oase 65 - 100

Upload: ivana-zivkovic

Post on 19-Feb-2018

225 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

  • 7/23/2019 OASE 65 - 100

    1/38

    IRINA DAVIDOVC: ABSTRACTON AND ARTIFCE

    The architecture of the twentieth century has more than occasionally been referred to as mannerist Robert Venturi andDenise Scott Brown explicitly present their own work as 'manner-ist,1qualifying it as 'hybrid rather than "pure,compromisingrather than "clean,distorted rather than "straightforward

    inconsistent and equivocal rather than direct and clear 2

    Manfredo Tafuri associates the work of Paul Rudolph and IMPei with an 'eclectic mannerism,3and that of Michael Graves andPeter Eisenman with 'mannerism among the ruins.4JacquesLucan describes Rem Koolhaas as a 'self-quotation mannerist 5

    In many cases the term tends to be used rhetorically and rathervaguely,replacing words like 'complex, 'ambivalent or elaborate It is indeed diffcult to gauge the precise sense and overallimplications of the attribute mannerist when,just below thesurface,one is confronted by a range of contradictory issuesconnected by a nebulous terminology

    Here I want to discuss the essential elements of late twentiethcentury mannerism (used in lower case) that would qualify it foruse in connection with the architectural production of the twentieth century and particularly its last four decades By establishingthe meaning of this term in relation to the sixteenthcenturyMannerism (denoted with a capital M), I am looking for a dimension of latent continuity beneath layers of historical and culturalphenomena

    The attempt in modern architectural criticism to uncover sucha continuity with sixteenth-century culture originated in 1951 withColin Rowes essay ' Mannerism and Modern Architecture,6

    which challenged the Modern Movements claim to a clean-slatenewness by revealing a similarity of approach with the architecture of Mannerism As we can think of Mannerism at the mostbasic level as the transgression of an established norm, embedding in its own substance that of the model it rejects,this parallelism brought to light early Modernisms relation to the valuesof eclecticism and historicism that it had claimed to abolish

    Rowe is most confdent when comparing plans rather thanthe faades or volumetric composition of buildings, that is thoseabstractions removed from the direct experience of architectureand only apprehensible as conceptual representations of itThis suggests the mannerist tendencies of modern architectureare identiableand more easily justifableat a conceptuallevel,whereby architecture can be considered,alongside thevisual arts,as a visible manifestation of an epochs characteristicstate of mind A complete reliance on the intellect, however,cannot be adhered to as a steadfast rule,especially when thesubject matter is by denition anti-rationalist Mannerism operates in a multivalent territory where it addresses simultaneouslyreason, senses and emotion (this last the characteristic thatmade it so repellent to the Enlightenment) and the modern

    phenomena that can be identied as mannerist tend to retainthis trait

    Beyond the particular stance of Rowes argument, there lies agreater questionthe substantial but hidden relationshipbetween two periods in European culture, separated by four cen-

    D Sco Brown, 'Rely to Framon

    Casabella no 35Decembe 1971p. 452

    R Venui Compleity and Contradiction in

    Architecture New Yok 1966 223

    M Tafuri TheSphereand theabyrinth:

    Avant-Gardes and Architecture From Piranesi

    to the 1970s Cambridge Mass 198 2964

    Ibd 2815

    J. Lucan Volunary Prsoners of

    Achitecue a+u no 342Mach 19998

    See C Rowe Mannerism and ModenAchiecue in: Mathematics of the Ideal

    Villa and Other Essays Cambridge Mass

    196 3056

    turies The defnitions of Nikolaus Pevsner (1946) and Anthony Le Corbusier, VillaSchwob, La Chaux-deFonds 1917

  • 7/23/2019 OASE 65 - 100

    2/38

    IRINA DAVDOVC: ONSTOFFELIJKHED E ZSBEGOOCHELG

    De architctuur van d twintigst uw is meer dan eens

    beschreven als maniristisch Rort Vnturi n nis Scott

    Bron prsentrn hun ign wrk xplicit als 'maniristisch1

    en kalicrn ht als 'rder hyridisch dan "zuivr, eerdr als

    oekend naar ht comprom is dan "zuiver, rder vrwrongn

    an rechtlijnig ( ), rdr inconsistnt n dulzinnig daniect en duidlijk2 Manfrdo Tafuri associeert ht wrk van

    Pa Rudolph n I M i mt n 'clectisch manirism3 n dat

    van Michal Gravs n tr Eisnman mt 'manirism tussn

    e runes4 Jacqus Lucan schrijft Rem Koolhaas als n

    ichzelf citernd manirist5 In v gevalln wordt de trm op

    een retorisch n tamlijk vag manir gruikt als vrvanging

    voor woordn als 'complx, 'amivalnt of ingwikkld Het is

    oeiijk om d prciez tknis n d algmn implicatis van

    e bijvoglijk paling 'maniristisch vast t stlln als w ntoner d oppervlakt wordn gconfronterd mt n hl rks

    tegenstijdige kwstis die vrondn zijn door n wazige trinoogie

    Hier wil ik d essentile elmntn van ht laattwintigst

    eewse 'manirism (zondr hoofdlttr) sprkn die zoudn

    knnen rchtvaardign dat dze aandiding geruikt wordt in

    veband mt d architctonisch producti van d twintigst

    ee en meer in het ijzonder d laatst vir dcnnia daarvan

    Door ht epaln van d teknis van dz trm in rlatie tot het

    estiende-ws Manirism (aangduid met en hoofdlttr

    ), zoek ik naar n dimensie van latnt contineit onder d

    lagen van historische n cultrl vrschijnsln

    e poging van d modrne architcturkritik om n drgike continuit in rlati mt de cultuur van de zstinde uw

    aan ht icht t rngn, gon in 1951 mt Colin Rows ssay

    annerism and Modrn Architctur6 Row stld hirin d

    claim van d modrne wging op d niuwhid van d schon

    ei ter discussi door n glijksoortig nadring in d archi

    tectr van het Manirism zichtaar t makn W kunnn ht

    anirisme op ht mst asal nivau eschouwen als n

    overschrijding van d norm die in zijn ign wzn dat van ht

    odel dat ht afwijst opnmt z ovrnkomst racht d

    reatie aan ht icht van ht vrog modernism mt d waardnvan het eclcticism n historicism, di ht nu juist prtnder

    e te hn afgschaft

    owe is ht mest ovrtuignd als hij plattgrondn vrglijkt

    (en niet gevls of d volumtrische compositi van gouwn},

    et ander woordn astractis di vr afstaan van d dircte

    ervaring van architctuur n aln t grijpn zijn als concp

    tee represntatis rvan it sggereert dat d maniristisch

    tenensn van d modern architectuur op n concptul

    nivea hrknaar en gmakklijkr vrdedigaar zijn, waarij

    e achitectuur naast d eeldnde kunsten eschouwd kan

    oden als n zichtar manifstati van d knmrknd tijdgeest van n epaald peri od Maar een volldig vrtrouwn

    op het intllct kan nit wordn aanghangn als n onwrikar

    aatstaf, zekr als ht ondrwrp pr dnitie antirationalistisch

    is et manirism oprrt in n mrdidig ved waar ht

    ich tegelijkertijd richt op d rd, d zintign n d moti

    D. Scott Brown 'Reply to Frampton,

    Casabella, nr. 35 december 97 p 452

    R. Venturi, Complexity and Contradiction in

    Architecture, New York 966 p 223

    M Tafuri, TheSphere and theLabyrinth:

    A vant-Gardes and Architecture From Piranesi

    to the 1970s Cambrdge Mass. 97 p. 2964

    Idem, p. 25

    J Lucan, Voluntary Prisons of

    Architecture, a+u, nr. 342 maart 999 p 8.

    Zie C. Rowe Mannersm and Modern

    Architecture, in: Mathematics of the Ideal

    Villa and Other Essays Cambrdge (Mass.)

    976 pp. 3056

    00

    1

  • 7/23/2019 OASE 65 - 100

    30/38

    middel van publicates en lezingen. De positie van de archtect is

    tevig en duidelijk verankerd in zjn persoonlijkheid, die de speci

    eke eisen van ieder gegeven project overstjgt en dee laat ut

    maken van het afgebakende coplexen van belangstellngen.

    Koohaas kan niet aeen vanwege het gebruk van citaten of het

    teren van zichzelf als een anirist worden gekwaliceerd46

    Zijn zienswijze is in de archtectuur vergelijkbaar et dat speciale

    moent in de geschiedens (dat saenvalt et het egenlijke

    Manirise) toen het kunstvoorwerp aanspraken ging aken op

    ijn unieke aard en zijn onafhankelijkheid van context, in deeerste plaats op basis van het creatieve talent van de kunstenaar

    Voor Vasari en uccaro is disegno concrete anifestatie van

    een universeel dee dat zowel de enselijke persoonlijkheid als

    een goddeljke ipuls uitdrukt, een rationee n een intu"tieve

    diensie. Er treedt een gelijkenis et de aniristen op in de len

    van Delirious New York waarin oolhaas zich afkeert van de wer

    keljkheid als gegeven en de essentie van de architectuur in zch

    zelf zoekt, genspireerd door Dal's ethode van het overeind

    houden van de zachte, voreoze assa van het onbewuste

    nnen de starre kruk van de Cartesiaanse rationalteit.47 Door

    middel van zijn openlijk erkende schatplichtighed aan het surre

    aise kan oohaas denkwijze teruggevoerd worden op de

    elangrijkste kwesties van aat-aniristisch intelectualise

    In dit werk vertegenwoordigt de weloverwogen voorkeur voor

    eerder verwoorde representatieve inhoud, ingebed in een nieuw

    erk in de vor van een kritisch coentaar een tweede niveau

    van afstandelijkheid door iddel waarvan de archtectuur vanuit

    een conteplatief standpunt wordt tot een ddel o te refecte-

    46Het verband dat door Lucan wordt gelegd

    tussen citaat en manirisme is duidelijk niet

    toevallig. Als manirisme de manifestatie is

    van een lososch begrepen dichotomie

    tussen actueel en ideaal, of vorm en inhouddrukt het dit waargenomen gebrek aan

    evenwicht uit door te refereren aan de

    wereld niet a s een gegeven maar als

    eerder gerepresenteerd Manirisme

    impliceert per defnitie ctaat

    47Zie R. Koolhaas, Delirious New York

    New York 1978 p 236,248

    z

    _Iuc(z

    N

    zU

    0

    U

    IJ

    1Cz

    L

  • 7/23/2019 OASE 65 - 100

    34/38

    betwist He egrip ironie en de zoekocht naar he nteressane

    ierboven de rol gegeven van vernieuwde 'manirisische opvattngen, zjn typerend voor haar erfgoed. In de romanische nihilis

    an Kierkegaard zien we he maskeren van existentle angs en

    vervreemding me een gevoel van ironische afstand.53lronie

    wordt een 'kalfcatie van sujectivitet,54 met ehulp waarvan

    e esthee uitsijg oven de gegeven erkelijkheid en opnieu

    een bevestiging formuleer van 'de egenspraak tussen essenieen verschijning, ussen he innerlike en het uerljke.55

    De romantek s me zijn ongoochelde afsand van de ereldnet zozeer een lik naar acheren als he Manirisme da as n

    relatie tot de Hoog-Renassance Het motief van de Gouden Eeuw

    wordt vaak aangeroffen in de zestiende eeuw en de gunstige ver

    gelijkng daarvan met een egenijds Jzeren Tjdperk suggereer

    een toesand van onehaaglijk en zeer ereurd verval. Een dis

    cussie over decadenie is egonnen door Nietzsche aan he eind

    van de negentiendeeeuwse romantiek en zijn etoog onsluit

    een nieuwe parallel tussen moderniei en Manirisme n essen

    te word decadenie opgeva als verarmd Ieven he verlangen

    naar he einde de grote vermoeidheid die in zijn negaie van he

    Ieven de grooste dialectiek, die tussen goed en kwaad inze alsniet meer dan een varaie op het thema56 De dialectiek zelf ord

    gezien als 'een sympoom van decadenie57 van een ijdperk

    waarin de hoogse waarden ne meer waarneemaar zijn

    Verschijningvormen corresponderen nie meer me feiten, want

    de decadene gees is inrnsek edrieglik Zijn symptomen zijn

    de verwarring van oorzaak en gevolg, de verminderng van de

    kracht om zich te verzeen egen simuli en het vinden van indiv

    duele waarde in oneuse of edwelmde gemoedstoesanden5

    53Zie Harries, op cit., pp 560 enSKierkegaard, The Concept of Iroy, in:

    Either I Or New York 1959 pp 24625854

    Kierkegaard, op. cit., p. 24255

    dem, p 257

    56F. Nietzsche, 'The Case of Wagner (1888)geciteerd in M. Calinescu, Five Facesof Modernity: Modernism, Avant-Garde,Decadence, Kitsch, Postmodernism

    Durham 1987 p 1957

    Idem, p 18058

    F. Netzsche, The Will to Power(Der Wille zur Macht), p 2

    z

    Ic

    O

    z

    N

    z

    0

    w

    I

    .w

    Cz

    L

    e

  • 7/23/2019 OASE 65 - 100

    35/38

    Robert Venturi, proposa/for Ponte d'Accademia I voorstel voor de Ponte dAccademia, Venice 1971

  • 7/23/2019 OASE 65 - 100

    36/38

    Reecterend over zijn tijd zag Nietzsche fragmentatie als een

    undamenteel aspect van decadentie.59 Het gefragmenteerde karak

    ter van de moderniteit en het verlies van het transcendente zijn

    verklaard zodra Nietzsche de gemoedstoestand van de decadentie

    at overlap pen door het 'logische gevolg ervan: nihilisme.6 Want

    ihilisme betekent dat de hoogste waarden zichzelf devaleren

    et doel ontbreekt; 'waarom? krijgt geen antwoord 61 Zo brengt

    ietzsche twee symptomen van de moderniteit bij elkaar: het verlies

    vn het geheel en de destabilisering van hogere warden. De desin

    tegratie die de moderne cltr kenmerkt, wordt de toestand waarinde hogere waarden it het gezichtsveld verdwijnen.

    Men zo op basis hiervan een parallel met de zestiende eew

    unnen constreren In het Manirisme werd het begrip schoonheid

    gedevaleerd in relatie tot de ongrijpbare en sbjectieve kwaliteiten

    van 'elegantie. Op een vergelijkbre manier vindt de post-romanti

    sche knstenaar het passend om op zoek te gaan naar het interes

    snte in plaats van het schone. lk zo willen stellen dat het maniris

    e in beide periodes wordt gekenmerkt door een vervaging van de

    eewige waarden van waarheid en schoonheid. Deze zijn verdron

    gen door ideen met een meer beperkte levensdr die bovendien

    leen relevant zijn voor hn specieke historische omstandighe

    den, ideen die mikken op onmiddellijk effect en een dialoog

    angaan met het eigentijdse pbliek.62n het Manirisme daarente

    gen kan men niet spreken van decadentie in de zin van Nietzsche,

    odat de eenheid van de dee in die tijd sggereert dt het gevoel

    vn fragmentatie nog niet algemeen verbreid was. Ps na de acht

    tiende eew wordt de traditionele opvatting over schoonheid ver

    vangen door een naar binnen gekeerde esthetische ervaring en in

    het darit voortvloeiende relativisme werden deze hogere waarden

    oeilijk te onderscheiden

    Het is mogelijk om een relatie te vinden tssen het modernegevoel van fragmenttie, de afzondering van de mens van de wereld,en de formele as pecten van het twintigsteeewse manirisme

    e tweede helft van de twintigste eew ontwikkelt echter relaties

    et de Maniristische knst die bewster van zichzelf en expliciet

    formeel zijn Hier wordt, om Pevsner te parafraseren, een vergelijk

    baar gebrek aan geloof in de mens en de materie getoond63 die is

    gebaseerd op een esthetiek van de ontbinding en waarin een relati

    vering van de grond en gebroken fragmenten de beschower

    ogeven die in een eigenaardige, droomachtige stat verkeert

    Deze fragmenten zijn soms vrij van directe associaties en verschij

    nen of als immaterieel of regelrecht vreemdsoortig. Een alternatiefvoor deze vertoning van gewelddadige ineenstorting wordt verte

    genwoordigd door de onderhidse, voortdrende desintegratie,

    een klaagzang voor aardse, vergankelijke materie. In het werk van

    Herzog & de Meron verschijnen material en oppervlak als verticale

    schermen die zienderogen lijken op te lossen Oppervlakken ver

    smelten met een dnne cht, breken of ontbinden om een tweede

    hidlaag te onthllen Elders, zoals in de vroege interiers van

    Ventri, is de rimte van het his herschapen voor een tijdperk vn

    zwaarteloze relativiteit, warin rimtelijke cordinaten voledig it

    wisselbaar zijn geworden In de oneirische settings van Koolhas

    worden bekende fragmenten in onverwachte geometrien of plaatsingen getoond als herinneringsresten van de bewoonde, eigentijd

    se wereld na een metaforische aardbeving Gestoffeerde wanden,

    verzinkt staal, theatrale gordijnen en hellende vloeren brengen hn

    associaties en vormen een opgeblazen, bewoonbare Merzbau Op

    een manier die doet denken aan een dadacollage krijgen episodes

    59'Wat is het teken van decadente? Dat het

    Ieven niet meer woont in het geheel Het

    geheel leeft helemaal niet meer; het is

    samengesteld, berekend, kunstmatig en

    artefact. F Netzsche, Bsic Witings ofNitsch, New York 1963 p 626

    60Netzsche, Th Will to Pow op. cit, p 27

    61dem p 9.

    62Begrippen als vaardgheid {dat technische

    bekwaamheid en gemak qua uitvoering aan-

    duidt) of vit (begrepen als virtuositeit enniet in een morele zn) zijn typerend voor de

    kunstappreciatie van het Cinquecento maar

    lijken voor ons bjna rrelevant (Shearman,

    op. cit. pp. 21 41-44).

    63Zie Pevsner, op. cit, p 135

    (

    (z

    _LIu(LcCz

    N

    zL

    0

    L

    I

    L

    lez

    L

    t

    C