tjabe smid klm arbo services vu medisch centrum · 2018. 11. 29. · klm arbo services vu medisch...
TRANSCRIPT
Risicoperceptie en -communicatie
Tjabe SmidKLM arbo services
VU medisch centrum
28 april 2005 NVvA symposium 2
Inhoud
I Belang van risicocommunicatie
II RisicoperceptieIII Rollen en contextIV Risicocommunicatie
28 april 2005 NVvA symposium 3
I. Belang van risicocommunicatie
• Productiviteitseisen hoger -> conflict met veiligheid
• Meer persoonlijke verantwoordelijkheid
• Minder blootstelling (?) – - > relatief meer stress en zorg
28 april 2005 NVvA symposium 4
II. Risicoperceptie
• Experts en publiek verschillen in hun beleving van risico’s
• Experts evalueren kwantitatief
• Leken (=werknemers) evalueren meer intuïtief• Maar niet at random!
28 april 2005 NVvA symposium 5
Intuïtie ‘overschat’ risico als1. Gevolgen groter zijn (vooral catastrofaal)2. Gevolgen onherstelbaar zijn3. Gevolgen later optreden4. Gevolgen onbekend zijn5. Eerdere calamiteiten zijn gebeurd6. Sensorische waarneembaarheid slecht is 7. Het risico ‘man made’ is8. De intentie schadelijk is 9. Er minder voordelen zijn10. Risico en baten ongelijk verdeeld zijn11. Blootstelling onvrijwillig is12. Er minder persoonlijke controle is13. Experts elkaar tegenspreken14. Er minder vertrouwen is in verantwoordelijken15. Er meer maatschappelijke/media aandacht is
28 april 2005 NVvA symposium 6
1,2 Gevolgen groter en onherstelbaar
• Bus vs auto-ongeluk• Vinger vs gebroken been
• Grote gevolgen hebben ook meer psychische impact
28 april 2005 NVvA symposium 7
3. Verlate gevolgen
• Meer angst voor lange termijn effecten (kanker!)
• Alleen in ons westen?– Cultuur– Of behoeftenhiërarchie
28 april 2005 NVvA symposium 8
4 Onbekende gevolgen
• Onbekend maakt gevreesd• Voorbeeld: anthrax
28 april 2005 NVvA symposium 9
5 Eerdere calamiteiten
• Risico wordt groter ingeschat als het eerder mis is gegaan
• Vooral als men slachtoffers kent
• En dat kan ook via de media zijn
28 april 2005 NVvA symposium 10
6 Sensorische waarneembaarheid slecht
• Bijvoorbeeld chemische stoffen zonder geur• Maar vooral allerlei straling• En infectierisico
28 april 2005 NVvA symposium 11
7 Man made risico
• Er is meer angst voor technische calamiteiten dan voor natuurinvloeden, bijvoorbeeld blikseminslag of storm
28 april 2005 NVvA symposium 12
8 Schadelijke intentie
• Bijvoorbeeld agressieve klanten, • maar ook terreur
28 april 2005 NVvA symposium 13
9, 10 Minder en ongelijke voordelen
• Gevarengeld
28 april 2005 NVvA symposium 14
11, 12 blootstelling onvrijwillig en minder controle
• ‘pretpark effect’• Roken vs chemische
blootstelling• Liever zelf aan het stuur• Dus PBM verplichten?
28 april 2005 NVvA symposium 15
13 experts spreken elkaar tegen
• ze hebben geen idee waar het over gaat!
28 april 2005 NVvA symposium 16
14 vertrouwen in verantwoordelijken
28 april 2005 NVvA symposium 17
15 Maatschappelijke aandacht
• Vooral media, maar ook hypes op de werkplek
28 april 2005 NVvA symposium 18
2 voorbeelden uit KLM
• KLM vervoerde een pakje radio-actief materiaal, dat een beetje lekte. Blootstelling voor crew was < 1 % van de jaardosis. Melding kwam twee maanden later, onmiddellijk in kranten en NOS journaal.
• In de Technische Dienst wordt door veiligheidskundigen als grootste veiligheidsrisico gezien het werken op steigers/dokken rond vliegtuigen. Regelmatig gebeuren hier ongevallen.
28 april 2005 NVvA symposium 19
Pakje radio-actief materiaal1. Gevolgen groter zijn (vooral catastrofaal) ++/-2. Gevolgen onherstelbaar zijn ++3. Gevolgen later optreden +++4. Gevolgen onbekend zijn o5. Eerdere calamiteiten zijn gebeurd +6. Sensorische waarneembaarheid slecht is +++7. Het risico ‘man made’ is ++8. De intentie schadelijk is - -9. Er minder voordelen zijn ++10. Risico en baten ongelijk verdeeld zijn ++11. Blootstelling onvrijwillig is ++12. Er minder persoonlijke controle is ++13. Experts elkaar tegenspreken o14. Er minder vertrouwen is in verantwoordelijken +++15. Er meer maatschappelijke/media aandacht is +++
28 april 2005 NVvA symposium 20
Vallen tijdens vliegtuigonderhoud1. Gevolgen groter zijn (vooral catastrofaal) +2. Gevolgen onherstelbaar zijn ++3. Gevolgen later optreden - - -4. Gevolgen onbekend zijn - -5. Eerdere calamiteiten zijn gebeurd +6. Sensorische waarneembaarheid slecht is - -7. Het risico ‘man made’ is o8. De intentie schadelijk is - -9. Er minder voordelen zijn - -10. Risico en baten ongelijk verdeeld zijn o11. Blootstelling onvrijwillig is - -12. Er minder persoonlijke controle is -13. Experts elkaar tegenspreken + +14. Er minder vertrouwen is in verantwoordelijken o15. Er meer maatschappelijke/media aandacht is - -
28 april 2005 NVvA symposium 21
III. Beheersing van risico’s: rollen
• Werknemer: is het veilig?• Werkgever: moet/kan ik iets doen?• Arbeidshygiënist: is het een risico?
28 april 2005 NVvA symposium 22
Nederlandse Vereniging voor Stralingshygiëne
28 april 2005 NVvA symposium 23
Grootste kans op een ramp
0 5 10 15 20 25
vervoer per vliegtuig
verdeling van aardgas
olieraffinaderijen
wegtransport
biologische laboratoria
fabrieken en vuurwerkopslag
opslag radio-actief afval
nucleaire installaties
chemische installatie
transport gevaarlijke stoffen
%-tage
Belgen (1000) Stralingsdeskundigen (200)
28 april 2005 NVvA symposium 24
Grootste kans op een ramp
0 5 10 15 20 25 30 35 40 45
vervoer per vliegtuig
verdeling van aardgas
olieraffinaderijen
wegtransport
biologische laboratoria
fabrieken en vuurwerkopslag
opslag radio-actief afval
nucleaire installaties
chemische installatie
transport gevaarlijke stoffen
%-tage
Belgen (1000) Stralingsdeskundigen (200) Arbeidshygiënisten (98)
28 april 2005 NVvA symposium 25
Context
Expert
• Abstract• Technocratisch• Rekenkundig• Relatief• Drempel• Risicomanagement
Leek
• Persoonlijk• Democratisch• Contextueel• Absoluut• Continu• Risicominimalisatie
28 april 2005 NVvA symposium 26
IV. Risicocommunicatie
28 april 2005 NVvA symposium 27
Risicocommunicatie
Er is geen standaard risicocommunicatie!
28 april 2005 NVvA symposium 28
Risicocommunicatie
• Ken de doelgroep(en)• Ken uw doel • Ken hun verwachting• Zorg voor vertrouwen• Zorg voor eenduidigheid• Zorg voor (relatieve) openheid• Houdt het initiatief
28 april 2005 NVvA symposium 29
Ken uw doelgroepen
• Bijvoorbeeld:– betrokken werknemers:
• slachtoffers• anderen
– niet betrokken werknemers– hun vertegenwoordigers
intern/extern– hun leidinggevenden– derden (w.o. media)
28 april 2005 NVvA symposium 30
Ken uw doel
• Kan verschillen per doelgroep• Informatieoverdracht is geen doel• maar middel voor bijvoorbeeld:
– veilig gedrag– geen stress: geruststelling– voldoen aan wet– beperken van aansprakelijkheid
28 april 2005 NVvA symposium 31
Ken uw doel (2)
• Kennis• Vaardigheden• Attitude• Gedrag• (Barrieres)
28 april 2005 NVvA symposium 32
Ken de verwachtingen
• Weet wat, hoe, en wanneer de doelgroep iets wil weten;
• Houdt rekening met beleving, cultuur;• Ken uw rol vanuit de perceptie van de doelgroep
28 april 2005 NVvA symposium 33
Zorg voor vertrouwen
• Leken horen alles wat ze weten van anderen
• Hun toetsingscriterium is eerder vertrouwen dan ratio
• Behalve uzelf bepalen vertrouwen uw:– positie– leeftijd– geslacht
28 april 2005 NVvA symposium 34
Zorg voor eenduidigheid• Niet te veel nuances• Nadruk op wat bekend is• Afstemming van verschillende woordvoerders • Bedenk dat uw beeld van deskundigheid anders kan
zijn dan dat van uw doelgroep (‘de Amerikaanseprofessor’)
28 april 2005 NVvA symposium 35
Openheid
• Volledige openheid • Is een middel maar geen doel• Houdt nooit iets onder de pet wat er onder uit kan
komen
28 april 2005 NVvA symposium 36
Houdt het initiatief
• Door openheid en tijdigheid kan de agenda worden bepaald
• Een rel ontstaat niet vanzelf, maar een sluimerende rel kan wel worden opgepikt
28 april 2005 NVvA symposium 37
Samengevat:
De werknemer lijdt het meest, van het
lijden dat hij vreest