memo benutting van visserij reststromen (nl)

11
M E M O - Public document- BENUTTING VAN VISSERIJ-RESTSTROMEN VOORBEREIDING OP DE GVB AANLANDINGSPLICHT SUSTAINOVATE AS Oslo, 29 Apr 2014 Commissioned by the Dutch Ministry of Economic Affairs “Programma Internationale Agroketens” Oslo telephone: +47 91381317 www.sustainovate.com

Upload: sustainovate

Post on 30-Mar-2016

229 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Aan alle vissers, verwerkers, afnemers etc., De aanstaande aanlandverplichting zal de hoeveelheid niet consumeerbare vis(delen) en visafval flink vergroten. Op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken heeft Sustainovate op basis van informatie uit de landen rond de Noordzee en IJsland een overzicht gemaakt wat de mogelijkheden die er voor deze extra aanvoer van vis zijn. Sustainovate heeft haar bevindingen samengevat in een memo. Het is door de verscheidenheid aan bedrijven niet mogelijk gebleken om een handleiding te maken over hoe om te gaan met bijvangsten, hoewel dat binnen deze opdracht wel geprobeerd is. Tijdens het verzamelen van informatie hebben we echter wel nuttige contacten gelegd, indicaties verkregen over af te nemen volumes, innovatieve activiteiten, interesse vanuit de markt en meer. Hiermee kunnen we bedrijven behulpzaam zijn en desgewenst maatwerk leveren.

TRANSCRIPT

Page 1: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

M E M O !- Publ ic document-

!!

BENUTTING VAN

VISSERIJ-RESTSTROMEN VOORBEREIDING OP DE GVB AANLANDINGSPLICHT

!!!!

SUSTAINOVATE AS!

Oslo, 29 Apr 2014!!!!!!!

Commissioned by the Dutch Ministry of Economic Affairs!

“Programma Internationale Agroketens”!!O s l o • t e l e p h o n e : + 4 7 9 1 3 8 1 3 1 7 • w w w. s u s t a i n o v a t e . c o m

Page 2: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

Mogelijkheden voor benutting van afvalstromen uit de visserij en visverwerking De aanstaande aanlandverplichting zal de hoeveelheid niet consumeerbare vis(delen) en visafval vergroten. Daarom heeft Sustainovate op basis van informatie uit de landen rond de Noordzee en IJsland een overzicht gemaakt wat daar mee gedaan zou kunnen worden. Het resultaat is in figuur 1 samengevat en die wordt daaronder beknopt toegelicht.

Sustainovate heeft tijdens het opstellen van het memo veel informatie verzameld die het mogelijk maakt om voor individuele bedrijven de oplossingsrichtingen te verzamelen en beoordelen (zoals bedrijfsinformatie, indicaties over af te nemen volumes, innovatieve activiteiten, interesse vanuit de markt en meer). Meer informatie is verkrijgbaar bij Sustainovate.

Figuur 1. Vereenvoudigd stroomschema van mogelijke verwerkingsmethoden van vis en visresten.

In het schema doorloopt de bijvangst het proces van links naar rechts. Aan de linkerzijde worden de bijvangsten al dan niet samengevoegd met eventueel beschikbaar visafval uit visserij en aquacultuur. Aan de rechterzijde resul-teren deze vervolgens in producten die voor verschillende afzetmarkten kunnen worden gebruikt. Opvallend is overigens dat verschillende verwerkingsmethoden met ieder verschillende eindproducten gedeeltelijk voor dezelfde doeleinden worden gebruikt. Een mooi voorbeeld hiervan is diervoeder voor bijvoorbeeld de pelsdier- of varkenssec-tor. Deze dieren kunnen zowel met vismeel, gehydrolyseerd eiwit als silage worden gevoerd. Omgekeerd kan het gehydroliseerd eiwit naast voor diervoeder ook voor voedingsstoffen en hoogwaardige producten worden gebruikt. Een proces is dus niet altijd direct te koppelen aan een afzetmarkt, deze kunnen door elkaar heen lopen. Dit bied

S u s t a i n o v a t e ! B e n u t t i n g v a n v i s s e r i j - r e s t s t r o m e n - v o o r b e r e i d i n g o p d e G V B a a n l a n d i n g s p l i c h t ! !"1

Page 3: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

overigens wel een zekere mate van vrijheid als het gaat om de keuze van het verwerkingsproces. Een keuze in het proces om technische redenen beperkt de afzet immers niet per sé tot een enkele markt.

In Nederland wordt er met name vanuit de toeleveranciers (visserijbedrijven) gezocht naar oplossingen om de lasten van de aanlandingsplicht te verlichten. De benadering is dus meestal aanbodgestuurd. Zo zijn er in voorgaande sub-sidierondes van het Ministerie van Economische Zaken met name projectvoorstellen ingediend die zich richten op technische (net) aanpassingen om bijvangsten te voorkomen en technische aanpassingen om bijvangsten aan boord te kunnen verwerken. Andere voorstellen richten zich op beschikbare grondstoffen in bestaande en toekomstige reststromen. De vermarkting van bijvangsten blijft juist onderbelicht.

In Noorwegen en IJsland is de aanlandingsplicht al decennia lang van kracht. Hier is de bijvangst-industrie samengesmolten met de afvalverwerkende industrie. Noorwegen heeft dankzij haar grote innovatiebudgetten inmid-dels heel wat technologieën en technieken ontwikkeld voor het verwerken van discards en het ontwikkelen van nieuwe producten. In Noorwegen en IJsland benadert men de bijvangstproblematiek, logischerwijs, juist meer van de marktzijde. Er moet eerst worden bepaald in welke producten en eigenschappen van producten de industrie is geïnteresseerd. Een duidelijke vraag komt daarbij uit de omega-3 en proteïne industrie. De belangrijkste grondstof-fenleverancier daarvoor is de visserij in West-Afrika en Peru en die zitten tegen hun capaciteitsgrenzen, dus kun je de vraag stellen: Waarvan kan de omega-3 geproduceerd worden als de vraag ernaar blijft groeien? Omega-3 uit algen wordt als optie gezien, maar dit is een langetermijnontwikkeling. Omega-3 uit vis ligt dan ook het meest voor de hand.

Typische vragen die spelen zijn: Wat zijn opkomende markten? Wat is de behoefte aan mariene producten in de aquacultuur en andere sectoren bij een op wereldschaal toenemende vraag aan voedsel? Waar zitten potentiële partners om business te ontwikkelen? Wat zijn de te behalen winstmarges en onder welke condities?

Er is in Noorwegen en IJsland een trend gaande om de ‘Captains of Industry’ zoals ze het zelf noemen te betrekken bij deze grote vraagstukken. De overheid faciliteert (financieel) waar het kan en de industrie en kennisinstellingen lijken elkaar steeds vaker te ontmoeten in nationale debatten en matchmaking activiteiten. Nederland zou hier prima in mee kunnen draaien mits er complementaire competenties worden gevonden. De mariene biotechnologie aan Noorse zijde en de agrarische biotechnologie aan Nederlandse zijde zou volgens de Noren veelbelovend lijken. Ook de Nederlandse voedselindustrie zou aantrekkelijke partners te bieden hebben.

Bestemmingsmogelijkheden niet consumeerbare vis(delen) en visafval !Vis(resten) zijn bruikbaar voor de productie van biogas. Maar het snelle bederf, het vrijkomen van visafval in veel kleine bedrijven en het relatief lage energiepotentieel beperken de afzetmogelijkheden en de inzetbaarheid. Om dit afzetkanaal te benutten moet er daarom maatwerk geleverd worden. In Nederland is een enkel bedrijf actief dat vis-reststromen omzet in biogas.

Uit vis kan in beginsel ook biodiesel geproduceerd worden. In Nederland loopt een project naar het gebruik van visafval als grondstof voor voedsel en biodiesel. Een probleem blijft de lage energiedichtheid van het visafval en de geuroverlast bij de productie ervan.

In Nederland zijn door het gescheiden inzamelen van GFT-afval en groenafval vrij veel composteerinrichtingen beschikbaar die visbijproducten zouden kunnen omzetten in compost. Die kunnen visafval gebruiken om moeilijk

S u s t a i n o v a t e ! B e n u t t i n g v a n v i s s e r i j - r e s t s t r o m e n - v o o r b e r e i d i n g o p d e G V B a a n l a n d i n g s p l i c h t ! !"2

Page 4: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

afbreekbare resten om te zetten in compost (de bacteriën en schimmels gebruiken de stikstof in de visresten als voeding voor het omzetten van afval met weinig stikstof). Maar er is maatwerk nodig om stankhinder vanuit de com-posteerinrichting te beperken. In Nederland is afvoer naar een composteerinrichting echter vrijwel altijd duurder dan andere verwerkingsmethoden. In het buitenland (bijvoorbeeld Verenigd Koninkrijk) zijn de mogelijkheden voor com-postering doorgaans beperkt doordat de afstanden tussen de plaats waar het visafval vrijkomt en de plaatsen waar het gecomposteerd kan worden (te) groot zijn of er gewoon te veel visafval is in verhouding tot de beschikbare ho-eveelheid het GFT-/groenafval.

Vloeibare meststoffen worden verkregen door een enzymatische hydrolyse van visresten bij lage temperatuur. Door de lage temperatuur behoudt het hydrolysaat de eiwitten, visolie (omega 3), aminozuren, vitaminen en natuurlijk voorkomende enzymen. In Engeland wordt deze markt beschreven.

Vismeel, een relatief droog product, wordt gebruikt als diervoeder of plantenmeststof. Vismeel is ook een belangrijk product in de aquafeed en wordt voornamelijk geproduceerd van de Peruviaanse ansjovis. Dit visbestand komt met de toenemende wereldwijde vraag om gekweekte vis steeds meer onder druk te staan. Het is aannemelijk dat zowel de prijs als de zoektocht naar alternatieve bronnen blijft groeien. Een groeiend deel van vismeel bestaat al uit bijpro-ducten uit de visserij! Het is te verwachten dat de marktprijs voor vismeel blijft stijgen (zie figuur 2). Een bijproduct van de productie van vismeel is visolie. Een kilo industriële vis levert gemiddeld 3-5 % visolie en 20-25 % vismeel, de rest is water.

Figuur 2. Marktprijs voor vismeel in de periode 1999 - 2013 (euro per ton).

Nertsenvoer bestaat uit kippen- en visafval waarbij de voerfabrikant granen, eiwitten, vitaminen en mineralen to-evoegt aan de reststroombrij. Na Denemarken en China staat Nederland op de 3e plaats in de top van nertsen-fokkende landen. In december 2012 nam de Eerste Kamer een wetsvoorstel aan om de hele nertsenfokkerij per 2024 te verbieden. Ook al is de nertsenfokkerij op termijn gedwongen om hun activiteiten in Nederland te stoppen, is het onwaarschijnlijk dat dit op korte termijn gebeurt. De nertsenfokkerij is wel rendabel zodat bedrijven zullen proberen hun activiteiten zo lang mogelijk voort te zetten. Langzamerhand zal een gedeelte van de bedrijven hun activiteiten ook naar het buitenland verplaatsen. Het afzetkanaal Nederlandse nertsenfokkerij dient dan ook gezien te worden als een afzetkanaal dat op termijn afgebouwd zal worden, maar mag niet worden genegeerd. Er zijn

S u s t a i n o v a t e ! B e n u t t i n g v a n v i s s e r i j - r e s t s t r o m e n - v o o r b e r e i d i n g o p d e G V B a a n l a n d i n g s p l i c h t ! !"3

Page 5: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

overigens signalen dat de Deense nertsenindustrie, waar nog geen sprake is van een verbod, nog best een extra 150,000 ton aan bijvangst zou kunnen verwerken.

Onder visvoeder verstaan we voeder voor de aquacultuur. Er zijn wel 30 verschillende koudwater vissoorten die gekweekt worden zoals zalm, forel, kabeljauw en heilbot. Maar ook mediterrane en tropische vissoorten zoals baars, brasem, tilapia en garnalen worden gekweekt. Belangrijke grondstoffen voor visvoeder zijn vismeel, visolie en vissi-lage. Deze zijn met name afkomstig van bijvangsten, vis voor niet menselijke consumptie en restproducten uit de verwerkende industrie. In de laatste productiestap van visvoer worden de juiste combinaties van aminozuren, vet-zuren, mineralen en vitaminen toegevoegd naar gelang de voedingsbehoeften van de specifieke vissoort.

Visolie is geraffineerde olie afkomstig uit vis. Visolie kan bedoeld zijn voor menselijke consumptie of voor verwerking in dier- en visvoeders. Visolie wordt ook gebruikt bij de productie van ondermeer zeep, glycerol, vernis en hydraulis-che oliën. In voeding wordt het bijvoorbeeld gebruikt in margarines. Visolie bevat vetzuren zoals omega 3; vetzuren waaraan positieve eigenschappen voor de gezondheid worden toegekend. Voor de productie van 1 liter visolie is (afhankelijk van de vissoort en vangstseizoen) 20-100 kilogram wilde vis nodig. Overigens is het niet de vis zelf die de gezonde omega 3-vetzuren produceert, maar komen deze uit de voeding van de vis: algen kunnen omega 3-vet-zuren aanmaken, en zij worden gegeten door kreeftjes die weer door vissen worden gegeten. Zo komen de gezonde vetzuren in de voedselketen terecht. In Noorwegen wordt bijna alle visolie benut door de visvoerindustrie.

Een volgende afzetmarkt is die als aasvis voor de vangst van krabben Het blijkt dat met name schar een goede aasvis is omdat deze snel verrot en een sterke geur afgeeft, maar ook visafval wordt gebruikt. Juist schar wordt als ongewenst beschouwd door de Nederlandse kottervissers, terwijl deze wel degelijk aangeland mag worden. Het krabbenbestand kent geen quotum en in Engeland zijn de aanlandingen van Noordzeekrab sinds de jaren 60 ver-dubbeld. Ook langs de Nederlandse kust duiken de eerste krabbenvissers op, vaak nog in verkennende visserijen.

Petfood is een volgende markt voor bijvangsten en visafval. Voorwaarde hiervan is dat de kwaliteit en traceer-baarheid aan strenge eisen voldoen. Dit is in Nederland momenteel het hoogste marktsegment voor de afzet van visresten.

Visresten zoals buikflappen, koppen en graten kunnen in gedroogde vorm ook worden aangeboden als huisdier-snacks. Zelfs gehele, van ingewanden ontdane visjes kunnen hiervoor gebruikt worden.

Functional foods, levensmiddelen met een extra toevoeging) en voedingssupplementen. Één van de 6 in Nederland erkende functional foods volgens de (vrijwillige) ‘gedragscode Gezondheidseffecten’ van het Voedingscentrum is O'mega brood met visvetzuren. Dit kan bijdragen aan de verlaging van fatale coronaire hartziekten, in het bijzonder voor mensen die minder dan éénmaal per week (vette) vis eten.

Health foods, met als meest bekende product de omega 3 visolie, zijn producten die typisch worden aangeboden in gezondheidswinkels.

Het zijn bijvoorbeeld de farmaceutica-, gewasbeschermings- en cosmeticaproducenten die in toenemende mate toepassingen vinden voor mariene ingrediënten afkomstig van restproducten. Door de opkomst van een biobased economy zal de vraag naar hoogwaardige producten als kleurstoffen, enzymen, mineralen, collagenen, aminozuren, polysachariden en specifieke proteïnen alleen maar toenemen. Maar er is een stabiele kwaliteit aan grondstof nodig om deze markt te bedienen.

S u s t a i n o v a t e ! B e n u t t i n g v a n v i s s e r i j - r e s t s t r o m e n - v o o r b e r e i d i n g o p d e G V B a a n l a n d i n g s p l i c h t ! !"4

Page 6: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

Noorwegen & IJsland: Van kwantiteit naar kwaliteit !In het totaal is in Noorwegen ca. 667.000 ton aan reststoffen beschikbaar die worden gebruikt door de Noorse vis-serij en aquacultuur. Dit is grofweg 10 keer zoveel als geschat voor de Nederlandse sector. (zie tabel A). 30% van het Nederlandse volume bestaat overigens (bij ongewijzigd visserijgedrag) uit schol.

Tabel A. Vergelijking tussen Noorse en Nederlandse beschikbaarheid van visresttromen. Nederlandse getallen zijn gebaseerd op quota uitputting, bekende stripfactoren, bekende discardgegevens en verwerkingsfactoren. NB: Deze getallen zijn nog niet gecor-rigeerd voor consumptie geschikte discards en eventueel veranderende selectiviteit door invoer van de aanlandingsplicht (zie punt 4 van de aanbevelingen).

De meest bekende restproducten in de Noorse sector zijn koppen, tongen, hom en kuit. Andere relevante restpro-ducten zijn staarten, huid en botten, rug, maag, darmen en zwemblazen. In de pelagische sector wordt alle vangst vrijwel volledig gebruikt, met uitzondering van een marginaal volume aan koppen, ingewanden en afsnijsels van har-ingfilets. Dit komt omdat het merendeel doelgericht voor de vismeelindustrie gevangen wordt en dus niet gezien wordt als reststroom. Het is voornamelijk de haring waar de bijproducten uit de pelagische visserij vandaan komen. Een groeiend deel van de aangelande haring wordt gefileerd. Uit dit proces ontstond ca. 229.000 ton reststoffen.

De bulk van de aan land beschikbare reststroom wordt gebruikt in de veevoeder en consumentenmarkt (zie figuren 3 en 4). Consumentenproducten bestaan uit gerenommeerde producten zoals lever (levertraan), kuit, koppen, buikde-len, hom etc. Onder consumentenproducten vallen ook aroma’s in levensmiddelen (extracten) en stoffen in func-tionele voeding. Overige producten zijn voedingssupplementen en farmaceutische producten, maar tot nu toe wor-den deze laatste alleen geproduceerd in zeer bescheiden mate op basis van Noorse reststromen (een paar honderd ton aan productgewicht).

S u s t a i n o v a t e ! B e n u t t i n g v a n v i s s e r i j - r e s t s t r o m e n - v o o r b e r e i d i n g o p d e G V B a a n l a n d i n g s p l i c h t ! !"5

Fig. 3 Volumeverdeling over de huidige marktsegmenten van de reststroom uit de mariene sector in 2012.

Fig.4 Volumeverdeling van afzetproducten als voeder.

Page 7: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

Scandinavische ambities

Naast het produceren van vis in bulk hoeveelheden streeft Noorwegen naar een nieuw doel: een nog grotere waarde van mariene producten creëren door het toepassen van mariene bioraffinage en bio-technologie. Deze ambitie vereist buitenlandse input, oplossingen en markten. In de komende jaren verwacht Noorwegen dat de hoeveelheden vis uit visserij en kweek zal toenemen. Hiermee zal ook de hoeveelheid aan reststoffen toenemen.

De marktwaarde van de bio-technologische industrie werd geschat op meer dan een half miljard euro en met een geschatte jaarlijkse groei van 7% zou dit in 2030 neerkomen op 2 miljard euro. Bio-technologische industrieën be-horen tot de snelst groeiende industrieën ter wereld en hebben een enorm potentieel voor verdere groei, veel meer dan visserij en viskweek. Vanwege de verwachte sterke stijging van het verbruik van nutraceutica (voeding en far-maceutica) en aquacultuurproducten, zal de industrie rond bijproducten naar alle waarschijnlijkheid met een vergelijkbare snelheid meegroeien.

De hierboven weergegeven verwaardingspyramide geeft weer hoe de waarde van verschillende productsegmenten toenemen (van onder naar boven), waar de huidige positie van Noorwegen is en waar het wil uitkomen.

IJslandse universiteiten en R&D instanties doen daarnaast al jaren onderzoek naar het isoleren en produceren van bruikbare enzymen voor hydrolyse processen. Met name proteïnase kent interessante toepassingen: schoonmaak-middelen, bewerking van leer, versoepelen van chemische processen en voedselproductie. Juist omdat deze enzy-men van koudwatervissen komen zijn ze geschikt voor processen waarbij geen extra warmte hoeft worden toegevoegd. Dit voordeel komt ook terug in medicinale, farmaceutische, hygiënische en cosmetische toepassingen.

S u s t a i n o v a t e ! B e n u t t i n g v a n v i s s e r i j - r e s t s t r o m e n - v o o r b e r e i d i n g o p d e G V B a a n l a n d i n g s p l i c h t ! !"6

Figuur 5. Verwaardingspyramide zoals gehanteerd in Noorwegen. Bron: “Exploitation of marine living resources, global opportunities for Norwegian expertise, 2006”

Page 8: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

Conclusie !In Nederland ligt de nadruk voor het verwerken van discards op het onderste deel van de waardepyramide. Dit is hetzelfde deel waarin Noorwegen al jaren actief is. De belangrijkste les die we in Nederland uit de Noorse situatie kunnen leren is dat de industrie zich daar heeft gerealiseerd dat de aandacht juist op het bovendeel van de markt-pyramide gericht zou moeten worden. Dat deel van de markt is namelijk de snelst groeiende industrie ter wereld en het potentieel voor groei is enorm, veel groter dan de visserij of aquacultuur. De Noorse industrie heeft jaren de tijd nodig gehad om tot die conclusie te komen, en daar moet de Nederlandse sector van profiteren.

De huidige Nederlandse afzetmarkt van visafval waar de toekomstige stroom aan bijvangst eventueel aangesloten zou kunnen worden bestaat uit 3 segmenten: vismeel, nertsenvoer en petfood, waarbij petfood het hoogste markt-segment vertegenwoordigt (zie figuur 5). Hoewel in Noorwegen en IJsland de afzetmarkten voor visafval en bijvang-sten al enkele decennia geïntegreerd zijn, vindt men in deze landen dat de markt voor hoogwaardige producten zelfs daar nog in de kinderschoenen staat. De vissoorten waarmee beide landen de meeste ervaring hebben, zalm en kabeljauw zijn door hun formaat makkelijker te behandelen en in componenten te scheiden dan bijvoorbeeld kleine pelagische vis of platvis. Het direct kopiëren van Scandinavische verwerkingstechnieken ligt dan ook niet voor de hand.

Ondanks dat in Nederland vooral de laagwaardige marktsegmenten worden bediend hebben wij bedrijven gespro-ken die aan het verkennen zijn of ze kunnen opschuiven naar het bedienen van hogere marktsegmenten. Dit heeft verschillende oorzaken zoals voortschrijdend technisch inzicht en de stijgende vraag naar ingrediënten en gezond-heidsvoedsel. Het ligt dan ook voor de hand voor Nederland om zoveel mogelijk te streven naar afzetmarkten die zich richten op viscomponenten, ingrediënten en gezondheidsvoedsel.

Wij zien 3 alternatieve strategieën voor Nederlandse visserijbedrijven die al dan niet opererend in groepsverband hun bijangsten moeten gaan vermarkten. NB: Sustainovate is graag bereid om een voor u geschikte strategie nader uit te werken.

1. Afzet in huidige kanalen van laagwaardige producten als toeleverancier. Dit traject levert zekerheid voor het visserijbedrijf, maar geeft een laag rendement.

2. Afzet in huidige kanalen van laagwaardige producten als partner. Dit traject heeft als doel met de pro-ducent mee te denken en te groeien naar afzet in hogere marktsegmenten. Dit zal enige inzet vergen van het visserijbedrijf dat wellicht wat verder af staat van zijn core business, maar heeft als voordeel dat op korte termijn als afgezet kan worden en dat er op langere termijn hogere rendementen behaald kunnen worden met een bekende partner.

3. Afzet voor nieuwe toepassingen met innovatieve partners. Dit traject streeft een hoog rendement na, maar vergt een aanzienlijke inzet van het visserijbedrijf in het zoeken van geschikte partner(s), het testen van de nieuwe keten en het vermarkten van nieuwe producten.

----------

In de landen om ons heen zijn reeds verschillende rapporten verschenen over de gevolgen en effecten van de invo-ering van de aanlandingsplicht in de EU. Opvallend is dat er eigenlijk geen twee rapporten gelijk zijn. Zie hiervoor tabel B. Iedere lidstaat heeft een ander aandachtsgebied en zijn eigen specifieke problemen, en de infrastructuur en

S u s t a i n o v a t e ! B e n u t t i n g v a n v i s s e r i j - r e s t s t r o m e n - v o o r b e r e i d i n g o p d e G V B a a n l a n d i n g s p l i c h t ! !"7

Page 9: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

afzetmogelijkheden zijn voor elk land anders. Verder is ook duidelijk verschil te zien in de kwaliteit van de rapporten die er in de verschillende landen geproduceerd worden. Ook zijn nieuwere rapporten vaak beter omdat er steeds meer duidelijkheid komt over de vergaande consequenties van de aanlandingsplicht.

Uit deze tabel word meteen duidelijk dat de focus van de landen die nu net met de aanlandingsplicht geconfronteerd worden ligt op het begin van de keten, bij de vangst en eerste eenvoudige verwerking. Landen die al langer met de aanlandingsplicht werken zijn duidelijk bezig om de bijvangsten en afvalproducten op te waarderen tot hoogwaardi-ger producten.

Om het potentieel van de bijvangst zo optimaal mogelijk te benutten is het voor Nederland belangrijk om de kunst van verwaarding zoveel mogelijk af te kijken bij landen als IJsland en Noorwegen en ons te richten op producten met een hogere toegevoegde waarde.

!!

S u s t a i n o v a t e ! B e n u t t i n g v a n v i s s e r i j - r e s t s t r o m e n - v o o r b e r e i d i n g o p d e G V B a a n l a n d i n g s p l i c h t ! !"8

Page 10: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

Tabel B. Overzicht van sterke en zwakke punten in de bijvangstindustrie / aanlandingsplicht literatuur

Focuspunten Ontbrekende punten Overige kernpunten

IJsland Hergebruik van visonderdelen

Focus op hoogwaardigere verwerking of de ambities daarbij

Biobased economy

Focus op zowel bijvangst als afval

Beschrijving van andere toepassingen dan die van visonderdelen

Aandacht voor garnalen

Noorwegen Hergebruik van visonderdelen

Focus op zowel bijvangst als afval

Meer focus op hoogwaardigere verwerking of de ambities daarbij.

Biobased economy

Vishandling aan boord

Mogelijkheden voor afzet in hoogwaardige producten

Vermarkting van innovatieve producten in R&D fase

Aandacht voor geografische aanpak

Duidelijk onderscheid tussen visserij en aquacultuur

Duidelijk onderscheid tussen pelagisch en demersaal.

Denemarken Ontwikkeling van silage

Evaluatie van regelgeving

Traceerbaarheid van halffabricaten

Vishandling aan boord

Financiele prikkels

Beschrijving van andere markten dan die van silage

Aandacht voor garnalen

Aandacht voor geografische aanpak

Aandacht voor internationale discardaanpak

Nederland Innovatieprojecten op bedrijfsniveau (in plaats van sectorniveau). Veelal technische innovaties.

Logistieke handling van bijvangsten aan boord.

Bijvangstschattingen worden gedaan op basis van actuele discardvolumes nog niet gecorrigeerd voor humane consumptie en veranderd visgedrag.

Focus ligt op aansluiting op bestaande verwerkingsmarkten, niet zozeer te ontwikkelen afzetmarkten.

Weinig aandacht voor geografische spreiding van aanlandingsplaatsen van bijvangsten.

Aandacht voor internationale discardaanpak

Veel innovatieprojecten rondom aanlandingsplicht in startfase.

Lead partner in HORIZON2020 call aanlandingsplicht waarin vermarkting van bijvangst een ‘work package’ vormt.

Engeland Gebruik in compostering

Evaluatie van regelgeving

Beschrijving van andere markten dan die van compostering

Aandacht voor geografische spreiding van aanlandingsplaatsen van bijvangsten.

S u s t a i n o v a t e ! B e n u t t i n g v a n v i s s e r i j - r e s t s t r o m e n - v o o r b e r e i d i n g o p d e G V B a a n l a n d i n g s p l i c h t ! !"9

Page 11: Memo benutting van visserij reststromen (nl)

Aanbevelingen !1. Vanwege de ingewikkelde wet- en regelgeving voor dierlijke bijproducten dient er onderzoek gedaan te worden naar de juridische mogelijkheden en onmogelijkheden voor het produceren van halffabrikaten aan boord. Bij de vraag of het zin heeft om silage/vismeel/visolie aan boord te produceren is dit een belangrijk aspect,

2. Bij een toenemende vraag naar selectievere vismethoden moeten belemmeringen daarvoor in regelgeving snel worden weggenomen.

3. Inventariseer of er regelgeving is die tot ongewenste bijvangsten leidt en of er regelgeving is die verhindert dat bijvangsten verminderd kunnen worden. Bij het berekenen van bijvangstvolumes (gecorrigeerde discard-gegevens) kwamen we dit tegen. We kunnen geen marktanalyse doen zonder betrouwbare volumeschattingen. Dit was een punt dat we al snel tegenkwamen toen we in gesprek raakten met potentiële Noorse afnemers van zowel demersale als pelagische vis.

4. Diverse afzetkanalen zijn alleen bij grote volumes haalbaar of rendabel. Wanneer het toekomstige volume aan te verwerken bijvangsten te hoog wordt ingeschat, wordt er mogelijk een onrendabel afzetkanaal gekozen. Daarom is het belangrijk dat de hoeveelheid bijvangsten die straks aangeland zullen worden voldoende nauwkeurig ingeschat worden.

In het LEI-rapport [Economische effecten van een aanlandingsplicht voor de Nederlandse visserij, rapport 2013-062] is die hoeveelheid ingeschat als de hoeveelheid die nu teruggezet word. Dat is naar onze op-vatting een overschatting. Ten eerste wordt er nu maatse vis - waarvoor quotum beschikbaar is - terugge-gooid, omdat er simpelweg geen markt voor is (schar bijvoorbeeld wordt momenteel voor 80% gediscard, terwijl er wel quotum voor is). Zulke vis mag straks echter wel gebruikt worden voor menselijke consump-tie. Deze vis  gaat dan concurreren met de normaal aangevoerde vis. Bij gelijke visconsumptie zal het gevolg zijn dat de gemiddelde opbrengstprijs daalt. Deze opbrengstderving is in de LEI-berekening nog niet meegenomen. Daarnaast is het doel van de aanlandingsplicht om bij de vissers een gedragsverander-ing teweeg te brengen, zodat ze minder bijvangsten zullen krijgen. Het effect van deze gedragsaanpassing is  in de LEI-berekening ook nog niet meegenomen, ook niet als een schatting. Maar logischerwijs zal er met de invoering van de aanlandingsplicht minder bijvangst aan land komen dan tot nu toe wordt bi-jgevangen.

!!Oslo, 29 April 2014

S u s t a i n o v a t e ! B e n u t t i n g v a n v i s s e r i j - r e s t s t r o m e n - v o o r b e r e i d i n g o p d e G V B a a n l a n d i n g s p l i c h t ! !"1 0