eindhoven university of technology master studie …studie van het dynamische model van een...
TRANSCRIPT
Eindhoven University of Technology
MASTER
Studie van het dynamische model van een rotatie-translatie robot
Bax, W.H.M.
Award date:1989
Link to publication
DisclaimerThis document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Studenttheses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the documentas presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the requiredminimum study period may vary in duration.
General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.
• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain
Studie van het dynamische model
van een rotatie-translatie robot.
Afst udeerrapport WP A-{J787
W.H.M. Bax.
Eindhoven, augustus 1989.
Technische Universiteit Eindhoven, faculteit Werktuigbouwkunde
Begeleider: ir. P .C. Mulders.
Afstudeerhoogleraar: prof.dr.ir. J.E. Rooda.
SAHENVATTING.
Voor de vakgroep VPA op de TU-Eindhoven is door L. v. Bommel in 1984
een translatiemodule ontworpen. In 1988 is door G. Kreffer een
rotatiemodule ontworpen. De beide modules zijn gebouwd bij de C.T.D. en
samengevoegd tot een twee dimensionale robot (rotatie en translatie).
Om de robot goed te kunnen besturen wil men een adaptieve regeling
toepassen. Om een adaptieve regeling toe te kunnen passen moet er een
goed maar eenvoudig dynamisch model voor de robot beschikbaar zijn. Om
een goed eenvoudig model te verkrijgen wordt er eerst een ui tgebreid
dynamisch model gemaakt dat geverifieerd kan worden door middel van
modale analyse. Met dat model wordt een dynamische analyse uitgevoerd,
bestaande uit het bepalen van de eigenfrequenties, de
overdrachtsfuncties en de impulsresponsies. Rekening houdend met de
uitkomsten van de dynamische analyse en van de modale analyse kan het
dynamische model vereenvoudigd worden om toegepast te worden bij de
adaptieve regeling. In dit rapport wordt een uitgebreid dynamisch model
afgeleid en vervolgens een dynamische en een modale analyse van dat
model uitgevoerd. Uit de dynamische analyse blijkt dat de laagste
eigenfrequentie van de robot 15 -:- 20 Hz. is. Ui t de modale analyse
blijkt dat die frequentie ook inderdaad in het systeem voorkomt en
zelfs nog iets lager is. Daaruit voIgt dat het dynamische model de
werkelijkheid goed beschrijft voor de laagste eigenfrequentie. Omdat de
laagste eigenfrequentie het dynamische gedrag voor de robot in
belangrijke mate bepaald kan voor de adaptieve regeling uitgegaan
worden van een model met twee graden van vrijheid voor de rotatie en
met een graad van vrijheid voor de translatie. Door de modelparameters
van het vereenvoudigde model zo aan te passen dat de laagste
eigenwaarde voor iedere radiale positie van de robot arm zo goed
mogelijk overeenkomt met de gemeten eigenwaarden wordt een eenvoudig
dynamisch model verkregen dat de werkelijkheid goed beschrijft.
2
SYllBOLENLIJST.
x radiale positie
7 tangentiale positie
J~ massatraagheid van onderdeel i van de rotatiemodule
Jr massatraagheid van onderdeel i van de translatiemodule
mj massa van onderdeel i van de translatiemodule
'i hoekverdraaiing van onderdeel i van de rotatiemodule
;j hoekverdraaiing van onderdeel i van de translatiemodule
Si verplaatsing van onderdeel i van de translatiemodule
R torsiestijfheid tussen onderdeel i en j van de k- -1 J
rotatiemodule
T torsiestijfheid tussen onderdeel i j van de k- - en 1) translatiemodule
kij axiale stijfheid tussen onderdeel i en j van de translatiemodule
b!j materiaaldemping tussen onderdeel i en j van de rotatiemodule (t.g.v. torsie)
brj materiaaldemping tUBS en onderdeel i en j van de translatiemodule (t.g.v. torsie)
bij materiaaldemping tussen onderdeel i en j van de translatiemodule (t.g.v. axiale rek)
b! dempingsfactor van onderdeel i van de rotatiemodule
bt dempingsfactor van onderdeel i van de translatiemodule
bi dempingsfactor of materiaaldemping van onderdeel i van de translatiemodule
.R 1- -
1 1 overbrenging tussen onderdeel i en j van de rotatiemodule
.T 1 spindel-moer overbrenging van translatiemodule
R rendement van overbrenging .R '7i i 1- -I]
'7T rendement van overbrenging .T
1
TJ!. 1 uitwendig koppel op onderdeel i van de rotatiemodule
Tt uitwendig koppel op onderdeel i van de translatiemodule
3
[ m. ]
[rad.]
[kgm~]
[kgm~]
[ kg.]
[rad. ]
[rad. ]
[ m. ]
1m [rad' ]
[ !!. ] m
[Nms .] rad
[ NS.] m
[Nms .] rad
[Nms .] rad
[ NS.) m
[ - ]
m [rad .J
[ - )
[ - ]
[ Nm.]
[ Nm.]
OPDRACHTOKSCHRIJVING
SAKENVATTING
SYKBOLENLIJST
1. INLEIDING
INBOUDSOPGAVE.
2. KECHANISCBE CONSTRUCTIE VAN DE ROBOT
3. DYNAMISCHE ANALYSE VAN DE ROBOT
3.1. Deelmodel voor de radiale richting
3.2. Deelmodel voor de tangentiale richting
2
3
4
6
7
15
15
17
3.3. Bepaling van de gelineariseerde toestandsvergelijkingen 19
3.4. Resultaten van de dynamische analyse 24
4. VERIFICATIE VAN HET MODEL 26
5. VEREENVOUDIGING VAN HET KODEL 29
6. CONCLUSIE 32
LITERATUUR 33
BIJLAGEN 34
Bijlage 1. Kodelparameters 35
1.1. Kodelparameters voor de radiale richting 35
1.2. Kodelparameters voor de tangentiale richting 37
Bijlage 2. Bepaling van de lineaire toestandsvergelijkingen 40
2.1. Niet-lineaire bewegingsvergelijkingen 40
2.2. Niet-lineaire toestandsvergelijkingen 49
2.3. Gelineariseerde toestandsvergelijkingen 52
Bijlage 3. Resultaten van de dynamische analyse 61
3.1. Eigenfrequenties 61
3.2. Eigenvector horend bij laagste eigenfrequentie 62
3.3. Overdrachtsfuncties 64
3.4. Impulsresponsies 77
4
Bijlage 4. Resultaten van de modale analyse 90
4.1. Toestandsvergelijkingen van het complete model 90
4.2. Berekende eigenwaarden 92
4.3. Gemeten eigenwaarden 93
4.4. Berekende overdrachtsfuncties 94
4.5. Gemeten overdrachtsfuncties 101
Bijlage 5. Het vereenvoudigde model 114
5.1. Afleiding van de niet-lineaire bewegingsvergelijkingen 114
5.2. Afieiding van de lineaire toestandsvergelijkingen 116
5.3. Bepaling van de modelparameters 120
5.4. Aanpassen van de modelparameters 123
5.5. Overdrachtsfuncties 124
5.6. Impulsresponsies 134
5
1. ItfLEIDltfG.
Door L. v. Bommel en G. Kreffer is een tweedimensionale robot ontwopen
voor de vakgroep W.P.A. Om die robot goed te kunnen besturen wil men
een adaptieve regeling toepassen. Daarvoor is het noodzakelijk een
eenvoudig dynamisch model van de robot te hebben. Bet afleiden van een
dynamisch model dat te gebruiken is voor een adaptieve regeling is
onder te verde len in drie stadia:
afleiding van een uitgebreid dynamisch model ten behoeve van de
dynamische analyse (bepalen van: * eigenfrequenties
* overdrachtsfuncties
* impulsresponsies).
verificatie van bet aode1 door middel van modale analyse (eventueel
modelparameters aanpassen om het model beter met de werkelijkheid overeen te laten komen).
vereenvoudiging van het uitgebreide model om een model te
verkrijgen dat toe te passen is bij de adaptieve regeling (rekening
houdend met de uitkomsten van de dynamische analyse).
In dit rapport wordt eerst een uitgebreid model afgeleid, waarop
vervolgens een dynamisch analyse is uitgevoerd en dat is geverifieerd
met behulp van modale analyse. Daarna wordt het model vereenvoudigd en
worden de parameters van het vereenvoudigde model aangepast om de
eigenwaarden van het model zo goed mogelijk overeen te Iaten komen met
de gemeten eigenwaarden.
6
2. K!CBANISCBE CONSTRUCTI! VAN D! ROBOT.
De robot bestaat uit een translatiegedeelte geplaatst boven op een
rotatiegedeelte (Fig. 1). De robot heeft dus twee graden van vrijheid.
Bet transiatiegedeelte is ontworpen door L. v. BOHel ([Lit. 1]) en vervolgens gebruikt en getest als Iineaire robotarm met een graad van
vrijheid. Later is door G. Kreffer een rotatiemodule ontworpen
([Lit. 2]) om een twee-dimensionale robot te verkrijgen.
u u
Fig. 1. Zijaanzicht van de robot.
De rotatiemodule bestaat uit een motor die via een vier traps
tandwieloverbrenging een draaiplateau laat roteren (Fig. 2 en 3). Om
speling te voorkomen zijn de tandwielen gedeeld en voorgespannen door
middel van torsieveren. Als Iagering voor het draaiplateau is een
draadlager toegepast dat zeer stijf is in radiale richting (~ 8*108 !. m
[Lit. 2]). Bet meetsysteem voor de rotatie is een direct incrementeel
meetsysteem. Bet bestaat uit een flexibele meetband, die direct om het
draaiplateau gespannen is, en die beweegt langs een vast opgestelde
optische meetkop. Het oplossend vermogen bedraagt ongeveer 3,1*10-4 0
( [Li t. 2]).
7
Fig. 2. Doorsnede A-A van de rotatiemodule (zie fig. 1).
8
I~ i
I: I l i '-,1
I : . I i I
; I I! I . , , : :
. !
I I
rig. 3. Doorsnede B-B van de robot (zie fig. 2).
9
De lineaire robotarm bestaat uit een translerend gedeelte (arm, motor,
motorstoel, spindel, meetlineaal en last) en een vast gedeelte
(lagerhuis, grondplaat, kogelomloopmoer (met steun) en meetkop) (Fig. 3
en 4). Het translerende gedeelte wordt aangedreven via een spindel met
kogelomloopmoer. Om speling te voorkomen en om de axiale stijfheid van
de spindel te vergroten is de spindel voorgespannen met behulp van een
schotelveer. De positie wordt bepaald .et een direct incrementeel
meetsysteem, bestaande uit een meetlineaal die langs een optische
meetkop beweegt. Het oplossend vermogen bedraagt 0,01 mm. ([Lit. 1]).
56 57
Fig. 4. Langsdoorsnede van de lineaire robotarm.
In de figuren 2, 3, 4 en 5 worden de belangrijkste onderdelen
aangegeven met een nummer. Een korte omschrijving van die onderdelen
wordt gegeven in tabel 1.
10
Nr. Rotatiemodule 38. Lagerhuis met afdichting r--4r-------------------------~ 39. Lagerhuis met afdichting
1. Draaitafelhuis met onderplaat 40. Lagerdeksel met afdichting 2. Draaiplateau 41. Lagerdeksel met afdichting 3. Gelijkstroommotor met 42. Lagerdeksel met afdichting
tachogenerator 43. Hoekmeetsysteem 4. Tandkrans (tandwiel 4; z=136) 44. Ring voor meetband 5. Draadlager 45. Pulsgever 6. Bovenste lagerring 46. Koppeling 7. Onderste lagerring 47. Eindschakelaar (microswitch) 8. Versteviging (T-profiel; 2*) 48. Bevestigingsplaat 9. Afdichtingsring eindschakelaar
10. Tussenplaat 49. Steun (12*) 11. Tussenplaat 50. Beschermkap 12. Tussenplaat 51. Keetkop 13. Bovenplaat 52. Bevestigingsplaat meetkop 14. Topplaat 53. Hall-effect schakelaar (2*) 15. Montageflens 54. Eindpositiegever (magneet; 2*) 16. montagedeksel 55. Aanslag eindschakelaar (2*) 17. Afstandblok (15*) ~ 18. As (as 3.> Translatiemodule I
19. Gedeeld tandwiel -----------------------------1 (tandwiel 3.2; z=23) . Armprofiel
20. Tussenbus (bus 3.) • Spindel (spoed: 25 mm.) 21. Torsieveer (torsieveer 3.) 58. Kogelomloopmoer 22. Gedeeld tandwiel 59. Lagerhuis
(tandwiel 3.1; z=83) 60. Grondplaat 23. Hoekcontactlager (2*) 61. Achterste kopplaat
[ - boven: lager 3.2.J 62. Voorste kopplaat - onder: lager 3.1. 63. Hoekcontactlager (2*)
24. As met ronsel 64. Hoekcontactlager (2*) (as 2. en tandwiel 2.2; z=23) 65. Lagerspanplaat
25. Contraschijf (contraschijf 2.> 66. Schotelveer 26. Tussenbus (bus 2.) 67. Bevestigingsplaat last 27. Torsieveer (torsieveer 2.) 68. Steun kogelomloopmoer 28. Gedeeld tandwiel 69. Roibiok
(tandwiel 2.1; z=83) 70. Trekspie 29. Hoekcontactlager (2*) 71. Geleidingsprofiel
[ - boven: lager 2.2'J 72. GeIijkstroommotor met - onder: lager 2.1. tachogenerator
30. As met ronsel 73. Kotorstoel (as 1. en tandwiel 1.1; z=21) 74. Koppeling
31. Contraschijf (contraschijf 1.) 75. Keetlineaal 32. Tussenbus (bus 1.) 76. Keetkop 33. Torsieveer (torsieveer 1.> 77. Bevestigingsplaat meetkop 34. Gedeeld tandwiel 78. Klemplaat meetkop
(tandwiel 2.2; z=45) 79. Hall-effect schakelaar (2*) 35. Hoekcontactlager (2*) 80. Eindpositiegever (magneet; 2*)
[ - boven: lager 1.2'J 81. Eindschakelaar (microswitch) - onder: lager 1.1. 82. Bevestigingsplaat
36. Ronsel (tandwiel 0; z=21) eindschakelaar 37. Lagerhuis met afdichting 83. Aanslag eindschakelaar (2*)
Tabel 1. Onderdelen van de robot.
11
De specificaties van de lineaire robot arm zijn ([Lit. 1]):
De
- maximale verplaatsing: 0,635 m.
- maximale snelheid 1,0 m 8'
- maximale versnelling 10,0 m 82 '
- maximale lastmassa 50 kg.
- een spindel-moer overbrenging.
- een gelijkstroommotor als aandrijving.
- een lineair meetsysteem met een oplossend vermogen van 0,01 mm.
- een spelingvrije overbrenging.
specificaties van de rotatiemodule zijn ([Lit. 2]) :
- maximale hoekverdraaiing: ., rad •
- maximale hoeksnelheid ., rad 2" - . s
- maximale hoekversnelling: 7r rad 2" -::"Ir •
s~
- dezelfde gelijkstroommotor als bij de lineaire robotarm.
- een hoekmeetsysteem, dusdanig dat voor de grootste
ui tsteeklengte van de lineaire robotarm de posi tie aan het
uiteinde van de arm op 0,01 mm. te bepalen is.
- een spelingvrije overbrenging.
- een zo laag mogelijke modulehoogte.
Om het dynamisch gedrag van de robot te kunnen onderzoeken wordt er een
tweedimensionaal assenstelsel aangenomen (Fig. 5), met als coordinaten:
- 7 : hoekverdraaiing van de arm.
- x afstand tussen de rotatieas en bet midden van het
armprofiel.
De twee coordinaten worden in hun grootte beperkt door Ball-effect
eindschakelaars. De Hall-effect schakelaars worden geactiveerd door het
magnetisch veld van kleine magneetjes die geplaatst zijn op de robotarm
en op het draaiplateau.
12
Fig. 5. Bovenaanzicbt van de robot (zonder bescbermkap).
De Hall-effect eindscbakelaars zijn op interruptbasis met de
micro~omputer gekoppeld, die voor de besturing van de robot zorgt. Door
een tegenspanning naar de motor te sturen als een interrupt van een
eindscbakelaar binnenkomt, gaat de motor als actieve rem werken,
waardoor een korte remweg verkregen wordt. Ter extra beveiliging is er
nog zowel voor de translatie als voor de rotatie een mecbanische
scbakelaar (microswitch) voorzien die de bijbehorende motor uitzet als een van de Hall-effect scbakelaars niet gefunctioneerd beeft. Omdat
deze mechanische scbakelaars recbtstreeks op de versterkers van de motoren aangesloten zijn is bet niet mogelijk een tegenspanning naar de
motor te sturen. De remweg is dan dus langer.
13
Rekening houdend met de remweg is de radiale slag van de robot arm door
de Hall-effect schakelaars beperkt tot:
-0,270 ~ x ~ 0,365 m.
De tangentiale slag van de robot arm is door de Ball-effect schakelaars
beperkt tot:
o ~ 1 ~ ~ rad.
14
3. DYNAKISCHE ANALYSE VAN DE ROBOT.
Het dynamisch model van de robot bestaat uit twee gekoppelde
deelmodellen (Fig. 6). Er is een deelmodel voor de radiale riehting
(translatie) en er is een deelmodel voor de tangentiale richting
(rotatie). Bet model voor de rotatie is gekoppeld met het model voor de
translatie door de optredende eentrifugaal- en eorioliskrachten.
3.1. Deelmodel voor de radiale richtinq.
Omdat het toegepaste naaldlager in radiale richting zeer stijf is
(~ 8*10 8 ~. [Lit. 2]) en omdat het huis van de rotatiemodule eveneens zeer stijf is (~ 2,2*10 12 !. [Lit. 2]), is het deelmodel voor de m radiale richting gebaseerd op het model van de lineaire robotarm dat in
[Lit. 1] gepresenteerd is. Om dit deelmodel beter de werkelijkheid te
laten representeren is er een extra vrijheidsgraad toegevoegd, waardoor
een beweging als star lichaam mogelijk wordt. Bovendien. wordt het
rendement van de voorgespannen spindel-moer overbrenging meegenomen in
het model en krijgt de tachogenerator een aparte vrijheidsgraad, zodat
de tachogenerator kan bewegen ten opziehte van de motor. Deze
uitbreidingen leveren een deelmodel met 5 vrijheidsgraden op. De
verschillende modelparameters hebben de volgende betekenis:
J& massatraagheid van de tacho.
Jr massatraagheid van de motor, de helft van het gedeelte van
de spindel tussen motor en moer en de koppeling.
Ji massatraagheid van het resterende deel van de spindel.
mo massa van de moer, de steun en de helft van het lagerhuis. ml massa van het deel van de spindel dat niet bij m2 hoort.
m2 massa van de helft van het gedeelte van de spindel tussen de
achterste lagering en de moer, de motor met tachogenerator,
de motorstoel, de meetlineaal, het armprofiel met
geleidingen, de kopplaten, de spindeluiteinden, de
koppeling, de bevestigingsplaat (voor de last) en de last.
k&' I: torsiestijfheid van de as tussen de motor en de
tachogenerator.
15
J~ J~
..., ..... cQ . 0'\
t:1 ~ :;:1 I» a ..... III ..... n
0'\ :::r-a 0 P-ro I-'
< I» :;:1
P-ro t1 0 tT 0
"" .
i-.-R--j
J~ I 123 , kR. I R I
~_1]..2 •. L.! 34
ROTA TIE •
. R. ~4::145~5
)')
J~ '-.-R-:--j I 145 I
I R I
~_'L4J'L1
JR 5
TRANSLATIE .
-- ,Yj 1 ,
TI ~ __ 1Ll
R k56
.R ~6::1 Ii 7~7
'),
J!
j-.Y-j I 167 I I R I
~_1]_6Ll
T T T b o b l b.) b"
7~77777~77777~~7777777777777777777777~~
J~' R k78
.R ¥18=18 9~!i
')')
J~ '-.-R--j I 189 , I R. I
~_1]_8_9_1
q ::
J~
~o
~t
~3
~5
V'7
'1
"0 ."
"2 S I
X
kT 2: torsiestijfheid van het gedeelte van de spindel tussen de
motor en de moer.
ko: axiale stijfheid van het lagerhuis.
i 12 : axiale stijfheid van het gedeelte van de spindel tussen de
motor en de moer.
b~ dempingsfactor van de taehogenerator.
bi dempingsfactor van de motor.
b~ dempingsfaetor van de moer.
b2 dempingsfactor van de rolbloiken. T • d bo 1 • materiaaldemping van de as tussen de motor en e
tachogenerator (t.g.v. torsie). T b12: materiaaldemping van de spindel (t.g.v. torsie).
bo: materiaaldemping van het lagerhuis (t.g.v. axiale rek).
b 12 : materiaaldemping van de spindel (t.g.v axiale rei).
iT overbrengverhouding van de spindel-moer overbrenging.
~T rendement van de voorgespannen spindel-moer overbrenging.
JL JI I m I' m2' iT 2 en It 12 hangen at van de radiale posi tie van de linea ire robotarm: x{t). De massa's en de massatraagheden van de
bewegende delen van de lineaire robot arm zijn voor een dee I afgeleid
ui t de afmetingen van die onderdelen en voor de rest overgenomen ui t
[Lit. 1] (Bijlage 1.1.1.). De waarden voor de overige modelparameters
zijn gedeeltelijlt geschat en gedeelteliji overgenomen uit [Lit. 1]
(Bijlage 1.1.2.).
3.2. Deelmodel voor de tanqentiale richtinq.
Bet deelmodel voor de tangentiale richting is gebaseerd op het in
[Lit. 21 voorgestelde model, omdat de lineaire robot arm en de lagering
met rolblokken zeer stijf is in tangentiale richting ([Lit. 1]). Om ook
dit deelmodel beter met de werielijiheid overeen te laten komen is er
een vrijheidsgraad toegevoegd voor de tachogenerator en is de beweging
als star lichaam mogelijk gemaait. Tevens zijn de rendementen van de
voorgespannen tandwieloverbrengingen meegenomen. Dat leidt tot een
deelmodel met 6 graden van vrijheid.
17
De betekenis van de verschillende modelparameters voor dit deelmodel is
als voIgt:
J~ J~ J~ . .
J~
J~
J~
J~
J~
J:
J~
kR • (\ J •
R k12 : It
k S4 : Jt
kS6: R
k7S:
b~ b~ b~ b~ b~ b~ b:
b~ b:
b~
massatraagheid van de tachogenerator.
massatraagheid van de motor zonder de halve motoras.
massatraagheid van tandwiel 0., de balve motoras, de
koppeling en de pulsgever.
massatraagheid van tandwiel 1.2. en het bovenste deel van
as 1. met contraschijf 1., torsieveer 1. en bus 1.
massatraagheid van tandwiel 1.1. en het onderste deel van
as 1. met contraschijf 1., torsieveer 1. en bus 1.
massatraagheid van tandwiel 2.1. en bet onderste deel van
as 2. met contraschijf 2., torsieveer 2. en bus 2.
massatraagheid van tandwiel 2.2. en bet bovenste deel van
as 2. met contraschijf 2., torsieveer 2. en bus 2.
massatraagheid van tandwiel 3.1. en het onderste deel van
as 3. met torsieveer 3. en bus 3.
massatraagheid van tandwiel 3.2. en het bovenste deel van
as 3. met torsieveer 3. en bus 3.
massatraagheid van tandwiel 4., draaiplateau, ring voor
meetband, beschermkap en van de lineaire robotarm met last
(afhankelijk van de radiale positie x(t». torsiestijfheid van de as tussen de motor en de
tachogenerator.
torsiestijfheid van as 0 (motoras).
torsiestijfheid van as 1.
torsiestijfheid van as 2.
torsiestijfheid van as 3. dempingsfactor van de tachogenerator.
dempingsfactor van de motor.
dempingsfactor van de pulsgever.
dempingsfactor van lager 1.1.
dempingsfactor van lager 1.2.
dempingsfactor van lager 2.1.
dempingsfactor van lager 2.2.
dempingsfactor van lager 3.t. dempingsfactor van lager 3.2.
deapingsfactor van bet draadlager van het draaiplateau.
18
R materiaaldemping bol : van de as tussen de motor en de
tachogenerator (t.g.v. torsie) . R materiaaldemping (t.g.v. torsie) . b 12: van as 0 R materiaaldemping (t.g.v. torsie) • b34 : van as 1 R •
b56 • materiaaldemping van as 2 (t.g.v. torsie) • R materiaaldemping (t.g.v. torsie) • b78: van as 3
.R 123: overbrengverhouding tussen tandwiel o. en tandwiel 1.2. .R 145: overbrengverhouding tussen tandwiel 1.1. en tandwiel 2.1. .R 167: overbrengverhouding tussen tandwiel 2.2. en tandwiel 3.1. .R overbrengverhouding tussen tandwiel 3.2. tandwiel 4. 189: en R
'123: rendement van de overbrenging tussen tandwiel O. en 1.2. R
'145: rendement van de overbrenging tussen tandwiel 1.1. en 2.1. R. rendement de overbrenging 1767: van tussen tandwiel 2.2. en 3.1. R rendement de overbrenging tussen tandwiel 3.2. 4. 1789: van en
De meeste roterende delen van de rotatiemodule zijn voor de montage
gewogen. Uit de massa's en de afmetingen van die onderdelen zijn de
massatraagheden bepaald (Bijlage 1.2.1.). In bijlage 1.2.2. is het
massatraagheidsmoment om de rotatieas van de lineaire robot arm
afgeleid, terwij1 de waarden van de overige modelparameters geschat
zijn of overgenomen uit [Lit. 2] (Bijlage 1.2.3.).
3.3. Bepalinq van de qelineariseerde toestandsverqelijkinqen.
Het in de vorige paragrafen gepresenteerde dynamische model heeft 11
graden van vrijheid:
De bewegingsvergelijkingen van bet model zijn te bepalen met behulp van
de vergelijkingen van Lagrange.
19
De vergelijkingen van Lagrange hebben in het algemeen de volgende vorm:
q =
. .
kinetische energie
potentiele energie
( 3.1.)
niet van een potentiaal af te leiden gegeneraliseerde krachten
8Ekin 8Ekin 8E pot
Sq. 8q I Sql
8Ekin 8Ekin 8Epot
8q2 8q2 8q2
Ek · • = Ekin,q = Epo t,q = In,q
8Ekin 8Ekin 8E pot
8qn 8qn 8qn
De vergelijkingen van Lagrange vormen voor het model van de robot een
stelsel van 11 2de-orde gekoppelde differentiaalvergelijkingen die niet
allemaal lineair zijn (Bijlage 2.1.).
20
Na lineariseren kunnen de differentiaalvergelijkingen in matrixnotatie
geschreven worden:
M • q + C * q + K * q = f ( 3.2.>
M massamatrix (11 * 11)
C dempingsmatrix (11 * 11)
K stijfheidsmatrix (11 * 11)
f uitwendige krachten (11 * 1 )
De niet-gelineariseerde differentiaalvergelijkingen kunnen omgeschreven
worden in toestandsvergelijkingen in differentiaalvorm:
x(t) = f (x(t) ,u(t) ,t) ( 3.3.)
met bijbehorende uitgangsvergelijkingen in differentiaalvorm:
x(t) toestandsvector
y(t) uitgangsvector
y (t) = g (x (t) , u (t) , t)
f, g vectoriele functies van hun argumenten
u(t) ingangsvector
t tijd
. (3.4.)
Vergelijkingen 3.3. en 3.4. zijn de systeemvergelijkingen van de robot.
Om deze systeemvergelijkingen te bepalen wordt de volgende
toestandsveetor aangenomen:
x =
21
Vergelijking 3.1. omgeschreven naar toestandsvergelijking 3.3. leidt
tot een stelsel van 22 l e -orde differentiaalvergelijkingen in de
toestand (niet-lineair) (Bijlage 2.2.>. Om deze vergelijkingen te
lineariseren wordt verondersteld dat het systeem slechts kleine
afwijkingen (perturbaties) rond een nominale trajectorie en
bijbehorende nominale ingang vertoont. Dit betekent dat de
begintoestand ~(to) en het ingangssignaal ~(t) slechts weinig afwijken
van de nominale begintoestand ~o(to) en het nominale ingangsignaal
uo(t):
u(t) = uo(t) + u(t), toS t S te ( 3.5.)
( 3.6.)
u(t) : perturbatie in de ingang.
~(to): perturbatie in de begintoestand.
De als gevolg van de perturbaties in de begintoestand en in het
ingangssignaal optredende toestand x(t) zal ook een kleine afwijking
vertonen ten opzichte van de nominale trajectorie:
x(t) = xo(t) + x(t), to~ t ~ te ( 3.1.)
x(t) perturbatie in de toestand.
22
Substi tutie van vergelijkingen 3.5. en 3.1. in toestandsvergelijking
3.3. levert na een taylorreeksontwikkeling rondom ~o(t) en ~o(t) en na
aftrekking van de toestandsvergelijking voor de nominale trajectorie de
toestandsvergelijking met betrekking tot de perturbaties ~(t) en ~(t):
. itt} = Jfx(~O(t},~o(t},t} * itt) + Jfu(~O(t),~o(t},t) * ~(t) 3.S.}
af J fx = - =
ax
af I af 1
ax 1 8x2
af 2 8t 2
8t J fu =-=-=
au
at 1 af,
au, 8u2 8t 2 8f 2
Substitutie van de nominale trajectorie xo(t} en de nominale ingang
~I)(t) in de Jacobimatrices Jfx en J fu doet deze resulteren in de
matrices A(t) en B(t). Daaruit voIgt de gelineariseerde
toestandsvergelijking bestaande uit een stelsel van 22 lineaire
differentiaalvergelijkingen (Bijlage 2.3.):
. itt) = A(t) * x(t) + B(t} * u{t) ( 3.9.)
A(t) Jfx(~O(t) '';o(t) ,t).
B(t) Jfu(~O(t) '';o(t) ,t).
23
De samenhang tussen vergelijking 3.9. en vergelijking 3.2. wordt
duidelijk door vergelijking 3.2. te herschrijven als:
(ei] (0 I] (q] [0] - = -I -I 1< - + -I 1< f ~ -K C -K K ~ -K
o nulmatrix (11 1< 11)
I eenheidsmatrix (11 1< 11)
( 3.10.)
Omdat uitgangsvergelijking 3.4. line air is, is die meteen in
matrixnotatie te schrijven:
yet) = C(t) 1< itt) + D(t) .. \itt) ( 3.11.)
3.4. Resuitaten van de dynamische analyse.
Om het dynamisch gedrag van de robot te onderzoeken zijn van de in de
vorige paragraaf bepaalde toestandsvergelijkingen de eigenfreqenties
bepaald. Dit komt neer op het bepalen van de eigenwaarden van
systeemmatrix A(t). Omdat zowel stijfheden als dempingen in het model
zijn meegenomen, zullen de eigenwaarden voorkomen in complex
geconjugeerde paren. Omdat voor beide bewegingsriehtingen een beweging
als star lichaam mogelijk is, zullen er 4 eigenwaarden voorkomen met
een imaginair dee I dat gelijk is aan 0 (eigenfrequentie van 0 Hz.).
Deze eigenwaarden zijn voor de dynamische analyse verder ~iet van
belang. Er blijven dUs 18 verschi11ende eomp1exe eigenwaarden over in 9
paren. Dat wi1 zeggen dat er 9 verschillende eigenfrequenties voorkomen
die van belang zijn. sommige van deze eigenfrequenties blijken
afhankelijk te zijn van de radiale coordinaat x(t) en van de lastmassa
mL
(Bijlage 3.1.), De nominale rotatie- en translatiesnelheid blijken
zo goed als geen inv10ed te bebben op de eigenfrequenties. Omdat de
laagste eigenfrequentie het belangrijkste is voor de dynamische
analyse, wordt de bij die eigenfrequentie borende eigenveetor bekeken.
Bij die eigenfrequentie ( ~ 17 Hz.) blijkt aIleen de rotatiemodule te bewegen. Door de vrijheidsgraden van de rotatiemodule naar de motoras
te transformeren is het mogelijk de relatieve verplaatsingen van de
vrijheidsgraden te vergelijken.
24
Tussen ~7 en 1 blijkt de grootste verplaatsing op te treden. Door de
stijfheid van de as tussen '7 en 1 ( k~8) te vergroten zal de laagste
eigenfrequentie hoger worden (= 35 Hz. bij een 10 keer zo grote
stijfheid). De laagste eigenfrequentie zou veel hoger worden
( = 429 Hz.) als alle stij fheden getransformeerd naar de motoras in
dezelfde ordegrootte als de stijfheid van de motoras zouden liggen (Bijlage 3.2.).
Tevens zijn met bebulp van de toestandsvergelijkingen
overdrachtsfuncties en impulsresponsies bepaald bij verschillende
nominale trajectorien. De overdrachtsfuncties en impulsresponsies zijn
bepaald met all ingang het motor koppel van beurtelings de rotatiemodule
en de translatiemodule. A1s uitgang is zowel de radiale als de
tangentiale positie gebruikt (x(t) en 1(t». De resultaten hiervan zijn
weergegeven in bijlage 3.3. en bijlage 3.4. Hoevel de demping van de
robot gering is blijkt uit de impulsresponsies dat er bijna geen
overshoot optreedt. De translatiemodule blijkt sterker gedempt te zijn
dan de rotatiemodule. De rotatiemodule trilt daardoor heftiger maar
bereikt wei eerder de eindstand.
25
4. Verificatie van het model.
Om het dynamische model van de robot te verifieren is gebruik gemaakt
van modale analyse apparatuur. Met die apparatuur is bet mogelijk de
overdrachtsfuncties van een systeem te met en en daaruit de complexe
eigenwaarden te bepalen. lIs exitator voor de robot werd beurtelings de
gelijkstroommotor van de rotatiemodule en van de translatiemodule
gebruikt door witte ruis (pseudo random ruis) als ingangssignaal voor de bijbehorende motorversterkers te gebruiken. Als uitgangssignaal is
bet signaal van een voor op de robot arm gemonteerde versnellingsopnemer
gebruikt. Door beide signalen toe te voeren aan de modale analyse
apparatuur kan de overdrachtsfunctie worden bepaald. Tevens wordt dan
de coherentiefunctie bepaald die aangeeft in welke mate het
uitgangssignaal veroorzaakt wordt door het ingangssignaal. Als de
coherentie slecht is wordt het uitgangssignaal v~~r een deel
veroorzaakt door ext erne storingsbronnen en niet-lineariteiten in het
systeem. In de gemeten overdrachtsfuncties zijn diverse
resonantiepieken zichtbaar. De bij deze resonanties horende
eigenwaarden kunnen eveneens door de modale analyse apparatuur bepaald
worden door curve fitting. In bijlagen 4.3. en 4.5 zijn de resultaten
van de metingen aangegeven voor verschillende posities van de robotarm.
Omdat alleen lagere frequenties interessant zijn voor de dynamische
analyse is er gemeten tot 800 [Hz.]. De gebruikte versnellingsopnemer
is speciaal ontworpen voor lagere frequenties en werkt via het
piezo-electrisch principe. Om de eigenwaarden nauwkeurig te kunnen
bepalen zijn er overdrachtsfuncties bepaald voor kleinere
frequentiegebieden. Omdat de rotatiemodule een gesloten constructie is
is het niet mogelijk ander vrijheidsgraden te meten dan 7. Daarom zijn
aIleen de overdrachtsfuncties naar de vrijheidsgraden x en 7 gemeten.
Om de berekende overdrachtsfuncties te kunnen vergelijken met de
gemeten overdrachtsfuncties moeten de in bijlage 5.2. afgeleide
gelineariseerde toestandsvergelijkingen uitgebreid worden met
differentiaalvergelijkingen die het dynamisch gedrag van de
gelijkstroommotoren en de bijbehorende versterkers beschrijven.
26
Deze vergelijkingen worden rechtstreeks overgenomen uit [Lit. 2], onder
verwaarlozing van het spanningsverlies in de motorborstels en de offset
spanning van de versterkers:
K~ = - - lit
Ra
Ta(t): motor koppel
Ke : motorconstante
Ra ankerweerstand
;m(t}: motortoerental
Kv versterkingsfactor
ui (t): ingangsspanning
Kv*Ke f,m(t) + -- * ui (t)
Ra
[ Mm.]
[Vs/rad. ] [ Q. ]
[rad/s.]
[ - ]
[ V. ]
( 4.1.)
In bijlage 4.1. zijn de lineaire toestandsvergelijkingen voor het
complete model afgeleid. Olldat bij de metingen met de modale analyse
apparatuur niet de verplaatsing maar de versnelling gemeten wordt moet
voor de berekende overdrachtsfuncties de matrix C(t) van v~rgelijking
3.11. aangepast worden zodat de versnelling uitgangsssignaal is
(Bij lage 4.1.). Omdat bij de modale analyse allen gemeten kon worden
met nominale snelheden gelijk aan nul, zijn de twee deelmodellen
waaruit het dynamisch Ilodel bestaat niet gekoppeld. In bijlage 4.4.
zijn daarom de overdrachtsfuncties naar de versnelling apart
weergegeven woor de rotatie en de translatie. In bijlage 4.2. zijn de
berekende complexe eigenwaarden gesplitst naar de rotatie en de
translatie weergegeven.
In bijlage 4.3. en bijlage 4.5. zijn respectievelijk de gemeten
complexe eigenwaarden en de gemeten overdrachtsfuncties weergegeven.
Vergelijking van de gemeten overdrachtsfuncties met de berekende
overdrachtsfuncties toont aan dat niet aIle resonantiepieken bij
dezelfde frequenties optreden en dat er meer pieken optreden bij de
gemeten overdrachtsfuncties. Voor de belangrijke laagste
eigenfrequenties komen de overdrachtsfuncties echter goed overeen.
27
De gemeten en de berekende laagste eigenfrequenties liggen in dezelfde orde van grootte:
- rotatie: * gemeten :
* berekend:
- translatie: * gemeten :
* berekend:
f = 11 ~ 13 Hz.
f = 18 ~ 20 Hz.
f = 95 f 99 Hz.
f ~ 110 f134 Hz.
28
5. Vereenvoudiaina van het model.
Om een adaptieve regelwet toe te kunnen passen voor de robot is het
noodzakelijk dat er een eenvoudig dynamisch model beschikbaar is dat
niettemin het dynamisch gedrag van de robot goed beschrijft. Uit de
modale analyse (hoofdstuk 4.) blijkt dat de rotatiemoduh de laagste
eigenfreqentie vertoont ( ~ 11 Hz.). Daarom wordt voor de rotatiemodule
een dynamisch model aangenomen dat twee graden van vrijheid heeft r
(fig. 7). J 1 hangt daarbij af van de radiale positie van de robotarm:
x (t). Omdat de laagste eigenfrequentie van de translatiemodule veel
hoger ligt ( ~ 95 Hz.) wordt voor de translatiemodule een dynamisch
model met een graad van vrijheid aangenomen (fig. 7).
Rotatie. Translatie.
Fig. 7. Vereenvoudigd dynamisch model.
Het totale vereenvoudigde model voor de robot bezit dus 3 graden van
vrijheid:
qT = [ 70 71 X ]
Het behulp van de vergelijkingen van Lagrange zijn de 3
bewegingsvergelijkingen te bepalen (Bijlage 5.1.).
29
Deze niet-lineaire bewegingsvergelijkingen kunnen weer omgeschreven
worden naar lineaire toestandsvergelijkingen door als toestandsvector
aan te nemen:
en de daaruit af te leiden niet-lineaire toestandsvergelijkingen te
lineariseren rond een nominale trajectorie. Daaruit volgen dan 6
lineaire toestandsvergelijkingen van de robot ( Bijlage 5.2.).
Om de modelparameters van het vereenvoudigde model te bepalen wordt er
uitgegaan van het in hoofdstuk 3 gepresenteerde uitgebreide model. Door
aIle stijfheden en materiaaldempingen te transformeren naar de
uitgaande as blijft er een model met 3 vrijheidsgraden over (Fig. 8.)
dat gelijkgesteld wordt aan het vereenvoudigde model (Fig. 1.>.
Daaruit volgen dan de waarden voor de modelparameters van het
vereenvoudigde dynamische model (Bijlage 5.3.). Om het vereenvoudigde
model te kunnen gebruiken voor de regeling van de robot en om de
eigenwaarden te kunnen vergelijken met de gemeten eigenwaarden worden
de differentiaalvergelijkingen voor de gelijkstroommotoren en
versterkers {vgl. 4.1.} toegevoegd aan het model (Bijlage 5.4.).
Om de eigenfrequentie van het eenvoudige model voor de rotatiemodule
overeen te laten komen met de gemeten laagste eigenfrequentie voor
iedere radiale positie van de robotarm, worden verschillende
modelparameters aangepast. Tevens worden verschillende dempingen
aangepast om de reele delen van de eigenwaarden zo goed mogelijk
overeen te laten komen (Bijlage s.4.).
30
Rotatie.
.R. .R .R .R. 1231 451 671 89'70
.R . R. . R 1451 671 8910
T~
»
B. R 0+JI+J2
»
j-.Y-i j-.Y-j I 1:13 I R I 145 I I R I 3+J 4 I R I
L'1..2Al L.!t4_5_1
Translatie.
I ·T X 1
»
mO
I .fi I 1 I I T I L_'7 __ 1
T T T
R s+Ja
x ---+
bo+b 1+b 2 b2
77777~77777177177777111~777
j-.Y-i I 167 I I R I
L!t6Ll
.R lS910
~
R j-.Y-j I 189 I 7+J 8 I R I
L!tS.J_l
Fig. 8. Uitgebreid model getransformeerd naar eenvoudig model .
.. In bijlage 5.5. ZlJn de overdrachtsfuncties naar de versnelling 11 van
het aangepaste model (rotatie) en de gemeten overdrachtsfuncties
weergegeven voor verschillende radiale posities van de robotarm. In
bij1age 5.6. zijn de impulsresponsies weergegeven van het aangepaste
model voor de rotatie voor verschi11ende radiale posities van de
robotarm. A1s uitgang is daarbij de verplaatsing it gebruikt.
31
6. CONCLUSIE.
Hoewel de demping van de robot gering is blijkt uit de impulsresponsies
dat er bijna geen overshoot optreedt. De translatiemodule blijkt
sterker gedempt te zijn dan de rotatiemodule. De rotatiemodule trilt
daardoor heftiger maar bereikt weI eerder de eindstand.
Het in dit rapport gepresenteerde model is vrij uitgebreid. Veel
modelparameters zijn moeilijk te bepalen, zodat veel modelparameters
schattingen zijn. De laagste berekende eigenfrequentie is erg laag
(15';' 20 Hz.), maar uit de modale analyse blijkt dat die laagste
eigenfrequentie in werkelijkheid nog lager is ( 11 .;. 13 Hz.). Daarom
zal het noodzakelijk zijn om een adaptieve regeling te ontwerpen die
rekening houdt met die lage eigenfrequentie. Daartoe is het eerst
afgeleide uitgebreide model vereenvoudigd tot een model dat een
eigenfrequentie vertoond. Daarna zijn de modelparameters zodanig
aangepast dat die eigenwaarde zo goed mogelijk overeenkomt met de
gemeten laagste eigenwaarde. De verwachting is dat met dat model het
dynamisch gedrag van de robot goed beschreven wordt.
32
LITERATUUR.
1. van Bommel, L.V.K., Ontwerp, productie en de dynamische analyse van
een lineaire actuator. TU-Eindhoven, oktober 1984, WPB-0067.
2. Kreffer, G.J., len ontwerp van een rotatiemodule en een studie naar
een adaptieve regeling van de RT-robot. TU-Eindhoven, mei 1988, WPA-0575.
3. van Campen, D.H., de Kraker, A., Bet dynamisch gedrag van
constructies. TU-eindhoven, versie 1984, dictaatnummer 4.552.1.
4. Kok, J.J., Werktuigkundige regeltechniek II. TU-Eindhoven, versie
1985/86, dictaatnummer 4.594.
5. Sax, W.H.K., Studie van het dynamische model van een
rotatie-translatie robot. TU-Eindhoven, juni 1989, WPA-0749.
33
Bijlage 1. Kodelparameters.
De modelparameters zijn rechtstreeks overgenomen uit [Lit. 5].
Bijlage 1.1. Modelparameters voor de radiale richtinq.
J~ massatraagheid van de tacbogenerator:
J~ • 1,60*10- 4 kgm~
J'f massatraagheid van de motor, de beHt van het gedeelte van de
spindel tussen motor en moer en de koppeling:
J'f = 1,35*10- 3- 1,03*10- 4* x(t) kgm~
J~ massatraagheid van het resterende deel van de spindel:
J~ • 2,16*10- 4+ 1,03*10- 4• x(t) kgm~
mo massa van de moer, de steun en de helft van het lagerhuis:
mo • 26,09 kg.
m, massa van het deel van de spindel dat niet bij m2 boort:
m, • 3,13 + 1,63 * x(t) kg.
m2 massa van de belft van het gedeelte van de spindel tussen de
acbterste lagering en de moer, de motor met tacbogenerator, de
motorstoel, de meetlineaal, bet armprofiel met geleidingen, de
kopplaten, de spindeluiteinden, de koppeling, de
bevestigingsplaat (voor de last) en de last:
m2 = 79,94 - 1,63 * x(t) + mL kg.
k~,: torsiestijfbeid van de as tussen de motor en de tacbogenerator:
k~l· 1,10*10 3 ::d o
kT2: torsiestijfbeid van het gedeelte van de spindel tussen de motor
en de moer:
kT2= 1,46*108+ 688 * x(t} 11m rad'
ko axiale stijfbeid van het lagerhuis:
ko • 1,25*108 N - m· k'2! axiale stijfheid van bet gedeelte van de spindel tussen de motor
en de moer:
35
b~ dempingsfactor van de tachogenerator:
b~ = 1.0*10- 3 Nms rad'
b7 dempingsfactor van de motor: b'f = 3,29*10- 3 Nms
rad'
bi . dempingsfactor van de moer: . bi = 1.6*10- 2 Nms
rad'
b2 deapingsfactor van de rolblokken: Ns b2 = 120 -. --m
T bot: materiaaldemping van de as tussen de motor en de tachogenerator (t.g.v. torsie): bT = 8 0*10-7 Nms o t, rad'
T b t2 : materiaaldemping van de spindel (t.g.v. torsie): bT = 8 0*10-7 Nms 12" rad"
bo materiaaldemping van het lagerhuis (t.g.v. axiale rek): bo = 0,05 Ns
m
b12 : materiaaldemping van de spindel (t.g.v axiale rek): Ns b 12= 0,05 -. m
iT overbrengverhouding van de spindel-moer overbrenging: .T = 0,025 = 3 98*10- 3 m 1 2*.- I rad'
qT rendement van de voorgespannen spindel-moer overbrenging: qT = 0,90 •
36
Bijlage 1.2. Modelparameters voor de tangentiale richting.
J~ massatraagheid van de tachogenerator:
J~= 1.6*10- 4 kgm~
J~ massatraagheid van de motor zonder de halve motoras:
J~= 9.94*10- 4 kgm~
J~ massatraagheid van tandwiel 0., de halve motoras, de koppeling
en de pulsgever:
J~= 4,51*10- 5 kgm~
J~ : massatraagheid van tandwiel 1.2. en het bovenste dee 1 van as 1.
met contraschijf 1., torsieveer 1. en bus 1.:
J~= 5,88*10- 4 kgm~
J! massatraagheid van tandwiel 1.1. en het onderste deel van as 1.
met contraschijf 1., torsieveer 1. en bus 1.:
J!= 1,44*10- 4 kgm~
J~ massatraagheid van tandwiel 2.1. en het onderste deel van as 2.
met contraschijf 2., torsieveer 2. en bus 2.:
J~= 7,89*10- 3 kgm~
J~ massatraagheid van tandwiel 2.2. en het bovenste deel van as 2.
met contraschijf 2., torsieveer 2. en bus 2.:
J~= 4,13*10- 4 kgm:
J~ massatraagheid van tandwiel 3.1. en het onderste deel van as 3.
met torsieveer 3. en bus 3.:
J~= 1,56*10- 2 kgm:
J~ massatraagheid van tandwiel 3.2. en het bovenste deel van as 3.
met torsieveer 3. en bus 3.:
J~= 5,39*10- 3 kgm~
J~ massatraagheid van tandwiel 4., draaiplateau, ring voor
meetband, beschermkap en van de lineaire robot arm met last
(afhankelijk van de radiale positie x(t»:
J~= ( 83,06 + mL)*(x(t»2+ ( 1,4S*m
L- 19,09 )*x(t) + 32.37 +
+ 0,5S*mL
kgm:
31
k~l: torsiestijfheid van de as tussen de motor en de tachogenerator:
k~l= 1,10*10 3 ::d-lL
kJ2! torsiestijfheid van as 0 (motoras):
k~2= 2,60*10 5 1m rad'
R kS4 : torsiestijfheid van as 1: R 1m
k34=.-!QQ... rid' R ,
k56' torsiestijfheid van as 2:
k~6= 3,54*103 1m rad'
R k7S: torsiestijfheid van as 3:
k~8= 1,10*10 4 1m rad-
1>~ dempingsfactor van de tachogenerator: R Nms 1>0 = 0,025 rad-
1>~ dempingsfactor van de motor: R Nms 1>1 = 0,025 rad'
1>~ dempingsfactor van de pulsgever: R Nms 1>2 = 0,01 rad'
b~ dempingsfactor van lager 1.1: R Nms 1>3 = 0,01 rad'
1>! dempingsfactor van lager 1.2: R Nms 1>4 = 0,01 rad'
1>~ dempingsfactor van lager 2_1: R Nms 1>5 = 0,01 rad'
1>~ dempingsfactor van lager 2_2: lL Nms 1>6 = 0,01 rad'
1>~ dempingsfactor van lager 3.1: R Nms 1>7 = 0,01 rad-
1>~ dempingsfactor van lager 3,2: R Nms 1>8 = 0,01 rad-
1>~ dempingsfactor van bet draadlager van het draaiplateau: R Nms
1>9 =~ rad-
38
R bOI: materiaaldemping van de as tussen de motor en de tachogenerator
(t.g.v. torsie): bR - 8 0*10-7 Nms
01- , rad'
b~2: materiaaldemping van as 0 (t.g.v. torsie): bi. - 8 0*10-7 Nms
12- , rad' i. b34: materiaaldemping van as 1 (t.g.v. torsie):
bR - 8 0*10-7 Nms 34- , rad'
b~6: materiaaldemping van as 2 (t.g.v. torsie): bi. = 8 0*10-7 Nms 56' rad'
i. b78: materiaaldemping van as 3 (t.g.v. torsie): bR - 8 0*10-7 Nms 78- , rad'
i~3: overbrengverhouding tussen tandwiel O. en tandwiel 1.2: .R 45 2 14 123= 21 =, •
i!5: overbrengverhouding tussen tandwiel 1.1. en tandwiel 2.1: .R 83 3 95 145= 21 =, •
i!7: overbrengverhouding tussen tandwiel 2.2. en tandwiel 3.1: .R 83 3 61 167= 23 =--..'~-
i~9: overbrengverhouding tussen tandwiel 3.2. en tandwiel 4: .R 136 1.89= 23 = 5,91
R ry23: rendement van de overbrenging tussen tandwiel O. en 1.2:
1]~3= 0,96 •
R ry4S: rendement van de overbrenging tussen tandwiel 1.1. en 2.1: R 1145= 0,96 •
R • • 1]67' rendement van de overbrenging tussen tandw1el 2.2. en 3.1: R
'167= 0,96 •
R 1189: rendement van de overbrenging tussen tandwiel 3.2. en 4: R '189= 0,96 •
39
Bijlage 2. Bepaling van de lineaire toestandsverqelijkinaen.
Bijlage 2.1. Niet-lineaire beweginqsverqelijkinqen. \
Om de bewegingsvergelijEing'en van het in hoofdstuk 3 gepresenteerde
dynamische model van de robot te kunnen bepalen (Fig. 6.), wordt het
model verdeeld in 7 kleinere deelaodellen. Ter plaatse van de
overbrengingen wordt het model losgemaakt door daar uitwendige koppels
in te voeren (Fig. b.2.1. en Fig. b.2.2.> •
'Po TR . R .R
'PI 'P2=12S'PS 'Pg 'P4=145'P5 ~I ~ )0) ~ »
R bo I
1 b l2 R bS4
T~ T~ J~ J!
T!
b~ b~
77777;];7777777);777777
b~ b~
7777~7777777Jr777777 Fig. b.2.1. Deelmodellen voor de rotatie.
Voor de uitwendige koppels g'elden de volgende relaties:
R T3=
1 "123* .R * 123 T~
1 T5=
R "145* .1 * 145 T!
R T7=
R "'67*
.1 * 167 T: ( b.2.1.>
R T9=
1 "189* .R * 189 T~
40
· T." SO=SI-1 "2
TTT .----'~ '1 2 .T
1
)
b2
7?777777?777??77?777l777
Fig. b.2.2. Deelmodellen voor de translatie.
De volgende modelparameters hangen a£ van x(t) en dus van de tijd t:
Als vector met onafhankelijke vrijheidsgraden wordt aangenomen:
41
Om de bewegingsvergelijkingen te bepalen worden de vergelijkingen van
Lagrange gebruikt:
Ekin kinetische energie
Epot! potentiele energie
( b.2.2.)
Q* niiet van een potentiaal af te leiden gegeneraliseerde krachten
aE kin aE kin aEpot ql
sci 1 8q I Sq,
aEkin aEkin aE pot q2
8ci 2 aq2 aq2
q = ;, Ekin,ci = Ekio,q = Epot = ,q
aE k in 8E kin 8E pot qn
aci n aqn 8qn
( b.2.3.)
( b.2.4.)
42
BEkinR , d dt) 1,', -,- = J!o,o Jo'o
8'0 8E kin
d :R' dt) R·· = J"I J ,CPI 8;,
8Ekin d
[ I, . I, 2 1,]' dt [I, I, 2 1,] •. --: iJ 2 (123) +Ja'a ~ J 2{i 23 ) +Js CPs 8;3
eEkin d
[ 1,(' I, ) 2 Rr dt) I, I, 2 1,] ,. --: J 4 145 +J 5 '5 [J 4 (i u ) +J 5 '5 8;5
BEkin d
[ I, . I, ) 2 1,]' dt [I, I, 2 1]" --: J 6 ( 1 6 7 +J 7 cP 7 ~ J 6 (i 67 ) +J 7 CP7 8;7
aEkin d
1 t I, . R 2 1]' dt) [J~(i~9)2+J:]1+:~97 = --: J 8 ( 1 89 ) +J 9 '1 87
I,
[J~(i~9) 2+J :];'-*9x7
eEkin T' d dt T, -- = Jo"o ~ Jo 0
a~o
aEkin T' d T dt T, dJ" -- = JIt"1 ~ J, 1+ dt ",
a~1 d 8E kin T
[ T .T 2). .T- dt T T 2], T" d 2~ --= J 2+mO (1) 2-m01 S t ~ [J 2+mo(i} 2-mOi S\+cr 2 8.2
alkin . T ' d dt T" ( J" dm I' -.- = ... moi ~2+[mo+ml]SI ~ -moi 2+ mO+ml Sl+dt SI
as 1
eEkin d
, dt) .. dm2' -- = 1Il2X m2x+- x
ax dt
--=.....-:--=--=--=--=--= a,o
eEkin alkin 81kin = -. = -- = -- = 0
e"l 8'2 aS t
8Ek · 1 T T __ l_n: 1 dJ 9 '2+ !. dJ I .i.2+ !. dJ2.i.2+ !. dmls2+ !. dm2x2
'2 dx '1 2 dx "I 2 dx "2 2 dx 1 2 dx ax
43
( b.2.S.)
( b.2.6.)
a~t
8Epot -::
8Epot -=
8E pot --=
8Epot --=
ax
( b.2.7.)
De afge~eiden naar de tijd en naar de x-coHrdinaat van de
modelpar.meters worden verwaarloosd met uitzondering van de afgeleide
van J~. Om de tolomvector met gegeneraliseerde krachten ~* te bepalen wordt uitgegaan van de virtuele arbeid:
6W :: Q* * 6qT ( b.2.8.) - -
44
ow = [-b~~O+b~1 (~I-~O)]OtpO+ [T~-b~;I-b~1 (;I-;O)+b~2<;2-;I)]Otpl+
+ [~T~-b~~2-b~2(;2-;I)]Otp2+ [T~-b~;3+b~4(;4-;3)]Otp8+
+ [-T!-b!;4-b~4(;4-;3)]Otp4+ [T~-b~;5+b~6(;6-;S)]Otp5+ + [~T~-b~;6-b~6(;6-;5}]0'6+ [T~-b~;7+b~S(;8-;7)]6'7+ + [-+T~-b~;8-b~8{;8-;7}]6'8+ [t:-b:l]6,...
+ [~b~~O+b~ I (~I-~o>]6.o+ [Ti-bi~,-b~ 1 (~I-~O) +bi 2 <#2-#1) ]6.,+
+ [(rl-1}TI-bI#2-bi2(#2-~I>] 6.2+ [-bOso]6so+ [bI2(X-SI)]OSI+
+ [~b2X-bI2(X-Sl)]OX =
ow :: [-b~~O+b~, (~I-;O)]O,O+ [T~-b~;I-b~1 (;I-~O)+b~2(123;3-;I)]6tpl+
Q =
+ [~i23T~-b~(i23)2;3-b~2i23(i23;3-;I)+T~-b~;3+b~4(i45;5-;3)]OtpS+
+ [~i45T!-b!(i45)2~5-b~4i45(i45~5-;3)+T~-b~;5+b~6(167~7-;5)]6'5+
+ [-i67Tl-bl(i67}2;7-b~6i67(i67;7-;5)+T~-b~;7+b~8(i891-;7 )]6tp7+
+ [-i89T~-b~(i89)21-b~8i89(i897-;7}+T:-b:l]6,...
+ [-b~#O+b~ 1 (~I-#O) ]0'0+ [Ti-b i#l-b~ s<#,-~O) +b i 2 (~2-#1) ]0'1 +
+ [(ryT-l)TI-bI#2-bi2(#2-#I}+bOiT(SI-iT#2)]0'2+
+ [~bO(SI-iT#2}+bI2(X-SI>]OSI+ [-b2x-bI2(x-SI>]6x
- [b~+b~ t1~O+b~ 1;1
T~+b~I;O-[b~+b~l+b~2]~I+b~2i~3;8
(~l3-1)i~ST~+b~2i~S;I-[{b~2+b~) (i~S)2+b~+b~4];S+b~4i!5;5 (ry~5-1)i!5T!+b~~i!5;3-[{b~4+b!) (i!5)2+b~+b~6];5+b~6i~7;7 (ry17-1)i~7T~+b~61~7;5-[(b~6+b~) (i~7)2+b}+b}8];7+b}8i~97
('1~ 9-1) 1 ~ 9T~+b} 81 ~ 9;7- [(b~ 8+b~) (i ~ 9) 2+b~]':'
- [b~+ba .].O+ba I ••
Ti+bS'#O-[bi+bS I +bi2].I+bi2#2 T T T' [T T . T "]. . T -
('1 -1)T2+b I2.1- b12+b2+bO(1 )* '2+b01 81
-[bO+bI2]SI+bOiT'2+bI2X
-b 128 - [b 2+b I2]X
45
( b.2.9.)
Vergelij~ingen b.2.3. tot en met b.2.7. en vergelijking b.2.9. ingevuld
in verge~ijking b.2.2. levert de volgende vergelijkingen:
[J~(i~3)~+J~]~3-k~2i~3'1+[k~2(i~3)2+k~4]'3-k~4i!6'6-b~2i~3~1+ +[(b~+b~2)(i~3)2+b~+b~4)~s-b~4i!6~5= (~~8-1}i~3T~
[J!(i!6)2+J~)~6-k~4i~5~3+[k~4{i!6)2+k~6)~5-k~6i~i~7-b~4i!5~3+ +[(b!+b~4) (i!5)2+b~+b~6]~5-b~6i~7~7= (~!5-1)i!5T!
[J~( i ~ 7) 2+J~)~7-k~6i ~ 7IP5+ {k~6 (i ~ 7) 2+k~ 8]~7-k~ si! 9,b~6i ~ 7~5+ +[(b~+b~6) (i~7)2+b~+b~S]~7-b~si~97 = (~~7-1)i~7T~
R [ R R t R]" dJ 9 .• R R R R 2 R ll· Js(i S9 )+J9 1*dx x,k78is9tp7+k7S(is9) ,b 78i 89tp7+
+[(b!+b~s) (i!9)2+b~]7 = (ry~9-1)i:9T:
-moiT~2+[mo+ml]SI-kOiT.2+[kO+kI2JSI-kI2X+[bO+bI2]il-bOiT~2-bI2X = 0
.. 1 dJ!. 2 . [ ] . m2 x-2 dx 1 -kI2SI+kI2X-bI2S1+ b2+b 12 x = 0
46
( b.2.10.)
Om de uitwendige koppels bebalve de motorkoppels te elimineren worden
relatiesvoor die koppels bepaald door lokaal evenwicbt te bekijken:
T! R J! 1EEoo-
-k 34 [¥'4-WSJ
1--b4~4
Ji -kI2 ['2-'1] iEE---
-bt~2
( b.2.11.)
T!=-J!i!5~5-[b!+b~4]i!5;5+b~4;3-k~4i!5~6+k~4~S ( b.2.12.)
( b.2.13.)
Tl=-Jlil9~[bl+b~8]il9i+b~8;7-k~8il91*k78~7 ( b.2.14.)
( b.2.15.)
47
Verqelijkinqen b.2.11. tot en met b.2.1S. inqevuld in verqelijkinq b.2.10. qeeft de ~iet-lineaire beweqingsverqelijkinqen van de robot:
[~~3J~(i~3}2+JfJ's-~~3b~2i~3;1+[~~3(b~+b~2}(i~3)2+bf+bf4];S+ ~b~4i!5;5-~~3k~2i~3'1+[~~3k~2(i~3}2+kf4]'s-k~4i!5'5= 0
('1~ r,J! (i' 5) 2+J~]'5-?J! 5b~ 4i ! 5;3+ [?J! 5 (b!+b~ 4) (i! 5) 2+b~+b~ 6];5 +
-b~6i!7;7-?J!5k~4i!5'3+[?J!5k~4(i!5)2+k~6]'5-k~6i!7'7= 0
[~!7J!(i~7)2+J~]~7-~!7b~6i!7;5+[~!7(b!+b~6) (i!7)2+b~+b~8];7+ -b~8i~91-~!7k~6i!7'5+[~!7k~6(i!7}2+k~8]'7-t~8i~97 = 0
[ T T .. T 2]:.1. . T.. T T J. [T T T . T 2].1 . T' ?J J2+moh) "2-m01 Sl-~ b I2"1+ ?J (b 12+b 2)+bo(1) "2-b01 sl+
-~Tti2.1+[~Tti2+ko(iT)2].2-toiTS1= 0
-moiT'2+[mo+ml]SI-bOiT~2+(bO+b12]SI-bI2X-kOiT.2+[tO+kl2JS 1 -t 12X = 0
a .. 1 dJ t . 2 . [ ] .
m2x-2 dx 7 -b 12SI+ b2+b 12 X-tI2SI+kI2X = 0
48
( b.2.16.)
Bijlage 2.2. Niet-lineaire toestandsverqeliikinqen.
De in de vorige paragraaf bepaalde bewegingsvergelijkingen van de robot
( b.2.16d kunnen omgesehreven worden in toestandsvergelijkingen in
differentiaalvorm:
x(t) = f{x(t) ,u(t} ,t)
met bijb~borende uitgangsvergelijkingen in differentiaalvorm:
x(t) toestandsvector
yet) uitgangsvector
yet) = g(x(t),u(t),t)
f, 9 vectoriele funeties van hun argument en
t tijd
( b.2.17.)
b.2.18.}
Om de toestandsvergelijkingen te bepalen wordt de volgende
toestand$vector aangenomen:
Om de bewegingsvergelijkingen ( b.2.16.) om te kunnen sebrijven naar
toestand$vergelijkingen moeten de gde en de lOde vergelijking eerst
ontkoppeld worden:
[~TJi+mo(iT)2]~2-moiTSt-~Tbi2~1+[ryT(bi2+bi)+bO(iT)2]~2-boiTs t +
_~Tki2'1+[~Tki2+ko(iT)2]'2-koiTsl=O
-moiT~2+[mo+ml]sl-boiT~2+[bo+bI2]SI-bI2X-koiT'2+[ko+kl2]St-k12X=O I*al -------------------------------------------------------------------------------------+
.T a=~
mO+ml
49
Daaruit volgen twee ontkoppelde bewegingsvergelijkingen die meteen als
toestandsvergelijkingen in differentiaalvorm te schrijven zijn:
s t=rlb i2~t- ['1T
(bI+bi 2) p+boi T6]~2+ [b o6-b 12'::]8 l+b 12eX+'1TkT 2~1 +
_['1TkT2P+koiT6]'2+[ko6-kI2e]sl+k12€X
( b.2.19.)
50
Vergelijkingen b.2.19. samen met de rest van het stelsel
bewegingsvergelijkingen ( b.2.16.) lever en de 22 (niet-lineaire) toestandsvergelijkingen van de robot op:
. . 'Po= 'Po;
. . x = x
:J. l[[T TJ' T· T T] ¥O= -r - bo+b ol 'O+bOI'I-kOI'O+kOI'1 J o
:.J. 1 [T' [T T T]' T· T [T T] T ] ¥1= T bo1'o- b l +b ol +b t2 'l+b I2'2+k Ot'O- k 01 +k 12 't+k I2'2 J I
.2= IT' ['7TbT 2~1- ['7T (b~+b T 2) +boi T P]~2+ [bo,B-b t 20']8 t+b 1 2aX+fl kT 2'1 +
J 2
- ['7TkT 2+koi T P]'2+ [ko}3-k 120']S 1 +k 1 2O'X ]
51= '7TbI2~1-['7T(b~+bT2)~boiTOJ.2+[boO-bI2e]sl+bI2eX+'7TkT2~1+
_['7TkT2p+koiTo]'2+[koo-kI2e]sl+kI2ex
51
( b. 2.20. )
Bijlage 2.3. Gelineariseerde toestandsveraeliikingen.
Om de toestandsvergelijkingen b.2.20.) te lineariseren wordt
verondersteld dat het systeem slechts Kleine afwijkingen (perturbaties)
rond een nominale trajectorie en bijbehorende nominale ingang vertoont.
Dit betekent dat de begintoestand x(to> en het ingangssignaal u(t) ~ -
slechts weinig afwijken van de nominale begintoestand ~o (to) en het
nominale ingangsignaal ~o(t):
u(t) = ~o(t) + u(t), to~ t ~ te ( b.2.21.)
~(to)= ~o(to) + x(to> ( b.2.22.>
u(t) : perturbatie in de ingang.
~(to): perturbatie in de begintoestand.
De als gevplg van de perturbaties in de begintoestand en in het
ingangssign~al optredende toestand x(t} zal ook een kleine afwijking
vertonen te~ opzichte van de nominale trajectorie:
x(t) = xo(t) + x(t), toS t S te ( b.2.23.)
x(t) pert~rbatie in de toestand.
Daaruit res~lteert de gelineariseerde toestandsvergelijking bestaande ,
uit een stelsel van 22 lineaire differentiaalvergelijkingen :
x(t) = A(t) * x(t) + B(t) * u(t)
A(t) Jfx(~O(t} ,~o(t) ,t).
B(t) Jfu(xo(t) ,uo(t) ,t). ,. -
52
( b.2.24.>
at 1 at 1 af 1 af 1 at I afl
aXI 8x2 aXn au I 8u2 aUn af 2 af 2 af 2 8f 2 8f 2 8f 2
ax, 8x2 aXn aU I 8u2 SUn af at
J fx = - = J fu = a: = ax
Sf n af n af n Sf n af n af n
ax, 8X 2 aXn aU I aU2 SUn
Omdat uitgangsvergelijking b.2.18. lineair is, is die meteen in
matrixnotatie te schrijven:
y{t) = C(t) * itt) + D(t) * ii (t) ( b.2.25.)
Y = ( : ] 000 0 100 0 0 0 0 000 000 0 0 0
:] D=[: :] c • [ : o 0 000 0 0 0 0 1 000 0 0 0 0 000
53
af I af I af I lPo = 0 - = 1 = 0 alPo···ax a;, 0 a;'0· •• 8x IPI
af 2 af 2 8f 2 IPs = 0 -= 1 = 0
6IPo··. a;'o a;'t a;'3··· 8x 1P0
af s Bfs afs 1P7 = 0 -= 1 = 0
a'Po··. a;', 8;'3 8;'0···8x 7
af 4 8f 4 af 4 "0 = 0 -= 1 = 0 aIPO .•• a;'3 8;'0 a;'7··· 8x ",
Bfll af 0 af s "2 = 0 -= 1 = 0 alPo ..• 8;'s a;'i a7 ... ax s,
af 6 af 6 8f 6 X = 0 -= 1 = 0 X =
8IPo ••• 8;'7 a7 a~o •• ·ax · 'PO
· af i af 7 af 7 'PI = 0 -= 1 = 0 a'Po' .. 87 8~0 8~1'" ax · IPs
· afs af s afs 'Ps = 0 -= 1 = 0
8'Po· .. a~o 8~1 a~2· •. aX lPi
af 9 · af 9 af 9 7 = 0 -= 1 = 0
alPo ... a~1 a~2 as l' •• ax "0 af 10 af 10 af10 ~I
= 0 -= 1 -=0 a'P0 ••• a"2 as I ax ~2
af I I af 1 I S I = 0 -= 1 a'Po' •. as I ax · X
54
8f l2 a
kOI af 12 a
ko I 8£12 -= - -=- = 0 8~o J~ a~1 J~ a~3···ax
8£12 a R
bo+bo I af 12 R
bO I 8£12 -= - -= = 0 a;o J~ acPl J~ &P3··· aX
af lS R
af 13 I. R
at 13 kR. .1 af l3 ItOI ko l+k 12 12123 -= -= - -= = 0 a~o J~ 8~1 J~ a~3 J~ a~5···aX
af 13 R af 13 R. R R af 13 b1 .1 af 13 bOI b t+bo t+b I2 12123
-= -= - -= = 0 a;o J~ 8;t J~ a;3 J~ a;5··· aX
af l4 at 14 I. kl. . I. 1123 12123 8f 14
I. I. .1. 2 I. 1123k I2(123) +It S4
-= 0 -= -= -a~o a~1
Il' a~3
I.' J s J3
8f l4 kR .R.
34145 af 14 af 14 I. b . 1123 12123 -= = 0 -= a~5
I.' a~7···a;0 a;1
I.' Js J3
af l4 I. I. I. .R 2 I. R 1123(b 2+b I2 ) (123) +b 3+b 34 af 14 bR .R
34145 8t l4 -= - -= = 0 8;a
R' 8;5
I.' 8;7··· aX J 3 Ja
af l5 af I 5 I. kl. . I. 1145 34 1 45 af 15
R I. .R)2 R 1145k 34(145 +k56
= 0 -= - = -8~o···a~1 a~3
R' a~5
R' J5 J5
af I 5 kR .R 561 67 at l5 af 15
R bR .R 1145 34 145
-= = 0 -= 8~7
i' 8-y ••• a;\ 8;3
R' J5 J5
Sf lS I. (I. I. .R 2 I. a 1145 b4+b 34 ) (145) +b 5+b 56 8t 15 bR .1.
56167 af l5 - = - -= = 0 a~s
I.' 8;7
I.' 8;-... ax J 5 Js
af l 6 af 16 I. Ita . I. 1167 56167 af 16
I. I. .1. 2 I. 1167k 56(161) +k18
= 0 -= -= -a~o···a~s a~5
a' 8'7
a' J 7 J7
af l6 Ita . I.
78189 af 16 af 16 a bl. .1. 1167 56167
-= = 0 -= a-y i' a'o ... a;s a;5
I.' J 7 J7
8f l6 I. (R R .1. 2 I. I. 1167 b6+b56) (167) +b 7+b 78 8f l6
bl. .1. 78189 8f 16
-= - -= = 0 8;7
a' 8;- a' a.o ... ax J7 J7
55
---=0
---=0 a,o· .. Bs I
I. bl. . I. '189 781 89
-= I.'
J9
---=0 a~o· .. Bs I
af 18 = 0
a¥,o' .. '1
8f l8 T T
bo+bo j -= -a~o J~
---= 0 a¥,o' .. '1
T T T b j +bo l +b I2
-= -J'f
---= 0 a¥'o· .. '0
8f 2 0 kot1-kl2Q
- = --..,....--R' J 9
T kOI
-=-a~1 J~
T 8f l9 ko t
a,o = J'f af 19
- == 0 ax
T af 19 b 12 -=-a~2 J'f af 20 TJTk'f2 - = -T-'-a'l J2
-""'--... T' ax J 2
- = - ------:----Tt J2
-= T T '7 k 1 211-
56
-= -
---=0 afO···a~5
---=0 a~2···aX
-= -
---=0 a~o .. * 81
8fl9 ---=0
-= -
---=0 a~o* .. a~o
af 20 bot1-b 12Q
---=0 8'2* .. B1
-= --,-a~l J; af 20 b 12lr
-.- =-V ax J2
at 21 at 2 I at 2 I a£21 T T - :: koo-k 12 e - ~ k l2e :: 0 -= 1] b 1 2J.i as I 8x a~o ••• a~o a~1
at 21 _[ryT(bi+bi2)~boiTo]
af 21 8f 21 -= -.- = boo-b 12e -.- :: b 12e 8~2 as 1 ax
8f 22 atu kl2 af 22 k12 af 22 = 0 -=- -~- = 0
8¥'0···alr2 8s I m2 ax m2 a~0 ••• a~7
af 22 [dJ~l .
8tu 8£22 b 12 8£22 b2+b 12 70 -=
dx x: = 0 -=- -= -
81 m2 a~o ... a~2 as 1 m2 ax m2
af I ..• at 12 8f 18 1 af I4 ••• 8f 22 = 0 = - = 0
[ :n 8T} aT} J} aT} U =
af I ••• 8f 18 af 19 1 at 20' •• af 22 -= 0 :: = 0
8T'f 8T'f Ji 8Ti
Ingevuld in vergelijking b. 2.24. leveren deze afgeleiden de matrices
A(t) en B(t) op:
57
A =
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1
K~ K~ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 B} B~ 0 0 0 0 0 0 0 0 0
K~ K! K~ 0 0 0 0 0 0 0 0 B~ B! B~ 0 0 0 0 O. 0 0 0
0 K~ K~ K~ 0 0 0 0 0 0 0 0 B~ B~ B~ 0 0 0 0 0 0 0
0 0 R R
K9 K I 0 R
KII 0 0 0 0 0 0 0 0 R R
B9 B I 0 R
BII 0 0 0 0 0 0
0 0 0 R
KI2 R R
K 13 K 14 0 0 0 0 0 0 0 0 R
B 12 R
B 13 R
B 14 0 0 0 0 0
0 0 0 0 R R
K 15 K 16 0 0 0 0 0 0 0 0 0 R B 15
R B 16 0 0 0 0 CI
0 0 0 0 0 0 KI K~ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 BI B~ 0 0 0
0 0 0 0 0 0 K; KI KI 0 0 0 0 0 0 0 0 B; BI Br 0 0
0 0 0 0 0 0 0 K~ K~ K~ K~ 0 0 0 0 0 0 0 B! B~ B~ B~ 0 0 0 0 0 0 0 T T
KIO KII T T
KI2 KI3 0 0 0 0 0 0 0 T BIO
T BII
T T B 12 B 13
0 0 0 0 0 0 0 0 0 T T
KI4 K I5 0 0 0 0 0 C2 0 0 0 T T
BI4 BI5
aT= [ :
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 l/J~ 0 0 0 0 0 0 0 0
: 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 l/Jlo 0
T ['0 '1 '8 '5 '7 7 ;0 ;1 ;2 SI
. . . . . -7 ~O ~I ~2
. xl x = x '0 ,. '3 '5 '7 S I -
T [ T~ TI ] u = -
58
R R
K~ ko I
K~ ko J
= = J~ J~
II R R. kR .R
K~ kOI R. ko l+k l 2
K~ 12123
;: K4 ;: - ;:
J~ J~ J~ R kR .R R R .R 2 R kR. .R
K~ '123 12123
K~ '123 t 12 (123) +k34
K: 34 145
;: = = R' R' R' J a J 3 Ja
R kR .R R R .R. 2 R. kR. .R.
K~ '145 34 145 R '145k34(145) +k56
K~I= 56167
= KIO= -R' R' R' J5 J5 J&
R kR . R. R. R .R. 2 R. kR. .R. R '167 56167 R. '167k56(167) +k78 R. 78189
K12= I' Kla= - R' K14= Rt J 1 J 7 Jl
R kB. .R. B. R. .R. 2 R '1~g 7S189 R. '189k 78(lS9)
KI5= R' K 16= - at J9 J g
T T l'
k!)l
K~ kOI
KI = - = J& J&
T T T T
K1 kot T 101+k 12
Ki kl2
= 14 ;: - ;:
Jr Jr Jr
T T TkT k .T{3 ko.8-k 12Q kl2Q K!
TJ k12 K~
TJ 12+ 01 K~ Ki = -T-'- = - = = TO T' T'
J 2 J 2 Ja J 2
T K, 0=
T T 1] k I 21-'
T KII = - [,?k'f 2¢koi T6J T
K12= k()6-kI2e T
K13= k12.:!
T k'2 T KI2 K14= K15=
m2 m2
59
a a bo+bo 1
J~
B~ =
a B 1 2= --a-:'''---
J1
R. bR. . R. '189 78189
a' J 9
b~+b~l BI = - --
J~ T
B~ bo I
= J~
T T
B~ '1 b 12
= -T-'-J 2
T T T B I 0= fJ b I 2/J
a Blo= -
a B,s= -
BI = -
BT =
a a R. b,+bo l+b 12
J~
'1~3(b~+b~2){i~a)2+b~+b~4 a'
Ja
'1!6(b!+b~4)(i!6)2+b~+b~6 I'
"6 fJ~7(b~+b~6) (i~1)2+b~+b~8
T T T b l +bo l +b I2
a' "7
T b 12
B1 = -JT "T
T T T .T bo~bl2a TJ (b2+b I2)+bo1 !3
B~ = T' T' J2 "2
T B16= - ---
60
Bijlage 3. Resultaten van de dynamische analyse.
Bijlage 3.1. Eigenfrequenties.
Met behulp van PC-matlab zijn voor verschillende nominale trajectorien
en verschillende lastmassa' s de eigenfrequenties bepaald van de in
bijlage 2. bepaalde systeemmatrix A(t). Omdat wrijving gemodelleerd is
als viskeuze demping zal de systeemmatrix A(t) (22 * 22) 22 complexe
eigenwaarden hebben die in complex geconjugeerde paren voorkomen. De
imaginaire delen van zo'n paar zijn aan elkaar gelijk en de ling door
2*1r levert de eigenfrequentie OPe Omdat de robot twee bewegingen als
star lichaam kan maten (rotatie en translatie), zijn er twee
geconjugeerde paren die een eigenfrequentie van 0 Hz. hebben en verder
niet interessant zijn voor de dynamische analyse. Sommige
eigenfrequenties blijken afhankelijk te zijn van de nominale radiale
positie Xo (t) en van de lastmassa. De nominale rotatie- en
translatiesnelheid blijken vrijwel geen invloed te hebben op de grootte
van de eigenfrequenties. In tabel b.l. staan de eigenfrequenties voor
verschillende lastmassa's en verschillende waarden van de nominale
radiale positie xo(t).
mL
[kg. ] 0 50
Xo [me ] -0,27 0 0,365 -0,27 0 0,365
f 1 [Hz .] 18 20 19 17 17 15
£2 110 122 134 98 109 120
fs 182 182 182 182 182 182
f4 284 284 284 284 284 284
£5 366 371 377 366 371 376
f6 435 439 443 435 439 443
£7 445 445 445 445 445 445
fa 488 506 528 487 504 524
£9 6590 6590 6590 6590 6590 6590
Tabel b.l. Eigenfrequenties.
61
8ij1age 3.2. Eigenvector horend bii de
laaaste eigenfreguentie.
Omdat de eigenvectoren niet veel varieren met de radiale positie van de
robot arm x(t) is de eigenvector beschouwd die hoort bij x(t)=O m. De
laagste eigenfrequentie is dan 20 Hz. De eigenvector blijkt aIleen te
bestaan uit bewegingen van de vrijheidsgraden van de rotatiemodule:
IPo 1,0000
IPI 0,9980
q'= IPs u = 0,4657
IPs 0,1060
IP7 0,0150
7 -0,0068
q': vrijheidsgraden van de rotatiemodule.
u eigenvector.
Door alle vrijheidsgraden te transformeren naar de motoras kunnen ze
beter onderiing vergeleken worden:
'Po 1,0000
IP1 0,9980 .R 0,9979 q"= 123IP3 u'= .R .R 1231 45IPI) 0,8978 .R .R .R 1281 461 67IP7 0,4770 .R .R .R .R 1231 45 1 611 897 -1,2290
q": getransformeerde vrijheidsgraden.
u': getransformeerde eigenvector.
De grootste relatieve verplaatsing blijkt op te treden tussen IP7 en 7.
62
Door de stijfheid tUssen '1 en 7 ( k~8) met een factor 10 te vergroten
wordt de laagste eigenfrequentie 35 Hz. en wordt de getransformeerde eigenvector:
1,0000
0,9930
u'= 0,9928
0,6687
0,6600
-1,1882
Door er voor te zorgen dat aIle naar de motoras getransformeerde
stijfheden in de orde van grootte van de stijfheid van de motoras
liggen wordt de laagste eigenfrequentie 429 Hz. De bijbehorende
eigenvector wordt dan:
k~2= 2,60*10 5
k~4= (i~3)2k~2= 1,19*10 6
k~6= (i~3i!5)2k~2= 1,86*10 7
k~8= (i~3i!5i~7)2k~2= 2,43*10 8
u'=
1,0000
-0,0583
-0,0611
-0,0636
-0,0657
-0,0676
Omdat de stijfheid van de as tussen de motor en de tachogenerator niet
verandert is, vertoont de tacho dan een grote relatieve verplaatsing.
Maar de ander vrijheidsgraden staan dan bijna stil ten opzichte van
elkaar.
63
Bijlage 3.3. Overdrachtsfuncties.
V~~r verschillende nominale trajectorien zijn de overdrachtsfuncties
bepaald, gebruik makend van PC-matlab. De overdrachtsfuncties zijn
gedefinieerd als de verhouding tussen de optredende verplaatsing (1(t)
en/of x(t» en het motorkoppel (T~ of Ti). Als de robot een nominale
snelheid heeft in radiale en/of tangentiale richting zal er een
overdracht zijn naar zowel de radiale all de tangentiale coordinaat
(1(t) en x(t}}, omdat de deelmodellen voor de rotatie en de translatie
dan gekoppeld zij n. In de figuren b. 3.1. tot en met b. 3 .12. zijn de overdrachtsfuncties weergegeven voor verschillende nominale
trajectorien en verschillende lastmassa' s. De modulus van de overdrachtsfunctie is daarbij dubbellogarithmisch uitgezet tegen de
frequentie.
I H I modulus van de overdrachtsfunctie f frequentie [ Hz. J
Als een grafiek uit twee lijnen bestaat, dan geldt voor de twee
lijnsoorten:
overdracht naar 1
------ overdracht naar x
In tabe! b.2. is aangegeven welke nominale trajectorien en welke
lastmassa's voor de verschillende figuren gebruikt zijn.
. m . o rad . m . ,.. rad xo= o S. 10= s . xo= 1 s· 10= '2 s·
xo [m.J -0,27 0 0,365 -0,27 0 0,365 mL
[kg .J
Fig. b.3.1. b.3.2. b.3.3. b.3.4. b.3.5. b.3.6. 0
Fig. b.3.7. b.3.S. b.3.9. b.3.10. b.3.ll. b.3.12. 50
Tabel b.2. Nominale trajectorien.
64
fH I
1
10-1
10-15
I 10-22~~~~~~~~~~~--~~~~--~~~~
100 101 102 103
~ f [ Hz.]
Fig. b.3.1.a. Overdrachtsfunctie met T~ als ingangssignaal.
100
10-8
104
10-16~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
100 101 102 103
~ f [ Hz.]
Fig. b.3.1.b. Overdrachtsfunctie met Ti als ingangssignaal.
104
10-1
10-8
10-15
10-22~~~~~--~~~~--~~~~--~~~~
100 101 102 103
~ f [ Hz.]
Fig. b.3.2.a. Overdrachtsfunctie met T~ als ingangssignaal.
100
10-8
104
10-16~~~~~--~~~~--~~~~~~~~
100 101 102 103
~ f [ Hz.]
Fig. b.3.2.b. Overdrachtsfunctie met Ti als ingangssignaal.
10-1
10-8
10-15
10-22~~~~~1~1~11~11~~~~~\~1~1!~1'~~~~~I~I~II~II~~~~~I~I~II~II
100 101 102 103
----?> f [ Hz.]
Fig. b.3.3.a. Overdrachtsfunctie met T~ als ingangssignaal.
100
10-8
104
10-16~i --~~~~ __ ~~~~ __ ~~~~ __ ~~~~
100 101 102 103
----?> f [ Hz.]
Fig. b.3.3.b. Overdrachtsfunctie met TI als ingangssignaal.
104
10-1
IHI
110-7
10-13
10-19
10-25~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
100 101 102 103
~ f [ Hz.]
Fig. h.3.4.a. Overdrachtsfuncties met T~ als ingangssignaal.
100
10-7
10-14
, , , ........ ,
........ , .... ,,/\ \ I \ . \ , , , , , , , , , , , ,
" , , , , .... , .... " .... .... , ,
104
, . , , . . ,
10-21~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
100 101 102 103
~ f [ Hz.]
Fig. h.3.4.h. Overdrachtsfuncties met T1 als ingangssignaal.
104
10-1
IHI
t 10-7
10-13
10-19
101 102 103 104
---;.. f [ Hz.]
Fig. b.3.S.a. Overdrachtsfuncties met T~ als ingangssignaal.
100
IHI
1 10-7
10-14
10-21~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
100 101 102 103 104
---;.. f [ Hz.]
Fig. b.3.S.b. Overdrachtsfuncties met TI als ingangssignaal.
10-1
10-13
10-19
,
10-25~~~~~~~~~~~~--~~~~~~~
100 101 102 103
~ f [ Hz.]
Fig. h.3.6.a. Overdrachtsfuncties met T~ ais ingangssignaal.
100
--------------------------.... -........ _-
..... _- ........ _------/",\, \
10-7
10-14
'" ' .. .... " i'/'''''\
\ I' \ '/ \ \ " " '"
""" , .. " " " "" ...
" .. '" ,
"
104
... ",
" ... "
10-21~~~~~--~~~~--~~~~--~~~~
100 101 102 103 104
~ f [ Hz.]
Fig. h.3.6.h. Overdrachtsfuncties met Ti ais ingangssignaal.
10-1
10-8
10-15
10-22~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
100 101 102 103 104
---+- f [ Hz.]
Fig. h.3.7.a. Overdrachtsfunctie met T~ als ingangssignaal.
10-1
10-9
10-17~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
100 101 102 103 ---+- f [ Hz.]
Fig. h.3.7.h. Overdrachtsfunctie met T1 als ingangssignaal.
10-1
10-8
10-15
10-22~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
100 101 102 103 104
~ f [ Hz.]
Fig. b.3.S.a. Overdrachtsfunctie met T~ als ingangssignaal.
10-1
IHI
1
10-9
10-17~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
100 101 102 103 104
~ f [ Hz.]
Fig. b.3.8.b. Overdracbtsfunctie met Ti als ingangssignaal.
10-1
10-8
10-15
10-22~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
100 101 102 103 104
~ f [ Hz.]
Fig. h.3.9.a. Overdrachtsfunctie met T~ als ingangssignaal.
100
10-8
10-16~~~~~--~~~~--~~~~--~~~~
100 101 102 103 104
~ f [ Hz.]
Fig. h.3.9.h. Overdrachtsfunctie met Ti als ingangssignaal.
10-1
IHI
1 10-7
10-13
10-19
10-25'~ --~~~~--~~~~--~~~~~~~~~
100 101 102 103
~ f [ Hz.]
Fig. b.3.10.a. Overdrachtsfuncties met T~ als ingangssignaal.
10-1
10-8
10-15
10-22~~~~~~~~~~--~~~~--~~~~
100 101 102 103 104
~ f [ Hz.]
Fig. b.3.10.b. Overdrachtsfuncties met Ti als ingangssignaal.
10-1
IHI
t 10-7
10-13
10-19
10-25~~~~~~~~~~~~~~~~--~~~~
100 101 102 103
---;;a. f [ Hz.]
Fig. b.3.11.a. Overdrachtsfuncties met T~ als ingangssignaal.
100
10-7
10-14
104
10-21~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
100 101 102 103 104
--?> f [ Hz.]
Fig. b.3.11.b. Overdrachtsfuncties met TI als ingangssignaal.
100
10-8
10-16
101 102 103 104
----;.. f [ Hz.]
Fig. b.3.12.a. Overdrachtsfuncties met T~ als ingangssignaal.
100
10-7
10-14
10-21~~~~~~~~~~--~~~~--~~~~
100 101 102 103
----;.. f [ Hz. J Fig. b.3.12.b. Overdrachtsfuncties met Ti als ingangssignaal.
Bijlage 3.4. Impulsresponsies.
Met behulp van PC-matlab zlJn voor verschillende nominale trajectorien
de impulsresponsies bepaald. De impulsresponsie is de verplaatsing van de robot als er een eenheidsiapu1s op een van de ingangen (T~ of Tt> gezet wordt. A1s de robot een nominale snelheid heeft in radiale en/of tangentia1e richting za1 er een responsie zijn naar zowel de radiale
als de tangentia1e coordinaat (7{t) en %(t», oadat de deelmodellen
voor de rotatie en de translatie dan gekoppeld zijn. In de figuren
b. 3 .13. tot en met b. 3.24. zijn de illpulsresponsies weergegeven voor
verschillende noainale trajectorien en verschillende last_assa's.
t tijd [sec. ]
Als een grafiek uit twee lijnen bestaat, dan geldt voor de twee
lijnsoorten:
iapulsresponsie van 7
iapulsresponsie van %
In tabel b.3. is aangegeven welke nominale trajectorien en welke
lastmassa's voor de verschillende figuren gebruikt zijn.
. o ! . 70= 0 rad . • 7 ~ rad %0= - . %0= 1 s· 0= 2' s· s s
Xo [a. J -0,27 0 0,365 -0,27 0 0,365 mL
[kg .J
rig. b.l.13. b.3.U. b.3.15. b.3.16. b.3.17. b.3.18. 0
rig. b.3.19. b.3.20. b.3.2l. b.3.22. b.3.23. b.3.24. 50
Tabel b.2. Noainale trajectorien.
77
0.1~----~------~----~------~------
1
r 0.08
x
0.06
0.04
0.02
O~------~------J-------~------~------~
o 0.2 0.4 0.6 0.8 -;.. t [sec.]
Fig. h.3.13.a. Impulsresponsie met T~ als ingangssignaal.
1
O.2~------~--------~--------~------~
I 0.15
0.1
0.05
o~--------~--------~----------~--------~ o 0.5 1 1.5
-;.. t [sec.]
Fig. h.3.13.h. Impulsresponsie met T1 als ingangssignaal.
2
0.1 r-----..,-----r-------.---------,-------,
'7
1 0.08
x
0.06
0.04
0.02
o~------~------~--------~------~------~
o 0.2 0.4 0.6 0.8 ----?> t [sec.]
Fig. b.3.14.a. Impulsresponsie met T~ als ingangssignaal.
1
0.2~------~-----~------~-----~
1 0.15
0.1
0.05
O~--------~----------L---------~----------
o 0.5 1 1.5 ----;.. t [sec.]
Fig. b.3.14.b. Impulsresponsie met Ti als ingangssignaal.
2
O.1~----~------~------~----~------~
'1
1 0.08
x
0.06
0.04
0.02
o~------~--------~------~--------~------~
o 0.2 0.4 0.6 0.8 ~ t [sec.]
Fig. b.3.1S.a. Impulsresponsie met T~ als ingangssignaal.
1
0.2;--1 -----,..------..,..------r----------,
1 0.15
0.1
0.05
o~--------~----------~--------~--------~ o 0.5 1 1.5
---+ t [sec.] Fig. b.3.1S.b. Impulsresponsie met Ti als ingangssignaal.
2
0.1~----~------~------~----~------~
To.08 0.06
0.04
0.02
o -----------,-------------------------------------------------------------------------
- 0.02 L--__ --I... ____ ---'----___ ..l...--__ ---'-___ ----'
X,7
o 0.2 0.4 0.6 0.8 ----+ t [sec.]
Fig. b.3.16.a. Impulsresponsies met T~ als ingangssignaal.
1
0.2~--------~,----------~,----------~,--------~
" ,--~,--_/-----'----------------------------------------------------
f 0.15 I
;~
I , , r
r #-,
-
0.1
I I
I t
I I I
I I I I I I I I J f I
0.05 ! r t I I I r I r r
I
I I
I
o ---o I I J
0.5 1 1.5 ----+ t [sec. ]
Fig. b.3.16.b. Impulsresponsies met Ti als ingangssignaal.
-
-
2
1,X
1
1
0.1
0.08
0.06
I 0.04
0.02
o -----------------------------------------------------------------------------------
-0.02 '---__ ---1.... ___ ......1.-___ .1....--______ _
o 0.2 0.4 0.6 0.8 1 ~ t [sec.]
Fig. b.3.17.a. Impulsresponsies met T~ als ingangssignaal.
O.2~--------~,----------~,----------r-,--------,
,~~"~J_J~_-"-~-~--J-'-~---~-----------'--------------------------,~' ;-
0.15
I I
/ I
I I
0.1 r- f I I I f I I i J I I
0.05 r- ; J I I I I I I I I
I
r I I
I~I
/' /
/
,..1
OL-~=====±========±=======~========~
o 0.5 1 1.5 ~ t [sec.]
Fig. b.3.17.h. Impulsresponsies met TI als ingangssignaal.
2
O.1~----~------~------~------~----~
-y,x
1 0.08
x,-y
1
0.06
0.04
0.02
o o
--------,------'------------------------------------------------------------------
0.2 0.4 0.6 0.8 ~ t [sec.]
Fig. b.3.18.a. Impulsresponsies met T~ als ingangssignaal.
1
0.2,------,------r--------,--------,
0.15
(
0.1 I f
I I I I
I I I I
0.05 I ,
I , I I I I I I
o
r /
/ I
{
{
/
,{J
,J _.1'..1-
_~~.--,~-~A-----~.---y-----~'~--~-----------------------------... """..."
-0.05 '--------'-------'---------"-------' o 0.5 1 1.5 2
~ t [sec.]
Fig. b.3.18.b. Impulsresponsies met Ti als ingangssignaal.
O.l~----~------~------~----~------~
1
t 0.08
0.06
0.04
0.02
o~------~------~--------~------~------~
o 0.2 0.4 0.6 0.8 1 ~ t [sec.]
Fig. b.3.19.a. Impulsresponsie met T~ als ingangssignaal.
0.2~------~--------~--------~------~
x
1 0.15
0.1
0.05
o~--------~--------~--------~--------~ o 0.5 1 1.5 2
~ t [sec.]
Fig. b.l.19.b. Impulsresponsie met Ti als ingangssignaal.
0.1.-------~,--------~,------~,--------,,-------,
'1
1 0.08
0.06
0.04 f-
0.02
0 1; I I I I
0 0.2 0.4 0.6 0.8 1 ~t [sec. ]
Fig. b.3.20.a. Impulsresponsie met T~ als ingangssignaal.
0.2~------~--------~--------~------~
x
1 0.15
0.1
0.05
o~--------~----------~--------~--------~ o 0.5 1 1.5 2
~ t [sec.]
Fig. b.3.20.b. Impulsresponsie met Tt als ingangssignaal.
O.1~----~------~----~------~----~
7
1 0.08
0.06
0.04
0.02
O~------~-------L------~--------~----~
o 0.2 0.4 0.6 0.8 1 ---+ t [sec.]
Fig. b.3.21.a. Impulsresponsie met T~ als ingangssignaal.
0.2~------~--------~------~--------~
x
1 0.15
0.1
0.05
O~--------~--------~----------~------~
o 0.5 1 1.5 2 ---+ t [sec.]
Fig. b.3.21.b. Impulsresponsie met TT als ingangssignaal.
0.1r-------~1--------~1--------~,-------r------~
7,X 1 0.08
0.06
0.04
0.02
o ~--------------------------------____________________________________________________ _
-O.02~------~------~'------~'------~------~
o 0.2 0.4 0.6 0.8 1 ~ t [sec.]
Fig. b.3.22.a. Impulsresponsies met T~ als ingangssignaal.
0.2~1 --------~--------~~--------~--------,
i 0.15
0.1 I I I I
I I I I I
0.05 I I I I ,
I , I (
I I (
I I
{ I
I I
I I I I
I I
I
/ /
I
/","';
,-
,,'
_--------------r--------------------------------------------"",,,,,,,-
OL--=====~==~~~~~====~========
o 0.5 1 1.5 2 ~ t [sec.]
Fig. b.3.22.b. lmpulsresponsies met T1 als ingangssignaal.
1,X
t
0.1
0.08
0.06 1
0.04
0.02
. I
I; ~~---------------------------------------O~~c---------_----~r--_---------------~--------------~--~----
o 0.2 0.4 0.6 0.8 ~ t [sec.]
Fig. h.3.23.a. Impulsresponsies met T~ als ingangssignaal.
1
O.2~--------~,----------~,----------~,--------~
----~------------------------------------------------...".--""",----..,
t 0.15 /
/
,,/ /'
"'"' "".,., ....
0.1
0.05
{ I
f I I I
I / I I I I I I I I
,/ /
I I
I I ,
/ /
O~ __________________________________ ~
-0.05~----~'----~'----~'------------~
o 0.5 1 1.5 2 ~ t [sec.]
Fig. h.3.23.h. Impulsresponsies met Tr als ingangssignaal.
x"
1
O.OB~------~,--------~,------~,--------,-,------,
0.06
0.04 -
0.02
-; ;;
~-----------------------------------------------------------------;-
_/
If _/
-_/-O~=;--------~I--------~I--------~I--------~I----------
o 0.2 0.4 0.6 0.8 ~ t [sec.]
Fig. h.3.24.a. Impulsresponsies met T~ als ingangssignaal.
1
0.2~--------~,----------~,--------~--------~
~-'-~-~-----~---------------------------------------------------
0.15
0.1
0.05
I I
I I
I I I
I I I I I I I I
I I I I ! I
I I
(
I
I ./
,," ;' ,-
",-",,-
,.- -
-
o~ ------------------------------------~
-O.05~--------~'----------~'----------~'--------~
o 0.5 1 1.5 ~ t [sec.]
Fig. h.3.24.h. Impulsresponsies met T1 als ingangssignaal.
2
Bijlage 4. Resultaten van de modale analyse.
Bijlage 4.1. Toestandsvergelijkingen van het complete model.
Om de toestandsvergelijkingen van het complete model te verkrijgen
worden de in bijlage 2.3. afgeleide lineaire toestandsvergelijkingen uitgebreid met vergelijkingen die het dynamisch gedrag van de
gelijkstroommotoren en de bijbehorende versterkers beschrijven.
Deze vergelijkingen worden rechtstreeks overgenomen uit [Lit. 2], onder
verwaarlozing van het spanningsverlies in de motorborstels en de offset spanning van de versterkers:
K~ Ky*Ke T m (t) = - - * ~m (t) + -- * u i (t) ( b.4.1.)
Tm(t}: motorkoppel [ Nm.]
Ke motorconstante [Vs/rad.]
Ra ankerweerstand [ o. ] ~m(t): motortoerental [rad/s.]
Kv versterkingsfactor [ - 1 ui(t): ingangsspanning [ v. ]
Door vergelijking b.4.1. in te vullen in de lineaire
toestandsvergelijkingen veranderen de matrices A, B en de ingangsvector
u als voIgt:
B! = -
1 R 1 ? b t+bo I +b t 2-Ke/Ra
J~ BI = -
Ky*K e 000000000000--
100000 0 000
Ra*J t
Kv*Ke 000000000000 0 OOOOO--TOOO
Ra*J,
: elementen van A.
u =
ingnagsspanning voor de versterker van de rotatie [ V.].
ingangsspanning voor de versterker van de translatie [ V.l.
90
[:n
Tevens wordt de matrix C zo aangepast dat de versnelling in plaats van
de verplaatsing als uitgang dient. V~~r nominale snelheden gelijk aan
nul wordt C dan:
[
0 0 0 0 X~5 K~6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 B~5 B~6 0 0 0 0 0] C - T T T T o 0 0 0 0 0 0 0 0 K14 K15 0 0 0 0 0 0 0 0 0 B14 B I 5
R R R R T T T T K15' K16' B15' B16 , K14 , K16' 8 14 , 8'5 elementen van A. V~~r de betekenis van de elementen van A wordt verwezen naar
bijlage 2.3.
91
Bijlage 4.2. Berekende eigenwaarden.
In tabel b. 3. staan de met behulp van PC-matlab berekende complexe
eigenwaarden voor bet complete model van de robot (inclusief
vergelijkingen voor de motoren en de versterkers). Daarbij staat het
reele deel van de eigenwaarde voor de dempingscoefficient en het
imaginaire deel voor de gede.pte eigenfrequentie. Ir is van uitgegaan
dat de lastmassa nul is, omdat de modale analyse uitgevoerd is zonder
last.
B2tat1e.
x = 0 m. x = 0,365 m. x = -0,27 m.
rad/s. Hz. rad/s. Hz. rad/s. Hz.
reeel imaginair reeel imaginair reeel imaginair
-21,14 41406 6590 -21,14 41406 6590 -21,14 41406 6590
-63,42 2798 445 -63,42 2798 445 -63,42 2798 445
-4,48 1785 284 -4,48 1785 284 -4,48 1785 284
-4,13 1145 182 -4,13 1145 182 -4,13 1145 182
9,17 122,7 19,5 9,77 118,6 18,9 10,69 113,0 18,0
Translatie.
x = 0 m. x = 0,365 m. x = -0,27 m.
rad/s. Hz. rad/s. Hz. rad/s. Hz.
reeel imaginair reeel imaginair reeel imaginair
-16,60 3180 506 -13,13 3317 528 -18,84 3065 488
-0,40 2759 439 2,16 2785 445 -4,08 2735 435
-4,16 2331 371 -4,54 2366 377 -3,39 2300 366
16,86 764,9 122 1,70 842,6 134 16,61 689,5 110
Tabel b.3. Berekende eigenwaarden.
92
Bijlage 4.2. Berekende eiqenwaarden.
De gemeten eigenwaarden zijn bepaald met de modale analyse apparatuur
uit de gemeten overdrachtsfuncties. (Bijlage 4.5.), door op de plaatsen
waar de overdrachtsfunctie een resonantiepiek vertoont een bekende
overdrachtsfunctie met een eigenfrequentie zo goed mogelijk overeen te
laten komen met dat gedeelte van de gemeten overdrachtsfunctie (curve
fitting). De op deze manier bepaalde eigenwaarden staan in tabel b.4.
Rotatie.
x = 0 m. x = 0,365 m. x = -0,27 m.
rad/s. Hz. rad/s. Hz. rad/s. Hz.
reeel imaginair reeel imaginair reeel imaginair
37,11 2790 444,1 35,26 3076 489,5 20,62 2488 396,0
39,27 2458 391,2 38,17 2990 475,9 41,23 2360 375,5
42,19 2149 342,1 61,19 2299 365,9 33,26 2122 337,8
33,92 1794 285,6 49,25 1742 277,3 95,51 1755 279,3
44,89 996,1 158,5 33,01 1230 195,8
15,04 725,8 115,5 17,40 762,9 121,4 13,10 632,1 100,6
26,91 84,3 13,4 29,76 73,2 11,6 26,83 68,2 10,9
Translatie.
x = 0 m. x = 0,365 m. x = -0,27 m.
rad/s. Hz. rad/s. Hz. rad/s. Hz.
reeel imaginair reeel imaginair reeel imaginair
121,41 3519 560,1 52,32 3406 542,1 102,02 3384 538,5
82,56 860,7 137,0 60,64 834,2 132,8 77,45 866,5 137,9
21,15 736,8 117,3 18,47 741,8 118,1 37,34 621,7 98,9
42,62 601,4 95,7 47,43 594,5 94,6
Tabel b.4. Gemeten eigenwaarden.
93
Bijlage 4.4. Berekende overdrachtsfuncties.
De met de vergelijkingen van bijlage 4.1. (met de versnelling als
uitgangssignaal) bepaalde overdrachtsfuncties staan op de volgende
pagina's. Eerst voor de rotatie en vervolgens voor de translatie voor
verschillende radiale posities x(t):
(1) x = 0 m. (2) x = 0,365 m. (3) x = -0,27 m.
94
40~------~,------~,------~,------~
30 -
20
10
o~~A~A __ l~ __ ~I~ o 200
200
100
o V
-100 -
-200 o
I
"
\.
I
200
400 600 800
I I
-
-
I I
400 600 800
30~------~1--------'~------~'------~
25
20
15 -
10 -
5
OL-~==~~~~~--_L-I------~I------~ o 200
200
100 I-
o ~
-100
-20{} a
I
\
\.
I
200
400 600 800
i I
-
-
I I
400 600 800
20~------~!------~1------~!~----~
15
10 -
5 -
OL-~==~~b=~~--~I--------IL-----~ o 200
200
100
o V
-100
-200 o
I
'I
\.
I
200
400 600 800
I I
-
-
I I
400 600 800
80~----~------~----~------~
60 I J 40~
I I
20f ! I
0 0 200 400 600 800
2001
I ( 100 1
r I
o
-100
I
-200 1---. __ ----l-__ ---l-__ --l--__ --l
o 200 400 600 800
BO~------I~------I~------i~------
60 r-
1 40
20
~ OL-------~[~=-L/~~~)L-----~=-----~ o 200 400 600 800
200~1 ------~------~------~------~
I --
100
o
-100
-200 1--. - __ --l.-___ -"--___ ...1...-__ ----I
o 200 400 600 800
80~----~------~------~------~
60
40 J
20
O~· ------~====~~--~==~----~
o 200 400 600 800
l
100
o
-100
- 200 l...----__ ------l ______ --'-______ ---..J.. _____ ---l
o 200 400 600 800
Bijlage 4.5. Gemeten overdracbtsfuncties.
De met de modale analyse apparatuur bepaalde overdracbtsfuncties staan
op de volgende pagina's. Eerst voor de rotatie en vervolgens voor de
translatie voor verscbillende radiale posities x(t):
(1) x = 0 m.
(2) x = 0,365 m. (3) x = -0,27 m.
101
TRANS
20.000
MAG
0.0
COHER
900.00 m
MAG
0.0
RI;
0.0
RI;
0.0
1 IA; 75
HZ BOO. 0
2 IA: 75
HZ BOO. 0
TRANS RI: 1 IA: 75 180.00-. ____________ ~----------------------~--
PHASE
-180. 00 ~--~--...pu. ~ __ r_--____,--_"T- - ~-- - -~-----I
0.0 HZ 800. a
TRANS RI: 1 fA: 75
15.000
IMAG
-15.000
-60.000 REAL 60.000
TRANS
so.ooo
MAG
0.0
COHER 900.00
m
MAG
0.0
Rf:
0.0
Rf:
0.0
1 fA: 100
HZ 800. 0
2 fA: 100
HZ 800. 0
TRANS RI: 1 IA: 100 180.00....,.... ____ ......,-___ .",....,...-__ -=-_______ -..:-_---.
PHASE
0.0 HZ 800. 0
TRANS RI: 1 fA: 100 ao.ooo....,-_________ ~~--------------,
IMAG
-ao. 000 ......L...-.------r---,.-----,------.r----r----...,---,---.......,.--'
-80.000 REAL 80.000
TRANS RI: 1 IA: 75 10.000-r.-------------------------------------------~
MAG
0.0
COHER
BOO.OO m
MAG
0.0
0.0
0.0
HZ BOO. 0
2 IA: 75
HZ BOO. 0
TRANS RI: 1 IA: 75 1BO . 00 ---y-_--;--_
PHASE
-1BO. 00 -+-----'----y-----r-----r---.....!.r-----r-----r-~-____,_---__I
TRANS
B.OOOO
IMAG
-B. 0000
0.0
RI:
-20.000
HZ BOO. 0
1 fA: 75
REAL 20.000
TAANS RI: 1 IA: 75 a5.000-r------~------------------------------------~
MAG
0.0
COHER
900.00 m
MAG
0.0
0.0
0.0
HZ BOO. 0
AI: 2 IA: 75
TRANS RI: 1 IA: 75 1BO.OO....,....~~ _____________ ---:-__ --rr-__ -.,
PHASE
TRANS
30.000
IMAG
-30.000
0.0
RI:
-100.00
HZ 800. 0
fA: 75
REAL 100.00
TRANS
35.000
MAG
0.0
COHER
900.00 m
MAG
0.0
0.0
0.0
Rt: 1 fA: 50
HZ BOO. 0
Rt: 2 fA: 50
TRANS RI: 1 fA: 50 180. OO~-'-r-------_______ -::--__ -;--__ ----'
PHASE
-180. 00 -+-~"--~--'"T"'""""--r-----r----r----,--~....,.---l
TRANS
SO.OOO
IMAG
-SO.OOO
0.0
RI: 1
-100.00
HZ 800. 0
fA: 50
REAL 100.00
TRANS
35.000
MAG
0.0
C:OHER
900.00 m
MAG
0.0
0.0
0.0
Rf: 9 fA: 50
HZ BOO. 0
Rf: 10 fA: 50
HZ BOO. 0
TRANS Rf: 9 fA: 50 180.00....,....---:-1::--____________ -: ___ --:-__ -----,
PHASE
-180. 00 -+-~--.---...__--.....__-___.--............. --___r_-....lI-...,.._-----i
TRANS
ao.ooo
IMAG
-ao.ooo
0.0
Rf:
-100.00
HZ 800. 0
9 fA: 50
REAL 100.00
Bij lage 5.
Bij1age 5.1.
Bet vereenvoudigde model.
Afleiding van de niet-lineaire bewegingsvergelijkingen.
In figuur b.5.1. is het in hoofdstuk 5. voorgestelde eenvoudige twee
dimensionale model met drie graden van vrijheid weergegeven.
Rotatie. Translatie.
t bo
~ Fig. b.S.l. Vereenvoudigd dynamisch model.
De massatraagheid J; en de massa m& hangen daarbij af van de radiale
positie x(t) van de robotarm. De beide deelmodellen zijn daardoor aan
elkaar gekoppeld. Als vector met vrijheidsgraden wordt aangenomen:
qT = [ 70 71 X J
Het behulp van de vergelijkingen van Lagrange (vgl. b.2.2.) zijn nu de
niet-lineaire bewegingsvergelijkingen te bepalen.
114
r. --: J 010
870
8Ekin r. -- = JIll
871
8Ek in t. -.- = mox
aX
8Ekin 8Ekin --=--=0
870 871
aEpot r --= -kOI (71-10) a,o
8Epot r --= ko t (71-10)
a71
8Epot 0 --=
ax
:
=
d r r d t r .. dJ,· r •• dJ I •• ~ J111+dt 1, = J111+dx XlI
d dt) t..
mox
8E k . r 1n 1 dJ.· 2 -;-= '2 dx 7.
r r k 01 70-k Ot11
r r -ko 17o+ko 171
115
( b.5.1.)
Bijlage 5.2. Afleiding van de lineaire
toestandsvergeliikingen.
De in bijlage 5.1. afgeleide niet-lineaire bewegingsvergelijkingen
( b.S.l.) kunnen weer omgeschreven worden naar toestandsvergelijkingen
( b.2.17.) door als toestandsvector aan te nemen:
Dat levert 6 niet-lineaire toestandsvergelijkingen op:
· . "Yo= "Yo
· . "Yl = "YI
· . x = x
( b.S.2.>
Door de toestandsvergelijkingen te lineariseren rond een nominale
trajectorie op dezelfde manier als in bijlage 2.3. wordt bet mogelijk
de toestandsvergelijkingen en de bijbeborende uitgangsvergelijkingen te
scbrijven in matrixnotatie:
x(t) = A(t) * x(t) + B(t) * u(t)
ACt) Jfx(l50(t),~o(t),t).
B(t) J fu (l5 0 (t) ,~o(t} ,t).
116
( h.S.3.)
at I 8t 1 at I at 1 8t I 8f l ... ax, 8x2 8xn aU I aU2 SUn
at 2 af 2 af 2 at 2 8f 2 af 2
ax, aX2 8xn SUI aU 2 SUn Sf at
Jfx=a~= J f =-=-= U au
af n af n af n Sf n af n Sf n
ax, SX 2 aXn SUI aU2 SUn
y(t) = C(t) .. x(t) + D(t) .. u(t) ( b.S.4.) - -
Omdat uitgangsvergelijking b.S.4. line air is, is die meteen in
matrixnotatie te schrijven:
o 1 0 0
1 0 0 0
:] D=[: :] c = [ :
117
8f I 8f I 8f I 10 = 0 -= 1 = 0
810··· 8x 810 811' •• 8x 11
8f 2 8f 2 8f 2 X = 0 -= 1 = 0 X =
810' •• 8;'c 811 8x · 10
· af 3 8f s 11 = 0 -= 1
810' •• 811 ax · X
c c 8f 4 ko! af 4 kOI af 4
-= - -=- -= 0 c r 810 Jo 811 Jo ax
r r r 8f 4 bo+bo I af 4 bOI 8f 4 -= - -= -= 0 a10
r 811
r ax J o Jo
r r af 5 kOI 8f 5 ko) afs -= -= -::=0 r r 810 J 1 811 Jo 8x
r [dJ;] . r r
a~, • _ [dJ;] • . af 5 bO I 8fS Xo bl+bo l 110 -= -=
- dx x: 810 r
811 r r c
J I J) J 1 ax dx xo J,
af 6 af 6 af 6 -: 0 -= 0 -: 0
810 a11 ax
r;] . t
8f6 8f6 110 af 6 bo -= 0 -=
dx x: -t -= - t
a.yo a11 mo 8x mo
118
Ingevuld in vergelijking b.S.3. leveren deze afgeleiden de matrices
A(t} en B(t) op:
. 0 0 0 1 0 0
0 0 0 0 1 0
0 0 0 0 0 1
A ::: r r r r r kOI kOI bo+bo I bo 1 - - - 0 - - 0 r r r r Jo Jo Jo Jo
r r r [ '] . r r
r:] .
kOI kOI bo I dJI Xo b I+bo l 110 - - 0 -- dx x: J~ - - dx x:
-r r r r J 1 Jo J, J 1 J 1
[dJ:] 710 t
bo 0 0 0 0 - *,. -,.
dx Xo mo mo
0 0 10
0 0 11
0 0 [ :n x B ::: u :: X :: r - - · I/Jo 0 10
0 · 0 11 t · 0 limo x
119
Bijlage 5.3. Bepaling van de modelparameters.
Door het uitgebreide model van hoofdstuk 3. te transformeren naar een
model met 3 vrijheidsgraden (Fig. b.5.2.) en dat model gelijk te
stellen aan bet vereenvoudigde model van hoofdstuk 5. (Fig. b. 5.1. )
kunnen de modelparameters van het eenvoudige model bepaald worden.
. R .R .R .R 1231 451 67 1 8910
»
T~ R R j-.Y-j I 128 I o+J 1+J 2 I R , L_''t2_3_1
R 3+J 4
Rotatie .
j-.Y-j R I 140 I
, B. , 5+J 6
L_''LU_l
j-.Y-j , 167 I I B. I
L''L6Ll
.R 18910
R 7+J S
» 70
--»0
b~+b~+b~ b~+b~ b~+b~ b~+b~ b~
7777;J:7777777777777:!:77777777777;JrJ77777777777:!:777777777777777IJ;77
j .T X 1
»
Translatie.
mo
Fig. b.S.2. Uitgebreid model getransformeerd naar eenvoudig model.
120
Daaruit volgen de volgende relaties tussen de 80delparameters van het
uitgebreide model en van het eenvoudige model:
r Il J l = Jg
t T JT' Tt mo = ~ ....!!JL2 + 8,
(i T)
1 + 1 + 1 (~Il)4k~l(i~)2 (~Il)4k~2(i~)2 (~Il)Sk~4(i~)2
1 -r- = kOI
+ --::--=-....;1~_ ~Ilk~8(i~)2 Il 4 Il Il Il 2
(~) [b o I+b 12] (io> +
r b l
Il = bg
t T bT' + bI' bo = ~~2
(iT)
r 4
To = (rl> T~i~
t T TT Fo =fJ !.l.
.T
Il' Jo =
Il' J2 =
1
J~+J~+J~
Jr = J}+J~ T' T T T Jo = JO+J I +J 2
Il' Il Il Il be = bo+b t +b 2
Il' b~+b! b l =
Il' b~+b~ b2 = Il' b~+b~ bs =
T' b~+br+bI bo = T'
b l = bo
121
.Il 10=
.Il *,Il .Il *.11 123 145*167 169 .Il 11= .Il *,1 *.1 145 167 189 .Il 12= .Il *.Il 167 189 .Il 13=
.Il 189
Deze relaties leveren de volgende waarden op voor de modelparameters
van het eenvoudige model:
r Jo = 42,10 kgm?
r 2 2 J, = (83,06+mL)*(x(t» + (l,48*m
L-19,09)*x(t) + 32,37 + O,5S*mL kgm.
t mo = 181. 2 to'.
k~l= 2,79*10 5 ::d. r
bo l = 0,050 r
bo = 1799 r
b l = 0,10 t
bo = 1273
Nms rad·
Nms rad· Nms rad· Ns . In
122
Bijlage 5.4. Aanpassen van de modelparameters.
Omdat aIleen het vereenvoudigde model van de rotatie een eigenwaarde
vertoont, kan aIleen dat model aangepast worden. Daartoe worden de
nominale snelheden gelijk aan nul genomen en worden de in bijlage 5.2.
afgeleidde lineaire toestandsvergelijkingen gesplitst in een deel voor
de rotatie en een deel voor de translatie. Bet modle voor de rotatie
wordt uitgebreid met de vergelijking voor de motor en de versterker op
dezelfde manier als in bijlage 4.1. Tevens wordt de matrix C weer .. aangepast zodat de versnelling 11 uitgang is. Daarna is door
beurtelings parameters aan te pass en het verschil tussen de gemeten
eigenwaarden en de berekende eigenwaarden geminimaliseerd. De volgende
modelparameters zijn aangepast:
J~ = 166,91*(x(t»2- 28,27*x(t) + 27,93 kgm 2 r Hm
to l = 156123 rad. r Nms
bo l = 583.29 rad. r Nms
bo = 6647 rad.
123
Bij1age 5.5. Overdrachtsfuncties.
De met de vergelijkingen van bijlage 5.4. (met de versnelling als
uitgangssignaal) bepaalde overdrachtsfuncties van het eenvoudige model
van de rotatiemodule staan op de volgende pagina's. Eerst de berekende
en vervolgens de gemeten oVerdrachtsfuncties voor verschillende radiale posities x(t}:
(1) x = 0 m. (2) x = 0,365 m. (3) x = -0,27 m.
124
12~----~----~----~----~----~
10
8
6
4
2
o~----~----~----~----~----~
o 10 20 30 40 50
100 r------..,..--------,----........,------r------_
-50
-100
-150 L.-I ____ ---'--___ ----J... ____ ----l. ____ .l....--_---!
o 10 20 30 40 50
10~----~----~----~----~~--~
8
6
4
2
o~· ----~------~----~----~----~ o 10 20 30 40 50
100~1 ----~------~----~----~-----.
! 50~
I o
-50
-100
-150~----~----~----~-----~~--~
o 10 20 30 40 50
8~----~----~----~----~----~
6
4
2
o~----~----~----~----~----~
o 10 20 30 40 50
100~1 ----~----~------~----~----~ I
\
50
o
-50
-100
-150~----~----~----~----~----~
o 10 20 30 40 50
MAG
0.0
C9HER
~O°ni°O I
MAG
0.0 0.0
RI: 5 fA: 75
RI: 6 fA: 75
HZ 50.0 0
TRANS Rf: 5 fA: 75 1BO.00-r--______ ~------------------------------------_,
PHASE
- ~BO. 00 -I--___r-~.,__-....,_-__..,..-_..,r__-_r__-__r_-___r--.,__-_I
0.0 HZ 50.0 0
TRANS 25.000-r------------------~r_------------------------_,
Rf: 5 fA: 75
i i
I
IMAG
-~5. 000 -----.,.---,------,r------.-----r-----r---.,-----....... I i
-BO.OOO REAL BO.OOO
TRANS
40.000
MAG
0.0
COHER
900.00 m
MAG
0.0 0.0
Rf: s fA: 75
Rf: fA: 75
HZ 50.0 0
TRANS Rf: 3 fA: 75 lBO.OO.....,--___ ~-----------------___,
PHASE
-lBO. 00 -+----...-~_r__-_,_-__r_-__,--..,..__-_r_-_r--r______f
0.0 HZ 50.0 0
TRANS Rf: 3 fA: 75
30.000
IMAG
-30.000
-100.00 REAL 100.00
TRANS RI: 5 fA: 75 14.000-r--------~----------------------------------_,
MAG
0.0
COHER
900.00 m
MAG
0.0 0.0
RI: 6 fA: 75
HZ 50.0 0
TRANS RI: 5 fA: 75 180.00-r-------r----------------____________________ ~
PHASE
-180.00~--_,--~._--_.--_.----._--_.--~----._--_.--~
0.0 HZ 50.0 0
TRANS RI: 5 fA: 75
10.000
IMAG
-10.000
-30.000 REAL 30.000
Bijlage 5.6. Impulsresponsies.
De met de vergelijkingen van bijlage 5.4. (met de verplaatsing als
uitgangssignaal) bepaalde impulsresponsies van het eenvoudige model van
de rotatiemodule staan op de volgende pagina-s voor verschillende
radiale posities x(t):
(1) x = 0 m. (2) x = 0,365 m.
(3) x = -0,27 m.
134
0.2 ....------.I-----rl------,-"""TI----r,-----,
0.15
0.1
0.05
I I I . I
0.1 0.2 0.3 0.4 0.5
0.15 r----=-"\--, I 11r-------r'---"""T,----r,-----,
~------------------~
0.1
0.05
I I , ,
0.1 0.2 0.3 0.4 0.5
0.15 r-----~--~____:__,.__,...__--,...__-____,
0.1
0.05
O~--~--~--~--~-~
O' 0.1 0.2 , 0.3 0.4 0.5