rapport fontys hbo-ba applied science

75
Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science voltijd Fontys Hogescholen

Upload: hoangkiet

Post on 11-Jan-2017

221 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science voltijd Fontys Hogescholen

Page 2: rapport Fontys hbo-ba Applied Science
Page 3: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

Hobéon® Certificering BV Datum: 28 september 2010 Auditteam: Ir. A.T. de Bruijn Prof. dr. C. G. de Koster Dr. N. Klooster J. Aalders Secretaris: Drs. G.W.M.C. Broers

Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science voltijd Fontys Hogescholen CROHO nr.: 30008

Scheveningseweg 46

2517 KV Den Haag

T (070) 30 66 800

F (070) 30 66 870

I www.hobeon.nl

E [email protected]

Page 4: rapport Fontys hbo-ba Applied Science
Page 5: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

INHOUDSOPGAVE

DEEL 1 1 

1.  MANAGEMENT SAMENVATTING 1 1.1.  INTEGRAAL ADVIES 1 1.2.  SAMENVATTENDE BEOORDELING 1 

2.  INLEIDING 5 

3.  KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING 7 

4.  VORIGE ACCREDITATIE 11 

DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 13 

5.  ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 13 1.  Doelstellingen opleiding 13 Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen 13 Facet 1.2. Niveau: Bachelor 16 Facet 1.3. Oriëntatie HBO 17 2.  Programma 18 Facet 2.1. Eisen HBO 18 Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 22 Facet 2.3. Samenhang programma 24 Facet 2.4. Studielast 27 Facet 2.5. Instroom 29 Facet 2.6. Duur 31 Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 32 Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 34 3.  Inzet van personeel 37 Facet 3.1. Eisen HBO 37 Facet 3.2. Kwantiteit personeel 38 Facet 3.3. Kwaliteit personeel 39 4.  Voorzieningen 41 Facet 4.1. Materiële voorzieningen 41 Facet 4.2. Studiebegeleiding 43 5.  Interne kwaliteitszorg 45 Facet 5.1. Evaluatie resultaten 45 Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering 46 Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 48 6.  Resultaten 50 Facet 6.1. Gerealiseerd niveau 50 Facet 6.2. Onderwijsrendement 52 

6.  OORDEELSCHEMA 53 

7.  BIJLAGEN 55 BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS 57 BIJLAGE II KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING 59 BIJLAGE III CURRICULA VITAE EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN AUDITOREN 61 BIJLAGE IV  WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS HOBÉON 67 

Page 6: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

ALGEMENE GEGEVENS Naam van de instelling: Fontys Hogescholen, in casu: Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen. Naam van de opleiding: Applied Science. Variant van de opleiding: voltijd. Locatie van de opleiding: Eindhoven. Naam VBI: Hobéon Certificering b.v. Datum visitatie: 15 april 2010. Datum adviesrapport: 28 september 2010. Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003). Samenstelling auditteam Het auditteam bestond uit de volgende personen: De heer ir. A.T. de Bruijn De heer De Bruijn heeft als voorzitter van het auditteam deelgenomen aan de audit. Hij heeft binnen het hoger onderwijs ruime ervaring op het terrein van technische opleidingen en kwaliteitszorg. Hij is thans werkzaam als partner bij Hobéon. De heer dr. N. Klooster De heer Klooster heeft diverse functies vervult op commercieel en algemeen managerial niveau bij chemisch/farmaceutische bedrijven en laboratoria. Hij is thans werkzaam als commercieel directeur bij een internationaal opererend bedrijf op het terrein van chemie/techniek. Hij was voorzitter van de HBO-commissie van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging. De heer prof. dr. C. de Koster De heer De Koster is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam op het terrein van massaspectrometrie van biomacromoleculen. Zijn kennis werkervaring ligt met name op het terrein van analytische chemie, moleculaire celbiologie, biomoleculaire massaspectrometrie en organische chemie. De heer J. Aalders De heer Aalders is (eind) tweedejaars student CT aan de HU. Hij heeft de gemeenschappelijke propedeuse gevolgd van de opleidingen Life Sciences, Chemie en Chemische Technologie. De heer drs. G.W.M.C. Broers De heer Broers is onderwijskundige. Naast zijn functie als onderwijskundige heeft hij aan de audit deelgenomen als secretaris.

Page 7: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 1

DEEL 1

1. MANAGEMENT SAMENVATTING 1.1. Integraal advies

Hobéon Certificering adviseert de NVAO de HBO-bachelor opleiding Applied Science, verzorgd door Fontys Hogescholen met het Croho nummer 30008 in de variant voltijd, te accrediteren. Dit advies wordt in het voorliggende rapport gefundeerd.

1.2. Samenvattende beoordeling Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Applied Science op de volgende overwegingen: Algemeen beeld De opleiding Applied Science kenmerkt zich door het aanbieden van vakinhouden die zich de afgelopen jaren zeer snel ontwikkeld hebben. Nieuwe technieken, bijvoorbeeld op het terrein van de biotechnologie en moleculairbiologische analysetechnieken, maken steeds sneller nieuwe inzichten mogelijk op het terrein van de natuurwetenschappen. De opleiding onderhoudt, om deze ontwikkelingen in het curriculum op te nemen, relevante banden met het werkveld en biedt daartoe een onderwijsleeromgeving aan die het studenten mogelijk maakt om de nodige vakinhoudelijke kennis en vaardigheden te behalen. Het onderwijskundige concept van de opleiding maakt het mogelijk om de studenten op adequate wijze toe te rusten voor dit dynamische werkveld. De eerste twee jaar zijn gericht op het verwerven van een basale body of knowledge, de twee volgende jaren op het bekwaam leren inzetten daarvan bij realistische vraagstukken. Dit goed functionerende onderwijskundige concept is één van de twee factoren die doorslaggevend blijken te zijn voor de kwaliteit van de opleiding. De tweede factor is het docententeam. Dit laat een combinatie zien van relatief jonge, recent gepromoveerde, docenten en ervaren docenten die het ‘klappen van de zweep’ zowel vakdidactisch als vakinhoudelijk kennen. Deze opleiding heeft de potentie om zich in de komende jaren te ontwikkelen tot één van de betere hbo-opleidingen in Nederland. Onderwerp 1 Doelstellingen opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De verscheidenheid aan onderwerpen waaraan de opleiding werkt is omvangrijk waarbij sprake is van een breed werkveld waarvoor opgeleid wordt. Centraal binnen de opleiding staat de natuurwetenschappelijke invalshoek met techniek als tool. De opleiding heeft de eindkwalificaties afgestemd met het relevante werkveld dat zich uitstrekt over de vakgebieden biologie, chemie, natuurkunde en techniek. Het door de opleiding gehanteerde opleidingsprofiel is helder geformuleerd. Indien gewenst kunnen opleidingsprofiel en eindkwalificaties worden bijgesteld op basis van adviezen afkomstig van de beroepenveldcommissie en de Raad van Advies. Uit het studiemateriaal is gebleken dat de beroepscompetenties door studenten worden verworven binnen zoveel mogelijk authentieke beroepssituaties. Twee facetten van onderwerp 1 “Doelstellingen opleiding” worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel toegevoegd.

Page 8: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 2

Onderwerp 2 Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding biedt een actueel programma aan en zorgt er op een adequate wijze voor dat studenten de voor hen relevante kennis en vaardigheden ontwikkelen. Daarbij gebruikt de opleiding vakliteratuur die relevant en up to date gekwalificeerd kan worden. In het programma heeft de opleiding vermeld aan welke competentie wordt gewerkt en welk gedrag de student op welk niveau moet tonen met de daarbij behorende kennis, inzichten en vaardigheden. Een door het auditteam als ‘excellent’ beoordeeld initiatief trof het auditteam aan op het terrein van studiemateriaal uit de beroepspraktijk. Hierbij biedt de opleiding studenten via de minor Disciplines of Applied Science actuele ontwikkelingen aan op het vakgebied. Het werkveld draagt daarbij projecten aan. Stage- en afstudeeropdrachten kunnen leiden tot nieuwe vragen die geschikt zijn voor projectmatig onderzoek, passend binnen het ingenieurs- en adviesbureau ASIA (een virtueel bedrijf dat aangeboden wordt binnen de elektronische leeromgeving van de opleiding). Samenhang in het programma realiseert de opleiding door de competenties gedurende de studiejaren telkens terug te laten komen op een steeds complexer niveau. Er is sprake van een goede borging van de theorie- en de praktijkcomponent in het curriculum en de samenhang tussen beide. Zo worden na de colleges tijdens practica de noodzakelijke basisvereisten verder ontwikkeld. Horizontale samenhang komt o.a. tot uiting in het brede aanbod van onderwerpen waar studenten aan werken vanuit multidisciplinaire invalshoeken. Tijdens het eerste studiejaar bedraagt het aantal ingeroosterde contacturen per week 25 uren. In het tweede studiejaar zijn er 23 contacturen per week. Het aantal contacturen in het derde en vierde studiejaar is geringer door de stage en het schrijven van het eindwerkstuk. De studielast, zo geeft de opleiding aan naar aanleiding van studentenevaluaties, zal beter gespreid worden zonder dat hierbij concessies gedaan worden aan de omvang en diepgang van de studie-inhoud. De opleiding hanteert duidelijke toelatingseisen en besteedt in voldoende mate aandacht aan instroomactiviteiten en voorlichting voor leerlingen in het vo en mbo. Om de overstap van het voortgezet onderwijs naar het hbo minder groot te maken is besloten om met instromers op vrijwillige basis een kennismakingsgesprek te voeren waarin de wederzijdse verwachtingen worden besproken. Mbo’ers die moeite hebben met wiskunde krijgen de gelegenheid tot het volgen van een summercourse wiskunde. Er is sprake van een adequate wijze van toetsing en beoordeling. De opleiding beschikt over een examencommissie die de inhoud en de uitvoering van de toetsen bewaakt. Het auditteam heeft voorafgaand en tijdens de audit toetsen beoordeeld en komt hierbij tot een voldoende score, dat wil zeggen: er is sprake van voldoende diepgang in de vraagstelling en de vragen zijn voldoende gespreid over de behandelde lesstof. Het facet ‘Eisen HBO’ van dit onderwerp heeft het oordeel ‘excellent’ gekregen. Onderwerp 3 Inzet van personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid.

Page 9: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 3

De opleiding zet voldoende gekwalificeerd en deskundig personeel in. Er is sprake van een goede mix van jongere en oudere docenten. Uit de gesprekken die het auditteam heeft gevoerd met docenten is gebleken dat zij beschikken over voldoende vakinhoudelijke kennis en didactische vaardigheden. De docenten hebben regelmatig contact met het relevante werkveld en zijn op de hoogte van relevante actuele ontwikkelingen. In dit verband is het van belang om op te merken dat aan het lectoraat van de opleiding, Functionele Polymeren, een kenniskring verbonden is waarin zes docenten participeren. Hier wordt kennis verworven in samenwerking met bedrijven en met inzet van studenten via ASIA-opdrachten, RAAK projecten en stage- en afstudeeropdrachten. De opleiding besteedt voldoende aandacht aan het functioneren van de docenten en aan gezamenlijke en individuele scholing. De studenten zijn tevreden over de docenten, hun (vak)deskundigheid, hun kennis van de beroepspraktijk en hun praktijkgerichtheid in de lessen. Twee facetten van onderwerp 1 “Inzet van personeel” worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel toegevoegd. Onderwerp 4 Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over beide facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De infrastructuur is naar de mening van het auditteam dekkend. Faciliteiten op het terrein van chemische technologie worden in belangrijke mate betrokken van de TU/e. De mediatheek maakt een verzorgde indruk. De procedure voor de collectievorming is duidelijk beschreven tijdens de rondgang van het auditteam. Jaarlijks wordt er geïnvesteerd in de aanschaf van nieuwe apparatuur om de laboratoria up to date te houden. De elektronische leeromgeving N@Tschool! neemt een essentiële plaats in. De student vindt er de bij de lessen gebruikte presentaties, studiehandleidingen en achtergrondinformatie. Studenten en medewerkers kunnen gebruikmaken van de algemene mediatheek en van de nabij gelegen TU/e-bibliotheken. Iedere student krijgt bij aanvang van de studie een studieloopbaanbegeleider toegewezen. De studieloopbaanbegeleiding wordt regelmatig geëvalueerd. Recente uitslagen laten zien dat studenten thans positiever zijn over de begeleiding dan de afgelopen jaren. Docenten zijn buiten de reguliere contactmomenten goed bereikbaar voor vragen, zo geven studenten aan. Onderwerp 5 Interne Kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding evalueert op verschillende manieren regelmatig de kwaliteit van het programma, het functioneren van de docenten en de organisatie van het onderwijs. Dit gebeurt zowel via schriftelijke enquêtes, als via gesprekken met studenten, docenten en vertegenwoordigers van het werkveld. Daar waar nodig of gewenst treft de opleiding aantoonbaar verbetermaatregelen. De opleiding betrekt de studenten, docenten, alumni en het werkveld voldoende bij de kwaliteit van de opleiding. Dit gebeurt zowel via formele overlegmomenten als via informele contacten. Onderwerp 6 Resultaten: voldoende Het oordeel van het auditteam over beide facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid.

Page 10: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 4

De opleiding borgt, dat de studenten die afstuderen het gewenste hbo-niveau hebben behaald. Het werkveld speelt een belangrijke rol bij de inhoud van de eindwerkstukken. Zij bieden de onderwerpen aan waar studenten vervolgens op kunnen afstuderen. Het niveau van de eindwerkstukken beoordeelt het auditteam als voldoende. Als ‘opvallend positief’ kwalificeert het auditteam het feit dat eindwerkstukken in het Engels zijn geschreven. De opleiding brengt de rendementsgegevens jaarlijks in kaart en zorgt er o.a. door verbetermaatregelen voor dat de rendementen voldoen aan de streefcijfers. De opleiding hanteert een Bindend Afwijzend Studieadvies en voert exit-gesprekken met studenten die de opleiding voortijdig verlaten.

Page 11: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 5

2. INLEIDING Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de Hbo-opleiding Applied Science (CROHO: 30008), verzorgd door Fontys Hogescholen, vestiging Eindhoven. De opleiding wordt aangeboden in een voltijd variant. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest: Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs, d.d. 14 februari 2003. De audit De audit heeft plaatsgevonden op 15 april 2010. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage 1. Het auditteam werd gevormd door de heren: De Bruijn, Klooster, De Koster, Aalders en Broers. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar.

werkveld vak / discipline

onderwijs kwaliteits-zorg /audit

student- perspectief

Voorzitter: A.T. de Bruijn, senior adviseur Hobéon

x x

Werkvelddeskundige: N. Klooster, commercieel directeur

x x x

Vakdeskundige: De Koster, hoogleraar

x x x

Student: J. Aalders, student Hogeschool Utrecht

x

Secretaris en onderwijskundige: Broers, adviseur Hobéon

x

Page 12: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 6

Page 13: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 7

3. KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING Inleiding Fontys Hogescholen verzorgt onderwijs in bijna alle sectoren van het hbo. De 29 instituten die deel uit maken van Fontys Hogeschool verzorgen ruim 200 bacheloropleidingen in verschillende varianten: voltijd, deeltijd, duaal en in service. Ook biedt Fontys 36 masteropleidingen aan. In stedelijke centra, met name in Zuid-Nederland, verzorgt Fontys cursussen en trainingen. Naast onderwijs legt Fontys zich ook toe op onderzoek, kennisinnovatie en zakelijke dienstverlening. De Fontys Hogeschool Toegepaste Natuurwetenschappen (hierna: TNW) is vanaf januari 2000 een van de 29 instituten van Fontys Hogescholen. In 2007 heeft de opleiding bij NVAO een zg. planningsneutrale conversie aangevraagd om de geregistreerde opleidingen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (CROHO 34397), Chemie (CROHO 34396) en Chemische Technologie (CROHO 34275) om te zetten in Applied Science. In deze aanvraag is een vergelijking gemaakt tussen de CROHO-geregistreerde opleidingen en de opleiding Applied Science en is een onderbouwing gegeven van de programmatische effecten van deze conversie. Deze aanvraag is in het voorjaar van 2008 gehonoreerd. Applied Science staat geregistreerd onder CROHO-nummer 30008. Applied Science is de enige opleiding in Nederland die tot nu toe deze stap heeft gezet. Binnen TNW werden in 2000 de opleidingen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie, Chemische Technologie en Technische Natuurkunde verzorgd. Vanaf 1 september 2004 biedt TNW de opleiding Applied Science aan (gebaseerd op Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Chemische Technologie) en daarnaast de opleiding Technische Natuurkunde. Beide opleidingen worden in voltijd op de locatie Eindhoven aangeboden. Ontstaan van de opleiding Applied Science Gezien de dalende studentaantallen binnen de technische opleidingen en het feit dat wetenschappelijk onderzoek steeds meer een beroep doet op multidisciplinaire inzichten heeft Fontys Hogescholen in 2002 besloten om de opleidingen Biologie en Medisch laboratoriumonderzoek, Chemie en Chemische Technologie te doen opgaan in een brede opleiding Applied Science met als graad ‘Bachelor of Applied Science’. De opleidingen waren in feite te klein om als eigenstandige opleiding te handhaven. Een veranderend werkveld vraagt opgeleiden met andere competenties. Sinds 2004 is het onderwijs in de opleiding Applied Science algemeen natuurwetenschappelijk (gericht op biologie, chemie, natuurkunde en techniek) met keuzemogelijkheden tot verdieping in (combinaties van) deze disciplines. Daarnaast is het innovatief, flexibel, competentiegestuurd en gericht op het beroepenveld, zowel nationaal als internationaal. De bachelor Applied Science start met een eenjarige propedeuse ter grootte van 60 studiepunten. Naast cursorisch onderwijs kent de propedeuse projectonderwijs. De projectonderwerpen zijn afkomstig uit het werkveld en worden jaarlijks met het werkveld geëvalueerd.

Page 14: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 8

Positionering Applied Science manifesteert zich als een brede, competentiegerichte en vraaggestuurde opleiding. De opleiding levert een bijdrage aan ontwikkelingen binnen TNW, zoals een deelname aan de kenniskring van het lectoraat Functionele Polymeren en het begeleiden van contractonderzoeken. Er is samenwerking met diverse opleidingen binnen Fontys: Technische Natuurkunde, minor Medische Technologie, minor People, Planet, Profit. Het lectoraat Functionele Polymeren richt zich op het opbouwen van kennis op het gebied van Functionele Polymeren en op het doorgeven van deze kennis naar het onderwijs (docenten en studenten) en het MKB. Applied Science werkt nauw samen met bedrijven in de regio Zuidoost Brabant op het gebied van technische innovatie. Variant De opleiding Applied Science wordt aangeboden in de voltijdvariant. Curriculum Fontys heeft gekozen voor competentiegestuurd en vraaggericht onderwijs. Deze keuze is, zo geeft de opleiding aan, het antwoord op het veranderende profiel van de student, de opdracht tot meer uitdagend onderwijs en verzwaring van opleidingen, de praktische eisen van de kenniseconomie, de nieuwe inzichten over onderwijzen en leren en het optimaal benutten van ICT-mogelijkheden. Doel van competentiegestuurd onderwijs is dat de student het vermogen verwerft om op hbo-niveau in beroepssituaties succesvol te handelen. Om de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek te garanderen beschikt ieder instituut over een beschreven en werkend kwaliteitszorgsysteem voor major, minor en masteropleidingen binnen de door Fontys vastgestelde kaders. Daarnaast beschikt Fontys over een kwaliteitszorgsysteem voor praktijkgericht onderzoek. De opleiding hanteert verschillende werkvormen binnen het door haar aangeboden curriculum. Kenmerkend zijn de verschillende onderwijsvormen zoals cursussen, projecten in de vorm van ASIA-opdrachten (Applied Science Ingenieurs- en Adviesbureau), stage en afstuderen en studieloopbaanbegeleiding. In het tweede studiejaar worden basiscursussen, profielcursussen en keuzecursussen aangeboden. ASIA is een kenmerkend studieonderdeel binnen TNW naar het idee van een virtueel bedrijf (zie facet 2.1). De stage en het afstuderen vinden plaats bij een bedrijf of instelling. Gedurende de opleiding heeft de student zich gespecialiseerd in een van de zeven beroepsdomeinen die gerelateerd zijn aan een van de profielen: biologie en medisch laboratoriumonderzoek, chemie of chemische technologie. Relatie met de praktijk De opleiding kent een Raad van Advies, samengesteld uit externe en interne leden en voorgezeten door de directeur. De externe leden overzien het natuurwetenschappelijk vakgebied en de trends hierin. Ook zijn er twee beroepenveldcommissies, één voor Applied Science en één voor Technische Natuurkunde, samengesteld uit externe en interne leden en voorgezeten door een medewerker uit de desbetreffende opleiding. Applied Science werkt nauw samen met bedrijven in de regio Zuid-Oost Brabant op het gebied van technische innovatie. Ook wordt er op onderzoeksgebied nauw samengewerkt met het lectoraat Functionele Polymeren. Binnen de opleiding wordt de relatie met de praktijk concreet vormgegeven door ASIA (Applied Science Informatie- en Adviesbureau). Dit is een non profit organisatie waarbinnen studenten werken aan concrete, authentieke vraagstellingen vanuit en in samenwerking met het werkveld.

Page 15: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 9

Studenten Bij TNW staan per 1 oktober 2009 in totaal 665 studenten ingeschreven: 436 studenten bij Applied Science, 226 studenten bij Technische Natuurkunde en nog 3 studenten bij de af te bouwen opleidingen Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek en Chemische Technologie. Als organisatiestructuur heeft Fontys gekozen voor een organisatie met resultaatverantwoordelijke teams. Specialisatie Het onderdeel Disciplines of Applied Science (DAS) wordt formeel als minor gevolgd. Centraal hierbij staan: vakinhoudelijke diepgang en onderzoeksvaardigheden. Hier specialiseren de studenten zich op een of meer beroepsdomeinen van Applied Science. Er zijn thans een groot aantal keuzemogelijkheden binnen DAS voor studenten. Zo kunnen studenten een DAS volgen op het terrein van oncologie.

Page 16: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 10

Page 17: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 11

4. VORIGE ACCREDITATIE In 2004 heeft Fontys TNW de opleidingen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Chemische Technologie laten opgaan in de brede bacheloropleiding Applied Science, waarmee het werkveld van de oorspronkelijke opleidingen wordt bediend. Sinds voorjaar 2008 heeft Fontys TNW hiervoor ook een eigen crohonummer (30008) gekregen in plaats van de drie crohonummers (34397, 34396 en 34275) van de drie oorspronkelijke opleidingen. De opleiding Applied Science is niet eerder geaccrediteerd. Wel zijn de drie opleidingen Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Chemische Technologie door de NVAO geaccrediteerd. Daarom heeft de NVAO besloten Applied Science ook een ‘positief besluit accreditatie’ te verlenen (ingangsdatum status: 1 januari 2006).

Page 18: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 12

Page 19: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 13

DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU

5. ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door

(buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)

Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Inleiding Centraal binnen de opleiding staat de verwevenheid met het beroepenveld, het competentiegericht studeren op basis van authentieke opdrachten, studenten kunnen meer keuzes maken op basis van de eigen belangstelling binnen de thema’s die Applied Science onderscheidt. De verscheidenheid aan onderwerpen waaraan de Bachelor of Applied Science werkt, is groot en er is sprake van een breed werkveld waarvoor opgeleid wordt, zo is het auditteam gebleken. Functies verschillen, maar het gemeenschappelijke uitgangspunt wordt gevormd door de natuurwetenschappelijke invalshoek bij het werken en de techniek als gereedschap. Dit geldt ook voor het vermogen om taken zelfstandig, innovatief, ondernemend, resultaatgericht en verantwoordelijk aan te pakken. Gebleken is dat de opleiding voor dit facet de volgende uitgangspunten voor beleid heeft geformuleerd: de eindkwalificaties van de opleiding zijn afgestemd met het beroepenveld; de eindkwalificaties van de opleiding zijn in samenspraak met het relevante beroepenveld

afgeleid van de beroepsvereisten van de Bachelor of Applied Science binnen de biologische, chemische en technologische context;

de opleiding leidt op tot een functie in een natuurwetenschappelijke omgeving, waarbij een analytische-, abstraherende-, onderzoekende- en dienstverlenende houding kenmerkend is.

Beroepsprofiel Nadat in 2002 de bachelor-masterstructuur is ingevoerd heeft de HBO-raad op advies van de werkgroep Verbreding bacheloropleidingen HTNO in 2003 vier bachelordomeinen geïntroduceerd, waarvan het domein Bachelor of Applied Science er een is. Omdat in het werkveld verschillende beroepsdomeinen te onderscheiden zijn, zijn voor de Bachelor of Applied Science zeven beroepsdomeinen beschreven: Life Science; Biomedical Science; Diagnostics; Molecular Science & Engineering; Molecular Science; Chemical Engineering; Communication & Commerce.

Page 20: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 14

TNW heeft op basis van de beroepsprofielen voor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, Chemie en Chemische Technologie een beroepsprofiel opgesteld voor een brede opleiding Applied Science. In dit beroepsprofiel zijn de competenties beschreven op het niveau van een beroepsbeoefenaar met vijf jaar ervaring. Mede ten behoeve van het verder uitwerken van het beroepsprofiel heeft de opleiding in september 2009 gesproken met zes alumni. Uit deze gesprekken is gebleken dat afgestudeerden de volgende functies vervullen: Laboratory Assistant Quality, Technician Biochemical Laboratory, Onderzoeker, Colorist / Kwaliteitscontroleur en Assistent Datamanager. Uit dit onderzoek blijkt dat de opleiding in voldoende mate aansluit op het beroepenveld: zowel wat vakkennis als wat vaardigheden betreft zijn de studenten voorbereid op de eisen van de arbeidsmarkt. Opleidingsprofiel Het opleidingsprofiel is afgeleid van het beroepsprofiel. Omdat het voor een pas afgestudeerde bachelor niet haalbaar is het niveau uit het beroepsprofiel al meteen te bereiken, heeft de opleiding per competentie een drietal niveaus ónder het niveau van het beroepsprofiel geformuleerd. In het document ‘Opleidingsconcept Applied Science’ geeft de opleiding een verantwoording van de opbouw en inhoud van het curriculum Applied Science op basis van het opleidingsprofiel. Hierin is de relatie aangegeven tussen de hbo-kwalificaties en de opleidingscompetenties. Voor de opleiding zijn wat betreft de opleidingscompetenties de afspraken leidend die op landelijk niveau zijn gemaakt, het beleid van TNW (Fontys Hogeschool Toegepaste natuurwetenschappen) en het beleid van Fontys. De opleidingscompetenties worden ontwikkeld binnen, zoveel mogelijk, authentieke beroepssituaties. In het studiemateriaal zijn de competenties, het competentieniveau en de leerdoelen vermeld. In de documentatie heeft de opleiding op een duidelijke wijze het niveau van de competenties uitgewerkt. Het concrete kennisniveau en het handelend vermogen van de afgestudeerde worden daarin verder uitgewerkt. Validatie door het beroepenveld Het auditteam constateert dat de wijze waarop de opleiding inhoudelijk is vormgeven de opleiding dwingt tot een goede relatie met de praktijk. De opleiding participeert in het Landelijk Beroepenveldoverleg Applied Science (hiertoe behoren alle opleidingen op het terrein van chemie, chemische technologie en biologie en medische laboratorium onderwijs). In dit overleg wordt jaarlijks op landelijk niveau met het werkveld van gedachten gewisseld over het competentieprofiel en voor de opleiding relevante ontwikkelingen in het werkveld. De opleiding Applied Science heeft in januari 2009 een beschrijving gemaakt van het beroepsbeeld, beroepsprofiel, opleidingsprofiel en de opleiding gemaakt en dit vastgelegd in het document ‘Opleidingsconcept Applied Science’. In het najaar 2010 wordt dit document geactualiseerd. Rol van de beroepenveldcommissie, Raad van Advies en betrokkenheid werkveld In een gezamenlijke vergadering van de Raad van Advies en de Beroepenveldcommissie is op 13 oktober 2003 het beroeps- en opleidingsprofiel van de opleiding Applied Science geaccordeerd. Vanaf cohort 2004 wordt dit opleidingsprofiel toegepast. Vervolgens heeft de landelijke werkgroep van het Domein Applied Science gebruik gemaakt van dit vastgestelde opleidingsprofiel bij het vormgeven van de opleiding.

Page 21: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 15

In het proces om te komen tot een opleiding Applied Science is het beroepenveld betrokken: er zijn 13 bedrijven en 1 instelling bezocht voor een interview over de opzet en invulling

van Applied Science; de Raad van Advies TNW en de Beroepenveldcommissie Applied Science hebben

geadviseerd met betrekking tot het competentieprofiel van Applied Science. Om de aansluiting van de eindkwalificaties bij de ontwikkelingen in het werkveld te waarborgen, vormen ontwikkelingen in het beroepenveld een agendapunt voor de beroepenveldcommissie en wordt periodiek een startbekwaamheidsonderzoek uitgevoerd onder alumni. Door de verwevenheid van het werkveld met de opleiding blijft de opleiding voldoende op de hoogte van ontwikkelingen in het werkveld. De beroepenveldcommissie Applied Science geeft tweemaal per jaar feedback aan de opleiding met betrekking tot de inhoud en het niveau van stage en afstuderen, de voor de opleiding relevante ontwikkelingen in het beroepenveld, wetenschap en techniek en de opbouw en invulling van het curriculum. Zo heeft de beroepenveldcommissie geadviseerd over beoordelingsaspecten tijdens de stage en de invulling van het lectoraat. Onderhoud beroeps- en opleidingsprofiel De opleidingen op het terrein van Applied Science zijn van recente datum. Op landelijk niveau zijn concrete afspraken gemaakt om het beroeps- en opleidingsprofiel te onderhouden i.c. te herzien indien daartoe aanleiding bestaat. De opleidingen hebben verschillende beroepenveldcommissies en/of Raden van Advies. Hierdoor ontstaat er synergie tussen de opleidingen waarbij zij uiteindelijk wederzijds kunnen profiteren van een brede representatie vanuit het werkveld. Internationale oriëntatie Het auditteam heeft nadrukkelijk aandacht besteed aan de mate waarin de opleiding zich richt op het buitenland, i.c. het internationale opleidings- en beroepenveld. De opleiding zorgt er voor dat de internationaal geldende eisen zijn verwerkt in het beroepsprofiel en functieomschrijvingen. Informatie hierover krijgt de opleiding onder andere via de beroepenveldcommissie en de Raad van Advies waarvan leden afkomstig zijn uit nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Page 22: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 16

Facet 1.2. Niveau: Bachelor De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal

geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Voor alle competenties heeft de opleiding deelcompetenties geformuleerd, is er een koppeling gemaakt naar de Dublin descriptoren en is vervolgens de slag gemaakt naar de ‘Kernkwalificaties Hbo-bachelor’. Uit de documentatie, in het bijzonder de beschrijving van de verschillende studieonderdelen, is af te leiden dat de meeste opleidingscompetenties gerangschikt kunnen worden onder: Kennis en inzicht. Uit de door het auditteam bestudeerde documentatie is gebleken dat de opleiding Applied Science een kennisbasis gebruikt die aansluit bij de kwalificaties van een bachelor. De basisconcepten die beschreven zijn in deze kennisbasis, omvatten de voor de opleiding relevante terreinen. In de notitie: ‘Beroepsbeeld en domeincompetenties’ heeft de opleiding gedragscriteria geformuleerd en is in voldoende mate helder beschreven op welke wijze de domeincompetenties gekoppeld zijn aan de Dublin descriptoren. Kennis en inzicht De Bachelor of Applied Science laat zien over voldoende deskundigheid te beschikken om op het terrein van de natuurwetenschappen problemen op te sporen en deze te analyseren. De afgestudeerde beschikt over zodanige kennis, inzicht en vaardigheden dat de werkzaamheden op een verantwoorde, veilige en kritische wijze kunnen worden uitgevoerd met de juiste methoden, technieken en apparatuur. Toepassen kennis De Bachelor of Applied Science is in staat om een uitvoerbaar en duurzaam werkplan (met budget) op te stellen en hierbij rekening te houden met kwaliteitszorg, veiligheid, gezondheid, welzijn, milieu en ethiek. De Bachelor of Applied Science ontwikkelt, verbetert en/of implementeert producten, processen of methoden in het domein Applied Science op basis van bestaande kennis. Oordelen De Bachelor of Applied Science ontwikkelt, implementeert en onderhoudt een beheersysteem of onderdelen daarvan in het domein Applied Science, hij kan beoordelen in welke mate het systeem voldoet aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving, kwaliteitsnormen en de normen en waarden van de organisatie. Communicatie De Bachelor of Applied Science geeft onderbouwde adviezen over het ontwerpen, verbeteren of toepassen van producten, processen en methoden binnen het domein van Applied Science. Lerend vermogen De Bachelor of Applied Science stuurt zichzelf in zijn functioneren en in zijn ontwikkeling en zorgt dat hij wat kennis en vaardigheden betreft op de hoogte is van de nieuwste ontwikkelingen.

Page 23: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 17

Facet 1.3. Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in

samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties o Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend

beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is

Overwegingen Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.

Page 24: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 18

2. Programma Facet 2.1. Eisen HBO Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de

beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek

Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline

Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk

Oordeel: excellent Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Kennisontwikkeling De opleiding Applied Science draagt er zorg voor dat de kennisontwikkeling plaatsvindt op basis van adequaat geselecteerde literatuur, studiemateriaal uit de beroepspraktijk en interactie met de beroepspraktijk. Ook voeren studenten opdrachten uit waardoor zij ook langs deze weg praktijkkennis verwerven. Vakliteratuur Het auditteam heeft de literatuur bestudeerd die studenten gebruiken. Het beeld dat hieruit ontstaat is dat deze wat omvang en diepgang betreft van een voldoende niveau is. Het studiemateriaal bestaat uit met name Engelstalige studieboeken, readers en studiehandleidingen. Digitale informatie is toegankelijk via de elektronische leeromgeving N@Tschool. Gedurende de opleiding krijgt de student voldoende gelegenheid om te leren omgaan met relevante informatie en bronnen. Voor het raadplegen van vakliteratuur kunnen studenten gebruik maken van de Fontys Mediatheek en andere mediatheken waaronder die van de TU/e. Studenten en medewerkers hebben via de digitale Fontys Mediatheek toegang tot databases als SciFinder, ScienceDirect, Scientific World, SpringerLink, Ullman’s Encyclopedia, en Wiley InterScience Journals.

Materiaal uit de beroepspraktijk/ASIA Via de minor Disciplines of Applied Science (DAS) worden actuele ontwikkelingen in het studieprogramma verwerkt. Het werkveld draagt projecten aan op de terreinen biologie, chemie en techniek (food wordt ontwikkeld). De stage- en afstudeeropdrachten kunnen leiden tot nieuwe vragen die geschikt zijn voor projectmatig onderzoek passend binnen het ingenieurs- en adviesbureau ASIA, een virtueel bedrijf, aangeboden binnen een elektronische leeromgeving. Eventueel kan binnen ASIA een vooronderzoek (haalbaarheidsonderzoek) uitgevoerd worden voor nieuw (contract)onderzoek voor het bedrijfsleven. Het auditteam heeft zich tijdens de audit uitgebreid laten informeren over ASIA waarbij de opleiding een presentatie hierover verzorgde. Binnen ASIA werken studenten gedurende hun studie in een periode van telkens maximaal tien weken aan concrete, authentieke vraagstellingen vanuit en in samenwerking met het werkveld. De opdrachten moeten aansluiten bij de competenties die de student wil bereiken. Opdrachten voor ASIA worden geworven door gerichte acquisitie van TNW-medewerkers maar ook aangeleverd door bedrijven waar afstudeerders en stagiaires van de opleiding werkzaam zijn. De resultaten van de opdrachten worden met de opdrachtgever tijdens een bedrijfsbezoek besproken. Het auditteam beschouwt ASIA als een uitmuntend initiatief om de praktijk ‘in huis’ te halen.

Page 25: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 19

Actualiteit programma Het auditteam is gebleken dat de opleiding regelmatig overleg voert met het werkveld over de actualiteit van het studieprogramma. Hierbij wordt de inhoud van het studieprogramma besproken met de werkgevers waar de studenten stage lopen. Dit leidt vaak tot formeel en informeel overleg met de begeleiders van de stagegevende instellingen. Studenten komen gedurende hun opleiding op verschillende manieren in aanraking met de actuele beroepspraktijk: 1. projecten in de propedeuse; 2. beroepsoriëntatie in de propedeuse; 3. opdrachten uitvoeren voor het ‘Applied Science Ingenieurs- en Adviesbureau’ (ASIA); 4. stage; 5. disciplines Applied Science; 6. afstudeerperiode. Interactie met de beroepspraktijk De opleiding Applied Science (i.c. management en docenten), zo is het auditteam gebleken, is zich duidelijk bewust van het belang van een voldoende borging van de inhoud van de opleiding in de beroepspraktijk. Via contacten in het werkveld, gastdocenten en studentstages houdt de opleiding zich op de hoogte van recente ontwikkelingen in het werkveld. Verder zijn er contacten met de TU/e. Daarnaast zijn, zoals onder facet 1.1 aangegeven, aan de opleiding een beroepenveldcommissie en Raad van Advies verbonden. Beide commissies adviseren de opleiding over opleidingsgerelateerde zaken zoals ontwikkeling en actualisering van het onderwijsprogramma en studiemateriaal. Doel is te komen tot een zo goed mogelijke afstemming tussen beroepsonderwijs en beroepspraktijk. Het auditteam heeft aandacht besteed aan de wijze waarop studenten concreet in contact worden gebracht met de praktijk: Het werkveld levert voor het eerste jaar een groot aantal projecten die de student in staat

stellen kennis te maken met het beroepsdomein, uitdagen om relevante kennis te verwerven en zich te oriënteren op het toekomstige beroep. De student kan kiezen uit een aantal projecten.

In het eerste studiejaar werken de studenten aan vier projecten. In het project ‘ Labdesign’ ontwerpt een groep (van maximaal zes) studenten een laboratorium naar keuze. Hier doen studenten ervaring op met projectmatig werken.

In het eerste studiejaar worden verschillende activiteiten georganiseerd om studenten kennis te laten maken met het werkveld. Er worden vier excursies ingepland.

In het tweede studiejaar werken de studenten in het als virtueel bedrijf opgezette ingenieurs- en adviesbureau ASIA.

In het derde jaar gaat de student op stage bij een bedrijf of instelling. De stage kan nationaal of internationaal zijn. Daartoe onderhoudt TNW contacten met buitenlandse bedrijven en instellingen via de buitenlandcoördinator.

Stage, afstudeeropdrachten en activiteiten verricht in het kader van de zakelijke dienstverlening hebben hun spin-off in het onderwijsprogramma. Door TNW samen met het werkveld uitgevoerde RAAK projecten hebben in een aantal gevallen geleid tot propedeuseprojecten, cursussen in het tweede jaar, ASIA-opdrachten en stage- en afstudeerplaatsen. Een recent voorbeeld van een RAAK project is gestart rond biopolymeren in juni 2009. Fontys en AVANS Hogeschool voeren dit uit in samenwerking met twaalf bedrijven, Syntens, NRK (Federatie Nederlandse Rubber- en Kunststofindustrie) en het BAC (Biopolymeer Applicatie Centrum).

Page 26: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 20

Na de stage krijgt de student de gelegenheid zich te profileren in het gewenste beroepsdomein. Dat doet de student door het beantwoorden van een aantal, door experts goed te keuren, onderzoeksvragen die betrekking hebben op dat domein. Bij deze onderzoeksvragen kan ook het ingenieursbureau ASIA worden ingeschakeld. Wetenschappelijke vorming/onderzoek Het auditteam is gebleken dat de opleiding beschikt over een voldoende uitgewerkte wetenschappelijke basis. Zo is aandacht besteed aan de mate waarin de opleiding gebruik maakt van uitkomsten uit wetenschappelijk onderzoek. Al vroeg in het studieprogramma starten studenten met het zich eigen maken van binnen onderzoek gehanteerde terminologie en het verwerven van de eerste onderzoeksvaardigheden. De opleiding heeft wetenschappelijke vorming op onderdelen in het curriculum opgenomen hetgeen de student voldoende gelegenheid biedt om zich vaardigheden eigen te maken en het onder begeleiding onderzoek uit te voeren. Dit laatste vormt een onderdeel van een onderzoekslijn die de opleiding in het programma, verspreid over de verschillende studiejaren, heeft opgenomen. Zelfstudieopdrachten en colleges dagen de student in voldoende mate uit tot theoretische diepgang. Studenten zijn verder betrokken bij het lectoraat functionele polymeren; bij hun afstudeeronderzoek kunnen zij participeren in promotietrajecten. Met deze activiteit sluit de opleiding aan bij een tendens binnen het HBO om studenten te laten deelnemen aan onderzoek en hen te betrekken bij het op schrift stellen van de resultaten uit onderzoek. Het auditteam is gebleken dat het lectoraat op meerdere plaatsen in het curriculum terugkomt, i.c. dat studenten direct te maken krijgen met de inhoud van het lectoraat/de kenniskringen rond het lectoraat. Door de betrokkenheid van docenten en studenten bij het lectoraat ontstaat er een goede basis van kennisuitwisseling, in het bijzonder het ontwikkelen van een nieuwsgierige en onderzoekende houding bij studenten. In dit verband merkt het auditteam op dat een lectoraat op biomedisch terrein een aanbeveling vormt. Beroepsvaardigheden Vakspecifieke beroepsvaardigheden ontwikkelt de student door middel van praktijkopdrachten, onder andere binnen de kaders van ASIA. Gebleken is dat de opleiding ook aan sociale en communicatieve vaardigheden aandacht besteedt. Studenten lopen een omvangrijke stage waardoor zij in aanraking komen met de beroepspraktijk waarbij zij zich beroepsvaardigheden eigen kunnen maken. Werkveld over het studieprogramma Uit de evaluaties die worden gehouden onder de bedrijven en instellingen die samenwerken met de opleiding blijkt dat zij in het algemeen tevreden zijn over de resultaten en de samenwerking met de opleiding. Dit wordt bevestigd in de evaluatie eerste-jaars bedrijfsprojecten 2008-2009 waarin organisatie, communicatie en diepgang van het project en de presentatie aan de orde komen. Internationale referentie Afgestudeerden die in Nederland de opleiding hebben gevolgd, kunnen ook in het buitenland aan de slag, zo is gebleken. De opleidingscompetenties Applied Science voldoen aan de internationale maatstaven. De opleiding participeert in diverse relevante regionale, landelijke en internationale netwerken. Tijdens de audit is gebleken dat de opleiding beschikt over contacten met buitenlandse instellingen.

Page 27: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 21

Oordeel studenten Uit evaluaties onder studenten is gebleken dat de studenten tevreden zijn over het studiemateriaal, de voorbereiding op de actuele beroepspraktijk en de aansluiting op actuele ontwikkelingen in het vakgebied. Dit beeld is tijdens de audit door studenten bevestigd.

Page 28: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 22

Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua

niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van)

het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de

geformuleerde eindkwalificaties te bereiken Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Concretisering eindkwalificaties De set van competenties met de daarbij vereiste kwalificatieniveaus die een student aan het einde van de opleiding ten minste dient te bereiken, wordt in het opleidingsprofiel beschreven. Elk beheersingsniveau van een competentie is uitgewerkt naar bijbehorende gedragscriteria. De koppeling tussen competentie - prestatie-indicator – studieonderdeel – bewijsmateriaal is beschreven in een competentiekaart. Dit is een hulpmiddel voor studenten bij het samenstellen van het portfolio. Het curriculumoverzicht laat de verdeling van de onderwijsblokken over de studiejaren zien. In de onderwijsblokken worden vakken doorlopend aangeboden. De blokken zijn afgestemd op de al aanwezige kennis en vaardigheden van de student. De kenniscomponent is voor ieder studieonderdeel beschreven. Vertaling van eindkwalificaties naar niveaus en leerdoelen Centraal in het studieprogramma staat de competentieontwikkeling van de student. Om de competentiegroei zichtbaar te kunnen maken zijn alle competenties onderverdeeld in vier niveaus: uitvoerend, oplossend, integrerend en genererend. Meer concreet betekent dit voor de verschillende niveaus: Uitvoerend: effectief gedrag vertonen als de omgeving daartoe directe aanleiding geeft.

Trefwoorden: uitvoerend, in opdracht van. Oplossend: effectief gedrag vertonen op basis van eigen initiatief. Trefwoorden: oplossen,

analyseren. Integrerend: effectief gedrag van anderen in de directe werkomgeving versterken, in het

bijzonder door voorbeeldgedrag. Trefwoorden: integreren, ontwikkelen, transfer van kennis en vaardigheden.

Genererend: effectief gedrag van anderen binnen de organisatie inspireren en daarmee binnen de/het organisatie(onderdeel) het niveau van de competentie verhogen. Trefwoorden: genereren van kennis, vaardigheden.

Studieprogramma Bestudering van het studieprogramma laat zien dat de opleiding drie fasen kent die telkens worden afgesloten met een competentie-examen: het competentie-examen aan het einde van de propedeuse heeft als doel: oriëntatie,

selectie en verwijzing door ontwikkeling van competenties op de terreinen: onderzoeken, experimenteren en leren leren/zelfsturing. De relatie tussen programma en eindkwalificatie wordt per programmaonderdeel in de studiehandleiding beschreven en per kennisgebied in de kennisbasis.

het competentie-examen na 2,5 jaar studie is gericht op het toetsen van kennis en de (verdere) ontwikkeling van hiervoor genoemde competenties. Deze periode kent een basisdeel, een profieldeel en een keuzedeel waarbij de volgende werkvormen gebruikt worden: studieonderdelen, ASIA en stage.

Page 29: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 23

In deze periode worden de relaties tussen programmaonderdelen en competenties gelegd in de studiehandleiding, in het opleidingsprofiel en per kennisgebied.

voorafgaand aan het competentie-examen aan het einde van de opleiding is er sprake van een individuele invulling van het programma. De student kiest zes kernen. Voor iedere kern formuleert de student of een studentkoppel een eigen onderzoeksvraag die vervolgens onderzocht en opgelost dient te worden.

In projecten afkomstig uit het werkveld worden de studenten uitgedaagd kennis en vaardigheden uit te breiden en geïntegreerd toe te passen in teamverband. Studenten geven hun voorkeur aan voor een project uit een reeks van beschikbare projecten. Elke periode heeft een thema waarin de aangeboden onderwerpen elkaar ondersteunen en aanvullen. De thema’s zijn: het Laboratorium, Bouwstenen, Reacties en Processen. In het tweede jaar van de opleiding kiest de student een profiel (biologie of chemie/technologie) dat behalve basisvakken een verdieping geeft die voorbereidend is op het te kiezen beroepsdomein. Na de minor in het derde studiejaar is er een periode waarin de studenten studieactiviteiten naar keuze doen om hun competentieprofiel verder te ontwikkelen. Oordeel studenten Studenten geven aan dat zij tevreden zijn over de inhoud van het curriculum. Zij vinden het belangrijk dat er sprake is van een omvangrijke theoretische component hoewel dit ook een verzwaring betekent van de opleiding. Studenten kennen het begrip competenties, hebben kennis genomen van de set competenties en zijn er van doordrongen dat zij gedurende de opleiding werken aan opleidingsspecifieke competenties. Studenten zijn positief over het vak wiskunde en om wiskundekennis in de vorm van experimental design te betrekken bij hun projecten.

Page 30: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 24

Facet 2.3. Samenhang programma Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend

Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Opbouw curriculum Uitgangspunt van de opleiding bij de vormgeving van het curriculum is dat het studieprogramma vanaf de start zo goed mogelijk aansluit bij de interesse van de student. Daarvoor dient het programma zodanig te zijn ingericht met keuzemogelijkheden dat de student de directe samenhang van de opleiding met zijn toekomstige beroep optimaal ervaart en zo de motivatie voor de beroepskeuze verder kan ontwikkelen. De student maakt in de vier studiejaren een proces door waarbij sprake is van een toenemende zelfstandigheid. Integratie van kennis en vaardigheden, de complexiteit van de leer- en praktijkomgeving en de mate van competent zijn, nemen toe en de sturing vanuit de opleiding neemt af. In de onderwijsvisie van de opleiding worden competenties in samenhang verworven; daartoe is in iedere fase van de opleiding aansluiting bij en participatie van het werkveld gezocht om te komen tot actuele beroepsauthentieke opdrachten in het onderwijs. Deze opdrachten stellen de student in staat om kennis, vaardigheden en attitude in samenhang te verwerven. Gebleken is dat de student tijdens de eerste fase van de studie basale conceptuele kennis verwerft. Er is daarbij sprake van regelmatige studiebegeleiding en een hoge frequentie wat betreft de contacturen. De student maakt zich door middel van colleges en zelfstudie de vakinhoud eigen van Applied Science. Vervolgens wordt de student in staat geacht om onder begeleiding onderzoeksvaardigheden toe te passen en is het studieprogramma met name gericht op beroepssituaties. In deze fase ligt een grotere verantwoordelijkheid bij de student wat betreft de sturing van het leerproces. Tenslotte is de student in staat om zelfstandig een onderzoeksproject toegepast onderzoek uit te voeren en kan deze worden aangesproken op zijn verantwoordelijkheid als professional. Hij kan zijn handelen in de praktijk motiveren, daarbij gebruikmakend van zijn vakinhoudelijke kennis. Samenhang binnen- en buitenschools curriculum De opleiding zorgt op een aantal manieren voor een goede borging van de theorie- en de praktijkcomponent in het curriculum en de samenhang tussen beide. Na de colleges worden in practica de voor het beroep vereiste basisvaardigheden ontwikkeld. In projecten afkomstig van het werkveld worden de studenten uitgedaagd kennis en vaardigheden uit te breiden en geïntegreerd toe te passen in samenwerkingsverband. Studenten geven hun voorkeur aan voor een project uit een reeks van beschikbare projecten. Na de minor DAS ((Disciplines Applied Science) is er een periode waarin de studenten activiteiten naar keuze doen om hun competentieprofiel verder te ontwikkelen dan wel te versterken. De studenten kunnen de rol van projectleider in ASIA vervullen, practica begeleiden, studentgroepen begeleiden en extra DAS kernen doen. Deze opdrachten hebben een complexiteit die te vergelijken is met de werkzaamheden van een beginnend beroepsbeoefenaar.

Page 31: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 25

De student laat voor iedere DAS-kern die hij heeft gekozen, door het oplossen van een eigen onderzoeksvraag, zien dat hij zich de kennis van de kern heeft eigen gemaakt en kan toepassen in een voor het beroep relevant probleem. Gedurende het afstuderen laat de student door het in het werkveld uitvoeren van een eigen onderzoek zien dat deze over de vereiste beroepscompetenties beschikt. Een groot aantal vakken wordt geheel of gedeeltelijk praktisch ingevuld. Integratie van kennis, vaardigheden en attitude ontwikkelt de student in ASIA (Applied Science Ingenieurs- en Adviesbureau) en een stage in het werkveld. Horizontale samenhang De horizontale samenhang binnen de studiejaren wordt gerealiseerd door in het eerste studiejaar beroepsgerichte opdrachten (projecten) in het programma op te nemen, waarbij integratie plaatsvindt vanuit verschillende invalshoeken. Integratie vindt eveneens plaats door de stage in de propedeuse, waarin de student de theorie in de praktijk toepast. In het tweede studiejaar bestaan de verschillende programma-inhouden uit een verdere theoretische verdieping waarbij van de student gevraagd wordt om het geleerde in ASIA-opdrachten toe te passen, hetzij individueel, hetzij in groepsverband. Het derde studiejaar omvat de stage en Disciplines Applied Science. De horizontale samenhang in het programma is gebaseerd op het vakinhoudelijk beheersen van kerntaken. Deze kerntaken zijn direct gerelateerd aan de uitoefening van het beroep en geconcretiseerd in de beschrijving van beroepstaken. Studenten kunnen bewijzen dat ze deze kerntaken beheersen door de toetsen en opdrachten te maken, die gekoppeld zijn aan de kerntaken en die uitgevoerd worden in de praktijk. Verticale samenhang De verticale samenhang, m.n. de samenhang met het tweede jaar, bestaat erin dat het derdejaars programma zowel wat inhoud als programmering een logische voortzetting is van het programma van het tweede studiejaar. De studenten worden opgeleid met als doel kennis te nemen van het brede Applied Science domein. In de propedeuse maakt de student een start met de verwerving van de beroepscompetenties door een aantal met elkaar samenhangende leertrajecten te volgen waaronder: theorieonderwijs, beroepspraktijkvorming en studieloopbaan- en beroepsoriëntatie. In het tweede jaar oriënteren de studenten zich op het werkveld van Applied Science in brede zin. Bestudering van het curriculum laat zien dat binnen het theorieonderwijs en de beroepspraktijkvorming verdieping plaatsvindt. In het derde jaar wordt de competentieontwikkeling complexer. De thematiek verschuift van het basale, uitvoerend werk naar problematiek die samenhangt met het werken in een complexere organisatorische omgeving en de professionalisering van het beroep, waaronder de sterk multidisciplinaire aspecten van het vak. In het vierde jaar voert de student een aantal opdrachten uit die afkomstig zijn uit de

beroepspraktijk. Hierbij wordt aandacht besteed aan thema’s op het terrein van Applied Science. De student moet aantonen dat hij beschikt over de competenties van de beginnende beroepsbeoefenaar. Daarnaast wordt de minor uitgevoerd. In de laatste 1,5 jaar completeert de student zijn competentieprofiel; naast complexe vakinhoudelijke competenties komen ook de competenties Adviseren/In- en verkopen, Instrueren /Coachen en Leiding geven/Managen aan bod. Het programma wordt afgestemd op het door de student gekozen beroepsdomein.

Page 32: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 26

Studentenoordeel Studenten zijn tevreden over de opbouw van het studieprogramma, i.c. de samenhang tussen de verschillende studieonderdelen en de relatie theorie en praktijk.

Page 33: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 27

Facet 2.4. Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat

programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen

Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Studielast De verdeling van de studielast binnen cursorisch onderwijs, projecten, minor, stage en afstuderen is uitgewerkt in de studiehandleiding. De studieonderdelen zijn verdeeld over vier periodes. Iedere periode wordt afgesloten met een of twee toetsweken waarin toetsen, herkansingen en projectafsluiting zijn opgenomen. Een week voor de start van een nieuw semester wordt het onderwijsrooster gepubliceerd. Het toetsrooster wordt tijdig bekend gemaakt. In de propedeuse krijgen de studenten na elke periode een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de studievoortgang. In het tweede studiejaar vindt dit aan het einde van elk semester plaats. De opleiding meet periodiek bij de onderwijsevaluaties de studielast per jaar. Bij afsluiting van projecten, ASIA-opdrachten en DAS verantwoorden de studenten de aan het project of opdracht bestede tijd. Omdat studenten aangaven dat het werken met een Persoonlijk OntwikkelingsPlan (POP) en Persoonlijk ActiviteitenPlan (PAP) onevenredig veel tijd kostte wordt nu met voorgestructureerde competentiekaarten gewerkt. Sinds september 2009 wordt er in het eerste jaar in klassenverband gewerkt zodat diverse docenten betrokken zijn bij de uitvoering van eenzelfde programmaonderdeel. De wiskundeonderdelen binnen de opleiding worden door studenten als zwaar ervaren. De opleiding merkt op dat bij instroom de inhoud van wiskunde verschillend kan zijn (Wiskunde A of B) waardoor de deficiënties op dit terrein toenemen. Om de aansluiting op het gebied van de wiskunde tussen de vooropleiding en de opleiding Applied Science te verbeteren neemt de opleiding een aantal initiatieven waaronder een zomercursus wiskunde en deelname aan het Surfproject: Nationale Kennisbank Basisvaardigheden Wiskunde. Contacturen In het eerste studiejaar (propedeuse) is het aantal ingeroosterde contacturen per week gemiddeld 25 uur per week, afhankelijk van de complexiteit van het studieonderdeel. In het tweede studiejaar is dit gemiddeld 23 uur per week. In het derde en vierde studiejaar is het aantal contacturen geringer door de stage die studenten lopen en door het schrijven van het eindwerkstuk. De alumni geven in het evaluatiegesprek van september 2009 aan dat de opleiding meer aandacht aan wiskunde moet geven. In de exit-evaluatie 2008/2009 geven 3 van 11 respondenten aan dat ze met de studie gestopt zijn omdat zij deze te zwaar vonden. Ook geven studenten die het biologieprofiel volgen aan, een onbalans te ervaren tussen de hoeveelheid cursussen biologie en chemie in de eerste periode van het tweede studiejaar. Uit het STO 2009 blijkt dat de informatie naar studenten verbeterd moet worden. Vooral de informatie over roosterwijzigingen moet beter. Op basis van dit STO is er al actie ondernomen: in principe vinden er sinds 1 september 2009 geen roosterwijzigingen meer plaats en is er per periode een vaste structuur van het rooster.

Page 34: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 28

Studentenoordeel De studenten geven aan dat ze de studielast als hoog ervaren, voornamelijk omdat het tempo hoog is. In het student tevredenheidsonderzoek 2009, geven de studenten aan dat de studielast niet voldoende gespreid is over het jaar (score 2,9 op een 5-puntschaal). Ook tijdens de gesprekken die het auditteam gevoerd heeft met studenten is gebleken dat studenten, met name mbo’ers, de opleiding moeilijk vinden. Niet alleen de vakinhoud werkt studieverzwarend, ook de Engelstalige literatuur is voor studenten niet eenvoudig. De opleiding wil maatregelen nemen om de studielast beter te spreiden over de studiejaren. Zoals aangegeven worden maatregelen genomen rond roosterwijzigingen, maar ook zal de begeleiding aangepast worden op het punt van planmatiger studeren. Aan de zwaarte van de vakinhoud kan de opleiding weinig doen: studenten moeten beschikken over een goede theoretische basis. De opleiding wil op dit terrein geen compromissen sluiten.

Page 35: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 29

Facet 2.5. Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de

instromende studenten: HBO-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding

(web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek HBO-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie

Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Toelating Het opleidingsprogramma is zo ingericht dat het aansluit op de eisen die voor de vo profielen Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek gesteld worden. De formele toelatingseisen van de opleiding zijn vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling en vermeld in de voorlichtingsbrochures. De voorlichtingsbrochures en -presentaties zijn in het studiejaar 2008-2009 ter beoordeling voorgelegd aan een jongerenpanel van BetaMentality en zittende studenten met een mbo vooropleiding. De conclusie was dat het beroepsbeeld om verheldering vroeg. De presentatie van de opleiding en de brochure zijn hierop aangepast. De opleiding biedt aan havo- en vwo leerlingen de mogelijkheid tot begeleiding bij het uitvoeren van experimenten ten behoeve van het profielwerkstuk. In het studiejaar 2008/2009 hebben 24 leerlingen hier gebruik van gemaakt; in het najaar 2009 zijn dit 34 leerlingen. De organisatie hiervan ligt bij de Fontys Junior Academie (FJA). De FJA organiseert activiteiten voor leerlingen van vo-scholen om bewustwording te ontwikkelen om voor een bètatechnische opleiding te kiezen en om de aansluiting naar bètatechnische opleidingen aan Fontys Hogescholen te optimaliseren. Deze activiteiten zijn zowel gericht op leerlingen als docenten. Studenten met elders verworven competenties en die op grond van leeftijd en eventueel gevolgde opleidingen mogelijk toelaatbaar zijn, kunnen, volgens een procedure, een intake assessment doorlopen. Aan de hand van de resultaten van het intake assessment bepaalt de examencommissie of betrokkene toelaatbaar is en welk programma deze moet volgen. Herkomst instroom Verreweg de meeste studenten zijn afkomstig van de HAVO, gevolgd door het MBO en het VWO. Het aantal instromers vanuit het VWO bedraagt sedert de start van de opleiding minder dan 10 procent. De instroom van mbo’ers ligt rond de 25 procent. In 2004 was dit beduidend lager (7 procent) maar dit wordt door de opleiding gekwalificeerd als een atypisch jaar. De laatste twee jaren stabiliseert dit percentage rond 25 procent. Het percentage havisten ligt sinds drie jaar tussen de 60 en 70 procent. Aansluiting Uit de documentatie en tijdens de gesprekken met management, docenten en studenten is gebleken dat de opleiding voldoende aandacht besteed aan het zo optimaal mogelijk laten verlopen van de overgang van het aanleverend onderwijs naar het hbo. Studenten geven niettemin aan dat voor hen de overgang naar een systeem van competentiegericht leren groot is. In februari 2009 hebben vijf docenten deelgenomen aan de door het Domein Applied Sciences georganiseerde conferentie ‘Aansluiting havo/vwo’. De hier ter beschikking gekomen kennis en ervaring heeft zijn weg gevonden in de programma-aanpassing met ingang van 2009-2010.

Page 36: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 30

Sinds drie jaar is techniekbreed binnen Fontys de samenwerking met het voortgezet onderwijs versterkt. Met 16 vo-scholen is een convenant getekend. Aansluiting en instroom komt daar ter sprake. Twee maal per jaar wordt een open dag georganiseerd. Ook verzorgen medewerkers voorlichtingsbijeenkomsten op vo-scholen. Tijdens voorlichtingsbijeenkomsten en in de opleidingsbrochure worden zowel het beroep als de studie toegelicht. Om de overstap van het voortgezet onderwijs naar het hbo minder groot te maken is er in juni 2009 als pilot met 25 aanmelders voor aanvang van de studie een kennismakingsgesprek gevoerd. Met ingang van het studiejaar 2010-2011 wordt vooraf met aanmelders, die dat op prijs stellen, een kennismakingsgesprek gevoerd. Hierbij komen vooral de wederzijdse verwachtingen m.b.t. de studie aan de orde. Voor studenten met een verwante mbo-opleiding is er een apart programma dat uitgaande van de eindkwalificaties van het mbo, de studenten in staat stelt om het hbo-diploma in drie jaar te behalen. De nadruk in dit programma ligt op projectmatig werken, zelfsturing, onderzoeken, wiskunde en communicatie. De ervaring van de opleiding is dat de binnenkomende studenten (zowel degenen met vooropleiding havo als mbo) moeite hebben met het toepassen van wiskundige basisvaardigheden. Sinds 2008 biedt de opleiding, voorafgaand aan het studiejaar, een zomercursus wiskunde aan om dit punt onder de aandacht van de student te brengen en de student in staat te stellen deze basisvaardigheden te oefenen. Oordeel studenten Uit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat de opleiding voldoende aansluit bij de vooropleiding, mits de student beschikt over voldoende basis op het terrein van de bètavakken. Niet bij alle studenten bestond bij aanvang van de studie een goed beroepsbeeld. Inmiddels is dit punt door de opleidingen aangepakt en is er een website waar het domein van de opleiding duidelijk beschreven is, evenals de beroepsmogelijkheden en de specialisaties.

Page 37: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 31

Facet 2.6. Duur De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van

het curriculum: o HBO-bachelor: 240 studiepunten o HBO-master: minimaal 60 studiepunten

Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Per programmaonderdeel is de omvang gedefinieerd in studiepunten. De totale omvang van het curriculum bedraagt 240 studiepunten (EC).

Page 38: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 32

Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept

Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Didactisch concept De onderwijsinstelling werkt met een hogeschoolbreed onderwijskader, bestaande uit gezamenlijke afspraken voor de opbouw en inhoud van het onderwijs. Het onderwijs in de opleiding Applied Science is gericht op het verwerven van de competenties die de beginnende beroepsbeoefenaar nodig heeft. De competenties betreffen bekwaamheden om kennis, vaardigheid en attitude in samenhang te kunnen toepassen in beroepskenmerkende situaties. In de propedeuse wordt een natuurwetenschappelijke basis gelegd; vanaf het tweede studiejaar werkt de student aan zijn profilering. De opleiding hanteert een sociaal constructivistische visie op leren en werkt in alle fasen met beroepsauthentieke opdrachten waarmee de student in staat gesteld wordt het competentieprofiel van een beginnend beroepsbeoefenaar te verwerven. Studenten oefenen in een reële context om actuele en multidisciplinaire kennis, inzicht, houdingen en vaardigheden geïntegreerd toe te passen. Werkvormen De door de opleiding gebruikte werkvormen moeten de studenten motiveren om tot een productieve en zelfstandige opstelling ten opzichte van het beroep te komen. Studenten werken zelfstandig en onder begeleiding, aan de hand van opdrachten aan competentieontwikkeling. Het gaat daarbij om de ontwikkeling van kennis, vaardigheden, houding en persoonskenmerken resulterend in een beroepsattitude die verwacht mag worden van een beginnend beroepsbeoefenaar. In de propedeuse en het tweede studiejaar wordt cursorisch onderwijs aangeboden. Dit zijn hoor- en werkcolleges (in het eerste jaar in klassenverband, het tweede jaar in profielverband), practica en projecten. De opleiding beschouwt het projectonderwijs als een geschikte werkvorm bij een competentiegestuurde en vraaggerichte opleiding. In het eerste studiejaar ligt het programma vast en is de probleemstelling bij projecten bekend. De student kan nog wel driemaal een keuze maken voor een project. In het tweede studiejaar kan de student naast basiscursussen ook profielcursussen en keuzecursussen volgen. Daarnaast voert de student een aantal ASIA-opdrachten uit, waarmee deze de competenties verder kan ontwikkelen. Het auditteam beoordeelt dit als adequaat. In Disciplines Applied Sciences worden de studenten door middel van workshops voorbereid op het formuleren van goede onderzoeksvragen. In een kern werkt een student met een medestudent aan het zich eigen maken van basiskennis en het formuleren en aanscherpen van de onderzoeksvraag. Daarna beginnen de studenten met het beantwoorden van de onderzoeksvraag; hiervoor kan een beroep worden gedaan op een expert. Als het afsluitende product van een kern is goedgekeurd door de eerste en tweede expert, wordt het product opgenomen in een kennisbank op ‘N@Tschool!’ en komt daarmee beschikbaar voor studenten en medewerkers.

Page 39: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 33

Werkplekleren In het eerste jaar zijn de projecten afkomstig van en in gezamenlijkheid opgesteld met bedrijven. De student verwerft de competenties op de onderwijsinstelling maar onderhoudt wel contact met het bedrijf. In het tweede jaar werkt de student als junior consultant in het (intern) ingenieurs- en adviesbureau ASIA. Het zijn voornamelijk MKB-bedrijven, ziekenhuizen en instellingen die zorgen voor de opdrachten van dit ingenieursbureau. In het derde jaar gaat de student op stage. In het tweede jaar levert het werkveld opdrachten aan voor ASIA. Door middel van onderzoeksopdrachten probeert ASIA de klanten oplossingen aan te bieden op vragen die zich op de kennisdomeinen van Applied Science voordoen. ASIA is een onderwijsvorm waarmee studenten activiteiten kunnen uitvoeren om hun competenties te ontwikkelen. Studenten van de opleiding Applied Science werken in het tweede studiejaar in ASIA als projectmedewerker en eventueel in het derde of vierde studiejaar als studentmanager bij het studieonderdeel “Activiteiten”. In het derde jaar gaat de student op stage naar een bedrijf of instelling naar keuze hetgeen de student de mogelijkheid biedt om competenties te ontwikkelen in een bedrijfsmatige setting. In Disciplines Applied Science formuleert de student zelf zes onderzoeksvragen (voor elke kern een onderzoeksvraag). Omdat het formuleren van onderzoeksvragen een ‘ kerncompetentie’ is van de natuurwetenschapper staat bij de uitvoering van een kern een, door de student geformuleerde, leer- of onderzoeksvraag centraal. Studentenoordeel Uit de onderwijsevaluaties, die aan het einde van elk studiejaar worden afgenomen, blijkt dat de studenten tevreden zijn over de gebruikte werkvormen. De stagiaires geven aan dat de opleidingsmentor voldoende heeft geholpen met vragen en voldoende aandacht heeft besteed aan de evaluatie van het stageverslag en de eindbeoordeling. Ook de afstudeerders geven aan dat de begeleiding door de schoolmentor goed was.

Page 40: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 34

Facet 2.8. Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de

studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd

Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Toetsbeleid In de Onderwijs- en Examenregeling is de regelgeving met betrekking tot toetsen, assessments, competentie-examens, de bevoegdheden van de Examencommissie maar ook de manier waarop een student bezwaar kan aantekenen tegen een toetsuitslag beschreven. De uitvoering van het beleid omtrent toetsen en beoordelen is belegd bij de Examencommissie. De opleiding besteedt aandacht aan de borging van de kwaliteit van toetsing, de toetsvormen en toetsinhouden, de plaats van toetsing in het onderwijs en de implementatie van toetsbeleid in het onderwijs. Relatie toetsen met de eindkwalificaties In een schema heeft de opleiding de koppeling tussen competenties en de verschillende toetsen beschreven. De toetscriteria zijn verder geoperationaliseerd vanuit de competenties en sluiten aan bij het didactisch concept. De criteria zijn afgestemd op het te behalen niveau in de opleiding. Studenten tonen hun niveau aan door toetsing en bewijzen hun niveau door beroepsproducten op te nemen in het portfolio en deze te verantwoorden. De studieloopbaanbegeleider bewaakt, samen met de student, in iedere fase van de opleiding het tot dan toe behaalde niveau. Studenten moeten in hun ‘eindportfolio’ aantonen dat de competenties op het juiste niveau behaald zijn. Een belangrijke competentie voor de Bachelor of Applied Science is de competentie ‘Experimenteren’. De student wordt beoordeeld met een cijfer op voorbereiding, uitvoering en uitwerking van de resultaten van de practicumopdrachten. Voor iedere toetsvorm is een kwaliteitsbeoordeling op validiteit, betrouwbaarheid, efficiency en consistentie ten aanzien van de specificaties van het curriculum beschreven. Toetsvormen Er worden de volgende toetsvormen gehanteerd: theorietoets, een Casus Kennistoets en de overall toets. Laatstgenoemde heeft betrekking op een integrale toetsing van vakkennis en vaardigheden en is gebaseerd op een praktijkcasus die circa twee weken van te voren op N@Tschool wordt geplaatst. Het is een individueel te maken schriftelijke toets waarin opdrachten/vragen zijn opgenomen waardoor inzicht ontstaat in de competentieontwikkeling van de student. Door middel van summatieve toetsen wordt een oordeel gegeven over de mate waarin de student de betreffende kennis beheerst. Eerstejaarsprojecten en ASIA-opdrachten worden beoordeeld aan de hand van vastgestelde criteria. In de studiehandleiding is vastgelegd welke productvormen gebruikt mogen worden en waarop de producten zullen worden beoordeeld. De beoordeling van de expert wordt vastgelegd op een beoordelingsformulier dat studenten opnemen in hun portfolio.

Page 41: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 35

Rol van de examencommissie Voor iedere toetsvorm is een kwaliteitsbeoordeling op validiteit, betrouwbaarheid, efficiency en consistentie ten aanzien van de specificaties van het curriculum gemaakt. De opleiding heeft een interne procedure fraude, die opgesteld is door de examencommissie. De examencommissie bewaakt de inhoud en uitvoering van de toetsen. De taken en verantwoordelijkheden zijn beschreven binnen de kaders van het toetsbeleid. De competentie-examens 1,2 en 3 worden door de examencommissie bewaakt en vastgesteld. Het werkveld als beoordelaar Bij eerstejaarsprojecten en ASIA-opdrachten in het tweede jaar is het werkveld betrokken bij de beoordeling. In de afstudeerperiode van de studie toont de student aan dat deze voldoet aan de eindtermen. Het resultaat (praktisch werk, afstudeerverslag en presentatie/verdediging) wordt beoordeeld door een afstudeerjury bestaande uit bedrijfsmentor, schoolmentor, hogeschooldeskundige/lid beroepenveldcommissie en een TNW-voorzitter waarbij volgens een procedure te werk wordt gegaan. Hogeschooldeskundigen zijn aanwezig bij afstudeervoordrachten en rapporteren na afloop van elk semester schriftelijk hun bevindingen over niveau en consistentie van de beoordeling aan de examencommissie. Bij stage en afstuderen wordt een bezoekrapport ingevuld door de schoolmentor waarbij onder andere een oordeel over de voortgang van de student wordt gegeven. De uitvoering van de stageopdracht en de competentieontwikkeling van de student wordt door de schoolmentor beoordeeld in overleg met de bedrijfsmentor aan de hand van een beoordelingsformulier. Tevens beoordeelt de schoolmentor het tussenverslag (theoriedeel), de poster, het samenvattingsblad, het eindverslag en de presentatie. Portfolio assessment Op het einde van de propedeuse vindt een competentie-examen plaats, in de vorm van een portfolio-assessment. Hierbij komen de competenties: Onderzoeken, Experimenteren en Leren Leren/Zelfsturing aan bod. De student biedt in het portfolio bewijsmateriaal aan waaruit moet blijken dat deze de competenties op niveau I verworven heeft. In het portfolio-assessment wegen twee assessoren het bewijsmateriaal. Het competentie-examen na de stage bestaat ook uit een portfolio-assessment. Het laatste competentie-examen van de opleiding bestaat uit een portfolio-assessment, het afstuderen en een Criterium Gericht Interview. In het laatste competentie-examen wordt beoordeeld of de student aan het bachelorniveau, zoals vastgelegd in het opleidingsprofiel Bachelor Applied Science, voldoet. In het portfolio-assessment wordt door twee assessoren (in wisselende samenstelling) de kwaliteit van de zelfbeoordeling vastgesteld en de mate waarin deze zelfbeoordeling voldoende ondersteund wordt door het ingeleverde bewijsmateriaal. De assessoren toetsen alle competenties op de aspecten kennis en inzicht; vaardigheden en attitude. In het portfolio-assessment wordt beoordeeld of de student voldoende gekwalificeerd is om aan de afstudeeropdracht te kunnen beginnen. Bij twijfel volgt er collegiale consultatie. Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen Een toets wordt in principe door verschillende docenten opgesteld. Zij beoordelen elkaars bijdrage aan de toets. Voordat een toets wordt afgenomen wordt de toets ter goedkeuring voorgelegd aan de toetscommissie. De toetscommissie evalueert en formuleert jaarlijks het toetsbeleid en bewaakt en evalueert de toetscyclus. Daarnaast bewaakt ze het archiveringssysteem voor toetsen en is deze belast met de organisatie van kennistoetsen, de analyse ervan en de kwaliteit van toetsen.

Page 42: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 36

Niveau toetsen Het auditteam heeft voorafgaand en tijdens de audit toetsen bestudeerd en beoordeeld. Gebleken is dat de vakinhoud op een voldoende adequate wijze wordt getoetst. Studenten worden beoordeeld op de onderdelen kennis, houding en vaardigheden in samenhang. Het auditteam acht dit van belang omdat de student (en de latere beroepsbeoefenaar) ook in de beroepspraktijk functioneert op basis van de integratie van kennis, houding en vaardigheden. Studentenoordeel Studenten geven aan thans tevreden te zijn over de kwaliteit van de toetsen.

Page 43: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 37

3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen HBO Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een

verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Beroepsgerichtheid en praktijkervaring docenten Van de 17 personeelsleden die de afgelopen vier jaar zijn aangenomen hebben er negen relevante werkervaring, vier relevante onderzoekservaring en voeren er twee momenteel een promotieonderzoek uit. Een aantal docenten is deels nog werkzaam in de beroepspraktijk en houdt zo feeling met ontwikkelingen in deze beroepspraktijk. Docenten die niet meer werkzaam zijn in de praktijk krijgen gelegenheid om hun praktijkkennis verder te ontwikkelen. De eerstejaars projecten en de ASIA-opdrachten zijn afkomstig uit de beroepspraktijk. Een groot aantal medewerkers is hierbij betrokken en onderhoudt duurzame contacten in het werkveld. De beroepsgerichtheid van docenten blijkt verder uit de volgende activiteiten: in samenwerking met het werkveld worden RAAK-projecten uitgevoerd met Applied Science

als penvoerder, bijvoorbeeld op het terrein van Functionele Polymeren, Smart Materials en Moleculaire Diagnostiek in Food Processing.

in het najaar van 2009 is een begin gemaakt met het RAAK-project Biopolymeren en het Raak-PRO-project Inkjetprinttechnologie voor het MKB. Doel van dit laatstgenoemde project is een verdieping van de onderzoekspraktijk van hogescholen.

de opleiding voert jaarlijks 25 tot 30 contractonderzoeken uit in opdracht van MKB-bedrijven. Deze onderzoeken worden door docenten begeleid en stellen de docent in staat om in het onderwijs voorbeelden te gebruiken uit de beroepspraktijk en daarmee het onderwijs actueel te houden.

Twee medewerkers voeren een promotieonderzoek op het gebied van de moleculaire diagnostiek uit bij Stichting Laboratoria voor Pathologie en Medische Microbiologie, een medewerker voert een promotieonderzoek uit bij het lectoraat Functionele Polymeren. In 2007 hebben vier medewerkers (drie werkzaam voor Applied Science en één voor Technische Natuurkunde) een docentstage van circa tien weken uitgevoerd in het werkveld. Rol lectoraat Aan het lectoraat Functionele Polymeren is een kenniskring verbonden waarin zes docenten van de opleiding participeren. De kennis wordt opgebouwd in samenwerking met bedrijven en met inzet van studenten en docenten via ASIA-opdrachten, RAAK-projecten en stage- en afstudeeropdrachten. Studenten over werkveldkennis van docenten Studenten geven tijdens de audit aan dat zij tevreden zijn over de werkveldkennis van docenten.

Page 44: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 38

Facet 3.2. Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit

te verzorgen Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Kwantitatieve ontwikkeling Door afname van het aantal studenten zijn er tot 2005 nagenoeg geen nieuwe medewerkers aangenomen. Door pensionering van een aantal zittende medewerkers en een lichte groei van het aantal studenten zijn er vanaf 2005 22 nieuwe medewerkers bij TNW als geheel aangenomen (15 vrouwen, 7 mannen). Hiermee is de gemiddelde leeftijd van het onderwijzend personeel dat werkzaam is voor de opleiding Applied Science afgenomen van 51,8 (1 januari 2005) naar 46,3 jaar op 1 januari 2010. Het percentage vrouwen bij de opleiding is gestegen van 21 procent (1 januari 2005) naar 40 procent (1 januari 2010). Het auditteam constateert dat op het terrein van wiskunde/statistiek en biologie de bezetting krap is. Docent-student ratio De docent-student ratio binnen de opleiding bedraagt 1 op 22. Deze ratio is gunstiger, i.c. minder studenten per docent, dan gangbaar is binnen het hoger beroepsonderwijs. Werklast en werkdruk De gemiddelde omvang van de onderwijsgevend personeelaanstelling bedraagt 0,8 fte. Binnen TNW is sprake van een ziekteverzuim van gemiddeld 5 procent over de afgelopen jaren. Daarbij moet worden opgemerkt dat het verzuim in de jaren 2007 en 2008 hoog was, met name veroorzaakt door niet werkgerelateerde medische redenen, zo geeft de opleiding aan. TNW breed wordt er door de medewerkers een grote werkdruk ervaren. Ook de projecten leiden bij docenten tot een behoorlijke werkdruk. Als oorzaak van de relatieve ontevredenheid m.b.t. de werkdruk wordt verder de uitvoering van het competentiegestuurde onderwijssysteem met een voor de studenten te groot aantal keuzemogelijkheden genoemd. De opleiding heeft hierop gereageerd door meer structuur in de opleiding aan te brengen en het aanpassen van taakomvang en eventueel de soort taak. Ook wordt er bij jonge docenten aandacht besteed aan time management waardoor ze hun activiteiten beter leren plannen en ‘stapelingsziekte’ wordt voorkomen. Om de werklast/werkdruk verder te verminderen, heeft vanaf 2007 TNW aandacht geschonken aan het opnieuw organiseren van de inzet, het stabiliseren van de roostering, het verdelen van de werklast van de medewerker over het gehele studiejaar, de eigen regelruimte van de medewerker en de inzet voor onderwijsuitvoering. Het feit dat bij ziekte van een medewerker niet altijd vervanging gevonden kan worden, betekent dat ziekte opgevangen wordt door het zittende personeel hetgeen bijdraagt aan de hoge werkdruk. Vanaf 2008 wordt de inzet op jaarbasis gemaakt. Er wordt gewerkt met grotere taakeenheden, waardoor regelruimte voor de medewerker zou moeten ontstaan. Met ingang van september 2009 werkt de opleiding in het eerste jaar in een klassensysteem waardoor voor de docent de binding met de groep en de eigen regelruimte toeneemt. Bovendien is er een vast onderwijsrooster.

Page 45: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 39

Facet 3.3. Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en

organisatorische realisatie van het programma Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Personeelsbeleid Het Fontys Hogeschool personeelsbeleid heeft als doel te borgen dat alle opleidingen blijvend beschikken over voldoende en kwalitatief goed personeel. Daarom komen in alle strategische beleidsplannen en jaarplannen de kwantiteit en kwaliteit van personeel aan de orde. Alle medewerkers moeten zich blijven ontwikkelen, in lijn met de veranderingen in opleidingen, omgeving, organisatie. Flexibele inzetbaarheid van personeel vindt TNW belangrijk. De TNW-medewerkers zijn inzetbaar voor onderwijsontwikkeling en -uitvoering bij TNW en bij andere instituten, voor marktgerichte taken, voor onderzoek in de kenniskring van het lectoraat en voor bijdrage aan RAAK-projecten of andere gesubsidieerde projecten. In het Personeelsbeleidsplan 2007 – 2011 van TNW is een aantal uitgangspunten beschreven waaronder de ontwikkelingsgerichtheid van het personeelsbeleid, de wijze waarop deskundigheidsbevordering op expertisegebieden plaatsvindt (via cursussen, onderzoek bij lectoraten of bedrijven (contractonderzoek), begeleiding bij stage- of afstudeeropdracht, bedrijfsstages, conferenties e.d. Nieuwe medewerkers behalen binnen een jaar na aanstelling en voordat een aanstelling voor onbepaalde tijd volgt een didactische aantekening. Kwalificaties docenten Een analyse van het portfolio ‘Personeel Applied Science, november 2009’, geeft wat kengetallen van het personeel het volgende beeld: 28 medewerkers hebben een wo- opleiding; 6 medewerkers zijn gepromoveerd; 14 medewerkers hebben een hbo-opleiding; 3 medewerkers hebben een mbo-opleiding; 14 medewerkers publiceren; 15 medewerkers verzorgen onderwijs in het (micro)biologische vakgebied; 13 medewerkers verzorgen onderwijs in het chemische vakgebied; 7 medewerkers verzorgen onderwijs in het chemisch technologische vakgebied; 5 medewerkers verzorgen onderwijs in het wiskunde/natuurkunde vakgebied.

Het auditteam heeft alle cv’s bestudeerd van docenten. Hieruit is gebleken dat docenten veelal over een afgeronde wo-opleiding op een voor de opleiding relevant gebied beschikken. De vakinhoudelijke kennis van de docenten beoordeelt het auditteam, gelet op de cv’s, als voldoende. Uit gesprekken met hen is tevens duidelijk geworden dat het hierbij gaat om bevlogen docenten en een mix van ervaren oudere docenten en goed opgeleide, in een aantal gevallen gepromoveerde, docenten die de opleiding dragen. Personeel van TNW is inzetbaar voor onderwijsontwikkeling en -uitvoering bij TNW en andere instituten, voor marktgerichte taken en voor onderzoek in de kenniskringen van de lectoraten.

Page 46: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 40

Scholing Via deskundigheidsbevordering op gebied van inhoudelijke expertise, didactische expertise en het verder ontwikkelen van competenties wordt de flexibele inzetbaarheid ondersteund. Een aantal medewerkers heeft onlangs cursussen gevolgd op verschillende vakgebieden waaronder food, duurzaamheid en polymeertechnologie. Binnen de opleiding is veel geïnvesteerd op het terrein van competentiegericht onderwijs, coaching van studenten en studieloopbaanbegeleiding. De medewerkers vergroten hun vakinhoudelijke kennis verder door als expert een bijdrage te leveren aan de propedeuseprojecten, ASIA-opdrachten, als schoolmentor bij stage- en afstudeeropdrachten, als expert bij contractonderzoek en bij onderzoek binnen de kenniskring van het lectoraat Functionele Polymeren en bij de RAAK-projecten. De opleiding heeft twee medewerkers aangetrokken die naast een onderwijstaak ook promotieonderzoek verrichten. Per 1 januari 2008 is een medewerker als promovendus gestart bij het lectoraat Functionele Polymeren. Rol lectoraat Het lectoraat Functionele Polymeren heeft vanaf mei 2009 een associate lector. De lector, de associate lector en de drie promovendi hebben ook een onderwijstaak die relatie heeft met hun onderzoek, waardoor actuele onderzoeksresultaten terechtkomen in het onderwijs. Aannamebeleid Nieuwe medewerkers volgen intern een pedagogisch-didactische scholing en specifieke scholing voor elke door de medewerker te vervullen rol (studieloopbaanbegeleider, coach, assessor). De nieuwe medewerkers zijn aangenomen om expertise op het vakgebied binnen de opleiding te garanderen. Contracteringsgesprekken Bij de start van het studiejaar wordt een contracteringsgesprek gehouden waarin resultaat- en ontwikkelafspraken worden gemaakt en aan het einde van het studiejaar een waarderingsgesprek. In deze gesprekken komt de deskundigheidsbevordering aan de orde. Het auditteam heeft de verslagen van deze gesprekken ingezien en komt tot de volgende samenvattende bevinding: heldere, concrete afspraken met een voldoende uitgewerkte follow up. Studenten over de docenten Studenten zijn tevreden over de vakinhoudelijke-, vakdidactische- en praktijkkennis van de docenten.

Page 47: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 41

4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te

realiseren Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Gebouw Het auditteam is rondgeleid door het gebouw waar de opleiding verzorgd wordt. Daarbij zijn de mediatheek, de studieruimten en de onderwijsruimten bezocht waaronder het laboratorium van het lectoraat. Vanuit de verschillende onderwijsactiviteiten (college en instructie, projectwerk, zelfstudie, practicum, onderzoek, studieloopbaanbegeleiding) gebruikt de opleiding ruimten met verschillende functionaliteiten waaronder zes (multifunctionele) laboratoria (waaronder een MLII-geclassificeerd

microbiologielaboratorium, instructielaboratoria, laboratorium van het lectoraat); PC instructielokaal; theorielokalen; collegezaal; 12 projectruimten; studieplein met computers; studentwerkplekken; teamkamers voor personeel; spreekkamers.

De infrastructuur is naar de mening van het auditteam dekkend. Het organische lab is klein, het aantal zuurkasten is beperkt. Faciliteiten op het terrein van chemische technologie worden uitgewisseld met de TU/e. De mediatheek maakt een verzorgde indruk. De procedure voor de collectievorming is duidelijk beschreven tijdens de rondgang van het auditteam. Materiële voorzieningen Jaarlijks wordt er geïnvesteerd in de aanschaf van nieuwe apparatuur om de laboratoria up to date te houden. TNW deelt huisvesting en (ICT )voorzieningen met de laboratoriumopleidingen van ROC Eindhoven. De laatste jaren is het laptopbezit onder studenten sterk toegenomen. Binnen het gebouw is daarom een draadloos netwerk. Via deze draadloze verbinding zijn alle applicaties behalve de zeer specifieke (van licentiebeheer voorziene) beroepsapplicatie beschikbaar. Deze zijn ook van huis uit via intranet beschikbaar. De ICT apparatuur wordt door Fontys iedere drie jaar vervangen. De elektronische leeromgeving N@Tschool! neemt een essentiële plaats in. De student vindt er de bij de lessen gebruikte presentaties, studiehandleidingen en achtergrondinformatie. Studentgroepen krijgen er voor hun projectwerk een virtuele werkruimte toebedeeld en de student bouwt er zijn portfolio op. Studenten en medewerkers kunnen gebruikmaken van de algemene mediatheek en van de nabij gelegen TU/e-bibliotheken. Via intranet is een uitgebreide digitale mediatheek beschikbaar met naslagwerken als: SciFinder Scholar, ScienceDirect, Scientific World, SpringerLink en Ullman’s Encyclopedia.

Page 48: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 42

Studentenoordeel Studenten geven aan tevreden te zijn over het gebouw en de voorzieningen. In de evaluatie van de propedeuse 2007-2008 geven de studenten aan tevreden te zijn over de elektronische leeromgeving N@Tschool. Het draadloze netwerk is soms overbelast.

Page 49: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 43

Facet 4.2. Studiebegeleiding De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat

met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de

behoefte van studenten Oordeel: voldoende. Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Opzet studieloopbaanbegeleiding Iedere student krijgt bij aanvang van de studie een studieloopbaanbegeleider toegewezen. Dit is een medewerker van de opleiding die de student begeleidt bij de planning, de aanpak en de voortgang van de studie. In het eerste semester treedt deze begeleider ook op als projectcoach waardoor student en de begeleider elkaar leren kennen. Studenten geven aan tevreden te zijn over het functioneren van de begeleider. Uit de documentatie, i.h.b. de studiegids, en tijdens de gesprekken is gebleken dat in het eerste jaar het studieloopbaanprogramma vooral gericht is op timemanagement, beroepsoriëntatie, het opbouwen van zelfkennis en de profielkeuze voor het tweede jaar. Tijdens iedere periode heeft de student een individueel gesprek met de begeleider. Deze gesprekken staan in het teken van voortgang, studieadvies en dossieropbouw ten behoeve van het eerste competentie-examen. Bij aanvang van het tweede jaar krijgt de student een domeindeskundige als begeleider toegewezen. Deze begeleidt de student tot het einde van de studie. In het tweede jaar is het studieloopbaanprogramma gericht op het wegwerken van een eventueel opgelopen studieachterstand, het formuleren en realiseren van leerdoelen, het verder ontwikkelen van zelfkennis door middel van een SWOT analyse, het samenstellen van het pakket aan keuzevakken en de voorbereiding op de stage. De student heeft gedurende een studiejaar gesprekken met de begeleider. In de regel drie tot vier gesprekken, maar indien noodzakelijk kan de student met de begeleider extra gesprekken voeren. Twee keer per jaar wordt er een studievoortgangsindicatie verstrekt. In het derde jaar geeft de begeleider ondersteuning bij het opstellen van een POP (Persoonlijk Ontwikkelingsplan) en een PAP (Persoonlijk Activiteiten Plan). Aan de hand van een reflectieverslag voert de student een gesprek met de begeleider. Per periode is er een studievoortgangvergadering waarin de studievoortgang van alle studenten uit een onderwijsgroep gemonitord wordt. Aan het einde van iedere periode ontvangt de student een studievoortgangindicator. Informatievoorziening Informatievoorziening geschiedt voornamelijk via Fontys Online (intra- en internet). Informatie over de opleiding is beschikbaar via studiegids, studiehandleiding, de studieloopbaanbegeleider, intranet en N@Tschool. Voor stage en afstuderen is een apart informatietraject beschikbaar. Voor stages in het buitenland is er een apart spreekuur en is er het Fontys International Office beschikbaar. Bedrijfsmentoren ontvangen de Stagebrochure en de Afstudeerbrochure. Voor vragen over opleiding en studie kunnen studenten terecht bij de service-informatietelefoon en het Bedrijfsbureau TNW.

Page 50: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 44

Studieresultaten worden vastgelegd in het studievoortgangsysteem. Het studievoortgangsysteem is online door de student te raadplegen. Studentenoordeel De studieloopbaanbegeleiding wordt regelmatig geëvalueerd. Recente uitslagen laten zien dat studenten thans positiever zijn over de begeleiding dan de afgelopen jaren. Docenten zijn buiten de reguliere contactmomenten goed bereikbaar voor vragen, zo geven studenten aan. Ten aanzien van de bekendmaking van studieresultaten en wijzigingen rooster gaven de studenten aan dat op dit onderdeel nog verbeteringen gewenst zijn. Ook beoordeelden zij het rooster als weinig flexibel.

Page 51: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 45

5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare

streefdoelen Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Op hogeschoolniveau biedt het Fontyskader voldoende aanknopingspunten voor de instituutspecifieke inrichting van het kwaliteitszorgsysteem. De opleiding Applied Science maakt op het gebied van kwaliteitszorg gebruik van de PDCA cyclus. Meer concreet betekent dit dat de opleiding de volgende stappen onderscheidt bij het doorlopen van de kwaliteitszorgcyclus: • formuleren van toetsbare doelen (Plan); • beschrijven van de onderwijsprocessen/werkwijzen (Do); • periodiek evalueren (Check); • formuleren en uitvoeren van verbeterbeleid (Act). De verantwoordelijkheid voor de systematische en periodieke evaluaties ligt bij de Fontys Hogeschool TNW, de coördinatie ligt in handen van de kwaliteitscoördinator van de opleiding. Deze neemt zelf evaluaties af en formuleert conclusies. De kwaliteit van de opleiding wordt regelmatig beoordeeld. Daartoe worden bijvoorbeeld tevredenheidonderzoeken uitgevoerd onder studenten, medewerkers en alumni/werkgevers. Daarnaast vindt er exitonderzoek plaats onder studenten die de opleiding voortijdig verlaten en volgen er na elke periode evaluatiegesprekken in de kwaliteitskringen (gesprekken tussen de opleiding en studenten). De opleiding heeft in schemavorm een overzicht gemaakt van de evaluaties waarbij per evaluatie is aangegeven wat het doel is, de frequentie, de uitvoerder, de doelgroep en het jaar van afname (vanaf 2007 tot en met 2012). Hieruit blijkt dat studenten nauw betrokken zijn bij de kwaliteitszorg: zeven evaluaties hebben betrekking op het oordeel van studenten (bijvoorbeeld: klachtenregistratie, onderwijsevaluaties en de interne audit). Evaluatie vindt plaats mede op basis van toetsbare streefdoelen. In de documentatie is beschreven op welke terreinen de opleiding veranderingen wil realiseren. Voorbeelden hiervan zijn: De opleiding onderzoekt of de ingezette veranderingen leiden tot een structurele afname

van de beleefde werkdruk; De contacten met de beroepspraktijk moeten een onderdeel worden van de gesprekscyclus

met docenten; In overleg met het werkveld wordt nagegaan of het beroeps- en opleidingsprofiel bijstelling

behoeft. Het auditteam constateert op basis van de documentatie en naar aanleiding van de gesprekken met het management, de docenten en de studenten dat de opleiding voortdurend werkt aan een verdere verbetering van de kwaliteit van de opleiding. Studenten zijn tevreden over hun bijdrage aan dit facet.

Page 52: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 46

Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare

verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Na de evaluaties Uit de documentatie en na de gesprekken is het auditteam gebleken dat de verschillende onderwijseenheden periodiek worden bijgesteld op basis van evaluatiegegevens. De opleiding heeft de procedure beschreven ten aanzien van het periodiek bijstellen van het onderwijs alsmede de evaluatie gegevens opgesomd die hiervoor gebruikt worden. Procedures en instructies zijn goed beschreven. Voorbeeld belangrijke verbeteractie De opleiding heeft er voor gekozen om bedrijven en instellingen te betrekken bij het evalueren van de opleiding. Dit leidt tot verdere aanpassingen in het studieprogramma en in het verder implementeren van de praktijk in de opleiding. Het werkveld levert ook casussen aan voor het onderwijs, hetgeen de praktijknabijheid voor studenten vergroot. Evaluaties onder studenten wezen er op dat de toetsperiode samenviel met practica. Studenten vonden dit niet wenselijk waarna de opleiding practica buiten de toetsperiodes heeft geprogrammeerd.

Beheer van de verbetercyclus De verbetering van de kwaliteit bij aangetoonde tekortkomingen vindt plaats volgens de PDCA-verbetercyclus. Het gaande houden van de PDCA-cyclus is periodiek onderwerp van gesprek in het strategisch overleg, het instituutsoverleg, de instituutsmedezeggenschapsraad en de opleidingscommissie. Voor het strategisch overleg en/of het instituutsoverleg wordt de coördinator kwaliteitszorg uitgenodigd wanneer het punt kwaliteitszorg op de agenda staat. De analyse van de resultaten van evaluaties en de (concept) verbeteracties worden door de coördinator kwaliteitszorg in een rapport weergegeven waarbij een vergelijking met eerdere evaluaties is opgenomen. Dit rapport wordt in het instituutsoverleg en de opleidingscommissie (waarin studenten en medewerkers zitting hebben) besproken. Deze adviseren de directeur met betrekking tot de te nemen verbeteracties. Hiervoor zijn procedures opgesteld. De opleiding zet de evaluatieve gegevens om naar verbeterbeleid, checkt dit beleid en stelt het waar nodig bij. Het blijft voor de opleiding een punt van aandacht om de laatste stap van de PDCA-cyclus, het bijstellen, terugkoppelen en het meten van het effect van de verbetermaatregelen, structureel uit te blijven voeren. Communicatie over evaluatieresultaten In het managementcontract worden jaarlijks resultaatafspraken op het gebied van kwaliteit gemaakt door de Raad van Bestuur en de instituutsdirecteur, waarna de directeur drie keer per jaar via de managementrapportage over de voortgang en verbeteracties rapporteert. Elk jaar wordt een actieplan Kwaliteitszorg opgesteld in samenhang met strategieplan TNW en teamplannen. De terugkoppeling naar studenten van de resultaten van enquêtes en de door de opleiding ondernomen verbeteracties wordt door studenten als voor verbetering vatbaar ervaren. De opleiding besteedt hier extra aandacht aan.

Page 53: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 47

Studentenoordeel De studenten gaven aan dat de opleiding nog niet voldoende gebruik maakte van de uitkomsten van evaluaties. De opleiding kent weliswaar een actief verbeterbeleid maar dit was voor studenten niet voldoende duidelijk. De opleiding heeft hierop adequaat gereageerd door het instellen van kwaliteitskringen waarin studenten zitting hebben. Deze kwaliteitskringen worden als dermate nuttig ervaren dat in gesprekken met het auditteam door studenten de wens werd geuit om te overwegen deze kringen ook in het derde jaar en zelfs in het vierde jaar in te stellen.

Page 54: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 48

Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het

afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Stakeholders betrokken bij evaluaties Bij de evaluaties zijn de medewerkers en studenten betrokken. Bij de evaluaties van stage en afstuderen zijn het werkveld en studenten betrokken. Na afloop van de afstudeerzittingen vullen de hogeschooldeskundigen een evaluatieformulier in die vervolgens in de examencommissie TNW besproken worden. Voor het beroepenveld is een stage- en afstudeerevaluatie opgesteld die na afloop van stage en afstuderen wordt afgenomen. Aan het begin van het studiejaar worden alumni van het cohort dat een jaar werkzaam is uitgenodigd voor een evaluatief gesprek. Bij het startbekwaamhedenonderzoek zijn die alumni betrokken die actief zijn in het werkveld. In juli 2008 zijn de eerste studenten afgestudeerd. Commissies De opleiding Applied Science heeft een opleidingscommissie en een curriculumcommissie. De opleidingscommissie, bestaande uit studenten en medewerkers, brengt advies uit aan het management over de inhoud, kwaliteit en uitvoering van de opleiding. Het doel van de curriculumcommissie, bestaande uit medewerkers onder voorzitterschap van de adjunct-directeur, is de samenhang, begeleiding en ontwikkeling van aanpassingen in het curriculum, zowel inhoudelijk als didactisch, via deze commissie te laten verlopen. Studenten De opleiding kent zg. kwaliteitskringen van studenten uit het eerste en tweede studiejaar. Deze kwaliteitskringen zijn ingesteld om het contact met de studenten met betrekking tot kwaliteitszorg te intensiveren. Aan de kwaliteitskringen nemen studenten deel die het onderwijs in de bewuste periode gevolgd hebben. In de gesprekken wordt de beëindigde periode geëvalueerd en dragen de studenten ook (mogelijke) oplossingen aan voor knelpunten. In de bijeenkomsten van de kwaliteitskringen geven de studenten aan dat door middel van deze kwaliteitskringen de lijnen korter zijn geworden en dat de opleiding adequater reageert op opmerkingen. Omdat er nog maar een periode geëvalueerd is, kunnen er nog geen definitieve conclusies getrokken worden. De opleiding informeert de studenten over het resultaat van evaluaties en daaruit voortvloeiende verbeteracties op verschillende manieren: de Opleidingscommissie is betrokken bij het formuleren van verbeteracties; in de vragenlijst is aangegeven waar de studenten het resultaat kunnen vinden; de evaluatie met verbeteracties wordt op de studentportal van TNW geplaatst; bij de eerstvolgende onderwijsevaluatie als eerste te vermelden de verbeteracties van de

vorige cyclus. Beroepenveld Het afnemend beroepenveld wordt door de opleiding langs formele weg (beroepenveldcommissie, Raad van Advies) en langs meer informele weg (bijvoorbeeld via stages) betrokken bij de kwaliteitszorg.

Page 55: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 49

Aan het einde van de afstudeerperiode is aan de bedrijfsmentoren en de studenten gevraagd of de afstudeerders aan de hbo-kernkwalificaties voldoen. Alumni In het najaar 2009 heeft de opleiding gesprekken gevoerd met zes alumni van het cohort 2004. Zij waren op dat moment een jaar actief als beroepsbeoefenaar.

Page 56: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 50

6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde

eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen

Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen De afstudeeropdracht Afstudeeropdrachten worden in de regel extern uitgevoerd waarbij de opdrachten doorgaans technisch innovatief van aard zijn. Ook van het lectoraat Functionele Polymeren en de promovendi zijn afstudeeropdrachten afkomstig. Dit kunnen opdrachten van het lectoraat zelf zijn of opdrachten van bedrijven waar het lectoraat mee samen werkt. De afstudeeropdracht wordt afgesloten door middel van een voordracht met verdediging voor een afstudeerjury. De beoordelingscriteria die zijn opgenomen in de afstudeerbrochure, luiden: inwerktijd, zelfstandigheid, inventiviteit, aanpak, resultaat, rapportage, communicatie, gebruik faciliteiten, houding, presentatie en verdediging. In de afstudeerjury hebben tenminste een externe deskundige (de bedrijfsmentor), de opleidingsmentor en de voorzitter van de jury zitting. Docenten en begeleiders wonen zoveel mogelijk afstudeervoordrachten bij. De afstudeerjury geeft na onderling overleg een schriftelijke onderbouwing van de beoordeling van de uitvoering van de afstudeeropdracht, het verslag, de presentatie en de verdediging. De hogeschooldeskundige ziet er op toe dat dit correct en consequent gebeurt en rapporteert schriftelijk aan de examencommissie TNW over bevindingen bij de afstudeerzitting met betrekking tot niveau, beoordeling van het afstuderen en het verloop van de zittingen. Opzet afstuderen De gang van zaken rond het afstuderen is vastgelegd in een aantal procedures en instructies: procedure ‘Stage en afstuderen’; procedure ‘Afstudeerzitting’ en een instructie Verloop afstudeerzitting’. In het vierde jaar vindt het afstuderen plaats als afsluiting van de opleiding. De eerste maanden van het afstuderen dienen als oriëntatiefase. De student oriënteert zich op de context waarbinnen hij gaat afstuderen. De laatste vijf maanden vindt het afstuderen plaats. De student rondt deze fase af met een verslag, dat veelal het resultaat is van literatuuronderzoek. Hierin wordt het theoretische fundament voor het afstuderen gelegd en wordt het plan van aanpak voor het afstudeeronderzoek opgenomen. De studie wordt afgesloten met een afstudeerperiode waarin de student laat zien dat hij zelfstandig een afstudeeronderzoek(de ‘masterproof’) kan uitvoeren bij een bedrijf of instelling. Een opleidingsmentor begeleidt de student in de afstudeerperiode naast de bedrijfsmentor. De opleidingsmentor draagt verantwoordelijkheid voor het toezicht op het goede verloop van het afstuderen. Het Criterium Gericht Interview Na een geslaagde afstudeerzitting vindt het Criterium Gericht Interview (CGI) plaats. Uitgangspunt hierbij is de gegeven feedback bij het portfolio-assessment. In het CGI wordt door twee assessoren beoordeeld of de student voldoet aan het competentieprofiel van een beginnend beroepsbeoefenaar Bachelor of Applied Science. Een aantal competenties kan op een hoger niveau worden aangetoond dan het minimale vereiste niveau. In het CGI wordt het door de student geclaimde niveau beoordeeld.

Page 57: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 51

Oordeel werkveld en alumni De bedrijfsmentoren van afstudeerders geven aan tevreden te zijn over de kennis en vaardigheden van de student bij aanvang van de afstudeerperiode en over het functioneren van de student tijdens de afstudeerperiode. Bij alle kernkwalificaties geeft een zeer ruime meerderheid aan dat de afstudeerders deze in voldoende mate beheersen. De alumni geven aan dat de inhoud van de opleiding toereikend is: alles wat ze bij de uitoefening van hun beroep nodig hebben, hebben ze ook daadwerkelijk (op het vereiste niveau) geleerd, ook ten aanzien van de generieke HBO-kernkwalificaties. De afstudeerders geven bij alle kernkwalificaties aan dat zij hier aan voldoen, behalve bij ‘Basiskwalificering voor managementfuncties’. Hierbij dient te worden opgemerkt dat deze vraag slechts door een beperkt aantal afstudeerders is ingevuld. De competenties ‘ Onderzoeken’ , ‘ Experimenteren’ en ‘Leren/Zelfsturing’ zijn in hun beroepsuitoefening belangrijke competenties. Kwaliteit eindwerkstukken Gebleken is tijdens de audit dat de opleiding gedurende de afstudeerperiode uit de student ‘datgene probeert te halen wat er in zit’ . Sommige studenten moeten zeer intensief begeleid worden bij het afstuderen: door een één op één begeleiding van studenten die zich ‘aan de onderkant’ bevinden, haal je er het maximale uit, zo geeft de opleiding aan. Met veel inzet komt er dan uiteindelijk een zesje uit. De opleiding legt de lat voor afstudeerders hoog. Van een hbo’er verwacht de opleiding eigen initiatief, een kritische zelfreflectie en een goed beeld van het werkveld. Voorafgaand aan de audit heeft het auditteam een lijst van de opleiding ontvangen van eindwerkstukken uit de periode 2009/10 en eerder. De vak- en werkvelddeskundige hebben een selectie gemaakt van scripties die zij voorafgaand aan de audit wilden bestuderen. Vervolgens zijn deze door de opleiding rechtstreeks naar de auditoren gestuurd. Tijdens de audit zelf heeft het auditteam tijd gereserveerd om nog enkele eindwerkstukken in te zien. Samengevat komt het auditteam tot de volgende bevindingen. Het werkveld speelt een belangrijke rol bij de inhoud van de eindwerkstukken. Zij bieden de onderwerpen aan waar studenten vervolgens op kunnen afstuderen. Het niveau van de eindwerkstukken beoordeelt het auditteam als voldoende. Als ‘opvallend positief’ kwalificeert het auditteam het feit dat eindwerkstukken in het Engels zijn geschreven.

Page 58: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 52

Facet 6.2. Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met

relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers

Oordeel: voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen Streefcijfers en uitkomsten Er zijn streefcijfers geformuleerd. Het beleid ten aanzien van streefcijfers is geformuleerd in het Strategieplan TNW 2008-2012. Het propedeuserendement vertoont een wisselend beeld. Het streefpercentage van instromers dat in twee jaar de propedeuse haalt, bedraagt 70 procent per cohort. Uitgaande van de groep studenten die in twee jaar de propedeuse hebben behaald is het studierendement gedefinieerd als het percentage studenten dat daarna binnen vier jaar het getuigschrift heeft behaald. Dit rendement bedraagt voor cohort 2004: 69 procent, maar kan nog toenemen. Als streefnorm hanteert de opleiding dat 65 procent van de instroom per cohort in 6 jaar het eindgetuigschrift behaald moet hebben. Het studierendement kan vanwege het feit dat de (verbrede) opleiding relatief recent is gestart nog niet worden weergegeven. Het streefcijfer t.a.v. de studieduur van studiestakers wordt de laatste jaren ruim gehaald. Voor cohort 2005 geldt dat het afstudeerstreefcijfer is gehaald, voor cohort 2006 geldt dat het streefcijfer niet helemaal is gehaald en voor het cohort 2007 dat het rendement duidelijk achterblijft bij het streefcijfer. Over het propedeuserendement van cohort 2008 kunnen pas in de zomer van 2010 uitspraken worden gedaan. Als streefnorm voor studiestakers hanteert de opleiding een verblijftijd ≤1,35 jaar. Om de uitval zoveel mogelijk te beperken tot de propedeuse hanteert de opleiding Applied Science de regeling van het Bindend Afwijzend Studieadvies, vastgesteld in de Onderwijs- en Examenregeling. Uit cijfers van de opleiding blijkt dat de verblijfsduur van studenten die zonder getuigschrift vertrekken een afname vertoont en dat het streefcijfer de laatste jaren ruim wordt gehaald. Exit enquêtes Uit de exit-enquêtes van 2007/2008 en 2008/2009 onder uitvallers bleek dat een van de redenen om te stoppen het onderwijsmodel (didactisch concept) was dat te weinig houvast bood aan de student. De opleiding heeft daarom met name in de propedeuse het curriculum meer structuur gegeven door het aanbieden van meer contacturen, meer toetsmomenten met een duidelijke studievoortgangsindicatie.

Page 59: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 53

6. OORDEELSCHEMA

hbo bacheloropleiding Applied Science Fontys Hogeschool Voltijdvariant

Onderwerp / Facet Oordeel

1. Doelstellingen Opleiding V1 1.1. Domeinspecifieke eisen G 1.2. Niveau bachelor V 1.3. Oriëntatie HBO G

2. Programma V 2.1. Eisen HBO E 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma G 2.3. Samenhang programma G 2.4. Studielast V 2.5. Instroom V 2.6. Duur V 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud G 2.8. Beoordeling en toetsing V

3. Inzet van Personeel V2 3.1. Eisen HBO G 3.2. Kwantiteit personeel V 3.3. Kwaliteit personeel G

4. Voorzieningen V 4.1. Materiële voorzieningen V 4.2. Studiebegeleiding V

5. Interne Kwaliteitszorg V 5.1. Evaluatie resultaten V 5.2. Maatregelen tot verbetering V 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld G

6. Resultaten V 6.1. Gerealiseerd niveau V 6.2. Onderwijsrendement V

Samenvattend oordeel V

Gelet op bovenstaande oordelen adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo bacheloropleiding Applied Science verzorgd door Fontys Hogescholen, Croho nummer: 30008 in de variant ‘voltijd’ te accrediteren.

1 Extra aantekening: goed 2 Extra aantekening: goed

Page 60: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 54

Page 61: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 55

7. BIJLAGEN

Page 62: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 56

Page 63: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 57

BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS

Programma Audit opleiding Applied Science d.d. 15-04-2010

Lokaal Tijd Gesprekspartners Auditoren Onderwerpen 1.144 08.30-09.00 Auditteam Voorbespreking 1.138 09.00-09.15

Managementteam

Marthie Meester

Hub Wedershoven

Ad Goossens

Auditteam: Fred de Bruijn Niek Klooster Chris de Koster Jasper Aalders Ger Broers

Kennismaking Definitieve vaststelling programma

1.138 09.15-10.15 Managementteam

Marthie Meester

Hub Wedershoven

Ad Goossens

Auditteam: Fred de Bruijn Niek Klooster Chris de Koster Jasper Aalders Ger Broers

Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom Relatie beroepenveld internationalisering Lectoraat / Innovatie Personeel Deskundigheidsbevordering Studieloopbaanbegeleiding Rendementen Kwaliteitszorg Resultaten

1.138 10.15-11.15

Leerplancommissie/Curriculum-commissie Annemarie van Dooren Arnoud Bootsma Jan van Geldrop

Auditteam: Fred de Bruijn Niek Klooster Chris de Koster Jasper Aalders Ger Broers

Actualisering beroeps- en opleidingsprofiel Relatie beroepenveld Aansluiting instroom en programma aansluitprogramma mbo Studeerbaarheid, studielast, contacturen minoren Praktijkcomponent/stages Onderwijsontwikkeling Internationalisering

1.144 11.15–11.30

Auditteam Interne terugkoppeling, verificatie

1.138 11.30–12.15 Toetsen en beoordelen/ examencommissie: Hub Wedershoven Jan Uijlen Arnoud Bootsma Carla van Beuningen

Deel auditteam: Fred de Bruijn Chris de Koster Jasper Aalders

Toetsen en beoordelen: validiteit/ objectiviteit Kwaliteitsborging van praktijkcomponent Resultaten / rendementen Bezwaar en beroep Vrijstellingen Instroom Studeerbaarheid, studielast

1.129 Stage/afstuderen Tom Christianen Guido Smets Els Geertman

Deel auditteam: Niek Klooster Ger Broers

Studiebegeleiding Toetsen en beoordelen afstuderen Relatie eindkwalificaties en programma Resultaten / rendementen Stage Bedrijfsbegeleider

1.144 12.15–13.00

Lunch Auditteam Lunch, interne terugkoppeling, verificatie

Page 64: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 58

Lokaal Tijd Gesprekspartners Auditoren Onderwerpen

13.00-13.30 Rondleiding voorzieningen Ad Goossens Hub Wedershoven

Auditteam: Fred de Bruijn Niek Klooster Chris de Koster Jasper Aalders Ger Broers

opleidingsspecifieke voorzieningen

1.138 13.30–14.30 Docenten Malika Azhimi Antje van de Berg Loes Dirks Carla van Beuningen Jan Jelle Claus Yvonne van Lith Annemarie van Dooren Wilfried van der Zanden

Deel auditteam: Fred de Bruijn Chris de Koster Jasper Aalders

Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent/stages Internationalisering Werkdruk Materiële voorzieningen Deskundigheidsbevordering/POP Studiebegeleiding

1.129 Studenten AS1: Onno van Knippenberg, Ellen Versmissen AS2: Julian Beekers, Frank Gielen AS3: Drewes van der Laag, Ruben Lelieveld AS4: Marjolein Pronk, Esther van Eijk

Deel auditteam: Niek Klooster Ger Broers

Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent

1.138 14.30-15.15 Kwaliteitszorg: Gertruud Hoedemakers Loes van Bavel Ad Goossens

Deel auditteam Niek Klooster Ger Broers

Stand van zaken: Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering en vastlegging Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld Klachtenregeling

Mediatheek Mariska van Driel

Deel auditteam: Fred de Bruijn Chris de Koster Jasper Aalders

1.138 15.15–16.00 Lectoraat/kenniskring Jan Bernards Peter Ketelaars Martijn van Dongen

Auditteam: Fred de Bruijn Niek Klooster Chris de Koster Jasper Aalders Ger Broers

Opdracht van het lectoraat Relatie en betrokkenheid bij het onderwijs Onderzoek Kenniskring Participatie studenten

1.144 16.00-16.15 Verificatie documenten Auditteam Interne terugkoppeling, verificatie en bepaling ‘pending issues’ / verdieping en/of additionele onderwerpen

1.138 16.15-16.45

Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)

Deel Auditteam Pending issues

1.129 Nader te bepalen gesprekspartners (iedereen beschikbaar)

Deel Auditteam Vrije ruimte voor verdieping en/of additionele gespreksonderwerpen

1.144 16.45-17.15 Auditteam Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling

1.140 17.15 Alle gesprekspartners & genodigden

Auditteam Terugkoppeling voorlopige beoordeling

Page 65: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 59

BIJLAGE II KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING Studenten voltijd deeltijd duaal

Aantal studenten 2009 (bij meerdere lesplaatsen hier alle lesplaatsen noemen)

434 n.v.t. n.v.t.

Instroom studenten

2009 126

2008 105

2007 135

2006 146

Vooropleiding studenten Per 1 oktober 2009

mbo-4: 32 havo: 78 vwo: 9 ho: 7 overig: -

mbo-4: havo: vwo: ho: overig:

mbo-4: havo: vwo: ho: overig:

Docenten Aantal aan de opleiding verbonden docenten incl. onderzoeks/ onderwijsassisteneten

43 (exclusief lector)

Aantal fte

19,6 fte

Docent – student ratio

22,1

Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk

0

Aantal docenten met een master opleiding

28

Aantal docenten met een PhD

6

Aantal fte in kenniskringen

1,9 fte plus 1 fte lector

Page 66: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 60

Rendementsgegevens

voltijd deeltijd duaal Diplomarendement in aantallen en % t.o.v. de instroom aantal % aantal % aantal %

cohort 2003 n.v.t. n.v.t.

cohort 2004 38 43%

cohort 2005 56 37%

cohort 2006 per oktober 2010

beschik-baar

voltijd deeltijd duaal Propedeuserendement in aantallen en %

aantal % aantal % aantal %

cohort 2003 n.v.t. n.v.t.

cohort 2004 55 62%

cohort 2005 110 73%

cohort 2006 98 67%

Contacturen Definitie: contacturen = aantal roostergebonden uren. contacturen voltijd deeltijd duaal

1e leerjaar 32

2e leerjaar 23

3e leerjaar n.v.t.

4e leerjaar n.v.t.

Page 67: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 61

BIJLAGE III CURRICULA VITAE EN

ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN AUDITOREN Dr. N. Klooster De heer Klooster is fysisch chemicus en heeft diverse functies vervuld op commercieel en algemeen managerial niveau bij chemisch/farmaceutische bedrijven en laboratoria. Hij is werkzaam geweest bij Gist Brocades en Shell. Bij laatstgenoemde o.a. als afdelingshoofd van een sectie voor onderzoek en ontwikkeling op analytisch chemisch vlak. Hij is thans werkzaam als commercieel directeur bij een internationaal opererend bedrijf op het terrein van chemie/techniek. Hij was voorzitter van de HBO-commissie van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging en heeft als lid van het auditteam deelgenomen aan verschillende audits bij de eerste accreditatieronde. Prof. dr. C. de Koster De heer De Koster is bioloog en gepromoveerd in 1991 op een dissertatie over organische massa spectrometrie. Hij is thans hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam op het terrein van massaspectrometrie van biomacromoleculen. Zijn werkervaring ligt met name op het terrein van analytische chemie, moleculaire celbiologie, biomoleculaire massaspectrometrie en organische chemie. Zo is hij gedurende zes jaar werkzaam geweest bij DSM Research na een aantal jaren verbonden te zijn geweest aan universitaire onderzoeksinstituten in Leiden, Utrecht en Amsterdam. De heer De Koster heeft meer dan honderd publicaties als (co)auteur op zijn naam staan. Ir. A.T. de Bruijn De heer De Bruijn is in 1982 afgestudeerd aan de Landbouw Universiteit Wageningen. Hij is nadien in uiteenlopende functies betrokken geweest bij de vernieuwing van beroepsonderwijs en hoger onderwijs. Doorgaans betrof dit het bètageoriënteerde onderwijs. Sinds 1994 is hij werkzaam bij Hobéon. Zowel bij afzonderlijke onderwijsinstellingen, regionaal en op landelijk niveau coördineert of ondersteunt hij vernieuwingstrajecten. Vertrekpunt daarbij is vrijwel altijd een betere aansluiting van het onderwijs op de wensen van nieuwe generatie leerlingen/studenten en van het bedrijfsleven. Drs. G. Broers De heer Broers werkt sinds 1998 bij Hobéon als adviseur. Hij heeft sinds zijn afstuderen (1986) aan de (toenmalige) Rijksuniversiteit Leiden gewerkt bij verschillende organisaties waaronder de RUL, ECABO, Van der Veldt Cursusontwikkeling en Cursusuitvoering (VCC) en het Rotterdams Instituut voor Sociologisch en Bestuurskundig Onderzoek (RISBO). Daarnaast heeft hij gepubliceerd in NRC Handelsblad en de tijdschriften Intermediair en Psychologie. Thans houdt hij zich binnen Hobéon vooral bezig met arbeidsmarktonderzoek voor (hoger) onderwijsinstellingen, het beoordelen van de onderwijskundige kwaliteit van opleidingen volgens de NAO-kaders en is hij betrokken bij het beoordelen van de kwaliteit van restauratie bouwbedrijven. De heer J. Aalders De heer Aalders was ten tijde van de audit (eind) tweedejaars student CT en heeft de gemeenschappelijke propedeuse gedaan waarin de opleidingen Life Sciences, Chemie en Chemische Technologie aan bod komen.

Page 68: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 62

Page 69: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 63

Page 70: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 64

Page 71: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 65

Page 72: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 66

Page 73: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 67

BIJLAGE IV WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN

BESLISREGELS HOBÉON Beoordelingsprocedure en werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende voltijdopleiding is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde “Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs”. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van de opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten: Documentanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door het leergebied Applied Science van Fontys Hogeschool aangeleverde schriftelijke informatie: Management Review; Studiegids; Onderwijs- en Examen Regeling – OER; Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld:

o strategische keuzen en de positie in de markt, o interne organisatie, o de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne

managementrapportages en verbetermaatregelen, o ontwikkelingen in het beroepenveld, o beroeps- en opleidingsprofielen, o (validatie) eindcompetenties, o curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, o werkvormen, o toetsing en beoordeling, o kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, o internationalisering, o instroombeleid, o studiebegeleiding, o onderwijsrendement.

Op basis van de vooraf geleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire- en secundaire processen van de opleiding. Het auditteam heeft dit beeld vervolgens getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie3, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit een team met daarin opgenomen twee externe onafhankelijke deskundigen, een student van een verwante opleiding, een voorzitter en een secretaris (beide laatstgenoemde leden van het auditteam vanuit Hobéon Certificering).

3 Visitatie heeft op 15 april 2010 plaatsgevonden.

Page 74: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 68

Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven reeds is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en -daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. De additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie behelsde ondermeer: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleidingen overleg

voeren; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; netwerkoverzicht docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; toetsen; de ‘eindproducten’ van studenten.

Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden. Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste

‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’.

B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’

heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp

‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn.

Page 75: rapport Fontys hbo-ba Applied Science

©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo bacheloropleiding Applied Science, Fontys Hogeschool, 1.0 ⏐ 69

Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam:

uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd;

primaire processen wegen zwaarder dan secundaire. Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat

als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat

onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;4

een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord;

een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.

4 Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (“Programma”) acht facetten. Eén ervan

betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 ECTS) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een HBO Bachelor accreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp “Programma” een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.