symfonieorkest vlaanderen - fatal attraction

6
14. 15. Dirigent. Seikyo Kim Soliste. Christianne Stotijn. mezzosopraan Richard Wagner (1813-1883) Prelude und Liebestod uit ‘Tristan und Isolde’ Hector Berlioz (1803-1869) La mort de Cléopâtre I Scène Lyrique. Allegro vivace con impeto (attacca) II Méditation. Largo misterioso Pauze Johannes Brahms (1833-1897) Symfonie nr. 3 in fa groot, opus 90 I Allegro con brio. Un poco sostenuto. Tempo I II Andante III Poco allegretto IV Allegro Dit concert wordt op 1 februari 2013 door de VRT opgenomen in Muziekcentrum de Bijloke in Gent. In het voorjaar van 2013 kunt u dit concert op Canvas bekijken in het programma ‘Canvas Klassiek’. We brengen u via onze website op de hoogte van de exacte uitzend- datum. Programma Fatal Attraction. foto. Christianne Stotijn © Stephan Vanfleteren

Upload: symfonieorkest-vlaanderen

Post on 22-Mar-2016

223 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

Programmaboekje van het Symfonieorkest Vlaanderen voor de productie 'Fatal Attraction'.

TRANSCRIPT

Page 1: Symfonieorkest Vlaanderen - Fatal Attraction

14. 15.

Dirigent. Seikyo Kim

Soliste. Christianne Stotijn. mezzosopraan

Richard Wagner (1813-1883)Prelude und Liebestod uit ‘Tristan und Isolde’

Hector Berlioz (1803-1869)La mort de CléopâtreI Scène Lyrique. Allegro vivace con impeto (attacca)II Méditation. Largo misterioso

Pauze

Johannes Brahms (1833-1897)Symfonie nr. 3 in fa groot, opus 90I Allegro con brio. Un poco sostenuto. Tempo III AndanteIII Poco allegrettoIV Allegro

Dit concert wordt op 1 februari 2013 door de VRT opgenomen in Muziekcentrum de Bijloke in Gent. In het voorjaar van 2013 kunt u dit concert op Canvas bekijken in het programma ‘Canvas Klassiek’. We brengen u via onze website op de hoogte van de exacte uitzend-datum.

Programma

Fatal Attraction.

foto. Christianne Stotijn © Stephan Vanfleteren

Page 2: Symfonieorkest Vlaanderen - Fatal Attraction

16. 17.

Liefde en dood.

In de literatuur door de eeuwen heen heeft de verstrengeling tussen liefde en dood vaak adem-benemende verhalen opgeleverd. Wat is er spannender en ‘verdienstelijker’ dan sterven uit liefde? Het is bijna een ‘heidens’ ideaal. In de betekenis van niet-religieus.

Al moeten we dat bij Tristan en Isolde meteen al nuanceren. Is hun idealisering van het ster-ven uit liefde niet een soort verlangen naar een allesoverheersend liefdesparadijs, een hierna-maals waarin de gedachten van de geliefden één worden? Is dat een heidens verlangen of is het net de kern van een universele religie? Een religie die door woord en muziek, door gevoe-lens en verlangens gedreven wordt. En waarin het hoogste ritueel dat is van de dood als pas-sionele overgang van het onmogelijke naar het mogelijke. Van de onmogelijkheid om de liefde op aarde te beleven, en dan maar te streven naar de liefde die via de dood haar ideaal bereikt. Hoe ver zitten we met dit verhaal van Tristan en Isolde verwijderd van de tuin van Eden?

De oude Tristan-legende is waarschijnlijk Kel-tisch van oorsprong. Al in de 12de eeuw wordt ze in een literaire vorm gegoten. De versie die Wag-ner gebruikt voor zijn opera dateert uit het begin van de 13de eeuw. Hij krijgt het idee om iets met die legende te doen in de herfst van 1854, maar pas twee jaar later zet hij enkele schetsen op pa-pier. Op het moment dat hij nog volop bezig is met het componeren van Siegfried, één van de onderdelen van de Ring.

Wagner gaat voor het Tristan-verhaal ook weer heel systematisch te werk. Bedrijf per bedrijf. Pas wanneer één bedrijf helemaal afgewerkt

is, tot in de kleinste details, begint hij aan het volgende. Eerst wat schetsen, en daarna stap voor stap tot de partituur helemaal klaar is. De uitgevers zaten Wagner op de hielen. Zodra er een bedrijf afgewerkt was, schoten zij in actie en maakten het klaar voor publicatie.

Literair liet Wagner zich leiden door de Tristan-legende. Muzikaal waren er andere invloeden. En zo hoor je, achteraf bekeken, al voorafspie-gelingen van Wagners’ muziek in die van andere componisten. In een lied van Liszt hoor je de beginnoten van Tristan. En Wagner haalt zelfs elementen uit de muziek van Mozart, Spohr en Gottschalk. Nog belangrijker is zijn bewondering voor Roméo et Juliette van Berlioz. De sfeer die Berlioz oproept in de liefdesscène is een voor-afspiegeling van het liefdesduet in het tweede bedrijf van Tristan.

Maar waarschijnlijk het meest invloedrijk was een orkestrale fantasie van Hans von Bülow: Nirwana. Wagner bestudeerde die muziek op het moment dat hij zelf het concept voor Tristan neerpende. Het was misschien onbewust, maar later zou hij in de muziek verschillende ideeën van von Bülow overnemen. Algemene gedach-ten, maar ook heel specifieke elementen. In het begin van de Tristan-opera haalt Wagner letter-lijk de mosterd bij zijn collega, en op het einde, bij de liefdesdood van Isolde, horen we inhoude-lijk dezelfde sublimatie als bij von Bülow. In de dood krijgt de liefde de status van een verheer-lijkte gewaarwording. De dood is een overgang naar de onvergankelijkheid, en dat kan alleen maar door de éénwording van de geliefden. Tristan und Isolde lokte van in het begin heel di-verse reacties uit. Er was uitgesproken vijandig-heid tegenover de muziek en de filosofie van het

Fatal Attraction.

werk, maar ook enorm enthousiasme. Feit is dat deze opera een diepgaande invloed zou hebben op de komende generaties componisten, en op het publiek. Wagner gaf het genre van de opera een nieuwe dimensie: hij liet ons luisteren naar muziek die meer dan ooit beroep deed op onze geest en op onze verbeelding.

Prix de Rome.

Ook de omgang van Hector Berlioz met muziek, en vocale muziek in het bijzonder, was vernieu-wend. En er waren periodes in zijn leven dat hij barstte van de creatieve energie. Tussen 1820 en 1830 zette Berlioz zichzelf op de kaart. Hij gaf zijn eerste orkestconcert in Parijs en sloeg iedereen met verstomming in zijn Symphonie fantastique, misschien wel de meest opzienbarende benade-ring van de orkestmachine na Beethoven.

Berlioz waagde zijn kans voor de Prix de Rome, een beurs om in Rome te gaan componeren en studeren, met een cantate: De dood van Cleopatra. Elke jonge componist in Frankrijk wou wel in de Villa Medici inspiratie gaan opdoen. Maar de uitverkorenen waren dun gezaaid. En weinig inzendingen voor de Prix de Rome hebben een plaats veroverd in het klassieke standaardreper-toire. Het wedstrijdreglement verhinderde jonge componisten om op een echt originele manier uit de hoek te komen. Eigenheid en creativiteit waren bijna taboe. De juryleden waren in meerderheid behoudsgezinde krachten.

Toch kon je soms horen dat een jonge compo-nist meer in zijn mars had. Zoals bij Berlioz. Hij was de aanhouder die won. Bij zijn vierde deel-name kon hij uiteindelijk naar Rome. Na veel hin-dernissen, want de Fransman had de jury een paar keer behoorlijk geschoffeerd. Zijn cantate

over Cleopatra die verliefd is op Julius Caesar leek wel een aanslag op het muzikale gehoor van de leden van de jury. Zoals gebruikelijk kreeg die de pianoversie van het orkestwerk te horen, en dat was een slechte zaak voor Berlioz. Want op de piano klinkt zijn vooruitstrevende orkesttaal nog een stuk onvoorspelbaarder en ruwer.

Toch vond een kleine minderheid dat Berlioz wel een applaus verdiende. Luigi Cherubini, de directeur van het Parijse conservatorium, bracht een stem uit voor Berlioz. Hij viel voor de dra-matische kracht van de muziek, zowel in het orkest als in de zangpartij. Cherubini was zelf een operacomponist die vooruit wilde met de vocale muziek.

Berlioz daagde zijn toehoorders uit, en hij zou dat zijn hele carrière lang blijven doen. Niet één noot is bij hem evident of logisch, niet één ak-koord klinkt voorspelbaar. Tenzij binnen het ka-der van de eigen Berlioz-klank. Dat maakt hem in zekere zin tot de echte opvolger van Beethoven.

Vooruitgang.

En dus niet Brahms. Brahms die nochtans Beet-hoven zag als zijn voornaamste belemmerende spook uit het verleden. Maar eens Brahms zelf de taak op zich nam om symfonische muziek te componeren, hield hij de geest van Ludwig op een veilige afstand.

Toch had hij geen angst van het verleden. Brahms was een man van de studie van het mu-zikale verleden. Vooral de oude muziek boeide hem mateloos: de familie Bach en François Couperin. Ook bereidde hij anoniem een editie voor van het Requiem van Mozart voor de volle-dige uitgave van diens muziek. En Brahms deed

Page 3: Symfonieorkest Vlaanderen - Fatal Attraction

18. 19.

het publiek onbekende muziek ontdekken van Schubert en Schumann. Brahms bezat zelf ook een mooie collectie manuscripten met muziek van zijn voorgangers en tijdgenoten, waaronder fragmenten van Tristan und Isolde van Wagner.

De levenslange interesse van Brahms in het muzikale verleden, en zijn kennis van die ge-schiedenis klinkt ook door in zijn eigen muziek. Hij maakt een soort synthese van het verleden en van zijn eigen nieuwe methodes om muziek te schrijven. Het is een synthese die de muziek met een stevige duw vooruit doet gaan. Met Brahms op kop zijn we maar een zucht verwijderd van de 20ste eeuw. Zijn moderniteit gaat hand in hand met een liefde voor het verleden. Is dat niet de basisvoorwaarde om van een geniale componist te kunnen spreken?!

Met zijn Derde Symfonie bereikt Brahms een nieuw niveau van samenhang in een groot orkestwerk. Het is zijn kortste symfonie, en ook zijn meest gebalde en coherente. Alle thema’s hangen samen, alles past wonderwel bij elkaar, en toch hangt er van bij het begin tot aan de laat-ste noot spanning in de lucht.

Wie zal er na Brahms op zo’n verfijnde en directe manier het orkest kunnen bespelen? Met oog en oor voor de traditie, en met de intentie om zelf geschiedenis te maken. Mahler misschien. Op een compleet andere manier. Egocentrischer. Maar dat is een ander verhaal.

Tekst. Mark Janssens

foto. Bob Van Der Strieckt © Simon van Boxtel

Page 4: Symfonieorkest Vlaanderen - Fatal Attraction

22.

Christianne Stotijn. mezzosopraan.

Mezzosopraan Christianne Stotijn werd geboren in Delft (Nederland) en voltooide haar opleiding viool in 2000. Daarna zette ze haar intensieve zangstu-die voort bij Udo Reinemann, Jard van Nes, en Dame Janet Baker in London. In de loop der jaren won ze diverse belangrijke prijzen, waaronder de prestigieuze ECHO Rising Stars Award 2005/6, in 2005 de Borletti Buitoni Trust Award en in 2008 de Nederlandse Muziekprijs. Bovendien werd zij in 2007 verkozen tot BBC New Generation Artist.

Christianne is een gepassioneerd vertolker van lie-deren. Onder begeleiding van Joseph Breinl en Ju-lius Drake, met wie ze al jarenlang als duo samen-werkt, zong zij in de belangrijkste concertzalen ter wereld zoals de Wigmore Hall in Londen, het Con-certgebouw in Amsterdam, het Musikverein en Kon-zerthaus in Wenen, de Carnegie Hall in New York, het Théâtre des Champs-Elysées en het Théâtre du Châtelet in Parijs, het Mozarteum in Salzburg, het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, het Kennedy Center in Washington en de Spivey Hall in Atlanta. Stotijn debuteerde in de Philharmonie van Berlijn met Das Buch der Hängende Gärten van Schönberg met pianist Mitsuko Uchida.

Dirigent Bernard Haitink heeft een grote invloed uitgeoefend op haar muzikale loopbaan. Na suc-cesvolle concerten met Mahlers Ruckert Lieder met het Orchestre National de France en het Concertge-bouworkest, nodigde Haitink haar uit om de Tweede Symfonie van Mahler te vertolken tijdens de BBC Proms, Beethovens Negende Symfonie op het Lu-cerne Festival, de Ruckert Lieder met het Chicago Symphony Orchestra, de Mattheüs-Passie met het Boston Symphony Orchestra en Das Lied von der Erde met het London Symphony Orchestra.Ook zong zij samen met vooraanstaande dirigenten als Claudio Abbado, Vladimir Jurowski, Ivan Fischer,

Gustavo Dudamel, Yannick Nézet-Séguin, Jaap van Zweden, Marc Minkowski, René Jacobs, Charles Dutoit en Andris Nelsons, en orkesten zoals de Ber-liner Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouw-orkest Amsterdam, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, de London Philharmonic Orchestra en het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks.

Ook op de operapodia was Christianne Stotijn re-gelmatig te zien en te horen. Zo vertolkte zij onder meer de rol van Pauline in Pique Dame in de Opera van Parijs, speelde ze Ottavia in Poppea bij de Ne-derlandse Opera en zong ze de rol van Cornelia in Giulio Cesare in de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel en bij de Nederlandse Opera. Ze speelde de titelrol in Tamerlano in het Royal Opera House in Covent Garden en de rol van Ottavia in Poppea in het Teatro Campoamor in Oviedo en het Teatro Arriaga in Bilbao. Christianne werkte samen met operaregisseurs als Graham Vick, Emilio Sagi, Pier-re Audi en Ursel en Karl-Ernst Herrmann.

De opnames van werken van Christianne Stotijn verschenen onder het Onyx-label. Haar discografie omvat werken van Schubert, Berg en Wolf, begeleid door pianist Joseph Breinl en liederen van Mahler begeleid door Julius Drake. Voor de opname van de liederen van Tchaikovsky, eveneens met Julius Drake, ontving ze in 2010 de BBC Music Magazine Award in de categorie ‘vocaal’. Haar laatste opna-me heet ‘Stimme der Sehnsucht – Lieder by Pfitz-ner, Strauss & Mahler’ begeleid door Joseph Breinl.Voor het label MDG nam Christianne Stotijn een werk op dat haar na aan het hart ligt: Die Weise von Liebe und Tod des Cornets Christoph Rilke van Frank Martin. Voor deze opname werd zij onder-scheiden met de ECHO Klassik Award in 2008.

www.christiannestotijn.com

foto. Christianne Stotijn © Stephan Vanfleteren

ˇ ˇ

21.

Page 5: Symfonieorkest Vlaanderen - Fatal Attraction

23.22.

Recitativo. C’en est donc fait ! Ma honte est assurée.Veuve d’Antoine et veuve de César,Au pouvoir d’Octave livrée,Je n’ai pu captiver son farouche regard.J’étais vaincue, et suis déshonorée.

En vain, pour ranimer l’éclat de mes attraits,J’ai profané le deuil d’un funeste veuvage ;En vain, en vain, de l’art épuisant les secrets,J’ai caché sous des fleurs les fers de l’esclavage ;Rien n’a pu du vainqueur désarmer les décrets.A ses pieds j’ai traîné mes grandeurs opprimées.Mes pleurs même ont coulé sur ses mains répandus,Et la fille des PtoléméesA subi l’affront des refus !

Lento cantabile. Ah ! qu’ils sont loin, ces jours, tourment de ma mémoire,Où sur le sein des mers, comparable à Vénus,D’Antoine et de César réfléchissant la gloire,J’apparus triomphante aux rives du Cydnus !

Poco animato. Actium m’a livrée au vainqueur qui me brave ;Mon sceptre, mes trésors ont passé dans ses mains ;Ma beauté me restait, et les mépris d’OctavePour me vaincre ont fait plus que le fer des Romains.Ah ! qu’ils sont loin ces jours, etc.

Mes pleurs même ont coulé sur ses mains répandus,J’ai subi l’affront des refus.Moi !... qui du sein des mers, comparable à Vénus,M’élançai triomphante aux rives du Cydnus !

La mort de Cléopâtre.Gedicht van P.A. Vieillard.Muziek van Hector Berlioz.

Recitativo. Au comble des revers, qu’aurais-je encore à craindre ?Reine coupable, que dis-tu ?Du destin qui m’accable est-ce à moi de me plaindre ?

Moderato. Presto. Lento misurato. Ai-je pour l’accuser les droits de la vertu ?J’ai d’un époux déshonoré la vie.C’est par moi qu’aux Romains l’Égypte est asservie,Et que d’lsis l’ancien culte est détruit.Quel asile chercher ? Sans parents ! Sans patrie !Il n’en est plus pour moi que l’éternelle nuit !

Méditation

Largo misterioso. Grands Pharaons, nobles Lagides,Verrez-vous entrer sans courroux,Pour dormir dans vos pyramides,Une reine indigne de vous ?

Allegro assai agitato.Non !.. non, de vos demeures funèbresJe profanerais la splendeur!Rois, encor au sein des ténèbres,Vous me fuiriez avec horreur.Du destin qui m’accable est-ce à moi de me plaindre ?Ai-je pour l’accuser le droit de la vertu ?Par moi nos dieux ont fui d’Alexandrie,Et d’lsis le culte est détruit.Grands Pharaons, nobles Lagides,Vous me fuiriez avec horreur !Du destin qui m’accable est-ce à moi de me plaindre ?Ai-je pour l’accuser le droit de la vertu ?Grands Pharaons, nobles Lagides,Verrez-vous entrer sans courroux,Pour dormir dans vos pyramides,Une reine indigne de vous ?Non, j’ai d’un époux déshonoré la vie.Sa cendre est sous mes yeux, son ombre me poursuit.C’est par moi qu’aux Romains l’Égypte est asservie.Par moi nos dieux ont fui les murs d’Alexandrie,Et d’Isis le culte est détruit.Osiris proscrit ma couronne.A Typhon je livre mes jours !Contre l’horreur qui m’environneUn vil reptile est mon recours.

Recitativo misurato.Dieux du Nil ... vous m’avez ... trahie !Octave ... m’attend ... a son char.Cléopâtre en ... quittant... la vie,Redevient digne de ... César !

Page 6: Symfonieorkest Vlaanderen - Fatal Attraction

25.

Concertmeester.Jo Vercruysse

Eerste violen.Erik SluysNathalie HeppBence AbrahamHilde CoppietersPeter HellemondVeerle HoubrakenEva StijnenAnnerien StukerSharma Sangeeta

Tweede violen.Gudrun VerbanckIsabelle BuyckGeraldine De BaetsTim BreckpotIsabelle DecraeneLiesbet JansenMaya ShvartsmanMarcel Andriesii

Altviolen.Kris HellemansAnnemie VercauterenLieve DreelinckBieke JacobusBruno De SchaepdrijverKaatje StrauvenKorneel Taeckens

Celli.Renaat AckaertJan Van KelstIsabelle BrysCaroline SteenWouter VercruysseHélène Viratelle

Contrabassen.Koenraad HofmanJan VerheyeBram DecroixSanne Deprettere

Houtblazers.Caroline Peeters. fluitVeerle Secember. fluit. piccoloAnke Lauwers. fluit. piccoloKorneel Alsteens. hoboCarola Dieraert. hobo. Engelse hoornIneke Craeghs. hoboFrank Coryn. klarinetTom Daans. klarinetKatrien Noël. basklarinetKoen Coppé. fagotDeian Toptchiev. fagotTamara Smits. contrafagot

Koperblazers.Bart Cypers. hoornBruno Melckebeke. hoornLies Molenaar. hoornFrank Clarysse. hoornSteven Bossuyt. trompetBart Coppé. trompetDominique Bodart. trompetBob Van Der Strieckt. tromboneBram Fournier. tromboneKonstantin Koev. bastromboneJeroen Verleden. tuba

Slagwerk.N.N. pauken

Anouk Sturtewagen. harp

Musici. Fatal Attraction.

24.foto. Hélène Viratelle © Simon van Boxtel