instructieboekje daf 1100 ba - 1600 bb juli 1965 3e druk paginas/pdf bestanden/kikkerdaf do... ·...
TRANSCRIPT
INSTRUCTIEBOEK
SERIE
1100I 300I óOO
DENDE DNUK
JUrr 1965
VAN DOOR N E'S AUTO M O BI ELFAB RIEK N.V.EINDHOVEN
Geldropsewes 3o3 - Tcl. o49oo -62062 (2o ltfnen)
BABABB
INHOUD
Voorwoord
lnstrumentenenbedieningsorganen . . . .
Stcrrtgn......Rijden
Inriiden........o.....l2
Belcrsting. . . . . . . . . . . . . . 12
Stoppen.r............12
Ondgrhoud...........l3
3
5
II
29
29
33
34
3s
4A
Motor
Technische gegevens
Algemeen onderhoud
Chcrssis
Technische gegevens
Algemeen onderhoud
aaaoaaaaaa
aaaaaaaaaa
aaaoaataaa
oaaaaaaaaa
t4
r6
crqth-
rrq3V
Electrlsche installdie
Tgchnischg geggvgns. . . . . . . . , .
Algemeenonderhoud. . . . . . . , . .
Schgmc. . . . . . . . . . . .
Identificctieplccrtje....o..o.
Periodiekonderhoud . , . . . .
SmeermÍddelen
Smggrschgma.......o.
2
VOORWOORD
In dit instructieboekje uindt U gegeaens betreffende de be-
diening en het onderhoud aan urachtwagens ( A-serit ) , trek-
kers (T'-serit), bussen (B-serie) en gemeentewagens (G-serie)
uitgerust met een benzinemotor.
Het heeft geenszins de pretentie uolledig te zijn, a.angezien de
onderhoudsinstructies bewust zijn beperkt tot die werkzaatn-
heden, welke de chauff eur of de onderhoudsmonteur zelf kan
u erric h,ten.
Voor reparaties en afstellingen, u,elke buiten het bestek uan
dit boekje uallen, wende Ll zich tot de DAF-dealer, die
gaarne bereid is aIIe inlichtingen te uerstrekken aangaande
het onderhoud aan Uw DAF.
Dit b,oekje beuat geen aanwijzingen voor de uituoering aan
belangrijke reparaties; hieruoor kan men de wagen geheel
aan de plaatselijke DAF-dealer toeuertrouuen, die uolledig is
geinstrueerd en bij reparaties uerplicht is uitsluitend originele
D AF-onderdelen te gebruiken.
Wordt tenslotte in dít boekje gesproken oaer uóór of achter,
iinks of rechts, dan is dit gezicn zittend achter het stuurwiel.
Eindhouen, iuli 1965.
W ij zi ginge n u o orb ehouden.
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN
Afb. I Instrumenten en bedieningsorgqnen
1. Zoerner 13. Stekerdoos2. Richtingqanwiizerschqkelqqr I4. Contcrct-tichtschqkelclqr3. verwqrming ls. Rolhoesketting4. clqxondrukknop lo. Dimschcrkelqqr5. Ruitenwisser lz. Koppelingspedqql6. Remdruk (-vcrcuum), meter lB. Rempedocl7. Snelheidsmeter 19. Accelercrtiepedcrql8. Temperqtuurmeter zo. Hqndremhefboom9. controlelcmp jes zr. versnellingshef boom
10. Brqndstofmeter zz. Two-speed schqkelqqrI l. Binnenverlichting zg. Koudstortknop (choke)12. Stqrtdrukknop
€?,
I n
/i
Hoof dschqkelcqr
Achter de motor bevindt zich een
hoofdschcrkelqqr met crfneembclresleutel. Tiidens repcrrctie ctqn hetelectrische systeem moet de sleutelworden uitgenomen teneinde kort-stuiting te voorkomen. Men be-hoeft dcrn geen crccukcrbel los temqken.
Alb. 2 Hoofdschckelcqr
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter, die de snelheidin kmih qqngeeft heeft tevens een
totqql- en dogteller. De dclgtellerkcln weer op de nulstqnd wordengebrcrcht door de knoP onderhet instrumentenbord linksom te
drcrqien.
Brcndstofmeter
Dit is een electrische meter, diemet behulp vsn de vqriqbeleweerstcrnd in de brcrndstoftqnk, de
hoeveelheid qcnwe zlge brqndstofoongeef t. De meter werkt crlleen,
indien de contcrctsieutel geheel is
ingedrukt.
6
Tempercrtuurmeter
Deze geeft de temPerqtuur vqnhet koelwcrter ctctn.
De schqqlverdeling looPt vqn 40"
C tot 100'C.
Vcrcuummeter
Deze meter geeft de onderdruk inde vqcuumtclnk qcrn. Bii stqtionqirtoerentql moet het vqcuum mini-mclql 0,6 kgicm2 bedrcrgetr, biihogere toerentollen 0,8 kg/cm2.
Ncr driemcrql introPPen vcrn hetrempedqcrl mqg het vctcuum
slechts teruggeloPen ziin tot 0,4
kgicm2. Een zoemer treedt in wer-king wqnneer het vctcuum in detcrnk beneden de minimum wqcrrdedcrqlt. Riid in geen gevcrl wegvoordqt het geluid oPhoudt.
tuchtdrukmeter
Inplaats vqn de vqcuummeter kaneen luchtdrukmetel ziin gemon-
teerd. Deze geeft zowel de tcrnk-
druk crls de remdruk crqn, de
eerste met een zwqrte wiizer, de
trn'eede met een rode.
De tankdruk moet tussen de 4,8 en
5,3 kgicm2 liggen en mqg tiidens
het remmen niet meer dqn 0,3
kg/cm2 per remPedoolslclg dqlen'
Een zoemer treedt eveneens inwerking wqnneer de druk in de
tqnk beneden de minimum wcrarde
docrlt. Riid in geen gevcl weg
voordqt de zoemtoon is wegge-.rcrllen.
. .1':
.#*Éi
"((_
Gecombineerde contqct:hchtschakelccrr
Bij <rf gezette contqct- en/of licht-schcrkelqqr zijn stekerdo os enclqxon nog ingeschcrkeld.Hierbij is de contcrctsleutel geheeluitgenomen of slechts gedeeltelijkingestoken. Wqnneer de sleutelvolledig is ingedrukt, stqqt decontqctschqkelqcrr,,ccn", waarbijde brqndstofmeter en de controle-lampies eveneens zijn ingeschq-keld. De gedeeltetijk ingestokenol geheel ingedrukte sleutel kqnbovendien worden verdrqcid(rechtsom) wqtrrdoor de stqds-lichten (stond l) of de hoofdver-lichting (stond 2) wordt ingeschq-keld. De qqnsluiting vqn destqdslichten is zodcnig, dqt dezeook blijven branden $/qnneer dehoof dverlichting wordt ingeschq-keld. Dqqrdoor heeft men bii eenstoring in de hoof dverlichting,bijv. een doorgebrcrnde dimgloei-drqqd, steeds de beschikkingover twee, voor een tegenliggerzichtbcrre lcmpen.De instrumentenverlichting brcrndttegeliik met de stqdslichten.Gedimd of groot licht wordtd.m.v. een voetschqkelqqr geko-zen. Met ingeschqkelde verlich-ting b.v. tijdens pcrrkeren, kcrn
men de contcrctsleutel uitnemen,wacrbij dus de contqctschakelcraren de instrumenten ziin uitgeschc-keld en wccrbii de verlichtingniet meer kqn worden uitgeschq-keld.
Gontroletompies
Op de schqkelkqst nqqst het in-strumentenpcrneel ziin 4 controle-lcrmpjes in een houder qqnge-brqcht.
Het rode lcrmpie is het lacdcon-trolelqmpie. Dit brcrndt wirnneerde qccu's niet worden geloden.Het blcruwe lcrmpie geeft qqn ofde hoof dverlichting (groot licht)is ingeschckeld.Het groene lcrmpje is voor olie-drukcontrole. Het brcrndt wqnneerde druk beneden de minimumwcrqrde dcrqlt.Het orcnie lcmpie dient qls ver-klikker voor de knipperlichtenvcrn de cranhcrngwagen of op-legger.Wcrnneer het oliedruk- of lqqd-controlelcmpie gccrt brcrnden, crlsde motor sneller dcln stqtionqirloopt, moet deze ogenblikkeliiklvorden stopgezet.
Bichtingaqnwii zerschcrkelaqr
Voor het bedienen vqn de rich-tingacnwijzeÍs is een schqkelqargemonteerd met een ingebouwdcontrolelcmp je.
Koud-startknop
Uittrekken vcrn deze knop ver-gemckkelijkt het starten bii koudeVoor gebruik zie pqg. 8.
Alb. 3 Stoelverstelling
Achterqsschqkelknop
Wcrnneer een schcrkelqs is ge-monteerd, bevindt zich qqn deversnellingshefboom een schqkel-
knop voor electrische bedieningvsn de schcrkelcrs. Het gebruikhiervqn wordt in het hoof dstuk,,Schqkelqs" behcrndeld (zie blz.10).
STARTEN
Controleer vóór elke eerste stcrrthet oliepeil vqn de motor met be-hulp vcrn de oliepeilstok qctn derechter ziide vqn de motor. Ookde wqtervoorrcrgd in de rqdiqteurdient te worden gecontroleerd,evenols de brqndstofvoorrqqd.Het is verder noodzqkelijk, dct deqccu voldoende op spanning is.
Stcrrt nu qls volgt:
l. Steek de contqctsleutel geheelin de schqkelacrr.
2. Trop het koppelingspedoql inen zet de versnellingshefboomvrii.
3. Druk de startknop in.Indien de motor nct 15 secon-den niet loopt, dient men deoorzqak op te sporen.
Bii koude kqn het stcrrten zonodigworden vergemokkelijkt met be-hulp vqn de stcrrtcqrburcrteur.
Trek de rolhoes op.
Steek de contqctsleutel geheelin de schqkelqcrr.
Trek de koud-stortknop geheeluit.
Trop het koppelingspedcrql inen zet de versnellingshefboomvrij.
Bedien de stqrtdrukknop (trcpniet op het gcrspedacl).
Wcrnneer de motor loopt, moetriren de koud-stortknop hqlf in-drukken. Druk deze knop geheelin zodrc de motor dit toelqqt.Indien het stqrttoerentcrl terug-loopt dient men het stqrten te be-eindigen en enkele minuten tewqchten qlvorens opnieuw testqrten.
Opmerkingen:
Stqrt nooit opnieuw, qlvorens demotor en ook de stqrtmotor stil-stccrn, dqqr qnders het tqndwielop de stqrtmotor en de stqrter-krqns op het vliegwiel wordenbeschqdigd.
Ltrcrl uw motor, ncr deze le hebbengestcrt, za kort mogeliik stationairdtcrcrien.
3.
4.
5.
l.
2.
R IJ D E N
Tiidens het rijden met de wogen is bet zeer belangrijk, dat de gedrogingenvctn de motor re€telmctig worden gecontroleerd qqn de hcrnd vcrn de meet-instrumenten op het instrumentenbord en het geluid dclt de motor mqcrkt.
Oliedruk
Controle vctn de smering vqn eenin werking zijnde motor is zeerbelcngrijk. Zodrq wordt geconstcr-teerd, dcrt de oliedruk wegvcrlt(het groene wqqrschuwingslcmpiegccrt brcrnden) is het vctn grootbelcng de motor direct te stoppen.
Koelwcrter- temperclu ur
Een motor mqg niet te wqrm wor-den, doch evenmin te koud blii-ven. De normale bedrijlstempercr-tuur vqn de DAF-motor is 75-80"c.Wsnneer een motor koud is ge-stcrt, moet men trcrchten de koel-wqter-temperqtuur en dien tengevolge ook de smering zo snelmogeliik op een normqql peil tebrengen. Dit doet men het beste,door de motor, zodrcr deze be-hoorlijk door btijft lopen, op eengemiddeld toerentql en enige be-lcrsting te lcrten werken. Men kcrndit bereiken door op een lcgeversnelling voorzichtig weg terijden, totdcrt een temperqtuur vqnongeveet 50o C is bereikt, wctqr-nct men op normcrle belqsting kcrnovergqqn. De thermostcrqt zorglook voor een zo snel mogelijkbereiken vqn de juiste werktem-peratuur.
Het geluid vqn de motor
Het geluÍd dct een lopende motormcrqkt is voor de chcruff eur eenq<rnduiding of de m,otor in goedeconditie is. De chquff eur is ctctnhet geluid vqn een goed lopendemotor spoedig gewend, zodqtvreemde geluiden direct opvcrllen.Het zo spoedig mogelijk opspo-ren vctn de oorzcrcrk hiervqn isbegrijpelijk en kqn in zeer, velegevallen beschcrdigÍng vsn éénof meerdere onderdelen voor-komen.
Versnellingsbck
Gebruik nooit kracht om te schq-kelen, doch beweeg de versnel-lingshelboom slechts zover alsdeze wil gctrn.
Bij het opschakelen gccrt men qlsvolgt te werk:Trap het koppelÍngspedqql in enlcqt tegelijkertijd het crccelerqtie-pedacrl los, breng de versnellings-hefboom in de neutrcrle stcrnd enschqkel in de gewenste versnel-ling.IIet terugschqkelen gebeurt opdezelf de mqnier, olleen met ditverschil, dqt vóór de gewensteversnelling wordt ingeschcrkeld,het toerentql vcrn de motor ietsmoet worden opgevoerd (cccele-rcrtiepedqql iets intrcrppen, hetz.g. ,,tussengqs").Bii het bestijgen vqn een hellingdient tiidig te worden terugge-schqkeld. Wccht niet tot de motor
Et*lr?o?$l
Afb. 4 Schqkelschemq4-versnellingsbcrk
een zeer lcrcrg toerentql heeft. Bijhet qfdqlen vcrn een steile hellingdient men eveneens terug teschcrkelen (bii zeeÍ steile crfdqlin-gen tot in de eerste versnelling).Men remt dqn qf op de motor.Ontkoppel niet.
Houd bii het remmen de motorgekoppeld tot het lqatste moment,dctn ontkoppelen.
Schckelcrs (crchterqs metdubbele overbrenging)
De bediening geschiedt d.m.v. eenschqkelknop, die qcn de versnel-lingshef boom is gemonteerd.
De ingedruhte stqnd vcrn de knopkomt overeen met een qchtercrs-overbrenging, die op de weg eenlcrge snelheid geeft bii een grotetrekkracht (hier te noemen over-brengÍng A).
De uitgetrokken stqnd vcrn deknop komt overeen met een over-brenging, die op de weg in ver-houding een hc,gere snelheidgeef t bij een kleinere trekkrqcht(hier te noemen overbrenging B).Het indrukken of uittrekken vcrn
10
Afb. 5 SchqkelschemtrS-versnellingsbqk
de knop kcrn gedurende het rijdenin iedere versnelling plcrctsvin-den. Het is echter gewenst hierbiisteeds te ontkoppelen, terwiil ver-der rekening moet worden gehou-den met dezelfde eisen, die $ror-den gesteld qcrn het schcrkelenmet de versnellingsbck.
Voor men wegrijdt drukt men deschqkelknop in, schqkelt in deeerste versnelling en men rijdtnormctctl weg (overbrenging A).Trek vervolgens de schqkelknopuit, lqqt het gcrspedqql los en trcptegeliikertiid het koppelings-pedcrcl in. Bij het loslcrten v<rnhei koppelingspedcql is de qch-terqs qutomqtisch in overbrengingB geschckeld.
Om dqn ncrctr de tweede versnel-ling met crchterqsoverbrenging Ate schqkelen, moet eerst gewoonmet de versnellingsbck wordengeschokeld, terwijl direct vóórdqthet koppelingspedcrql wordt los-gelcrten, eerst de schqkelknoPmoet worden ingedrukt. Nc hetloslqten vqn het koppelings-pedcrcl rijdt de wqgen in detweede versnelling met crchterqs-overbrenging A.
Het schcrkelen vcrn de qchterqs-overbrengingen A ncrcr B en om-gekeerd geschiedt in de overígeversnellingen op dezelf de wijzeqls hiervoor omschreven.
Wqnneer de wagen in qchtercs-overbtenging B rijdt en het bliiktnoodzqkeliik te zijn om terug teschakelen nacrr A, dcrn moet eerstde schqkelknop worden ingedrukten dcln het koppelingspedaclworden ingetrcpt, dacrrbii hetgcrspedcral in dezelfde stcrnd vsst-houdend. Lcrqt vervolgens hetkoppelingspedqql weer opkomenen de crchterqs is dcrn in ovei-brenging A ingeschqkeld.Als bijvoorbeeld door het terug-
Resumerend kcrn het volgende schema
OpschckelenVqnlAnqqrlB:
Schqkelknop uittrekken.Koppelingspedacrl in.Gcspedcral los.Koppelingspedcrcrl los.
De overige schqkelingen geschieden
TerugschqkelenVon5Bnaqr5A:Schcrkelknop indrukken.Koppelingspedocrl in.Gcspedqql vqsthouden.Koppelingspedqcrl los.
De overige schcrkelingen geschieden
Opmerking:
Denk erom dcrt bii het bergaÍ-wcrqrts rijden de motorsnelhedenhoger kunnen worden dcln demqximqql toelqcrtbqre.Mqcrk dus een verstcrndig gebruik
lopen vctn het motortoerentcrlblijkt dct de totcrle overbrengingvctn versnellingsbok en qchterqsnog niet voldoende is, dqn kqnworden teruggeschqkeld nqcr eenlcrgere versnelling door eerst deschcrkelknop uit te trekken, ver-volgens het koppelingspedqql inte trcrppen en tegeliikertijd hetgcrspedccl los te lqten.
De qchteros is nu in overbrengingB geschqkeld, wctcrnc op normclewiize met de versnellingsbck kcrn
worden teruggeschclkeld. Verderterugschcrkelen geschiedt op de-zelfde wiize crls hiervoor beschre-ven.
worden ocrngehouden:
VcrnlBnqcrr2A:
Koppelingspedcrql Ín.Gcspedqql los.Versnellingshefboom von I ncrcrr 2.
Schokelknop indrukken.Koppelingspedclcrl los.
op overeenkomstige wijze.
Van5Anqar4B:Schqkelknop uittrekken.Koppelingspedqql in.Gospedqql vqsthouden.Versnellingshefboom vqn 5 ncqr 4.
Koppelingspedqcl los.
op overeenkomstige wijze.
vcrn de motor qls rem.nijd niet met de voet op hetkoppelingspedqal.Rem nooit fors zonder noodzcck,dit heeft onnodige slijtoge vqnbqnden en remvoeringen enz. totgevolg.
ll
Het is bii het laten inlopen vqnde motor vcn het grootste belangom - bii welke snelheid dqn ook
deze niet zwctctr te belcrsten,met qndere woorden, het werkgemokkelijk en ticht te lcrten doen.Schcrkel dqcrrom niet te vroegnqctr een hogere versnelling enniet te laqt nqcrt een logere. Eenbetrekkeliik hoog toerentql is lcngniet zo schcrdeliik qls overbelcrs-ting bii een lcger toerentcl. Het
verdient wel qqnbeveling het toe-
rentql te vqriéren.
INRIJDEN
BELASTING
STOPPEN
Aongercrden wordt om voorcrl ge-durende de eerste 1500 km dewagen niet met volle belcsting teriiden, noch een cranhcrngwcrgente gebruiken. Ncl ongeveer 4000
km kqn de motor clls ingedrclaidworden beschouwd.
Bovenstqcrnde geldt niet crlleen
voor de motor doch evenzeervoor versnellingsbcrk, qchtercrs en
remmen, wctctrvoor een inlooP-periode vqn cct. 4000 km zeer
bevorderliik is.
Het in het bedlijf voldoen vqn eenbedriif squto hongt niet qlleen qf
v<rn de kwcrliteit en de keuze vctn
het juiste type, mcqr ook vcrn dewijze vqn belcden, de riimethodeen het onderhoud. Overlqden ver'kort de levensduur vcrn clleonderdelen vcrn de wq€ten.
In de regel bespeurt men de ge-volgen het eerst qcn de bqndenen veren, m<lqr ook de qssen, detrqnsmissie-orgqnen, de motor, deremmen, kortom qlle crndere on-derdelen hebben hiervcrn sterk telijden.
Nqdct de wqgen tot stilstqnd isgebrccht moet men de versnel-lingshefboom in de neutrqle stcrndplcctsen en de motor een zekeretijd stqtionqir lqten drqcrien, ten-
t2
einde deze in de gelegenheid testellen <rf te koelen. Om de motorhiernq te stoppen neemt men decontqctsleutel uit.
ONDERHOUD
Zells het meest zorgvuldige onderhoud en de beste rijmethode kunnenniet voorkomen, dcrt ook een crutomobiel, die ctcn de hoogste eisen vol-doet, op den duur sliitcge gocrt vertonen. Deze sliitoge treedt bii bepqqldeonderdelen vroeger op dqn bii qndere en ontstcrqt bovendien zee\ gelei-deliik, zodcrt indíen men er niet specical qcht op slqct, dit ontstcrqnnouweliiks wordt bemerkt.
Dcrn kan echter de sliitqge reeds een zodcrnige vorm hebben qcrngenomen,dqt een somtiids belcrngrijke repcrrcrtie onvermijdeliik is. Een reporctie,die niet <rlleen kosten met zich mede brengt voor de herstelling zell, dochvooral door de bedriifsstcrgncrtie, die misschien niet direct in geld kcrnworden uitgedrukt, mcrcrr wcrqrvqn de werkelijke omvqng zeet belangriikkqn zijn.
Voorkom bedriifsstctgnctie, niet alleen door een goede behqndeling, mcrctrook door periodieke controle en onderhoud, wcrcrrvoor de DAF-orgcrniscrtieeen specicrle service verleent. Een iuiste omschriiving vcrn deze specicleservice vindt U in de service-couponboekies.
Wendt U hierloe tot de DAF-crgent.
Een goede verzorgÍng qlleen gedurende de eerste 2000 km is echter nietvoldoende. Ook dq<rrna moet U niet crlleen zorgdrqgen voor een regel-matig doorsmeren en olie verversen, zoqls in dit instructieboekje stcrqtqqngegeven, mctqr bovendien steeds in het oog houden, dcrt voorkomenbeter is dan genezen.
Controleer en onderhoud de wagen op geregelde tiiden. Hielbii dient leworden opgemerkt dcrt onder ongunstige bedriifsomstcndigheden, de inde volgende hooldstukken genoemde kilometerstcnden moelen wordenbekort ol zo nodlg dienen te worden gehcrlveerd. Pleeg hiervoor overlegmet de DAF-qgent.
l3
MOTON
TECHNISCHE GEGEVENS
TyPe BA 475 BB 475
Aqntol cilinders 6 6
Boring 100,6 mm 100,6 mm
Slcrg 100 mm 100 mm
Slcgvolume 4,77 liter 4,77 liter
Msx. vermogen 135 pk bii 3500 omw./min. 155 pk bii 3500 omw./min.
Mqx. drqqimoment 3l kgm bij 1800 omw./min.35 kgm bii 1800 omw./min.
Min. toerentql 450 omw./min. 450 omw./min.
Mqx. belost toerentql 3500 omw./min. 3500 omw./min.
Compressieverhouding 7:l 7:1
Ontstekingsvolgorde l-5-3-6-2-4 l-5-3-6-2-4
Inhoud koelsysteem 20 liter 20 liter
Koelwqtertemperqtuur 75-80" C 75-80' C
Inhoud smeeroliesysteem 12 liter LZ liter
Klepspeling koud 0,25 mm 0,25 mm
Aanhqolsponning
cilinderkopmoeren 19-20 mkg 19-20 mkg
Type bougies Bosch Wl75T2 Bosch W175T2
Electrode-qfstond 0,9 mm 0,9 mm
Onderbreker
contcrctpuntcrfstclnd 0,35 mm 0,35 mm
Ontstekingsmoment 10o v. B.D.P. 10o v. B.D.P.
Smeerolie: zie lcrqtste bladz.
T4
r_6
Motor links voor
Alb. 7 Motor rechts crchter
ALGEMEEN ONDERHOUD
MOTOBSMENING
Gebruik goede olie
Het betolen vqn het verschil inprijs tussen olie vcrn goede kwq-liteit en goedkope olie is geenweggegooid geld, dclqr tepqrq-ties, die het gevolg ziin vqn hetgebruik vqn goedkope olie, veelkostbcrcrrder ziin. SommÍge oliènbevqtten zwqveldeelties, die zellweliswqqr geen ncrdelige uitwer-king hebben, mccr tezqmen metbepccrlde verbrqndingsproductenzuren vormen, die het metqcrl-oppervlck qcntqsten.
Otiepeil
Het peil vcrn de olie in het cqrterwordt cf gelezen op de peilstok.Controleer het peil steeds wqn-neer qlle olie vcrn de motor in hetcqrter is gedropen.
Afb. I Oliepeilstok
De stqnd vqn de olie moet ge-hqndhcrqf d bliiven tussen demerktekens: nooit boven het eer-ste noch onder het laqtste.
16
Het verversen vcrn de olie
Ondcrnks de goede werking vcmfilters is niet te vermijden dcrt ver-ontreinigingen in de olie terecbtkomen. Deze bestaqn hoofdzqke-líik uit het uit de buitenlucht qan-gezogen stof, gevormde condens-zuren en fiin verdeelde kool- enmetcrqldeelties die tezqmen desctmenstelling vcn de olie ver-qnderen, sliitcrge veroorzqken endoor de zuurvorming het metqal-oppervlcrk crcrntqsten. Dit zql nqcrr-mcte de verontreiniging qqngroeitde beschqdiging doen toenemen.Het niet tiidig verversen von desmeerolie kqn dcrcrrom zeer ern-stige gevolgen hebben.
Men tcpt de smeerolie qf wqn-neer de olie wctrm, dus goedvloeibcrar is. Bovendien is het be-lclngrijk om het voertuig horizon-tcrcrl te plcats'en.
Ten sterkste wordt crf gercrden demotor met petroleum enz. door tespoelen. Het za,l onmogeliik ziin
ftN
Vì\
qlle petroleum qf te tappen, zorr-der de pcrn te verwijderen; dezecchtergebleven hoeveelheid zqJ
de nieuwe olie verdunnen. Mcrqkde vuldop goed schoon qlvorensdeze te openen.
Smeeroliefilter
Het smeeroliefilter moet iedere6000 km worden voorzien vcn een
nieuw element. Tcp hiervoor hetfilter cf (stop l in clfb.9), ver-wijder de kolf (3) door bout (2)los te drcrcrien en neem het filter-element uit. Reinig filterkolf enbreng een nieuw f ilterelementctctn. Monteer element en kolf weeren lqqt de motor een ogenblikdrqqien teneinde hei f ilter metolie te vullen. Controleer daqrnqhet oliepeil en vul zonodig bij.
BNANDSTOFSYSTEEM
Reinheid vcn de brqndstof
Voor een goede werking vcrn demotor is goede kwcliteit en rein-heid vctn de brclndstof een eerstevereiste. Gebruik geen brqndstofuit een vqt dcrt een tiid openheeft gestcrcrn en wqqrin zich duszeker wqter en stof bevinden.Gooi liever een pcrqr liter brqnd-stof weg, dcrn het risico te nemenvqn bedrijfsstoringen ten gevolgevqn verontreiniging.
Brandstoftqnk
Biid de tcrnk niet geheel leeg,dqqr dit vervuiling kqn veroor-zqken.Tqp de tqnk iedere 48.000 km crfen reinig tegeliikertijd de bodem-zeel.
Alb. ll De benzinepomp
Benzinepomp
De benzinepomp behoeft zeer wei-nig onderhoud. Een periodiekereiniging iedere 24.000 km is vol-doende. Drqqi hiervoor de beugel-schroef los en verwijder het gtcls(zíe cfb. 11).Afb. I0 TqnkzeeÍ
r7
Spoel het filter schoon in ben-zine. Vergeet niet de pakkingringweer qcrn te brengen bii het mon-teren.
Cqrburqteur
De cqrburqteur moet iedere 48.000km worden schoongemcckt. Mendient hierbii uiterste reinheíd tebetrcrchten ocngezien de kleinstevuildeelties reeds verstoppingvcn sproeiers of kqnqlen kunnenveroorzqken.Mqcrk in geen gevcl gebruik vqndrqcrd voor het schoonmqken vctnboringen, doch blcrqs deze doormet perslucht. Controleer tegelii-kertiid de werking vctn de stqrt-cqrburqteur.
Arb. 12 Carburqteur BA 475
De stqtionqire ofstelling dient qlsvolgt te geschieden:
l. Lqqt de motor op tempercrtuurkomen.
2. Drqcri de gcsklepcanslcrg-schroef Q in cfb. 12 en 13) zo-ver irr, dqt de motor snel stq-tionqir drcrqit.
3. Los nu de mengselregelschroef(1) totdcrt de motor begint tegclopperen en stel hem dqcrrncrzover terug dot de motor weernormqql loopt.
t8
Afb. 13 Carburateur BB 475
Draqi hiernq de gcsklepqqn-slcrgschroef linksom totdqt hettoerentcrl normqctl stcttioncrir is.Mocht de motor nu weer gclop-peren, dqn moet de mengsel-regelschroef nog iets inge-drqcrid worden.
Opmerking:
Het crf stellen vqn de cqrburqteurheeft crlleen zin wqnneer de ont-steking en speciacl de bougie-electrodenqfstcrnd juist ziin inge-steld.
BrandstoÍleidingen
Lekken in de brqndstofleidingenkunnen optreden qctn de pers-ziide of crcrn de zuigzijde vqn deb rqndstof-invoerpomp.
Lekken aan de zuigzij de .
D.w.z. tussen brqndstoftqnk "nbrcrndstoftoevoerpomp, wqqrdoor
lucht in de leidingen binnen-dringt. Men moet in dit gevcrl clllewqrtels tussen brqndstoftqnk enbrandstompomp goed vostzetten.Er kqn ook op qndere wiize luchtin de leidingen komen, nl. wqn-neer te weinig brqndstof in detqnk is. Controleer dit dus in deeerste plcrcrts.
4.
5.
Lekken aan de perszijde.
Om deze op te sporen mcrcrkt menwqrtels en leidingen qcrn de bui-tenzijde schoon en controleer dieterwijl men met het hefboompie
op de benzinepomp brandstof op-voert. Men moet vooral zorgen dewqrtels vcrn de brqndstofleidingenniet te f orceren bii het clcrn-
dr qcrien.
KOETSYSTEEM
Het is vctn belcrng het mcrximqlekoeleffect vqn het koelsysteem tebehouden. Spoel dqqrom cilinder-kop en rcrdiqteur twee m<rql perjccr door.
Zorg ervoor dqt de luchtdoorgangvctn de rqdiqteur niet verstoptroakt door vuil of insecten. Ditbelemmert een goede luchtstroom,dus een goede wcrrmte cfgifte.
Lqqt de motor stationqir drcrcrienwqnneer het koelwqter kookt.Giet geen koud wcrter in eenwcrme motor. Hierdoor kunnencilinderkop, -blok enz. scheuren.
Thermostqcrt
De thermostqclt regelt de koel-wcrterstroom bii koude en wsrmemotor. Wqnneer de bedrijf stem-percrtuur nog niet is bereikt wordthet koelwqter vicr een omlooppijpteruggevoerd nq<rr de pomp.
Het zql duideliik zijn dqt eengoede werking vcrn de thermo-,stqcrt zeer belcngrijk is voor eengoede koeling. Een defecte ther-mostqqt moet dcrqrom direct wor-den vervcn€ten.
V-8trC(ll
De spcnning vqn de V-snqqrdient oF geregelde tijden te wor-den gecontroleerd. Bij een juistespcnning moet men de sncrqr tus-sen ventilcrtor en dyncrmo 12-15mm kunnen indrukken (zie cfb.l4).
Alb. l{ V-s[ccr-spcnning
De spanning kcrn ingesteld wor-den door middel vcrn de stelboutin de dyncmosteun nc eerst debeide bevestigingsbouten losge-drccrid te hebben.
Doorspoelen
Om het verstopt rqken vcrn kqnq-len te voorkomen, lqqt twee mcrqlper icrcrr het koelsysteem door-spoelen en wel crlvorens bii hetingcrcrn vqn de winterperiode metanti-vries moet worden gevuld,en nc crfloop vcrn de winter-periode het qnti-vries weer wordtcrf getcrpt.
19
Afb. l5 Aftcpkrqcn vqncilinderblok
Afb. 16 Aftnpkrccn in radiqteur
Wintervoorziening
Tijdens de winterperiode is hetnoodzcrkelijk, om het koelsysteemtegen bevriezen te beschermen.Hiervoor kqn men het koel-systeem het best vullen met eenvloeistof op <rethyleen-glycolb qsis.
20
Er wordt mel ncrdruk op gewezeneen cnti-vries middel te gebrui-ken vcrn een bekend en betrouw-bacrr merk.Top hiervoor het koelsysteem qfvicr de twee oftcrpkrqnen crls ctctn-gegeven in qf b. 15 en 16, wocrbiiterrens de wqtervuldop moet wol-den verwijderd. Vul dqcrrnq metanti-vries in een mengverhoudingqls qqngegeven op de verpcrk-king vqn het crnti-vries middelvqn het betreff ende merk.Een crnti-vries middel op crethy-leen-glycol bcrsis is een middeldcrt het inwendig-o vctn het koel-systeem het minst qcrntqst endccrrbij nog het voordeel heef tdqt het minder snel verdcmptdon wqter. Doordcrt de soortelijkevrarmtecoéfficiént vqn dit middelkleiner is dcrn vqn wcter, kcrnhet, vergeleken met wcrter, in het-zelfde tijdsbestek minder wqrmtevon de motor cpnemen. Het ge-volg is dqt de tempercrtuurmetersneller oploopt.Houd dqn de temperqtuurmeterextrcr in de gcten en regel zonodig de temperqtuur bij met derolhoes.Enige opmerkingen bij het ge-bruik vctn dit crnti-vries middel:
1. Alvorens over te gqcrn tot hetgebruik vqn qnti-vries, ver-dient het crqnbeveling het koel-systeem terdege te reinigen ende koppckking op lekkcge tecontroleren (lekkcge vcrn gly-col in de motor veroorzqqktvqstkitten vqn delen). Ook dewcrterslcrngen en verbindingendienen te worden ncrgezien eneventueel te worden vervqn-gen.
2. Anti-vries gemorst op de cqr-rosserie za,l het lqkwerk ctcrn-
tcrsten. Spoel dit rijkelijk ofmet wqter. Het cfpoetsen meteen doek vergroot slechts deoppervlakte vqn qcrntcrsting.
Wordt bii het verwisselen vcrnde motorolie een kleverigesubstcrntie in de ofgetcpte oliegevonden dcrn kqn wordenqqngenomen dot qnti-vries inde olie is terechtgekomen. Eengrondige reiniging en inspec-tie zijn dqn noodzqkelijk.
Anli-roest middel
Het is strikt noodzqkelijk zomeren winter een qnti-roest middelqqn het koelwcrter toe te voe€Jen,teneinde de corrosieve werkingin het koelsysteem te onderdruk-ken. Als crnti-roest middel moeteen emulgeerbcrre olie (bijv. ShellDonqx C) worden gebruikt, welkeL o/o vqn de hoeveelheid koel-wqter moet bedrogen. Het koel-wqter klijgt hierdoor een melk-vritte kleur. Wqnneer tijdens eengeregelde controle mocht blijkendqt het koelwqter doorzichtigeris geworden mqg 100 cc wordentoegevoegd.
3.
ONTSTEKING
De stroomverdeler
De stroomverdeler eist weinigonderhoud. De verdelercrs wordtgesmeerd door de vetpot iedere3000 km een hele slcrg in tedrqqien. Vul de vetpot zo nodigopnieuw met Multi-purpose vet.Reinig de verdelerkcrp geregeldin- en uitwendig, teneinde storin-gen te voorkomen.
Bougies
De 14 mm bougies zijn vcn hettype Bosch W 175T2. De bougiesmoeten iedere 6000 km wordengereinigd. Controleer dctn tevensde electroden-crfstqnd. Buig nooitqctn de centrqle electrode!Houd ook de buitenkcrnt schoonteneinde overslcrqn te voorkomen.Let er bij eventueel gebruik vqn
Afb. l7 Vetpot vtrn stroomverdeler
een cmder f crbrikqcrt specicrcrl op,dqt de wqrmtegrccrd overeenkomtmet die vqn bovengenoemd type.De bougies moeten iedere 12.000km worden vernieuwd.
M
2L
CHASSIS
TECHNISCHE GEGEVENS(Voor olie- en vetsoorten, zie lclqtste blcldz.)
Koppeling
Vriie slog koppelingspedqcl
Versnellingsbctk
Olie-inhouden:4-versnellingsbck5-versnellingsbqk
Achtercrs
Olie-inhouden:I 100 serie1300 serie1600 serie enkele reductie
dubbele reductie
Voortrs
VluchtNcloop A-G serie
T serieB serieV serie
Toespooridem V serie
Fuseepenhellingidem A.1600 serieidem V1600 serie
Mqx. wieluitslclg binrenwielidem B serieidem 41600 serieidem Vl600 serie
Stuurinrichting
Inhoud stuurhuis: mechqnischhydrcrulisch bekrcrchtigd
22
25-35 mm
3,75 liter3,5 liter
4,5 litet7 liter1l literl3 liter
lo + 30'2" 40' + 30'
20 30' t 30'lo 30' + 30'
20 30'1-3 mm0mmgn
50 30'50
36"
38" 30'40'2g'
Lt lvL liter3 liter
llfielen
Mqclt:1100 en 1300 serie1600 serie
Banden
Bandenmqqt:I 100 serie1300 serie1600 serie
Bandenspcrnning:
Bemsysteem
Vriie slcrg rempedcrqlMqx. onderdruk in vqcuumtqnkMclx. druk in luchtdruktqnk(s)Inhoud vorstbeveiliger
6,0 X 20 (8 gccrts)6,5 X 20 (8 gcrcts)
7.50 x 20112 p.r.8.25 x 20112 p.r.9.00 x 20114 p.r.
Voor bqndensponning wordt ver-wezen nccr de specificcrtie vctnde bqndenfqbrikqnt.
12-13 mm0,6-0,8 kgicm24,8-5,3 kg/cm2200 cm3
ALGEMEEN ONDERHOUD
KOPPETING
De cf stelling vcrn de vrije slcgvcrn het koppelingspedclql ge-schiedt d.m.v. een stelbout (crfb.
18). Draqi eerst de borgmoer los.Bii een te kleine vrije slcrg moetmen de bout linksom en bii eente grote slcrg rechtsom drqqien.Vergeet voorcrl niet de borgmoerweer vqst te zetten.
Afb. 18 Afstetling koppeling
23
:i
1:,i
]li
VERSNETTINGSBAK EN ACHTENBNUG
Het cftcppen vcrn versnellingsbclken qchterbrug kqn het beste ge-beuren, nodct de \rqgen enigetiid heeft gereden. De olie is dqnwqrmer (dunner) en vloeit ge-
STUUNINBICHTING
Te grote speling in de stuurorgq-nen is een oorzcrqk vctn onzekersturen, slqcrn vqn het stuur en teveel speling in het stuurwiel.Men moet er echter rekening meehouden, dat de oorzcrcrk hiervcrnzowel kqn liggen in de stuurin-richting zelf qls in de speling inde stuurverbindingen.Stel oltijd eerst de speling in destuurcrs in en dqqrncr die in desectorqs.De hydroulisch bekrqchtigdestuurinrichting behoeft weinigonderhoud.
BANDEN EN
Controle bqndensponning
Het controleren vcrn de sponningrnoet gebeuren qls de bcrndenkoud zrjn, dqor bii een wqrmebond de sponning enigszinshoger zo,l liggen. Denk bij het opsponning brengen vcrn de bqndenóók qcrn het reservewiel. Gebruikeen goede bqndenspcnnings-meter.
Olie en vet
Olie, vet, petroleum e.d. zijn zeerschodelijk voor rubber. Verwijderdit dcrn ook zo snel mogelijk vcrnde bclnd.
24
mcrkkelijker \^reg. De eerste mcrqldient de olie te worden ververstnq 2000 km; vervolgens iedere24.000 km.
De hydrcrulische vloeistof Ís tevenssmeermiddel. Dit dient ververst teworden ncr de eerste 2000 km endcrcrrncr iedere 24.0A0 km. Contro-leer het peil iedere 1500 km metstilstqqnde motor.Vul zonodig bij en stqrt dcrqrncrde motor. Zo,kt de olie nu onderpeil, dcln is er lucht in de leiding.FIet ontluchten geschiedt door biilopende motor de ontluchtschroefte openen en het stuurwiel vonhet ene einde nctctr het crndere tedrcrcrien. Het f ilter moet iedere48.000 km worden vernieuwd.
WIELEN
Bqndensliitage
Overlcrdingen en een ongunstigeverdeling vcln de loding zijn zeelschcrdelijk voor de bclnden.l. Een verhoging vcrn de bcrnden-
sponning boven die, welkeqonbevolen is, heft niet de ge-volgen vqn de overlcrding op.
2. Snel rijden, heftig crcceleteren,hord remmen en het snelnemen vcn bochten, zijn fcrc-toren, welke cllle zeer, ongun-stig ziin en de slijtoge vcrn hetoppervlok beinvloeden.
3. Sterke en plotseling optreden-de plootselijke wrijvingen b.v.door het schuren lcngs een
trottoirbcrnd, een losse steenop de weg of een vrij diep gatin de weg, kunnen ernstigeschqde ctqn de bcnd veroor-zqken.
4. De voorwieluitlijning is even-eens vcrn groot belcng voorde toestqnd vctn de bqnden.Oniuiste uittijning z<rl directkenbcqr worden in de vormvqn bqndenslijtage.
Wielmoeren
De moeren vctn de wielen, dienieuw of verwisseld ziin, moetenncr 100 km nog eens worden crcm-gedrccrid. Doe dit dicrgonqqls-gewiize.Alvorens een wiel te monterenlqat men een druppel motorolieop de wielbouten vqllen om tevoorkomen, dqt de moeren doorroest vqst gqcrn zitten.
Men lette er op, dot de verzonkengcten, wqcrin voor het binnen-wiel de coniscbe kcrnt vqn debout vqlt en voor het buitenwielde conische veerring, vrii ziinvcn stof en verf en dqt ook devlcrkken vqn de wielschiif en denccrfflens, die tegen elkqqr vql-len, goed schoon zijn. Dit geldteveneens voor de tegen elkqcrrliggende vlqkken vcn de dubbelgèmonteerde qchterwielen.Door cqnwezigheid vcrn vuil e.d.liggen de wielen niet vlcrk en ont-stcrcrn verhogingen, dÍe losse ver-bindingen, speling en sliitcge ten-gevolge hebben. Let op het boven-stqcnde in het biizonder wcrnneermen reservewielen monteert, dqardeze dikwiils door stof en modderzijn verontreinigd.Vqn pos geverfde wielen moetmen de verzonken goten zorg-vuldig schoonmqken.
NEMSYSTEEM
De voertuigen vctn deze serieszijn uitgerust met hydrcrulischeremmen en voorzien vctn eenvqcuum rembekrcchtiger. Hetrempedaql werkt hydrculisch opqlle vier wielen en de hqndremmechanisch op de qchterwielen.Het gebruik vqn de hqndrem heeftgeen invloed op het hydraulischerernsysteem of omgekeerd.Diverse typen uit deze series kun-nen op verzoek zíin uitgerust meteen luchtdruk-hydrqulisch of eenluchtdruk-mechqnisch remsysteem,terwijl de V 1600 BB kan ziin uit-gerust met een gescheiden rem-systeem, woarbij de temmen opde voorcrs Iuchtdruk-hydrcrulischen op de qchterqs luchtdruk-mechcrnisch worden bediend.
Onderhoud
l. Controleer of het rempedcrqlvqst crcrnvoelt en niet de nei-ging heef t om zich crls sPons
(veerkrcrchtig) te gedrcgen. Ditwiist op een gebrek qctn rem-vloeistof, een lekke leiding ofluchtbellen in het remsysteem.Indien het vermoeden bestccrt,dct er lucht in de remleiding<rcrnwezig is, moet het systeemworden ontlucht.
Een grote vrije pedcclslag iseen teken, dqt de remmenmoeten worden biigesteld.Controleer met Íngetrapt rem-pedcrcrl het systeem op lek-kcrge. Dit zq,l opvcllen bii hetnqzien vcrn de verschillendeverbindingen, bovendien zcllhet rempedcal lcngzccrm ver-der kunnen worden ingetrcpt.Iedere 3000 km moet de hoe-veelheid rem,vloeistof wordengecontroleerd. Een vlugge ofqqnzienliike dcling vcrn hetniveau duidt op lekkcrges insommige delen vcrn het sy-steem, díe moeten worden op-gespoord en verholpen.
2.
3.
25
Het voorrcrcdtcnkie bevindt zichqcn de binnenzijde vqn de motor-kqp. Het nivecru moet 2 tot 3 cmonder de bovenrqnd stcrqn.Er dient op te worden gelet, dqthet gclcltie in de vuldop geheelopen is.
Vacuum-remb ekrqchtiger
Deze dient om de druk, welke opde remvloeistof wordt uitgeoefend,te vergroten. Er dient echter reke-ning mee te worden gehouden, dcrtindien et onvoldoende vqcuumin de vqcuum-voorrqqdtcnk is, ergeen of nqgenoeg geen bekrcrch-tiging ocnwezig is. Men moet inzo'n gevcl dus met de voet eengrotere kracht op het rempedclaluitoef enen om dezelf de remver-trcrging te kunnen hqlen.Controleer geregeld de leidingenvqn de rembekrcchtiger op lek-ken.
Vtrcuum-bekrcchtiger trekkers
Smeer de vcrcuum-bekrcrchtigervcm de trekkers iedere 24.000 kmm.et maximqal 25 cc remvloeistof.
Alb. 19 Vccuulr-tsrtbekrcrehtiger(trekkers)
26
Luchtdruk bediende remmen
Wcrnneer de remmen met lucht-druk worden bediend, ziin in deleiding tussen compressor en tcrnknog een olie- en wcterqfscheider(A) (zie afb. 20), een drukregelcrcrren een vorstbeveiliger (B) gemon-teerd.
'Atb. 20 Olie- en wcteratscheider,drukregelacrr en vorstbeveiliger
De olie- en wqterqfscheider moetdcgelijks worden cf geblqzen omolie en water te verwijderen (A incrfb. 20).
Stqrt de motor en druk de knoP(l) in tot condens e.d. ziin clfge-blcrzen. Teneinde de bcrnden oP
te pompen dient men ncrdqt de
afscheider is crfgeblqzen de vleu-gelmoet (2) te verwiideren en deslong ctctn te brengen.Achter de drukregelcrcr is een
vorstbeveiliger gemonteerd ten-einde bevriezing vcrn condens-vrqter tiidens de vorstPeriode tevoorkomen. Vóór de winter moetde beveilÍger gedemonteerd engrondig gereinigd worden.Wcrnneer de temperqtuur benedenhet vriespunt dqcrlt moet de vorst-beveiliger in werking worden ge-steld.
-Frrù
Afb, 2l Vorstbeveiliger
Hiervoor is een vulplug met peil-stok crcrnwezig (4 in cfb. 20). Devulstop moet worden geopendmet stilstacnde motor. De knop(5) moet in de onderste stqndstqqn.De regelknop (5) bevindt zich qclnde bovenzijde. Geheel uitgetrok-ken: beveiliging onder 0o C; nietuitgetrokken: geen beveiliging(crfb. 2L).
Luchtketels dienen dcrgelijks teworden cf getcpt bij lopendemotor.
Alb. 22 Afblaqskrqon
WcrarschuwingAls de \ rctgen is uitgerust metluchtdruk bediende remmen kcrn€r, wqnneer geen of onvoldoendeluchtdruk in de voorrqcrdketels<rcnwezig is, met de voetrem vol-strekt niet worden geremd, dusook niet met een vergrote krqchtop het rempedqql. Wel kqn metde hqndrem worden geremd, dcrcrrdeze direct mechqnisch op decrchterwielen werkt.
ftfilrr*rAfb. 29 S9tt"*1 vcrcuum belrrqchtigd hydrculisch rensysteem
l. Spruitstuk.2. Vqcuumpomp.3. Meter.
4. Vqcuumtqnk. 6. Hoofdremcilinder,5. Vqcuumbekrqchtiger. 7. Remschoenen.
27
Afb. 24 Schemq luchtdruk-hydrculisch rem
@systeem
l. Compressor.
2. Olie- en
wcrterqf scheider.3. Drukregelocr.4. Vorstbeveiliger.5 Luchtketels.
Overstroomklep.
Leidingfilter.Meter.
Remklep.
Lucht-hydroulischecilinder.
11. VoorwÍelremmen.
12. Achterwielremmen.
13. Hqndremklep.
14. Af sluiter.
15. Koppelingskop.
T''P14 î5
I l. Snelontlostklep.
12. Remkqmers.
13. Handremklep.14. Af sluiter.15. Koppelingskop.
6.
7.
8.
9.
10.
13
IIIt
Alb. 25 schema luchtdruk-mechcnisch remsystèem
l. Compressor.
2. Olie- en
wcrterqf scheider.
3. Drukregelcrcr.
4. Vorstbeveiliger.5. Luchtketels.
28
6. Overstroomklep.
7. Leidingfilter.8. Meter.
9. Remklep.
10. Stoplichtschckelqar.
ELECTRISCHE INSTALLATIE
TECHNISCHE GEGEVENS
Accu:
spcrnningccrpociteit
Dyncmo
Startmator
Zekeringen
Lcrmpen:
Koplompen duplolompenStodslichtlcrmpAchterlichtlcmpStoplichtlcrmp/
ri chtin gclcnwij z e rl cmpRichtingaqnwij zerlclmp vóórCqbineverlichtingInstrumentenverlichting (groen)ControlelcmpjesRi chtin g crqnw ij z e rs chak el crcrrl cmp
t2vr20 A,h/20h
300 w/t2v
1,8 pki12 V
10 X 8A2X254
4s/40 w4W5w
ALGEMEEN ONDERHOUD
18Wt8wl5W2W2 \^/
2W
Accu
De qccu moed minstens iederemcrqnd worden gecontroleerd. Devloeistof (electrolyt) moet altijdeven boven de platen stcran. Ishet nivecru gezckt, dqn moet menuitsluitend bijvullen met gedestil-leerd wcrter.Polen en poolklemmen vqn desccu moet men steeds goedschoon en vrij vqn oxydctie hou-den. Vet ze in met zuurvrije vose-line.Mclcrk ète luchtgcctjes in de vul-doppen vri| door, ze met een ijzer-
drcrcdie door te steken.Het verdient qanbeveling de toe-stcrnd vcrn de crccu vqn tijd tot tijdte controleren door het s.g. vctnhet zuur te meten.De volgende gegevens kunnenworden crcngehouden:Volledig geloden 1,28-1,30; hcrlfontlqden t I,2I; beneden 1,15qccu geheel ontlcrden.I)e crf lezing moet voor de v€r1schillende cellen ongeveer geliikzijn. Wqnneer het zuur wordt ge-wogen moet gelijktijdig wordengecontroleerd of de hoeveelheiddie in de zuurweger wordt opge-zogen, schoon is.
29
Dynamo en starter
De dyncrmo moet íedere 12.000 kmworden gecontroleerd teneindeeen goede werking te verzekeren.
l. Bedrcding. Controleer de be-drcding en de isolcrtie opbreuk of beschcrdiging en zorgdqt qlle qonsluitingen schoonzijn en goed vqst zitten.
2, Colleclor. Een vuile collectorkqn worden schoongemocktdoor er een schoon drooglcpje tegen te houden en hetanker lcrngzcrom met de hcrndte drsqien.
3. Borstels. Controleer of de bor-stels vrij in de houders kunnenbewegen. Wcrnneer de borstelszo ver zijn versleten dct deborstelkqbel bijnc tegen deborstelhouder oonligt, moetende borstels worden vervqngen.
Indien de dynomo no deze con-trole nog onvoldoende werktdient men dyncmo en regelcordoor een speciolist te lqten testen'
De stroomspcrnningsregelqcrr isdoor de f clbriek oP de iuistevrqcrde cfgesteld en verzegeld.De stqrtmotorcontrole komt geheelovereen met die vctn de dYncmo.
Koplcmpen
De koplampen zijn vcrn een type,wcrqtvqn de reflector en het gloséén geheel vormen. Zíi geven eenqsymmetrische lichtbundel. Doormiddel vqn een eenvoudige ver-stelling kunnen deze lampen zo-wel voor het rechts- qls voor hetlinkshoudend verkeer worden in-gesteld.
30
Het qf stelien vcrn de koplam-pen geschiedt op de volgendewijze:
Plocrts de wogen op een vlqkkehorizontqle vloer, zodonig dqtde koplompen op 5 m qfstqndrecht voor een verticqle wqndof scherm stqcrn.
Schckel het dimlicht in enscherm de rechter koplcrmp af.
3. Zet op de wqnd een horizon-tcrle lijn, welke voor een be-loste wqgen 5 cm en voor eenonbelcrste wqgen 8,5 cm lcgerligt dqn het hqrt vsn de kop-Iampen.
Afb. 2g
Verwijder de chroomrand (cfb.26) door de wijs- en ringvingerin de gcten vcrn de chroom-rcrnd te steken en de duim teplccrtsen op het koplcmpglcs,waqrdoor de chroomrqnd zon-der gereedschop kqn wordenof getrokken.
A.
1.
2.
4.
5. Nu zijn er twee stelschroefjeszichtbcrqr wqqrmede de dim-lichtbundel kqn worden of ge-steld. Door verdrcrciing vcrn debovenste stelschroef ( I in crf b.27) rnoet de dimlÍchtbuncrel zo-dcnig worden cfgesteld, dqthet horizontqle gedeelte vqn delicht-donker grens op de in
Afb. 27
Denk voorts een verticcrql vlqkvqnuit het hqrt vqn de kop-lcmp en evenwiidig qqn delengtecs vctn het voertuig nctcrde in punt 1 genoemde wand.Door verdrqcriing vctn de onder-ste stelschroef (2 in qfb. 27)wordt de knik in de dimlicht-bundel zo gesteld, dot dezevqlt op het snijpunt vqn hetdenkbeeldige verticqle vlqkmet de horizontqle liin.
6. Herhqql dezelf de hcrndelingmet de rechter koplamp,doch nu met <rfscherming vqnde linker koplomp qlq ge-noemd in de punten 2 t/m 5.
B. Het instellen vcn de koplom-pen voor rechts- of linkshou-dend verkeer:
I . Verwijder de chroomrcrnd (ziepunt A4).
2. Verwiider het glcrs met reflec-tor (deze vormen één geheel)door één hcrnd tegen het kop-lcmpglqs te houden (cfb. 28) enmet de qndere hend rlc links-
@Afb. 2g
boven bevindende borglÍp qch-terover te drukken.De reflector met glcrs is nu losvqn het koplomphuis en cclnde ochterzijde vqn de reflectoris nu een duplo lompf ittingzichtbqqr met er onder eenplastic schuif je.Rechtshoudend verkeer: ver-wijder de fitting met gloeilcmp€n hewgeg het schuifie fcrfb.29) nqctr links; plccts dcrcrrnaweer de fitting met gloeilctmp.Linkshoudend verkeer: verrvii-der de fitting met gloeilclmP enbeweeg het schuifie (cfb. 29)nctcr rechts; plclcrts daqrnclweer de fitting met gloeilcrmP.
\-
@Alb.29
3.
4.
punt 3 genoemde liitt vqlt.
3l
De electrische hoorn
De electrische hoorn is zodclnigcf gesteld, dct een goed geluiden een lcrnge levensduur zijn ver-zekerd. Indien de hoorn niet, ofonregelmctig werkt, behoeft betcppcrrcrct zell niet defect te ziin.Controleer eerst of de oorzqqkelders te vinden is, zoqls een loscont<rct, een gebroken drqqdver-binding of een ontlcrden qccu. Atb. 30 Zekeringen
32
FF=Ì-'fi.|||||q---_--.1il li roî-lrt trt,l tl ,lî .^_ | |
1,., a*rtq1:-llllI '--69. J+JJ+l+iîJt+i
ÉÉl
EÉ.e !lEeEE!nr-.É
sOa?inún'= cD€ctecoOr69rEflSeectUl-FI
G'
iÍ
g
=9..tttz trll|rJEdt{ IH=fruta4n= T-ur!* !5El',; I
olrl{ |
=-tJ;NfD-1u
ili adir g>.Plrlz
I
I;
ri ssÈ ÉG'Jan.trt2É?'3ìÍi
tt -,n Í,@H;i
I
trÈÈ;Eúì rD
J
ÉH3sll tt
@o
r+rtÈif"IHlîltAll*l1"1| ,-.,.Ji#FIt
lN
i$
ffi""4#'la-é
t6- 601 f-B- ro Iffigl;#I HffiF=i?- sil i-l
li- oo I t5- 10 |12-ool lr-roll&JJ lr- sr I12- s0 | ll- sz Ilm,dl Frool13.l0l ls-zol13- 20 | ls- zs It55l t6.ool
@qFr*-lh,roroR IIq{ASsEltAsREo. I
I D E N T I F IC A T I E P L A A T ) E
De betekenis yqn de nummers ls de volgende:1-00 Cabine-vloer-frontstuk s-20 Instrumentenbord2-00 Motor 5-75 Schqkelorgcrnen two-speed2-38 Motorophonging 6-00 Reminstcllqtie2-50 Koelorgqnen motor 6-60 Hcrndrem3-00 Versnellingsbck + bediening Z-00 Voorqs3-10 Reductiebck + bediening T-ZA Wielen
Iedere wcgen is voorzien vcrn een identificcrtieplclatje crls boven getoond.Bii het bestellen vcrn onderdelen is het noodzqkelijk om het completeidentificqtienummer vcrn het hoofdcomponent vqn het betreffende onder.deel op te geven.
3-20 P.T.O. + bediening3-30 Acrndriifossen3-40 Koppeling en bediening4-10 Uitlcqtorgqnen4-64 Gqsbediening4-87 Luchtinlclcrt5-00 Electrische instqllotie
7-30 Stuurinrichting7-41 Voorveer7-42 Achterveer7-90 Schokdemper voor7-91 Schokdemper qchter8-10 Achterqs9-00 Chqssisrqqm
34
Afb. 32 Chcssisnummer AÍb. 33 Motornummer
N IEUWE OF GEREVIDEERDE ONDERDELENBij nieuwe of gerevideerde onderdelen moeten tijdens de inloopperiodevan die onderdelen enige extrq beurten worden uitgevoerd, te weten:
NA DE EENSTE 600 KMMotor1. Motorolie verversen.2. Luchtfilter reinigen en filter-
olie verversen.3. Filter vqn motorventilqtie rei-
nÍgen en filterolie verversen.4. Element vqn smeeroliefilter
vernieuwen.5. Werking oliedruklumpie con-
troleren.6. (Indien nog niet geschied bii
0-inspectie):ct. Cilinderkopmoeren qqnhq-
len' (zie cfb. 34).b. Klepspeling controleren.
NA DE EEBSTE 2OOO KMMotor1. Motorolie verversen.2. Luchtfilter reinigen en filter-
olie verversen.3. Filter vcrn motorventilcrtie rei-
nigen en filterolie verversen.4. Stroomverdelerqs spqarztrqm
smeren.5. Element vcrn smeeroliefilter
vernieuwen.6. ZeeÍ. in motorccrrter reinigen.7. Klepspeling controleren.8. Alle leiding- en piipverbindin-
gen controleren.9. Vloeistofnivequ in koelsysteem
controleren.
10. Rolhoeswerking controleren.I 1. Spcnning ventilqteurriemen
controleren.L2. Stcrtioncrir toerentql (bii wcrrme
motor) controleren.13. Werking oliedruklcmpje con-
troleren.
Versnellingsbok, differentieelhuisen hydrculisch bekrachtigd stuurl. Olie in versnellingsbck ver-
versen.2. (V-serie) Olie in tussenbqk
vervelsen.3. (V-serie) Olie in differentieel-
huis-vóór verversen.4. Olie in differentieelhuis-crchter
vervelsen.(Bij in gebruiknqme vcrn eengerevideerd of nÍeuw differen-tieel dient men dit te vullenmet een inloopolie (Shell55229A').Bij deze eerste vullingdient men tevens ongeveereen hqlve liter vicr de vul-opening vcrn het pignonhuiste gieten).
5. Olie in hydrcrulisch bekrqch-tigd stuur verversen.
6. Indien nog niet bij O-inspectiegeschied dienen bouten enmoeren vqn versnellingsbck,qchteras en stuurinrichting teworden clcrngehqqld.
Afb.34 Aanhaclvolgorde cilinderkopmoeren (crcrnhcrcrlspcrnning lg-20 mkg)
3'
PERIODIEK ONDERHOUD
EIKE I5OO KM
Indien qcrnwe zig, olienivecu invoorrcadtcrnkje vcn hydrcrulischbekrqchtigd stuur controleten eneventueel bijvullen met qutomcr-tische trcrnsmissie-olie.
EIKE 3OOO KMMotor
1. Motorolie verversen.2. tuchtfilter reinigen en filter-
olie verversen.3. FÍlter vcrn motorventÍlatie rei-
nigen en filterolie vetversen.4. Stroomverdelercr.s spaarzqcnil
smeren.5. Alle leiding- en piipverbindin-
gen controleren.6. Vloeistofniveau in koelsysteem
controleren.7. Rolhoeswerking controleren.8. Spcnning ventilqteurriemen
controleren.9. Werking oliedruklcrmpie con-
troleren.
Koppeling
l. Nippels vcrn koppelingscs crqnweerszijden vcrn koppelings-huis smeren m,et vet.
2. Nippel crcrn koppelingspedccl-crs smeren met vet.
3. Vloeistof nivequ in voorrqcrd-tcnkje vcrn hydrculisch be-dÍende koppeling controlerenen zonodig bijvullen met rem-vloeistof .
4. Vriie slcg bii koppelingsstel-bout controleren.
Versnellingsbck (evt. tussenbck)Olienivecu controleren en zonodigbijvullen met olie tot nivecuplug-.
Achteras (evt. voorcs)Olienivequ in differentieelhuiscontroleren en zonodig bijvullenmel olie tot nivecuplug.
,6
Electrische instcllcrtie
1. Vloeistofnivequ in cccu's con-troleren en zonodig bÍivullenmet gedestilleerd water tot ccr.0,5 cm boven de plcten. Polenen klemmen schoonmqken eninvetten met zuurvrije vctse-line.
2, Instrumenten en cccessoiresop juiste werking controleren.
ChassisDoorsmeren volgens schemq.Koppelschotel (clleen trekkers)l. De nippels vcrn de schornierqs
rnet vet smeren.2. De drcraiplcrten schoonmqken
en deze invetten. Houdt daqr-bii de contcrctring droog (nietinvetten).
Remmen
I . Controleren en eventueel bij-stellen.
2. (Hydrculische remmen) Vloei-stofnivecru in reservoir vcnhydrculisch remsysteem con-troleren.
EIKE 6000 KMMotorl. Element vqn smeeroliefitter
vernieuwen.2. Bougies controleren.3. Onderbrekerpunten controle-
ren.
ELKE I2.OOO KM
Motorl. Bougies vernieuwen.2, Onderbrekerpunten vernieu-
wen.3. Kolf vqn benzinepomp reini-
gen.4. Klepspeling controleren.5. Stctioncrir toerentql controle-
ren.6. Motor reinigen.
Remmen
(Luchtdrukremmen) FÍlter vqn olie-en wcrtercrf scheider en leiding-filters reinigen.(Vcrcuum bekrqchtigde remmen)1. Filter op vcrcuumpomp reini-
gen.2. Luchtfilter vqn rembekrcrchti-
ger in cqbine reinigen en inrernvloeistof dompelen.
Ghcrssis
1. Reinigen.2. Stuurinrichting en wieluitlij-
ning controleren.3. Olíenivequ in huis vcrn mechcr-
nisch stuur controleren.4. Wiellagerspeling controleren.5. Alle vqn buiten bereikbcrre
bouten en moeren controleren.
Electrische installatieCollector en koolborstels vcln dy-nqmo en stqrtmotor controleren.
EIKE 24.OOO KM
Versnellingsbcrk (evt. tussenbck)Olie verversen.
Achlerqs (evt. voorcs)Olie in differentieelhuis verversen.
Stuurinrichting(hydrculisch bekrqchtigd)Olie verversen en ontiuchten.
KoppelingDruklqger spaqrzcrcm smeren.
MotorCcrrterventilctie reinigen.
VerlichtingKoplcmpen qfstellen.
EIKE 48.OOO KMKoppelingVloeistof in hydrcrulisch bediendekoppeling verversen en ontluch-ten.
Remment. Vloeistof in hydrculisch rem-
systeem verversen en ont-luchten.
2. Componenten vqn remsysleemcontroleren.
3. Remvoering controleren.
WielenWiellqgers invetten.
Stuurinrichting(hydraulisch bekrachtigd)Filterelement in olieresirvoir ver-nieuwen.
Motorl. Zeel in onderccrrter reinigen.2. Ccrrburateur reinigen.3. Kop vcrn luchtdrukcompressor
en persleidingen reinigen.4. Brcrndstoftcnk en zeef reinigen.
Electrische instqllatieStcrtmotor en dyncmo inwendigreinigen.
37
Afb. 37 Grille olnemen
Alb. 35 Vqcuumpompfilter
Afb. 36. Luchtfiter rembekrcrchtiger
N
,g/6/
38
SMEERMIDDELENMotor:
Ollebqdluchttllter:
Versnellingsboken tussenbqk:
Achterqs:
Achtercs:(dubbele reductie):
Acndr{tqgren:
Stuurhuis:
Rensysleem:
Vorstbeveillger(remsysteem):
Koelsysleem:
Motorolie:
Viscositeit:
zie motor
Olietype:Viscositeit:
Olietype:
Viscositeit:
Olietype:Viscositeit:
MM-MS (nieuwe APIPremium (oude APIvorstnormqqltropen
klcrssificctie)klcssificctie)
SAE 20
SAE 30
SAE 40
RegulcrBoven -12" CBeneden -l2o C
Super Duty hypoid(minimccrl CRC 10 level)Boven -12" CBeneden -l2o C
Hypoid (minimqql CRC 6Boven - 12" CBeneden -l2o C
SAE 90
SAE 80
SAE I4O*SAE 90
level)SAE I4O*
SA.E 90
Schqkelmotor en reductiekcrrtfe vcrn de kilometerleller:
Viscositeit: SAE 90
Hydr.bekrcrchttgdstuur: Olietype: Automqtische trqnsmissieolie AQ-ATFtype A
Olietype: Motorolie SAE l0W of qutomqtischetrcnsmissieolie AQ-ATF type A
Vettype: Multi-purPose
Olietype: Regulcrr, Compound of Multi-purPose
Hecrvy Duty (SAE 70 ng) remvloeistof
Brandspiritus
Toevoegen qcrn koelwcrter (zomer en winter) I0/oemulgeerbcrre olie. Bii tempercrturen onder 0o Ccrnti-vries op crethyleenglycol bcisis gebruiken.
Indien de wcrgen wordt gestqld in een omgevingstemperqtuur loger dqn0o C m,oet i.v.m. ,,chcnneling" met SAE 90 worden gevuld. Dit getdt ookvoor wqgens, die veel stqrt- en stopwerk verrichten.
40
C}
rrlnKIJ ol
_;_
-l::l :
-ó
trftrlrrN.B.: Het hydrclulische stuurmechsnisn
Het mechanische stuurmechcrnism
E@ EU
/
IIEIE
J'lTrll1Ir
rE.t
agllllltl
î-lJ -?L___3
\
3 000 K P1:{q12000KM J
18000KM
053OCO8 6 /2
rhanisme iedere 24.000 km vetversen.hcnisme behoeft geen olieverversing.
C)AVtl
Multipurpose vet
Trcrnsmissie olie
Hypoid olie
Motorolie
Remvloeistof
Verversen
ControlerenSymmetrisch
v
cS