)

Volledige naamvermelding (2)

Volledige naamvermelding en functie (3)

Initialen en functie (4)

Functie (5)

Page 88: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

88

34) Wat is de naam van de journalist(en)? (noteren zoals in creditline) kidr

35) Hoeveel bronnen worden er aangehaald in de tekst: 1 8.5 A-Wat is de naam en functie van de

eerste bron? Kidr, journaliste-verslaggever

B- Welk soort functie heeft de eerste bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.3 A- Wat is de naam en functie van de derde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de derde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.2 A-Wat is de naam en functie van de tweede bron?

B- Welk soort functie heeft de tweede bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.4 A- Wat is de naam en functie van de vierde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de vierde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Page 89: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

89

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.5 A- Wat is de naam en functie van de vijfde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de vijfde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

45) Wat is het hoofdonderwerp van de tekst?

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

46) Kan je een bijkomend onderwerp terugvinden in de tekst?

Ja (0)

Nee (1)

47) Indien ja, welk onderwerpen zijn nog relevant? (maximum drie opties aanduiden)

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

Page 90: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

90

48) Hoeveel bijkomende onderwerpen werden aangekruist?

0

VERGELIJKING BELGA

49) Kunnen we een vergelijkbaar Belga-bericht opsporen?

Ja (0)

Nee (1)

Page 91: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

91

R E G I S T R A T I E F O R M U L I E R

Naam codeur: Glenn Dierick ...................................... Identificatienummer artikel: NB15 20 ................

Publicatiedatum: 15 maart 2013 ............................. Wordcount: 273 ..............................................................

Titel en ondertitel van het artikel:

Te weinig gradaties om toerekeningsvatbaarheid De Gelder te beschrijven ..............................................

......................................................................................................................................................................................................

......................................................................................................................................................................................................

36) Binnenland:

Lokaal (1)

Regionaal (2)

Vlaanderen (3)

België (4)

Wallonië (5)

37) Nieuwssite:

www.hln.be (1)

www.nieuwsblad.be (2)

38) Format artikel:

Nieuwsbericht (1)

Interview (2)

Analyse/ nieuwsdossier (3)

Beeldverhaal (4)

Blog (5)

Opinie / commentaar (6)

Reportage (7)

Andere ______________________ (8)

39) Bron in creditline (Medium noteren bij optie 5 en 6)

Journalist (naam of initialen) (1)

Belga (2)

Journalist en Belga (3)

Geen identiteit weergegeven (4)

Andere media (5)

Andere media en journalist (6)

De redactie (7)

De redactie en Belga (8)

Andere: _______________________ (9)

40) Hoe wordt de naam van de journalist weergegeven indien de journalist vermeld wordt?

Initialen (1)

Volledige naamvermelding (2)

Volledige naamvermelding en functie (3)

Initialen en functie (4)

Functie (5)

41) Wat is de naam van de journalist(en)? (noteren zoals in creditline)

kidr

42) Hoeveel bronnen worden er aangehaald in de tekst: 2

Page 92: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

92

8.6 A-Wat is de naam en functie van de

eerste bron? Gerechtspsychiater Dr. Marc Gabriël

B- Welk soort functie heeft de eerste bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.3 A- Wat is de naam en functie van de derde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de derde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.2 A-Wat is de naam en functie van de tweede bron?

Gerechtspsychiater Cosyns

B- Welk soort functie heeft de tweede bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht/ Brandweer (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

8.4 A- Wat is de naam en functie van de vierde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de vierde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

Page 93: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

93

8.5 A- Wat is de naam en functie van de vijfde bron in de tekst?

B- Welk soort functie heeft de vijfde bron?

Bedrijf (1)

Politicus (2)

Overheidsinstantie (3)

Universiteit / Onderzoeksinstantie (4)

Onderzoeksbureau (5)

Expert (6)

Politie / Gerecht (7)

Gewone burger (8)

Ooggetuige (9)

Slachtoffer/Familie slachtoffer (10)

Betrokkene (11)

Persagentschap (12)

Ander medium (13)

PR (persbericht) (14)

Eigen inbreng van de journalist (15) Andere: … (16)

50) Wat is het hoofdonderwerp van de tekst?

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

51) Kan je een bijkomend onderwerp terugvinden in de tekst?

Ja (0)

Nee (1)

52) Indien ja, welk onderwerpen zijn nog relevant? (maximum drie opties aanduiden)

Binnenlandse politiek (1)

Consumenten en economie (2)

Sociaal-economisch nieuws (3)

Justitie (4)

Ordehandhaving (5)

Public Moral Problems (6)

Verkeer en ruimtelijke ordening (7)

Milieu en energie (8)

Onderwijs, opvoeding en gezin (9)

Medisch nieuws en volksgezondheid (10)

Wetenschap en technologie (11)

Media en cultuur (12)

Religie en zingeving (13)

Rampen en ongevallen (14)

Gewapende conflicten, terrorisme en defensie (15)

Human interest (16)

Sport (17)

Andere: __________________________ (18)

Page 94: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

94

53) Hoeveel bijkomende onderwerpen werden aangekruist? 0

VERGELIJKING BELGA

54) Kunnen we een vergelijkbaar Belga-bericht opsporen?

Ja (0) 366

Nee (1)

55) Werden er meerdere Belga-berichten doorgestuurd over dit onderwerp?

Ja (0)

Nee (1)

56) Hoeveel Belga-berichten verschenen er over dit onderwerp? 1

57) Heeft Belga een correctie doorgestuurd over dit onderwerp?

Ja (0)

Nee (1)

58) Heeft Belga een vervolgbericht (update) doorgestuurd over dit onderwerp?

Ja (0)

Nee (1)

59) Overname kop Belga-bericht

Ja (0)

Nee (1)

60) A. Heeft de journalist meerdere Belga-berichten gebruikt voor zijn artikel?

Ja (0)

Nee (1)

D. Hoeveel? 0 C. Wordcount:

61) Op welke dag stuurde Belga het bericht door? 15 maart 2013

62) Indien het artikel gebaseerd is op een Belga-bericht, bevat het nieuwe informatie?

Ja (0)

Nee (1)

22) Hoeveel procent van het artikel werd letterlijk overgenomen? 62,64 %

23) Hoeveel procent van het artikel heeft de journalist herschreven? 37,36 %

24) Hoeveel procent nieuwe info werd aangereikt door de journalist?

25) Typering eigen werk journalist:

Page 95: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

95

Zelf harde nieuwsfeiten verzameld (1)

Context toegevoegd (2)

Duiding en analyse (3)

Kritische evaluatie (4)

Reportages en interviews (5)

Niet van toepassing (6)

Page 96: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

96

C O D E B O E K

Voor de operationalisering van de variabelen die vermeld worden in het registratie-formulier maken we gebruik van een codeboek. Hierin worden de variabelen op een duidelijke manier gedefinieerd en afgebakend, waardoor dit codeboek fungeert als een handleiding bij het invullen van het registratieformulier. Bij de opstelling van dit codeboek hebben we ons onder meer gebaseerd op het werk van Sarah van Leuven (2009, pp. ) .

1) Naam codeur 2) Identificatienummer artikel: Het belangrijk dat ieder artikel een nummer krijgt, zodat we

onze onderzoeksobjecten- in dit geval binnenlandse nieuwsberichten- gemakkelijker kunnen coderen wanneer we gebruik maken van statistische software. Het artikelnummer maakt het tevens mogelijk om het artikel na de codeerfase te identificeren.

3) Publicatiedatum artikel: We noteren de datum wanneer het artikel op het internet geplaatst werd. Deze variabele is belangrijk aangezien we de artikels op deze manier makkelijker kunnen identificeren. Deze informatie is daarnaast ook geschikt om na te gaan wanneer de Belga-berichten werden vrijgegeven.

4) Wordcount: Deze variabele geeft een indicatie over de lengte van het artikel. We hebben bewust gekozen voor een metrische variabele i.p.v. een ordinale variabele omdat deze de nauwkeurigheid van ons meetinstrument bevordert. Pas in een later stadium zullen we de variabele hercoderen in klassen.

5) Titel en ondertitel van het artikel: Naast het artikelnummer zal deze variabele het identificatieproces na de codeerfase een stuk makkelijker maken. Deze variabele zal ook aangewend worden wanneer we het artikel in een latere fase willen vergelijken met een vergelijkbaar Belga-bericht.

6) Binnenland: Wanneer we spreken over binnenlands nieuws denken we voornamelijk aan de gebeurtenissen en nieuwsfeiten die zich afspelen binnen onze landsgrenzen. Al wat zich afspeelt buiten de Belgische grenzen wordt al snel onder de noemer buitenland geplaatst. In de praktijk is de grens tussen binnenlands nieuws en buitenlands nieuws niet altijd even duidelijk. Zo beschouwen de meeste journalisten de busramp in Zwitserland als binnenlands nieuws terwijl deze ramp zich afspeelde in het buitenland. Ook toen acteur Matthias Schoenaerts zijn contract tekende bij het Amerikaanse agentschap CAA, werd dit als binnenlands nieuws beschouwd. Onder binnenlands nieuws verstaan we dus niet alleen de nieuwswaardige gebeurtenissen die zich afspelen binnen onze landsgrenzen, maar ook de nieuwsfeiten waarbij geheel of delen van België centraal staan en/of nieuwsfeiten waar bekende Belgen of Belgische organisaties een belangrijke rol spelen, ongeacht het land waarin de gebeurtenis plaatsvindt. In ons onderzoek werden alleen de berichten geselecteerd die onder de rubriek ‘Binnenland’ verschenen. Bij de variabele ‘binnenland’ probeerden we het nieuws ook geografisch te positioneren aan de hand van volgende categorieën: (1) lokaal, (2) regionaal, (3) Vlaanderen, (4) Wallonië en (5) België. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

7) Nieuwssite: hier duiden we aan of de berichten zijn afkomstig van de site www.nieuwsblad.be of van www.hln.be . Gezien we de resultaten tussen de twee nieuwssites later willen bekijken is deze variabele erg belangrijk voor ons onderzoek.

8) Format artikel: We gebruiken deze variabele om verschillen vast te stellen tussen de verschillende soorten artikels wat betreft het bronnengebruik. We doen hierbij een beroep op het Stijlboek van De Standaard. We onderscheiden vijf verschillende formats: a) Nieuwsbericht: Dit zijn de artikels die berichten over de actuele gebeurtenissen.

Nieuwsberichten worden opgebouwd volgens de omgekeerde piramidestructuur

Page 97: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

97

(journalisten schrijven eerst de essentie, daarna pas volgt de uitleg) en moeten een antwoord bieden op de vijf W’s (Wie? Wat? Waar? Waarom? Wanneer?).

b) Interview: In een interview laat de journalist één of meerdere personen aan het woord. Deze artikelvorm kan uitgeschreven worden volgens de klassieke vraag-antwoordstructuur, maar kan ook in verhaalvorm worden weergegeven. In dit laatste geval laat de journalist zijn interviewee volledig zijn verhaal doen zonder vragen te stellen. Bij een verhalend interview geeft de journalist wel vaak een korte beschrijving van de geïnterviewde in de inleiding.

c) Analyse/nieuwsdossier: In een analyse beperkt men zich in tegenstelling tot een nieuwsbericht niet alleen tot het bespreken van een nieuwsfeit, maar probeert de journalist het nieuws ook te duiden. Een nieuwsanalyse situeert het feit in een ruimere context; het verklaart hoe het feit ontstaan is en wat de gevolgen kunnen zijn, het legt de belangen van verschillende instanties bloot,…

d) Beeldverhaal: Een beeldverhaal bestaat uit een reeks foto’s die van verklarende ondertekstjes voorzien worden.

e) Blog: In sommige gevallen wordt er in de nieuwssite verwezen naar de journalistieke blog van een van hun medewerkers.

f) Commentaar/opinie: In een commentaar- of opiniestuk geeft een journalist (meestal de hoofdredacteur) zijn eigen reflecties en bedenkingen weer bij een actuele gebeurtenis in de vorm van een betoog.

g) Reportage: De reportage is het ‘verhaal’ in de krant. Zelf meegemaakt, aangrijpend en toonaangevend. In een reportage reflecteert de journalist zijn eigen emoties en persoonlijke ervaringen en fungeert hij eveneens als de ogen, oren en neus van de lezer. Een reporter heeft ook oog voor detail.

h) Andere: Al de artikelvormen die niet onder de bovenstaande categorieën kunnen worden geplaatst, bv. Reportage. Wanneer men deze optie aanvinkt moet de artikelvorm ernaast worden neergeschreven.

9) Bron creditline: Hier gaan we op zoek naar de auteur van het artikel. De creditline verschijnt meestal boven of onder het webartikel. In het registratieformulier is het mogelijk om meer dan één bron aan te duiden. a) Journalist: De journalist kan bij de initialen vernoemd of zijn volledige naam kan vermeld

worden in de credit line. Er kunnen ook meerdere journalisten in de credit line vermeld worden.

b) Belga: Deze categorie kruisen we aan wanneer Belga wordt aangehaald in de credit line. c) Journalist en Belga: Aanvinken indien het persagentschap Belga samen met één of

meerdere journalisten wordt weergegeven in de creditline d) Geen identiteit weergegeven: Er is geen bron terug te vinden in de creditline. e) Andere media: Het artikel is gebaseerd op informatie uit een andere krant of een ander

media-kanaal. f) Andere media en journalist: Er wordt een andere krant of mediakanaal samen met één of

meerdere journalisten aangehaald. g) De redactie: Het bericht wordt niet geattribueerd aan een welbepaalde journalist maar

aan de voltallige redactie. h) De redactie en Belga: Zowel Belga als de redactie wordt vernoemd in de creditline. i) Andere: Wanneer er wel een bron vermeld staat in de creditline, maar indien men deze

bron niet kan plaatsen bij één van de bovenstaande categorieën, vinken we deze optie aan. Indien men deze optie aanvinkt moet de vermelde bron genoteerd worden.

10) Weergave naam journalist: Hierbij beschouwen we wie de journalistieke auteur is van het redactionele artikel en in hoe het gesteld is met de auteursattributie. Welke journalistieke bron wordt vermeldt als schrijver van het artikel? Hier kan het voorkomen dat bijvoorbeeld twee journalisten samengewerkt hebben aan een artikel, en dat de ene journalist bij naam

Page 98: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

98

genoemd wordt, en de andere enkel bij intitialen. Bij het opstellen van deze variabele baseerden we ons op het onderzoek van Toon Rennen (2000). a) Initialen: Hieronder coderen we artikels waarbij de credit line bestaat uit de initialen van

de (vaste) redacteur(s) die het artikel geschreven heeft/hebben. Gezien webredacties vaak automatisch de artikels van hun zusterkranten op het web plaatsen, kan het bijvoorbeeld zijn dat een artikel dat verscheen op hln.be geschreven werd door een webredacteur van De Morgen.

b) Volledige naamvermelding: Hieronder coderen we artikels waarbij de (vaste) redacteur(s) die het artikel geschreven heeft/hebben in de creditline met zijn/hun volledige naam genoemd wordt/worden.

c) Volledige naamvermelding en functie: Deze optie wordt aangeduid wanneer naast een volledige naamsvermelding ook de volledige functie van de journalist wordt weergegeven. In de meeste gevallen gaat het hier dan om iemand van de hoofdredactie.

d) Initialen en functie: De initialen en de functie van de journalist worden vrijgegeven. e) Functie: Alleen de functie van de journalist wordt vermeld.

11) Naam van de vermelde journalist: We vragen tevens om de naam van de journalist weer te geven zoals deze in de credit line wordt aangehaald. Op deze wijze kunnen we bijvoorbeeld nagaan of de artikels met een verkeerde bronattributie niet toe te schrijven zijn aan één journalist.

12) Informatiebronnen in de tekst: Aan de hand van deze variabele gaan we op zoek naar de belangrijkste bronnen die weergegeven worden in de tekst van het artikel. Vooreerst identificeren we bron door de naam en de functie van de geciteerde of geparafraseerde bron volledig weer te geven. Dit hoeven niet per se personen te zijn ook andere mediakanalen, groeperingen en organisaties kunnen hier worden aangehaald. Maximaal kunnen er vijf bronnen worden aangehaald. a) Bedrijf: Wanneer de opinie van een bedrijf wordt aangehaald over een gebeurtenis of een

situatie. Niet afkomstig van een persbericht. b) Politicus: Wanneer er een politicus of een politieke groepering/instantie, geciteerd of

geparafraseerd voorkomt in het artikel. c) Overheidsinstantie d) Universiteit / Onderzoeksinstantie e) Onderzoeksbureau: f) Expert: Wanneer de persoon in zijn hoedanigheid als expert een bijdrage levert aan

het maatschappelijk debat. g) Politie / Gerecht: Bij rechtszaken en ongevallen worden deze primaire bronnen vaak

aangehaald. Ook brandweerlieden vallen onder deze categorie. h) Gewone burger: i) Ooggetuige: Onder deze categorie vallen niet alleen de mensen die een ongeval hebben

zien gebeuren, maar ook mensen die getuigen voor de rechtbank en geen noemenswaardige banden onderhouden met het slachtoffer of de beklaagde.

j) Slachtoffer/Familie slachtoffer: k) Betrokkene: Dader, woordvoerder van de dader, advocaat, manager van betrokken l) persoon. Ook de hoofdpersoon van het artikel, belangrijk persoon in het verhaal. m) Persagentschap: n) Ander medium: Wanneer de journalist zelf een interview heeft afgenomen, zelf

informatie heeft verzameld. o) PR (persbericht): p) Eigen inbreng van de journalist: q) Andere:

Page 99: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

99

13) Thema’s binnenlands nieuws: Hoewel sommige artikels meerdere thema’s kunnen behandelen, duiden enkel het thema aan dat het best aansluit bij de inhoud van het artikel. Bij het vaststellen en definiëren van de thema’s hebben we ons sterk gebaseerd op het werk van Sarah van Leuven (2009). Naast een hoofdonderwerp kunnen er ook drie bijkomende onderwerpen worden aangeduid.

a Binnenlandse politiek: Artikels die onder meer handelen over verkiezingen, beleidsmaatregelen en spanningen tussen politieke partijen. Artikels waarin politici in het nieuws komen omwille van schandalen in hun privéleven vallen niet onder deze categorie. b. Consumenten en economie: Hieronder klasseren we alle artikels met financieel-economisch nieuws. Volgende onderwerpen behoren tot deze categorie: de toestand van de economie, economische indexen, fiscale maatregelen, prijsverhogingen, budgettaire issues, monopolies, wettelijke maatregelen en economisch beleid, international economie, beurs, etc. c. Sociaal-economisch nieuws: Onder deze categorie plaatsen we alle artikels die handelen over arbeidsverhoudingen. Cao’s, herstructureringen, stakingen, bedrijfssluitingen, bedrijfsraadverkiezingen, onrusten bij fusies en overname, activiteiten van vakbonden, buitenlandse arbeiders of gastarbeiders, arbeidsmarkt, tewerkstelling, sociale zekerheid, sociaal-economisch beleid, … d. Justitie: Hieronder coderen we alle artikels die handelen over de werking van justitie, gerechtelijke beslissingen, overheid en justitie en het verloop van rechtszaken. e. Ordehandhaving: Hieronder verstaan we alle activiteiten van politie, brandweer, civiele bescherming en andere ordediensten. Het artikel kan dus handelen over arrestaties en over de opsporing van criminelen, maar ook over de werking van de diensten. Vervolgens hoort ook alle nieuws uit de criminele sfeer hier thuis: overvallen, diefstal, ontvoeringen, fraude enzovoort. f. Public moral problems (Brown et al.): Deze artikels behandelen onderwerpen die gevoelig liggen in de maatschappij en daardoor regelmatig controverse oproepen. g. Verkeer en ruimtelijke ordening: Alle artikels die te maken hebben met de verkeersproblematiek en mobiliteit (het fileprobleem, openbaar vervoer) en ruimtelijke ordening (gewestplannen, afbreken van huizen). h. Milieu en natuur: Alle artikels over de milieuproblematiek en over de natuurlijke omgeving van mens en dier, ook nieuwsberichten die handelen over de activiteiten van milieuorganisaties (Gaia) en het milieubeleid vallen onder deze categorie. i. Onderwijs en opvoeding: Alle berichten die handelen over onderwijsinstellingen en het onderwijsbeleid. Voorbeelden zijn; nieuws over hogere opleidingen, leerlingen en studenten, standaard van lesgeven, relaties tussen leraren en ouders, relaties tussen leraren en studenten, inschrijvingen, etc. j. Medisch nieuws en volksgezondheid: Voorbeelden van artikels die hier thuishoren zijn: nieuws over het gezondheidsbeleid en wettelijke maatregelen, ziekteverzekeringen, de status van de sociale diensten, ontwikkelingen in de medische praktijk, welzijn, epidemieën, … k. Wetenschap, techniek en nieuwe communicatietechnologieën: Uitvindingen, innovaties, wetenschappelijke prijzen, ruimtevaart, resultaten van wetenschappelijk onderzoek, moderne technologie,… l. Media en cultuur: Het eerste betreft alle berichtgeving over kunst, film, mediabeleid, kranten, radio en televisie. m. Religie en zingeving: Alle nieuws over de activiteiten of uitspraken van de paus, de bisschoppen, imams, enzovoort. Ook het tanend kerkbezoek kan men plaatsen onder deze categorie.

Page 100: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

100

n. Rampen en ongevallen: Alle mogelijke verkeersongevallen, branden, natuurrampen, ongelukken thuis of op een publieke plaats waarover wordt bericht, horen hier thuis. o. Gewapende conflicten, terrorisme en defensie: Onder deze rubriek valt het zwaardere criminele nieuws dat meestal een achterliggend politiek motief heeft. We hebben het hier dus over terrorisme, oorlogen en opstanden. p. Human interest: Onder deze rubriek catalogeren we artikels die handelen over faits divers, het lichte nieuws zonder veel nieuwswaarde. q. Sport: Hieronder hoort alles thuis wat te maken heeft met sport: atleten, transfers, wedstrijden, dopingproblematiek, enzovoort. r. Andere: Als het artikel een onderwerp behandelt dat in geen enkele van de genoemde categorieën past, coderen we het hieronder.

VERGELIJKING BELGA-BERICHT

Dit gedeelte van het formulier wordt enkel ingevuld wanneer we een bijhorend Belga-bericht konden opsporen. Wanneer we positief hebben geantwoord op “vergelijkbaar Belga-bericht”, moeten we meer informatie prijs geven. Zo geven we de exacte wordcount weer van de gebruikte berichten. En geven we onder meer aan hoeveel persberichten er over een bepaald nieuwsfeit zijn uitgestuurd en welke Belga-berichten er effectief gebruikt worden. Het is best mogelijk dat Belga een correctie uitstuurt of een gebeurtenis op de voet volgt en meerdere berichten per dag verzendt over dit nieuwsfeit. Daarom geven we ook aan of er een correctiebericht werd doorgestuurd of een vervolgbericht (update) verscheen over een welbepaald nieuwsgebeuren. Tot slot geven we ook de datum weer wanneer het bericht werd verzonden.

Een eerste variabele die ons een indicatie moet geven van het aandeel voorverpakte persbureau-informatie in een webbericht is de overname van de kop. Op deze vraag zijn slechts twee antwoorden mogelijk, namelijk ja of neen. We kruisen enkel “ja” aan als de kop integraal wordt overgenomen; er mag m.a.w. geen enkel woord verschillen, ook de woordvolgorde moet intact gebleven zijn. Wanneer dit niet het geval is duiden we het vakje “Nee” aan.

AANDEE L V OOR VER P A KT E IN FOR MA TI E

Voor deze onderzoeksvraag baseerden we ons deels op Hijmans et. al. (2009) hun meetinstrument. Zij operationaliseerden deze variabele aan de hand van vier categorieën. Wij wilden echter veel verfijnder te werk gaan en het precieze aandeel overgenomen informatie achterhalen. Door het webartikel naast het gebruikte Belga-artikel te plaatsen, probeerden wij te bepalen welk aandeel er letterlijk of in herschreven vorm werd overgenomen en welk aandeel van het artikel er nieuwe info bevatte. Door de vastgestelde hoeveelheid overgenomen info te markeren en te delen door de totale wordcount, berekenden wij het exacte percentage overgenomen info. We gingen op dezelfde manier te werk bij het vaststellen van de herschreven Belga-informatie en de nieuwe info in de tekst.

Page 101: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

101

EIG EN W ER K JOU R NA LI S T

Gezien we niet met zekerheid kunnen nagaan of het nieuwe informatie in het artikel wel degelijk afkomstig is van de journalist zelf, namen we deze variabele niet op in onze studie. Het is immers mogelijk dat de nieuwe informatie werd overgenomen uit een andere secundaire bron. Voor degenen die toch een goed beeld wensen te krijgen wat deze onderzoeksvraag inhoudt verwijzen we naar de ongepubliceerde Masterproef van Silja Decock (pp. 95-104).

Page 102: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

102

BIJLAGE 3: MAILVERKEER

Pascal Weiss

Page 103: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

103

Dirk Vander Elst

Page 104: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

104

Page 105: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

105

Page 106: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

106

Page 107: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

107

Page 108: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

108

Het Laatste Nieuws

Page 109: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

109

Page 110: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

110

Page 111: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

111

BIJLAGE 4: TABELLEN EN GRAFIEKEN

Aantal artikels

HLN.be Nieuwsblad.be Totaal

13/03/13 65 41 106

14/03/13 34 48 82

15/03/13 68 37 105

TOTAAL 167 126 293

Procent 57,00% 43,00% 100,00%

57,00%

43,00%

Procent aantal binnenlandse artikels

HLN.be

Nieuwsblad.be

Page 112: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

112

65

34

68

167

41 48

37

126

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

13/03/13 14/03/13 15/03/13 TOTAAL

Aantal artikels HLN.be

Aantal artikels Nieuwsblad.be

Page 113: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

113

-

Wordcount artikels

HLN.be Nieuwsblad.be Totaal

Gemiddeld aantal woorden per bericht 242 312 554

Kortste bericht 68 37 105

Langste bericht 1014 1223 2237

Totale wordcount 40324 39280 79604

Procent totale wordcount 50,66% 49,34% 100,00%

Grootte artikel

HLN.be Nieuwsblad.be Totaal

Klein artikel 30 14 44

Middelgroot artikel 104 65 169

Groot artikel 26 29 55

Zeer groot artikel 7 18 25

TOTAAL 167 126 293

Page 114: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

114

Format artikel

Klein artikel Middelgroot

artikel Groot artikel

Zeer groot artikel

Totaal

Nieuwsbericht 35 108 9 0 152

Interview 0 14 12 2 28

Analyse / Nieuwsdossier

6 44 28 15 93

Beeldverhaal 3 0 0 0 3

Opinie / commentaar

0 0 3 1 4

Reportage 0 3 2 3 8

Andere 0 0 1 4 5

TOTAAL 44 169 55 25 293

30

104

26

7

14

65

29

18

0

20

40

60

80

100

120

Klein artikel Middelgroot artikel Groot artikel Zeer groot artikel

HLN.be

Nieuwsblad.be

Page 115: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

115

17,96%

62,28%

15,57%

4,19% 11,11%

51,59%

23,02%

14,29%

Klein artikel Middelgroot artikel Groot artikel Zeer groot artikel

Lengte artikel

Lengte artikel HLN.be Lengte artikel Nieuwsblad.be

Page 116: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

116

Format artikel

HLN.be % Nieuwsblad.be % Totaal

Nieuwsbericht 97 58,08% 55 43,65% 152

Interview 9 5,39% 19 15,08% 28

Analyse / Nieuwsdossier

57 34,13% 36 28,57% 93

Beeldverhaal 1 0,60% 2 1,59% 3

Opinie / commentaar 0 0,00% 4 3,17% 4

Reportage 3 1,80% 5 3,97% 8

Andere 0 0,00% 5 3,97% 5

TOTAAL 167 100,00% 126 100,00% 293

97

9

57

1 0 3 0

55

19

36

2 4 5 5

0

20

40

60

80

100

120

Nieuwsbericht Interview Analyse /Nieuwsdossier

Beeldverhaal Opinie /commentaar

Reportage Andere

HLN.be

Nieuwsblad.be

Page 117: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

117

Doelgebied artikel

HLN.be Nieuwsblad.be Totaal

Lokaal 48 24 72

Regionaal 26 12 38

Vlaanderen 9 14 23

Wallonië 6 5 11

België 93 94 187

26,37%

14,29%

4,95% 3,30%

51,10%

16,11%

8,05% 9,40%

3,36%

63,09%

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

70,00%

Lokaal Regionaal Vlaanderen Wallonië België

Doelgebied artikel

HLN.be

Nieuwsblad.be

Page 118: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

118

Bronvermelding in creditline

HLN.be % Nieuwsblad.be % Totaal

Journalist (naam of initialen)

2 1,20% 59 46,83% 61

Journalist en Belga 111 66,47% 56 44,44% 167

Belga 0 0,00% 5 3,97% 5

Andere media en journalist

6 3,59% 3 2,38% 9

Redactie 2 1,20% 0 0,00% 2

Redactie en Belga 43 25,75% 0 0,00% 43

Geen identiteit 0 0,00% 3 2,38% 3

Andere 3 1,80% 0 0,00% 3

TOTAAL 167 100,00% 126 100,00% 293

Page 119: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

119

Aantal journalisten

HLN.be Nieuwsblad.be Totaal

1 118 109 227

2 2 8 10

3 1 1 2

TOTAAL 121 118 239

2

111

0

6 2

43

0 3

59 56

5 3

0 0 3

0 0

20

40

60

80

100

120

Jou

rnal

ist

(naa

m o

fin

itia

len

)

Jou

rnal

ist

enB

elg

a Be

lga

An

der

em

edia

en

jou

rnal

ist

Re

dac

tie

Re

dac

tie

enB

elg

a

Gee

nid

enti

teit

An

der

e

HLN.be

Nieuwsblad.be

Page 120: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

120

Aantal bronnen

HLN.be Nieuwsblad.be Totaal

0 11 4 15

1 73 60 133

2 58 41 99

3 18 15 33

4 5 3 8

5 2 3 5

TOTAAL 167 126 293

Page 121: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

121

Gemiddeld bezoekers

nieuwssites

Per week Per dag

Bezoekers Pagina

verzoeken Bezoekers

Pagina

verzoeken

HLN.be 771144,67 4175822,67 110163,52 596546,10

Nieuwsblad.be 722114,67 4193354,00 103159,24 599050,57

Deredactie.be 332212,00 1034217,00 47458,86 147745,29

De Morgen 171165,00 719384,00 24452,14 102769,14

De Standaard 529300,00 2355761,00 75614,29 336537,29

De Tijd 185347,00 711805,00 26478,14 101686,43

Het Belang van

Limburg 160701,00 666429,00 22957,29 95204,14

De Gazet van Antwerpen 202536,00 1028748,00 28933,71 146964,00

Le Monde 49333,00 155786,00 7047,57 22255,14

Le Soir 214008,00 839066,00 30572,57 119866,57

Le Libre.be 118125,00 453693,00 16875,00 64813,29

Page 122: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

122

0,00100000,00200000,00300000,00400000,00500000,00600000,00700000,00800000,00900000,00

Gemiddeld aantal bezoekers per week

Bezoekers

Page 123: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

123

Hoofdonderwerp artikel

HLN.be % Nieuws-

blad.be % Totaal

1. Binnenlandse politiek 22 13,17% 17 13,49% 39

2. Consumenten en economie 1 0,60% 2 1,59% 3

3. Sociaal-economisch nieuws 5 2,99% 11 8,73% 16

4. Justitie 60 35,93% 36 28,57% 96

5. Ordehandhaving 11 6,59% 4 3,17% 15

6. Public Moral Problems 2 1,20% 4 3,17% 6

7. Verkeer en ruimtelijke

ordening 21 12,57% 16 12,70% 37

8. Milieu en energie 2 1,20% 1 0,79% 3

9. Onderwijs, opvoeding en

gezin 2 1,20% 1 0,79% 3

10. Medisch nieuws en

volksgezondheid 5 2,99% 3 2,38% 8

11. Wetenschap en

technologie 2 1,20% 2 1,59% 4

12. Media en cultuur 1 0,60% 3 2,38% 4

13. Religie en zingeving 2 1,20% 7 5,56% 9

14. Rampen en ongevallen 7 4,19% 3 2,38% 10

15. Gewapende conflicten,

terrorisme en defensie 6 3,59% 4 3,17% 10

16. Human interest 2 1,20% 2 1,59% 4

17. Sport 1 0,60% 1 0,79% 2

Page 124: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

124

18. Andere 15 8,98% 9 7,14% 24

TOTAAL 167 100,00% 126 100,00% 293

Page 125: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

125

Doordat er sprake is van heel wat onderwerpen, heb ik ze allemaal genummerd in de tabel, zodat ze allemaal in bovenstaande grafiek konden verwerkt worden.

Bijkomend onderwerp

Is er een bijkomend

onderwerp? HLN.be % Nieuwsblad.be % Totaal

Ja 42 25,15% 37 29,37% 79

Nee 125 74,85% 89 70,63% 214

TOTAAL 167 100,00% 126 100,00% 293

0,00%

5,00%

10,00%

15,00%

20,00%

25,00%

30,00%

35,00%

40,00%

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

Hoofdonderwerp artikel

HLN.be

Nieuwsblad.be

25,15% 29,37%

74,85% 70,63%

HLN.be Nieuwsblad.be

Bijkomend onderwerp

Bijkomend onderwerp Geen bijkomend onderwerp

Page 126: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

126

Bijonderwerpen van de artikels

HLN.be % Nieuws-

blad.be % Totaal

1. Binnenlandse politiek 10 21,28% 6 14,29% 16

2. Consumenten en economie 1 2,13% 3 7,14% 4

3. Sociaal-economisch nieuws 5 10,64% 4 9,52% 9

4. Justitie 3 6,38% 3 7,14% 6

5. Ordehandhaving 5 10,64% 1 2,38% 6

6. Public Moral Problems 3 6,38% 2 4,76% 5

7. Verkeer en ruimtelijke

ordening 2 4,26% 3 7,14% 5

8. Milieu en energie 1 2,13% 0 0,00% 1

9. Onderwijs, opvoeding en

gezin 2 4,26% 2 4,76% 4

10. Medisch nieuws en

volksgezondheid 2 4,26% 3 7,14% 5

11. Wetenschap en

technologie 0 0,00% 0 0,00% 0

12. Media en cultuur 1 2,13% 0 0,00% 1

13. Religie en zingeving 0 0,00% 0 0,00% 0

14. Rampen en ongevallen 5 10,64% 5 11,90% 10

15. Gewapende conflicten,

terrorisme en defensie 2 4,26% 1 2,38% 3

16. Human interest 2 4,26% 3 7,14% 5

17. Sport 0 0,00% 0 0,00% 0

Page 127: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

127

18. Andere 3 6,38% 6 14,29% 9

TOTAAL 47 100,00% 42 100,00% 89

0,00%

5,00%

10,00%

15,00%

20,00%

25,00%

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

Bijonderwerpen van de artikels

HLN.be

Nieuwsblad.be

92,82%

48,41%

7,19%

51,59%

HLN.be Nieuwsblad.be

Vermelding Belga

Belga vermeld Belga niet vermeld

Page 128: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

128

Aantal bronnen die worden

aangehaald in de tekst

HLN.be Nieuwsblad.be Totaal

0 11 4 15

1 73 60 133

2 58 41 99

3 18 15 33

4 5 3 8

5 2 3 5

TOTAAL 167 126 293

Page 129: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

129

Functie bronnen

HLN.be % Nieuws-

blad.be % TOTAAL %

1. Bedrijf 25 9,16% 20 9,35% 45 9,24%

2. Politicus 54 19,78% 47 21,96% 101 20,74%

3. Overheidsinstantie 15 5,49% 10 4,67% 25 5,13%

4. Universiteit/Onderzoeks-

instantie 7 2,56% 4 1,87% 11 2,26%

5. Onderzoeksbureau 4 1,47% 3 1,40% 7 1,44%

6. Expert 30 10,99% 23 10,75% 53 10,88%

7. Politie/ Brandweer/Gerecht 54 19,78% 32 14,95% 86 17,66%

8. Gewone burger 2 0,73% 4 1,87% 6 1,23%

9. Ooggetuige 4 1,47% 2 0,93% 6 1,23%

10. Slachtoffer/familie 8 2,93% 5 2,34% 13 2,67%

11. Betrokkene/Dader 20 7,33% 11 5,14% 31 6,37%

12. Persagentschap 1 0,37% 0 0,00% 1 0,21%

13. Andere media 29 10,62% 24 11,21% 53 10,88%

14. PR (persbericht) 4 1,47% 4 1,87% 8 1,64%

15. Eigen inbreng journalist 1 0,37% 10 4,67% 11 2,26%

16. Andere 15 5,49% 15 7,01% 30 6,16%

TOTAAL 273 100,00% 214 100,00% 487 100,00%

Page 130: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

130

0,00%

5,00%

10,00%

15,00%

20,00%

25,00%

Functies van de bronnen

HLN.be

Nieuwsblad.be

Page 131: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

131

Hoofdonderwerp artikel

HLN.be % Nieuws-

blad.be % Totaal %

;1. Binnenlandse politiek 22 13,17% 17 13,49% 39 13,31%

2. Consumenten en economie 1 0,60% 2 1,59% 3 1,02%

3. Sociaal-economisch nieuws 5 2,99% 11 8,73% 16 5,46%

4. Justitie 60 35,93% 36 28,57% 96 32,76%

5. Ordehandhaving 11 6,59% 4 3,17% 15 5,12%

6. Public Moral Problems 2 1,20% 4 3,17% 6 2,05%

7. Verkeer en ruimtelijke

ordening 21 12,57% 16 12,70% 37 12,63%

8. Milieu en energie 2 1,20% 1 0,79% 3 1,02%

9. Onderwijs, opvoeding en

gezin 2 1,20% 1 0,79% 3 1,02%

10. Medisch nieuws en

volksgezondheid 5 2,99% 3 2,38% 8 2,73%

11. Wetenschap en

technologie 2 1,20% 2 1,59% 4 1,37%

12. Media en cultuur 1 0,60% 3 2,38% 4 1,37%

13. Religie en zingeving 2 1,20% 7 5,56% 9 3,07%

14. Rampen en ongevallen 7 4,19% 3 2,38% 10 3,41%

15. Gewapende conflicten,

terrorisme en defensie 6 3,59% 4 3,17% 10 3,41%

16. Human interest 2 1,20% 2 1,59% 4 1,37%

17. Sport 1 0,60% 1 0,79% 2 0,68%

Page 132: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

132

18. Andere 15 8,98% 9 7,14% 24 8,19%

TOTAAL 167 100,00% 126 100,00% 293 100,00%

Vergelijkbaar Belga-bericht verschenen

Vergelijkbaar

Belga bericht

verschenen?

HLN.be % Nieuws-

blad.be % TOTAAL %

Ja 157 94,01% 74 58,73% 232 78,89%

Nee 10 5,99% 52 41,27% 62 21,11%

TOTAAL 167 100,00% 126 100,00% 294 100,00%

94,01%

58,73%

5,99%

41,27%

HLN.be Nieuwsblad.be

Is er een vergelijkbaar Belga-bericht verschenen?

Ja Nee

Page 133: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

133

Ja 79%

Nee 21%

Is er een vergelijkbaar Belga-bericht verschenen?

Page 134: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

134

Statistieken Belga-berichten

Aantal artikels 249

Gemiddelde wordcount 227,27522

Totale wordcount 56591

Minimum 70

Maximum 485

Overname kop Belga-bericht

Kop Belga-bericht

letterlijk over-

genomen?

HLN.be % Nieuws-

blad.be % TOTAAL %

Ja 47 29,94% 24 32,43% 71 30,74%

Nee 110 70,06% 50 67,57% 160 69,26%

TOTAAL 157 100,00% 74 100,00% 231 100,00%

Page 135: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

135

29,94% 32,43%

70,06% 67,57%

HLN.be Nieuwsblad.be

Is de kop van het Belga-bericht letterlijk overgenomen?

Ja Nee

Page 136: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

136

Aantal gebruikte Belga-berichten

Aantal

overgenomen

Belga-berichten

HLN.be % Nieuws-

blad.be % TOTAAL %

1 147 93,63% 71 95,95% 218 94,37%

2 8 5,10% 2 2,70% 10 4,33%

3 2 1,27% 1 1,35% 3 1,30%

TOTAAL 157 100,00% 74 100,00% 231 100,00%

Ja 31%

Nee 69%

Is de kop van het Belga-bericht letterlijk overgenomen?

93,63%

5,10% 1,27%

95,95%

2,70% 1,35%

1 2 3

Aantal gebruikte Belga-berichten

HLN.be Nieuwsblad

Page 137: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

137

In totaal verschenen er 282 Belga-berichten, berekend op basis van de tabel ‘Hoeveel Belga-berichten verschenen er over dit onderwerp’.

Misschien louter in tekst vermelden? Lijkt me de moeite niet om dit in een tabel te gieten.

Verscheen er een vervolgbericht van Belga?

Ja 35 15,15%

Nee 196 84,85%

TOTAAL 231 100,00%

Overname Belga-bericht

Overname Belga bericht: HLN.be Nieuwsblad.be Gemiddeld totaal

Hoeveel procent werd

letterlijk overgenomen? 90,05% 79,49% 86,67%

Hoeveel procent van het

artikel werd herschreven? 7,89% 16,91% 10,78%

Hoeveel procent nieuwe info

wordt er aangereikt door de

journalist?

2,06% 3,60% 2,55%

TOTAAL 100,00% 100,00% 100,00%

Page 138: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

138

90%

8%

2%

Overname Belga-bericht Het Laatste Nieuws

Percentage letterlijkovergenomen

Percentage herschreven

Percentage nieuwe infoaangereikt door dejournalist

79%

17%

4%

Overname Belga-bericht Het Nieuwsblad

Percentage letterlijkovergenomen

Percentage herschreven

Percentage nieuwe infoaangereikt door dejournalist

87%

11%

2%

Overname Belga-bericht Gemiddeld totaal

Percentage letterlijkovergenomen

Percentage herschreven

Percentage nieuwe infoaangereikt door dejournalist

Page 139: De online journalist: Gatekeeper of doorgeefluik? Een exploratieve … · 2013. 12. 23. · journalistiek dat geschetst wordt in onze literatuurstudie. Deze masterproef bestudeert

139

Waaruit bestaat de inbreng van de journalist?

HLN.be % Nieuwsblad

.be % Totaal

Zelf harde nieuwsfeiten

verzameld 5 3,18% 5 6,76% 10

Context toegevoegd 1 0,64% 4 5,41% 5

Kritische evaluatie 0 0,00% 1 1,35% 1

Reportages en interviews 2 1,27% 2 2,70% 4

Niet van toepassing 149 94,90% 62 83,78% 211

TOTAAL 157 100,00% 74 100,00% 293

0,00%10,00%20,00%30,00%40,00%50,00%60,00%70,00%80,00%90,00%

100,00%

Waaruit bestaat de inbreng van de journalist?

HLN.be

Nieuwsblad.be