Faculteit Rechtsgeleerdheid
Masterproef
De bilaterale betrekkingen tussen de Europese Unie en de
Volksrepubliek China.
Academiejaar 2008-2009
Promotor: Prof. dr. M. Maresceau Julie Vanooteghem
Commissarissen: Prof. dr. E. Lannon 20023978
Dhr. S. Adam Master in het Europees recht
2
‘China treats its relationship with the EU as a game of chess, with 27 opponents
crowding the other side of the board and squabbling about which piece to move.’
(J. FOX en F. GODEMENT, Policy Report ‘A power Audit of EU-China Relations’,
Londen, European Council on Foreign Relations, 2009, 3)
“Ik heb kennis genomen van het belang van de masterproef in de Master in het Europees recht, zoals
aangegeven in het Reglement masterproef. Ik verklaar op eer dat er geen teksten zonder aanduiding
van bron of zonder correcte citeerwijze in deze verhandeling werden opgenomen.”
3
Inhoudstafel
Inhoudstafel ................................................................................................................................ 3 Inleiding ..................................................................................................................................... 5 Hoofdstuk 1: Een historische tijdslijn ........................................................................................ 6
Afdeling 1: De eerste voorzichtige stappen (1975-1989) ...................................................... 6
1.1. De Handelsovereenkomst van 1978....................................................................... 7 1.2. De Handels- en Economische Samenwerkingsovereenkomst van 1985.............. 11
Afdeling 2: De gebeurtenissen op het Tiananmenplein en de nasleep ervan (1989-1994).. 14
2.1. Situering ............................................................................................................... 14 2.2. Internationale reactie ............................................................................................ 15 2.3. De nasleep van de gebeurtenissen in juni 1989....................................................16
Afdeling 3: Heropleving van de bilaterale betrekkingen (1995-2004) ................................ 21
3.1. Beleidsdocumenten .............................................................................................. 22 3.2. Politieke dialoog................................................................................................... 30 3.3. Mensenrechtendialoog ......................................................................................... 32 3.4. Overzicht van de sectoriële dialogen en overeenkomsten.................................... 37
Afdeling 4: Van 2005 tot heden: naar een strategisch partnerschap?! ................................. 43
4.1. 2005: Wederzijdse teleurstellingen ...................................................................... 43 4.2. 2006: ‘EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden’........... 44 4.3. 2007: Opening onderhandelingen nieuw Partnerschaps- en
Samenwerkingsakkoord ....................................................................................... 48 4.4. 2008: Opnieuw problemen?!................................................................................ 50
Hoofdstuk 2: Overige bilaterale akkoorden ............................................................................. 54
Afdeling 1: Wetenschappelijke en technologische samenwerking ...................................... 54 Afdeling 2: Maritiem transport ............................................................................................ 55 Afdeling 3: Groepstoerisme ................................................................................................. 56 Afdeling 4: Samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken ........ 58 Afdeling 5: Textiel ............................................................................................................... 60
4
Hoofdstuk 3: De Speciale Administratieve Regio’s Hong Kong en Macao ............................ 61 Afdeling 1: Hong Kong........................................................................................................ 61
1.1. Situering ............................................................................................................... 61 1.2. Bilaterale akkoorden tussen de Europese Unie en de SAR Hong Kong.............. 65 1.2.1. Samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken. .......................................................................................................................... 65 1.2.2. Overname-overeenkomst ...................................................................... 65
Afdeling 2: Macao................................................................................................................ 67
2.1. Situering ............................................................................................................... 67 2.2. Bilaterale akkoorden tussen de Europese Unie en de SAR Macao...................... 68 2.2.1. Handels- en Samenwerkingsakkoord .................................................... 68 2.2.2. Overname-overeenkomst ...................................................................... 69
Hoofdstuk 4: Taiwan................................................................................................................ 70 Slotbeschouwingen................................................................................................................... 73 Bibliografie............................................................................................................................... 76
1. Akten van gemeenschapsinstellingen..................................................................... 76 2. Boeken.................................................................................................................... 80 3. Tijdschriften ........................................................................................................... 83 4. Internet.................................................................................................................... 85
5
Inleiding
1. De indrukwekkende organisatie van de Olympische Spelen in augustus 2008 deden bij velen
het besef groeien dat er vandaag de dag niet meer rond China kan worden heengekeken.1 Ruim dertig
jaar geleden kwam ook de Europese Unie (toen nog de Europese Economische Gemeenschap) tot
diezelfde conclusie. Heden vormt de EU de belangrijkste handelspartner van China en haar
belangrijkste leverancier van technologie. Omgekeerd is China de op één na grootste handelspartner
van de EU, de grootste bron voor import en de snelst groeiende exportmarkt.2 De concurrentiepositie
van Europa wordt bedreigd en de daarmee gepaard gaande verdwijning van banen naar China is een
groeiende zorg voor de EU.3 Ook op politiek wereldvlak eist het Aziatische land hoe langer hoe meer
een prominente plaats op. De bilaterale relaties tussen de Europese Unie en de Volksrepubliek China
zijn dan ook meer dan het bestuderen waard. Daarbij is het belangrijk voor ogen te houden dat de
Unie en China in belangrijke mate van elkaar verschillen, zowel op politiek, economisch als cultureel
vlak. De betrekkingen tussen beiden worden enerzijds in belangrijke mate gecompliceerd door het feit
dat de Volksrepubliek één staat vormt, waar de Europese Unie uit 27 lidstaten bestaat.4 Anderzijds
delen zij wel gelijkaardige doelstellingen en wensen zij een stem te laten horen op wereldvlak. In de
relatie zit bijgevolg zowel een element van samenwerking als van concurrentie.5
2. Eerst en vooral wenst deze uiteenzetting een blik te werpen op het verleden. Dertig jaar
bilaterale relaties vallen immers niet in enkele zinnen samen te vatten. Een historische evaluatie van
de betrekkingen biedt overigens de kans om de toekomst in een ander licht te bekijken. In een tweede
hoofdstuk worden enkele belangrijke bilaterale akkoorden met de Volksrepubliek van dichterbij
geanalyseerd. Tenslotte komen de relaties met de Speciale Administratieve Regio’s Hong Kong en
Macao aan bod en wordt bijzondere aandacht besteed aan de gevoelige kwestie Taiwan.
3. Er dient op gewezen te worden dat het hier de bilaterale betrekkingen tussen de EU en de
Volksrepubliek China betreft. Het multilaterale luik in de betrekkingen komt slechts sporadisch aan
bod, daar dit ons te ver zou leiden.6
1 Waar verder in dit schrijven wordt verwezen naar de ‘Volksrepubliek’ of naar ‘China’, wordt telkens de ‘Volksrepubliek China’ bedoeld. Dit om een onderscheid te maken met de ‘Republiek China’ of ‘Taiwan’. 2 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 12 ; J. MEN, “EU-China relations need more mutual understanding”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (3) 3. 3 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 353. 4 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 2. 5 J. MEN, “EU-China relations need more mutual understanding”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (3) 3. 6 Zo is China na jarenlange onderhandelingen in december 2001 lid geworden van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Dit heeft natuurlijk repercussies op haar relatie met de Unie, maar daar wordt in het kader van dit bestek niet verder op ingegaan.
6
Hoofdstuk 1: Een historische tijdslijn
Afdeling 1: De eerste voorzichtige stappen (1975-1989)
4. Hoewel de Volksrepubliek China (1949) en de toenmalige Europese Economische
Gemeenschap (1958) reeds vele jaren eerder het levenslicht zagen, duurde het tot 1975 vooraleer de
Europese Economische Gemeenschap diplomatieke relaties aanknoopte met het Aziatische land.7 In
mei 1975 bracht handelscommissaris Christopher Soames als eerste lid van de Europese Commissie
een bezoek aan het land, wat het begin betekende van officiële relaties tussen de EEG en China in
september 1975.8 Reden voor deze late start lag hoofdzakelijk in het feit dat het politieke klimaat van
de Koude Oorlog de relaties tussen de partijen in sterke mate bemoeilijkte.9 China verkoos het
socialistische kamp van de Sovjetunie, waar de Westerse EEG-lidstaten zich in het kapitalistische
kamp van de Verenigde Staten schaarden.10 De Volksrepubliek had enkel interesse in de lidstaten in
zoverre dit haar een strategisch voordeel opleverde in haar relaties met de Sovjetunie en de Verenigde
Staten.11
5. In het begin van de jaren zeventig verbeterden de relaties tussen China en de Verenigde Staten
waardoor meer en meer Westerse landen diplomatieke contacten onderhielden met Beijing. Zo
erkende België de Volksrepubliek in 1971.12 In diezelfde periode breidde de EEG zich uit met landen
als het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken. China van haar kant onderging grote
veranderingen na de Culturele Revolutie (1966-1976), onder leiding van sterke man Deng Xiaoping.
7 Sinds het begin van de jaren vijftig had China wel al handelscontacten met diverse West-Europese landen. In 1983 werd de relatie officieel uitgebreid tot de EGKS en EURATOM. Zie D. SHAMBAUGH , China and Europe: 1949-1995, Londen, University of London, 1996, 25 ; F. SNYDER, “Legal aspects of trade between the European Union and China: preliminary reflections”, in D. O’KEEFFE en N. EMILIOU (eds.), The European Union and world trade law: after the GATT Uruguay round, Chichester, Wiley, 1996, 364. 8 D. SHAMBAUGH , China and Europe: 1949-1995, Londen, University of London, 1996, 25 ; F. SNYDER, “Legal aspects of trade between the European Union and China: preliminary reflections”, in D. O’KEEFFE en N. EMILIOU (eds.), The European Union and world trade law: after the GATT Uruguay round, Chichester, Wiley, 1996, 364 ; H. YUANXIANG , Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 2 ; X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 4 en 6. 9 M. YAHUDA, “The Sino-European encounter. Historical influences on contemporary relations”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 22. 10 J. MEN, The EU-China Strategic Partnership: achievements and challenges, Pittsburgh, University of Pittsburgh, 2007, 2. 11 D. SHAMBAUGH , China and Europe: 1949-1995, Londen, University of London, 1996, 3. 12 F. SNYDER, “Legal aspects of trade between the European Union and China: preliminary reflections”, in D. O’KEEFFE en N. EMILIOU (eds.), The European Union and world trade law: after the GATT Uruguay round, Chichester, Wiley, 1996, 364 ; M. YAHUDA, “The Sino-European encounter. Historical influences on contemporary relations”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 24.
7
Bovendien nam het land ook haar zitje in de Verenigde Naties weer op in 1971. Diplomatieke banden
tussen de EEG en China konden bijgevolg niet uitblijven in deze gunstige situatie.13
6. Sinds het begin van de officiële relaties ontwikkelden vooral de handels- en economische
betrekkingen zich zienderogen. De Koude Oorlog maakte het immers moeilijk om op andere vlakken
initiatieven te nemen.14 Na de dood van Mao Zedong in 1976, startte Deng Xiaoping economische
hervormingen om China open te stellen voor de buitenwereld (de ‘Open Deur Politiek’).15 Om de
Chinese economie een broodnodige injectie te geven, lanceerde hij in 1978 het ‘Four Modernisations’
programma, met het oog op de modernisering van wetenschap en technologie, industrie, landbouw en
defensie.16 Deze open houding gaf de EEG de kans om haar economische relaties met China naar een
hoger niveau te tillen. De bilaterale handel schoot dan ook pijlsnel de lucht in.17 Logischerwijze
volgde hieruit dat handel het eerste domein vormde waarop beide partijen relaties met elkaar
aanknoopten. De EEG had voornamelijk bevoegdheden op economisch vlak en ook voor China
bevonden de grootste belangen zich op dat domein. In die eerste twee decennia sprongen twee
belangrijke overeenkomsten in het oog, namelijk de Handelsovereenkomst van 1978 die vervangen
werd door een nieuwe Handels- en Economische Samenwerkingsovereenkomst in 1985.
1.1. De Handelsovereenkomst van 1978
7. In 1974 lanceerde de EEG het initiatief om een handelsovereenkomst te sluiten met China.
Deze laatste reageerde positief op het voorstel, daar de bilaterale akkoorden die ze had gesloten met de
individuele lidstaten eind 1974 vervielen.18 Voor China stond de EEG synoniem aan een belangrijke
handelspartner, maar daarnaast begon zij ook in te zien dat de Gemeenschap aan politiek belang won.
Meteen maakte het Aziatische land echter duidelijk dat zij niet op dezelfde lijn geplaatst wenste te
worden als de Sovjetunie of andere Oost-Europese landen. Door zich te distantiëren van andere
13 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 5. 14 N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 9. 15 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 55. 16 F. SNYDER, “Legal aspects of trade between the European Union and China: preliminary reflections”, in D. O’KEEFFE en N. EMILIOU (eds.), The European Union and world trade law: after the GATT Uruguay round, Chichester, Wiley, 1996, 364. 17 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 7. 18 F. SNYDER, “Legal aspects of trade between the European Union and China: preliminary reflections”, in D. O’KEEFFE en N. EMILIOU (eds.), The European Union and world trade law: after the GATT Uruguay round, Chichester, Wiley, 1996, 364 ; H. YUANXIANG , Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 18-19 ; X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 6.
8
communistische landen, beoogde China meer voordelen los te weken van de EEG.19 Na twee jaar
onderhandelen werd op 3 april 1978 een akkoord bereikt over een handelsovereenkomst.20 Aan
Europese zijde werden de onderhandelingen gevoerd door de Commissie, daartoe gemachtigd door de
Raad.21 Taiwan vormde het heikele punt in de onderhandelingen. Sinds 1949 houdt China er immers
de mening op na dat elke staat of elke internationale organisatie die met China wenst te handelen
Beijing moet erkennen als de enige regering van China, inclusief Taiwan. Indien zij Taiwan als
onafhankelijke staat zou erkennen, dan zou China alle contact onmiddellijk verbreken.22 Uiteindelijk
kon deze polemiek diplomatisch worden opgelost en kon het akkoord worden gesloten. Voor de
Gemeenschap was het de eerste handelsovereenkomst die zij sloot met een land met een staatsgeleide
economie. Het politieke en economische belang was bijgevolg niet te onderschatten.23 De
overeenkomst zelf blijft eerder algemeen en drukt de bedoeling van de partijen uit om elkaar gunstige
handelsvoorwaarden toe te kennen, om de structuur van hun handel te verbeteren en om elkaars
suggesties in overweging te nemen zodat de handel kan geoptimaliseerd worden.24 Hieronder volgt
een korte bespreking van de belangrijkste bepalingen uit de overeenkomst.
Meestbegunstigingsbehandeling (artikel 2)
8. Het akkoord omvat eerst en vooral een meestbegunstigingsclausule. Dergelijke clausule
bepaalt dat een overeenkomstsluitende partij die aan een ander land handelsvoordelen toekent,
dezelfde voordelen ook aan de andere overeenkomstsluitende partijen moet gunnen. Op die manier
wenst men alle discriminatie uit de wereld te helpen.25 Het akkoord bevat in casu wel enkele
uitzonderingen op deze regel. Zo is de bepaling niet van toepassing wanneer het gaat om voordelen
welke door één van de partijen worden toegekend aan landen die met haar deel uitmaken van een
douane-unie of een vrijhandelszone, of aan aangrenzende landen om de grenshandel te
vergemakkelijken. De clausule doet denken aan de most favoured nation-clausule van de GATT (nu
WTO), maar is veel beperkter uit vrees dat goedkope Chinese producten de gemeenschapsmarkt
zouden overspoelen. Dit plaatste China in een minder gunstige positie in vergelijking met de
meerderheid van de andere handelspartners van de EEG.26
19 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 6 en 21. 20 Handelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Volksrepubliek China van 3 april 1978, P.B. L 123/2 van 11 mei 1978. 21 H. YUANXIANG , Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 17 en 19. 22 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 6. 23 Ibid. 21. 24 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 57. 25
H. YUANXIANG , Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 19 ; X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 21-27. 26 F. SNYDER, “Legal aspects of trade between the European Union and China: preliminary reflections”, in D. O’KEEFFE en N. EMILIOU (eds.), The European Union and world trade law: after the GATT Uruguay round, Chichester, Wiley, 1996, 366 ; X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 22-23.
9
Clausule in verband met de handelsbalans (artikel 3 - 4)
9. De overeenkomst stipuleert dat de partijen alles in het werk zullen stellen om een evenwicht
tot stand te brengen in hun handelsverkeer. China verbindt zich ertoe om de invoer uit de EEG
welwillend in aanmerking te nemen. Daartoe zal zij er zorg voor dragen dat de exporteurs van de
Gemeenschap de mogelijkheid hebben om ten volle deel te nemen aan de handel met China. De EEG
op haar beurt streeft naar een steeds hogere graad van liberalisatie van de invoer uit China. Daartoe
tracht zij geleidelijk over te gaan tot uitbreiding van de lijst met producten waarvan de invoer uit
China is geliberaliseerd en tot verhoging van de omvang van de contingenten. De Gemengde
Handelscommissie is verantwoordelijk om concrete maatregelen aan te bevelen met het oog op de
verwezenlijking van dit handelsevenwicht. Deze verbintenis van de EEG kan beschouwd worden als
een tegengewicht voor de beperkte meestbegunstigingsclausule. Het praktische effect van deze
clausule is echter beperkt. Al na enkele jaren ontstond er een handelsdeficiet tussen de partijen, te
wijten aan de Chinese import die veel groter is dan de Europese export. Toch laat de clausule toe dat
elke partij de wederpartij verzoekt de nodige maatregelen te nemen om de balans weer in evenwicht te
brengen door bijvoorbeeld de import te verhogen.27
Prijsclausule (artikel 7)
10. Dit artikel voegt een prijsclausule in, stellende dat het goederenverkeer en de dienstverlening
tussen beide partijen zal plaatsvinden tegen marktprijzen en –tarieven. Het akkoord definieert echter
niet wat onder marktprijzen dient te worden verstaan, noch welke procedures dienen te worden
gevolgd om hiertoe te beslissen en het nadien op te volgen. China ziet de clausule vooral als een door
de Gemeenschap gehanteerd middel om haar markt te beschermen en te verhinderen dat Chinese
goederen aan lage prijzen zouden verkocht worden op de Europese markt.28 Het Europees Parlement
stelde het als volgt: ‘We welcome the existence of a price clause provided for in Article 7 of the
Agreement which will enable the Community, through the Joint Committee, to refuse to admit goods
exported at prices fixed, for political reasons, below those obtaining on the market, a practice that
causes serious disturbance to the Community market.’ 29
Vrijwaringsclausule (artikel 5)
11. Naar goede gewoonte incorporeert de Gemeenschap ook een voorzorgsclausule
(safeguardclause) in haar handelsovereenkomsten. Hierdoor zijn de partijen gehouden informatie uit
te wisselen over problemen in hun handelsverkeer en vriendschappelijk overleg te plegen om een
27 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 27-28. 28 F. SNYDER, “Legal aspects of trade between the European Union and China: preliminary reflections”, in D. O’KEEFFE en N. EMILIOU (eds.), The European Union and world trade law: after the GATT Uruguay round, Chichester, Wiley, 1996, 366 ; H. YUANXIANG , Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 41-45. 29 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 36-38.
10
wederzijds bevredigende oplossing te vinden. Elk van de partijen verbindt er zich toe geen
maatregelen te nemen voordat het overleg heeft plaatsgevonden. Er is echter wel een uitzondering
voorzien indien de omstandigheden geen uitstel toelaten, maar dan nog dienen de partijen zo snel
mogelijk over te gaan tot vriendschappelijk overleg. Deze verplichting tot overleg kwam er op
aandringen van Beijing.30 De clausule vertoont echter een selectief karakter, daar er niet in de
mogelijkheid is voorzien om een genomen maatregel te toetsen aan het non-discriminatiebeginsel. De
clausule is niet voldoende gepreciseerd en laat verschillende vragen open, bijvoorbeeld wat dient te
worden verstaan onder de gevallen waarin geen uitstel kan worden toegestaan. Partijen hebben
hierdoor een grote beoordelingsmarge omtrent het al dan niet nemen van maatregelen. Er zijn geen
strikte procedures te volgen, dit in tegenstelling tot de situatie onder de WTO. Ook is het onduidelijk
wat de protectionistische maatregelen zijn die dan eventueel kunnen genomen worden.31
Gemengde Handelscommissie (artikel 9)
12. De Gemengde Handelscommissie (Joint Committee) is een orgaan, bestaande uit
vertegenwoordigers van beide zijden die jaarlijks bijeenkomen. De voornaamste taken van deze
Commissie bestaan uit het toezicht houden op de werking van de overeenkomst, het oplossen van
opduikende problemen en het maken van aanbevelingen betreffende de verwezenlijking van de
doelstellingen van de overeenkomst. De Handelscommissie kan echter geen beslissingen nemen die
bindend zijn voor de partijen.32 Desondanks kende het Europees Parlement deze instelling toch een
belangrijke rol toe als platform voor verdere onderhandelingen.33 De Handelsovereenkomst biedt
immers slechts een kaderwerk, dat verder dient uitgewerkt te worden. Tot haar vervanging in 1985
kwam de Gemengde Handelscommissie zes maal bijeen.34
Bevorderen van contacten en uitwisselingen (artikel 6)
13. Tenslotte verbinden de partijen zich ertoe bezoeken van personen, groepen en delegaties uit
handels-, economische en industriële kringen te bevorderen, industriële en technische uitwisselingen
en contacten met een handelskarakter te vergemakkelijken en de wederzijdse organisatie van
jaarbeurzen en tentoonstellingen alsmede de daarmee verband houdende dienstverleningen te
bevorderen. Daartoe dienen zij elkaar zo veel mogelijk de faciliteiten met betrekking tot dergelijke
activiteiten te verlenen. Het objectief van dergelijke verbintenis is duidelijk. Beide partijen waren
onvoldoende bekend met elkaars marktsysteem en zonder nauwere contacten was het onmogelijk om 30 X. CHEN, From political alliance in China’s conception to comprehensive partnership in building: the relations between China and the European Community, Tübingen, Eberhard-Karls-Universität, 2003, 138 ; X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 28-32. 31 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 29-30. 32 Ibid. 34-36. 33 Resolutie betreffende de Handelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Volksrepubliek China, P.B. L 239/53 van 9 oktober 1978. 34 H. YUANXIANG , Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 45-46.
11
de bilaterale handel positief te laten ontwikkelen. In dit kader zagen verschillende initiatieven het
levenslicht, waaronder de EEC-China Business week.35
1.2. De Handels- en Economische Samenwerkingsovereenkomst van 1985
14. Toen de Handelsovereenkomst van 1978 dreigde af te lopen, kwamen de partijen overeen om
ze met één jaar te verlengen.36 In het begin van de jaren tachtig stagneerde de bilaterale handel, terwijl
de economische samenwerking op andere gebieden (zoals landbouw en energie) bleef stijgen. De
Handelsovereenkomst van 1978 bleek hiervoor al snel een onvoldoende kader te scheppen, zo bood
het geen juridische basis voor het financieren van ontwikkelingsprojecten. Beide partijen voelden aan
dat er potentieel veel meer mogelijk was. Ze wensten de Handelsovereenkomst uit te breiden om zo
een bredere basis te geven aan andere aspecten van hun relatie.37 Toen Europa min of meer hersteld
was van de recessie en China het moderniseringsproces van haar economie had voortgezet, begon de
bilaterale handel opnieuw te floreren. In 1985-1986 groeide de Chinese import van EEG-goederen en
ook de Europese investeringen en leningen aan China kenden een stijging.38 Dit leidde tot een nieuw
Handels- en Economisch Samenwerkingsakkoord39, gesloten tussen de Raad van de Europese
Gemeenschappen en de Chinese regering.40 Meteen springt hierbij de nieuwe benaming van de
overeenkomst in het oog. In de jaren tachtig had de EEG immers de praktijk ontwikkeld om de titel
van de samenwerkingsakkoorden of co-operation agreements uit te breiden met een referentie naar het
domein van samenwerking. Zo ontstond de benaming ‘handels- en economische
samenwerkingsovereenkomst’.41
15. In de preambule van het akkoord geven de partijen aan dat de tenuitvoerlegging van de
Handelsovereenkomst van 1978 hun voldoening heeft gegeven en dat zij een nieuwe fase in hun
commerciële en economische betrekkingen wensen te beginnen. De nieuwe overeenkomst behandelt
35 H. YUANXIANG , Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 34-35 ; X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 38-40. 36 De Handelsovereenkomst van 1978 werd gesloten voor een periode van vijf jaar, met de mogelijkheid van stilzwijgende verlenging van jaar tot jaar (artikel 11). 37 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 55. 38 F. SNYDER, “Legal aspects of trade between the European Union and China: preliminary reflections”, in D. O’KEEFFE en N. EMILIOU (eds.), The European Union and world trade law: after the GATT Uruguay round, Chichester, Wiley, 1996, 364. 39 Overeenkomst inzake commerciële en economische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Volksrepubliek China van 21 mei 1985, P.B. L 250/2 van 19 september 1985. 40 G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 91 ; X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 8-9. 41 M. MARESCEAU, Bilateral Agreements concluded by the European Community, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2006, p. 311, r. 168.
12
niet enkel handel, maar heeft ook het doel de economische samenwerking op gemeenschapsniveau te
vereenvoudigen in diverse andere sectoren, zoals de landbouwsector.42 De dubbele juridische basis
van deze non-preferentiële overeenkomst kan worden teruggevonden in artikel 113 EG (thans, na
wijziging, artikel 133 EG) en artikel 235 EG (thans artikel 308 EG).43
Commerciële samenwerking (artikel 2 – 9)
16. Het eerste deel van de overeenkomst vormt een bijna identieke kopie van het Handelsakkoord
van 1978.44 In navolging van deze laatste, passen de overeenkomstsluitende partijen overeenkomstig
artikel 3 een meestbegunstigingsclausule toe. In het tweede lid van het artikel zijn opnieuw enkele
uitzonderingen bedongen. Ook de vrijwaringsclausule, de prijsclausule en de clausule met betrekking
tot het handelsevenwicht komen opnieuw aan bod.
Economische samenwerking (artikel 10 – 11)
17. Naast de commerciële samenwerking, komen de partijen overeen de economische
samenwerking op bepaalde onderling afgesproken gebieden te ontwikkelen. Daarbij wensen zij de
toepassing van verschillende vormen van industriële en technische samenwerking te stimuleren,
onder meer door het oprichten van joint-ventures, de overdracht van technologie en het organiseren
van studiedagen. Wat nieuw is, is het feit dat er rekening wordt gehouden met de verschillende
niveaus van economische ontwikkeling tussen de EEG en China (artikel 13).45 Gezien het
verschillende ontwikkelingsniveau van de partijen toont de EEG zich bereid haar acties voor de
ontwikkeling van China voort te zetten, voor zover haar middelen het toelaten en de
overeenstemming met haar voorschriften voorhanden is.46
18. De bepalingen betreffende de economische samenwerking zijn eigenlijk niets meer dan een
erkenning van reeds bestaande praktijken. Tussen 1978 en 1980 hadden immers bijna alle lidstaten,
uitgezonderd Ierland, economische samenwerkingsakkoorden gesloten met China in gelijkaardige en
42 F. SNYDER, “Legal aspects of trade between the European Union and China: preliminary reflections”, in D. O’KEEFFE en N. EMILIOU (eds.), The European Union and world trade law: after the GATT Uruguay round, Chichester, Wiley, 1996, 366. 43 Verordening (EEG) nr. 2616/85 van de Raad van 16 september 1985 betreffende de sluiting van de overeenkomst inzake commerciële en economische samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Volksrepubliek China, P.B. L 250/1 van 19 september 1985 ; M. MARESCEAU, Bilateral Agreements concluded by the European Community, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2006, p. 189-190, r. 50. 44 H. YUANXIANG , Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 15. 45 X. CHEN, From political alliance in China’s conception to comprehensive partnership in building: the relations between China and the European Community, Tübingen, Eberhard-Karls-Universität, 2003, 139. 46 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 55-56.
13
identieke domeinen als de overeenkomst van 1985.47 De nieuwe overeenkomst van 1985 hevelde dit
over naar het gemeenschapsniveau.48 Bovendien wordt enkel de basis voor de economische
samenwerking aangereikt, maar worden er geen gedetailleerde schema’s of programma’s
uitgestippeld. De (bewust) vaag gehouden bepalingen vormen eerder een verklaring van algemeen
beleid of politieke goodwill, waarvan de verdere ontwikkeling afhangt van de wil van de partijen. 49
Investeringclausule (artikel 12)
19. Beide partijen verbinden zich er toe om omvangrijker en wederzijds voordelige
investeringen te bevorderen en aan te moedigen. Ze streven er voorts naar het investeringsklimaat te
verbeteren, met name door uitbreiding van de lidstaten en de Volksrepubliek van regelingen ter
bevordering en bescherming van de investeringen, die berusten op billijkheid en wederkerigheid.50
Gemengde Commissie (artikel 15)
20. Daarnaast wordt er ook een nieuwe Gemengde Commissie in het leven geroepen. Deze komt
éénmaal per jaar bijeen, beurtelings te Brussel en te Beijing en is samengesteld uit vertegenwoordigers
van de Europese Economische Gemeenschap en vertegenwoordigers van de Volksrepubliek China.
De Gemeenschap wordt vertegenwoordigd door de Commissie, bijgestaan door vertegenwoordigers
van de lidstaten. Op dit vlak veranderde er niets in vergelijking met de reeds bestaande Gemengde
Handelscommissie.
Overige bepalingen
21. Opmerkelijk is het artikel 14 dat stelt dat de overeenkomst en elke in het kader daarvan
ondernomen actie de bevoegdheid van de lidstaten onverlet laat om met de Volksrepubliek bilaterale
acties op het gebied van economische samenwerking te ondernemen en, in voorkomend geval,
nieuwe overeenkomsten voor economische samenwerking te sluiten. Dit is een belangrijke bepaling
gezien de reeds bestaande economische samenwerkingsovereenkomsten van diverse lidstaten met
China. Gedeelde bevoegdheden tussen lidstaten en de Gemeenschap kunnen immers leiden tot het
naast elkaar bestaan van overeenkomsten afgesloten door de lidstaten met een derde land en
overeenkomsten in hetzelfde domein, afgesloten door de Gemeenschap met het derde land. De twee
overeenkomsten worden dan geacht complementair te zijn. De bilaterale
47 X. CHEN, From political alliance in China’s conception to comprehensive partnership in building: the relations between China and the European Community, Tübingen, Eberhard-Karls-Universität, 2003, 138 ; H. YUANXIANG , Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 5 ; X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 64-65. 48 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 56-59. 49 X. CHEN, From political alliance in China’s conception to comprehensive partnership in building: the relations between China and the European Community, Tübingen, Eberhard-Karls-Universität, 2003, 139. 50 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 59-61.
14
samenwerkingsovereenkomsten gesloten door de EG bevatten dan ook vaak dergelijke bepalingen
over ‘andere overeenkomsten’.51
22. De overeenkomst werd gesloten voor een periode van vijf jaar, maar wordt sindsdien elk jaar
stilzwijgend verlengd (artikel 18). Dit maakt dat vandaag de dag deze overeenkomst nog steeds de
juridische basis en motor vormt voor de bilaterale betrekkingen tussen de Volksrepubliek en de Unie,
in afwachting van het sluiten van een nieuw akkoord. Het kaderwerk bleek immers al vlug te licht uit
te vallen door de forse bevoegdheidsuitbreiding van de Gemeenschap door het Verdrag van Maastricht
in 1992 en door de belangrijke economische hervormingen die China had doorgevoerd. Het is
bijgevolg wenselijk om de overeenkomst van 1985 up te daten om de recente ontwikkelingen erin te
incorporeren. Zo is de Gemengde Commissie bezwaarlijk aangepast te noemen aan de huidige
bilaterale agenda, gevuld met elementen als illegale migratie of klimaatverandering.52 Bovendien mag
niet vergeten worden dat het lidmaatschap van China tot de Wereldhandelsorganisatie de bilaterale
handelsrelaties aanzienlijk verdiept heeft. 53 De bestaande overeenkomsten, samen met die inzake
textiel, werden op dat moment aangevuld of vervangen door het recht van de WTO. 54
Afdeling 2: De gebeurtenissen op het Tiananmenplein en de nasleep ervan
(1989-1994)
2.1. Situering
23. Buiten deze twee (weliswaar heel belangrijke) overeenkomsten, leverden de eerste twee
decennia bilaterale betrekkingen geen noemenswaardige elementen op. Toen er eind jaren tachtig een
einde kwam aan de Koude Oorlog en er zich op dat ogenblik geen obstakel meer vormde voor
verdergaande samenwerking tussen Beijing en Brussel, gooide China echter zelf roet in het eten. In
april en mei 1989 trokken Chinese studenten, gesteund door arbeidersbewegingen en andere
groeperingen, massaal de straat op om democratische hervormingen te eisen. Na de tweemaandelijkse
51
M. MARESCEAU, Bilateral Agreements concluded by the European Community, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2006, p. 206, r. 62. 52 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 9-10. 53
M. MARESCEAU, Bilateral Agreements concluded by the European Community, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2006, p 189, r. 50. 54 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 55-56.
15
bezetting van het Plein van de Hemelse Vrede, gaf de Chinese regering op 4 juni het bevel de opstand
neer te slaan.55 De cijfers over het aantal slachtoffers van het bloedvergieten lopen fel uiteen,
naargelang men Chinese of Westerse bronnen erop naslaat.
2.2. Internationale reactie
24. De internationale gemeenschap reageerde geschokt. Individuele lidstaten, zoals Duitsland,
België, Italië en het Verenigd Koninkrijk troffen onmiddellijk sancties, parallel met die van de
Verenigde Staten.56 Een absoluut dieptepunt in de Europese relaties met China kondigde zich aan toen
de lidstaten op 6 juni 1989 een gemeenschappelijke verklaring uitvaardigden waarin zij de ‘brutale
repressie’ veroordeelden en de Chinese autoriteiten vroegen ‘om de executies te stoppen en om een
einde te maken aan de repressieve acties tegenover diegenen die op legitieme wijze hun democratische
rechten opeisten’.57 Zelfs de Commissie schuwde de woorden consternation, shock en brutal
repression niet.58 In diezelfde maand bevroor de Gemeenschap de relaties met China en kwamen de
regeringsleiders van de lidstaten overeen om strenge economische sancties op te leggen via de
Gemeenschap. Dit gebeurde in een verklaring van de Europese Raad van Madrid op 27 juni 1989.
‘In the present circumstances, the European Council thinks it necessary to adopt the following
measures … raising the issue of human rights in China in the appropriate international fora
… interruption by the member states of the Community of military cooperation and an
embargo on trade in arms with China…’ 59
De sancties bestonden uit het einde van de militaire samenwerking tussen de lidstaten en de
Volksrepubliek, het opleggen van een wapenembargo, het stopzetten van alle contacten op bilateraal
ministerieel niveau, het uitstellen van nieuwe samenwerkingsprojecten, het terugschroeven van
bestaande culturele, wetenschappelijke en technische samenwerkingsprojecten en het verlenen van
visa aan Chinese studenten door de lidstaten.
55 J. DE GREEF, “1989: Chinese studenten komen op straat”, 21 april 2009, http://www.deredactie.be/cm/de.redactie/buitenland/1.510728. 56 D. SHAMBAUGH , China and Europe: 1949-1995, Londen, University of London, 1996, 16. 57 M. PAVAGEAU, A European foreign policy vis-à-vis China ? Case study : the arms embargo, Brugge, Europacollege, 2006, 1. 58 D. SHAMBAUGH , China and Europe: 1949-1995, Londen, University of London, 1996, 16. 59 Verklaring van de Europese Raad van 26 en 27 juni 1989 te Madrid, http://aei.pitt.edu/1453/01/Madrid_june_1989.pdf.
16
De verklaring heeft een juridisch niet-bindend karakter, maar was de enige mogelijkheid die
voorhanden bleek te zijn voor de Europese leiders. In 1989 voorzag het Verdrag immers nog niet in
de mogelijkheid om op dit vlak een bindend juridisch instrument aan te nemen.60 De sancties kregen
bijgevolg het karakter van niet-bindende unilaterale verbintenissen.61 Bovendien dient de ernst ervan
genuanceerd te worden. Hoewel de maatregelen op het eerste zicht streng oogden, konden Europese
ondernemingen hun activiteiten in China voortzetten en kwamen ook de culturele en academische
uitwisselingen niet in het gedrang.62 Zelfs op hoog niveau vonden er nog gesprekken plaats, daar de
onderhandelingen tussen China en het Verenigd Koninkrijk omtrent de overdracht van Hong Kong in
volle gang waren.63 Reeds in oktober 1990 besloot de Raad dan ook om de bilaterale relaties
geleidelijk aan te herstellen, zowel op politiek, economisch en cultureel niveau.64 De Gemeenschap
zag immers reeds vlug in dat de Chinese markt te aantrekkelijk was om links te laten liggen en dat een
economische samenwerking onontbeerlijk was om de continuïteit voor de zakenwereld niet in het
gedrang te brengen.65 Met uitzondering van het wapenembargo waren de relaties tegen 1992
grotendeels genormaliseerd.
2.3. De nasleep van de gebeurtenissen in juni 1989
25. Omdat het wapenembargo een directe link heeft met de gebeurtenissen in juni 1989, verdient
het aanbeveling om een kleine zijsprong in de historische tijdslijn te maken. De kwestie laat zich
immers tot op de dag van vandaag voelen in de bilaterale betrekkingen.
26. Heden blijft het wapenembargo het enige restant van de sancties getroffen naar aanleiding van
de ‘Lente van Peking’. De sanctie heeft echter nooit het bedoelde resultaat bereikt. De Chinese
leiders behielden in grote mate het regime en Tiananmen wordt er nog steeds grotendeels
60 N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 32 ; S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 189. 61 K. MÖLLER, “Diplomatic relations and mutual strategic perceptions: China and the European Union”, in R. L. EDMONDS (ed.), China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 16 ; M. PAVAGEAU, “Le partenariat stratégique EU-Chine: plus qu’un voeu pieux?” in F. SNYDER
(ed.), Europe, India and China: strategic partners in a changing world, Brussel, Bruylant, 2008, 142. 62 D. SHAMBAUGH , China and Europe: 1949-1995, Londen, University of London, 1996, 16. 63 P. BAKER, “Human rights, Europe and the People’s Republic of China”, in R. L. EDMONDS (ed.), China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 50. 64 H. YUANXIANG , Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 5. 65 J. MEN, The EU-China Strategic Partnership: achievements and challenges, Pittsburgh, University of Pittsburgh, 2007, 2.
17
doodgezwegen.66 Dit is vooreerst te wijten aan de relatief zwakke basis van het wapenembargo. De
niet-bindende verklaring wijdt slechts één regel aan het wapenembargo, waardoor er al vlug vragen
rezen omtrent de draagwijdte van de maatregel. Zo is het niet meteen duidelijk welke wapens,
materialen, … bedoeld worden. Dit leidde er toe dat lidstaten behoorlijk wat ruimte tot interpretatie
kregen en wapenexporten naar China niet volledig tot het verleden behoorden.67 Deze kloof tussen
theorie en praktijk brengt natuurlijk de effectiviteit van de sanctie in het gedrang. Om de willekeurige
toepassing van het embargo door de lidstaten te coördineren, werd in juni 1998 een ‘Gedragscode van
de Europese Unie betreffende wapenuitvoer’ aangenomen.68 Dit mechanisme diende de lidstaten te
informeren welke wapens onder het verbod vielen, maar had als belangrijk nadeel dat ze juridisch niet-
bindend was.69 In het kader van deze gedragscode diende elke lidstaat de bij hem ingediende
aanvragen inzake uitvoervergunningen voor militaire goederen te toetsen aan een aantal criteria,
waaronder de eerbiediging van de rechten van de mens, het risico op gewapend conflict of het gevaar
voor ongewenste wederuitvoer.
27. Het debacle zorgde er wel voor dat mensenrechten een prominente plaats kregen op de
bilaterale agenda. De Europese Unie verklaarde immers herhaaldelijk het embargo slechts op te
heffen indien de mensenrechten in China beter worden nageleefd. Hoewel het embargo niet in een
tekst met kracht van wet is omgezet, is het meer dan wenselijk dat de opheffing van het verbod op
wapenverkoop met het unanieme akkoord van de 27 lidstaten zou gebeuren.70 Dit domein behoort
immers tot het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid, een traditioneel
intergouvernementele pijler.71
28. De Chinese regering probeert sinds lang om de opheffing van het embargo op de Europese
agenda te plaatsen. Het eerste echte officiële verzoek daartoe kwam in het Chinese beleidsdocument
van 13 oktober 2003.
66 D. OOSTING, “EU-China: How much has the relationship matured in 15 years?”, 3 juni 2004, http://euobserver.com/9/16438. 67 R. BALME , “A European strategy towards China? The Limits of integration in foreign policy making”, in R. BALME en B. BRIDGES (eds.), Europe – Asia relations : building multilateralisms, New York, Palgrave Macmillan, 2008, 136-137 ; C. M. GLEN en R. C. MURGO, “EU – China relations: balancing political challenges with economic opportunities”, Asia Europe Journal 2007, afl. 3, (331) 338 ; S. C. TANG, “The EU’s policy towards China and the arms embargo”, Asia Europe Journal 2005, afl. 3, (313) 317-318. 68 Europese Unie, Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer, http://ue.eu.int/uedocs/cmsUpload/08675r2en8.pdf. 69 S. C. TANG, “The EU’s policy towards China and the arms embargo”, Asia Europe Journal 2005, afl. 3, (313) 318. 70 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 60 ; M. PAVAGEAU, “Le partenariat stratégique EU-Chine: plus qu’un voeu pieux?” in F. SNYDER (ed.), Europe, India and China: strategic partners in a changing world, Brussel, Bruylant, 2008, 143. 71 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 17.
18
‘The EU should lift its ban on arms sales to China at an early date so as to remove barriers to
greater bilateral cooperation on defence industry and technologies.’ 72
China laakt in de eerste plaats de symbolische waarde van het embargo. Het beschadigt haar
internationale imago, door in dezelfde categorie geplaatst te worden met landen als Birma of
Zimbabwe. Aan de ene kant bestempelt de Europese Unie de Volksrepubliek als een strategische
partner in allerlei officiële documenten en speeches, maar aan de andere kant behoudt zij het
wapenembargo. Met dergelijk inconsistent gedrag kan geen strategisch partnerschap worden
opgebouwd. 73 Ook van haar kant beaamt de Europese Unie dat het embargo hoofdzakelijk inefficiënt
en inconsistent is met de huidige inhoud van de EU-China relaties. Maar nog meer dan deze algemene
beschouwing, wegen de nationale beweegredenen van de lidstaten op de kwestie. Vooral Frankrijk en
Duitsland wilden al snel af van het embargo en lieten geen kans onbenut om dit ‘anachronisme’ op de
Europese agenda te krijgen.74 Op verzoek van deze twee landen, kwamen de lidstaten in december
2003 overeen om de debatten te openen. In de conclusies van de Europese Raad stond het volgende te
lezen.
‘72. De Europese Raad verzoekt de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen het
wapenembargo tegen China opnieuw te bezien.’ 75
Als grootste argument voor de opheffing gold dat China enkele onontbeerlijke veranderingen
had ondergaan. Er waren wijzigingen gebeurd in het bestuur en de economie en ook de agressieve
aanpak in Azië was wat getemperd. Bovendien zou misbruik voortaan voorkomen worden door de
Gedragscode op wapenverkoop.76 De Noordelijke lidstaten en Nederland behielden echter enig
voorbehoud wat de mensenrechten in China betrof. Ook het Europees Parlement was niet meteen te
vinden voor een opheffing.77 Bijkomend vonden er in die periode Taiwanese parlementsverkiezingen
72 Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Volksrepubliek China, China’s EU Policy Paper, oktober 2003, Beijing, http://www.fmprc.gov.cn/eng/topics/ceupp/t27708.htm. 73 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 60-61 ; J. MEN, The EU-China Strategic Partnership: achievements and challenges, Pittsburgh, University of Pittsburgh, 2007, 12. 74 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 61 ; D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG, “From honeymoon to marriage. Prospects for the China-Europe relationship”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG
(eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 310. 75 Conclusies Europese Raad van Brussel, 12 en 13 december 2003, http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/nl/ec/79653.pdf. 76
N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 31-32. 77 Europees Parlement, Report on the Common Foreign and Security Policy, 2 februari 2006, 34.
19
plaats, waardoor de EU het wijselijk vond het embargo nog even te behouden.78 In december 2004
formuleerde de Europese Raad het voorzichtig als volgt:
‘57. In deze context bevestigde de Europese Raad de politieke wil om verder werk te maken
van een opheffing van het wapenembargo. Hij verzocht het komende voorzitterschap de reeds
vergevorderde werkzaamheden af te ronden, zodat een besluit kan worden genomen.’ 79
Hoewel dit hoopvol klonk, liepen de onderhandelingen in 2005 al vlug spaak. Het tijdstip was
niet juist omwille van diverse redenen.80 Eerst en vooral waren er de uiteenlopende nationale visies
van de lidstaten en de niet te onderschatten druk van de Verenigde Staten die de kwestie in een
loyauteitstest hadden omgevormd.81 Lidstaten zoals Frankrijk wilden zo snel mogelijk werk maken
van de opheffing, zonder daarbij commerciële overwegingen uit te sluiten.82 Andere lidstaten, zoals
het Verenigd Koninkrijk, zaten gekneld tussen commerciële belangen en het verzet van de Verenigde
Staten. De VS vreesde immers de destabilisering van de veiligheid in de regio (Taiwan) en wees op
de afwezigheid van zichtbare verbeteringen in de mensenrechtensituatie.83 Deze laatste argumentatie
werd ook gehanteerd door de Scandinavische landen en Nederland, voorvechters van de
mensenrechten.84 De EU verklaarde (al dan niet informeel) reeds verschillende malen dat zij het
wapenembargo enkel zou opheffen, indien China daadwerkelijke inspanningen zou leveren op vlak
van de mensenrechtensituatie. De ratificatie van de VN-Conventie voor Burgerlijke en Politieke
rechten en de vrijlating van Tiananmenopposanten zouden daarbij bepalend zijn.85
78 S. C. TANG, “The EU’s policy towards China and the arms embargo”, Asia Europe Journal 2005, afl. 3, (313) 318. 79 Conclusies Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2004, http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/nl/ec/83211.pdfS ; CROSSICK en E. REUTER
(eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 190-191. 80 J. MEN, The EU-China Strategic Partnership: achievements and challenges, Pittsburgh, University of Pittsburgh, 2007, 14 ; M. PAVAGEAU, “Le partenariat stratégique EU-Chine: plus qu’un voeu pieux?” in F. SNYDER (ed.), Europe, India and China: strategic partners in a changing world, Brussel, Bruylant, 2008, 144-149. 81 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 62-65 , B. GILL , “The United States and the China-Europe relationship”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 271-273. 82 In Duitsland werd kanselier Shröder opgevolgd door Angela Merkel, die geen voorstander meer bleek van de opheffing. 83 T. WAI, “China’s strategic thinking: the role of the European Union”, in R. BALME en B. BRIDGES (eds.), Europe – Asia relations : building multilateralisms, New York, Palgrave Macmillan, 2008, 166 ; S. C. TANG, “The EU’s policy towards China and the arms embargo”, Asia Europe Journal 2005, afl. 3, (313) 319. 84 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 61 ; M. YAHUDA, “The Sino-European encounter. Historical influences on contemporary relations”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 28. 85 Met het oog op de toewijzing van de Olympische Spelen, ondertekende China eind jaren negentig reeds het ECOSOC-Verdrag en het BUPO-Verdrag en ratificeerde zij ook de eerste. Op de ratificatie van het tweede verdrag is het nog steeds wachten. Ook toegang van het Rode Kruis tot Chinese gevangenen en de afschaffing van de werkkampen staan op het verlanglijstje van de Unie. Zie K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 59-60 en
20
De situatie escaleerde toen China in maart 2005 de Anti-Afscheidingswet aannam met als doel
haar soevereiniteit over Taiwan te benadrukken. De wet vormt de juridische basis voor China om
militair in te grijpen in Taiwan als die zich onafhankelijk zou verklaren. Deze situatie leidde er toe dat
er binnen de Unie nog meer verzet kwam tegen het opheffen van het embargo. In april 2005 stemde
het Europese Parlement zelfs ruim voor een resolutie om het wapenembargo te behouden (431 tegen
85).86 Ook de nieuwe Europese Commissie onder leiding van Barroso was geen voorstander en
koppelde de opheffing aan een verbetering in de mensenrechtensituatie.87 Bovendien verkeerde de
Europese Unie in 2004 zelf in een diepe crisis door de negatieve Franse en Nederlandse referenda in
verband met de Europese Grondwet. Momenteel bevindt de kwestie zich in het vriesvak en koestert
China zich geen illusie over een snelle doorbraak. Officieel luidt het dat de EU werkt in de richting
van opheffing88, maar het is niet meteen duidelijk wanneer er ooit een einde aan de polemiek komt.
Het lijkt echter vanzelfsprekend dat het item in de nabije toekomst terug op de agenda komt te staan,
met het oog op het sluiten van een nieuwe kaderovereenkomst.
29. Uiteindelijk komt de hele discussie omtrent het wapenembargo neer op een symbolische, maar
niet te onderschatten, discussie.89 Enerzijds lijkt het wat paradoxaal dat de EU een strategisch
partnerschap nastreeft, maar desondanks het wapenembargo blijft behouden.90 Anderzijds kan worden
vastgesteld dat het embargo dit jaar zijn twintigste jubileumjaar viert en dat de sanctie de ontwikkeling
van de relaties eigenlijk niet zoveel heeft beïnvloed.91 Het embargo werd immers van in het begin
door diverse EU-lidstaten omzeild. Regelmatig werd in de literatuur dan ook geopperd dat een
aangescherpte Europese Gedragscode voor wapenexport een betere barrière voor wapenhandel zou
kunnen opwerpen dan het embargo ooit gedaan heeft.92 In december 2008 werd de herziene
Gedragscode inzake Wapenexporten omgezet in een juridisch bindend Gemeenschappelijk
65 ; J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 15 ; I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 355. 86 S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 86 en 191 ; J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 15. 87 S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 191. 88 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006, 13 ; D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG, “From honeymoon to marriage. Prospects for the China-Europe relationship”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 312 ; I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 355. 89 S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 91-92. 90 S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 193 ; M.
PAVAGEAU, “Le partenariat stratégique EU-Chine: plus qu’un voeu pieux?” in F. SNYDER (ed.), Europe, India and China: strategic partners in a changing world, Brussel, Bruylant, 2008, 136. 91 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 15. 92 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 353-354 ; S.C. TANG, “The EU’s policy towards China and the arms embargo”, Asia Europe Journal 2005, afl. 3, (313) 320.
21
Standpunt.93 Mijns inziens lijkt de opheffing van het embargo de volgende logische stap, want de hele
polemiek is eerder beschamend en doet de geloofwaardigheid van de Unie geen goed. 94 Bovendien
wijst de controverse tussen de lidstaten op het feit dat de buitenlandse politiek van de Europese Unie
nog niet op punt staat en dat de lidstaten hun eigen agenda blijven behouden. Waar de ene lidstaat een
serieus en strategisch beleid ten opzichte van China wenst op te stellen, zijn andere lidstaten blijkbaar
enkel geïnteresseerd in hun onmiddellijke commerciële belangen. De kritiek op de mensenrechten kan
immers niet verhullen dat de belangen van de lidstaten zich vooral op economisch vlak situeren. Ze
wensen elk hun nationale bedrijven die in China gevestigd zijn te beschermen.95 De kwestie rond de
opheffing van het wapenembargo zal zeker geen verbetering brengen in de perceptie dat de EU enkel
haar commercieel eigenbelang nastreeft in de betrekkingen met China.96
Afdeling 3: Heropleving van de bilaterale betrekkingen (1995-2004)
30. Na de totstandkoming van de Interne Markt begin jaren negentig vond de Europese Unie het
de hoogste tijd om een blik te werpen op andere delen van de wereld. De enorme economische
expansie in Azië ging daarbij niet onopgemerkt voorbij.97 Tussen 1978 en 1995 had China op
economisch vlak bereikt waar andere landen eeuwen over hadden gedaan.98 In 1994 vaardigde de
Commissie het document ‘Towards a New Asia Strategy’ uit. 99 In dit document zette de Commissie
haar strategie voor de relaties met de Oosterse buren uiteen en daarbij kwam ook China aan bod. Het
daaropvolgende decennium betekende een ware vooruitgang op het vlak van de bilaterale relaties. Dit
staat in schril contrast met de moeizame relaties tijdens de Koude Oorlog en de pijnlijke episode van
Tiananmen. Als gevolg van deze ommekeer wordt de Sino-Europese relatie vaak omschreven als een
gedwongen huwelijk, geregeld door de twee supermachten, waarbij de echtgenoten elkaar na de
93 Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie, P.B. L 335/99 van 13 december 2008. 94 J. FOX en F. GODEMENT, Policy Report ‘A power Audit of EU-China Relations’, Londen, European Council on Foreign Relations, 2009, 29. 95 M. SANTOS NEVES en B. BRIDGES, “From bilateralism to a common approach?”, in M. SANTOS NEVES en B. BRIDGES (eds.), Europe, China and the two SARs: towards a new era, Houndmills, Macmillan, 2000, 275. 96 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 59-60 en 65 ; I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 355. 97 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 4. 98 G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 89. 99 Mededeling van de Commissie, Towards a New Asia Strategy, COM(94) 314 definitief, Brussel, 13 juli 1994.
22
scheiding van de ouders pas echt beter leren kennen en op die manier een onafhankelijke relatie weten
uit te bouwen.100
31. In de jaren die volgden vaardigde de Europese Unie verschillende beleidsdocumenten uit om
haar China policy verder uit te werken. Hoewel de hierna besproken documenten juridisch niet
bindend zijn, stippelen ze de parameters uit voor de juridisch bindende bilaterale akkoorden, voor de
jaarlijkse toppen en voor de dialogen en de samenwerkingsprogramma’s.101
3.1. Beleidsdocumenten
3.1.1. 1995: ‘A long-term policy for China-Europe relations’
32. Een jaar na het eerste Azië-document kreeg de Volksrepubliek China alle aandacht in het
beleidsdocument ‘A Long-term Policy for China-Europe Relations’.102 De EU gaf hier duidelijk mee
te kennen dat zij verdergaande relaties wenste op te bouwen met het Aziatische land. Een hernieuwing
van de relaties drong zich dan ook op, meer bepaald een langetermijnrelatie voor de 21ste eeuw waarin
er rekening zou worden gehouden met China’s economische en politieke invloed in de Aziatische
wereld en daarbuiten.103 De Unie zag in dat een economische band niet langer voldoende was, maar
dat er ook op politiek vlak meer inspanningen nodig waren. Het document stelde dat de toekomstige
relatie met China een hoeksteen zou vormen in de externe relaties van Europa, zowel die met Azië als
met de rest van de wereld.104 De EU kon eigenlijk niet verder dan een document te wijden aan China,
om de geloofwaardigheid van haar GBVB niet in het gedrang te laten komen.105 Het land was immers
alomtegenwoordig geworden in de wereld.
100 D. SHAMBAUGH , China and Europe: 1949-1995, Londen, University of London, 1996, 3 ; D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG, “From honeymoon to marriage. Prospects for the China-Europe relationship”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 304 ; G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 95. 101 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 309-310. 102 Mededeling van de Commissie, A long term policy for China-Europe relations, COM(1995) 279 definitief, Brussel, 5 juli 1995. 103 J. MEN, The EU-China Strategic Partnership: achievements and challenges, Pittsburgh, University of Pittsburgh, 2007, 3 ; J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 5. 104 Mededeling van de Commissie, A long term policy for China-Europe relations, COM(1995) 279 definitief, Brussel, 5 juli 1995, 3. 105 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 7.
23
‘The rise of China is unmatched amongst national experiences since the Second World War.
China is increasingly strong in both the military-political and the economic spheres. China is
in the midst of sustained and dramatic economic and social change at home. Abroad, China is
becoming part of the world security and economic system at a time of greater economic
interdependence and when global problems, from protection of the environment to nuclear
non-proliferation, require coordinated commitment from governments worldwide.’ 106
33. Toch legde het document nog vooral de nadruk op het economische element en minder op de
politieke, diplomatieke en strategische componenten van de relatie.107 Desondanks werd voor de
eerste maal geopperd ‘om China op constructieve wijze te engageren’. De EU hoopte door middel van
betrokkenheid en samenwerking bij te dragen aan een snelle integratie van China in het internationale
systeem op economisch, politiek en sociaal vlak. De economische ontwikkeling in China diende
uiteindelijk te resulteren in politieke hervormingen en meer democratisering.108 De Unie wenste China
dan ook te helpen bij haar interne hervormingen. ‘It vows to work with China in many practical ways:
progress towards full integration in the world market economy, strengthening of civil society, poverty
alleviation, environment protection, human resource development, scientific and technological
development, the information society, trade and investment co-operation.’109 De Unie bood China
hiertoe steun, training, dialoog en samenwerking in verschillende domeinen aan.110
34. Op vlak van mensenrechten ijverde de Commissie voor een dialoog bij elke gelegenheid die
daartoe aanleiding gaf. Het sleutelcriterium op vlak van mensenrechten was bovendien ‘effectiviteit
op het terrein’. Om dit te bereiken, dienden alle Europese instellingen drie elementen te combineren,
namelijk publieke verklaringen, private discussies en praktische samenwerking.111 Uiteindelijk
vormde het document vooral een sterk politiek signaal dat de EU de reeds bestaande relaties van haar
lidstaten met China in een single integrated framework wou gieten.112
106 Mededeling van de Commissie, A long term policy for China-Europe relations, COM(1995) 279 definitief, Brussel, 5 juli 1995, 3. 107 D. SHAMBAUGH , China and Europe: 1949-1995, Londen, University of London, 1996, 1. 108 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 352. 109 Mededeling van de Commissie, A long term policy for China-Europe relations, COM(1995) 279 definitief, Brussel, 5 juli 1995, 19. 110 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 7-8. 111 Mededeling van de Commissie, A long term policy for China-Europe relations, COM(1995) 279 definitief, Brussel, 5 juli 1995, 6-7 ; A. LOURO PENA, Recent developments in the EU’s China Policy: the removal of the non-market economy label and the new approach on human rights, Brugge, College of Europe, 1998, 32. 112 N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 10 ; D. SHAMBAUGH , China and Europe: 1949-1995, Londen, University of London, 1996, 1 ; G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 95.
24
3.1.2. 1998: ‘Voor een omvattend partnerschap met China’
35. In 1998 vaardigde de Commissie een nieuwe mededeling ‘Voor een omvattend partnerschap
met China’ uit.113 De wereld was niet blijven stilstaan sinds 1995 en een update drong zich op. Het
nieuwe document viel samen met de controversiële beslissing van de EU om de VN-resolutie inzake
mensenrechten niet te steunen, te midden van de Aziatische crisis en net na het 15de Congres van de
Chinese Communistische Partij dat tot verdere hervormingen van de Chinese markt had besloten.114
De EU erkende dat China nog meer aan invloed op het wereldtoneel had gewonnen en wenste daarom
een ‘omvattend partnerschap’ te ontwikkelen. Voor de eerste maal bestempelde ze de Volksrepubliek
als een ‘partner’.
‘As partners, the EU should aim at engaging China further, through an upgraded
political dialogue, in the international community and supporting China’s transition to an
open society based on the rule of law and the respect for human rights.’ 115
36. Het document werkte daartoe vijf pijlers uit, die voortaan de fundamenten van de relaties
moesten vormen. Allereerst diende China verder bij de internationale gemeenschap te worden
betrokken via een versterkte politieke dialoog. Ten tweede diende China gesteund te worden in haar
overgang naar een open samenleving, gebaseerd op de rechtsorde en de eerbiediging van de
mensenrechten. Als derde pijler stelde de Commissie de verdere integratie van China in de
wereldeconomie voorop, door het land sterker te betrekken bij de wereldhandel en het aan de gang
zijnde proces van sociaal-economische hervormingen te ondersteunen, onder meer in het kader van
een duurzame ontwikkeling. Ten vierde moesten de bestaande Europese middelen beter gebruikt
worden. Tenslotte zou er ook moeten gestreefd worden naar een versterking van het profiel van de
Unie in China.
37. Bovendien introduceerde deze mededeling de jaarlijkse toppen (summits). Deze
topconferenties hebben door de jaren heen een platform verschaft om een extra impuls te geven aan de
betrekkingen tussen de EU en China, ideeën uit te wisselen en belangrijke kwesties ter sprake te
brengen met betrekking tot politiek, mensenrechten, economie en handel.116
113 Mededeling van de Commissie, Voor een omvattend partnerschap met China, COM(1998) 181 definitief, Brussel, 25 maart 1998. 114 G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 96. 115 Mededeling van de Commissie, Voor een omvattend partnerschap met China, COM(1998) 181 definitief, Brussel, 25 maart 1998, 5. 116 Mededeling van de Commissie, Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de tenuitvoerlegging van de mededeling “Voor een omvattend partnerschap met China”, COM(2000) 552, Brussel, 8 september 2000, 3 ; G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 96.
25
38. Wat mensenrechten betrof, wees de Commissie op het gebrek aan vooruitgang, vooral op vlak
van burgerlijke en politieke rechten. In vergelijking met het vorige document leek er een sterkere
nadruk te liggen op de specifieke bilaterale dialoog, waar voortaan gevoelige onderwerpen zoals Tibet
zouden worden besproken. Dialoog en samenwerking vervingen de hardere confrontatie die
plaatsvond in het VN mensenrechtencommissie. De EU veranderde haar tactiek: van publieke druk op
China, naar niet-publieke bilaterale dialoog.117
3.1.3. 2000 en 2001: Evaluatie van de mededeling van 1998
39. In 2000 en 2001 volgden twee documenten van de Commissie die verslagen inhielden over de
tenuitvoerlegging van de voorgestelde langetermijnstrategie ten opzichte van China.118 De Commissie
wees erop dat de betrekkingen enorm waren verbeterd sinds de goedkeuring van de mededeling van
1998. Zo werd tijdens de eerste jaarlijkse topconferenties de basis gelegd voor een bredere politieke
dialoog, met inbegrip van onderwerpen als regionale veiligheid en mensenrechten. Bovendien was er
ondertussen een bilaterale overeenkomst ondertekend, waardoor de weg was vrijgemaakt voor China’s
toetreding tot de WTO.119 Een evaluatie was dus gewenst. Of zoals Commissaris Patten het stelde:
‘Because the pace of change in both Europe and China demands it. The Euro, the common foreign
and security policy, the WTO, climate change, globalisation. They, and many other factors, are
shaping the EU-China relationship and pressing us to take a fresh look.’ 120
40. Naast een codificatie van de reeds bestaande relaties, stelde de Commissie concrete en
praktische actiepunten voor om het EU-beleid aan te passen en te vereenvoudigen. De nadruk lag in
deze documenten dus meer op de korte en middellangetermijndoelstellingen in plaats van op de
langetermijndoelstellingen.121 Voor de eerste maal sprak de titel van een mededeling trouwens van
117 A. LOURO PENA, Recent developments in the EU’s China Policy: the removal of the non-market economy label and the new approach on human rights, Brugge, College of Europe, 1998, 33-34. 118 Mededeling van de Commissie, Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de tenuitvoerlegging van de mededeling “Voor een omvattend partnerschap met China”, COM(2000) 552, Brussel, 8 september 2000 ; Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-strategie ten aanzien van China: tenuitvoerlegging van de mededeling van 1998 en toekomstige stappen voor een doeltreffender EU-beleid, COM(2001) 265, Brussel, 15 mei 2001. 119 Mededeling van de Commissie, Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de tenuitvoerlegging van de mededeling “Voor een omvattend partnerschap met China”, COM(2000) 552, Brussel, 8 september 2000, 2. 120 C. PATTEN, “EU-China Relations – time for a fresh look”, SPEECH/01/23, 21 mei 2001. 121 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-strategie ten aanzien van China: tenuitvoerlegging van de mededeling van 1998 en toekomstige stappen voor een doeltreffender EU-beleid, COM(2001) 265, Brussel, 15 mei 2001, 3 ; G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 96.
26
een strategie, wat wees op de aanwezigheid van een actieplan.122 De vijf pijlers uit de mededeling van
1998 bleven overeind, maar werden concreter uitgewerkt. Zo stelde de Commissie voor om de
bestaande sectoriële dialogen en overeenkomsten te versterken en nieuwe te ontwikkelen.123
41. De Commissie liet het echter ook niet na om aan de alarmbel te trekken wat de mensenrechten
betrof. Terwijl de economische en sociale rechten geleidelijk waren verbeterd en er vooruitgang was
geboekt met betrekking tot het versterken van de rechtsorde, was er opnieuw geen verandering te
bespeuren op het gebied van burgerlijke en politieke rechten. De EU maakte zich dan ook ernstige
zorgen over het harde optreden tegen activisten voor de democratie, de willekeurige opsluitingen, de
veelvuldige toepassing van de doodstraf, de situatie van minderheden en het niet-respecteren van de
fundamentele vrijheden. De ondertussen opgerichte mensendialoog had een waardevol platform
verschaft, maar diende in de ogen van de Commissie meer resultaatsgericht te worden gemaakt. De
Chinese autoriteiten hadden dan wel toegegeven aan een formele dialoog, maar dit had nog niet tot
verbeteringen ter plaatse geleid.124 In diezelfde periode verklaarde de Commissie bovendien in haar
nieuwe Azië-strategie dat er nood was aan een meer resultaatsgerichte mensenrechtendialoog, waarbij
met China diende te worden samengewerkt ter ondersteuning van relevante hervormingen.125
42. Hoewel de documenten zich profileerden als een evaluatie van het bestaande beleid, kunnen
daar naar mijn mening ernstige vraagtekens bij geplaatst worden. Tot op heden heeft de Europese
Unie eigenlijk nagelaten om een echte evaluatie door te voeren van haar China policy.126
3.1.4. 2003: ‘Op weg naar een volwassen partnerschap – gezamenlijke belangen en
taken in de betrekkingen tussen de EU en China’
43. De eeuwwisseling bracht opnieuw ingrijpende veranderingen met zich mee, waardoor een
verdere update wenselijk was. De introductie van de euro had plaatsgevonden en de uitbreiding van
122 O. GRIESE, “EU – China relations: an assessment by the communications of the European Union”, Asia Europe Journal 2006, afl. 4, (545) 550-551. 123 Mededeling van de Commissie, Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de tenuitvoerlegging van de mededeling “Voor een omvattend partnerschap met China”, COM(2000) 552, Brussel, 8 september 2000, 15-16. 124 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-strategie ten aanzien van China: tenuitvoerlegging van de mededeling van 1998 en toekomstige stappen voor een doeltreffender EU-beleid, COM(2001) 265, Brussel, 15 mei 2001, 11-13. 125 Mededeling van de Commissie, Europa en Azië: een strategisch kader voor versterkte partnerschappen, COM(2001) 469 definitief, Brussel, 4 september 2001, 26. 126 J. FOX en F. GODEMENT, Policy Report ‘A power Audit of EU-China Relations’, Londen, European Council on Foreign Relations, 2009, 21.
27
de Unie met tien nieuwe lidstaten stond voor de deur. Intern had China verdere sociaal-economische
hervormingen doorgevoerd en was ze lid geworden van de WTO.
44. In het nieuwe document bleef de pijlerstructuur opnieuw behouden, met enkele nuances en
nieuwe actiepunten.127 De Commissie ging een stapje verder door de term ‘omvattend partnerschap’
te vervangen in ‘strategisch partnerschap’, wat wees op een verdere verdieping en verbreding van het
partnerschap.128 Door de vooruitgang in de samenwerking tussen de partijen, werd de relatie
voldoende rijp bevonden om ze tot een strategisch partnerschap op te waarderen.129 De EU was niet
langer enkel geïnteresseerd in bilaterale relaties met China, maar ook in een partnerschap dat invloed
kon uitoefenen in globale kwesties.130
‘In deze context hebben de EU en China er meer dan ooit belang bij samen te werken als
strategische partners om duurzame ontwikkeling, vrede en stabiliteit te garanderen en te
bevorderen.’ 131
Het is niet evident te achterhalen wat er onder de term ‘strategisch partnerschap’ dient te
worden verstaan. Brussel heeft geen officiële definitie voor de term en bedoelt hiermee feitelijk niets
meer dan dat de betrekkingen belangrijk en veelomvattend zijn en zich dus niet beperken tot handel en
economische samenwerking. In het Chinees heeft de term echter een sterkere militaire connotatie en
wijst het op het feit dat China Europa ziet als het mogelijke tegengewicht voor de Verenigde Staten.132
In een speech van 2004 gaf de Chinese premier Wen Jiabao de volgende definitie.
‘Comprehensive refers to all-dimensional, wide-ranging and multi-layered cooperation in
various fields, strategic implies long-term and stable EU-China relations which transcend the
differences in ideology and social systems and are not subjected to the impact of individual
events that occurs from time to time, and partnership defines cooperation on an equal footing,
mutually beneficial and win-win.’ 133
127 Mededeling van de Commissie, Op weg naar een volwassen partnerschap – gezamenlijke belangen en taken in de betrekkingen tussen de EU en China, COM(2003) 533, Brussel, 10 september 2003. 128 Dezelfde term wordt overigens gehanteerd in de Europese Veiligheidsstrategie (http://ue.eu.int/uedocs/cmsUpload/031208ESSIINL.pdf). 129 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 6. 130 J. MEN, The EU-China Strategic Partnership: achievements and challenges, Pittsburgh, University of Pittsburgh, 2007, 4. 131 Mededeling van de Commissie, Op weg naar een volwassen partnerschap – gezamenlijke belangen en taken in de betrekkingen tussen de EU en China, COM(2003) 533, Brussel, 10 september 2003, 3. 132 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 352 ; A. WILLIS , “China expects EU to play greater global role”, 1 mei 2009, http://euobserver.com/884/28052. 133 J. WEN, “Vigorously promoting comprehensive strategic partnership between China and the European Union”, Brussel, Speech op het China-EU Investment and Trade Forum, 6 mei 2004 ; J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 7.
28
Sinds 2005 vindt er in het kader van dit partnerschap elk jaar een strategische dialoog plaats.134
Dit wijst erop dat er nog steeds gezocht wordt naar consensus en dat het strategisch partnerschap nog
geen voldongen feit is.135 Twee belangrijke gebeurtenissen vonden in het kader deze dialoog plaats,
namelijk de ondertekening van de overeenkomst omtrent de Chinese bijdrage aan het Galileo project
van de EU (een satellietnavigatiesysteem dat een alternatief voor het Amerikaanse GPS moet bieden)
en de belofte van de Unie om discussies te openen omtrent het opheffen van het wapenembargo.
Zoals reeds eerder aan bod kwam, strookt het wapenembargo niet helemaal met de idee van een
strategisch partnerschap. Natuurlijk mag niet vergeten worden dat er ook andere twistpunten zijn,
zoals handelsdisputen over import van textiel of het toekennen van de status van markteconomie. De
Volksrepubliek China heeft deze laatste momenteel nog niet. Tengevolge van haar toetreding tot de
WTO, kan het land zo behandeld worden tot 2016.136 De vraag kan dan ook gesteld worden of de
relatie wel gegroeid is naar een volwassen partnerschap, zoals de titel in mooie bewoordingen stelt.137
3.1.5. 2003: China’s ‘EU policy paper’
45. In hetzelfde jaar stelde de Chinese regering haar eerste beleidsdocument ‘EU Policy Paper’ op,
waarin de prioriteiten voor de komende vijf jaar werden uiteengestippeld.138 Hoewel dit document
acht jaar op zich liet wachten, toont het aan dat China op haar beurt ook groot belang hechtte aan de
relaties met Europa. Het was immers het eerste document dat op een specifiek land of regio
betrekking had, een echte primeur.139
46. In grote lijnen komt het uitgestippelde beleid neer op hetgeen de Europese Commissie in haar
documenten vooropstelde. Ook hier wordt benadrukt dat de relaties tussen beide partijen nog nooit
beter waren geweest. Het positief geformuleerde document geeft een overzicht van de domeinen
waarin de Chinese regering een bredere samenwerking wenst op te bouwen. Daarbij worden drie
doelstellingen vooropgesteld, namelijk de ontwikkeling van een stevige politieke relatie, de verdieping
van de economische samenwerking en handel en de uitbreiding van culturele ‘people-to-people’
134 Persbericht “Joint Statement of the 8th EU-China Summit”, IP/05/1091, 5 september 2005. 135 L. ODGAARD en S. BISCOP, “The EU and China: partners in effective multilateralism”, in D. KERR en L. FEI
(eds.), The international politics of EU-China relations, Oxford, Oxford university press, 2007, 76-77. 136 S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 171 ; M. RÉMOND, “The EU’s refusal to grant China ‘Market Economy Status’ (MES)”, Asia Europe Journal 2007, afl. 3, (345) 346. 137 D. OOSTING, “EU-China: How much has the relationship matured in 15 years?”, 3 juni 2004, http://euobserver.com/9/16438. 138 Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Volksrepubliek China, China’s EU Policy Paper, oktober 2003, Beijing, http://www.fmprc.gov.cn/eng/topics/ceupp/t27708.htm. 139 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 353.
29
uitwisselingen. Daarbij wordt telkens grote nadruk gelegd op de principes van wederzijds respect en
gelijke behandeling van weerszijden.140
‘China-EU relations now are better than any time in history. There is no fundamental conflict
of interest between China and the EU and neither side poses a threat to the other. However,
given their differences in historical background, cultural heritage, political system and
economic development level, it is natural that the two sides have different views or even
disagree on some issues. Nevertheless China-EU relations of mutual trust and mutual benefit
cannot and will not be affected if the two sides address their disagreements in a spirit of
equality and mutual respect. The common ground between China and the EU far outweighs
their disagreements.’ 141
47. In de schaduw van dit enthousiasme wordt wel eens vergeten dat het Chinese beleidsdocument
een onrealistisch beeld van de politieke macht van Europa in de wereld schetste en een lange lijst
‘eisen’ aan Europa stelde omtrent kwesties als Taiwan en het respecteren van het ‘één China-
principe’.142 China apprecieert het feit dat de Unie dit principe in acht neemt en benadrukt dat dit ook
in de toekomst dient te gebeuren. Daarbij stelt zij enkele eisen aan de Unie, zoals onder andere het
verbod van elk bezoek van een politieke figuur uit Taiwan aan de EU of haar lidstaten en het verbod
om de toetreding van Taiwan te steunen tot een internationale organisatie die de eigenschap ‘staat’
vereist van haar leden. Daarnaast wordt de EU ook vriendelijk verzocht geen contacten te hebben met
de Tibetaanse regering in ballingschap. Wat de Speciale Administratieve Regio’s Hong Kong en
Macao betreft, moedigt de Volksrepubliek wel contacten aan tussen deze gebieden en de EU.
Waar de Unie altijd het belang had onderstreept van de mensenrechten en de hervorming van
China in een open maatschappij, handelen de Chinezen de topic mensenrechten af in één korte
paragraaf waarin zij erkennen dat er onenigheden zijn tussen China en de EU. Zij verwelkomt de
voortdurende vraag van de Unie naar dialoog in plaats van de harde confrontatie en hamert erop dat zij
open staat voor samenwerking op dit vlak.
Vervolgens verwijst het document ook naar een toekomstige update van de Handels- en
Economische Samenwerkingsovereenkomst van 1985 en naar de wens van China om de volledige
status van markteconomie te verkrijgen.
140 A. M. EL-AGRAA, “The EU/China relationship: not seeing eye to eye”, Asia Europe Journal 2007, afl. 2, (193) 199-203. 141 Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Volksrepubliek China, China’s EU Policy Paper, oktober 2003, Beijing, http://www.fmprc.gov.cn/eng/topics/ceupp/t27708.htm. 142 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 353.
30
Tenslotte is de laatste paragraaf van het document niet de minste. China maant de Unie aan om
het wapenembargo zo spoedig mogelijk op te heffen. Dit geldt meteen als het eerste officiële verzoek
van de Volksrepubliek China daartoe.
‘The EU should lift its ban on arms sales to China at an early date so as to remove barriers to
greater bilateral cooperation on defence industry and technologies.’ 143
3.2. Politieke dialoog
48. De toon van de Commissiedocumenten en van het Chinese beleidsdocument laat al voelen dat
de relaties tussen de Volksrepubliek en de Europese Unie een andere, meer politieke, dimensie
verwierven in de jaren negentig. Wat startte als een economische relatie, evolueerde gestaag naar een
veel bredere band. Toch dateert de politieke dialoog al van de eerste helft van de jaren tachtig. De
Gemengde Commissie in het kader van de overeenkomsten van 1978 en 1985 beperkte zich van in het
begin immers hoofdzakelijk tot problemen in verband met de implementatie van de overeenkomsten.
Daarnaast was er reeds sprake van een zogeheten ‘visiting diplomacy’, topontmoetingen tussen de
Chinese ministers en Europese Commissarissen.144
Om een directe communicatie tussen beide partijen in stand te houden, komen ministers van
buitenlandse zaken, politieke directeurs en experten sindsdien geregeld samen in het kader van een
constructieve politieke dialoog.145 Deze politieke dialoog werd nog op een hoger niveau getild in 1998
toen de jaarlijkse toppen een aanvang namen.146 In 2001 stelde de Commissie in haar evaluatie een
lijst van maatregelen voor ter verbetering van de intensiteit en regelmatigheid van de consultaties en
ter een uitbreiding van agendapunten.147 Daarenboven lanceerden de partijen in september 2005 een
strategische dialoog, om zowel bilaterale als globale strategische kwesties beter te kunnen
143 Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Volksrepubliek China, China’s EU Policy Paper, oktober 2003, Beijing, http://www.fmprc.gov.cn/eng/topics/ceupp/t27708.htm. 144 K. MÖLLER, “Diplomatic relations and mutual strategic perceptions: China and the European Union”, in R. L. EDMONDS (ed.), China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 14 ; O. GRIESE, “EU – China relations: an assessment by the communications of the European Union”, Asia Europe Journal 2006, afl. 4, (545) 547. 145 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 6. 146 F. ALGIERI, “It’s the system that matters. Institutionalization and making of EU policy toward China”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 71 ; K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 5 en 8 ; X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 36 ; I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 352. 147 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-strategie ten aanzien van China: tenuitvoerlegging van de mededeling van 1998 en toekomstige stappen voor een doeltreffender EU-beleid, COM(2001) 265, Brussel, 15 mei 2001, 8-10.
31
bespreken.148 Tenslotte dient er ook gewezen te worden op de vergaderingen tussen het Europees
Parlement en het Chinese Nationale Volkcongres die plaatsvinden sinds de jaren tachtig. Deze
interparlementaire vergaderingen worden twee keer per jaar georganiseerd in China en de EU en
behandelen een waaier van politieke en economische kwesties. De verwachting is dat de nieuwe
kaderovereenkomst deze interparlementaire relatie tussen de EU en China zal formaliseren.149
49. Vandaag de dag omhelst de politieke dialoog een hele waaier aan onderwerpen, van
mensenrechten tot internationale veiligheid, van internationaal terrorisme en drugssmokkel tot
milieuaangelegenheden. De dialoog kende echter ook moeilijkheden ten gevolge van de
gebeurtenissen in juni 1989, meningsverschillen in de VN-Mensenrechtencommissie en het
bombardement van de Chinese ambassade in Belgrado in 1999. Maar telkenmale toonden beide
partijen zich vergevingsgezind en herstelden zij de dialoog terug.150 Dit werd recent nogmaals
duidelijk met de problemen rond de Dalai Lama en de top van december 2008.
50. Ondanks het feit dat de dialoog op verschillende niveaus plaatsgrijpt, springen de jaarlijkse
toppen sinds een tiental jaar het meest in het oog. Dergelijke toppen bestaan uit ontmoetingen tussen
de Chinese premier en de minister van buitenlandse zaken (en sinds 2003 ook de Chinese president) en
de regerings- en/of staatsleiders van het land dat het voorzitterschap waarneemt en zijn minister van
buitenlandse zaken en de Hoge Vertegenwoordiger voor het GBVB.151 Ze worden hoofdzakelijk
gebruikt om nieuwe impulsen te geven aan de relatie, zoals het lanceren van nieuwe sectoriële
dialogen of het sluiten van bilaterale overeenkomsten. Voorbeelden van dergelijke beslissingen zijn
het toekennen van de ‘Approved Destination Status’ in 2003 om het Chinees groepstoerisme naar de
EU te bevorderen152 en de beslissing van 2005 om een nieuwe kaderovereenkomst te sluiten die de
Handels- en Economische Samenwerkingsovereenkomst van 1985 moet vervangen153. Bovendien zijn
het vaak ook de enige momenten waarop de relatie enige media-aandacht krijgt. Voor een duidelijk
voorbeeld hieromtrent kan opnieuw verwezen worden naar de perikelen over de (uitgestelde) top van
2008.154
148 Persbericht “Joint Statement of the 8th EU-China Summit”, IP/05/1091, 5 september 2005 ; N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 37. 149 Website van de Delegatie van het Europees Parlement voor de Volkrepubliek China, http://www.europarl.europa.eu/activities/delegations/homeDel.do?body=D-CN&language=NL. 150 F. ALGIERI, “It’s the system that matters. Institutionalization and making of EU policy toward China”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 71. 151 K. MÖLLER, “Diplomatic relations and mutual strategic perceptions: China and the European Union”, in R. L. EDMONDS (ed.), China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 26-27. 152 Gemeenschappelijke Persverklaring van de zesde EU-China Top van 30 oktober 2003 in Beijing, 5. 153 Persbericht “Joint Statement of the 8th EU-China Summit”, IP/05/1091, 5 september 2005. 154 Infra 50-53, nr. 75-78.
32
Daar ze meestal plaatsvinden op het einde van het jaar, bieden de toppen een overzicht van de
realisaties van het afgelopen jaar. Wegens de uiteenlopende onderwerpen mondt de gezamenlijke
persverklaring echter al gauw uit in een moeilijk te ontwarren kluwen waarin geen duidelijke lijn te
trekken valt. Vaak wordt dan ook de kritiek geuit dat de toppen slechts symbolisch zijn en kwalitatief
afhankelijk zijn van het roterende voorzitterschap, wat de continuïteit en follow-up niet vereenvoudigt.
Ze slagen er niet in een bepaalde focus of strategische visie te bieden. Aan de andere kant geven ze de
partijen de mogelijkheid om de vriendschapsbanden aan te halen en helpen ze een beter imago te
creëren.155
3.3. Mensenrechtendialoog
51. Het eerste lid van artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie stelt dat de Unie
gegrondvest is op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mensen
en de fundamentele vrijheden, en van de rechtsstaat, welke beginselen de lidstaten gemeen hebben.
Wanneer de EU een partnerschap aangaat met een derde land, dan wenst zij deze waarden uit te
dragen en hamert ze er steeds op dat het partnerschap gebaseerd dient te zijn op deze gezamenlijke
waarden. De Commissie stelde het als volgt: ‘Human rights must be at the core of all EU foreign
policy’.156 De Unie heeft in al haar beleidsdocumenten steeds uitdrukkelijk gesteld dat mensenrechten
fundamenteel zijn voor haar.157 In haar relatie met de Volksrepubliek verloopt de verdediging van
deze stelling echter niet zonder slag of stoot.
52. Vóór 1989 speelden mensenrechten slechts een marginale rol in de relaties tussen beide
partijen.158 Het probleem was wel bekend, maar de accenten lagen meer op de economische belangen.
Na Tiananmen kwam het Chinese mensenrechtenbeleid, of het gebrek eraan, wel op de tafel te liggen.
Tijdens de eerste helft van de jaren negentig besloot de EU de kwestie op multilateraal niveau aan te
pakken, via het steunen van de resoluties in de VN-Mensenrechtencommissie (nu Raad voor de
Mensenrechten). Er waren weinig alternatieven voorhanden, vermits China belangrijke internationale
verdragen met hun controlemechanisme niet getekend had.159 Veel resultaat leverde deze werkwijze
155 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 8. 156 Ibid. 56. 157 J. MEN, “EU-China relations need more mutual understanding”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (3) 3. 158 P. BAKER, “Human rights, Europe and the People’s Republic of China”, in R. L. EDMONDS (ed.), China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 47-48. 159 Ibid. 51.
33
echter niet op, omdat er altijd voldoende landen waren die ervoor zorgden dat de resolutie niet werd
aangenomen.160
53. Als antwoord hierop werd besloten een bilaterale mensenrechtendialoog op te starten in 1995,
die bijna onmiddellijk werd geschorst in 1996. Reden hiervoor was het feit dat de lidstaten van plan
waren de VN-resolutie dat jaar te ondersteunen. De dialoog werd in oktober 1997 opnieuw opgestart
in Luxemburg, waar partijen meteen ook overeenkwamen de dialoog twee maal per jaar te laten
plaatsvinden.161 Beide partijen hadden echter een verschillende beweegreden. De Unie wou aan de
hand van de dialoog de mensenrechtenproblematiek aankaarten, maar China aanzag het als een middel
om kritiek op haar beleid naar een lager niveau te leiden, weg van de VN (‘praatbarak’).162 Daarbij
paste zij ook een geslaagde divide et impera-tactiek toe om een wig te drijven tussen de lidstaten.163
China bedreigde de lidstaten er immers mee dat zij lucratieve commerciële contracten zouden
mislopen indien zij teveel kritiek uitten.164 Toen enkele grote lidstaten, waaronder Frankrijk en
Spanje, weigerden de VN-resolutie te ondersteunen, werd de beslissing genomen om op te houden met
deze praktijk.165 China zag deze verdeeldheid gretig aan. Zo kwam er een verschuiving in tactiek van
de EU, van een openlijke kritiek naar een meer stille diplomatie en samenwerking ter plaatse waarbij
het de bedoeling is de mensenrechtenkwestie op een niet-confronterende en constructieve wijze aan te
pakken.166 Vanaf het moment dat de dialoog tussen de EU en China over de mensenrechten van start
ging, heeft de Commissie toegezegd om een aantal samenwerkingsprojecten op te starten met de
bedoeling de dialoog aan te vullen en ervoor te zorgen dat in praktijk de mensenrechten op lange
termijn beter worden geëerbiedigd. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat de rechten van
gehandicapten onder de aandacht zijn gebracht.167 Ook het Europees Parlement heeft door de jaren
heen openlijk kritiek geuit op China in talrijke resoluties en deinst er niet voor terug om China tegen
160 P. BAKER, “Human rights, Europe and the People’s Republic of China”, in R. L. EDMONDS (ed.), China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 52-53 ; K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 56 ; G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 97. 161 A. LOURO PENA, Recent developments in the EU’s China Policy: the removal of the non-market economy label and the new approach on human rights, Brugge, College of Europe, 1998, 31. 162 J. FOX en F. GODEMENT, Policy Report ‘A power Audit of EU-China Relations’, Londen, European Council on Foreign Relations, 2009, 8. 163 P. BAKER, “Human rights, Europe and the People’s Republic of China”, in R. L. EDMONDS (ed.), China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 58-59. 164 Ibid. 59 en 60-62. 165 N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 19 ; K. MÖLLER, “Diplomatic relations and mutual strategic perceptions: China and the European Union”, in R. L. EDMONDS (ed.), China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 24-25. 166 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 56-57 ; N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 20-21. 167 Europese Commissie, China Strategy Paper 2007-2013, http://ec.europa.eu/external_relations/china/csp/07_13_en.pdf, 7.
34
de haren in te strijken, zoals bleek uit de toekenning van de Sakharovprijs aan Chinese dissidenten in
1996 en 2008.168
54. In de praktijk blijkt het niet zo eenvoudig om China er toe aan te zetten daadwerkelijk
verbeteringen aan te brengen. Eén van de doelstellingen van de dialoog is de ratificatie door Beijing
van de VN-Conventie over Politieke en Burgerlijke rechten tien jaar na zijn ondertekening.169 De EU
is immers niet tevreden met de Chinese gang van zaken op dit vlak, zo is er nog steeds de veelvuldige
toepassing van de doodstraf, het verbod op religieuze en culturele rechten (Tibet), wijdverspreide
martelpraktijken en willekeurige gevangenneming. Een aantal vrijheden worden daarenboven nog
steeds met de voeten getreden, zoals de vrijheid van meningsuiting, pers, vergadering, religie en
betoging. Tijdens de Chinese grondwetswijziging in maart 2004 liet een belangrijk amendement zich
opmerken: ‘De staat eerbiedigt en waarborgt de mensenrechten.’ In theorie zou dit een mijlpaal
kunnen betekenen, hoewel velen betwijfelen in hoeverre dit mooie voornemen ook ter plaatse zal
worden toegepast.170
55. Men mag echter niet uit het oog verliezen dat ook de Unie schuld treft aan het feit dat zij er het
laatste decennium niet in geslaagd is een consistente en gecoördineerde actie te ondernemen op vlak
van mensenrechten. Dit is voornamelijk te wijten aan de institutionele structuur van de Unie en het
feit dat in het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid de belangrijkste rol eigenlijk nog
steeds weggelegd is voor de lidstaten. Lidstaten namen wel gemeenschappelijke standpunten in, maar
die getuigden niet van een dwingend karakter. De dreigementen om de openingsceremonie van de
Olympische Spelen links te laten liggen, na het neerschieten van enkele Tibetaanse protestvoerders
door Chinese troepen, misten hun impact. Een reden hiervoor kan gevonden worden in het feit dat
lidstaten hun posities op vlak van mensenrechten laten beïnvloeden door hun economische belangen.
Lidstaten met een sterk economisch belang in China zijn voorstander van een zachtere aanpak, uit
angst commerciële voordelen mis te lopen. Het verleden wees inderdaad al uit dat Beijing er niet van
terugschrikt om commerciële represailles te nemen ten opzichte van die lidstaten die het sterkst
hamerden op de mensenrechten.171 Lidstaten die echter weinig belangen te verdedigen hebben in
China zijn van mening dat er hardere druk dient te worden uitgeoefend op China.172 De lidstaten
168 N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 20 ; J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 16. 169 De VN-Conventie over Sociale, Economische en Culturele rechten werd reeds ondertekend en geratificeerd. Dit is echter niet zo verwonderlijk in een samenleving waar men de gemeenschap boven het individu plaatst. 170 Y. LI, “Grondwetsherziening in China: spiegel van politiek en samenleving?”, Internationale Spectator 2004, afl. 7/8, (382) 383. 171
N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 20-21. 172 B. MCDONALD, “Setting the agenda for the twenty-first century”, in M. SANTOS NEVES en B. BRIDGES (eds.), Europe, China and the two SARs: towards a new era, Houndmills, Macmillan, 2000, 275.
35
houden er ook de gewoonte op na om met elkaar te concurreren om zo hun nationale ondernemingen
voordeel te laten krijgen op de Chinese markt. China op haar beurt buit dit uit om politieke
toegevingen te krijgen, zoals het stilzwijgen van gevoelige onderwerpen die de Chinese binnenlandse
zaken betreffen.173
56. De impact van de halfjaarlijkse mensenrechtendialoog werd in oktober 2004 geëvalueerd. Het
resultaat was een gemengd beeld van vooruitgang in sommige gebieden (sociaal-economische
ontwikkeling en rechtsstaat) en het besef dat er nog aanzienlijke inspanningen dienden te gebeuren op
vlak van vrije meningsuiting, vrijheid van religie en vereniging, rechten van minderheden, de
toepassing van de doodstraf en foltering. Desondanks bestempelde de Raad de dialoog als waardevol
en als een belangrijk element in de relaties.174 Toch blijkt de dialoog niet echt uit te blinken in
effectiviteit. Treffend hiervoor is dat tijdens de bijeenkomst in Beijing in het kader van de dialoog de
wetenschapper Wo Weihan werd geëxecuteerd op verdenking van spionage, nota bene op de dag
waarop de EU China aanspoorde de zaak nog eens te herbekijken. De Hoge Vertegenwoordiger voor
het GBVB Solana zei hierop het volgende: ‘This execution seriously undermines the spirit of trust and
mutual respect required for this EU-China dialogue on human rights’.175 Veel zoden brengt de
dialoog bijgevolg niet aan de dijk. Het aan de gang zijn van de dialoog wordt door de leden meer
gebruikt om aan te tonen dat ze bezig zijn met de kwestie, ook al is de dialoog waardeloos.176 Deels is
dit te wijten aan het feit dat het voorzitterschap roteert, waardoor opnieuw weinig continuïteit en
follow-up te bespeuren valt.177
57. Momenteel zijn er bitter weinig instrumenten waarmee de EU een verschil kan maken.
Misschien kan het tij keren indien de onderhandelaars tot een akkoord komen om een clausule omtrent
mensenrechten op te nemen in de nieuwe kaderovereenkomst. Dergelijke democratische clausules
worden door de EU sinds begin jaren negentig geïncorporeerd in bijna alle overeenkomsten die met
derde landen worden gesloten. De clausule, volgens welke respect voor democratische beginselen en
de mensenrechten een conditio sine qua non is, voorziet in het nemen van maatregelen (van uitstel van
projecten tot handelsembargo's) indien de mensenrechten niet worden nageleefd.178 Tot op de dag van
vandaag werd in geen enkele overeenkomst met China dergelijke clausule ingelast. Hoewel van
173 N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 18-19. 174 Europese Commissie, Jaarverslag 2006 over de mensenrechten http://ec.europa.eu/external_relations/human_rights/doc/report_06_en.pdf, 17-18. 175 P. RUNNER, “EU-China relations continue to fray”, 1 december 2008, http://euobserver.com/884/27206. 176 P. BAKER, “Human rights, Europe and the People’s Republic of China”, in R. L. EDMONDS (ed.), China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 59. 177 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 59. 178 D. C. HORNG, “The Human Rights Clause in the European Union’s External Trade and Development Agreements”, European Law Journal 2003, afl. 5, (677) 677.
36
Europese zijde daarvoor zal geopperd worden, is het hoogstwaarschijnlijk dat China hier niet zal op
ingaan, of toch tenminste de bewoordingen in dergelijke clausule zal afzwakken. Een alternatief, zoals
een clausule omtrent Taiwan in ruil voor een mensenrechtenclausule, lijkt ook niet wenselijk. China
zal veel vlugger zijn toevlucht nemen tot het inroepen van de eerste, dan dat de EU zal doen met
betrekking tot de mensenrechten.179 De vraag stelt zich onmiddellijk of het Europese Parlement
alsook enkele lidstaten het nieuwe kaderakkoord zullen aanvaarden zonder enkele standaardclausules,
zoals in verband met de mensenrechten.180 Het Europese Parlementslid Dirk Sterckx, hoofd van de
China-delegatie, stelde het als volgt: ‘We kunnen geen compromissen sluiten over zaken als
mensenrechten en de rechtsstaat. Maar tegelijkertijd hebben de EU en China geen keuze: ze moeten
elkaars handelspartners zijn, een groot deel van de wereldeconomie en de ontwikkeling hangt daarvan
af.’ 181
58. Mensenrechten hebben wel degelijk, zij het soms indirect, een invloed op de relaties. Dat
bleek eind 2008, toen de Chinese delegatie weigerde af te reizen naar Frankrijk voor de jaarlijkse
politieke top. De Franse president Sarkozy had immers een ontmoeting gepland met de Dalai Lama,
de leider van Tibet. Dit laatste vormt een heikel punt voor de Chinezen die de kwestie als een puur
interne zaak beschouwen, waar de Europese leiders zich hoegenaamd niet hoeven mee te moeien. De
EU deelt de visie dat Tibet integraal deel uitmaakt van China, maar toch zou ze er graag meer culturele
en religieuze onafhankelijkheid zien. Zij beschouwen de Dalai Lama niet zozeer als een politiek
figuur (zoals de Chinese regering dat wel doet), maar als een spirituele leider.182
59. Recent lanceerde China een actieplan voor mensenrechten, een tegemoetkoming aan een
oproep van de Verenigde Naties om de mensenrechtensituatie in het land te verbeteren. China erkent
dat het nog steeds geconfronteerd wordt met tal van tekortkomingen en dat het nog een lange weg
heeft af te leggen. De actiepunten voor de komende twee jaar omvatten onder andere een betere
behandeling van de rechten van minderheden, de voorkoming van illegale opsluiting en marteling en
een voorzichtigere aanpak van de doodstraf. Ook het recht op vrije meningsuiting moet verbeteren, al
179 G. BALDUCCI, “Prospects and challenges for the European promotion of human rights in China”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (8) 12. 180 Akkoorden die een specifiek institutioneel kaderwerk in het leven roepen, vereisen instemming van het Europese Parlement (artikel 300, derde lid, tweede alinea EG). Zie A. SAUTENET, “État et prospective du ‘partenariat stratégique’ UE-Chine”, in F. SNYDER (ed.), Europe, India and China: strategic partners in a changing world, Brussel, Bruylant, 2008, 62 ; S. CROSSICK, “European Parliament China Trade Resolution constructive”, 26 februari 2009, http://crossick.blogactiv.eu/2009/02/26/european-parliament-trade-resolution-constructive. 181 Europees Parlement, “Mensenrechten centraal in relatie EU-China”, 9 december 2008, http://www.europarl.europa.eu/news/public/story_page/026-43921-343-12-50-903-20081204STO43793-2008-08-12-2008/default_nl.htm. 182 Men kan zich natuurlijk wel de vraag stellen of het nodig is dat een spirituele leider zo vaak wordt ontvangen door Europese staats- en regeringsleiders. Zie S. CROSSICK, “Will the Dalai Lama wreck the Sino-European relationship?”, 6 december 2008, http://crossick.blogactiv.eu/2008/12/06/will-the-dalai-lama-wreck-the-sino-european-relationship.
37
wordt met geen woord gerept over de persvrijheid. De Chinezen beklemtonen dat zij een andere
vulling aan het begrip ‘mensenrechten’ geven dan het Westen. Zij wensen immers voorrang te geven
aan de bescherming van het recht op levensonderhoud en ontwikkeling en andere basisrechten zoals
voeding, onderwijs en gezondheidszorg. De ambitie lijkt dus beperkt. Of de nieuwe aanpak echt
zoden aan de dijk zal brengen, is nog maar zeer de vraag. Daarbij is het tijdstip van het lanceren van
het plan ook niet zo toevallig, net voor de twintigste verjaardag van de protesten op het
Tiananmenplein.183 Het is echter nog te vroeg om uit te maken of het hier om een public relations-
stunt gaat, dan wel om een stap in de goede richting.
3.4. Overzicht van de sectoriële dialogen en overeenkomsten
60. Zoals uit de vijf pijlers blijkt, wenst de Europese Unie China te ondersteunen op haar weg naar
economische en sociale hervormingen. Zij kan zich daartoe beroepen op haar ervaring en expertise op
het sociaal-economische en politieke domein. Daartoe werd een uitgebreid ‘coöperatiemechanisme’
uitgewerkt, bestaande uit sectoriële dialogen, bilaterale overeenkomsten en andere
samenwerkingsprojecten.184 Ter uitwerking van dit mechanisme werd de ‘China Country Strategy
Paper’ ontwikkeld, om de samenwerking op een coherente wijze te implementeren. De laatste
Strategy Paper dateert van 2006 en geldt voor de periode van 2007 tot 2013. 185 De benaming van dit
document is misschien wel wat misleidend, daar het niet echt om een politieke strategie gaat, maar om
een kaderwerk voor de samenwerkingsprojecten met China.186 Het ‘Multiannual Indicative
Programme’ dient dan weer ter implementatie en evaluatie van de Strategy Paper.187
61. De laatste jaren schoten de samenwerkingsdomeinen als paddenstoelen uit de grond. Er zijn
immers enorm veel gebieden waarop de EU en China gemeenschappelijke interesses hebben, maar
vaak komen die niet onder de aandacht omwille van hun technische en sectoriële aard. Nochtans
kennen beide partijen op deze vlakken vaak dezelfde problemen en kan het delen van ervaring en
kennis met elkaar tot een oplossing leiden. Op het eerste zicht lijkt het alsof China hier meer bij te
183 S. CROSSICK, “National Human Rights Action Plan of China: rhetoric of reality?”, 30 april 2009, http://crossick.blogactiv.eu/2009/04/30/national-human-rights-action-plan-of-china-rhetoric-or-reality ; T. VAN
DE WEGHE, “China lanceert actieplan voor mensenrechten”, 13 april 2009, http://www.deredactie.be/cm/de.redactie/buitenland/090413_China_mensenrechten. 184 Voor een (niet-exhaustief) overzicht, zie G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 93-94. 185 Europese Commissie, China Strategy Paper 2007-2013, http://ec.europa.eu/external_relations/china/csp/07_13_en.pdf. 186 O. GRIESE, “EU – China relations: an assessment by the communications of the European Union”, Asia Europe Journal 2006, afl. 4, (545) 552. 187 Europese Commissie, Multiannual Indicative Programme 2007-2010, http://ec.europa.eu/external_relations/china/csp/07_10_mip_en.pdf.
38
winnen heeft dan de EU. China komt de laatste jaren immers voor uitdagingen te staan, waar de EU al
enkele jaren geleden mee te maken kreeg (zoals milieu, interne markt en concurrentiebeleid).
Nochtans kan ook de EU voordeel halen bij de Chinese expertise in sommige domeinen, zoals op het
vlak van nucleair onderzoek. De dialogen vallen onder de verantwoordelijkheid van de Europese
Commissie.188
62. De dialogen kennen verschillende benamingen, zoals ‘dialogen’, ‘uitwisselingen’ of
‘samenwerking’ en ze vinden op verschillende hiërarchische niveaus plaats, van werkgroepen,
conferenties en informele uitwisselingen tot jaarlijkse formele vergaderingen op ministerieel niveau.189
Verschillende categorieën van participanten kunnen eraan deelnemen, zoals politici, officiële
gezagsdragers of zakenlui. Sommige zijn formeel en gestructureerd met institutionele regelingen, een
agenda, gedefinieerde objectieven en middelen om deze laatste te bereiken. Ook de juridische of
normatieve basis kan verschillen van juridisch bindende akkoorden tot memoranda van
overeenstemming of informele kaderwerken en discussies.190 De domeinen variëren van intellectuele
eigendomsrechten tot regionale veiligheid, onderwijs, maritiem transport en milieubescherming.
Tijdens de jaarlijkse toppen wordt het lijstje vaak verlengd of geupdated.191
63. De dialogen kunnen verschillende functies vervullen, hoewel die ook gecombineerd kunnen
worden en veranderen doorheen de tijd. Eerst en vooral worden de dialogen gebruikt om kennis uit te
wisselen in domeinen waar de EU en China gemeenschappelijke interesses hebben. Wederzijds
kennis verschaffen is eigenlijk de basis van elke dialoog. Ten tweede omvatten sommige dialogen een
samenwerking in specifieke sectoren, eventueel als voorbode van een meer formele samenwerking.
Ten derde worden de dialogen ook gebruikt als middel om beleidsontwikkelingen te stimuleren en te
versterken in China. Ten vierde kunnen de dialogen ook worden gebruikt als middel om toegang te
verkrijgen tot de Chinese markt. Tenslotte laten de dialogen ook toe om gevoelige kwesties te
bespreken. Een voorbeeld hiervan is de EU-China High Level Economic and Trade Mechanism.192
188 F. ALGIERI, “It’s the system that matters. Institutionalization and making of EU policy toward China”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 72 ; F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 767. 189 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 9. 190 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 767-768. 191 Persbericht “EC and China sign nine cooperation agreements and foster dialogue on global solutions tot economic and financial crisis and climate change”, IP/09/212, 30 januari 2009. 192 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 768-769.
39
64. Hieronder worden de verschillende samenwerkingsgebieden aangehaald waarin de EU en
China een relatie hebben uitgebouwd. De belangrijkste worden daarenboven ook kort toegelicht.193
1. Handelsbeleid
Deze dialoog is vooral bedoeld als aanvulling op de reeds bestaande bilaterale overeenkomsten en
de daarbij opgerichte Gemengde Commissie. Multilaterale kwesties, zoals de Doha
Ontwikkelingsronde in het kader van de WTO, worden er besproken. In 2008 vond in dit kader
een eerste High-Level Economic and Trade Dialogue plaats, om het gebrek aan evenwicht in de
handelsstromen te bespreken.194 De handel tussen de EU en China mag dan wel verdubbeld zijn
tussen 2003 en 2007, handelsbelemmeringen kosten het Europese bedrijfsleven ettelijke miljarden
per jaar. Bovendien bestaan er problemen rond namaakproducten, door piraterij verkregen
goederen en veiligheidseisen.195 Uiteindelijk kreeg de dialoog een wijder mandaat, waaronder ook
intellectuele eigendomsrechten en het al dan niet verlenen van de status van markteconomie.196
Het moet een voortdurend forum vormen voor ministeriële samenwerking en een middel om
problemen op te lossen die rijzen in de economische en handelsrelaties.197 In mei 2009 vond een
tweede ontmoeting in het kader van deze dialoog plaats. Opnieuw werd er Europese bezorgdheid
geuit over het feit dat de procedures voor de vervolging van inbreuken op de wetgeving inzake
intellectuele eigendomsrechten te wensen overlaten. 198
2. Milieu
Deze dialoog situeert zich sinds 2003 op ministerieel niveau en houdt zich bezig met onderwerpen
zoals duurzame ontwikkeling, biodiversiteit, water- en luchtverontreiniging en
klimaatverandering. In het kader van deze dialoog werd ook een Partnerschap voor
Klimaatverandering ondertekend, waarin aandacht wordt geschonken aan de concrete stappen die
dienen te worden ondernomen. De snelle economische en industriële groei deed de vraag stijgen
193 Voor meer informatie, zie http://ec.europa.eu/external_relations/china/sectoraldialogue_en.htm. 194 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 13. 195 Europees Parlement, “Mensenrechten centraal in relatie EU-China”, 9 december 2008, http://www.europarl.europa.eu/news/public/story_page/026-43921-343-12-50-903-20081204STO43793-2008-08-12-2008/default_nl.htm. 196 S. CROSSICK, “10th China-EU Summit Statement: a marathon negotiation”, 23 december 2007, http://crossick.blogactiv.eu/2007/12/23/10th-china-eu-summit-joint-statement-a-marathon-negotiation ; F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 769. 197 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 769. 198 Persbericht “Second meeting of the EU-China High Level Economic and Trade Dialogue: 7 and 8 May 2009 in Brussels”, MEMO/09/226, 8 mei 2009 ; A. WILLIS , “EU-China trade talks a step up from last year”, 8 mei 2009, http://euobserver.com/9/28096.
40
naar energie en ruwe materialen, waardoor stemmen opgaan dat de Volksrepubliek deel zou
moeten gaan uitmaken van een internationaal klimaatverdrag.199
3. Energie (inclusief overeenkomst inzake nucleaire energie)
Dit is een van de eerste dialogen en bestaat uit jaarlijkse werkgroepen en tweejaarlijkse
conferenties (waaraan ook bedrijven met een aandeel in kernenergie deelnemen). Verschillende
elementen komen aan bod, zo ook de hernieuwbare energie. De nieuwe EURATOM
overeenkomst die met China werd gesloten, focust op onderzoek naar het gebruik van nucleaire
energie. Onderzoekers van beide kanten worden toegang verleend toe elkaars faciliteiten, wat
vooral interessant is voor de Europese onderzoekers die zo toegang verwerven tot moderne
centrales.
4. Ruimtecoördinatie
5. Galileo
Over dit globaal satelliet navigatiesysteem, tegenhanger van het Amerikaanse GPS werd in
oktober 2003 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met China. Dit betekende meteen de
eerste volledige participatie van een niet-EU land in het project.200
6. Informatiemaatschappij
Punten ter bespreking vormen de nieuwe ontwikkelingen in de telecommunicatie, zaken als e-
government, de veiligheid van netwerken en de promotie van e-commerce.
7. Industrieel beleid
8. Transport (algemeen)
In dit kader ondertekenden de partijen een memorandum van overeenstemming over transport en
energie. Er werd ook overeengekomen om een samenwerking in weg- en spoortransport te
lanceren.
9. Concurrentiebeleid
Als China haar economie grondig wil hervormen, heeft zij daartoe een stevig concurrentiebeleid
nodig. Het succes van het uitgebreide concurrentiebeleid van de EG is haar Chinese collega’s niet
199 Europees Parlement, “Mensenrechten centraal in relatie EU-China”, 9 december 2008, http://www.europarl.europa.eu/news/public/story_page/026-43921-343-12-50-903-20081204STO43793-2008-08-12-2008/default_nl.htm. 200
N. CASARINI, The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 26.
41
ontgaan. Door permanente uitwisselingen en dialoog hopen zij dan ook een voorbeeld te kunnen
nemen aan dit ‘Europees model’.
10. Productveiligheid, sanitaire en fytosanitaire standaarden
Wat betreft consumentengoederen is China één van de belangrijkste handelspartners van de EU.
Daarom is het belangrijk dat beide partijen een gelijke visie hebben op vlak van
veiligheidskwesties. Er werd in dit kader een Gemengde Technische Groep opgericht.
11. Intellectuele eigendomsrechten
Opmerkelijk is het feit dat er in de overeenkomsten van 1978 en 1985 met geen woord gerept
werd over intellectuele eigendomsrechten. Nochtans is dit eigenlijk niet zo verrassend, omdat het
in de jaren zeventig nog niet duidelijk was of de Gemeenschap enige bevoegdheid had op dit
vlak.201 Het was dan ook wenselijk hierover een dialoog op te zetten. Hoewel China al vele
inspanningen heeft gedaan om zijn wetgeving in lijn te brengen met het TRIPs-akkoord, zijn
verdere stappen nog steeds gewenst. In januari 2009 werd dan ook een ‘Action Plan on Customs
Cooperation between the European Community and China with regard to enforcement of
Intellectual Property Rights’ overeengekomen. Het heeft tot doel de douanecontroles te versterken
om zo namaak en piraterij in de handel te verhinderen.202 Dit is uitermate belangrijk voor
Europese ondernemingen die momenteel erg lijden onder de hoge graad van piraterij in China.203
12. Textiel
Deze dialoog vormt een goed voorbeeld van hoe ook de zakenwereld wordt betrokken in
dergelijke sectoriële dialogen.
13. Macro-economie en financiële diensten
14. Regionaal beleid
China heeft het probleem dat er heel wat verschillen bestaan tussen de regio’s. Er bestaat een
enorm verschil tussen rijk en arm. De EU daarentegen heeft een jarenlange ervaring op dit vlak.
15. Civiele luchtvaart
Ten gevolge van een rechtspraak van het Hof van Justitie in 2002 diende er een nieuw kaderwerk
te worden opgezet omtrent civiele luchtvaart. De bestaande bilaterale akkoorden met derde landen
201 X. Z. YUE, The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 40-41. 202 Persbericht “EC and China sign nine cooperation agreements and foster dialogue on global solutions tot economic and financial crisis and climate change”, IP/09/212, 30 januari 2009. 203 A. WILLIS , “EU and China to fight financial crisis”, 30 januari 2009, http://euobserver.com/884/27506.
42
zoals China vertoonden immers discriminatoire trekken. China toonde op haar beurt interesse in
de versterking van technische samenwerking op vlak van veiligheid en beveiliging. In 2005 vond
een eerste EU-China Aviation Summit plaats tussen de Europese Commissie en de bevoegde
Chinese autoriteit.
16. Opvoeding, human resources en cultuur
In deze context worden allerlei initiatieven en programma’s opgezet, zodat studenten (financieel)
makkelijker in Europa kunnen komen studeren. Een voorbeeld hiervan is het Erasmus Mundus-
programma.
17. Werkgelegenheid en sociale zaken
Op 5 september 2005 werd op de achtste jaarlijkse top een memorandum van overeenstemming
ondertekend op dit vlak. Onderwerpen als sociale bescherming, sociale cohesie,
arbeidsregulering, arbeidsrelaties, sociale dialoog en tewerkstelling worden er door gevat. Op 1
april 2006 startte ook een vijf jaar durend project ‘EU-China Social Security Reform Cooperation
Project’ ter ondersteuning van de modernisering van het Chinese sociale zekerheidssysteem.
18. Landbouw
19. Overeenkomst inzake maritiem transport
20. Overeenkomst inzake wetenschap en technologie
21. Overeenkomst inzake douanesamenwerking
22. Overeenkomst inzake toerisme
23. Ontwikkelingssamenwerking en Afrika
24. Illegale migratie en mensenhandel
De tragedie in Dover waar 58 Chinese illegale immigranten in een container aan de
verstikkingsdood stierven in 2000 zetten de beide partijen er toe aan om meer samen te werken
in het kader van de strijd tegen illegale migratie.204 Het sluiten van een overname-
overeenkomst met China blijft een prioriteit voor de Unie.
25. Tenslotte is er sinds november 2005 een dialoog over openbare aanbestedingen.205
204 Europese Commissie, China Strategy Paper 2007-2013, http://ec.europa.eu/external_relations/china/csp/07_13_en.pdf, 36. 205 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 767.
43
65. Een risico van deze werkwijze is dat de inspanningen gefragmenteerd raken. Er zijn te weinig
verbanden tussen de diverse dialogen en hun kortetermijndoelstellingen botsen vaak, ook met de
beleidsdocumenten. ‘Each dialogue takes place in its own little box.’ 206 Toch heeft deze manier van
werken uiteindelijk een positief effect op de relatie. Het zijn platforms waarop de partijen allerlei
domeinen kunnen verkennen en vertrouwen in elkaar kunnen ontwikkelen. Enkel op die manier
kunnen obstakels, zoals mensenrechten en handelsdisputen worden overwonnen. De sectoriële
dialogen vormen een essentieel en stabiliserende factor in de relatie.207 Vanuit een juridisch standpunt
werden alle dialogen gecreëerd binnen het kaderwerk van de Overeenkomst van 1985. Dit toont
meteen ook aan dat de overeenkomst niet meer voldoende aangepast is aan de huidige relaties tussen
China en de Europese Unie en dat een nieuwe kaderovereenkomst broodnodig is.208
Afdeling 4: Van 2005 tot heden: naar een strategisch partnerschap?!
4.1. 2005: Wederzijdse teleurstellingen
66. In de literatuur worden de jaren 2003-2004 vaak omschreven als de ‘honeymoon period’, wat
blijkt uit de ettelijke bezoeken over en weer.209 Ook de toenmalige Commissievoorzitter Prodi vatte
het samen met woorden ‘if it is not a marriage, it is at least a very serieus engagement’.210 Bij de
viering van dertig jaar diplomatieke relaties in mei 2005 uitten de leiders van beide partijen hun
algemene tevredenheid omtrent de ontwikkeling van de bilaterale relaties, met uitzondering van
kwesties zoals het wapenembargo en de mensenrechten.211 Het voorbije decennium had inderdaad
hoge wederzijdse verwachtingen gecreëerd, maar al snel werd duidelijk dat dit enkel op een
teleurstelling kon uitdraaien. Sinds 2005 gaat het allemaal wat moeizamer. Beide partijen merken de
moeilijkheden in de relatie, het feit dat ze niet altijd dezelfde visie delen en de invloeden van buitenaf.
Niettemin blijft datgene wat hen bindt doorslaggevender dan datgene wat hen scheidt.212
206 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 9. 207
S. CROSSICK, F. CAMERON en A. BERKOFSKY, EU-China: towards a strategic partnership, Brussel, European Policy Centre, 2005, 28. 208 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 768. 209 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 6. 210 R. PRODI, “Relations between the EU and China: more than just business”, SPEECH/04/227, 6 mei 2004. 211 X., “EU-China Ministerial Troika in Beijing to mark the 30th anniversary of EU-China diplomatic relations”, http://www.eurunion.org/eu/index.php?option=com_content&task=view&id=2148&Itemid=58. 212 D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG, “From honeymoon to marriage. Prospects for the China-Europe relationship”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 305.
44
67. Eerder in deze uiteenzetting werd al gewezen op het feit dat het al vlug duidelijk werd dat er in
de EU onvoldoende draagvlak aanwezig was voor de opheffing van het wapenembargo.213 Na het
felle verzet door de VS en het aannemen van de omstreden Chinese Anti-Afscheidingswet in 2005,
slonken de kansen op opheffing in de nabije toekomst als sneeuw voor de zon. Daarnaast kan China
ook haar teleurstelling omtrent de stagnerende Europese integratie, de invoering van de Europese
Grondwet en het Verdrag van Lissabon niet verbergen. 214 Op economisch vlak speelt ook nog eens de
frustratie dat de EU China de status van markteconomie niet wil toekennen, waar Rusland dit wel
verkregen heeft. De EU wijst echter naar de WTO-afspraken waarin het leden tot en met 2015
toegestaan is China dit te ontzeggen.215 Hoewel Beijing er niet voor terugdeinst handig gebruik te
maken van de Europese verdeeldheid als het haar goed uitkomt, ziet ze toch het liefst een eensgezind
Europa, dat een vuist kan maken op het wereldtoneel.216 Ook aan Europese zijde waren er
teleurstellingen. De wisseling van de hoogste wacht in Beijing leidde niet tot de verhoopte politieke
hervormingen of een betere mensenrechtensituatie. De dialogen op dit vlak leverden minder resultaten
op dan gehoopt en ook op economisch vlak waren er de nodige strubbelingen (onder andere een
groeiend handelstekort).217 Het oorspronkelijke enthousiasme kreeg al gauw een dreun en werd
vervangen door teleurstelling en een gebrek aan wederzijds vertrouwen. Brussel en Beijing kwamen
plots voor een realistischer beeld van de toekomst te staan. Desondanks besloten beide partijen op de
top van 2005 een nieuwe kaderovereenkomst te onderhandelen om zo het strategisch deelgenootschap
tussen de EU en China verder te verbreden en uit te diepen.218
4.2. 2006: ‘EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden’
68. Drie jaar na het opzetten van het strategisch partnerschap, probeerde de Commissie de
bilaterale verwezenlijkingen in 2006 op een rij te zetten in een zoveelste document ‘EU-China:
Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden’.219 Dit met het oog op de nakende start van de
213 Supra 19-20, nr. 28. 214 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 353-354. 215 Dit is gunstig voor de Europese bedrijven ter voorkoming van dumping door China, omdat de lidstaten in deze situatie hogere invoerrechten op goedkopere Chinese producten kunnen heffen. Zie I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 354. 216 S. CROSSICK, “What drives Chinese foreign policy?”, 18 maart 2009, http://crossick.blogactiv.eu/2009/03/18/what-drives-chinese-foreign-policy. 217 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 354. 218 E. VAN DER POST, “China en de EU. Een probleemrijke kans”, Internationale Spectator, 2005, afl. 12, (660) 660. 219 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006.
45
onderhandelingen over de nieuwe overeenkomst.220 De aanbevelingen vormen een ambitieuze agenda,
waarbij de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst de verdere uitwerking voor zijn rekening
dient te nemen.221 Opmerkelijk aan deze mededeling is het feit dat zij uit twee documenten bestaat.
Eén ervan neemt de politieke en strategische samenwerking voor zijn rekening, terwijl het andere
specifiek gericht is op de economische en handelsrelaties.222
69. In het eerste document beklemtoont de EU nogmaals de stijgende invloed van China en de
gedeelde verantwoordelijkheid wat betreft wereldvrede en stabiliteit.223 Maar tegelijkertijd beseft de
EU het volgende:
‘Europa dient doeltreffend op de nieuwe kracht van China te reageren. Om een antwoord te
vinden op de voornaamste uitdagingen waar Europa vandaag de dag voor staat – daaronder
klimaatverandering, werkgelegenheid, migratie en veiligheid – dienen wij, uitgaande van onze
eigen waarden, het potentieel van een dynamische relatie met China als hefboom in te zetten.’ 224
Voor de eerste maal maakte de EU een hele waslijst van verzoeken aan China over, waardoor
dit document een hardere toon tentoonspreidt dan zijn voorgangers.225 Dit blijkt ook al uit de
bewoordingen gebruikt in de titel, het wordt tijd dat beide partijen hun verantwoordelijkheden
opnemen. Beiden partijen hebben zich immers geëngageerd in een strategisch partnerschap. Hoewel
de betrekkingen in toenemende mate van maturiteit en realiteitszin getuigen, hamert de EU er op dat
verdere hervormingen onontbeerlijk zijn.226 Zo beschouwt China haar buitenlands beleid traditioneel
als een beleid van strikte niet-inmenging. Nu het land echter internationaal actiever en assertiever
wordt, is die kwalificatie onhoudbaar.227
220 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006, 4. 221 Ibid. 14. 222 Werkdocument van de Commissie, Begeleidend document bij COM(2006) 631 definitief: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden. Document betreffende het handels- en investeringsbeleid van de EU ten aanzien van China: concurrentie en partnerschap, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006. 223 J. MEN, The EU-China Strategic Partnership: achievements and challenges, Pittsburgh, University of Pittsburgh, 2007, 5. 224 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006, 2. 225 R. BALME , “A European strategy towards China? The Limits of integration in foreign policy making”, in R. BALME en B. BRIDGES (eds.), Europe – Asia relations : building multilateralisms, New York, Palgrave Macmillan, 2008, 129 ; D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG, “From honeymoon to marriage. Prospects for the China-Europe relationship”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 308-309. 226 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006, 2-3. 227 Ibid. 4.
46
De mededeling behandelt voornamelijk vijf punten, waarbij de pijlerstructuur van de vorige
documenten niet meer trouw gevolgd wordt.
1. Steun geven aan China’s overgang naar een opener en pluralistische samenleving
Op dit terrein is de vooruitgang onvoldoende, oordeelt de Commissie. De EU erkent dat de
mensenrechtendialoog nog functioneert, maar de verwachtingen in steeds mindere mate inlost.
Opnieuw herhaalt zij dat de dialoog meer resultaatsgericht dient te zijn en beter moet worden
afgestemd op de dialogen van de lidstaten. 228
2. Duurzame ontwikkeling
Om te streven naar een duurzame ontwikkeling dienen partijen een aantal punten na te leven,
waaronder het zorgen voor zekere en duurzame energievoorziening, het tegengaan van de
klimaatverandering en de verbetering van het milieu, het verbeteren van uitwisselingen inzake
werkgelegenheid en sociale aangelegenheden, het verbeteren van de coördinatie inzake
internationale ontwikkelingen en het opzetten van een duurzame economische groei.229
3. Betrekkingen inzake handel en economie
De EU erkent dat Europa een open en billijke toegang voor de uitvoer van China dient te
blijven bieden en zich dient aan te passen aan de veranderende concurrentie. Maar ook China
dient zich positief op te stellen door de markten open te stellen en voor eerlijke concurrentie te
zorgen. In Europa vindt men immers steeds vaker dat de gebrekkige naleving van de WTO-
verplichtingen door China en de nieuwe hinderpalen voor toegang tot de Chinese markt een
echte wederkerige handelsrelatie in de weg staan. De EU eist dan ook dat China haar WTO-
verplichtingen volledig tenuitvoerlegt (en zelfs verder gaat dan werd toegezegd). Bovendien
is er een betere bescherming nodig van de intellectuele eigendomsrechten. De bestaande
handelsgerelateerde dialoog zou op alle niveaus moeten worden versterkt en worden
toegespitst op het vergemakkelijken van handel en het verbeteren van markttoegang. Indien
de inspanningen op niets uitlopen, dreigt de Commissie om gebruik te maken van het WTO-
stelsel van geschillenbeslechting. Handelsbeschermende maatregelen zullen daarbij een
instrument zijn om eerlijke handelsomstandigheden zeker te stellen.230
4. Het versterken van de bilaterale samenwerking
De bilaterale samenwerking omvat tal van aangelegenheden, gaande van lucht- en zeevaart tot
regionaal en macro-economisch beleid. Deze samenwerking kan worden uitgebreid tot 228 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006, 5. 229 Ibid. 5-7. 230 Ibid. 8-9.
47
domeinen zoals migratie, intermenselijke contacten en structureel vlak. Zo dringt de
Commissie erop aan zo spoedig mogelijk een overname-overeenkomst te sluiten.231
De Commissie erkent het succes van de dialoog, maar wijst er op dat er moet worden
nagegaan of er geen nieuwe instanties of mechanismen nuttig kunnen zijn om de betrekkingen
tussen de EU en China verder te bevorderen. Jaarlijkse topconferenties tussen regeringsleiders
moeten steun krijgen van geregelde horizontale uitwisseling en dialogen op technisch,
ministerieel of nog hoger niveau. Tenslotte steekt de Unie ook de hand in eigen boezem door
er op te wijzen dat zij met één stem moet leren spreken.232
5. Internationale en regionale samenwerking
In de handhaving van vrede en stabiliteit tussen China en Taiwan speelt de EU een belangrijke
rol. Aan de hand van haar ‘één-China’-beleid en gelet op het strategische evenwicht in de
regio, wenst de EU zich actiever op te stellen. Gezien het gebrek aan slagkracht van de Unie
op dit domein, is dit echter geen evidente doelstelling.233
Wat het wapenembargo betreft, toont de EU zich bereid te werken naar een opheffing. Maar
dan dient er aan beide zijden het nodige te worden gedaan. ‘De EU dient samen met China te
werken aan de totstandbrenging van een gunstiger klimaat voor de opheffing, door
vooruitgang in de mensenrechtensituatie in China, door te streven naar betere betrekkingen
tussen China en Taiwan en door meer doorzichtigheid van China’s militaire uitgaven.’ 234 Tot
op heden is er daar nog steeds niet veel van in huis gekomen.
70. In het tweede document, het kritische ‘EU-China Handels- en Investeringsbeleid: concurrentie
en partnerschap’, lanceert de Commissie een lange lijst klachten en aanbevelingen over de Chinese
handelspolitiek. Zo stelde de Commissie dat China zelf ook zijn markten moet openstellen en moet
zorgen voor eerlijke mededingingsomstandigheden.235 Het land dient de juridische bescherming van
buitenlandse bedrijven en de handhaving daarvan te verbeteren en concurrentiebelemmerende
handelspraktijken en beleidsmaatregelen af te wijzen.236 China was verbaasd door de harde toon en
231 Europese Commissie, China Strategy Paper 2007-2013, http://ec.europa.eu/external_relations/china/csp/07_13_en.pdf, 36. 232 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006, 9-12. 233 Infra 72, nr. 109. 234 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-China: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006, 12-13. 235 Ibid. 3. 236 Werkdocument van de Commissie, Begeleidend document bij COM(2006) 631 definitief: Hechtere partners, groeiende verantwoordelijkheden. Document betreffende het handels- en investeringsbeleid van de EU ten aanzien van China: concurrentie en partnerschap, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006, 3.
48
reageerde vervolgens uiterst kritisch. Ze waren immers gewoon geworden aan de optimistische toon
van de vorige mededelingen.237
4.3. 2007: Opening onderhandelingen nieuw Partnerschaps- en
Samenwerkingsakkoord
71. Tot op heden vormt de overeenkomst van 1985 de juridische basis van de relaties, hoewel het
al enkele jaren duidelijk is dat er een meer allesomvattende kaderovereenkomst nodig is die alle
dimensies van samenwerking omvat en aangepast is aan de 21ste eeuw. Op de negende jaarlijkse top in
september 2006 besloten de twee partijen om onderhandelingen te starten over een Partnerschaps- en
Samenwerkingsakkoord.238 De nieuwe overeenkomst zal het juridische en politieke kader vormen
waarbinnen het hele spectrum van politieke, economische en handelsbetrekkingen verder ontwikkeld
kan worden.239 Alle verwijzingen naar economie en handel worden uit de titel geweerd, waardoor
duidelijk wordt gemaakt dat het een bredere overeenkomst betreft dan haar voorgangers uit 1978 en
1985.
72. De onderhandelingen startten in januari 2007, maar van meet af aan doken er problemen op.
China heeft de laatste jaren immers haar blik gericht op andere delen van de wereld, waaronder haar
eigen Aziatische regio.240 Bijkomend trokken de laatste voorbereidingen van de Olympische Spelen
alle aandacht naar zich toe. Naast inhoudelijke kwesties, spelen echter ook structurele problemen een
rol. Er vindt immers een concurrentiestrijd plaats tussen de Chinese Ministeries van Buitenlandse
Zaken en Handel omtrent het initiatief bij de onderhandelingen. Onderwerpen als economie en handel
worden door Beijing als belangrijkste onderdelen beschouwd en die zullen in een apart document,
237 D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG, “From honeymoon to marriage. Prospects for the China-Europe relationship”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 309 ; I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 354. 238 Persbericht “EU and China to agree on opening negotiations for a new comprehensive framework agreement”, IP/06/1161, 8 september 2006 ; D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG, “From honeymoon to marriage. Prospects for the China-Europe relationship”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER
en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 306 en 309. 239 D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG, “From honeymoon to marriage. Prospects for the China-Europe relationship”, in D. SHAMBAUGH , E. SANDSCHNEIDER en Z. HONG (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 306 ; I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 352. 240 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 352.
49
onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Handel worden onderhandeld. Het lijkt er dus op
dat er twee documenten komen, één omtrent de economische relaties tussen de Europese Unie en
China en één omtrent het strategisch partnerschap. In zijn geheel valt het nieuwe akkoord echter onder
de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.241 Deze werkwijze valt te
betreuren, omdat er op dergelijke wijze onvermijdelijk opnieuw een verbrokkeling optreedt. De EU
op haar beurt heeft meer dan ooit moeite om met één stem te spreken en heeft met de ratificatie van
het Verdrag van Lissabon andere zaken aan haar hoofd.242 Zolang de lidstaten hun bilaterale
betrekkingen met China voorrang geven boven het gezamenlijke EU-beleid, zal Beijing de EU
bovendien blijven zien als een speelbal. Daarnaast zal de EU moeten accepteren dat politieke
hervormingen in China vaak verlopen volgens het ritme van twee stappen vooruit, een stap achteruit.
Toch moet de EU blijven hameren op vooruitgang.243
73. De onderhandelingen zullen alle items op de tafel plaatsen. Beijing zal proberen onderwerpen
als mensenrechten en Taiwan zoveel mogelijk van de agenda te houden, om zich te concentreren op
handel en economie.244 Ook het wapenembargo zal naar alle waarschijnlijkheid ter sprake komen.
Daarbij kan het nuttig zijn om verbanden te creëren tussen de verschillende items, waardoor de
wederpartij vlugger toegevingen zal doen op bepaalde gebieden. Zo wil de EU dat de China meer
meewerkt in het gevecht tegen illegale migratie, dat zij haar WTO-verplichtingen beter implementeert
en dat zij zich beter engageert in de mensenrechtendialoog. Daartoe willen zij bepaalde clausules
opnemen in het nieuwe akkoord. China op haar beurt is echter de mening toegedaan dat zij niet kan
gedwongen worden om dezelfde clausules te onderschrijven als pakweg Vietnam of Uruguay.245
74. Ondanks de opening van de onderhandelingen, zitten de betrekkingen tussen de EU en China
wat in het slop. Na de hooggespannen verwachtingen kon dit ook moeilijk achterwege blijven.246 Feit
is dat er de laatste twee jaar niet veel vooruitgang is geboekt. Dat blijkt uit een vergelijking van de
conclusies van de toppen die wel kopieën lijken van elkaar de laatste jaren. De partijen bevinden zich
momenteel op een cruciaal kruispunt en de verdere onderhandelingen zullen een goede graadmeter
zijn voor het belang dat beide zijden hechten aan de betrekkingen. Tegelijkertijd kan het
241 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 18-19 ; I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 354-355. 242 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 352 ; E. VAN DER POST, “China en de EU. Een probleemrijke kans”, in Internationale Spectator, 2005, afl. 12, (660) 660. 243 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 355. 244 Ibid. 355. 245 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 10. 246 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 352.
50
onderhandelingsproces zelf ook een katalysator zijn die de relatie uit het slop haalt doordat zij de
partijen dwingt een realistische blik op de toekomst te werpen. Het valt echter niet te ontkennen dat de
onderhandelingen een lang en moeizaam proces zullen worden.247 Desondanks geven partijen hiermee
wel te kennen hun relatie een nieuw elan te willen geven. In die zin kan zelfs gesteld worden dat het
nieuwe Partnerschaps- en Samenwerkingsakkoord een echt ‘huwelijkscontract’ betreft.248 Of die veel
veranderingen in de relatie zal teweegbrengen, blijft een open vraag. Wat daarentegen wel zeker is, is
het feit dat het uitblijven van dergelijke overeenkomst een negatieve spiraal kan veroorzaken.249
4.4. 2008: Opnieuw problemen?!
‘Tijd is een belangrijke factor. Enerzijds heeft het proces tijd nodig, anderzijds is het
gevaarlijk de zaak te lang op zijn beloop te laten. Een Aziatisch gezegde luidt: ‘de liefde is als
de maan, wordt hij niet groter, dan wordt hij kleiner’. Dat geldt ook voor de betrekkingen
tussen de EU en China: als er de komende twee jaar geen vooruitgang wordt geboekt, komt de
relatie op het tweede of derde plan. De tijd is nu niet rijp voor een snelle doorbraak en de
hoop kan misschien beter gevestigd worden op nieuwe dynamiek in de relatie in het najaar
van 2008, na de Olympische Spelen.’ 250
75. Alle ogen waren bijgevolg gericht op de elfde jaarlijkse top die op 1 december 2008 had
moeten plaatsvinden in het Franse Lyon. Verwacht werd dat deze ontmoeting zich voornamelijk zou
richten op de grote handelsoverschotten van China met de EU en op de wereldwijde financiële
crisis251, ware het niet dat de Chinese autoriteiten enkele dagen voordien de EU mededeelden niet
aanwezig te zullen zijn. Dit was meteen de eerste maal dat een jaarlijkse top werd uitgesteld, een niet
te onderschatten signaal. Reden hiervoor was het geplande bezoek van de Dalai Lama252 aan
verschillende Europese landen begin december en de ontmoetingen in het kader daarvan met politieke
leiders van lidstaten en voorzitters van Europese instellingen. Vooral de gezamenlijke deelname van
247 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 352 en 354. 248 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 3 en 19. 249 S. CROSSICK, “EU-China Partnership & Cooperation Agreement”, 24 oktober 2008, http://crossick.blogactiv.eu/2008/10/24/eu-china-partnership-cooperation-agreement. 250 I. D’HOOGHE, “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, (352) 356. 251 X., “Brussels stunned as Beijing cancels EU-China summit”, 27 november 2008, http://www.euractiv.com/en/foreign-affairs/brussels-stunned-beijing-cancels-eu-china-summit/article-177550. 252 De Dalai Lama is de spirituele en politieke leider van de Tibetanen, maar werd gedwongen te vluchten in 1959, na een opstand tegen de Chinezen die het berggebied sinds 1950 bezetten. De kwestie escaleerde in de aanloop naar de Olympische Spelen in Beijing, toen pro-Tibetaanse protestanten de Olympische vlam doofden en de Chinese autoriteiten hier hardhandig tegen optraden.
51
de Tibetaanse leider en toenmalig EU-voorzitter Sarkozy aan een bijeenkomst van Nobelprijswinnaars
in Polen op 6 december leek de Chinezen voor het hoofd te stoten. China is een hevige tegenstander
van ontmoetingen tussen buitenlandse leiders en de Dalai Lama, omdat deze laatste beschouwd wordt
als een ‘secessionist’ die pleit voor Tibetaanse autonomie.253 Door deze beslissing leek het er op dat
de Chinese leiders de isolatie van Tibet en de Dalai Lama een grotere opportuniteit vonden dan een
strategisch partnerschap uit te bouwen met de EU. Deze beslissing tot uitstel volgde vier dagen nadat
de Tibetaanse regering in ballingschap de uitgestelde onderhandelingen met China over de toekomst
van Tibet schorsten wegens gebrek aan vooruitgang.254 Tibet wil immers meer autonomie, maar voor
China staat dat gelijk aan onafhankelijkheid. Het land is uiterst gevoelig wat haar territoriale
integriteit en soevereiniteit betreft.255 Nochtans erkennen alle 27 lidstaten de territoriale integriteit van
China en het feit dat Tibet een deel van China uitmaakt.
76. Al enkele weken waren er achter de schermen gesprekken aan de gang om de Franse President
Sarkozy op andere gedachten te brengen. De relaties tussen China en de EU zijn er niet echt op
verbeterd sinds Frankrijk het voorzitterschap van de EU op zich nam in juli. Eerst dreigde Sarkozy
ermee de Spelen te boycotten, om uiteindelijk toch de openingsceremonie bij te wonen. Vervolgens
verstoorden pro-Tibetaanse demonstranten de doorgang van de vlam in Parijs. Tenslotte bezocht de
Dalai Lama in augustus Frankrijk en ontmoette hij er presidentsvrouw Carla Bruni alsook de Franse
Minister van Buitenlandse Zaken Kouchner. Bovendien waren de Chinezen ook kwaad omwille van
het feit dat het Europees Parlement een mensenrechtenprijs had uitgereikt aan de Chinese dissident Hu
Jia.256
77. De EU verklaarde teleurgesteld te zijn in de beslissing van China, maar bevestigde meteen
haar intentie de relatie van strategisch partnerschap verder te promoten, zeker in een tijd waarin de
globale economische en financiële situatie vraagt om een zeer nauwe samenwerking tussen Europa en
China.257 Het feit dat de ontmoeting tussen Sarkozy en de Dalai Lama niet werd geannuleerd, toont
253 V. POP, “Chinese postpone EU summit over Dalai Lama row”, 26 november 2008, http://euobserver.com/9/27184 ; I. TRAYNOR, “China cancels EU summit over Dalai Lama visit”, 27 november 2008, http://www.guardian.co.uk/world/2008/nov/27/china-dalai-lama-nicholas-sarkozy. 254 X., “Brussels stunned as Beijing cancels EU-China summit”, 27 november 2008, http://www.euractiv.com/en/foreign-affairs/brussels-stunned-beijing-cancels-eu-china-summit/article-177550. 255 J. MEN, “EU-China relations need more mutual understanding”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (3) 5. 256 J. LEICESTER, “China postpones summit with EU after Sarkozy says he will meet the Dalai Lama”, 26 november 2008, http://www.latimes.com/news/nationworld/world/wire/sns-ap-eu-eu-china-dalai-lama,1,7676044.story ; I. TRAYNOR, “China cancels EU summit over Dalai Lama visit”, 27 november 2008, http://www.guardian.co.uk/world/2008/nov/27/china-dalai-lama-nicholas-sarkozy ; X., “Brussels stunned as Beijing cancels EU-China summit”, 27 november 2008, http://www.euractiv.com/en/foreign-affairs/brussels-stunned-beijing-cancels-eu-china-summit/article-177550. 257 Verklaring EU van 26 november 2008, http://eu2008.fr/PFUE/lang/en/accueil/PFUE-12_2008/PFUE-01.12.2008/sommet_ue_chine.html.
52
aan dat de EU een signaal wenste te sturen aan China dat zij geen gewillig schoothondje is. 258 De
Chinese leiders dienen er zich van bewust te zijn dat de EU erg gehecht is aan democratie en
mensenrechten. China’s eisenpakket van wie en wie niet kan ontmoet worden door de Europese
leiders kan niet getolereerd worden. Beide partijen moeten rekening houden met elkaars
gevoeligheden, maar ook daar moet een zeker evenwicht in worden gevonden. De relatie is er immers
één die voor beide partijen nodig is en de top had dienen gebruikt te worden om een antwoord te
bieden op de huidige internationale financiële crisis. Het feit dat China één van de belangrijkste
economieën ter wereld is geworden, maakt samenwerking tussen de EU en China op dit vlak
essentieel.259 Het uitstel van de top wordt door sommige auteurs aanzien als een nieuwe fase in de
bilaterale betrekkingen, het einde van de ‘honeymoon period’. Jarenlang was China immers
voorzichtig wat zijn buitenlandse politiek betrof, maar hier neemt ze toch een hard standpunt in.260
China wou aan de wereld laten zien dat zij geen inmenging tolereert in de kwestie Tibet en
mensenrechten in het algemeen.261 Hoewel de maatregel misschien vooral gericht was tegen
Frankrijk, trof ze de gehele EU. Dit is iets dat moeilijk kan worden geaccepteerd van een ‘strategische
partner’.262 Beiden moeten blijven samenwerken, ondanks niet te onderschatten of te verwaarlozen
verschillen.263
78. Al vlug leek het er echter op dat de regering in Beijing de zaak niet al te erg wou opblazen en
de relaties met de Europese Unie snel wou normaliseren.264 De Chinese premier Wen Jiabao bracht,
samen met enkele van zijn ministers, dan ook reeds in januari jongstleden een bezoek aan de Europese
Commissie en enkele Europese landen.265 In februari volgde dan een uitgebreide handelsdelegatie,
geleid door de daartoe bevoegde Chinese minister.266 Het bezoek van de Chinese premier aan
258 X., “China postpones EU-China Summit over Dalai Lama meetings”, 26 november 2008 http://newsblaze.com/story/20081127072851zzzz.nb/topstory.html. 259 X., “Brussels stunned as Beijing cancels EU-China summit”, 27 november 2008, http://www.euractiv.com/en/foreign-affairs/brussels-stunned-beijing-cancels-eu-china-summit/article-177550. 260 J. MEN, “EU-China relations need more mutual understanding”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (3) 6. 261 G. BALDUCCI, “Prospects and challenges for the European promotion of human rights in China”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (8) 8 ; J. LEICESTER, “China postpones summit with EU after Sarkozy says he will meet the Dalai Lama”, 26 november 2008, http://www.latimes.com/news/nationworld/world/wire/sns-ap-eu-eu-china-dalai-lama,1,7676044.story. 262 J. FOX en F. GODEMENT, Policy Report ‘A power Audit of EU-China Relations’, Londen, European Council on Foreign Relations, 2009, 3 ; S. CROSSICK, “Will the Dalai Lama wreck the Sino-European relationship?”, 6 december 2008, http://crossick.blogactiv.eu/2008/12/06/will-the-dalai-lama-wreck-the-sino-european-relationship. 263 J. MEN, “EU-China relations need more mutual understanding”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (3) 7. 264 S. CROSSICK, “EU-China relationship in 2009”, 2 januari 2009, http://crossick.blogactiv.eu/2009/01/02/eu-china-relationship-in-2009. 265 S. CROSSICK, “EU-China relations: the Dalai Lama factor”, 8 december 2008, http://crossick.blogactiv.eu/2008/12/08/eu-china-relations-the-dalai-lama-factor ; J. MEN, “EU-China relations need more mutual understanding”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (3) 6. 266 A. WILLIS , “EU-China summit gets tentative go-ahead”, 30 maart 2009, http://euobserver.com/884/27872.
53
bepaalde Europese landen werd door de Chinezen bestempeld als een ‘bezoek van vertrouwen’.267
Naast de relaties in het algemeen, kwamen de internationale financiële crisis en de klimaatverandering
aan bod. Uiteindelijk lijkt het er dus op dat de diplomatieke rel van december 2008 niet onnodig hoeft
opgeblazen te worden. De Chinezen wilden vooral een statement maken. Het bezoek in januari was
daarenboven een goede zet. Het herstelde het wederzijdse vertouwen en was, met negen nieuwe
samenwerkingsprojecten, een goede zaak voor de bilaterale samenwerking.268 Ook werd er besloten
om een nieuwe top te beleggen onder het Tsjechische voorzitterschap in de eerste helft van 2009.269
Die komt er ook effectief op 20 mei 2009270, wat betekent dat er in december 2009 nog een top in
China zal plaatsvinden en het bijgevolg een druk diplomatiek jaar wordt. Belangrijk zal zijn in
hoeverre de onderhandelingen over de nieuwe overeenkomst zullen evolueren, daar het tot nu toe
nogal stil bleef hieromtrent.271
267 S. CROSSICK, “Wen Jiabao’s Spring holiday in Europe”, 6 februari 2009, http://crossick.blogactiv.eu/2009/02/06/wen-jiabaos-spring-holiday-in-europe ; A. WILLIS , “Chinese premier embarks on fence-mending tour of Europe”, 27 januari 2009, http://euobserver.com/884/27480. 268 S. CROSSICK, “Wen Jiabao’s Spring holiday in Europe”, 6 februari 2009, http://crossick.blogactiv.eu/2009/02/06/wen-jiabaos-spring-holiday-in-europe ; S. CROSSICK, “Wen Jiabao”s Spring festival visit to Brussels”, 31 januari 2009, http://crossick.blogactiv.eu/2009/01/31/wen-jiabao%e2%80%99s-spring-festival-visit-to-brussels ; J. MORAN, “The EU and China: growing expectations, growing challenges”, EU-China Observer 2009, afl. 2, (2) 2. 269 Persbericht “EC and China sign nine cooperation agreements and foster dialogue on global solutions tot economic and financial crisis and climate change”, IP/09/212, 30 januari 2009. 270 A. WILLIS , “EU-China summit gets tentative go-ahead”, 30 maart 2009, http://euobserver.com/884/27872. 271 S. CROSSICK, “EU-China relationship in 2009”, 2 januari 2009, http://crossick.blogactiv.eu/2009/01/02/eu-china-relationship-in-2009.
54
Hoofdstuk 2: Overige bilaterale akkoorden
79. Sinds het ontstaan van de bilaterale betrekkingen met China, sloot de Europese Unie
verschillende belangrijke overeenkomsten met het Aziatische land. De meest in het oogspringende,
namelijk de Handelsovereenkomst van 1978 en de Handels- en Economische
Samenwerkingsovereenkomst van 1985, kwamen al in het eerste hoofdstuk uitvoerig aan bod. In dit
tweede hoofdstuk worden een aantal andere bilaterale akkoorden onder de loep genomen.272 Bij deze
dient er op gewezen te worden dat de Europese Unie niet enkel juridisch bindende overeenkomsten,
maar ook een intens netwerk van soft law overeenkomsten hanteert. De keuze van normatieve
instrumenten hangt af van verschillende factoren, zoals de gevoeligheid van de onderwerpen, de
bevoegdheidsverdeling in de EU, de interesses van de politieke leiders en de bevoegdheidsverdeling
tussen de verschillende ministeries in China.273
Afdeling 1: Wetenschappelijke en technologische samenwerking
80. In het kader van de sectoriële dialogen hebben beide partijen reeds een uitgebreide
samenwerking op wetenschappelijk en technologisch vlak.274 Daarmee geven zij blijk het belang van
wetenschap en technologie voor hun economische en sociale ontwikkeling te erkennen. Om de
samenwerking op dit vlak te optimaliseren, wensten zij een formeel kader op te zetten in dit verband.
Dit leidde tot een overeenkomst in 1998.275 De overeenkomst werd gesloten voor een periode van vijf
jaar, maar wordt stilzwijgend verlengd (artikel 11). Dergelijke verlenging gebeurde voor de eerste
keer in 2004.
81. De juridische basis voor de overeenkomst is te vinden in artikel 170 juncto artikel 300, lid
twee, eerste zin en artikel 300, lid drie, eerste alinea EG.276 Artikel 170 EG maakt onderdeel uit van
het hoofdstuk 'Onderzoek en technologische ontwikkeling' van het EG-Verdrag. Het heeft betrekking
op het onderhandelen en sluiten van overeenkomsten inzake onderzoek en technologische
272 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 859. 273 Ibid. 857-858. 274 Y. YANG, “China and the EU: science and technology cooperation as a binding factor in partnerschip”, in D. KERR en L. FEI (eds.), The international politics of EU-China relations, Oxford, Oxford university press, 2007, 280-288. 275 Overeenkomst van 22 december 1998 voor wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Volksrepubliek China, P.B. L 6/40 van 11 januari 2000. 276 Besluit van de Raad van 2 december 1999 tot sluiting van de overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Volksrepubliek China, P.B. L 6/39 van 11 januari 2000.
55
ontwikkeling met derde landen en internationale organisaties. Artikel 300 EG behoort dan weer tot
het hoofdstuk 'Internationale overeenkomsten' en heeft betrekking op het onderhandelen en sluiten van
overeenkomsten tussen de Gemeenschap en derde landen of internationale organisaties in het
algemeen.
82. De partijen verbinden zich er toe samenwerkingsactiviteiten te bevorderen, te ontwikkelen en
te vereenvoudigen op gebieden van gemeenschappelijk belang waarop zij wetenschappelijke en
technologische onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten ontplooien (artikel 1) Deze
samenwerkingsactiviteiten kunnen verschillende vormen aannemen, waaronder bezoeken en
uitwisselingen van wetenschappers en technische deskundigen of de uitwisseling en het gezamenlijk
gebruik van uitrusting en materiaal (artikel 5). Elke partij dient er voor te zorgen dat alles in het werk
wordt gesteld om de toegang tot, het verblijf op en het vertrek van haar grondgebied te
vergemakkelijken van personen, materiaal, gegevens en apparatuur betrokken in de
samenwerkingsactiviteiten in het kader van het akkoord (artikel 8). Aan de overeenkomst is een
belangrijke bijlage gehecht omtrent intellectuele eigendomsrechten die uit hoofde van deze
overeenkomst worden gecreëerd of verschaft. Er wordt ook een ‘stuurcomité’ opgericht dat dient toe
te zien op het beheer van de overeenkomst (artikel 6 b)).
Afdeling 2: Maritiem transport
83. China is één van de belangrijkste handelspartners van de Europese Gemeenschap. De
zeevaartbetrekkingen spelen een grote rol in de relatie tussen de Volksrepubliek en de EG en haar
lidstaten. Een goede samenwerking op het gebied van de internationale zeevaart is dan ook gunstig
voor de ontwikkeling van de handels- en economische betrekkingen tussen de partijen. Daarom werd
de sluiting van een bilaterale zeevervoersovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar
lidstaten enerzijds en China anderzijds gezien als een goede gelegenheid om de maritieme relaties
tussen beide regio's verder te verbeteren op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds voordeel.277
84. Artikel 80, lid twee en artikel 300, lid twee, eerste alinea, eerste zin en lid drie, eerste alinea
EG vormen de juridische grondslag.278 Artikel 80 EG maakt onderdeel uit van het hoofdstuk 'Vervoer'
277 Overeenkomst van 6 december 2002 inzake zeevervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten enerzijds en de Volksrepubliek China anderzijds, P.B. L 45/25 van 21 februari 2008. 278 Besluit van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting van de overeenkomst inzake zeevervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van de Volksrepubliek China, anderzijds, P.B. L 46/23 van 21 februari 2008.
56
van het EG-Verdrag Deze bepalingen hebben betrekking op in hoeverre en volgens welke procedure
bepalingen kunnen worden vastgesteld voor zeevaart en luchtvaart.
85. Het meest opmerkelijke aan deze overeenkomst is het feit dat het om een gemengd akkoord
gaat, gesloten door de EG en haar lidstaten met een derde partij. Dit maakt dat ook de lidstaten van de
EG hun goedkeuring moeten verlenen en de nodige grondwettelijke en institutionele procedures
moeten voltooien.279 De reden hiervoor is te vinden in de draagwijdte van de samenwerking, namelijk
de veiligheid van de scheepsvaart en de inspanningen om piraterij en terrorisme te bestrijden.
Bovendien bestonden er reeds bilaterale overeenkomsten tussen de meeste lidstaten en China op dit
vlak. De overeenkomst bepaalt dat wanneer ze in bepaalde opzichten minder gunstig is dan de
bestaande bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten en China, de gunstigste bepalingen gelden.
De bepalingen van deze nieuwe overeenkomst komen in de plaats van die van eerdere bilaterale
overeenkomsten tussen de lidstaten en China, wanneer laatstgenoemde bepalingen ofwel in strijd zijn
met eerstgenoemde (behalve in het zojuist besproken geval), ofwel identiek zijn. Bepalingen van
bestaande bilaterale overeenkomsten die niet onder deze overeenkomst vallen, blijven van kracht
(artikel 15 lid drie). Wegens de toetreding van de nieuwe lidstaten in 2004 werd een protocol tot
wijziging van de overeenkomst opgesteld in 2008.280 Dit was noodzakelijk gezien het gemengde
karakter van de overeenkomst.
Afdeling 3: Groepstoerisme
86. Sinds geruime tijd erkennen beide partijen het belang van interpersoonlijke contacten tussen
de EU en de Volksrepubliek. Deze uitwisselingen spelen een belangrijke rol om een betere
verstandhouding te creëren tussen de volkeren in Europa en China.281 Naar schatting zal China in de
komende jaren uitgroeien tot één van de grootste bronnen van wereldwijd toerisme en mede door deze
groeiende Chinese interesse in het buitenland besloten China en de Europese Gemeenschap om
georganiseerde groepsreizen vanuit China naar de Gemeenschap te vereenvoudigen. Chinese
staatsburgers zijn immers nog steeds onderworpen aan reisbeperkingen. Het is hen enkel toegelaten
toeristische reizen te maken naar in bilaterale toerismeovereenkomsten vastgestelde landen van
279 M. MARESCEAU, “Mixed Bilateral Agreements”, n.n.g., (1) 16. 280 Protocol tot wijziging van de overeenkomst inzake zeevervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van de Volksrepubliek China, anderzijds, P.B. L 46/38 van 21 februari 2008. 281 S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, xv.
57
bestemming. Daarbuiten moeten zij nog steeds hun reizen rechtvaardigen, bijvoorbeeld als
studiereis.282
87. Op de jaarlijkse top in 2003 besloten de partijen de nodige regelingen te treffen, die
resulteerden in een akkoord283 dat op 1 mei 2004 in werking trad.284 Het akkoord neemt de vorm aan
van een memorandum van overeenstemming. Dergelijke instrumenten kunnen in drie categorieën
verdeeld worden. Enerzijds zijn er de juridisch bindende memoranda en anderzijds de niet bindende.
In deze laatste categorie kan er vervolgens nog een onderscheid worden gemaakt tussen deze die
desondanks juridische effecten teweegbrengen en deze die enkel een politiek akkoord inhouden. De
bedoeling van de partijen is bepalend bij de aard van het memorandum. In de relaties EU-China
vallen de meeste memoranda in de tweede categorie, wat betekent dat zij soft law uitmaken. Ze bieden
een basis voor meer gedetailleerde samenwerking en hebben het voordeel makkelijk aanpasbaar te zijn
naargelang beleidsontwikkelingen en omstandigheden.285 Het memorandum inzake groepstoerisme is
juridisch bindend voor de overeenkomstsluitende partijen (artikel 8 lid zes). De juridische basis
betreft de artikelen 62, lid twee, b) ii) en iv) en 63, lid drie, b) juncto artikel 300 lid twee, eerste alinea,
tweede zin en lid drie, eerste alinea.286
88. Door visumkwesties en aanverwante aangelegenheden aan te pakken, willen de partijen
georganiseerde groepsreizen vanuit China naar de EG eenvoudiger laten verlopen. Het memorandum
is van toepassing op groepsreizen bekostigd door Chinese staatsburgers vanuit China naar het
grondgebied van de Gemeenschap. De Gemeenschap krijgt bijgevolg de status van goedgekeurde
reisbestemming (‘approved destination status’). Belangrijk om hierbij te vermelden is dat het
memorandum niet van toepassing is op het Verenigd Koninkrijk, Ierland287 en Denemarken288. Deze
landen verbonden zich er wel toe om gelijkaardige bilaterale akkoorden te sluiten met China.
282 X., “Ondertekening van een memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de overheidsdienst voor toerisme van de Volksrepubliek China inzake visa en aanverwante kwesties met betrekking tot het bezoek van groepen toeristen vanuit China (ADS)”, http://www.europa-nu.nl/9353000/1/j9vvh6nf08temv0/vh7fkqire5q8. 283 Memorandum van Overeenstemming tussen de overheidsdienst voor toerisme van de Volksrepubliek China en de Europese Gemeenschap inzake visa en aanverwante kwesties met betrekking tot het bezoek van groepen toerisme vanuit China (ADS), P.B. L 83/14 van 20 maart 2004. 284 Persbericht “Progress in EU-China relations at summit in Beijing”, IP/03/1467, 28 oktober 2003. 285 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 768. 286
M. MARESCEAU, Bilateral Agreements concluded by the European Community, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2006, p. 196, r. 56. 287 Overeenkomstig het protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland en het protocol tot opneming van het Schengenacquis in het kader van de Europese Unie. 288 Overeenkomstig het protocol betreffende de positie van Denemarken dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht.
58
De organisatie van dergelijke buitenlandse reizen naar de Europese lidstaten is in handen van
reisbureaus die daartoe worden aangewezen door de Chinese overheid (artikel 2) Deze reisbureaus
moeten de aanvraag van visa voor een groep reizigers indienen bij een ambassade of consulaat van de
lidstaten, samen met de nodige documenten. Het af te geven visum is een individueel Shengenvisum
voor maximaal dertig dagen, waarop ‘ADS’ wordt vermeld. De Chinese groepen wordt het bijgevolg
toegestaan te reizen binnen het Shengengebied (artikel 4).
Om de bezorgdheden in verband met illegale immigratie de kop in te drukken, lasten de
partijen artikel 5 in met betrekking tot de illegale overschrijding van de verblijfsduur en overname.
Als een ADS-toerist ontbreekt in de groep of niet terugkeert naar China en bijgevolg de toegestane
verblijfsduur van het toegekende visum overschrijdt, dienen de betrokken reisbureaus onverwijld de
autoriteiten te verwittigen. Alle betrokken partijen werken dan samen bij de repatriëring en opname
van de toerist, die overgenomen wordt door de regering van de Volksrepubliek China. Hierbij moet
voor ogen worden gehouden dat dit geen algemene overname-overeenkomst is, maar dat de
bepalingen enkel gelden in het kader van ADS-reizen.
Tenslotte werd er ook een comité inzake de status van goedgekeurde reisbestemming in het
leven geroepen (artikel 6). Dit comité kan beslissingen met rechtskracht nemen over bepaalde
technische aangelegenheden. Voor de beslissing van dit comité wordt het standpunt van de
Gemeenschap, op voorstel van de Commissie, door de Raad met gekwalificeerde meerderheid van
stemmen vastgesteld.289
Met de inwerkingtreding van dit memorandum van overeenstemming kwamen alle
vergelijkbare memoranda of afspraken tussen China en een lidstaat te vervallen (artikel 7).
Afdeling 4: Samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in
douanezaken
89. Een nauwe samenwerking tussen douane-autoriteiten is essentieel om de handel vlot te laten
verlopen en om illegale activiteiten als fraude en namaak tegen te gaan.290 Daartoe sloten de partijen
in 2004 een overeenkomst.291 De juridische basis van deze overeenkomst is terug te vinden in artikel
289 Besluit van de Raad van 8 maart 2004 inzake de sluiting van een memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de overheidsdienst voor toerisme van de Volksrepubliek China inzake visa en aanverwante kwesties met betrekking tot het bezoek van groepen van toeristen vanuit China (ADS), P.B. L 83/12 van 20 maart 2004. 290 A. SAUTENET, “État et prospective du ‘partenariat stratégique’ UE-Chine”, in F. SNYDER (ed.), Europe, India and China: strategic partners in a changing world, Brussel, Bruylant, 2008, 44-45. 291 Overeenkomst van 8 december 2004 tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Volksrepubliek China betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, P.B. 375/20 van 23 december 2004.
59
133 juncto artikel 300, lid twee, eerste alinea, tweede zin EG. 292 Artikel 133 EG maakt onderdeel uit
van het hoofdstuk 'Gemeenschappelijke handelspolitiek' van het EG-Verdrag.
90. Om de handelsbetrekkingen te optimaliseren, wensen de partijen er zich toe te verbinden de
douanesamenwerking te intensiveren. Overtredingen van de douanewetgeving, waaronder inbreuken
op intellectuele eigendomsrechten, schaden de economische, fiscale en commerciële belangen van de
partijen. Deze laatsten erkennen het belang van een nauwkeurige vaststelling van de douanerechten en
andere heffingen, met name door een correcte toepassing van de voorschriften inzake douanewaarde,
oorsprong en tariefindeling.
De bepalingen van deze overeenkomst prevaleren boven die van alle bilaterale
overeenkomsten inzake douanesamenwerking en wederzijdse administratieve bijstand die tussen
afzonderlijke lidstaten en de Volksrepubliek China zijn gesloten of kunnen worden gesloten, voor
zover de bepalingen van de laatstgenoemde overeenkomsten onverenigbaar zijn met die van deze
overeenkomst (artikel 5 lid drie).
In het kader van de douanesamenwerking verbinden partijen zich ertoe deze te intensiveren,
onder meer door het opzetten en onderhouden van communicatiekanalen tussen hun
douaneautoriteiten om tot een veilige en snelle uitwisseling van informatie te komen (artikel 6)
Daartoe kunnen zij elkaar technische bijstand verlenen, door uitwisseling van personeel en
deskundigen of opleidingen (artikel 8). De overeenkomst wijdt ook een uitgebreid hoofdstuk aan de
wederzijdse administratieve bijstand. In het kader daarvan verlenen de douaneautoriteiten elkaar
bijstand door passende informatie te verstrekken die bijdraagt tot de correcte toepassing van de
douanewetgeving en de preventie, opsporing en bestrijding van inbreuken op de douanewetgeving
(artikel 10). De autoriteiten verstrekken elkaar informatie over activiteiten die op het grondgebied van
de andere partij tot overtredingen zouden kunnen leiden, zoals onjuiste douaneaangiften. Op aanvraag
van de verzoekende autoriteit neemt de aangezochte autoriteit ook de nodige maatregelen zodat er
bijzonder toezicht wordt gehouden op bijvoorbeeld personen van wie redelijkerwijze kan worden
vermoed dat zij met de douanewetgeving strijdige handelingen hebben verricht (artikel 11). De
mogelijkheid wordt geopend om inspecties te voeren in beide richtingen om ervoor te zorgen dat de
douaneregels effectief gehandhaafd worden.
Belangrijk is de oprichting van een Gemengd Comité douanesamenwerking, bestaande uit
vertegenwoordigers van de douaneautoriteiten van de Volksrepubliek en de Unie (artikel 21) Het
Comité dient toe te zien op de correcte werking van de overeenkomst, de nodige maatregelen te nemen
en oplossingen aan te bevelen.
292
Besluit van de Raad van 16 november 2004 betreffende de sluiting van een overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Volksrepubliek China, P.B. L 375/19 van 23 december 2004 ; M. MARESCEAU, Bilateral Agreements concluded by the European Community, Leiden, Martinus Nijhoff Publishers, 2006, p. 167, r. 2.
60
Afdeling 5: Textiel
91. Sinds mensenheugenis vormt textiel een belangrijk handelsterrein tussen Europa en China.
Reeds vlug vormde zich er dan ook een juridisch kaderwerk op dit vlak, bestaande uit een
Overeenkomst inzake Textiel van 1979, een Additioneel Protocol in 1984 en een Overeenkomst uit
1988. Toen China in 2001 lid werd van de Wereldhandelsorganisatie had dit geen direct effect op de
bilaterale overeenkomst inzake handel, maar wel op de overeenkomst inzake textiel.293
Op 1 januari 2005 zijn met het verstrijken van de WTO-Overeenkomst inzake textiel- en
kledingproducten de invoercontingenten voor de categorieën van textiel- en kledingproducten ten
aanzien van WTO-leden komen te vervallen.294 In het kader van de WTO geldt er een
vrijwaringsclausule ten aanzien van de uitvoer van textielproducten door China. Dit houdt in dat
indien een WTO-lid meent dat de invoer van textielproducten van oorsprong uit China een ordelijk
verloop van de handel in die producten dreigt te belemmeren als gevolg van marktverstoring, dat
WTO-lid kan verzoeken om overleg met de Volksrepubliek teneinde die marktverstoring te beperken
of te voorkomen. Bijgevolg was een beperking in de groei van de Chinese import tot 2008 tijdelijk
toegestaan. De Commissie heeft ook daadwerkelijk met China overleg gepleegd over de
productcategorieën waarvan de invoer belemmerend wordt geacht. Na heel wat onenigheid (een heuse
‘textieloorlog’), leidde dit op 10 juni 2005 tot een bevredigende oplossing, neergelegd in een
Memorandum van Overeenstemming.295 Deze heeft betrekking op de invoer van tien
productcategorieën, onder andere broeken en bedlinnen. Vermits deze regeling kadert in de
multilaterale WTO-regelgeving wordt er in het kader van dit bestek niet verder op ingegaan.
293 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 55-56. 294 Deze overeenkomst voorzag in een tien jaar durende overgangsperiode voor de geleidelijke opheffing van quotas in de textielhandel. 295 Verordening (EG) nr. 1084/2005 van de Commissie van 8 juli 2005 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad betreffende een gemeenschappelijke regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen, P.B. L 177/19 van 9 juli 2005 ; F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 55-56.
61
Hoofdstuk 3: De Speciale Administratieve Regio’s Hong Kong en
Macao
92. De Europese Unie heeft niet alleen uitgebreide relaties met de Volksrepubliek China, maar
ook met Hong Kong en Macao. Hong Kong en Macao vormen speciale gebieden in de Aziatische
regio, vermits zij zich tot voor enkele jaren onder de Europese (respectievelijk Britse en Portugese)
invloedssfeer bevonden. Sedert de terugkeer van beide gebieden onder Chinees bestuur hebben zich
aanzienlijke ontwikkelingen voorgedaan op het vlak van de betrekkingen met de Europese Unie.
Afdeling 1: Hong Kong
1.1. Situering
93. Vóór Hong Kong in 1997 een deel van China werd, vormde het gebied een Britse
kroonkolonie. Begin 19de eeuw hadden de Britten zich gevestigd op het eiland omwille van de
opiumhandel. In 1839 brak er zelfs een ware opiumoorlog uit tussen China en de Britten die drie jaar
later eindigde met het Verdrag van Nanjing, waarbij China Hong Kong officieel afstond. In 1898
kwam daar nog een gebied bij, de New Territories, dat voor 99 jaar werd gepacht aan de Britten.296
Met het verstrijken van de pachtperiode van de New Territories in het vooruitzicht, kwam Hong Kong
in de jaren tachtig ter discussie tussen de Britse en Chinese regeringen. In december 1984 kwamen zij
tot een Gemeenschappelijke Verklaring297 waarin zij zich akkoord verklaarden met een
soevereiniteitsoverdracht aan de Volksrepubliek China op 1 juli 1997. Onder het principe van ‘één
land, twee systemen’, zou het gebied wel een uitzonderingspositie blijven bekleden in China als een
zogeheten Speciale Administratieve Regio (SAR).298 Hoewel men op het eerste zicht zou denken dat
China een slechte zaak heeft gedaan met de overdracht (terwijl zij altijd enorm belang hecht aan
nationale soevereiniteit en territorialiteit), dient men in het achterhoofd te houden dat het voormalige
keizerrijk in 1842 een vissersplaatsje had afgestaan en een miljoenenstad terugkreeg in 1997.299
296 Voor meer informatie, zie http://www.discoverhongkong.com/eng/trip-planner/hongkong-history.html. 297 Joint Declaration of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland and the Government of the People’s Republic of China on the Question of Hong Kong, signed in Beijing on 19 december 1984, http://www.hkbu.edu.hk/~pchksar/JD/jd-full1.htm. 298 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 961. 299 Voor meer informatie, zie http://www.discoverhongkong.com/eng/trip-planner/hongkong-history.html.
62
94. De Europese Unie zag al snel in dat Hong Kong als een strategische toegangspoort kon dienen
naar en vanuit China.300 Het ondersteunen van Hong Kong om zich op economisch en politiek vlak te
ontwikkelen, kon de toekomstige relaties met China enkel maar positief beïnvloeden.301 Bijgevolg
haastte zij zich om een houding aan te nemen ten opzichte van de SAR en dat gebeurde voor de eerste
maal enkele maanden voor de soevereiniteitsoverdracht in een mededeling van de Commissie ‘The
European Union and Hong Kong: beyond 1997’.302 Het document onderstreepte het belang van de
soepele implementatie van het principe ‘één land, twee systemen’ en bepaalde de wijze waarop de EU
zou bijdragen tot de economische en politieke ontwikkeling van Hong Kong. In een eerste deel
worden de belangen van de Unie in Hong Kong uit te doeken gedaan, inzake handel, investering en
gemeenschappelijke waarden. In een tweede deel wenst de Commissie uit te leggen wat het principe
‘één land, twee systemen’ nu precies inhoudt. 303 Een derde deel werpt uiteindelijk een blik op de
toekomst.
95. De economische belangen van de EU in Hong Kong zijn aanzienlijk. De SAR is een
belangrijke handelspartner van de Unie, zeker indien rekening wordt gehouden met de omvangrijke
doorvoerhandel via Hong Kong naar China. Daarnaast is de EU één van de grootste leveranciers en
investeerders in Hong Kong. Er bestaan al lang bilaterale afspraken tussen de EG en Hong Kong,
bijvoorbeeld wat betreft de textielexport naar de EG. Maar meer dan vroeger nog blijft Hong Kong de
functie van toegangspoort vervullen voor een aantal nieuwkomers uit de EU die toegang tot de
Chinese markt wensen te verkrijgen. Het wordt door steeds meer Chinese bedrijven gebruikt als een
basis en een kennisbron, een toegangspoort voor commerciële mogelijkheden in Europa. De
Commissie stelt dat de bilaterale (handels)betrekkingen van de EU met Hong Kong over de gehele lijn
goed zijn. Er zijn echter ook beleidsterreinen waarop de Unie verbeteringen wenst te zien, zoals het
concurrentiebeleid en de schendingen van intellectuele eigendomsrechten.304 De nadruk in de relaties
mag echter niet enkel op handel komen te liggen, maar op een brede waaier van kwesties die onder de
bevoegdheid van de SAR vallen.305 Het is immers belangrijk dat het principe ‘één land, twee
systemen’ niet wordt verengd tot ‘één land, twee economische systemen’, maar dat er ook een
300 G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 98. 301 B. MCDONALD, “Setting the agenda for the twenty-first century”, in M. SANTOS NEVES en B. BRIDGES (eds.), Europe, China and the two SARs: towards a new era, Houndmills, Macmillan, 2000, 205. 302 Mededeling van de Commissie, The European Union and Hong Kong: beyond 1997, COM(97) 171 definitief, Brussel, 23 april 1997. 303 Hoewel criticasters het ook wel eens het ‘één land, anderhalve systeem’ durven te noemen, vormt dit een basisbeginsel van het EU-beleid met betrekking tot Hong Kong en Macao en een belangrijk onderdeel van de betrekkingen met China (het komt terug in elk officieel document met betrekking tot China). Zie G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 100. 304 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, De Europese Unie, Hongkong en Macau: mogelijkheden tot samenwerking 2007-2013, COM(2006) 648 definitief, Brussel, 26 oktober 2006, 6-7. 305
B. MCDONALD, “Setting the agenda for the twenty-first century”, in M. SANTOS NEVES en B. BRIDGES (eds.), Europe, China and the two SARs: towards a new era, Houndmills, Macmillan, 2000, 206.
63
politieke dimensie aan het principe wordt vastgeknoopt.306 Hong Kong is immers van strategisch
belang in de Aziatische regio.
96. Sinds 1997 worden door de Commissie elk jaar verslagen opgesteld over de constitutionele,
politieke, economische en handelsontwikkelingen in de SAR. In een mededeling van 2006 stippelde
de Commissie zeven cruciale domeinen uit om de samenwerking te verbeteren, namelijk handel en
douane, financiën, transport, milieu, gezondheid, voedselveiligheid en interpersoonlijke contacten
(inclusief de academische wereld). De EU hamerde daarnaast op de noodzaak aan een gestructureerde
dialoog tussen de Commissie en de SAR op regelmatige tijdstippen over de aangelegenheden
waarvoor de SAR bevoegd is.307 Deze gestructureerde dialoog kwam er in november 2007. Het
wordt beschouwd als een jaarlijks platform voor de verbreding en verdieping van de samenwerking op
terreinen van wederzijds belang.308
97. Het statuut van de Speciale Administratieve Regio wordt beheerst door het principe ‘één land,
twee systemen’. Dit systeem wordt verder in detail uitgewerkt in de Basiswet van 1990, dat als
grondwettelijk document geldt voor de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke bevoegdheden van de
SAR.309 De uiteindelijke bevoegdheid tot interpretatie van het document blijft echter bij de Chinese
regering die het document ook diende goed te keuren. Hong Kong mag een grote mate van autonomie
behouden voor minstens vijftig jaar, behalve op vlak van defensie en buitenlandse zaken (waarvoor
Beijing bevoegd blijft).310 Zo kan het eiland van haar eigen politiek, juridisch en economisch systeem
genieten en kan de regering relaties onderhouden op het vlak van economische, fiscale, financiële,
regelgevende en handelsaangelegenheden. Deze bepaling geeft Hong Kong de nodige bevoegdheid
om bilaterale akkoorden te sluiten met de Europese Unie.
Artikel 151 Basiswet
‘The Hong Kong SAR may on its own, using the name ‘Hong Kong, China’, maintain and
develop relations and conclude and implement agreements with foreign states and regions and
relevant international organisations in the appropriate fields, including the economic, trade,
financial and monetary, shipping, communications, tourism, cultural and sports fields.’
306 B. MCDONALD, “Setting the agenda for the twenty-first century”, in M. SANTOS NEVES en B. BRIDGES (eds.), Europe, China and the two SARs: towards a new era, Houndmills, Macmillan, 2000, 208. 307 Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, De Europese Unie, Hongkong en Macau: mogelijkheden tot samenwerking 2007-2013, COM(2006) 648 definitief, Brussel, 26 oktober 2006. 308 Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, Speciale Administratieve Regio (SAR) Hongkong: Jaarverslag 2007, COM(2008) 118 definitief, Brussel, 3 maart 2008, 3 ; Joint Press Statement, Hong Kong SARG/European Commission Structured Dialogue, 30 november 2007, http://www.delhkg.ec.europa.eu/en/docs/EC-HK_joint_press_statement_30_Nov_07.pdf. 309 Basic Law of the Hong Kong Special Administrative Region of the People’s Republic of China, http://www.basiclaw.gov.hk/en/index.html. 310 Artikelen 12-14 Basiswet Hong Kong.
64
Uit de wet vloeit voort dat Hong Kong een apart territorium inzake douane vormt waardoor het als een
aparte entiteit wordt beschouwd door de EU op vlak van handelsbeleid.311 Daarnaast garandeert het
document ook de rechten en vrijheden van het volk voor ten minste vijftig jaar. De inwoners hebben
recht op een eigen rechtsstelsel, een onafhankelijke rechtsstaat, individuele eigendomsrechten en
vrijheden zoals dat van meningsuiting.312
Hoewel de EU in haar verslagen erkent dat de specifieke maatregelen inzake constitutionele
ontwikkeling die in de basiswetten worden beoogd, volledig en zoals gepland ten uitvoer worden
gelegd, dient er op het volgende artikel gewezen te worden.
Artikel 45 Basiswet
‘The Chief Executive of the Hong Kong Special Administrative Region shall be selected by
election or through consultations held locally and be appointed by the Central People's
Government. The method for selecting the Chief Executive shall be specified in the light of the
actual situation in the Hong Kong Special Administrative Region and in accordance with the
principle of gradual and orderly progress. The ultimate aim is the selection of the Chief
Executive by universal suffrage upon nomination by a broadly representative nominating
committee in accordance with democratic procedures.’
Het uiteindelijke doel is de invoering van het algemeen kiesrecht. In december 2007 besliste het
Nationale Volkscongres dat de Chief Executive (momenteel Donald Tsang) en de Wetgevende Raad
vanaf 2017 met algemeen kiesrecht zullen gekozen worden.313
Daarnaast heeft ook artikel 23 al voor veel contestatie gezorgd door te voorzien in de mogelijkheid
voor Hong Kong om zelf wetten uit te vaardigen om verraad, secessie, opruiing of verwerping van de
Centrale Chinese Regering aan te pakken.
Artikel 23 Basiswet
‘The Hong Kong Special Administrative Region shall enact laws on its own to prohibit any act
of treason, secession, sedition, subversion against the Central People's Government, or theft
of state secrets, to prohibit foreign political organizations or bodies from conducting political
activities in the Region, and to prohibit political organizations or bodies of the Region from
establishing ties with foreign political organizations or bodies.’
311 Artikel 116 Basiswet Hong Kong. 312 Artikelen 24-42 Basiswet Hong Hong. 313 Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, Speciale Administratieve Regio (SAR) Hongkong: Jaarverslag 2007, COM(2008) 118 definitief, Brussel, 3 maart 2008, 4-5.
65
De EU heeft hierover reeds verschillende verklaringen afgelegd, om wijzigingen te verwelkomen en
de regering van Hong Kong er op te wijzen dat zij bepaalde rechten en vrijheden dient te
respecteren.314
1.2. Bilaterale akkoorden tussen de Europese Unie en de SAR Hong Kong
1.2.1. Samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken
98. In 1999 sloten Hong Kong en de Europese Gemeenschap een overeenkomst inzake de
samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken.315 Dit gebeurde op grond van
het huidige artikel 133 juncto artikel 300, lid twee, eerste zin EG. Beide partijen erkennen dat de
overtredingen van de douanewetgeving hun beider economische, fiscale en commerciële belangen
schaden. Ze wensen met deze overeenkomst de samenwerking op het vlak van de bestrijding van
fraude, piraterij en andere vormen van illegaliteit te optimaliseren en de gegevensuitwisseling en de
coördinatie tussen de begrotingsautoriteiten van Hong Kong en de lidstaten van de EU te bevorderen.
Om de goede werking van de overeenkomst te verzekeren, werd ook een Gemengd Comité
douanesamenwerking opgericht (artikel 21). In dit Comité wordt de Gemeenschap vertegenwoordigd
door de Commissie, bijgestaan door vertegenwoordigers van de lidstaten.316
1.2.2. Overname-overeenkomst
99. Wat de Europese Unie al enige tijd tracht te bereiken met China, werd enkele jaren terug met
Hong Kong gerealiseerd. In 2004 trad een overeenkomst in werking betreffende de overname van
314 Statement by the European Union on the Hong Kong SAR Government’s Proposal to Implement Article 23 of the Basic law, Brussel, 23 december 2002, http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressdata/en/cfsp/74011.pdf ; Declaration by the Presidency on behalf of the European Union on Article 23 of Hong Kong Basic Law, Brussel, 15 april 2003, http://www.europarl.europa.eu/bulletins/pdf/01c_bu-a(2003)05_en.pdf#page=51 ; Declaration by the Presidency on behalf of the European Union on Article 23 of the Basic Law of Hong Kong, Brussel, 16 juli 2003, http://ec.europa.eu/external_relations/hong_kong/docs/index_en.htm. 315 Overeenkomst van 13 mei 1999 tussen de Europese Gemeenschap en Hong Kong, China, betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, P.B. L 151/21 van 18 juni 1999. 316 Artikel 2 van het Besluit van de Raad van 11 mei 1999 houdende sluiting van de overeenkomst betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Europese Gemeenschap en Hong Kong, China, P.B. L 151/20 van 18 juni 1999.
66
personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven.317 De juridische basis van dit akkoord
wordt gevormd door artikel 63 lid drie b) juncto artikel 300, lid twee, eerste alinea, tweede zin.
Opmerkelijk is het feit dat zowel het Verenigd Koninkrijk en Ierland deelnemen, overeenkomstig
artikel 3 van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte protocol. De
bepalingen zijn daarentegen niet van toepassing op Denemarken.
Ook bij deze overeenkomst wordt een gemengd comité ingesteld (‘het overnamecomité’)318,
dat besluiten met rechtsgevolgen kan nemen. De Europese Gemeenschap wordt vertegenwoordigd
door de Commissie, bijgestaan door deskundigen uit de lidstaten. Communautaire standpunten
worden door de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen
vastgesteld.319
Door dergelijk akkoord te sluiten, versterken de partijen hun samenwerking teneinde de
illegale immigratie efficiënter te bestrijden. Op basis van wederkerigheid wensen zij snelle en
doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en overdracht van personen die niet of
niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het
grondgebied van de SAR of één van de lidstaten van de Europese Unie. Overeenkomstig Verordening
nr. 539/2001 worden de houders van een paspoort van de SAR Hong Kong echter wel vrijgesteld van
de verplichting om voor een verblijf van in totaal maximaal drie maanden in het bezit te zijn van een
visum wanneer zij de buitengrenzen van de lidstaten van de EU overschrijden.320
In de overeenkomsten nemen de partijen elk een aantal verplichtingen op zich wat betreft de
overname van vaste inwoners en gewezen vaste inwoners, maar ook wat betreft de overname van
personen die onder een andere jurisdictie vallen. Ook doorgeleiding op verzoek van de wederpartij
over het grondgebied van personen die onder een andere jurisdictie vallen, komt aan bod.
317 Overeenkomst van 27 november 2002 tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Speciale Administratieve Regio Hong Kong van de Volksrepubliek China inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, P.B. L 17/25 van 24 januari 2004. 318 Artikel 17 van de Overeenkomst van 27 november 2002. 319 Artikelen 3 en 4 van het Besluit van de Raad van 17 december 2003 betreffende de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Speciale Administratieve Regio Hong Kong van de Volksrepubliek China inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, P.B. L 17/23 van 24 januari 2004. 320 Verordening (EG) nr. 539/2001 van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld, P.B. L 81/1 van 23 maart 2001.
67
Afdeling 2: Macao
2.1. Situering
100. Macao werd gesticht door de Portugezen in 1557 en was daarmee de oudste Europese kolonie
in China.321 De Portugese regering droeg de soevereiniteit over aan de Volksrepubliek China op 20
december 1999.322 Het overgangsproces van Macao heeft evident een sterke link met het proces van
Hong Kong. De onderhandelingen volgden hetzelfde ritme en leidden tot gelijklopende
Gemeenschappelijke Verklaringen. Ook de inhoud en structuur van de twee basiswetten en de
afgesloten overeenkomsten tonen aan dat Hong Kong duidelijk een voorbeeldfunctie had.323 Net zoals
deze laatste wordt Macao bestuurd als een Speciale Administratieve Regio van China, gebaseerd op
het concept van ‘één land, twee systemen’.324
101. De Basiswet325 van 1993 garandeert dat het bestaande systeem en de levenswijze van Macao
gedurende vijftig jaar gehandhaafd blijven.326 Anders dan wat het geval is in Hong Kong, wordt in de
Basiswet van Macao niet gesteld dat algemeen kiesrecht het uiteindelijke doel van de constitutionele
ontwikkeling is, hoewel wel de mogelijkheid wordt opengelaten om de wijze waarop de Chief
Executive en de wetgevers worden gekozen te herzien.327 Indien het nodig is om de methode voor de
samenstelling van de wetgevende vergadering van de SAR Macao in en na 2009 te wijzigen, dienen
dergelijke wijzigingen tot stand te komen met de goedkeuring van een twee derde meerderheid van
alle leden van de Vergadering en de instemming van de regeringsleden.328 In november 2007 zei
Chief Executive Edmund Ho dat het niet mogelijk zou zijn rechtstreekse verkiezingen in te voeren in
2009 of kort daarna en dat deze zaak eerst zorgvuldig moest worden bestudeerd. Hij kondigde ook
aan dat hij van plan was voor 2009 de juridische procedures af te ronden voor de wetgeving inzake
artikel 23 van de Basiswet, waarin staat dat Macao wetten moet opstellen waarin verraad, afscheiding,
321 Voor meer informatie, zie http://www.macautourism.gov.mo/en/info/info.php. 322 Joint Declaration of the Government of the People’s Republic of China and the Government of the Republic of Portugal on the Question of Macau, signed in Beijing on 13 april 1987, http://www.macau99.org/mo/e_doc_declaracao.html. 323 M. SANTOS NEVES, “Towards a common China policy for the EU: a Portuguese perspective”, in R. L. GRANT
(ed.), The European Union and China: a European strategy for the 21st century, London, Royal institute of international affairs, 1995, 78. 324 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 961. 325 Basic Law of the Macao Special Administrative Region of the People’s Republic of China, http://www.umac.mo/basiclaw/english/main.html. 326 G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 101. 327 Artikel 47 Basiswet Macao. 328 Annex I Basiswet Macao ‘Method for the Selection of the Chief Executive of the Macao Special Administrative Region’.
68
opruiing en subversie ten opzichte van de centrale regering van de Volksrepubliek China worden
verboden, evenals diefstal van staatsgeheimen.329
102. Opnieuw vaardigde de Commissie een mededeling uit met de titel ‘The European Union and
Macau: beyond 2000’.330 In dit document maakte de Unie de formele belofte om ‘de
tenuitvoerlegging van het ‘één land, twee systemen’-concept van nabij te volgen en te bevorderen
teneinde Macao’s politieke, economische en culturele autonomie ten volle te steunen’. In haar
jaarlijkse verslagen erkent de Commissie dat het beginsel ‘één land, twee systemen’ over het algemeen
wordt geëerbiedigd en goed functioneert.331 Het is belangrijk dat de regering van Macao in grote mate
autonoom blijft in economische, fiscale en financiële aangelegenheden en wat betreft handel en
regelgeving en dat de bevolking het eigen juridische systeem, een onafhankelijke justitie, individuele
eigendomsrechten, vrijheid van meningsuiting en de markteconomie kan behouden. Het gebrek aan
institutionele en bestuurlijke hervormingen, die tot meer transparantie en rechtstreekse
verantwoordingsplicht zouden moeten leiden, is echter meer reden tot bezorgdheid.
2.2. Bilaterale akkoorden tussen de Europese Unie en de SAR Macao
2.2.1. Handels- en Samenwerkingsakkoord
103. Het grootste verschil met de SAR Hong Kong ligt in het feit dat de juridische basis voor de
dialoog en de samenwerking tussen de EU en Macao wordt gevormd door een heus akkoord, namelijk
de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de EEG en Macao van 14 december 1992.332
Deze overeenkomst trad op 1 januari 1993 in werking en is na de soevereiniteitsoverdracht nog steeds
ongewijzigd van kracht. Artikel 19 bepaalt immers dat de overeenkomst wordt gesloten voor vijf jaar,
maar stilzwijgend van jaar tot jaar wordt verlengd indien er geen opzegging volgt door één van de
partijen. Het doel ervan is de uitbreiding en verbreding van de handels- en economische relaties
tussen de partijen, mede door een meestbegunstigingsclausule (artikel 2). Daarnaast biedt de
329 Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, Speciale Administratieve Regio Macau: Jaarverslag 2007, COM(2008) 167 definitief, Brussel, 2 april 2008, 4. 330 Mededeling van de Commissie, The European Union and Macau: beyond 2000, COM(99) 484 definitief, Brussel, 12 november 1999. 331 Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, Speciale Administratieve Regio Macau: Jaarverslag 2007, COM(2008) 167 definitief, Brussel, 2 april 2008. 332 Overeenkomst van 14 december 1992 inzake handel en samenwerking tussen de Europese Economische Gemeenschap en Macao, P.B. L 404/27 van 31 december 1992 ; B. HOOK en M. SANTOS NEVES, “The role of Hong Kong and Macao in China’s relations with Europe”, in R. L. EDMONDS, China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 121.
69
overeenkomst een versterking van de samenwerking op terreinen van gemeenschappelijke interesse,
zoals handel, industrie, investering, wetenschap en technologie, communicatie, milieubescherming,
sociale ontwikkeling, drugsbestrijding en toerisme. Ook werd er een Gemengde Commissie opgericht
ter bevordering van de samenwerking en om de werking van de overeenkomst jaarlijks te overzien
(artikel 16). Tenslotte is het opmerkelijk dat de overeenkomst tot de zogenaamde ‘derde generatie’
behoort, waardoor respect voor democratische principes en mensenrechten als integraal onderdeel van
de overeenkomst wordt beschouwd.333 Artikel 1 bepaalt immers:
‘De samenwerking tussen de Gemeenschap en Macao evenals de tenuitvoerlegging van deze
Overeenkomst steunen op de eerbiediging van de beginselen van de democratie en van de
mensenrechten, die van het beleid van de Gemeenschap en van Macao de grondslag vormen.’
2.2.2. Overname-overeenkomst
104. In navolging van de overname-overeenkomst met Hong Kong, sloot de Europese
Gemeenschap in 2003 een gelijkaardige overeenkomst met de SAR Macao.334 Dit gebeurde op
dezelfde juridische basis, namelijk artikel 63, punt drie, b) juncto artikel 300, lid twee, tweede zin en
lid drie, eerste alinea. De bepalingen van de overeenkomst zijn van toepassing op het Verenigd
Koninkrijk overeenkomstig het desbetreffende protocol, maar niet op Ierland en Denemarken.335 Voor
het overige kan verwezen worden naar hetgene wat vermeld werd bij de overname-overeenkomst
afgesloten met Hong Kong.336
333 F. SNYDER, The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford, Hart Publishing, 2009, 1012-1013. 334 Overeenkomst van 13 oktober 2003 tussen de Europese Gemeenschap en de Speciale Administratieve Regio Macao van de Volksrepubliek China inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, P.B. L 143/99 van 30 april 2004. 335 Besluit van de Raad van 21 april 2004 betreffende de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Speciale Administratieve Regio Macao van de Volksrepubliek China inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, P.B. L 143/97 van 30 april 2004. 336 Supra 65-66, nr. 99.
70
Hoofdstuk 4: Taiwan
105. Sinds het einde van de Chinese burgeroorlog in 1949, toen de leider van de Nationalistische
Partij Chiang Kai-Shek naar Taiwan vluchtte, kan er gesproken worden van twee China’s. Enerzijds
is er de Volksrepubliek China, wiens relaties met de Europese Unie reeds uitgebreid aan bod kwamen.
Anderzijds de Republiek China, die doorgaans door het leven gaat onder de naam Taiwan. Taiwan
vormt een heikel item in de verhouding tussen de Volksrepubliek en de Unie. Beijing is immers het
principe van ‘één China’ genegen en beschouwt Taiwan als een Chinese provincie. De kwestie heeft
dan ook een puur nationaal karakter waar de rest van de wereld zich niets van aan te trekken heeft.
Reeds herhaaldelijk verklaarde zij met geweld te zullen ingrijpen indien het eiland éénzijdig haar
onafhankelijkheid zou uitroepen.337
106. Elke inmenging van buitenaf wordt hoegenaamd niet op prijs gesteld.338 Daardoor onderhoudt
Taiwan slechts met enkele landen volledige diplomatieke relaties.339 Reden hiervoor is het feit dat de
Volksrepubliek China alle betrekkingen opschort met een land dat Taiwan of de Republiek China
erkent, waardoor het feitelijk onmogelijk is met beide politieke rivalen tegelijk diplomatieke
betrekkingen te onderhouden. Door die grote diplomatieke en economische druk van China heeft
bijgevolg geen enkel economisch relevant land diplomatieke banden met de Republiek China. Het
eiland heeft echter wel met meer dan 140 landen onofficiële relaties. Vertegenwoordigingen ter
plekke vallen vaak onder de noemer ‘handelskantoor/trade investment office’. Deze niet-officiële
relaties beperken zich tot het economische en culturele en gaan alle insinuaties uit de weg als zou
Taiwan iets anders zijn dan een deel van China.340 Officieel onderschrijven ook de EU-lidstaten de
‘één China-politiek’ en houden ze een laag profiel jegens Taiwan aan, zonder daarvoor op officieuze
wijze de handelsbanden te laten vallen via private handels- en cultuurbureaus en zaken-,
337 S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 81-82. 338 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 69. 339 S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 83. 340 F. MENGIN, “A functional relationship: political extensions to Europe-Taiwan economic ties”, in R. L. EDMONDS, China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 136.
71
technologische en opleidingsuitwisselingen.341 Zo werd in 2003 een European Economic and Trade
Office opgezet in Taipei.342
107. Taiwan wordt door de EU als afzonderlijk douanegebied erkend, maar niet als soevereine
staat.343 Het gebied is wel de op twee na grootste bilaterale handelspartner van de EU in Azië.344 Als
officiële gezagsdragers van de lidstaten het land een bezoek brengen, dan heeft dat altijd wel
commerciële implicaties. China waarschuwt Europa steeds voor het voeren van een ‘twee China’s-
politiek’, wat een Europese poging om volledige diplomatieke relaties met Taiwan te ontwikkelen zou
inhouden. Toen Taiwanese ministers een bezoek aan Europa brachten in 1995, reageerden de
Chinezen nog feller. Dit had tot onmiddellijk effect dat de Europeanen minder geneigd waren om
verder te gaan dan transit-style visits. Uiteindelijk blijft het vaak bij retoriek en pure dreigingen met
economische of diplomatieke sancties van China uit (vooral dan als het om een eventuele verkoop van
Europese militaire technologie gaat). Bovendien houdt China rekening met het economische
potentieel van de lidstaat wanneer die zich bezondigd heeft aan het ‘één China-principe’.345 Over het
algemeen is de Volksrepubliek tevreden met de EU’s low profile houding tegenover Taiwan.346
108. Het Nationale Volkcongres nam in maart 2005 de Anti-Afscheidingswet aan, waarin het met
militaire middelen dreigde tussen te komen indien Taiwan expliciet onafhankelijkheid zou claimen.
Ook al vormt deze dreiging het laatste onderdeel van de wet en wordt daarvoor uitgebreid aangekaart
hoe de hereniging het liefst vreedzaam via onderhandelingen kan verlopen, is de internationale reactie
niet uitgebleven. De aanneming van de wet was een rechtstreekse aanleiding tot het in de koelkast
steken van de discussie omtrent het opheffen van het wapenembargo.347 De Verenigde Staten348 vrezen
341 In 1970 slaagde Taiwan erin om een textielovereenkomst te sluiten met de EEG. Deze werd evenwel niet vernieuwd in 1973, mede door het feit dat diplomatieke relaties met de Volksrepubliek China toen al in het verschiet lagen. De EEG liet Taiwan in het begin dan ook wat links liggen. Zie B. BRIDGES, Europe and the challenge of the Asia Pacific: change, continuity and crisis, Cheltenham, Elgar Publication, 1999 ; F. MENGIN, “A functional relationship: political extensions to Europe-Taiwan economic ties”, in R. L. EDMONDS, China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 139-140 ; M. SANTOS NEVES en B. BRIDGES, “From bilateralism to a common approach?”, in M. SANTOS NEVES en B. BRIDGES (eds.), Europe, China and the two SARs: towards a new era, Houndmills, Macmillan, 2000, 270. 342 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 69 ; S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 91 ; S. C. TANG, “The EU’s policy towards China and the arms embargo”, Asia Europe Journal 2005, afl. 3, (313) 316. 343 G. WIESSALA, The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002, 102. 344 Mededeling van de Commissie, Europa en Azië: een strategisch kader voor versterkte partnerschappen, COM(2001) 469 definitief, Brussel, 4 september 2001, 27. 345 B. BRIDGES, Europe and the challenge of the Asia Pacific: change, continuity and crisis, Cheltenham, Elgar Publication, 1999, 115-118. 346 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 70. 347 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 70 ; S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 86-87.
72
immers dat bij opheffing door de EU een militair onevenwicht zou ontstaan in het voordeel van
Beijing en dat deze laatste de toekomst van Taiwan op een gewelddadige wijze zou proberen te
beïnvloeden.349
109. De laatste tijd is er wel een verbetering in de relatie tussen de twee China’s merkbaar. Sinds
mei 2008 is de nationalistische Kwomintang-partij immers opnieuw aan de macht in Taiwan en die
partij wil de relaties met het Chinese vasteland verbeteren.350 Zo werd in december 2008 de eerste
dagelijkse vliegverbinding tussen China en Taiwan in gebruik genomen en varen er sindsdien opnieuw
schepen tussen het vasteland en Taiwan. Dit is een teken van dooi in de vijandige relaties tussen beide
partijen, mede te danken aan het werk van de nieuwe Taiwanese president Ma.351 De EU maakt er
haar beleid van om deze verbeteringen te verwelkomen. Zo roept ze beide partijen regelmatig op om
de kwestie in een vredevolle dialoog op te lossen en zich te onthouden van maatregelen die de druk in
de regio weer zouden kunnen verhogen.352 De EU is er immers van overtuigd dat de kwestie van de
zee-engte alleen vreedzaam en op basis van een constructieve dialoog kan worden opgelost.353 In haar
China-beleidsdocument van 2003 werd verwezen naar de ‘EU’s insistence on a peaceful resolution of
the Taiwan issue’. In 2005 volgden ook enkele publieke verklaringen, zo werden de hernomen directe
vluchten tussen Taipei en het vasteland verwelkomd en werd er bezorgdheid geuit over de nieuwe
Anti-Afscheidingswet.354 Omdat ze de mogelijkheid mist om tot krachtdadige actie over te gaan, is de
Unie uiteindelijk vooral beperkt tot dergelijke verbale verklaringen en resoluties van het Parlement.355
Vooral voor deze laatste is er een belangrijke rol weggelegd, daar de Commissie en de Raad
gebonden zijn aan het ‘één-China-principe’. Natuurlijk is de macht van het Parlement beperkt en kan
zij enkel een standpunt innemen en geen beleid vormgeven.356
348 In tegenstelling tot de relatie van China met de EU, speelt Taiwan een veel belangrijkere rol in de relatie met de Verenigde Staten. De VS heeft immers een Taiwan Relations Act dat fungeert als juridische basis voor haar betrekkingen met Taiwan. Daar de Unie geen dergelijk kaderwerk heeft, leidt dit er toe dat de relatie met China niet in dergelijke erge mate wordt gestoord door Taiwan. Zie J. MEN, The EU-China Strategic Partnership: achievements and challenges, Pittsburgh, University of Pittsburgh, 2007, 7 ; R. DE WIJK, “Meer dan een incident”, Internationale Spectator 2001, afl. 4, (229) 229-230. 349 S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 86-87. 350 X., “Ex-president Chen is aangeklaagd in Taiwan”, 12 december 2008, http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/archief/2.1222/buitenland/1.433806. 351 X., China en Taiwan herstellen verbindingen, 15 december 2008, http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/archief/2.1222/buitenland/1.435626. 352 S. CROSSICK en E. REUTER (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific, 2007, 91. 353 Mededeling van de Commissie, Europa en Azië: een strategisch kader voor versterkte partnerschappen, COM(2001) 469 definitief, Brussel, 4 september 2001, 27. 354 Verklaring Europese Unie, Taiwan: Declaration by the Presidency on behalf of the European Union, 19 september 2008, http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressdata/en/cfsp/102836.pdf ; K.
BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 70. 355 S. C. TANG, “The EU’s policy towards China and the arms embargo”, Asia Europe Journal 2005, afl. 3, (313) 320. 356 G. SCHUBERT, “Towards a new European Taiwan policy? Some preliminary reflexions”, Asia Europe Journal 2003, afl. 2, (263) 267 ; S. C. TANG, “EU’s Taiwan policy in the light of its China policy”, Asia Europe Journal 2003, afl. 4, (511) 525.
73
Slotbeschouwingen
110. Meer dan dertig jaar zijn ondertussen verstreken sinds er diplomatieke relaties werden
aangeknoopt tussen de Europese Unie en de Volksrepubliek China. Het invoeren van de jaarlijkse
toppen, het publiceren van beleidsdocumenten aan beide kanten, het introduceren van een politieke en
mensenrechtendialoog, het sluiten van uitgebreide sectoriële akkoorden, het vestigen van een
strategisch partnerschap en het openen van onderhandelingen voor een nieuw Partnerschaps- en
Samenwerkingsakkoord zijn de voornaamste verwezenlijkingen in die drie decennia.
111. De relatie wordt nog steeds overduidelijk gedomineerd door de handels- en economische
componenten, wat niet zo verwonderlijk is gezien het feit dat ze belangrijke handelspartners van elkaar
zijn.357 Door steun te geven op economisch vlak hoopt de EU dat China meer geneigd zal zijn om de
mensenrechten en democratische waarden te respecteren. Het probleem is echter dat de
Volksrepubliek de laatste decennia een enorme economische groei kende, waardoor het heel
waarschijnlijk lijkt dat zij binnen afzienbare tijd de Unie achter zich zal laten op economisch vlak. De
EU dient bijgevolg andere methodes aan te wenden om de democratische waarden in China beter te
laten respecteren. Zo zou zij meer druk op politiek vlak kunnen uitoefenen. Maar op dit vlak hebben
de relaties tussen beide partijen af te rekenen met enkele obstakels, mede dankzij de afwezigheid van
een gemeenschappelijk Europees buitenlands beleid.358 De episode Tiananmen, met de daaraan
gekoppelde polemiek rond het wapenembargo, toonden dit overvloedig aan. Maar ook na 2005 kende
de relatie zijn problemen. Twijfels omtrent het strategisch partnerschap, het welslagen van de
mensenrechtendialoog en het verdagen van de jaarlijkse top in december 2008 doen zowel de
Europese als de Chinese leiders beseffen dat de af te leggen weg nog lang is.359
Hoewel op het vlak van de samenwerking alles redelijk vlot verloopt, getuige daarvan zijn de
verschillende sectoriële dialogen, de talloze samenwerkingsprojecten en de verschillende
overeenkomsten die op dit vlak werden gesloten, dient er een oplossing te worden gevonden om het
institutionele kader te verbeteren. Momenteel vormt het EU-beleid ten opzichte van China eerder een
boodschappenlijstje van prioriteiten, dan een coherente strategie. De samenwerkingsprogramma’s zijn
als treinen die op verschillende sporen rijden. De EU doet er misschien goed aan om haar China
policy aan te passen. Want nu ontbreekt het haar, net zoals China, vaak aan consistentie, strategische
357 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 12 ; J. MEN, “EU-China relations need more mutual understanding”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (3) 3. 358 O. GRIESE, “EU – China relations: an assessment by the communications of the European Union”, Asia Europe Journal 2006, afl. 4, (545) 546. 359 J. MEN, “EU-China relations need more mutual understanding”, EU-China Observer 2009, afl. 1, (3) 3.
74
visie en de eigenschap om verder te denken dan de volgende bilaterale top.360 Een echt strategisch
partnerschap kan niet gebaseerd zijn op occasionele ontmoetingen.361 De nieuwe Partnerschaps- en
Samenwerkingsovereenkomst biedt een kans om dit te verhelpen.362
112. Maar zelfs als deze laatste een succes wordt, lost dergelijk akkoord een ander essentieel
probleem niet op, namelijk dat van de inconsistente houdingen van de lidstaten van de EU. In principe
ondersteunen alle lidstaten de doelstellingen van het strategisch partnerschap, maar in praktijk
ondermijnen rivaliteiten en breuken tussen de lidstaten deze doelstellingen.363 Door het
intergouvernementeel karakter, waardoor de echte macht bij de lidstaten schuilt en niet bij de Europese
instellingen, is de Unie er niet toe in staat om een consistent gemeenschappelijk buitenlands beleid te
voeren. 364 Dit staat in schril contrast tot het handels- en economische luik van de relatie, waar de
Commissie een leidende rol heeft en met gekwalificeerde meerderheid kan worden beslist.365 De
Chinese autoriteiten maakten in de loop der jaren handig gebruik van deze rivaliteit tussen de lidstaten
onder het motto ‘verdeel en heers’.366 Zelfs omtrent relatief eenvoudige kwesties als het ontmoeten
van de Dalai Lama of het bijwonen van de openingsceremonie van de Olympische Spelen kunnen de
lidstaten hun posities niet coördineren.367 Europese politici denken dan ook vaak twee keer na
vooraleer ze hun zegje doen over de mensenrechtenschendingen of ‘harde’ EU-standpunten innemen.
De Unie slaagt er niet in om met één stem te spreken en China beseft dit maar al te goed.368 ‘China
treats its relationship with the EU as a game of chess, with 27 opponents crowding the other side of
the board and squabbling about which piece to move.’ 369 Deze manier van werken lokt natuurlijk
360 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 3 ; B. CONRAD en S. MERGENTHALER, “Why the China summit didn’t happen and why it matters”, 4 december 2008, http://euobserver.com/24/27239. 361 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 5-6. 362 F. ZHONGPING, “Promoting the deeper development of China-EU Relations”, in D. KERR en L. FEI (eds.), The international politics of EU-China relations, Oxford, Oxford university press, 2007, 27. 363 De think tank European Council on Foreign Relations publiceerde recent een interessant rapport waarin zij de lidstaten in verschillende categorieën onderbrengt, naargelang hun stellingname ten opzichte van China. Zie J. FOX en F. GODEMENT, Policy Report ‘A power Audit of EU-China Relations’, Londen, European Council on Foreign Relations, 2009, te raadplegen op http://ecfr.3cdn.net/532cd91d0b5c9699ad_ozm6b9bz4.pdf. 364 S. CROSSICK, “The EU’s Uncommon Dalai Lama and Olympic Games policies”, 21 april 2008, http://crossick.blogactiv.eu/2008/04/21/the-eu-s-uncommon-dalai-lama-and-olympic-games-policies ; C. M. GLEN en R. C. MURGO, “EU – China relations: balancing political challenges with economic opportunities”, Asia Europe Journal 2007, afl. 3, (331) 332. 365 J. MEN, EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 17 ; E.
REUTER, “China – EU: a new agenda”, Asia Europe Journal 2007, afl. 2, (171) 176. 366 A. WILLIS , “China expects EU to play greater global role”, 1 mei 2009, http://euobserver.com/884/28052. 367 I. D’HOOGHE, “De Olympische Spelen van Beijing als politiek instrument”, Internationale Spectator 2008, afl. 3, (127) 127-128. 368
L. FEI, “Intergovernmentalism and China-EU relations”, in D. KERR en L. FEI (eds.), The international politics of EU-China relations, Oxford, Oxford university press, 2007, 128 ; A. WILLIS , “China expects EU to play greater global role”, 1 mei 2009, http://euobserver.com/884/28052. 369 J. FOX en F. GODEMENT, Policy Report ‘A power Audit of EU-China Relations’, Londen, European Council on Foreign Relations, 2009, 3 ; A. WILLIS , “China expects EU to play greater global role”, 1 mei 2009, http://euobserver.com/884/28052.
75
kritiek uit, ook bij de Commissie, het Europees Parlement en die lidstaten die een strengere nadruk
wensen te leggen op zaken als mensenrechten. Mijns inziens kan men zich terecht afvragen of, in
plaats van elk voor zich, de lidstaten niet beter aan één touw trekken. Zo kunnen zij samen meer druk
op China zetten, wat wellicht meer in de kaart zal spelen van politieke en commerciële successen.370
113. Anderzijds moet China indachtig zijn dat de verschillen tussen de lidstaten onderling minder
groot zijn dan het verschil tussen de lidstaten en China. Alle lidstaten hechten immers belang aan
democratische normen en waarden, een gebied waar China in hun ogen te kort schiet. Bij alle
belangrijke beslissingen op de wereldagenda (energie, klimaat, vrede) dient er een actieve participatie
te zijn van zowel de Europese Unie als China. Beiden hebben dus een onvermijdelijke
gemeenschappelijke toekomst. Bijgevolg zal ook de Volksrepubliek wat water in haar wijn moeten
doen. Het recent gelanceerde Actieplan kan misschien een stap in de goede richting betekenen,
hoewel het nog wat vroeg is om hierover te oordelen.
114. Er mag natuurlijk niet uit het oog verloren worden dat beide partijen een totaal verschillende
achtergrond hebben, waardoor er in grote mate een cultureel onbegrip blijft bestaan. Het principe van
non-interferentie in interne aangelegenheden is een typisch voorbeeld van een Chinees principe dat
haaks staat op het Europese democratische model. De verschillen inzake politiek regime, economisch
systeem en ideologie zullen op korte termijn niet verdwijnen en zullen de relaties in de toekomst
ongetwijfeld nog bemoeilijken, zeker wanneer men bedenkt dat 2009 een jubileumjaar is van de
onderdrukking van de Tibetaanse opstand (50 jaar geleden) en de gebeurtenissen op het
Tiananmenplein (20 jaar geleden). Het jaar 2009 vormt echter ook voor de Unie een belangrijk jaar,
met parlementsverkiezingen, een nieuwe Commissie en een tweede Iers referendum over het Verdrag
van Lissabon die voor de deur staan. In de Chinese horoscoop staat 2009 voor het jaar van de os, een
dier dat symbool staat voor kracht en betrouwbaarheid, een geboren leider en een harde werker die
echter ook flink kan uitvallen en koppig kan zijn.371 Eigenschappen die wel eens heel toepasselijk
zouden kunnen zijn om de bilaterale relatie tussen de Volksrepubliek China en de Europese Unie te
karakteriseren. De tweede jaarhelft van 2009 wordt ongetwijfeld de moeite waard om in het oog te
houden.
370 K. BARYSCH, C. GRANT en M. LEONARD, Embracing the dragon: the EU’s partnership with China, Londen, Centre for European Reform, 2005, 10-15. 371 Persbericht “EC and China sign nine cooperation agreements and foster dialogue on global solutions tot economic and financial crisis and climate change”, IP/09/212, 30 januari 2009.
76
Bibliografie
1. Akten van gemeenschapsinstellingen
Volksrepubliek China
- Handelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Volksrepubliek China
van 3 april 1978, P.B. L 123/2 van 11 mei 1978.
- Overeenkomst inzake commerciële en economische samenwerking tussen de Europese Economische
Gemeenschap en de Volksrepubliek China van 21 mei 1985, P.B. L 250/2 van 19 september 1985.
- Verordening (EEG) nr. 2616/85 van de Raad van 16 september 1985 betreffende de sluiting van de
overeenkomst inzake commerciële en economische samenwerking tussen de Europese Economische
Gemeenschap en de Volksrepubliek China, P.B. L 250/1 van 19 september 1985.
- Overeenkomst van 22 december 1998 voor wetenschappelijke en technische samenwerking tussen de
Europese Gemeenschap en de regering van de Volksrepubliek China, P.B. L 6/40 van 11 januari
2000.
- Besluit van de Raad van 2 december 1999 tot sluiting van de overeenkomst voor wetenschappelijke
en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en de Volksrepubliek China, P.B.
6/39 van 11 januari 2000.
- Memorandum van Overeenstemming van 12 februari 2004 tussen de overheidsdienst voor toerisme
van de Volksrepubliek China en de Europese Gemeenschap inzake visa en aanverwante kwesties met
betrekking tot het bezoek van groepen toerisme vanuit China (ADS), P.B. L 83/14 van 20 maart
2004.
- Besluit van de Raad van 8 maart 2004 inzake de sluiting van een memorandum van
overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap en de overheidsdienst voor toerisme van de
Volksrepubliek China inzake visa en aanverwante kwesties met betrekking tot het bezoek van
groepen van toeristen vanuit China (ADS), P.B. L 83/12 van 20 maart 2004.
- Besluit van de Raad van 16 november 2004 betreffende de sluiting van een overeenkomst betreffende
samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Europese
Gemeenschap en de regering van de Volksrepubliek China, P.B. L 375/19 van 23 december 2004.
- Overeenkomst van 8 december 2004 tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de
Volksrepubliek China betreffende samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in
douanezaken, P.B. 375/20 van 23 december 2004.
77
- Besluit van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting van de overeenkomst inzake
zeevervoer tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de regering van de
Volksrepubliek China, anderzijds, P.B. L 46/23 van 21 februari 2008.
- Protocol tot wijziging van de overeenkomst inzake zeevervoer tussen de Europese Gemeenschap en
haar lidstaten, enerzijds, en de regering van de Volksrepubliek China, anderzijds, P.B. L 46/38 van
21 februari 2008.
- Mededeling van de Commissie, Towards a New Asia Strategy, COM(94) 314 definitief, Brussel, 13
juli 1994.
- Mededeling van de Commissie, A long term policy for China-Europe relations, COM(1995) 279
definitief, Brussel, 5 juli 1995.
- Mededeling van de Commissie, Voor een omvattend partnerschap met China, COM(1998) 181
definitief, Brussel, 25 maart 1998.
- Mededeling van de Commissie, Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement
over de tenuitvoerlegging van de mededeling “Voor een omvattend partnerschap met China”,
COM(2000) 552, Brussel, 8 september 2000.
- Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-strategie ten aanzien van
China: tenuitvoerlegging van de mededeling van 1998 en toekomstige stappen voor een
doeltreffender EU-beleid, COM(2001) 265, Brussel, 15 mei 2001.
- Mededeling van de Commissie, Europa en Azië: een strategisch kader voor versterkte
partnerschappen, COM(2001) 469 definitief, Brussel, 4 september 2001.
- Mededeling van de Commissie, Op weg naar een volwassen partnerschap – gezamenlijke belangen
en taken in de betrekkingen tussen de EU en China, COM(2003) 533, Brussel, 10 september 2003.
- Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, EU-China: Hechtere
partners, groeiende verantwoordelijkheden, COM(2006) 631 definitief, Brussel, 24 oktober 2006.
- Werkdocument van de Commissie, Begeleidend document bij COM(2006) 631 definitief: Hechtere
partners, groeiende verantwoordelijkheden. Document betreffende het handels- en
investeringsbeleid van de EU ten aanzien van China: concurrentie en partnerschap, COM(2006) 631
definitief, Brussel, 24 oktober 2006.
- Europese Commissie, China Strategy Paper 2007-2013,
http://ec.europa.eu/external_relations/china/csp/07_13_en.pdf.
- Europese Commissie, Multiannual Indicative Programme 2007-2010,
http://ec.europa.eu/external_relations/china/csp/07_10_mip_en.pdf.
- Resolutie betreffende de Handelsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de
Volksrepubliek China, P.B. L 239/53 van 9 oktober 1978.
78
- Verklaring van de Europese Raad van 26 en 27 juni 1989 te Madrid,
http://aei.pitt.edu/1453/01/Madrid_june_1989.pdf.
- Gemeenschappelijke Persverklaring van de zesde EU-China Top van 30 oktober 2003 in Beijing,
http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/en/er/77802.pdf.
- Verklaring Europese Unie, Taiwan: Declaration by the Presidency on behalf of the European Union,
19 september 2008,
http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressdata/en/cfsp/102836.pdf.
- Verklaring Europese Unie, 26 november 2008, http://eu2008.fr/PFUE/lang/en/accueil/PFUE-
12_2008/PFUE-01.12.2008/sommet_ue_chine.html.
Hong Kong en Macao
- Joint Declaration of the United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland and the Government
of the People’s Republic of China on the Question of Hong Kong, 19 december 1984,
http://www.hkbu.edu.hk/~pchksar/JD/jd-full1.htm.
- Joint Declaration of the Government of the People’s Republic of China and the Government of the
Republic of Portugal on the Question of Macau, 13 april 1987,
http://www.macau99.org/mo/e_doc_declaracao.html.
- Basic Law of the Hong Kong Special Administrative Region of the People’s Republic of China,
http://www.basiclaw.gov.hk/en/index.html.
- Basic Law of the Macao Special Administrative Region of the People’s Republic of China,
http://www.umac.mo/basiclaw/english/main.html.
- Overeenkomst van 14 december 1992 inzake handel en samenwerking tussen de Europese
Economische Gemeenschap en Macao, P.B. L 404/27 van 31 december 1992.
- Besluit van de Raad van 11 mei 1999 houdende sluiting van de overeenkomst betreffende
samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken tussen de Europese
Gemeenschap en Hong Kong, China, P.B. L 151/20 van 18 juni 1999.
- Overeenkomst van 13 mei 1999 tussen de Europese Gemeenschap en Hong Kong, China, betreffende
samenwerking en wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken, P.B. L 151/21 van 18 juni
1999.
- Overeenkomst van 27 november 2002 tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de
Speciale Administratieve Regio Hong Kong van de Volksrepubliek China inzake de overname van
personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, P.B. L 17/25 van 24 januari 2004.
- Besluit van de Raad van 17 december 2003 betreffende de ondertekening van de overeenkomst
tussen de Europese Gemeenschap en de regering van de Speciale Administratieve Regio Hong Kong
79
van de Volksrepubliek China inzake de overname van personen die zonder vergunning op het
grondgebied verblijven, P.B. L 17/23 van 24 januari 2004.
- Overeenkomst van 13 oktober 2003 tussen de Europese Gemeenschap en de Speciale
Administratieve Regio Macao van de Volksrepubliek China inzake de overname van personen die
zonder vergunning op het grondgebied verblijven, P.B. L 143/99 van 30 april 2004.
- Besluit van de Raad van 21 april 2004 betreffende de ondertekening van de overeenkomst tussen de
Europese Gemeenschap en de Speciale Administratieve Regio Macao van de Volksrepubliek China
inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven, P.B. L
143/97 van 30 april 2004.
- Mededeling van de Commissie, The European Union and Hong Kong: beyond 1997, COM(97) 171
definitief, Brussel, 23 april 1997.
- Mededeling van de Commissie, The European Union and Macau: beyond 2000, COM(99) 484
definitief, Brussel, 12 november 1999.
- Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, De Europese Unie,
Hongkong en Macau: mogelijkheden tot samenwerking 2007-2013, COM(2006) 648 definitief,
Brussel, 26 oktober 2006.
- Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, Speciale Administratieve Regio
(SAR) Hongkong: Jaarverslag 2007, COM(2008) 118 definitief, Brussel, 3 maart 2008.
- Verslag van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement, Speciale Administratieve Regio
Macau: Jaarverslag 2007, COM(2008) 167 definitief, Brussel, 2 april 2008.
- Statement by the European Union on the Hong Kong SAR Government’s Proposal to Implement
Article 23 of the Basic law, Brussel, 23 december 2002,
http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressdata/en/cfsp/74011.pdf.
- Declaration by the Presidency on behalf of the European Union on Article 23 of Hong Kong Basic
Law, Brussel, 15 april 2003, http://www.europarl.europa.eu/bulletins/pdf/01c_bu-
a(2003)05_en.pdf#page=51.
- Declaration by the Presidency on behalf of the European Union on Article 23 of the Basic Law of
Hong Kong, Brussel, 16 juli 2003,
http://ec.europa.eu/external_relations/hong_kong/docs/index_en.htm.
- Joint Press Statement, Hong Kong SARG/European Commission Structured Dialogue, 30 november
2007, http://www.delhkg.ec.europa.eu/en/docs/EC-HK_joint_press_statement_30_Nov_07.pdf.
80
Algemeen
- Verordening (EG) nr. 539/2001 van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen
waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een
visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld, P.B. L 81/1
van 23 maart 2001.
- Geconsolideerde versies van het verdrag betreffende de Europese Unie en van het verdrag tot
oprichting van de Europese Gemeenschap, P.B. C 325/1 van 24 december 2002.
- Conclusies Europese Raad van Brussel, 12 en 13 december 2003,
http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/nl/ec/79653.pdf.
- Conclusies Europese Raad van Brussel van 16 en 17 december 2004,
http://www.consilium.europa.eu/ueDocs/cms_Data/docs/pressData/nl/ec/83211.pdf.
- Verordening (EG) nr. 1084/2005 van de Commissie van 8 juli 2005 tot wijziging van de bijlagen II,
III en V bij Verordening (EEG) nr. 3030/93 van de Raad betreffende een gemeenschappelijke
regeling voor de invoer van bepaalde textielproducten uit derde landen, P.B. L 177/19 van 9 juli
2005.
- Europese Commissie, Jaarverslag 2006 over de mensenrechten
http://ec.europa.eu/external_relations/human_rights/doc/report_06_en.pdf.
- Europees Parlement, Report on the Common Foreign and Security Policy, 2 februari 2006.
- Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling
van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en
technologie, P.B. L 335/99 van 13 december 2008.
- Europese Unie, Gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer,
http://ue.eu.int/uedocs/cmsUpload/08675r2en8.pdf.
2. Boeken
- ALGIERI, F., “It’s the system that matters. Institutionalization and making of EU policy toward
China”, in SHAMBAUGH , D., SANDSCHNEIDER, E. en HONG, Z. (eds.), China-Europe relations:
perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 354 p.
- BAKER, P., “Human rights, Europe and the People’s Republic of China”, in EDMONDS, R. L., China
and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge University Press, 2002, 217
p.
81
- BALME , R., “A European strategy towards China? The Limits of integration in foreign policy
making”, in BALME , R. en BRIDGES, B. (eds.), Europe – Asia relations : building multilateralisms,
New York, Palgrave Macmillan, 2008, 269 p.
- BARYSCH, K., GRANT, C. en LEONARD M., Embracing the dragon: the EU’s partnership with China,
Londen, Centre for European Reform, 2005, 79 p.
- BRIDGES, B., Europe and the challenge of the Asia Pacific: change, continuity and crisis,
Cheltenham, Elgar Publication, 1999, 230 p.
- CASARINI, N., The evolution of the EU-China relationship: from constructive engagement to
strategic partnership, Parijs, European Union Institute for Security Studies, 2006, 46 p. (ook te
raadplegen op http://www.iss.europa.eu/uploads/media/occ64.pdf).
- CHEN, X., From political alliance in China’s conception to comprehensive partnership in building:
the relations between China and the European Community, Tübingen, Eberhard-Karls-Universität,
2003, 195 p.
- CROSSICK, S., CAMERON, F. en BERKOFSKY, A., EU-China: towards a strategic partnership, Brussel,
European Policy Centre, 2005, 50 p. (ook te raadplegen op
http://www.epc.eu/TEWN/pdf/251966322_EPC%20JULY.pdf).
- CROSSICK, S. en REUTER, E. (eds.), China-EU: a common future, New Jersey, World Scientific,
2007, 283 p.
- FEI, L., “Intergovernmentalism and China-EU relations”, in KERR, D. en FEI, L. (eds.), The
international politics of EU-China relations, Oxford, Oxford university press, 2007, 320 p.
- FOX, J. en GODEMENT, F., Policy Report ‘A power Audit of EU-China Relations’, Londen, European
Council on Foreign Relations, 2009, 115 p. (ook te raadplegen op
http://ecfr.3cdn.net/532cd91d0b5c9699ad_ozm6b9bz4.pdf).
- GILL , B., “The United States and the China-Europe relationship”, in SHAMBAUGH , D.,
SANDSCHNEIDER, E. en HONG, Z. (eds.), China-Europe relations: perceptions, policies and
prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2007, 354 p.
- GRANT, R. L., “Conclusions: a European strategy for the twenty-first century”, in GRANT, R. L. (ed.),
European Union and China: a European strategy for the 21st century, London, Royal institute of
international affairs, 1995, 106 p.
- HOOK, B. en SANTOS NEVES, M., “The role of Hong Kong and Macao in China’s relations with
Europe”, in EDMONDS, R. L., China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge,
Cambridge University Press, 2002, 217 p.
- KAPUR, H., China and the European Economic Community: the new connection, Dordrecht,
Martinus Nijhoff, 1986, 351 p.
- LUDLOW, P., “A strategic partnership in the making”, in LUDLOW, P. (ed.), The EU and China, Ponte
de Lima, European strategy forum, 2007, 136 p.
82
- LOURO PENA, A., Recent developments in the EU’s China Policy: the removal of the non-market
economy label and the new approach on human rights, Brugge, College of Europe, 1998, 56 p.
- MARESCEAU, M., Bilateral Agreements concluded by the European Community, Leiden, Martinus
Nijhoff Publishers, 2006, 451 p.
- MCDONALD, B., “Setting the agenda for the twenty-first century”, in SANTOS NEVES, M. en
BRIDGES, B. (eds.), Europe, China and the two SARs: towards a new era, Houndmills,
Macmillan, 2000, 284 p.
- MEN, J., The EU-China Strategic Partnership: achievements and challenges, Pittsburgh, University
of Pittsburgh, 2007, 22 p.
- MEN, J., EU-China relations: from engagement to marriage?, Brugge, College of Europe, 2007, 24
p.
- MENGIN, F., “A functional relationship: political extensions to Europe-Taiwan economic ties”, in
EDMONDS, R. L., China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge, Cambridge
University Press, 2002, 217 p.
- MILLER, V., The Human Rights Clause in the EU’s External Agreements, Londen, Library House of
Commons, 2004, 79 p. (ook te raadplegen op
http://www.parliament.uk/commons/lib/research/rp2004/rp04-033.pdf).
- MÖLLER, K., “Diplomatic relations and mutual strategic perceptions: China and the European
Union”, in EDMONDS, R. L., China and Europe since 1978: a European perspective, Cambridge,
Cambridge University Press, 2002, 217 p.
- ODGAARD, L. en BISCOP, S., “The EU and China: partners in effective multilateralism”, in KERR, D.
en FEI, L. (eds.), The international politics of EU-China relations, Oxford, Oxford university
press, 2007, 320 p.
- PAVAGEAU , M., A European foreign policy vis-à-vis China ? Case study : the arms embargo,
Brugge, Europacollege, 2006, 81 p.
- PAVAGEAU , M., “Le partenariat stratégique EU-Chine: plus qu’un voeu pieux?” in SNYDER, F. (ed.),
Europe, India and China: strategic partners in a changing world, Brussel, Bruylant, 2008, 288 p.
- SANTOS NEVES, M., “Towards a common China policy for the EU: a Portuguese perspective”, in
GRANT, R. L. (ed.), The European Union and China: a European strategy for the 21st century,
London, Royal institute of international affairs, 1995, 106 p.
- SANTOS NEVES, M. en BRIDGES, B., “From bilateralism to a common approach?”, in SANTOS NEVES,
M. en BRIDGES, B. (eds.), Europe, China and the two SARs: towards a new era, Houndmills,
Macmillan, 2000, 284 p.
- SAUTENET, A., “État et prospective du ‘partenariat stratégique’ UE-Chine”, in SNYDER, F. (ed.),
Europe, India and China: strategic partners in a changing world, Brussel, Bruylant, 2008, 288 p.
- SHAMBAUGH , D., China and Europe: 1949-1995, Londen, University of London, 1996, 74 p.
83
- SHAMBAUGH , D., SANDSCHNEIDER, E. en HONG, Z., “From honeymoon to marriage. Prospects for
the China-Europe relationship”, in SHAMBAUGH , D., SANDSCHNEIDER, E. en HONG, Z. (eds.), China-
Europe relations: perceptions, policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon
Oxon/Routledge, 2007, 354 p.
- SNYDER, F., “Legal aspects of trade between the European Union and China: preliminary
reflections”, in O’KEEFFE, D. en EMILIOU , N. (eds.), The European Union and world trade law: after
the GATT Uruguay round, Chichester, Wiley, 1996, 390 p.
- SNYDER, F. (ed.), Europe, India and China: strategic partners in a changing world, Brussel,
Bruylant, 2008, 288 p.
- SNYDER, F., The European Union and China, 1949-2008: basic documents and commentary, Oxford,
Hart Publishing, 2009, 1103 p.
- TAYLOR, R., China, Japan and the European Community, Londen, Athlone Press, 1990, 166 p.
- WAI , T., “China’s strategic thinking: the role of the European Union”, in BALME , R. en BRIDGES, B.
(eds.), Europe – Asia relations : building multilateralisms, New York, Palgrave Macmillan, 2008,
269 p.
- WIESSALA, G., The European Union and Asian countries, Londen, Sheffield Academic Press, 2002,
203 p.
- YAHUDA, M., “The Sino-European encounter. Historical influences on contemporary relations”, in
SHAMBAUGH , D., SANDSCHNEIDER, E., en HONG, Z. (eds.), China-Europe relations: perceptions,
policies and prospects, Oxford/New York, Abingdon Oxon/Routledge, 2008, 354 p.
- YANG, Y., “China and the EU: science and technology cooperation as a binding factor in
partnerschip”, in KERR, D. en FEI, L. (eds.), The international politics of EU-China relations, Oxford,
Oxford university press, 2007, 320 p.
- YUANXIANG , H., Legal and policy issues of the trade and economic relations between China and the
EEC: a comparative study, Deventer, Kluwer, 1991, 415 p.
- YUE, X. Z., The EC and China, Londen, Butterworths, 1993, 173 p.
- ZHONGPING, F., “Promoting the deeper development of China-EU Relations”, in KERR, D. en FEI, L.
(eds.), The international politics of EU-China relations, Oxford, Oxford university press, 2007, 320
p.
3. Tijdschriften
- BALDUCCI, G., “Prospects and challenges for the European promotion of human rights in China”,
EU-China Observer 2009, afl. 1, 8-13.
- BRINKHORST, L.J., “Het Oosten is niet meer Rood”, Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, 337-338.
84
- DE WIJK, R., “Meer dan een incident”, Internationale Spectator 2001, afl. 4, 229-230.
- D’HOOGHE, I., “China en de Europese Unie. Het strategisch partnerschap in het slop.”,
Internationale Spectator 2007, afl. 7/8, 352-356.
- D’HOOGHE, I., “De Olympische Spelen van Beijing als politiek instrument”, Internationale Spectator
2008, afl. 3, 127- 130.
- EL-AGRAA, A. M., “The EU/China relationship: not seeing eye to eye”, Asia Europe Journal 2007,
afl. 2, 193-215.
- GLEN, C. M. en MURGO, R. C., “EU – China relations: balancing political challenges with economic
opportunities”, Asia Europe Journal 2007, afl. 3, 331-344.
- GRIESE, O., “EU – China relations: an assessment by the communications of the European Union”,
Asia Europe Journal 2006, afl. 4, 545-553.
- HORNG, D. C., “The Human Rights Clause in the European Union’s External Trade and Development
Agreements”, European Law Journal 2003, afl. 5, 677-701.
- LI, Y., “Grondwetsherziening in China: spiegel van politiek en samenleving?”, Internationale
Spectator 2004, afl. 7/8, 382-387.
- MARESCEAU, M. , “Mixed Bilateral Agreements”, n.n.g., 1-19.
- MEN, J., “EU-China relations need more mutual understanding”, EU-China Observer 2009, afl. 1, 3-
7.
- MORAN, J., “The EU and China: growing expectations, growing challenges”, EU-China Observer
2009, afl. 2, 2-5.
- RÉMOND, M., “The EU’s refusal to grant China ‘Market Economy Status’ (MES)”, Asia Europe
Journal 2007, afl. 3, 345-356.
- REUTER, E., “China – EU: a new agenda”, Asia Europe Journal 2007, afl. 2, 171-179.
- SCHUBERT, G., “Towards a new European Taiwan policy? Some preliminary reflexions”, Asia
Europe Journal 2003, afl. 2, 263-280.
- TANG, S. C., “EU’s Taiwan policy in the light of its China policy”, Asia Europe Journal 2003, afl. 4,
511-525.
- TANG, S. C., “The EU’s policy towards China and the arms embargo”, Asia Europe Journal 2005,
afl. 3, 313-321.
- VAN DER POST, E., “China en de EU. Een probleemrijke kans”, Internationale Spectator, 2005, afl.
12, 660-661.
85
4. Internet
Website Europese Commissie, Externe betrekkingen
- http://ec.europa.eu/external_relations/china/index_en.htm (laatste raadpleging op 13 mei 2009).
- http://ec.europa.eu/external_relations/hong_kong/index_en.htm (laatste raadpleging op 13 mei 2009).
- http://ec.europa.eu/external_relations/macao/index_en.htm (laatste raadpleging op 13 mei 2009).
- http://ec.europa.eu/external_relations/taiwan/index_en.htm (laatste raadpleging op 13 mei 2009).
Website China-Delegatie Europees Parlement
- http://www.europarl.europa.eu/activities/delegations/homeDel.do?body=D-CN&language=NL
(laatste raadpleging op 9 mei 2009).
- Europees Parlement, “Mensenrechten centraal in relatie EU-China’, 9 december 2008,
http://www.europarl.europa.eu/news/public/story_page/026-43921-343-12-50-903-
20081204STO43793-2008-08-12-2008/default_nl.htm (geraadpleegd in maart 2009).
Historische achtergrond Hong Kong en Macao
- http://www.discoverhongkong.com/eng/trip-planner/hongkong-history.html (geraadpleegd in maart
2009).
- http://www.macautourism.gov.mo/en/info/info.php (geraadpleegd in maart 2009).
Persberichten Europese Unie (te raadplegen op http://europa.eu/rapid)
- Persbericht “Progress in EU-China relations at summit in Beijing”, IP/03/1467, 28 oktober 2003
(geraadpleegd in februari 2009).
- Persbericht “Joint Statement of the 8th EU-China Summit”, IP/05/1091, 5 september 2005
(geraadpleegd in februari 2009).
- Persbericht “EU and China to agree on opening negotiations for a new comprehensive framework
agreement”, IP/06/1161, 8 september 2006 (geraadpleegd in maart 2009)
- Persbericht “EC and China sign nine cooperation agreements and foster dialogue on global solutions
tot economic and financial crisis and climate change”, IP/09/212, 30 januari 2009 (geraadpleegd in
januari 2009).
- Persbericht “Second meeting of the EU-China High Level Economic and Trade Dialogue: 7 and 8
May 2009 in Brussels”, MEMO/09/226, 8 mei 2009 (geraadpleegd in mei 2009).
- PATTEN, C., “EU-China Relations – time for a fresh look”, SPEECH/01/231, 21 mei 2001
(geraadpleegd in maart 2009).
- PRODI, R., “Relations between the EU and China: more than just business”, SPEECH/04/227, 6 mei
2004 (geraadpleegd in februari 2009).
86
Internetartikelen
- CONRAD, B. en MERGENTHALER, S., “Why the China summit didn’t happen and why it matters”, 4
december 2008, http://euobserver.com/24/27239 (geraadpleegd in april 2009).
- DE GREEF, J., “1989: Chinese studenten komen op straat”, 21 april 2009,
http://www.deredactie.be/cm/de.redactie/buitenland/1.510728 (geraadpleegd in april 2009).
- LEICESTER, J., “China postpones summit with EU after Sarkozy says he will meet the Dalai Lama”,
26 november 2008, http://www.latimes.com/news/nationworld/world/wire/sns-ap-eu-eu-china-dalai-
lama,1,7676044.story (geraadpleegd in april 2009).
- OOSTING, D., “EU-China: How much has the relationship matured in 15 years?”, 3 juni 2004,
http://euobserver.com/9/16438 (geraadpleegd in april 2009).
- POP, V., “Chinese postpone EU summit over Dalai Lama row”, 26 november 2008,
http://euobserver.com/9/27184 (geraadpleegd in april 2009).
- RUNNER, P., “EU-China relations continue to fray”, 1 december 2008,
http://euobserver.com/884/27206 (geraadpleegd in april 2009).
- TRAYNOR, I., “China cancels EU summit over Dalai Lama visit”, 27 november 2008,
http://www.guardian.co.uk/world/2008/nov/27/china-dalai-lama-nicholas-sarkozy (geraadpleegd in
april 2009).
- VAN DE WEGHE, T., “China lanceert actieplan voor mensenrechten”, 13 april 2009,
http://www.deredactie.be/cm/de.redactie/buitenland/090413_China_mensenrechten (geraadpleegd in
april 2009).
- WILLIS , A., “Chinese premier embarks on fence-mending tour of Europe”, 27 januari 2009,
http://euobserver.com/884/27480 (geraadpleegd in april 2009).
- WILLIS , A., “EU and China to fight financial crisis”, 30 januari 2009,
http://euobserver.com/884/27506 (geraadpleegd in april 2009).
- WILLIS , A., “EU-China summit gets tentative go-ahead”, 30 maart 2009,
http://euobserver.com/884/27872 (geraadpleegd in april 2009).
- WILLIS , A., “China expects EU to play greater global role”, 1 mei 2009,
http://euobserver.com/884/28052 (geraadpleegd in mei 2009).
- WILLIS , A., “EU-China trade talks a step up from last year”, 8 mei 2009,
http://euobserver.com/9/28096 (geraadpleegd in mei 2009).
- X., “China postpones EU-China Summit over Dalai Lama meetings”, 26 november 2008
http://newsblaze.com/story/20081127072851zzzz.nb/topstory.html (geraadpleegd in april 2009).
- X., “Brussels stunned as Beijing cancels EU-China summit”, 27 november 2008,
http://www.euractiv.com/en/foreign-affairs/brussels-stunned-beijing-cancels-eu-china-
summit/article-177550 (geraadpleegd in april 2009).
87
- X., “China en Taiwan herstellen verbindingen”, 15 december 2008,
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/archief/2.1222/buitenland/1.435626 (geraadpleegd in
december 2008).
- X., “Ex-president Chen is aangeklaagd in Taiwan”, 12 december 2008,
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/archief/2.1222/buitenland/1.433806 (geraadpleegd in
december 2008).
- X., “EU-China Ministerial Troika in Beijing to mark the 30th anniversary of EU-China diplomatic
relations”,
http://www.eurunion.org/eu/index.php?option=com_content&task=view&id=2148&Itemid=58
(geraadpleegd in april 2009).
- X., “Ondertekening van een memorandum van overeenstemming tussen de Europese Gemeenschap
en de overheidsdienst voor toerisme van de Volksrepubliek China inzake visa en aanverwante
kwesties met betrekking tot het bezoek van groepen toeristen vanuit China (ADS)”,
http://www.europa-nu.nl/9353000/1/j9vvh6nf08temv0/vh7fkqire5q8 (geraadpleegd in mei 2009).
Opiniestukken (te raadplegen op http://crossick.blogactiv.eu)
- CROSSICK, S., “10th China-EU Summit Statement: a marathon negotiation”, 23 december 2007
(geraadpleegd in april 2009).
- CROSSICK, S., “China-EU: a common future”, 14 mei 2008 (geraadpleegd in april 2009).
- CROSSICK, S., “EU-China Partnership & Cooperation Agreement”, 24 oktober 2008 (geraadpleegd in
april 2009).
- CROSSICK, S., “Lyon EU-PRC summit off: what happened to proportionality”, 26 november 2008
(geraadpleegd in april 2009).
- CROSSICK, S., “Will the Dalai Lama wreck the Sino-European relationship”, 6 december 2008
(geraadpleegd in april 2009).
- CROSSICK, S., “EU-China relations: the Dalai Lama factor”, 8 december 2008 (geraadpleegd in april
2009).
- CROSSICK, S., “EU-China relationship in 2009”, 2 januari 2009 (geraadpleegd in april 2009).
- CROSSICK, S., “Wen Jiabao”s Spring festival visit to Brussels”, 31 januari 2009 (geraadpleegd in
april 2009).
- CROSSICK, S., “Wen Jiabao’s Spring holiday in Europe”, 6 februari 2009 (geraadpleegd in april
2009).
- CROSSICK, S., “European Parliament China Trade Resolution constructive”, 26 februari 2009
(geraadpleegd in april 2009).
- CROSSICK, S., “What drives Chinese foreign policy?”, 18 maart 2009 (geraadpleegd in april 2009).
- CROSSICK, S., “National Human Rights Action Plan of China: rhetoric of reality?”, 30 april 2009
(geraadpleegd in april 2009).
88
Overige bronnen
- Ministerie van Buitenlandse Zaken van de Volksrepubliek China, China’s EU Policy Paper, oktober
2003, Beijing, http://www.fmprc.gov.cn/eng/topics/ceupp/t27708.htm (geraadpleegd in februari
2009).
- WEN, J., “Vigorously promoting comprehensive strategic partnership between China and the
European Union”, Speech op het China-EU Investment and Trade Forum, 6 mei 2004 (geraadpleegd
in februari 2009).