samenvatting taalbeheersing 2

38
Taalbeheersing 2 Hoofdstuk 1 mondeling presenteren Presenteren als communicatiemiddel presentatie is een effectief communicatie middel ‘the medium is the message’ ‘de boodschapper is de boodschap’ Vb. Een enthousiaste presentator brengt zijn enthousiasme over op het publiek. De voorbereiding van een presentatie Als je een presentatie houdt dan moet je je voorbereiden. 1. Wat is het doel van de presentatie? 2. Wie zijn de toehoorders? ( het publiek) 3. Waar en wanneer wordt de presentatie/les gehouden? 4. Wat is het onderwerp van de presentatie? 1. Het doel van de presentatie -uitgangspunt: wat moet het publiek na de presentatie weten, denken, kunnen of doen. Je moet je doelstelling formuleren: Vb. Een informatieve presentatie Ik wil dat mijn publiek na afloop weet hoe je de verleden tijd gebruikt. -hoofd en neveldoelstellingen Hoofddoel = bijvoorbeeld informeren Nevendoel = bijvoorbeeld naast het informeren is de presentatie ook amusant Het boek: Taaltopics presenteren hoofdstuk 2 Oriëntatie op het doel De doelgerichtheid van je presentatie kan je controleren door deze vragen te stellen -Wat is het doel van mijn presentatie? -Is het doel te realiseren? -Hoe kan ik mijn doel bereiken? -Wat is het doel van mijn presentatie? Doelen van een presentatie kunnen zijn: 1. Informeren 2. Mening vormen 3. Overtuigen

Upload: janieke-verzaal

Post on 30-Jun-2015

602 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Samenvatting taalbeheersing 2

Taalbeheersing 2Hoofdstuk 1 mondeling presenteren

Presenteren als communicatiemiddelpresentatie is een effectief communicatie middel

‘the medium is the message’‘de boodschapper is de boodschap’

Vb. Een enthousiaste presentator brengt zijn enthousiasme over op het publiek.

De voorbereiding van een presentatieAls je een presentatie houdt dan moet je je voorbereiden.

1. Wat is het doel van de presentatie?2. Wie zijn de toehoorders? ( het publiek)3. Waar en wanneer wordt de presentatie/les gehouden?4. Wat is het onderwerp van de presentatie?

1. Het doel van de presentatie-uitgangspunt: wat moet het publiek na de presentatie weten, denken, kunnen of doen.

Je moet je doelstelling formuleren: Vb. Een informatieve presentatieIk wil dat mijn publiek na afloop weet hoe je de verleden tijd gebruikt.

-hoofd en neveldoelstellingenHoofddoel = bijvoorbeeld informerenNevendoel = bijvoorbeeld naast het informeren is de presentatie ook amusant

Het boek: Taaltopics presenteren hoofdstuk 2Oriëntatie op het doelDe doelgerichtheid van je presentatie kan je controleren door deze vragen te stellen-Wat is het doel van mijn presentatie?-Is het doel te realiseren?-Hoe kan ik mijn doel bereiken?

-Wat is het doel van mijn presentatie?Doelen van een presentatie kunnen zijn:

1. Informeren2. Mening vormen3. Overtuigen

-korte termijn doel: vb. informeren over product dan is het doel vervaardiging, kwaliteit en gebruik van product-lange termijn doel:Vb. informeren over producten het lange termijn doe lis betrouwbaar en deskundig overkomen

-Is het doel te realiseren?Het doel moet bij het publiek aansluiten, niet te hoog gegrepen zijn maar ook niet te makkelijk.

-Hoe kan ik mijn doel bereiken?Je krijgt al een idee van opbouw, argumenten, en andere informatie

Page 2: Samenvatting taalbeheersing 2

Het boek: taaltopics hoofdstuk 2Oriëntatie op het publiek-welke interesse heeft mijn publiek?-welke voorkennis heeft mijn publiek?-welke houding heeft mijn publiek tegenover mij en het onderwerp?

Door het beantwoorden van deze vragen vul je de toon in van je indruk en een gedeelte informatie.

-welke interesse heeft mijn publiek?Wat is voor het publiek interessant? Welke informatie wel en welke informatie niet?Je moet je presentatie aantrekkelijk maken: een pakkende inleiding, heldere structuur, goed verzorgde visuele ondersteuning. Je kunt de betrokkenheid verhogen door je in te leven in de luisteraar. Denk aan het geslacht, leeftijd, niveau, beroep en belang.

-Welke voorkennis heeft mijn publiek?De gemiddelde luisteraar moet je als uitgangspuntnemen.bepaald niveau van taalgebruik

-Welke houding heeft mijn publiek?Ken het publiek je?Hebben ze negatieve ervaringen gehad met het onderwerp?Als luisteraars al een mening hebben dan moet je voorzichtig te werk gaan.

Elementen die een doelstelling moeten bevatten-doelgroep-doel-themavb. Ik wil de directie (doelgroep) ervan overtuigen (doel) dat er binnen de organisatie meer aandacht moet worden besteed aan stressmanagement (thema).

Elementen die een doelaanduiding moet bevatten-doel-thema-relevantie van het doelVb. Ik hoop dat u na mijn voordracht weet (doel) hoe het onderwijs op de middelbare school (thema) eruit ziet. Het is belangrijk dat u een school vindt waarover u en uw kind tevreden zijn (relevantie).

Publiek Voor wie is de presentatie bedoeld?Kenmerken van het publiek-leeftijd-niveau (opleiding)-groot of klein publiek?-voor welke gelegenheid?

Publiek analyseren- welke interesses heeft mijn publiek?-welke voorkennis heeft mijn publiek?-Wat voor houding heeft mijn publiek tegenover het onderwerp en mij?

Randvoorwaarden : waar en wanneer?Waar vindt de presentatie plaats?

Page 3: Samenvatting taalbeheersing 2

Aandachtspunten:-tijd hoelaat? En de duur-ruimte waar? Op welke plaats?-voorzieningen faciliteiten-programma

Onderwerp-brainstormen-selecteren-ordenen-materiaal verzamelen

Fase 1 Brainstormen-feiten, ideeën, voorbeelden, hoofdpunten en steekwoorden

Fase 2 selecteren -welke punten van het brainstormen zijn ook werkelijk van belang-een centrale vraag stellen-niet meer dan 4/5 w vragen

Fase 3 ordenenJe brengt een logische structuur aan in je presentatie-inleiding, middenstuk/kern en slot

Fase 4 materiaal verzamelen-het doel van de presentatie voor ogen houden

De structuur in een presentatie-inleiding-middenstuk/kern-slot

1. Het middenstuk Als je aan je presentatie begint dan begin je met het middenstuk.Inhoud van het middenstuk:-de werkelijke informatie overdracht

Structuur

Vaste structuren:Je brengt een structuur aan door de centrale vragen in 3 tot 5 subvragen te verwerken. Na het maken van de subvragen zet je ze in de goede volgorde met behulp van de ordeningsprincipes.

Ordeningsprincipes:-Een logische volgorde -een chronologische volgorde : je houdt je aan een tijdsverloop-geografische indeling: situatie in landen -probleem oplossingsstructuur: Je bespreekt een probleemWat is het probleem?Waarom is dit een probleem?Wat zijn de oorzaken?Wat is de oplossing?

Page 4: Samenvatting taalbeheersing 2

2. De opening -motiveer het publiek-geef informatie over het onderwerp, de structuur en het doel van de presentatie

Inhoud:-een aandachtstrekker: anekdote, iets actueels, video, een vraag stellen-informeren over het onderwerp, doel en structuur van de presentatie: de centrale vragen, hulpmiddelen, aangeven of er vragen gesteld mogen worden

3. Overgangen -een korte samenvatting-vooruitblik-verband aangeven tussen de onderdelen

4. De afsluiting -een krachtig einde-klinkende conclusie-duidelijk aansporing-korte samenvatting

Het taalgebruikBij het taalgebruik moet je het eenvoudig en gemakkelijk houden. Zo voorkom je het struikelen over woorden.

Adviezen voor woordkeuze-afstemmen op publiek-vermijd lange woorden-geen buitenlandse vreemde woorden gebruiken-geen vage aanduidingen gebruiken

Adviezen voor de zinsbouw-korte zinnen-afwisseling van lange en korte zinnen-publiek direct aanspreken-vragen stellen: om publiek nieuwsgierig te maken

Het spreekschemaDe opbouw en inhoud in trefwoorden weergeven-bouwplan maken is het uitgangspunt-in het spreekschema staat wat je gaat doen

HulpmiddelenAls je hulpmiddelen gebruikt dan meld je dit in je inleiding.-Hulpmiddelen ondersteunen je presentatie-Ze zorgen voor afwisseling, hierdoor wordt het geen saai geheel

Page 5: Samenvatting taalbeheersing 2

Taalbeheersing 2Hoofdstuk 2 mondeling presenteren – De uitvoering

Het hanteren van het spreekschemaInhoud van het spreekschema:-hoofdvragen en antwoorden-aanvullende informatie: details en voorbeelden-uitgeschreven gedeelte: inleiding, slot en overgangen-aanwijzingen voor de presentatie-tonen van sheets

SprekersangstTips om de zenuwen in bedwang te houden

1. Bereid je goed voor2. Oefen met de tijd erbij3. Streef naar een goede presentatie4. Zorg voor een rustige ademhaling

Stel je aan het begin van de presentatie voor:Wie ben je, wat is je functie en waarom ben je hier?

Het spreekschema zorgt voor houvast tijdens je presentatie. Het verhaal moet je nooit uitschrijven, alleen steekwoorden. Voorlezen komt niet overtuigend overimproviseer

Verbaal gedragStemgebruik zorgt voor dynamiek in de presentatie1. Articulatie

Een duidelijk articulatie bevordert de verstaanbaarheid van je presentatie.2. Volume

Zorg voor een goed volume-let op een goede houding: sta rechtop-adem lang en haal het uit je buik-laat je stem vol klinken-op een normale toonhoogte spreken-langzaam pratenzorg voor afwisseling, door hard en zacht te praten.

3. Intonatie De intonatie wordt bepaald door de melodie van de stem, de afwisseling tussen hoog en laag. Je kunt verschillende emoties uitdrukken.

4. Tempo Langzamer spreken dan je gewend bent

5. Pauzes Brengen rust in de presentatie

Non verbaal gedragDe uitstraling van de sprekenBelangrijkste aspecten:1. Oogcontact en mimiek

Maak oogcontact met het publiek. Geeft een gevoel betrokkenheid. Afwisselende personen aankijken.Mimiek: Ontspan je gezicht en glimlach af en toe.

Page 6: Samenvatting taalbeheersing 2

2. Houding -sta recht op-beide benen op de grond-rustig en diep ademhalen-niet voortdurend heen en weer lopen

3. Gebaren Gebruik gebaren ter ondersteuningwel natuurlijk

Checklist voor je presentatie-liggen alle spullen klaar-verberg jezelf niet achter een tafel-neem wat water-goede houding aannemen

Taalbeheersing 2Hoofdstuk 2 mondeling presenteren Soorten presentaties

De 3 presentaties die veel voorkomen:1.Informatieve presentatie2.Argumentieve/ persuasieve presentatie het betoog3. De gelegenheidspresentatie de speech

1.De informatieve presentatieHoofddoel overbrengen van informatie De zakelijke kant overheerst in deze presentatie. De objectieve weergave staat centraal, de persoonlijke mening is daaraan ondergeschikt.

Om de informatie efficiënt over te dragen is het belangrijk om de uitgangspositie van je publiek te kennen.-Wat weet het publiek al? (nieuw onderwerp, of een onderwerp dat al eerder behandeld is)- De kennis die er al is, theoretisch of praktijk?-Zijn de vaktermen bekend bij het publiek?

Centrale vraag Wat wil het publiek weten van het onderwerp?

Structuren van een presentatie1. De chronologische structuur

-Er zit een logische volgorde in de presentatie-De presentatie heeft een beschrijvend karakter

2. De geografische structuur-Gaat over plaatsenVb. Beschrijving over toename zwarte scholen in verschillende grote steden van Nederland

3. De thematische structuur-deelaspecten: een onderwerp wordt verdeeld in meerder deelvragenVb. Bij het onderwerp popmuziek worden de deelaspecten de verschillende genres

4. Oorzaak – gevolgstructuur-Er wordt een verklaring gegeven voor een bepaald verschijnsel-Er wordt een beeld geschetst van de situatie en daarna wordt verklaard wat de oorzaken zijn

Page 7: Samenvatting taalbeheersing 2

2. De argumentieve presentatie het betoog Hoofddoel Het publiek overtuigen Het appellerende aspect staat centraal: je verdedigt de juistheid van je standpunt en doet een beroep op het publiek.

Wat is het doel?Het doel van een argumentieve presentatie kan zijn:-het publiek overtuigen van je mening-het publiek aanzetten tot een ander gedrag

Je moet het publiek van tevoren inschatten-wat vinden ze van het onderwerp?-wat verwachten ze van je?-wat weten ze over jou en je opvattingen?-wat zijn de belangen van het publiek?-welke gevoeligheden leven er

Je betoog kun je het beste beginnen met een maatschappelijk belang. ( en een pakkende openingszin!)Vb. We hebben allemaal graag dat…

Ga in op eventuele bezwaren: hiermee laat je zien dat er ook negatieve kanten aan je standpunt zitten. Je komt hierdoor wel betrouwbaarder over.

De volgende structuren zijn geschikt voor het betoog:1.De probleem – oplossingsstructuurEen bestaande situatie die verandert of een probleem oplossen-Is een geschikte structuur om advies te geven-het overtuigende karakter is hier het overtuigen dat er een probleem is

2.Stelling –argumentenstructuurVisie over een bepaald onderwerp overbrengen-met behulp van voor en tegen argumenten

Opbouw van de argumentieve presentatie-stelling-uitwerking van de argumenten-conclusie

OvertuigingsstrategieënDe retorica van AristolesDe 3 begrippen die de instrumenten aanduiden waarover een goede spreker moet beschikken.

1. Ethos : het karakter, persoonlijkheidAlgemene kenmerken van de presentatie zijn-deskundigheid over het onderwerp-integriteit : ga eerlijk en betrouwbaar om met het onderwerp, geef de volledige informatie-menselijkheid : warmte en vriendelijkheid-kracht : kom zelfverzekerdheid over, enthousiasme voor het onderwerp

Page 8: Samenvatting taalbeheersing 2

2. Pathos : de emotieHet vermogen om in te spelen op de emoties van het publiek. De positieve en negatieve ervaringen. Normen en waarden. Pathos gaat altijd gepaard met Lagos.

3. Lagos : de redeneringGebruik maken van de rationele argumenten.-de objectieve feiten die de stelling onderbouwen

3.De gelegenheidspresentatie (speech)Hoofddoel saamhorigheid tussen mensen tot stand te brengen.Bij speciale gelegenheden. Hierbij kan je denken aan feesten, congressen en vergaderingen.

De relationele boodschap staat centraal.

Kenmerken:-toespraak staat ten dienst van de gelegenheid-sprake van een direct persoonlijk contact-boodschap is kort en krachtig-sluit aan bij de verwachting van het publiek

De gelegenheidstoespraak kan 3 doelen hebben:1.Informeren en gevoelens opwekken (vergadering)2.Overtuigen : betoog bij speciale gelegenheden (verkiezingsbetoog, demonstratiebetoog)3.Amuseren (een tafelspeech)

Formulering bij presentaties-Het publiek direct aanspreken (u, ik en wij)-In spelen op emoties en ideeën-Vragen stellen-Informatie herhalen-Werk toe naar een climax-Gebruik maken van tegenstellingen

Vuistregel voor speeches-denk vooraf goed na over het publiek en uw doel-beperk tot 3 a 5 hoofdpunten-kort en bondig-steekwoorden opschrijven-clichés vermijden-niet overdrijven

Omgaan met vragenNa een presentatie kun je de gelegenheid geven om vragen te stellen-spreek dit van te voren af: hoe lang mag/kan dit duren-vragen zelf in eigen woorden herhalen-vermijd discussies-weet je geen antwoord op de vraag ; zeg dit dan eerlijk

Feedback en evaluatie (metacommunicatie : communicatie over de manier waarop mensen communiceren)-indirecte feedback: vragen stellen-directe feedback: reactie op inhoud en communicatie

Page 9: Samenvatting taalbeheersing 2

Taalbeheersing 2Hoofdstuk 3 tweegesprekken : het vraaggesprek

Het vraaggesprekhet gesprek met leerlingen en oudersDoel: gegevens te weten te komen-feiten-meningen -ervaringen

Kenmerken van interviews-Wat verstaan we onder een interview?Het is een vraaggesprek waarbij een persoon vragen stelt en de ander deze beantwoordt. Doel: Informatie krijgen

Een interview onderscheidt zich van andere gesprekken doordat er sprake is van een vooropgesteld doel. Het gesprek wordt gestuurd en gefaseerd door de interviewer.

Doelen van interviews1.Informatief doel: het verkrijgen van informatie over een bepaald onderwerp2.Dienen om meningen op tafel te krijgen: denk aan de journalistiek3.Amusement : voorbeeld op tv(Het doel wordt van de voren gesteld, zodat beide partijen zich kunnen voorbereiden)

Eisen aan een interview-informatie moet bij het doel aansluiten-waarheidsgetrouwe informatie-volledige informatie er mogen geen gegevens ontbreken

De basisprincipes van een interviewAan ieder interview liggen enkele basisprincipes ten grondslagElk interview vraag om zijn eigen vraagstijl:1.Directief of non-directiefDirectief: De interviewer legt de structuur van het gesprek van te voren vast. De interviewer stuurt in hoge mate het gesprek aan. Deze methode wordt veelal gebruik bij enquêtes.

Non-directief: De persoon die geïnterviewd wordt staat centraal. Hij krijgt de ruimte om zijn gedachte en gevoelens weer te geven. De structuur is niet door de interviewer vastgelegd.

2. Acceptatie en relevantieInterpretatie verschillenEen interviewer moet zich bewust zijn van de verschillende boodschappen die hij uitzend. Ze kunnen verschillende emoties teweeg brengen.

Acceptatie: Iedereen wil met respect behandeld worden

Relevantie: Bij journalistieke interviews. De goede sfeer staat niet voorop maar de juistheid van het antwoord.

Page 10: Samenvatting taalbeheersing 2

Soorten interviews1.Het feitelijke interview Vb. een enquête

2.opiniërende interview Vb. het journalistieke interview

3.gevoelsmatige interviewVb. een therapeutisch vraaggesprek Taalbeheersing 2Hoofdstuk 3 tweegesprekken: het vraaggesprek vraagcategorieën

Vraagcategorieën

Hoofddoel van het interview-informatie verkrijgenInformatie verkrijg je doormiddel van vragen stellen. Als je efficiënt vragen stelt dan krijg je de beste antwoorden. Efficiënt vragen stellen doe je door een goede afwisselingen voor soorten vragen, goede timing en luisterhouding.

Het boek Leren interviewen hoofdstuk 2 vraagcategorieën

Open en gesloten vragen

Open vragen:Acceptatie scoort bij deze vragen hoog. Open vragen laten de geïnterviewde vrij in zijn antwoord.Voorbeeld van open vragen zijn: wie, wat, waarom, hoe vragen

Een speciaal type open vraag is de vrije associatievraag: De geïnterviewde krijg een nieuwe hypothetische situatie voorgelegd. De geïnterviewde moet nu gedwongen actief nadenken.

Gesloten vragen:Relevantie van open vragen scoort hoog. Gesloten vragen bieden de geïnterviewde slecht de mogelijkheid om uit twee (beperkt) alternatieven te kiezen. Gesloten vragen zijn nuttig om een bekentenis af te dwingen.

Directe en indirecte vraag

Directe vraag:Rechtstreeks op het doel af.Vb. Ben je tevreden over je studie?

Indirecte vraag:Bij onderwerpen die emotioneel beladen zijn. Vraag is omslachtig/aardiger geformuleerd.Vb. Zou je een vriend aanraden hier te komen studeren?

Page 11: Samenvatting taalbeheersing 2

Hoofdvraag en vervolgvragen

Hoofdvragen:Snijden een nieuw onderwerp aan

Vervolgvragen:Komen voort uit wat de geïnterviewde vertelt.

Waardevrij en suggestief

Waardevrij: Vragen die de geïnterviewde volledig vrijlaten

Suggestief: Vragen die het antwoord in de mond leggen

Het boek Leren interviewen hoofdstuk 3 doorvraagtechnieken

Non - verbale doorvraagtechniekenNon-verbaal : Zonder spreken of schrijvenInterviewen doe je niet alleen met woorden maar ook door middel van luisteren, observeren en zwijgen.

Luisteren:Je moeten openstaan voor de geïnterviewde en dit ook laten blijken.Dit kan door je houding: rustig zitten, spreker aankijken en hem niet onderbreken.

Observeren:Het observeren van de non-verbale gedrag spreker. Dit is een belangrijke informatiebron.

Zwijgen:Zwijgen kan veelzeggend zijn. Een interviewer doet er goed aan op het juiste moment een stilte te laten ontstaan. De geeft de gesprekspartner en de interviewer de mogelijkheid zich te concentreren en het breng een ontspannen sfeer.

De non-directieve doorvraagtechniekenDeze technieken volgen de gedachtestroom van de geïnterviewde. Essentieel voor deze techniek is dat de vragen waardevrij zijn. Non-directieve doorvraagtechnieken zijn:-de openvraag-de waardevrije vraag-samenvatten-concluderen-herhaling-vragen van verduidelijking-gevoelsreflectie

Samenvatten en concluderen:In een samenvatting of conclusie noemt de interviewer de belangrijkste informatie uit het antwoord. De samenvatting is de weg naar de conclusie.

Page 12: Samenvatting taalbeheersing 2

Effecten van samenvattingen:-stimuleren-betrouwbaar en overzichtelijk-rode draad-woordenstroom wordt ingedamd-de geïnterviewde weet dat het onderwerp afgerond is

Herhalen:Door een woord of een korte zin te herhalen kan de interviewer meer over het onderwerp te weten komen. Hiermee geef je een stukje antwoord terug, effect is dat die er meer over gaat vertellen. Is zinvol als je de indruk krijg dat er meer interessante informatie te krijgen is.

Verduidelijking van vragen:Je vraagt om verduidelijking als je het antwoord niet precies begrijpt, of als je je afvraagt wat je erbij moet voorstellen.

Gevoelsreflectie:De weergave van het gevoel dat je bij je gesprekspartner meent waar te nemen. Een antwoord bestaat niet alleen uit woorden maar ook uit het gevoel dat het antwoord brengt. Dit merk je aan de toon, houding of andere non-verbale uitingen.Het effect van een gevoelsreflectie is dat de geïnterviewde zich gehoord en begrepen voelt.

Directe doorvraagtechniekenDirecte doorvraagtechnieken werken tegen de gedachtestroom van de geïnterviewde in. De interviewer verzet zich tegen de ideeën van de geïnterviewde. Het is een geschikte techniek als de relevantie centraal staat en er weinig tijd is. Hiervan is meestal sprake als er sprake is van feiten waar men niet graag over praat.Vb. politieke intriges, tegenvallende prestaties in de topsport of geheimenDe directieve manier is ongeschikt als de geïnterviewde de informatie niet helder voor de geest heeft.

De gesloten vraag, suggestieve vraag en de confrontatie hebben met elkaar gemeen dat de interviewer sterk directief, dus sturend optreedt.

Gesloten vraag:De gesloten vraag geeft de geïnterviewde maar de mogelijkheid tussen 2 (of beperkt) antwoordwoorden. Ja of neeBij de gesloten vraag is de interviewer gefocust op een bekentenis.

Suggestieve vraag:Bij de suggestieve vraag legt de interviewer het antwoord in de mond. Dit werkt alleen als er gestreefd wordt naar een bekentenis. Wordt vooral gebruikt bij politieke interviews. Meestal wordt er bewust of onbewust iets verzwegen, en dan is de suggestieve vraag een goede oplossing.

Confronteren:Confronteren is het noemen van tegenstrijdigheden in de antwoorden van de geïnterviewde in vergelijking met eerder gegeven antwoorden. Het effect is dat de geïnterviewde op het puntje van zijn stoel gaat zitten. Het roept spanning op in het interview. Confronteren werkt alleen als de interviewer alle feiten weet.

Page 13: Samenvatting taalbeheersing 2

Ongeschikte vragen-de meervoudige vraag: bestaat uit meer dan één onderdeel, het zijn meerdere vragen in een. Het effect is dan meestal alleen de laatste vraag wordt beantwoord.

-de meerkeuze vraag: dwingt de geïnterviewde in een keurslijf: hij mag kiezen tussen optie A en B.

-de waaromvraag: je wilt met deze vraag rechtstreeks op de motieven afgaan, maar deze zijn vaak niet bewust.

-meedelende vraag: een vraagt hoort als een vraag te klinken en niet als een mededeling. Een meedelende vraag klinkt als een conclusie en nodigt niet uit tot antwoorden.

-te ruim gestelde vraag: er komt een de lang antwoord

-voorbarige conclusie: Een conclusie alleen dan gebaseerd op de vooroordelen van de interviewer. Deze vraag heeft voor en nadelen, dit is afhankelijk van het doel dat je nastreeft. Ze werken goed in een flitsend interview op papier, ze werken slecht als je de vrouw achter de minister wilt leren kennen.

Effectief luisteren-luisteren-observeren van het non-verbaal gedrag-stiltes

Regels van deze aspecten-aandacht-stiltes geven de spreker gelegenheid om na te denken-bemoediging stimuleren de spreker-doorvragen kunnen het gesprek weer op gang krijgen-actief luisteren samenvatting maken tijdens het luisteren, bevestigt dat je oplet.

Gespreksvaardigheden

Fasen het verloop van een interview (gesprek)

Onderdelen FasenDe inleiding-voorstellen

Inleiding

Hoofdvraag-antwoord-inleiding-vervolgvraag-samenvatting

Hoofdvraag-antwoord-inleiding-vervolgvraag

Het eigenlijke interview

Page 14: Samenvatting taalbeheersing 2

-samenvattingSamenvatting / conclusie van de gehele presentatie

afsluiting

Afsluiting

Een protocolJe kan een vraaggesprek beschouwen als een reeks beurten; boodschappen die op elkaar aansluiten. Deze beurten hanteren we met een beurten schema.

Het boek leren interviewen hoofdstuk 4 fasen in het interview

De voorbereiding1.Bereid het onderwerp voorZo veel mogelijk informatie verzamelen over het onderwerp. Alle informatie moet bekend gaan want bij het interview gaat het om nieuwe informatie.

Tijdens het voorbereiden is het handig om te noteren:-hoofdvragen-feitenmateriaal-formuleringen waarbij de juiste woordkeuze van belang is

2.Bepaal wie je gaat interviewenLaat blijken dat de medewerking van de geïnterviewde van belang is.

3.Maak de afspraakBij het maken van de afspraak kan je het beste van te voren noteren wat je wilt gaan zeggen. -beschikbare data-spreek duidelijk-papier en pen bij de hand-doel en duur interview-herhaal de gemaakte afspraak

4.Leef je inWat staat je te wachten? Vraag je af wat de belangen zijn van de persoon.

5, kies hoe je het interview gaat registrerenKies de hulpmiddelen.-pen en papier, camera, fototoestel, geluidopname appartuur

Tijdens het interviewJe begint het interview niet met de eerste vraag, maar met een samenvatting van het voorafgaande: gespreksonderwerp, tijd, doel, waarom deze persoon is uitgenodigd.

Je maakt contact en toont interesse in de persoon en zijn bezigheden, hierdoor ontstaat de acceptatie.

Het eigenlijke interview

Page 15: Samenvatting taalbeheersing 2

Aan het begin is de sfeer nog niet ontspannen, beide partijen tasten elkaar af. Makkelijke startvragen zijn de oplossing. Het eigenlijke interview is opgebouwd vanuit gespreksthema’s. Elk thema heeft een hoofdvraag met enkele vervolgvragen. AfsluitingDe afsluiting bestaat uit een samenvatting/ conclusie. Het moet duidelijk zijn dat het officiële interview is afgelopen.

StrategieHet doel bepaalt de volgorde van de vragen. De richtlijn is: kies een strategie waarmee je de geïnterviewde het best aan het praten krijgt.

Fuik: Het gaat om een bekentenis van een feit.Volgorde: van groot(motieven) naar klein (feiten).De interviewer begint met algemene open vragen die het grote geheel treffen. Dit geeft een prettig sfeer. Vervolgens richt hij zich op de hamvraag, waar alleen met ja of nee op geantwoord kan worden.

Omgekeerde fuik: Het gaat om emoties, motieven en een filosofische bespiegeling.Volgorde: van klein(feiten) naar groot (motieven).De interviewer begint met eenvoudig te beantwoorden vragen naar feiten, vervolgens gaat hij over op het complexe geheel van gevoelens.

Het boek Leren interviewen hoofdstuk 5 problemen bij het afnemen van een interview

De geïnterviewde praat er niet overHet kan gebeuren dat de geïnterviewde vooraf meedeelt dat hij over één aspect niet wil praten. Dit zijn meestal onderwerpen uit de privésfeer. Deze wens kan je dan het beste accepteren. Doet zich toch een kans voor maak dan gebruik van open waardevrije vragen.

Bewust verzwijgen: mensen verwijzen dingen waarvoor ze zich schamen of waarvoor ze gestraft kunnen worden. Iemand wordt tot spreken verleid op een non-directieve manier, de interviewer creëert hiermee vertrouwen. Hierbij zijn waardevrije vragen ook van belang.Onbewust verzwijgen: De non-directieve manier is het meest geschikt als men iemand aan het praten wil krijgen over trauma’s die hij of zij probeert te verdringen.

De geïnterviewde is niet te stuitenMensen die worden ondervraagd over hun hobby of eigen onderzoek zijn vaak erg enthousiast. Dit kan betekenen dat iemand maar uren door blijft praten naar aanleiding van 1 vraag. Hou in de gaten dat je thema’s wel allemaal behandeld moet worden om je doel te bereiken. Lukt het niet om een eind te maken aan de woordenstroom stel dan je vragen directiever. Wat ook kan helpen is onderbreken, een samenvatting maken en dan een volgende vraag stellen.

We worden steeds onderbrokenOnderbreking kan je voorkomen door vooraf duidelijk te zijn over de gewenste plaat van het interview en de hoeveelheid tijd die je nodig hebt voor het interview.

Ik kan de juiste persoon niet te pakken krijgenDe meest geschikte persoon wil/kan niet. Je kan dan proberen om hem te overtuigen of de op één na meest geschikte persoon kiezen.

Page 16: Samenvatting taalbeheersing 2
Page 17: Samenvatting taalbeheersing 2

Tentamen Taalbeheersing 2

Motiveer uw antwoord telkens nauwkeurig!

Opgave 1. (50 punten)

Lees de tekst van een toespraak van minister Hirsch Ballin van Justitie en beantwoord de volgende vragen:

1. Maak een analyse van het publiek.2. Geef kort weer wat het doel is van deze lezing.3. Welke structuur ligt aan deze lezing ten grondslag?4. Geef voorbeelden van de stijlvormen herhaling, contrast, drieslag en climax.5. Leg uit wat bovengenoemde stijlvormen met publiekgerichtheid te maken hebben.

Toespraak minister Hirsch Ballin van Justitie ter gelegenheid van de uitreiking van de Anne Vondelingprijs aan Elsbeth Etty op 25 juni 2008.

Aan het juryrapport heb ik niets toe te voegen. Helemaal mee eens! Elsbeth Etty is een schrijfster van de hoogste kwaliteit naar inhoud en vorm, ook in haar columns, niet ondanks maar dankzij de scherpte van haar pen en haar oordeel. Aan mij het voorrecht deze prijs te overhandigen. Geven is zaliger dan ontvangen – Elsbeth Etty zal deze woorden herkennen en begrijpen met hoeveel genoegen ik de taak op mij heb genomen haar de prestigieuze Anne Vondelingprijs uit te reiken.

Dankbaar voor dit zalige moment heb ik mij natuurlijk afgevraagd waarom ik dit mag doen. Kustaw Bessems, die als bijzonder talent zojuist eervol is vermeld en in De Pers mijn bezoek aan een concert van Bruce Springsteen op het spoor was gekomen, zal misschien denken dat het de lotsverbondenheid van leeftijdgenoten is. Bruce, Elsbeth en ik – ik maak mij maar even tot woordvoerder– kunnen alle drie volgens de commissie-Bakker nog tien jaar vooruit zonder AOW , en zulke mensen kunnen een vervolgaanmoedigingsprijs waarderen, of het nu een gouden plaat is, of de Anne Vondeling Award.

Maar de echte reden waarom men volgens mij denkt dat ik Elsbeth graag deze prijs uitreik zal zijn dat zij een vrouw is naar het hart van elke rechtgeaarde christendemocraat. Want niemand, echt niemand onder de Nederlandse columnisten besteedt zoveel aandacht aan de verhouding tussen geloof en politiek.

Een paar citaten: “Nu hoop ik maar dat ik in mei volgend jaar nog één keertje God mag zijn. Zo waar als Ik besta , zal Ik er dan voor zorgen dat er zo weinig mensen op het CDA stemmen, dat het stelletje leugenaars voor eens en altijd van de politieke kaart verdwijnt” (20 december 1997). En een paar maanden eerder: “Is niet de geschiedenis van alle religie tevens de geschiedenis van afvalligheid en ketterij? Laat ons, kortom vandaag de lof der afvalligheid zingen”. Of wat recenter: “Het is levensgevaarlijk als lieden die menen een geopenbaarde waarheid te kennen de politieke macht grijpen en hun waarheid als collectieve identiteit aan anderen opleggen” Nu ja, die valt voor christendemocraten wel mee, want daarop volgt: “zoals de politieke islam beoogt”.

Columnisten zetten tegenstellingen op scherp, brengen contrasten aan in een grijze wereld. Elsbeth Etty doet dat met een ongewoon gevoel voor taal en voor beelden die zich in woorden laten uitdrukken. Daaraan herken je in haar politieke columns de schrijfster en literatuurcritica. Van die contrasten, die tegenstellingen hoeft niemand te schrikken, zolang ze met zoveel intermenselijke betrokkenheid worden uitgedragen als we in Elsbeths woorden steeds weer lezen.

Page 18: Samenvatting taalbeheersing 2

Contrasten zijn niet vreesaanjagend, zeker niet voor wie heeft leren zien dat ze eigen zijn aan ieder mens die eerlijk is tegenover zichzelf. Contrasten zoals het “ja en nee” (het “sic et non” van Abélard) zijn kenmerken van echte intellectualiteit, ook van gelovige intellectualiteit. Misschien mag ik daaraan toevoegen dat ook gelovig en niet-gelovig niet die simpele tweedeling vormen waarin fundamentalisten en contra-fundamentalisten ons willen vangen. Ook voor geloof en ongeloof geldt dat “ja en nee” zich op allerlei manieren met elkaar verbinden. En daarom hoeft de Verlichting een mens niet te beletten het Licht te zien, noch omgekeerd.

Niet de contrasten in en om ons vertekenen de werkelijkheid, maar de valse voorstelling van een simpele scheiding tussen goed en kwaad, de onoverbrugbare kloof die fundamentalisten van alle landen creëren. Dat besef verbindt ook deze dankbare lezer met deze begiftigde schrijfster.

Opgave 2 (50punten)

Hieronder vindt u een interview met Pieter Broertjes, hoofdredacteur van de Volkskrant. Aan hem werden vragen gesteld door verschillende lezers. Lees het interview en beantwoord de volgende vragen:

1. Van welk soort interview is hier sprake? Motiveer uw antwoord.2. Van welke interviewtechniek is hier sprake, directief of non-directief? Motiveer uw antwoord.3. Geef de verschillende thema’s aan die in dit interview aan de orde komen.4. Wat staat in dit interview voorop, acceptatie of relevantie? Motiveer uw antwoord.5. Geef voorbeelden van open en gesloten vragen.6. Worden er suggestieve vragen gesteld? Zo ja, welke?7. Geef voorbeelden van hoofdvragen en voorbeelden van doorvragen. 8. Geef voorbeelden van selectief luisteren.9. Geef voorbeelden van een samenvatting/parafrase. 10. Is er sprake van een bepaalde structuur: de fuik (van groot naar klein) of de omgekeerde fuik

(van klein naar groot)? Motiveer uw antwoord.

Pieter BroertjesRedactie: Malou van Hintumgepubliceerd op 09 augustus 2008 05:00, bijgewerkt op 9 augustus 2008 09:28

Nieuwsgierigheid is niet voorbehouden aan journalisten. Daarom zes interviews waarin lezers de voornaamste vragen stellen. Deze week: Pieter Broertjes, hoofdredacteur van de Volkskrant. ‘De aandacht die we aan Wilders geven, wordt overdreven.’

Hoe ziet u de toekomst van de papieren Volkskrant nu de nieuwe media steeds verder oprukken? (Jos van Rijn, Utrecht)‘Internet is een feit, daarop moeten we als Volkskrant-merk sterk zijn. Zodat we daar geld kunnen verdienen, maar ook aanwezig zijn als informatiedrager. Als de Volkskrant zich terugtrekt op het papieren segment, worden we een krant van vijftigers. Eigenlijk is dat nu al zo. Om de krant nog eens 85jaar te laten voortbestaan, zijn ook andere informatiedragers nodig, zoals mobiele telefonie. Dat wordt hét middel voor nieuws en advertenties.

‘Nu kun je elke dag om 16 uur VK nieuws krijgen op je 06, maar dat moet 24 uur per dag worden. En de televisie moet er ook bij. Die sprong naar multimediale beleving is noodzakelijk willen we economisch gezond en journalistiek vitaal blijven.’

Page 19: Samenvatting taalbeheersing 2

Blijft de papieren krant dan nog wel de uw core business? ‘Voor over tien, vijftien jaar weet ik het niet, maar de komende jaren is print de journalistieke én economische drager van dat hele proces. Maar je moet wel al die serres aan je huis bouwen, anders hou je geen uitzicht. Uiteindelijk worden we een multimediale informatiefabriek onder het label de Volkskrant.’

Intussen begrijpen de adverteerders heel goed dat ze meer eisen kunnen stellen. ‘Dat doen ze ook. Soms zie je advertenties oprukken op pagina’s waarvan je denkt: kan dat niet wat minder?’

En dus? ‘Als je de Volkskrant wilt blijven lezen, moeten we wel ergens geld mee verdienen. En dat wordt er niet makkelijker op. Van zowel de redactie als de afdeling marketing wordt veel meer inventiviteit en initiatief gevraagd dan vroeger. Daarom is het goed dat ze in specifieke onderdelen van de krant nauw samenwerken, zoals bij Volkskrant Banen het geval is.

‘Maar bij nieuws werken we absoluut niet zo. Nieuws is van ons, onze redactionele onafhankelijkheid zit in ons hoofd verankerd.’

CV

1952 - geboren in Den Haag

1979 - doctoraal sociologie Rijksuniversiteit Utrecht

1979 - redacteur de Volkskrant

1987 - chef sociaal- economische redactie

1995 - hoofdredacteur

2004 - publicatie De prins spreekt

2006 - bijzonder lector ‘Uitgeven van kranten’ Hogeschool Utrecht

2007 - voorzitter World Press Photo

Ik heb twee goed opgeleide kinderen die geen enkele belangstelling hebben voor de Volkskrant. Hoe denkt u in de toekomst de oplage van de krant op peil te houden als de lezers vergrijzen en wegvallen? (Paula Groenendijk, Leiden)

‘Het spelletje om de jonge lezers is ons tot nu toe niet gelukt.’ nrc.next wel. Daar was u destijds sceptisch over. ‘Ik wilde niet nóg een concurrent op de ochtendmarkt. NRC Handelsblad verschijnt ’smiddags; die kon daarom in de ochtend zo’n alternatief maken. Wij als ochtendkrant niet. Dan ga je jezelf rechtstreeks aanvallen.’

Dat doet u nu met DAG. En dat is nog gratis ook. ‘Het ontstaan van gratis kranten is de grootste stille revolutie die in krantenland heeft plaatsgevonden. Toen ze kwamen, dachten we aanvankelijk: als wij daar kwaliteit tegenover stellen, lopen we geen gevaar. Maar daarmee alleen redden we het niet. Want gratis kranten pikken advertentieruimte en lezers in. Samen hebben ze al 65 miljoen aan advertentie-inkomsten die eerst bij de betaalde kranten terechtkwamen, en dagelijks zo’n twee miljoen lezers. Daar willen wij ook een graantje van meepikken.

‘In 1998 bereikte de Volkskrant bijna 8procent van de mensen jonger dan dertig, in 2007 was dat amper 5procent. Dat gat zou DAG kunnen vullen. Dát is dan ons antwoord op nrc.next. Bovendien, als DAG een profijtelijk product wordt, plukken wij daar de vruchten van. Niet de concurrent.’

Page 20: Samenvatting taalbeheersing 2

De Volkskrant-oplage op peil houden zit er dus niet in. U doet vooral aan damage control. ‘Ja.’ Door dagelijks artikelen door te plaatsen van de Volkskrant naar DAG? Zo graaf je je eigen graf. ‘Of je versterkt je positie als geheel. Artikelen worden met mate en onder strikte voorwaarden overgenomen. Bovendien is DAG een ander soort krant, voor een ander publiek.

‘Als we niet door DAG worden beconcurreerd, dan wel door Metro of De Pers. Als de gratis krant een definitieve positie op de Nederlandse markt krijgt – en daar lijkt het wel op – dan heb ik graag een speler op die markt die journalistiek met ons te maken heeft en ons uiteindelijk financieel wat oplevert.’

Wordt het niet tijd dat de krant op tabloidformaat verschijnt? (Cees van Drie, Hoofddorp)‘Tabloid vinden we niet journalistiek genoeg. Je kunt je voorpagina niet die urgentie meegeven die ik wil. Kijk maar naar Trouw, AD of Het Parool. Als wij een grote primeur hebben, staat die als een huis. Wij gaan hopelijk in 2010 over op Berliner-formaat, dat zit ertussenin. Dan kun je op de voorpagina artikelen en advertenties kwijt, en je kunt ook nog steeds prachtige spreads en katernen maken.

‘In de toekomst wil ik een krant die én compact is én compleet. Waarin elke dag het hele aanbod zit: een boekrecensie, een filmrecensie, een recept – alles wat mensen in 24 uur nodig hebben. Dat doen we nu nog te gefragmenteerd: op maandag veel sport, op donderdag het hele culturele pakket, op vrijdag alle boeken, op zaterdag word je bedolven onder de katernen. Dat is interessant, maar dat is soms ook huiswerk. Het Berliner-formaat kan heel goed helpen om zo’n vernieuwde krant te maken. Een krant die meer in balans is.’

Wordt de journalistiek niet te vluchtig? Zou de papieren krant zich niet meer moeten concentreren op onderzoeksjournalistiek? (Jan Atze Nicolai, Leeuwarden)‘Dat doen we ook. We hebben zes onderzoeksjournalisten die de afgelopen tijd mooie resultaten hebben geboekt. Ik noem: de ranglijst van verpleeghuizen. De topinkomens, al 25 jaar een serieus onderzoeksproject. De bouwfraude hebben we destijds mede op de kaart gezet. We hebben internetapotheken onderzocht, en aangetoond dat ze soms een gevaar voor de gezondheid zijn. Nu zijn we bezig met het vastgoed, de Zuid-as, die niet vrij lijkt van corruptie.

‘We willen een krant zijn met twee snelheden: snel en goed het dagelijks nieuws brengen, in print én online, en ook tijd steken in eigen onderzoek, eigen onderwerpen. Dat levert eigen nieuws op, waar de nieuwe media dankbaar op meeliften. Er zijn nog maar weinig kranten die dat kunnen, maar daar zal wél altijd behoefte aan blijven bestaan. De Volkskrant-redactie is goed in zulke kwaliteitsjournalistiek. Om dat te kunnen doen, moet er wel geld verdiend worden.’

Kunt u iets doen tegen de verrechtsing van de Volkskrant? (Frank Houtman, Purmerend)‘Als we te veel over Wouter Bos schrijven, zijn we een PvdA-krant, en als we de PvdA kritisch attaqueren, zeggen mensen geëmotioneerd: ‘Blijf met je poten van mijn PvdA af’. We hebben nu eenmaal een getroebleerde relatie met linkse instituties. Maar ik vind dat wij op een heel adequate manier centrum-links in de samenleving bedienen.’ Bijvoorbeeld? ‘Door onze themakeuzes. We blijven de inkomensverschillen aan de orde stellen die onaanvaardbaar zijn. We kijken naar slechte werkomstandigheden en de beroerde manier waarop sommige mensen moeten leven, zoals in verpleeghuizen. Dat zijn typische Volkskrant-onderwerpen.’

Page 21: Samenvatting taalbeheersing 2

Allemaal binnenlandse thema’s. De verrechtsing wordt ook wel gezien bij buitenlandcommentaren. Steun aan de oorlog in Irak, commentaren en columnisten die heel atlantisch georiënteerd zijn. ‘Voor de duidelijkheid: de Volkskrant was tegen de Irak-oorlog. En in de traditie van de Volkskrant kijken we nog altijd naar emancipatoire onderwerpen: homoseksualiteit, vrouwenrechten. Maar ik heb de Volkskrant wél bevrijd van linkse dogma’s. Daar hadden we vroeger veel last van, waardoor we een voorspelbare krant waren. En ook een saaiere krant.’

Bent u in uw ijver om het linkse keurslijf af te schudden niet te veel doorgeslagen naar de andere kant? ‘Nee, het evenwicht is voldoende aanwezig. In de Volkskrant kun je opinies vinden waar je, als je links bent angehaucht, je mening aan kunt scherpen. Bovendien hebben we Marcel van Dam. Echt rechts rabiate columnisten hebben we niet.

‘Gooi ’m maar een keer in de hoek als je het er niet mee eens bent. Bevrijd jezelf van je vooringenomenheid, laat je verrassen door andere meningen. We hebben een veel gevarieerdere redactie dan vijftien jaar geleden, dat is alleen maar winst. Elkaar napraten vind ik niet spannend.’

U neemt als hoofdredacteur afstand van Geert Wilders, maar geeft hem wel alle ruimte op de opiniepagina’s. Is dat met het oog op de losse verkoop? (Aart van Vliet, Amsterdam)‘Wilders is een serieuze stem in de samenleving en heeft negen zetels in de Tweede Kamer. Hij pakt onderwerpen op die traditionele partijen laten liggen, zoals onrust in de samenleving over bepaalde thema’s. Daar kunnen wij ons voordeel mee doen. Bovendien, als je veel aandacht aan Wilders geeft, ben je niet automatisch rechts. Dat vind ik zo kinderlijk.’

Het gaat om de manier waarop, maar ook in verhouding tot de rest. Minister Vogelaar zou ook zulke grote stukken mogen schrijven in de Volkskrant? ‘We proberen al een half jaar een interview met Ella Vogelaar te krijgen; dat lukt almaar niet. De aandacht die we aan Wilders geven, wordt overdreven. Zoals VU-onderzoeker André Krouwel doet, die de berichtgeving naar Wilders heeft onderzocht. Hij telt alleen kolommetjes en maakt geen inhoudsanalyse.’

Toch is het opmerkelijk dat de Volkskrant volgens verschillende onderzoeken meer aandacht besteedt aan Wilders dan andere dagbladen. ‘Dan heb je het over de film Fitna. Met de kennis achteraf kun je zeggen dat we misschien bepaalde verhalen die we toen uit voorzorg hebben geschreven, beter niet hadden kunnen publiceren. Dat was misschien wel een beetje te veel. We waren overigens wel de eerste krant die berichtte over de nuchtere reacties van Nederlandse moslims.’

Waarom is de Volkskrant geen onderzoek begonnen naar de Nederlandse steun voor de oorlog in Irak toen de politiek dat naliet? (Hein van Meeteren, Amsterdam)‘Er loopt al bijna anderhalf jaar namens de Volkskrant een WOB- procedure waarin we vragen om interne stukken van Buitenlandse Zaken. Op de uitspraak wachten we nog.’

U bent bijna de eeuwige Volkskrant-man. Wat drijft u ertoe zoveel jaren bij dezelfde krant te blijven? (Arjen Scholte, Assen)‘Het is een bijzondere uitkijkpost voor nieuwe ontwikkelingen. Je kunt je overal mee bemoeien, je kunt met iedereen praten. En ik heb een pakket dat ik erg leuk vind. Ik geef ook les aan de Utrechtse

Page 22: Samenvatting taalbeheersing 2

Hogeschool en ben voorzitter van World Press Photo. Er moet wel erg veel tegenover staan wil ik dat opgeven.’

Er gaan geregeld geruchten. ‘Ik heb zelf nooit gehengeld naar iets anders. Ik hou van het hoofdredacteurschap, en ik hou van de redactie. Ik ben hier opgegroeid, ik werk hier al vanaf 1979. Wat echt uniek is aan deze baan, is dat je én heel inhoudelijk bezig bent én heel strategisch. Ik vind het de leukste baan van Nederland.’

Nakijkmodel Tentamen Taalbeheersing 2

Motiveer uw antwoord telkens nauwkeurig!

Opgave 1. (50 punten)

Lees de tekst van een toespraak van minister Hirsch Ballin van Justitie en beantwoord de volgende vragen:

1. Maak een analyse van het publiek.Antwoord: Het publiek zijn de aanwezigen bij de uitreiking van de Anne Vondelingprijs voor Elsbeth Etty. Bovendien kunnen mensen deze toespraak downloaden van Internet. Over het algemeen zijn dit mensen die Elsbeth Etty bewonderen of die betrokken zijn bij de Anne Vondelingprijs. Ze willen roem horen voor Etty. De meesten kennen haar werk.

2. Geef kort weer wat het doel is van deze lezing.Antwoord: het doel is haar te huldigen en te roemen om vervolgens haar de prijs te overhandigen

3. Welke structuur ligt aan deze lezing ten grondslag?Antwoord: Argument - Stelling – structuur. Er wordt eigenlijk m.b.t. twee zaken geargumenteerd:

1. Waarom Etty de prijs moet hebben2. Waarom hij degene is die hem uitreikt

4. Geef voorbeelden van de stijlvormen herhaling, contrast, drieslag en climax.Antwoord:

a. Contrasten zijn vooral te vinden in alinea 4, waar Etty uitspraken doet tegen het CDA, terwijl Hirsch Ballin een CDA-minister is.

b. Deze contrasten leiden tot een climax: hoe gaat hij hiermee om? Deze wordt uitgewerkt in alinea 5.

c. Herhalingen zijn te vinden in alinea 6: over geloof en niet-gelovig5. Leg uit wat bovengenoemde stijlvormen met publiekgerichtheid te maken hebben.

Page 23: Samenvatting taalbeheersing 2

Antwoord: de spreker gebruikt deze stijlvormen om de lezer te prikkelen, erbij te houden en erover na te laten denken.

Toespraak minister Hirsch Ballin van Justitie ter gelegenheid van de uitreiking van de Anne Vondelingprijs aan Elsbeth Etty op 25 juni 2008.

Aan het juryrapport heb ik niets toe te voegen. Helemaal mee eens! Elsbeth Etty is een schrijfster van de hoogste kwaliteit naar inhoud en vorm, ook in haar columns, niet ondanks maar dankzij de scherpte van haar pen en haar oordeel. Aan mij het voorrecht deze prijs te overhandigen. Geven is zaliger dan ontvangen – Elsbeth Etty zal deze woorden herkennen en begrijpen met hoeveel genoegen ik de taak op mij heb genomen haar de prestigieuze Anne Vondelingprijs uit te reiken.

Dankbaar voor dit zalige moment heb ik mij natuurlijk afgevraagd waarom ik dit mag doen. Kustaw Bessems, die als bijzonder talent zojuist eervol is vermeld en in De Pers mijn bezoek aan een concert van Bruce Springsteen op het spoor was gekomen, zal misschien denken dat het de lotsverbondenheid van leeftijdgenoten is. Bruce, Elsbeth en ik  – ik maak mij maar even tot woordvoerder– kunnen alle drie volgens de commissie-Bakker nog tien jaar vooruit zonder AOW , en zulke mensen kunnen een vervolgaanmoedigingsprijs waarderen, of het nu een gouden plaat is, of de Anne Vondeling Award.

Maar de echte reden waarom men volgens mij denkt dat ik Elsbeth graag deze prijs uitreik zal zijn dat zij een vrouw is naar het hart van elke rechtgeaarde christendemocraat. Want niemand, echt niemand onder de Nederlandse columnisten besteedt zoveel aandacht aan de verhouding tussen geloof en politiek.

Een paar citaten: “Nu hoop ik maar dat ik in mei volgend jaar nog één keertje God mag zijn. Zo waar als Ik besta , zal Ik er dan voor zorgen dat er zo weinig mensen op het CDA stemmen, dat het stelletje leugenaars voor eens en altijd van de politieke kaart verdwijnt” (20 december 1997). En een paar maanden eerder: “Is niet de geschiedenis van alle religie tevens de geschiedenis van afvalligheid en ketterij? Laat ons, kortom vandaag de lof der afvalligheid zingen”. Of wat recenter: “Het is levensgevaarlijk als lieden die menen een geopenbaarde waarheid te kennen de politieke macht grijpen en hun waarheid als collectieve identiteit aan anderen opleggen”  Nu ja, die valt voor christendemocraten wel mee, want daarop volgt: “zoals de politieke islam beoogt”.

Columnisten zetten tegenstellingen op scherp, brengen contrasten aan in een grijze wereld. Elsbeth Etty doet dat met een ongewoon gevoel voor taal en voor beelden die zich in woorden laten uitdrukken. Daaraan herken je in haar politieke columns de schrijfster en literatuurcritica. Van die contrasten, die tegenstellingen hoeft niemand te schrikken, zolang ze met zoveel intermenselijke betrokkenheid worden uitgedragen als we in Elsbeths woorden steeds weer lezen.

Contrasten zijn niet vreesaanjagend, zeker niet voor wie heeft leren zien dat ze eigen zijn aan ieder mens die eerlijk is tegenover zichzelf. Contrasten zoals het “ja en nee” (het “sic et non” van Abélard) zijn kenmerken van echte intellectualiteit, ook van gelovige intellectualiteit.

Page 24: Samenvatting taalbeheersing 2

Misschien mag ik daaraan toevoegen dat ook gelovig en niet-gelovig niet die simpele tweedeling vormen waarin fundamentalisten en contra-fundamentalisten ons willen vangen. Ook voor geloof en ongeloof geldt dat “ja en nee” zich op allerlei manieren met elkaar verbinden. En daarom hoeft de Verlichting een mens niet te beletten het Licht te zien, noch omgekeerd.

Niet de contrasten in en om ons vertekenen de werkelijkheid, maar de valse voorstelling van een simpele scheiding tussen goed en kwaad, de onoverbrugbare kloof die fundamentalisten van alle landen creëren. Dat besef verbindt ook deze dankbare lezer met deze begiftigde schrijfster.

Opgave 2 (50punten)

Hieronder vindt u een interview met Pieter Broertjes, hoofdredacteur van de Volkskrant. Aan hem werden vragen gesteld door verschillende lezers. Lees het interview en beantwoord de volgende vragen:

1. Van welk soort interview is hier sprake? Motiveer uw antwoord.Antwoord: het is een journalistiek en opiniërend interview

2. Van welke interviewtechniek is hier sprake, directief of non-directief? Motiveer uw antwoord.Antwoord: gezien de vragen is het een directief interview. Er zijn veel gesloten, suggestieve en confronterende vragen.

3. Geef de verschillende thema’s aan die in dit interview aan de orde komen.Antwoord: De thema’s die aan bod komen zijn:

a. de papieren krantb. tabloidkrantc. jonge lezersd. onderzoeksjournalistieke. verrechtsing van de Volkskrantf. Geert Wildersg. Irakh. hoe lang hij nog bij de Volkskrant blijft.

4. Wat staat in dit interview voorop, acceptatie of relevantie? Motiveer uw antwoord.Antwoord: relevantie. De interviewers hebben geen binding met de geïnterviewde. De vragen zijn waarschijnlijk per mail gesteld.

5. Geef voorbeelden van open en gesloten vragen.Antwoord: zie het interview hieronder.

6. Worden er suggestieve vragen gesteld? Zo ja, welke?Antwoord: zie het interview hieronder.

7. Geef voorbeelden van hoofdvragen en voorbeelden van doorvragen.

Page 25: Samenvatting taalbeheersing 2

Antwoord: alle vragen met een a erachter zijn hoofdvragen. De andere vragen per onderdeel zijn doorvragen. Zie het interview hieronder.

8. Geef voorbeelden van selectief luisteren.Antwoord: niet aanwezig.

9. Geef voorbeelden van een samenvatting/parafrase. Antwoord: 2d

10. Is er sprake van een bepaalde structuur: de fuik (van groot naar klein) of de omgekeerde fuik (van klein naar groot)? Motiveer uw antwoord.Antwoord: de interviewers voor zich maken gebruik van de fuik. Omdat het steeds over losse vragen gaat, is het interview als geheel geen fuik.

Pieter Broertjes (ANP)

1a. Hoe ziet u de toekomst van de papieren Volkskrant nu de nieuwe media steeds verder oprukken? (Jos

van Rijn, Utrecht) – open vraag, suggesties

‘Internet is een feit, daarop moeten we als Volkskrant-merk sterk zijn. Zodat we daar geld kunnen verdienen,

maar ook aanwezig zijn als informatiedrager. Als de Volkskrant zich terugtrekt op het papieren segment,

worden we een krant van vijftigers. Eigenlijk is dat nu al zo. Om de krant nog eens 85jaar te laten voortbestaan,

zijn ook andere informatiedragers nodig, zoals mobiele telefonie. Dat wordt hét middel voor nieuws en

advertenties.

‘Nu kun je elke dag om 16 uur VK nieuws krijgen op je 06, maar dat moet 24 uur per dag worden. En de

televisie moet er ook bij. Die sprong naar multimediale beleving is noodzakelijk willen we economisch gezond

en journalistiek vitaal blijven.’

1b Blijft de papieren krant dan nog wel de uw core business? – gesloten vraag, doorvraag ‘Voor over tien,

vijftien jaar weet ik het niet, maar de komende jaren is print de journalistieke én economische drager van dat

hele proces. Maar je moet wel al die serres aan je huis bouwen, anders hou je geen uitzicht. Uiteindelijk

worden we een multimediale informatiefabriek onder het label de Volkskrant.’

1c Intussen begrijpen de adverteerders heel goed dat ze meer eisen kunnen stellen. – bewering, doorvraag,

suggestief ‘Dat doen ze ook. Soms zie je advertenties oprukken op pagina’s waarvan je denkt: kan dat niet wat

minder?’

1d En dus? – doorvraag, vragen om verduidelijking‘Als je de Volkskrant wilt blijven lezen, moeten we wel

ergens geld mee verdienen. En dat wordt er niet makkelijker op. Van zowel de redactie als de afdeling

marketing wordt veel meer inventiviteit en initiatief gevraagd dan vroeger. Daarom is het goed dat ze in

specifieke onderdelen van de krant nauw samenwerken, zoals bij Volkskrant Banen het geval is.

Page 26: Samenvatting taalbeheersing 2

‘Maar bij nieuws werken we absoluut niet zo. Nieuws is van ons, onze redactionele onafhankelijkheid zit in ons

hoofd verankerd.’

2a Ik heb twee goed opgeleide kinderen die geen enkele belangstelling hebben voor de Volkskrant. Hoe

denkt u in de toekomst de oplage van de krant op peil te houden als de lezers vergrijzen en wegvallen?

(Paula Groenendijk, Leiden) – open vraag, hoofdvraag, suggestieve vraag

‘Het spelletje om de jonge lezers is ons tot nu toe niet gelukt.’ nrc.next wel. 2b Daar was u destijds sceptisch

over.- doorvraag, confronterend ‘Ik wilde niet nóg een concurrent op de ochtendmarkt. NRC Handelsblad

verschijnt ’smiddags; die kon daarom in de ochtend zo’n alternatief maken. Wij als ochtendkrant niet. Dan ga je

jezelf rechtstreeks aanvallen.’

2c Dat doet u nu met DAG. En dat is nog gratis ook. – doorvraag, confronterend ‘Het ontstaan van gratis

kranten is de grootste stille revolutie die in krantenland heeft plaatsgevonden. Toen ze kwamen, dachten we

aanvankelijk: als wij daar kwaliteit tegenover stellen, lopen we geen gevaar. Maar daarmee alleen redden we

het niet. Want gratis kranten pikken advertentieruimte en lezers in. Samen hebben ze al 65 miljoen aan

advertentie-inkomsten die eerst bij de betaalde kranten terechtkwamen, en dagelijks zo’n twee miljoen lezers.

Daar willen wij ook een graantje van meepikken.

‘In 1998 bereikte de Volkskrant bijna 8procent van de mensen jonger dan dertig, in 2007 was dat amper

5procent. Dat gat zou DAG kunnen vullen. Dát is dan ons antwoord op nrc.next. Bovendien, als DAG een

profijtelijk product wordt, plukken wij daar de vruchten van. Niet de concurrent.’

2d De Volkskrant-oplage op peil houden zit er dus niet in. U doet vooral aan damage control. – bewering,

conclusie ‘Ja.’ 2E Door dagelijks artikelen door te plaatsen van de Volkskrant naar DAG? Zo graaf je je eigen

graf. – doorvraag confronterend ‘Of je versterkt je positie als geheel. Artikelen worden met mate en onder

strikte voorwaarden overgenomen. Bovendien is DAG een ander soort krant, voor een ander publiek.

‘Als we niet door DAG worden beconcurreerd, dan wel door Metro of De Pers. Als de gratis krant een

definitieve positie op de Nederlandse markt krijgt – en daar lijkt het wel op – dan heb ik graag een speler op die

markt die journalistiek met ons te maken heeft en ons uiteindelijk financieel wat oplevert.’

3a Wordt het niet tijd dat de krant op tabloidformaat verschijnt? (Cees van Drie, Hoofddorp) – open vraag,

hoofdvraag, suggestief

‘Tabloid vinden we niet journalistiek genoeg. Je kunt je voorpagina niet die urgentie meegeven die ik wil. Kijk

maar naar Trouw, AD of Het Parool. Als wij een grote primeur hebben, staat die als een huis. Wij gaan hopelijk

in 2010 over op Berliner-formaat, dat zit ertussenin. Dan kun je op de voorpagina artikelen en advertenties

kwijt, en je kunt ook nog steeds prachtige spreads en katernen maken.

Page 27: Samenvatting taalbeheersing 2

‘In de toekomst wil ik een krant die én compact is én compleet. Waarin elke dag het hele aanbod zit: een

boekrecensie, een filmrecensie, een recept – alles wat mensen in 24 uur nodig hebben. Dat doen we nu nog te

gefragmenteerd: op maandag veel sport, op donderdag het hele culturele pakket, op vrijdag alle boeken, op

zaterdag word je bedolven onder de katernen. Dat is interessant, maar dat is soms ook huiswerk. Het Berliner-

formaat kan heel goed helpen om zo’n vernieuwde krant te maken. Een krant die meer in balans is.’

4a Wordt de journalistiek niet te vluchtig? Zou de papieren krant zich niet meer moeten concentreren op

onderzoeksjournalistiek? (Jan Atze Nicolai, Leeuwarden) – dit zijn eigenlijk twee vragen, Broertjes

beantwoordt ze beide. Gesloten vragen, suggestief

‘Dat doen we ook. We hebben zes onderzoeksjournalisten die de afgelopen tijd mooie resultaten hebben

geboekt. Ik noem: de ranglijst van verpleeghuizen. De topinkomens, al 25 jaar een serieus onderzoeksproject.

De bouwfraude hebben we destijds mede op de kaart gezet. We hebben internetapotheken onderzocht, en

aangetoond dat ze soms een gevaar voor de gezondheid zijn. Nu zijn we bezig met het vastgoed, de Zuid-as, die

niet vrij lijkt van corruptie.

‘We willen een krant zijn met twee snelheden: snel en goed het dagelijks nieuws brengen, in print én online, en

ook tijd steken in eigen onderzoek, eigen onderwerpen. Dat levert eigen nieuws op, waar de nieuwe media

dankbaar op meeliften. Er zijn nog maar weinig kranten die dat kunnen, maar daar zal wél altijd behoefte aan

blijven bestaan. De Volkskrant-redactie is goed in zulke kwaliteitsjournalistiek. Om dat te kunnen doen, moet er

wel geld verdiend worden.’

5a Kunt u iets doen tegen de verrechtsing van de Volkskrant? (Frank Houtman, Purmerend) – hoofdvraag,

gesloten vraag, suggestief

‘Als we te veel over Wouter Bos schrijven, zijn we een PvdA-krant, en als we de PvdA kritisch attaqueren,

zeggen mensen geëmotioneerd: ‘Blijf met je poten van mijn PvdA af’. We hebben nu eenmaal een

getroebleerde relatie met linkse instituties. Maar ik vind dat wij op een heel adequate manier centrum-links in

de samenleving bedienen.’ 5b Bijvoorbeeld? - doorvraag ‘Door onze themakeuzes. We blijven de

inkomensverschillen aan de orde stellen die onaanvaardbaar zijn. We kijken naar slechte werkomstandigheden

en de beroerde manier waarop sommige mensen moeten leven, zoals in verpleeghuizen. Dat zijn typische

Volkskrant-onderwerpen.’

5c Allemaal binnenlandse thema’s. De verrechtsing wordt ook wel gezien bij buitenlandcommentaren. Steun

aan de oorlog in Irak, commentaren en columnisten die heel atlantisch georiënteerd zijn. – beweringen,

confrontaties ‘Voor de duidelijkheid: de Volkskrant was tegen de Irak-oorlog. En in de traditie van de

Volkskrant kijken we nog altijd naar emancipatoire onderwerpen: homoseksualiteit, vrouwenrechten. Maar ik

heb de Volkskrant wél bevrijd van linkse dogma’s. Daar hadden we vroeger veel last van, waardoor we een

voorspelbare krant waren. En ook een saaiere krant.’

Page 28: Samenvatting taalbeheersing 2

5d Bent u in uw ijver om het linkse keurslijf af te schudden niet te veel doorgeslagen naar de andere kant? –

gesloten vraag, confrontatie ‘Nee, het evenwicht is voldoende aanwezig. In de Volkskrant kun je opinies vinden

waar je, als je links bent angehaucht, je mening aan kunt scherpen. Bovendien hebben we Marcel van Dam.

Echt rechts rabiate columnisten hebben we niet.

‘Gooi ’m maar een keer in de hoek als je het er niet mee eens bent. Bevrijd jezelf van je vooringenomenheid,

laat je verrassen door andere meningen. We hebben een veel gevarieerdere redactie dan vijftien jaar geleden,

dat is alleen maar winst. Elkaar napraten vind ik niet spannend.’

6a U neemt als hoofdredacteur afstand van Geert Wilders, maar geeft hem wel alle ruimte op de

opiniepagina’s. Is dat met het oog op de losse verkoop? (Aart van Vliet, Amsterdam) – gesloten vraag,

suggestief

‘Wilders is een serieuze stem in de samenleving en heeft negen zetels in de Tweede Kamer. Hij pakt

onderwerpen op die traditionele partijen laten liggen, zoals onrust in de samenleving over bepaalde thema’s.

Daar kunnen wij ons voordeel mee doen. Bovendien, als je veel aandacht aan Wilders geeft, ben je niet

automatisch rechts. Dat vind ik zo kinderlijk.’

6b Het gaat om de manier waarop, maar ook in verhouding tot de rest. Minister Vogelaar zou ook zulke

grote stukken mogen schrijven in de Volkskrant? – gesloten vraag, suggestief ‘We proberen al een half jaar

een interview met Ella Vogelaar te krijgen; dat lukt almaar niet. De aandacht die we aan Wilders geven, wordt

overdreven. Zoals VU-onderzoeker André Krouwel doet, die de berichtgeving naar Wilders heeft onderzocht.

Hij telt alleen kolommetjes en maakt geen inhoudsanalyse.’

6c Toch is het opmerkelijk dat de Volkskrant volgens verschillende onderzoeken meer aandacht besteedt aan

Wilders dan andere dagbladen.- opmerking, suggestief ‘Dan heb je het over de film Fitna. Met de kennis

achteraf kun je zeggen dat we misschien bepaalde verhalen die we toen uit voorzorg hebben geschreven, beter

niet hadden kunnen publiceren. Dat was misschien wel een beetje te veel. We waren overigens wel de eerste

krant die berichtte over de nuchtere reacties van Nederlandse moslims.’

7a Waarom is de Volkskrant geen onderzoek begonnen naar de Nederlandse steun voor de oorlog in Irak

toen de politiek dat naliet? (Hein van Meeteren, Amsterdam) – open vraag, confronterend

‘Er loopt al bijna anderhalf jaar namens de Volkskrant een WOB- procedure waarin we vragen om interne

stukken van Buitenlandse Zaken. Op de uitspraak wachten we nog.’

8a U bent bijna de eeuwige Volkskrant-man. Wat drijft u ertoe zoveel jaren bij dezelfde krant te blijven?

(Arjen Scholte, Assen) – open vraag, hoofdvraag

‘Het is een bijzondere uitkijkpost voor nieuwe ontwikkelingen. Je kunt je overal mee bemoeien, je kunt met

Page 29: Samenvatting taalbeheersing 2

iedereen praten. En ik heb een pakket dat ik erg leuk vind. Ik geef ook les aan de Utrechtse Hogeschool en ben

voorzitter van World Press Photo. Er moet wel erg veel tegenover staan wil ik dat opgeven.’

8b Er gaan geregeld geruchten. – opmerking, suggestief ‘Ik heb zelf nooit gehengeld naar iets anders. Ik hou

van het hoofdredacteurschap, en ik hou van de redactie. Ik ben hier opgegroeid, ik werk hier al vanaf 1979.

Wat echt uniek is aan deze baan, is dat je én heel inhoudelijk bezig bent én heel strategisch. Ik vind het de

leukste baan van Nederland.’