presentatie katia segers op het lanceringsevenement mediawijs.be
Post on 18-Jun-2015
237 Views
Preview:
DESCRIPTION
TRANSCRIPT
���Des
ign
Cha
rles
& R
ay E
ames
- H
ang
it al
l ©
Vitr
a
Mediawijsheid is nooit af. Veldbeschrijving, SWOT-analyse van de actoren en initiatieven in Vlaanderen inzake mediawijsheid en beleidsaanbevelingen Lode Vermeersch, Loes Vandenbroucke, Nele Van den Cruyce en Katia Segers
Lancering Kenniscentrum Mediawijsheid – 27 maart 2013 KVS Brussel
• “Whatever we know about our society, or indeed about the world in which we live, we know through the mass media. This is true not only of our knowledge of society and history but also of our knowledge of nature. What we know about the stratosphere is the same as what Plato knows about Atlantis: we’ve heard tell of it. Or, as Horation puts it: ‘So have I heard, and do in part believe it’. On the other hand, we know so much about the mass media that we are not able to trust these sources.” (N. Luhmann, The Reality of the Mass Media).
29/03/13 2
29/03/13 3
• Drieledige doelstelling onderzoek
1. Veldbeschrijving 2. SWOT-analyse 3. Beleidsaanbevelingen
Mapping mediawijsheidactoren
in Vlaanderen
Conclusies: actoren • 122 actoren gedetecteerd
• Veld mediawijsheid in Vlaanderen breed veld gespreid over:
• brede maatschappelijke sectoren • verschillende beleidsterreinen
• Veel onderzoekscentra, –instellingen en koepelverenigingen (steunpunten, federaties, …)
• Kloof tussen erkende organisaties die ‘tellen in het veld’ en vele anderen die zich momenteel niet gewaardeerd voelen, ervaren ‘niet mee te tellen’
ü Kunsten en cultureel erfgoed
ü Games
ü Media-industrie
ü Jeugd
ü Onderwijs
ü Onderzoek
mediawijsheid
ü Armoede en maatschappelijke integratie
ü Sociaal-cultureel werk
ü Welzijn
Conclusies: financiering actoren
• Meeste actoren hebben vzw-statuut of kennen bedrijfsvorm
• Vlaamse overheid is belangrijkste financieringsbron, via zowel rechtstreekse mediawijsheidinitiatieven als via bredere programma’s
• Twee derden van de actoren opereren op decretale basis en worden dus gesteund door Vlaamse overheid
• 1/4 is structureel ondersteund • Ruim 1/4 projectmatig
• Één derde opereert niet op decretale basis
Conclusies: werking actoren
• Meeste organisaties actief op verschillende terreinen, enkelen focussen op niche-aspecten of -doelgroepen
• Voor evenveel actoren is mediawijsheid centraal als perifeer in de werking
• Ongeveer gelijke inzet activiteiten op: • Functionele mediageletterdheid • Kritische mediageletterdheid • Actieve mediageletterdheid
• Opvallend: op actieve mediageletterdheid wordt minder ingezet m.b.t. online en mobiele media
Conclusies: doelgroepen / doelstellingen
DOELGROEPEN FUNCTIONELE mediawijsheid
KRITISCHE mediawijsheid
ACTIEVE mediawijsheid
kinderen Xx Xx
jongeren X X
ouderen X X
Mensen met een beperking Xx X
Mensen met een kwestsbare socio-‐economische status
Xx X
Ethnisch-‐culturele minderheden
Xx X (xx)
professionals X Xx Xx
Conclusies: doelstellingen actoren
• Veld is gekenmerkt door breed arsenaal aan doelstellingen • Belangrijkste “invulling” van mediawijsheid vanuit nieuwe
(multi-)media
• Actoren gaan ervan uit dat klassieke mediageletterdheid lijkt te zijn verworven (behalve voor kinderen en jongeren)
• Doelstellingen mediawijsheid kaderen in bredere maatschappelijke opzet: inclusie, zelfredzaamheid, andere kijk, burgerzin, …
Conclusies: doelgroepen / doelstellingen
DOELGROEPEN FUNCTIONELE mediawijsheid
KRITISCHE mediawijsheid
ACTIEVE mediawijsheid
kinderen X X
jongeren X X
ouderen X X
Mensen met een beperking X X
Mensen met een kwestsbare socio-‐economische status
X X
Ethnisch-‐culturele minderheden
X X
professionals X X X
• Veel methodieken en
didacEsche tools
!
• Niet enkel online
/ digitaal
Ook via cursussen
en
persoonlijk face-‐
to-‐face
contact
Doelgroepen versus doelstellingen
SWOT
16
Sterktes Volgorde Sterktes S1 De actoren in het veld zijn ervan overtuigd dat werken aan mediawijsheid tal van
posiEeve effecten resorteert op maatschappelijk vlak.
S2 Er bestaan al veel samenwerkingen rond mediawijsheid tussen organisaEes en tussen projecten. Dit is het gevolg van een organische en spontane groei van het mediawijsheidsveld dat geen veld is dat ‘top down’ geregisseerd werd
S3 Veel organisaEes zijn acEef op het vlak van mediawijsheid of hebben de bereidheid/intenEe aan mediawijsheid te werken. De sterke interesse voor het thema resulteert vandaag al in een rijkdom aan iniEaEeven
S4 Het mediawijsheidsveld schat de kwaliteit van de projecten rond mediawijsheid hoog in (sterke prakEsche uitwerking, inspelend op de noden van doelgroepen, …)
S5 Mediawijsheid is een breed en open begrip dat veel mogelijkheden biedt naar invulling. De term gaat breder dan formeel onderwijs en dekt ook vormen van informeel leren en sluit als begrip sterk aan bij het mediagebruik zelf
S6 Het thema mediawijsheid en de beleidsmaEge (transversale) en prakEsche uitwerking ervan raakt veel types van werk en dat zorgt voor diverse aanpakken, een sterk bereik, veel vernieuwing, …
17
Kansen Volgorde Zwaktes W1 Veel organisaties zijn slechts ad hoc, projectmatig of “losjes” bezig met het werken aan mediawijsheid. Het gevolg is een versnipperde praktijk
waarin afstemming, coördinatie en kennisdeling ontbreekt
W2 Het welslagen van inspanningen om mensen meer mediawijs te maken, hangt in grote mate af van de betrokkenheid, voorkeuren, mediakennis en kwaliteit van de begeleiders. Veel leerkrachten, sociaal-culturele werkers, mediaverantwoordelijken, … zijn echter onvoldoende geschoold in het werken aan een verbeterde omgang met media
W3 Het mediawijsheidsveld is zeer diffuus: het mist afbakening, structuur en overzicht. De organisaties die aan mediawijsheid werken vormen geen homogene groep maar zijn een artificiële “sector” waarbinnen regie ontbreekt: verschillende organisaties willen “voortrekker” zijn, kleinere organisaties hebben weinig inspraak en aansluiting
W4 Het formeel onderwijs (kleuter- en leerplichtonderwijs en volwassenenonderwijs) heeft onvoldoende toegang tot media(inhouden) en gebruikt deze niet steeds op een voor leerlingen uitdagende manier. De leerkracht speelt hierin een centrale rol
W5 Wanneer wordt gewerkt aan mediawijsheid vertrekken organisaties vaak uitsluitend van het “negatieve” van de media (bescherming, beveiliging, preventie, restrictie)
W6 De educatieve/didactische kant van het werken aan mediawijsheid is nog te weinig uitgewerkt. Er is veel (internationaal) materiaal maar dat wordt gebrekkig uitgewisseld en een uitgewerkte vorming (mediacoach) staat nog in de kinderschoenen
W7 De term Mediawijsheid is voor veel mensen onduidelijk:
• actoren in het veld geven verschillende interpretaties en benadrukken verschillende facetten; • voor leken klinkt de term moeilijk en iets voor een elite; • voor bedrijven kan de autopositieve term mediawijsheid “gebruikt” worden als vorm van window dressing of reclame
W8 Initiatieven die werken aan mediawijsheid spelen meestal in op specifieke doelgroepen (kansarmen, jongeren, senioren). Weinig mediawijsheidinitiatieven richten zich op personen met een mentale handicap. Projecten gaan er vaak ten onrechte van uit dat de modale volwassene voldoende mediawijs is
18
Bedreigingen Volgorde Bedreiging
T1 Het centrale overheidsbeleid rond mediawijsheid mist coherentie. Beleidsinitiatieven zijn versnipperd over verschillende beleidsdomeinen. Er is geen algemeen gedragen beleidskader dat een duidelijke visie reflecteert
T2 De door de overheid vastgelegde doelen (ontwikkelingsdoelen, (vakoverschrijdende) eindtermen en opleidingsprofielen) met betrekking tot mediagebruik in het formeel onderwijs kennen een aantal zwaktes:
• de ICT-eindtermen in het formele onderwijs geven aanleiding om te focussen op de technische media-skills en te weinig op inhoudsgerelateerde en culturele skills;
• de ontwikkelingsdoelen en eindtermen in het lager en secundair onderwijs missen opbouw en continuïteit; • mediawijsheid als vakoverschrijdende eindterm kan te vrijblijvend worden opgenomen. Handvatten een voor geslaagde implementatie zijn
nodig;
Scholen missen vaak de goede randvoorwaarden om aan mediawijsheid te kunnen werken: materiaal, infrastructuur, uitdagende leerplannen, …
T3 De toegang tot en het gebruik van media blijft sociaal ongelijk. Deze social divide leidt tot het verder marginaliseren van informatiearmen. De hoge kost verbonden aan internettoegang in België vormt een duidelijke drempel
T4 Informatie, games, reclame… lopen door elkaar (advergames, in-game reclame, …). Niet alle mediabedrijven doen inspanningen om uit te leggen hoe kritisch om te gaan met media-inhouden
T5 Media worden complexer en het klassieke onderscheid tussen producent, boodschap en consument of ontvanger vervalt. De controleerbaarheid en betrouwbaarheid van media-inhouden zijn daardoor steeds vaker problematisch
T6 De economische crisis zorgt voor een gebrek aan (overheids)middelen om aan mediawijsheid te werken
T7 Het gebruik van media bij jongeren evolueert snel (vnl. mobiele media), daardoor is het moeilijk snel in te spelen op (n)etiquette en preventie van afwijkend gedrag (bv. gebrekkige privacy protectie, contactrisico’s, pesten, sexting, self disclosure)
T8 Mediawijsheid is een continu proces, een streven, een sociaal “wordingsproces”… Het vraagt veel tijd en inspanning en kan niet worden waargemaakt met enkele tips & tricks
Zwaktes
19
Volgorde Kans O1 Er is (een groeiende) aandacht vanuit het centrale beleid voor het thema
mediawijsheid. Het thema wordt besproken en via verschillende kanalen worden initiatieven gesteund
O2 De media verspreiden zich verder en worden steeds toegankelijker, vooral de nieuwe media
O3 Door de digitale vooruitgang kan audiovisueel cultureel erfgoed gemakkelijker gedigitaliseerd, gearchiveerd en ontsloten worden om gebruikt te worden in het werken aan mediawijsheid
O4 Veel bedrijven hebben, vanuit het oogpunt van maatschappelijk verantwoord ondernemen, interesse om zich in te zetten voor het werken aan mediawijsheid
O5 Nieuwe media hebben andere kenmerken dan de “klassieke” massamedia:
• ze zijn intuïtiever, mobieler, socialer… en laten daardoor andere, meer hands-on vormen van leren toe;
• ze laten een snelle, creatieve en productieve omgang toe; • de crossovers tussen mediavormen en de convergentie van media (bv. papier en digitaal)
laten toe langs diverse kanalen over media te leren
AANBEVELINGEN
Aanbevelingen naar beleid
1. Toegankelijkheidsbeleid – Bewakende en bemiddelende rol inzake prijsbepaling en
prijsstabiliteit media – Internettoegang, telefonie in België duur en sociaal ongelijk -> voor
iedereen betaalbaar en bereikbaar maken – Ondersteuning functionele vaardigheden + goede voorbeeld door
overheid 2. Theoretisch kader en beleidskader
– Duidelijk begrippenarsenaal – Theoretisch kader als input voor coherent beleidskader – Multi-stakeholders governance
Aanbevelingen naar beleid
3. Regelgevend kader en erkennings- en subsidiebeleid
– Evenwicht zoeken tussen bottom-up aanpak en duidelijke beleidsprerogatieven (zoals gedefinieerd door Vlaamse regering,
– Oprichting “Expertengroep mediawijsheid” (stuurgroep kenniscentrum) waarin alle stakeholders vertegenwoordigd zijn
– Regelmatige afstemming en overleg met Departementen CJSM en Onderwijs, SARC, Steunpunt media
– Evenwicht tussen structurele / projectmatige subsidies Vlaanderen
– “Push” geven aan andere beleidsniveaus, c.q. lokale en provinciale overheden
Aanbevelingen naar beleid
4. Kennisdeling, samenwerking en coördinatie in het veld – Kenniscentrum Mediawijsheid
• Functioneert en is gestructureerd als ‘hub’ • overkoepelende, ‘lichte’ organisatie die communiceert,
faciliteert en zo het veld mee vormt • beperkte uitvoerende ploeg, maar met brede expertengroep,
waarin alle stakeholders vertegenwoordigd zijn • Niet centraliseren, wel faciliteren en ondersteunen om aldus
het veld te ontwikkelen en te ondersteunen • Gebruik maken van bestaande know-how in Vlaanderen • Behalve ‘hub’, ondersteunen van lokale overheden (steden en
gemeenten) en specifieke media-actoren om mediawijsheid uit te bouwen
Aanbevelingen naar beleid
4. Kennisdeling, samenwerking en coördinatie in het veld (vervolg) – Internationale uitwisseling faciliteren – Relatie formeel onderwijs – openbare omroep verder uitwerken – Samenwerking stimuleren via subsidiereglementering
5. Onderwijs
– Op doorgaande manier werken aan mediawijsheid – Integratie van mediawijsheid in eindtermen van het lager onderwijs
en opnemen in ontwikkelingsdoelen kleuteronderwijs (leerplannen) – Opleidingen (mediawijsheid als nascholingsthema) en didactische
tools voor leerkrachten – Integratie van mediawijsheid in lerarenopleidingen
Aanbevelingen naar beleid
6. Overzicht, onderzoek, monitoring
– Vinger aan de pols van mediagebruik (micro- en mesoniveau) via steunpunt media
– Effecten van mediawijsheid?
top related