art & architecture thesaurus een evaluatie van anet-aat · 2017-09-04 · mediawijs, samen met...

52
2017 | 2 TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF Interview met Krist Biebauw over bibliotheek de Krook Een nieuw archiefinitiatief Bibliotheken versus nepnieuws Leercentrum AGORA ART & ARCHITECTURE THESAURUS TM Periodiciteit: Maandelijks • maart 2017 • Afgiftekantoor: Turnhout • Erkenningsnummer: P802070 EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT

Upload: others

Post on 17-Jul-2020

2 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

2017 | 2

tijdschrift voor bibliotheek

& archief

Interview met Krist Biebauw over bibliotheek de KrookEen nieuw archiefinitiatiefBibliotheken versus nepnieuwsLeercentrum AGORA

ARt & ARchItEctuRE thEsAuRustM

Per

iod

icit

eit:

Maa

nd

elijk

s •

maa

rt 2

017

• A

fgif

teka

nto

or:

Tu

rnh

ou

t •

Erk

enn

ing

snu

mm

er: P

80

2070 EEn EvAluATiE

vAn AnET-AAT

Page 2: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

VVBADomdat informatie belangrijk is

VLAAMSE VERENIGING VOOR BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIEStatiestraat 179 2600 Berchem+32 3 281 44 57 [email protected] www.vvbad.be

Page 3: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

META 2017 | 2 | 1

VVBAD en VDAB: samen sterker!

VERANTWOORDELUKE UITGEVER

Julie Hendrickx, Statiestraat 179,

2600 Berchem

HOOFDREDACTEUR

Julie Hendrickx • [email protected]

REDACTIE

Bram Baert, Paul Buschmann, Gerd De Coster,

Noël Geirnaert, An Labis, Myriam Lemmens,

Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen,

Veronique Rega, Peter Rogiest, Eva Simon,

Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren.

REDACTIESECRETARIS

Klaartje Brits • [email protected]

REDACTIEADRES

VVBAD • META

Statiestraat 179, 2600 Berchem

Tel. 03 281 44 57

[email protected] • http://www.vvbad.be/meta

Reageer op Twitter: #overmeta

ADVERTENTIES

Marc Engels • [email protected]

LAY-OUT

Marc Engels

DRUK

EVM

META verschijnt 9x per jaar,

niet in januari, juli en augustus.

META is een uitgave van de VVBAD en is

begrepen in het lidmaatschap, maar is ook

verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie

op http://www.vvbad.be/lidmaatschap.

ISSN 2033-639X

Julie Hendrickx, hoofdredacteur

Werken bij de VVBAD betekent niet alleen regelmatig gebeld worden in verband met bibliotheekopleidingen, maar even goed verwarde bellers te woord staan over bijvoorbeeld de opleiding ‘Metaal, elektriciteit en autotechniek’. Tot voor kort verwezen we

hen vlot door naar de VDAB — niet te verwarren met de VVBAD. Een gemiste kans volgens de VDAB, want de bibliotheeksector is immers een aantrekkelijke arbeidsmarkt. Bovendien blijkt de vacaturepagina op de VVBAD-website een van de meest bekeken vacaturepagina’s. Een eerste project om elkaar te versterken wordt dan ook in de loop van het voorjaar uitgerold.

Als kritische informatieprofessional doorprikte u bovenstaand nieuwtje vast en zeker al bij de titel? Nepnieuws en alternatieve feiten zijn helaas niet meer weg te denken. Ook in dit nummer van META. Nee, geen nepnieuws meer vanaf nu. Wel het serieuzere werk. Steven Laporte, auteur van het essay, stelt zich immers de vraag hoe bibliotheken en bibliothecarissen het kunnen opnemen tegen nepnieuws. Studenten hebben het al langer moeilijk. Want hoewel biblio-theken garant staan voor betrouwbaar materiaal, jagen zij al langer op een veel uitgebreider terrein op informatie.

Maar niet alleen studenten hebben behoefte aan een portie mediawijsheid. Ook de twitteraar, de krantenabonnee, de televisiekijker, en de luisteraar. Want onwe-tendheid is de beste voedingsbodem voor nepnieuws. Hoe meer nieuws er voor-handen is, hoe minder vaardig we zijn als samenleving om er mee om te gaan. Triest toch? Voorlopig blijft een gedegen antwoord op het fenomeen van fake news echter uit. Ook dat mocht Laporte vaststellen. Bibliotheken zijn nu eenmaal niet zichtbaar genoeg in het debat over (digitale) informatie.

De sector is het niet alleen aan zichzelf verplicht maar ook aan de gebruiker om zich nadrukkelijker te profileren: de bibliotheek als huis van mediawijsheid. Naar de ‘buitenwereld’ maar ook naar de eigen gebruikers. Zoals steeds komt het neer op voldoende contact en voeling met het eigen publiek. “Een openbare bibliotheek moet, wars van die trends, vooral voeling proberen te houden met de onderstroom van veranderingen in de maatschappij.” Voor Krist Biebauw, directeur van Bibliotheek De Krook, blijft de collectie, en haar nabijheid in een stad, hier een essentiële rol spelen. De nieuwe Gentse hoofdbibliotheek staat in dit nummers trouwens te blinken als dé bibliotheek van en voor de toekomst.

Afsluitelement

editoriaal

Page 4: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Meta 2017/2Jaargang 93 - maart 2017

VASTE RUBRIEKEN

1 EditoriaalVVBAD en VDAB: samen sterker!

4 Nieuws

21 InzetJan Dewilde

22 EtalageLeercentrum AGORA

24 SignalementMensenketting geeft het startschotvoor de verhuis naar de Krook.

31 De vraagELTAB: een online ruilplatform voorbibliothekenInneke Daghelet

32 Over de grensErasmus Exchange ProgrammeRia Schildermans

34 TrendEen computer, een telefoon en een netwerkIris Steen

35 Het plan

36 UitgepaktDatabankenrechtBart Magnus

37 ColumnPost-truthTim Verstrynge

37 Citaat

“ fIcTIE WORDT BLIJKBAAR PLOTS ALS EEN PROBLEEM BEScHOuWD. ”

42 Kroniek• Jobcrafting (Baanboetseren)• OcE formuleert kanttekeningen over het cultureel-

erfgoeddecreet 2017

46 Toepassing

47 Zo gelezenLiesbet-Ann Verbruggen

48 Uitzicht

2 | META 2017 | 2

inhoud

Page 5: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

16

Sinds september 2015 beschikken de kunst- en erfgoedbibliotheken van Anet over een nieuwe set specifiek inhoudelijke trefwoorden. Die trefwoorden komen uit een gecontroleerd vocabularium dat opgebouwd en geredigeerd wordt door de internationale kunst- en erfgoedsector zelf. Na bijna anderhalf jaar is de tijd rijp voor een evaluatie van het systeem.

INTERVIEW

Krist Biebauw

Art & Architecture Thesaurus™ als standaard voor het ontsluiten van publicaties

Karen Andree en Jef Tegenbos

Een nieuw archiefinitiatief: de Intergemeentelijke Archiefdienst Midwest

Leen Breyne

Essay: Bibliotheken vs. nepnieuwsSteven Laporte

10

26

38

ARTIKELS

“ ZOLANG HET GEVOEL LEEFT DAT EEN BIBLIOTHEEK BROODNODIG IS, ZAL MEN DE STEKKER NIET ZO SNEL uITTREKKEN”

inhoud

10

38

Page 6: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Dekoloniseer je bibliotheek

Boekbaby’s heet voortaan Boekstart

Op 1 januari werd Boekbaby’s omgedoopt tot Boekstart, een naam die kort en krachtig zegt wat we met het programma willen bereiken: voor elk kind een start met boeken mogelijk maken, uiteraard zo vroeg mogelijk. Boekstart is ook de naam die internationaal vaak gebruikt wordt voor dit programma.

Bij een nieuwe naam hoort een nieuwe vormgeving, dus kregen alle materialen een nieuw kleedje: illustrator Benjamin Leroy en huisvormgever Kris Demey leverden prachtig werk.

Boekstart brengt niet alleen boeken in gezinnen met kinderen tussen 0 en 2,5 jaar, maar wil ook de deskundigheid in interactief voorlezen van professionelen en vrijwilligers die met en voor kinderen werken verhogen en de netwerken tussen lokale bibliotheken en kinderop-vang, Huizen van het Kind en andere lokale partners versterken. Samen voor een stimule-rend taal- en leesklimaat!

> Bron: iedereen leest - Boekstart

Hand in Hand tegen racisme vzw startte een campagne om de fundamenten van het hedendaags racisme aan te pak-ken. Op 4 lokale terreinen wil deze campagne een reële verandering verkrijgen. We vroegen aan activisten, academici, schrijvers, opinieleiders, enz een ‘dekolonisatie canon’ samen te stellen. Het woord ‘canon’ wordt hier natuurlijk ironisch bedoeld: het is net de bedoeling om daar waar de onbewuste witte canon in de bibliotheek nog bestaat, deze te door-breken. Vijftig deelnemers zorgden voor een imposante lijst van meer dan 300 titels. Je kunt deze lijst terugvinden op

https://www.dekoloniseer.be/sites/default/files/lijst_bib_algemeen.pdf.

We vragen aan bibliotheken om het aanbod te diversifiëren, onder andere op basis van deze lijst. Lokale burgers en groepen worden uit-genodigd bij hun bib langs te gaan met deze en andere suggesties om de bibliotheek een plaats te maken waar de vele wereldperspectieven aanwezig zijn. De bibliotheken vragen we om hun inspanningen ken-baar te maken aan hun bezoekers door middel van een plakkaat “Wij dekoloniseren onze bib” en dit ook aan Hand in Hand te laten weten zodat dit wordt opgenomen op www.dekoloniseer.be.

> Bron: hand in hand tegen racisme

4 | META 2017 | 2

nieuws

Page 7: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

facebookpoll

welke bibs zijn mediawijs?

Met het project Mediawijze bibs wil het Vlaams Kenniscentrum Mediawijsheid, Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen bij hun mediawijze ontwikkeling. Ze lanceerden daar-voor in november 2016 een projectoproep. Bibliotheken konden hun voorstel indienen.

Vijf bibliotheken kregen subsidies voor hun mediawijze projecten:1. De openbare bibliotheek van Geraards-

bergen zet in op e-inclusie en richt zich daarbij ook op maatschappelijk kwetsbare ouders.

2. De openbare bibliotheek Kortrijk zal een Google ‘Virtual Reality’ educatief pakket ontwikkelen.

3. Regiobibliotheek Meetjesland zet in op een leesbevorderingsproject dat inspeelt op vloggen bij jongeren.

4. Bibliotheek Arena in Deurne wil anders talige ouders in de wijk betrekken door de bib op een aantrekkelijke manier te presenteren aan de hand van een digitale tour. 

5. Bibliotheek Hoboken wil ouders meer inzicht geven in sociale media en internet aan de hand van vormingen.

De uitkomst van deze projecten wordt na afloop ter beschikking gesteld op de website van Mediawijs. Op die manier biedt Mediawijs inspiratie aan de Vlaamse bibliotheeksector in het kader van een toekomstgerichte, samen-werkende en netwerkende bibliotheekwerking.

> Bron: Mediawijs

Met alle aandacht voor fake news en alternatieve feiten (zie ook het essay op pagina 38) willen we weten of je akkoord gaat met de stelling dat bibliotheken hun verantwoordelijkheid moeten opnemen in de strijd tegen fake news.

Akkoord, daar zijn we volop mee bezig!

Akkoord, daar moeten we aan werken.

Niet akkoord, daar zijn andere instellingen veel beter in.

….

Laat je mening horen op onze facebookpagina: https://www.facebook.com/VVBADvzw.be

In Meta 1 vroegen we wie jullie graag als keynote op Informatie aan Zee willen zien. Herbert Van de Sompel is met 33,3 procent van de stemmen de populairste keynote spreker. Aleks Krotoski en Jeffrey T. Schnapp kregen elk 25 procent van de stemmen. Eli Neiburger wist maar 20 procent van de stemmers te overtuigen.

archief- en immaterieel cultureel erfgoedwerkingEen verkenning en uitnodiging

Ontving u onlangs een nieuwsbrief over Immaterieel Cultureel Erfgoed (ICE) waarin praktijkvoorbeelden over archiefwerking rond immaterieel erfgoed in de kijker werden gezet, en die polste naar uw ideeën, voorstellen en feedback? Of viel uw oog op de vacature bij tapis plein vzw in het kader van een praktijkonder-zoek en een veldbevraging rond immaterieel erfgoed en archief-werking? Dat kan! Want in 2017 wordt vanuit het netwerk rond immaterieel erfgoed de brug met de archiefsector versterkt.

Want waar liggen nu precies de raaklijnen tussen immaterieel erf-goed en archiefwerking? Archieven worden vaak omschreven als ‘het geheugen van de samenleving’. Immaterieel erfgoed is dan weer het belichaamde geheugen van mensen, groepen, verenigin-gen, erfgoedgemeenschappen, enz. in die samenleving.

Hoe kan immaterieel erfgoed — ontastbare kennis en kunde die van generatie op generatie wordt doorgegeven — geïntegreerd worden in hedendaags document- en archiefbeheer? Kan een archiefinstel-ling meer doen dan een IcE-gemeenschap stimuleren tot archief-zorg, als een manier om hun erfgoedpraktijken te documenteren en van toekomst te verzekeren? Behoort een actieve archiefwerking rond levende tradities en technieken als bv. ambachten, rituelen of lokale teeltprocessen (ook) tot de opdracht van een archivaris? En in welke zin is dergelijke archiefwerking anders dan anders?

Op zoek naar antwoorden op deze en andere vragen zet tapis plein in samenwerking met het IcE-trekkersnetwerk diverse initiatieven op om, in overleg en samen met de Vlaamse archiefsector, noden en vragen in kaart te brengen, expertise te ontwikkelen en te delen, en medewerking te verlenen aan archieven die een werking rond immaterieel cultureel erfgoed ontwikkelen.

> Meer weten over dit traject? Mail naar [email protected] of lees meer via www.

immaterieelerfgoed.be > PraKiJK > theMa > immaterieel erfgoed en archiefwer-

king.

> Bron: tapis plein

META 2017 | 2 | 5

nieuws

Page 8: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

300 jaar oud handschrift over antwerpse geschiedenis voor erfgoedbibliotheek hendrik Conscience

Deze spectaculaire prent toont de Lange Nieuwstraat in de richting van de kathedraal, en de zuidelijke kant van de Sint-Jacobskerk. Rechts op het kerkhof is een begrafenis bezig, en voor het zuidportaal zit een bedelaar. Het kerkhof is nu helemaal volgebouwd, op een kleine toegangsweg na.

Sint-Jacobskerk. Ook van andere kerken zijn er, in kleiner formaat, afbeeldingen of plattegronden opgenomen.

Spectaculair zijn de uiterst gedetailleerde kaarten van de parochies binnen de stad Antwerpen. Daarop worden, naast het stratenplan, kleine plattegronden van verschillende reli-gieuze instellingen weergegeven. Het is de enige bekende, eigentijdse kaart waarop de grenzen van de verschillende Antwerpse parochies worden weergegeven. Het boek ein-digt met een hoofdstuk over het bisdom Antwerpen: Petrus Goos liet het hele grondgebied, dat grotendeels overeen-komt met dat van de huidige provincie Antwerpen, opme-ten door de franse ingenieur Pierre Ricquier. Het boek bevat onder andere ook een, helaas licht beschadigde, tekening van de priorij van Nazareth in Lier.

“De Erfgoedbibliotheek Hendrik conscience, die gespe-cialiseerd is in de geschiedenis van Antwerpen en de Nederlandse letterkunde, zal het boek nu opnemen in haar collecties en bewaren in haar geklimatiseerde magazijn” zegt schepen voor cultuur caroline Bastiaens: “De biblio-theek zal het boek ook digitaliseren, zodat het wereldwijd beschikbaar is voor onderzoek, of gewoon om te doorbla-deren en te genieten van de prachtige afbeeldingen.”

De Erfgoedbibliotheek Hendrik conscience kreeg een belangrijk handschrift van 300 jaar oud over de geschiede-nis van Antwerpen cadeau. De vzw Maria-Elisabeth Belpaire schonk 8.800 euro, waarmee de Erfgoedbibliotheek het manuscript van kanunnik Petrus Henricus Goos kon aanko-pen bij veilinghuis Bernaerts. In 2016 deed het Dotatiefonds voor Boek en Letteren ook andere aankopen voor de Erfgoedbibliotheek Hendrik conscience, het Letterenhuis en het Museum Plantin-Moretus.

Petrus Henricus Goos (gestorven in 1725) was eerst verbon-den aan de Sint-Jacobskerk in Antwerpen en vervolgens aan de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal. Rond 1710 begon hij te werken aan een omvangrijke geschiedenis van het bis-dom Antwerpen in de zestiende en de zeventiende eeuw. Toen hij tien jaar later klaar was bedroeg het handschrift twee dikke boekdelen van ongeveer 60 bij 45 cm groot. De Latijnse tekst geeft de levensverhalen van de achtereenvol-gende bisschoppen van Antwerpen en van tal van andere geestelijken weer, en geeft zo een overzicht van de kerkelijke geschiedenis van Antwerpen.

Het werk is prachtig versierd met tekeningen en verbluf-fende illustraties: naast wapenschilden en portretten van de bisschoppen zien we onder andere een binnenzicht van de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal en een groot zicht op de Lange Nieuwstraat, met de zuidgevel en het kerkhof van de

> Bron: erfgoedbibliotheek hendrik Conscience

6 | META 2017 | 2

nieuws

Page 9: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Zoveel editiebeschrijvingen telde de Short Title Catalogus Vlaanderen eind 2016. Medewerkers uit 22 instellingen voerden het afgelo-pen jaar werken in, en er werden in totaal 33.332 zoekacties uitge-voerd.

Deze en nog meer cijfers kun je lezen in het STcV-jaarverslag van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek.

23.647

lettergreep in arhus

Op 6 februari ging in ARhus in Roeselare het project Lettergreep van start. Dit pro-ject is een unieke samenwerking tussen Kenniscentrum ARhus, vzw de Batterie en OKAN Roeselare. Het project wordt gesteund door het Vlaams fonds voor de Letteren.

Een groep jongeren van de OnthaalKlas Anderstalige Nieuwkomers werd weg-wijs gemaakt in de bibliotheek van ARhus. Samen gingen ze op zoek naar een stukje poëzie dat hen aanspreekt. Ze doorgrondden de tekst, maakten via een illustrator kennis met de wereld van illus-tratie en gingen daarna zelf aan de slag. In een uitgebreid grafiek-atelier, onder begeleiding van grafische kunstenaars van vzw Batterie, gaven ze hun favoriet stukje Nederlandse tekst vorm. De resul-taten zijn vaak verrassend!

Met dit project worden jongeren die nog niet lang in België wonen, via beelden in contact gebracht met de Nederlandse taal. Ze leren het fenomeen ‘bibliotheek’ kennen. Iets was niet altijd gekend is van-uit hun land van herkomst. Zo worden de jongeren op een ongedwongen manier geprikkeld om zich verder te verdiepen in het Nederlands.

Alle Lettergreep-werken van de OKAN-jongeren werden tentoongesteld in ARhus, van 18 tot 26 februari.

> Bron: arhus

Vrijgave Vaticaans oorlogsarchief loopt vertraging op

Paus Benedictus XVI kondigde destijds aan dat het Archivo Segreto Vaticano, het oorlogsarchief van het Vaticaan, in 2015 zou worden vrijgegeven. Vorige maand raakte echter bekend dat het allicht nog een tijd zal duren voordat dat zal gebeuren.

Volgens mgr. Sergio Pagano, de prevect van het Geheime Vaticaans Archief, zijn daarvoor twee belangrijke redenen. Allereerst moeten alle documenten zorgvuldig geïnventariseerd en gecatalogeerd worden. Momenteel zijn een dozijn van de 50 à 60 medewerkers van het archief druk bezig met het aanleggen van een dergelijke catalogus. Maar de hoeveelheid documen-ten is veel omvangrijker dan gedacht. Bovendien moeten ook de documenten van alle nuntiaturen worden bijeengebracht en gedocumenteerd. De datum voor de vrijgave valt momenteel onmogelijk te voorspellen.

Historici kijken met grote belangstelling uit naar het moment waarop deze schat aan informatie toegankelijk wordt. Niet alleen de Vaticaanse archieven, maar ook alle verslagen en brieven van de pauselijke nuntiussen uit een dertigtal landen die rechtstreeks bij de Tweede Wereldoorlog betrokken waren, komen dan rechtstreeks vrij voor historisch onderzoek. Dat onderzoek moet ook duidelijkheid scheppen over de rol van paus Pius XII, die tijdens WO II volgens critici veel te weinig deed om joden te redden.

Het is gebruikelijk dat landen, maar ook organisaties als het Rode Kruis, hun archieven pas na decennia vrijgeven. In 1964 gaf paus Paulus VI aan vier historici en jezuïeten van de Gregoriaanse universiteit van Rome de opdracht om het oor-logsarchief van WO II te indexeren en samen te vatten. Dat resulteerde toen in de publicatie van de omvangrijke Akten en documenten van de Heilige Stoel van de Tweede Wereldoorlog. Waarnemers vermoeden dat de mogelijke zalig- en heiligverkla-ring van paus Pius XII nauw met de vrijgave van het Vaticaanse oorlogsarchief verbonden is.

> bron: kerknet.be

Postkaart van het Archivo Segreto Vaticano. © su-lin (CC). https://www.flickr.com/photos/su-lin/.

> Zie ook p. 48

META 2017 | 2 | 7

nieuws

Page 10: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

aCtiViteitenKalender

21.4 Doe eens app-normaal

VVBAD24.4 Staat van het boek

Boekenoverleg en VVBAD27.4 Voorstelling gebruikers-

onderzoek Ignace Glorieux

VVBAD8.5 Overlegplatform

erfgoedbibliotheken

VEB en VVBAD15.5 focus op Makerspaces

VVBAD14 en 15.9 Informatie aan Zee

VVBAD

Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten

Fonds toots thielemans opgenomen in collectie Koninklijke Bibliotheek

De muziekafdeling van de Koninklijke Bibliotheek heeft in december het fonds Toots Thielemans verworven. Het gaat om een uitzonderlijke verzameling van geluidsopnamen en documenten die de carrière van het ‘ketje met zijn mondmu-ziekje’ bijzonder gedetailleerd in kaart brengen.

Toots Thielemans overleed op 22 augus-tus 2016 op 94-jarige leeftijd. Al voor zijn overlijden werd erover gesproken om zijn eigen collectie in de Koninklijke Bibliotheek onder te brengen.

De collectie van Thielemans bestaat uit meer dan louter muziek. Tot zijn catalo-gus behoren honderden geluidsopnames, waaronder zowel 78-toerenplaten, vinyls en cd’s. Daarnaast heeft de KBB ook dui-zenden documenten in handen gekregen gaande van foto’s en persartikels over partituren tot persoonlijke brieven en concertprogramma’s. Geïnteresseerden zullen zich nu via die collectie kun-nen verdiepen in de carrière van wijlen Thielemans, die de wereld veroverde met zijn gitaar en mondharmonica.

> Bron: KBr

Bibliotheken noord Fryslân introduceert whatsapp-assistente Bibi

Sinds 3 januari is de klantenservice van Bibliotheken Noord fryslân ook te bereiken via WhatsApp. Online assistente Bibi beantwoordt alle vragen die binnenko-men via het populaire communicatiekanaal.

“Bij de Bibliotheek hebben we een heleboel kennis in huis. Daarom mag je ons alles vragen. Of je nu iets wilt weten over flamingo’s, gehaktballen of de Tweede Wereldoorlog; stuur Bibi (geïnspireerd op de alwetende Siri van Apple) een appje en je hebt binnen no-time ant-woord. Natuurlijk worden vragen over verlengen, reser-veren of openingstijden ook beantwoord,” zegt Paulien Schreuder.

De klantenservice van Bibliotheken Noord fryslan is dagelijks bereikbaar van 9 tot 23 uur via WhatsApp. Vragen worden binnen één uur beantwoord, zo garan-deert de bibliotheek. De WhatsAppjes komen in eerste instantie binnen bij communicatiebureau in2media, en worden vanuit daar zo veel mogelijk beantwoord. Voor vragen waarbij meer informatie nodig is, wordt de klan-tenservice van de bibliotheek ingeschakeld.

Bibliotheken Noord fryslân is niet de eerste met deze dienst. Onder andere de Bibliotheek van Arnhem lan-ceerde al een vergelijkbare service. Ook de universi-teitsbibliotheek van utrecht en de Mediatheek van NHL Hogeschool in Leeuwarden experimenteerden al met de dienst.

> Bron: Bibliotheekblad

weer meer papieren boeken verkocht in Vs

Er waren dit jaar geen grote bestsellers in de VS en het verkiezingscircus trok zoveel aandacht dat er weinig overbleef voor andere zaken. Toch slaagden de uitgeve-rijen erin om 3,3 procent meer papieren boeken te verko-pen. In totaal telde onderzoeksbureau Nielsen 674 miljoen verkochte exemplaren. De Nielsen BookScan overziet ongeveer 80 procent van de print-verkopen in de VS.

De groei zat vooral in de non-fictie voor volwassen: stu-die- en hobbyboeken. Ook kleurboeken doen het nog steeds erg goed in de VS. Verder werden boeken over reli-gie, spiritualiteit en zelfhulp goed verkocht. De verkoop van papieren fictieboeken daalde dan weer. Stripboeken werden juist veel vaker op papier verkocht: maar liefst 12 procent meer dan het jaar voordien.

De grote boekhandelsketens en warenhuizen verkoch-ten afgelopen jaar 5,3 procent minder boeken. Dat werd goedgemaakt door de onafhankelijke boekhandels, al moet daarbij aangetekend worden dat Nielsen Amazon als onafhankelijke boekhandel ziet.

> Bron: inct

© Geert Scheider. (CC) https://www.flickr.com/photos/geertschneider/.

8 | META 2017 | 2

nieuws

Page 11: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

iGuanawww.iGuana-DMS.com

[email protected] +32 2 70 90 100

Scandiensten voor al uw documenten

Page 12: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Art & Architecture thesAurus™ als standaard Voor het ontsluiten Van PuBliCatiesKaren Andree en Jef Tegenbos, Universiteit Antwerpen

Het debat rond het al dan niet blijven faciliteren van onderwerpstrefwoorden in de weten-schappelijke bibliotheekcatalogus is nog lang niet gesloten, maar het wetenschappelijk biblio-theeknetwerk Anet kiest bewust voor inhoudelijke ontsluiting. Al jaren kunnen de bibliotheken gebruik maken van een eigen en uitgebreide set van gecontroleerde termen die binnen het netwerk ontwikkeld werden. Sinds september 2015 beschikken de kunst- en erfgoedbibliothe-ken van Anet ook over een nieuwe set specifieke inhoudelijke trefwoorden. Dat lijkt op zich niet zo baanbrekend, maar de trefwoorden hebben een nieuw statuut: ze komen uit een gecon-troleerd vocabularium dat opgebouwd en geredigeerd wordt door de internationale kunst- en erfgoedsector zelf. De trefwoorden zijn de concepten van Art & Architecture Thesaurus™ (AAT) van het Getty Research Institute (GRI).

AAT EN BIBLIOTHEKEN: EEN AMBIgUE rELATIEAAT is een van de Getty terminologieën naast uLAN, TGN en cONA, die gebruikt worden om kunst- en erfgoedmateriaal te registreren. AAT is de thesaurus voor generieke concepten; een voorbeeld is ‘opera’. Het concept ‘Aïda’, een unieke manifestatie van het algemene idee, zal je hier dus niet in terugvinden. Vandaag telt

de thesaurus meer dan 43.000 concepten of ideeën die uitgedrukt worden in meer-dere talen, waaronder het Nederlands.

Het initiatief voor een gemeenschap-pelijke woordenschat (AAT) in de LAM-sectoren (Libraries, Archives, Museums) dateert al van de jaren ’70 van vorige eeuw. Van in het begin was het doel om een referentieterminologie te creëren die

onafhankelijk was van specifieke subdo-meinen om de communicatie tussen de sectoren te verbeteren. Achteraf beke-ken blijkt dit, in een tijd waarin meer en meer data met elkaar verbonden worden (linked data) een zeer toekomstgerichte visie. Intussen zien we in de praktijk dat musea AAT al veelvuldig gebruiken als standaard voor het opmaken van object-beschrijvingen. Maar als standaard voor

10 | META 2017 | 2

artiKel

Page 13: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

“ INSTELLINGEN KUNNEN DOOR HUN SUGGESTIES EN BIJDRAGEN EEN ZEER DIREcTE EN BEPA-LENDE INVLOED uITOEfENEN.

catalografische beschrijvingen is AAT nooit doorgebroken. Een vreemde vast-stelling, zeker omdat het eerste initiatief voor de gemeenschappelijke tool vanuit de bibliotheeksector zelf kwam.

Getty geeft hiervoor een historische ver-klaring. In dezelfde periode kwam ook de automatisering in de bibliotheeksec-tor op gang. Bibliotheken stelden op dat moment geen prioriteit om systemen te vervangen die ze al in gebruik hadden, zoals de Library of Congress Subject Headings (LcSH). De musea hadden op dat moment geen algemene thesaurus ter beschikking waardoor zij wel gretig aan-sluiting vonden bij AAT.

Door deze evolutie bevat AAT intussen veel relevante terminologie voor musea, maar heel wat minder voor bibliotheken. De tak ‘objecten’ in de AAT-boom is bij-voorbeeld veel uitgebreider dan de tak ‘abstracte begrippen’. De keuze voor een vorm- of functiegerichte, en niet context-gerichte boomstructuur van de thesaurus veroorzaakt soms scepsis bij bibliotheken over de inzetbaarheid voor hun domein. Tot voor kort waren de meest geschikte trefwoorden voor bibliotheekcollecties volgens Getty bovendien geen echte tref-woorden (die met het statuut ‘gidsterm’); ze mochten niet gebruikt worden voor de ontsluiting van de collecties.

Een bijkomende verklaring is mogelijk ook de perceptie die er in de bibliotheeksec-tor heerst over de ontwikkelingsdynamiek van de thesaurus. De opvatting leeft dat de inhoud van AAT bedacht wordt door een team van specialisten, en zo vastge-legd is als norm voor de sector, met een inhoud die statisch en artificieel is, en te nemen of te laten. Bibliotheken kunnen daardoor de indruk hebben dat de the-saurus niet voor hen geschikt is.

Die opvatting doet echter afbreuk aan de werkelijkheid. AAT krijgt immers input door de actieve betrokkenheid van de actoren in de verschillende kunst- en erfgoeddomeinen. De inhoud van de the-saurus krijgt vorm doordat deze actoren de termen en definities aanleveren. Het Getty team geeft het laatste groene licht

om aanpassingen en aanvullingen in de thesaurus door te voeren. Eerdere input kan overigens, mits een gefundeerde argumentatie, weer aangepast worden. Maar ook de formele structuur is onder-hevig aan nieuwe inzichten. Het veelvul-dige gebruik van de gidstermen bijvoor-beeld, bleek niet conform de standaard normen en is teruggeschroefd. De meeste gidstermen zijn intussen valabele concep-ten geworden en kunnen nu toch als tref-woorden dienen.

AAT is dus veel buigzamer dan algemeen aangenomen wordt en instellingen kun-nen door hun suggesties en bijdragen een zeer directe en bepalende invloed uitoe-fenen.

INHOUDELIJKE ONTSLUITINg BIJ ANET: OOrSprONKELIJKE SITUATIEVan bij de start van Anet werden de col-lecties inhoudelijk ontsloten met een aantal bestanden die in de loop van de tijd werden uitgebreid. Het gaat bijvoor-beeld over geografische termen, tijds-codes en persoonsnamen, maar ook een aangepaste versie van de uDc die uit nog geen duizend termen bestaat. De UDC-categorieën, die meestal tot de algemenere categorieën beperkt blij-ven, dienen binnen Anet zowel als ont-sluitingssysteem als fysiek plaatsingssys-teem. De uDc-onderwerpsontsluiting, die bovendien verplicht is binnen Anet, bleek ontoereikend voor de gespecialiseerde biblio-theken. Het gaat dan met name over kunst- en erf-goedbibliotheken waar-van de meeste verbon-den zijn aan musea en hogere onderwijsinstel-lingen. Naar schatting een potentieel van onge-veer vijftien procent van de totale Anet-collectie, met domeinen die zich uitstrekken van de schone kunsten, archeologie, architectuur, boekgeschiedenis, ontwerpwetenschap-pen tot etnische kunst en scheepvaart.Die bibliotheken zochten daarvoor — en dikwijls nog vóór de aansluiting bij het netwerk — naar eigen oplossingen, via

p. 10: Een draaitrap naar de koepel van de Sint-Stefanusbasiliek in Boedapest.(Foto: Alexmama. Shutterstock)

META 2017 | 2 | 11

artiKel

Page 14: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

eigen trefwoordensystemen die ze zelf beheerden.

Het naast elkaar bestaan van diverse sys-temen zorgt in een netwerkcontext ech-ter voor heel wat problemen. Het risico is erg groot dat je via een specifiek tref-woordenbestand maar een heel beperkt segment doorzoekt van de totale collec-tie. Bovendien is de investering die (vaak) kleine bibliotheken moeten doen om de bestanden te onderhouden te duur om echt duurzaam te zijn.

De grote kost van het beheer van tref-woordsystemen tegenover de relatief lage efficiëntie in search and retrie-

val is trouwens een aan-houdende kritiek binnen het trefwoorddebat. Het radicaal stopzetten van het gebruik van inhoude-lijke trefwoorden was bin-nen de Anet-context ech-ter van in het begin een non-issue. Die optie zou inderdaad aansluiten bij een bepaalde tendens, maar er werd integendeel

gekozen voor gecontroleerde continuï-teit. Deze beslissing moet gezien wor-den binnen een globalere gedachte. Gestandaardiseerde trefwoorden zouden hun plaats kunnen krijgen binnen een grotere gemeenschappelijke zoekom-geving van het netwerk waarbinnen een diversiteit aan collecties ontsloten kan worden: van wetenschappelijke publica-ties, tentoonstellingscatalogi tot kunst-werken en objecten.

Maar ook de kunstinformatiewereld zelf ondersteunt nog altijd het gebruik van trefwoorden. De kunstwereld heeft nood aan trefwoorden om redenen die het algemene debat overstijgen: het gaat niet alleen meer over het terugvinden van publicaties, maar ook over het aan-bieden van orde, afbakening en inspira-tie binnen het kunstdomein in zijn geheel, voor de zoekers en de beheerders van de collecties.

Anet zag voldoende argumenten om een gemeenschappelijk project op te starten

(mei 2013), met als doel op zoek gaan naar één, in hoofdzaak Nederlandstalig, systeem voor alle toenmalige partners. De vele onderwerpsdomeinen bepaalden dat het systeem in zijn totaliteit een brede scope moest kunnen coveren. En, als het kon, bruikbaar moest zijn in de diverse LAM-sectoren met het oog op de grotere gemeenschappelijke zoekomgeving.

Technisch werd de voorkeur gegeven aan een postcoördinatieve oplossing, zodat die nauw kon aansluiten bij de wijze waarop de authority bestanden in Anet georganiseerd zijn. Oplossingen met pre-coördinatief principe zouden dus ongun-stig uitvallen, al werd van bij het begin niets uitgesloten.

AAT stond bovenaan het lijstje als een te onderzoeken piste. Het potentieel van de thesaurus was al bekendgemaakt in een licentiaatsverhandeling uit 1998. Daarin werd het gebruik van de thesaurus als onderwerpstrefwoorden bij de biblio-theek van het KMSKA onderzocht.

KIEZEN VOOr AAT: DE gEBOOrTE VAN ‘ANET-AAT’Een intensief onderzoek leidde uiteinde-lijk tot een positieve evaluatie van AAT. Andere pistes, zoals het blijven inzetten van eigen thesauri, werken met com-binaties van bestaande erfgoedthe-sauri of zelfs vertalen van LcSH konden niet veel van de problemen oplossen. Doorslaggevend voor de keuze waren de datakwaliteit en het inhoudelijk potenti-eel, de inpasbaarheid in de postcoördina-tieve aanpak van de authority bestanden, de taalmogelijkheden en de bestendig-heid naar de toekomst. Daarnaast was een grote troef dat AAT inzetbaar is in de verschillende LAM sectoren.

Een van de belangrijkste onderzoeksme-thodes was het nemen van steekproeven: de eigen trefwoordenlijsten werden ver-geleken met AAT. Er werd een grote set bruikbare trefwoorden teruggevonden. En dit was dan ook een van de opmerke-lijkste vaststellingen van het onderzoek: het resultaat contrasteerde met de terug-houdendheid van de bibliotheeksector tegenover AAT.

“ AAT ALS ENIGE STANDAARD OPLEGGEN AAN BIBLIOTHEEK-cOLLEcTIES ZOu TE RIGIDE GEWEEST ZIJN.

12 | META 2017 | 2

artiKel

Page 15: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Maar AAT als enige standaard opleggen aan bibliotheekcollecties zou te rigide geweest zijn. De eigen trefwoordenlijsten bevatten ook trefwoorden die niet onder de scope van AAT vallen, zoals eigen-namen en iconografische taferelen. Wat moest er gebeuren wanneer bibliotheken toch nog trefwoorden nodig hadden die om een of andere reden niet onder AAT passen? En hoe moest er ingespeeld wor-den op een standaard die voortdurend onderhevig is aan aanpassingen? Een plan op maat was dus nodig om flexibiliteit te garanderen!

De oplossing kwam er met Anet-AAT. Anet-AAT staat voor een systeem op

maat met als basis de integrale AAT die via een xml-bestand van Getty geüpload werd. Het synchroon blijven met AAT blijft gegarandeerd doordat jaarlijks het ver-nieuwde bestand ingeladen wordt. Maar wat het flexibel maakt is dat deze moe-derthesaurus zelf ook binnen Anet aan-gepast kan worden. Er kunnen zowel uit-breidingen als verbeteringen gemaakt worden. uitbreidingen zijn bijvoorbeeld aanvullingen met relevante synoniemen of taalvarianten. Met verbeteringen bedoe-len we echte correcties aan de inhoud van AAT, waarover later met Getty overlegd wordt. Daarnaast kunnen interne (eigen) trefwoorden, weliswaar niet geïntegreerd in de moederthesaurus, gehandhaafd of

BRENG UW ARCHIEF TOT LEVENAXIELL ALM is de leidinggevende leverancier van collectie management systemen, online-publicatie en mobiele-oplossingen. Eén van Axiell’s producten is Adlib Archief: een professioneel software pakket voor het beheer van historische, bedrijfs- en overheidsarchieven.

Adlib Archief voldoet aan alle gangbare standaarden. Een krachtige thesaurus, koppeling met digitale media en andere externe bestanden behoren tot de standaard functionaliteit. Met Adlib Archief legt u het verleden vast voor de toekomst!

AXIELL ALM Netherlands BV t +31 (0)346 58 68 00Postbus 1436, 3600 BK Maarssen [email protected] Nederland www.axiell-alm.com

Meer dan 2600 klanten gebruiken onze software wereldwijd, van kleine (privé)collecties tot nationale archieven.

toegevoegd worden. De trefwoorden die buiten de scope van de generieke con-cepten van AAT vallen, zoals de eigenna-men, werden ondergebracht in een nieuw type van authority records.

Met het in gebruik nemen van Anet-AAT wordt dus tegelijk weer opening gemaakt naar lokaal trefwoordenge-bruik. Trefwoorden met een intern statuut maken immers deel uit van de flexibele constructie. uiteraard is het belangrijkste principe om zo dicht mogelijk aan te blij-ven leunen bij de standaard, anders komt dit in strijd met de keuze voor die stan-daard. Dat kan slechts met één strategie: ervoor zorgen dat de eigen trefwoorden

artiKel

Page 16: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

standaard worden. Kiezen voor AAT betekende dus ook tegelijkertijd kiezen voor een duidelijk engagement als AAT-partner.

Na de formele voorbereiding konden de conversies van de bestaande trefwoor-densystemen naar AAT uitgevoerd wor-den. De matching gebeurde vooral manu-eel, omdat het interpretatief aandeel te groot bleek. Maar door zelf de matchings te doen konden catalografen wel ken-nismaken met de structuur en enorme inhoud van AAT. Een aantal terugkerende conversie-issues werden gecategoriseerd. De categorie bepaalde vervolgens de wijze en dringendheid waarop trefwoor-den opgelost moest worden. De meeste trefwoorden zijn intussen verwerkt, maar de lastigste gevallen moeten met retro-catalografie aangepakt worden. In vele gevallen was het immers niet mogelijk om een één-op-één conversie uit te voeren. Een algemeen trefwoord in de eigen tref-woordenlijst kan dan bijvoorbeeld door verschillende AAT-concepten vervangen worden, maar dit hangt af van de publica-tie die daarmee ontsloten wordt. Zo kan het Anet trefwoord ‘realisme’ betrekking hebben op een specifieke kunststroming, een algemeen artistiek kenmerk of een filosofische strekking.

Na de conversie van de data en het aan-passen van de publiekscatalogus kon de Anet-AAT vanaf september 2015 effectief ingezet worden in de catalografie.

pUBLIEKSCATALOgUSDoor de ontsluiting van de kunst- en erf-goedcollecties met de AAT thesaurus krij-gen de catalogusgebruikers in Anet een extra en krachtig instrument aangebo-den om die collecties te doorzoeken; dat was een van de belangrijke doelen van het project. Is dat nu gerealiseerd? Die vraag is niet eenvoudig met “ja” of “nee” te beantwoorden.

Enerzijds wordt het voor een gebruiker makkelijker om het terminologie-apparaat te kennen, aangezien het om een stan-daard thesaurus gaat, die gedocumen-teerd is en volgens welbepaalde princi-pes gestructureerd is. De herkenbaarheid

14 | META 2017 | 2

artiKel

Page 17: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

zou dus groot kunnen zijn. Anderzijds is uit onderzoek al gebleken dat het aanbie-den van standaard trefwoordsystemen in een catalogus zonder meer niet tot ver-beterde zoekresultaten leidt. En de valkui-len waarin een catalogusgebruiker terecht kan komen — zeker in een catalogusom-geving die gedeeld wordt met allerlei bibliotheken met diverse collecties — zijn verscheiden. Zo moet de gebruiker een verantwoorde keuze kunnen maken tus-sen verschillende sets van onderwerpster-men (uDc, trefwoorden, AAT, geografi-sche benamingen, historische periodes, enz.) en die moeten op een of andere manier gecombineerd kunnen worden. En gebruikers zijn niet altijd op de hoogte van de mate waarin de bibliotheken hun collectie met AAT hebben ontsloten. Of ze realiseren zich onvoldoende in hoe-verre sommige collecties of collectie-onderdelen zich al of niet lenen tot de ontsluiting met AAT.

Anet heeft die hele puzzel zeker niet rond, en de verwachting is dat de catalogusom-geving de komende jaren nog heel wat stof tot discussie zal leveren. Er zijn wel al enkele keuzes gemaakt en sommige daarvan zijn ondertussen uitgewerkt. Zo is er uiteindelijk niet gekozen voor een aparte catalogus voor de kunst- en erf-goedcollecties. In zo’n catalogus zouden immers relevante collecties en bibliothe-ken verdwijnen als ze (nog) niet met AAT zijn ontsloten. Het uitgangspunt blijft dus een volledige catalogus, met het bezit van alle bibliotheken, waarbij de verschillende onderwerpsterminologieën (AAT, uDc, enz.) worden verzameld in één onder-werpsindex. Een gebruiker kan dus op onderwerp browsen en zoeken en gebruik maken van alle termen (hoofdwoorden, synoniemen en naamvarianten) uit de uDc, de AAT, de geografische benamin-gen, de persoonsnamen, enz. Bij elk van die termen wordt duidelijk aangeduid over welk type van term het gaat (zie afbeeldingen p. 14). Op die manier weet een gebruiker uit welke terminologie de term afkomstig is.

Naast dit algemene zoeken wordt de gebruiker gestuurd met zoekbomen, in het bijzonder met een aparte zoekboom

op de hele AAT. Daarin kan men van alge-mene concepten afdalen naar specifie-kere begrippen, of omgekeerd, via een specifiek concept een bredere categorie ontdekken, en van elke rubriek of concept onmiddellijk de relevante publicaties in de catalogus opvragen. En er is onder-tussen een prototype klaar van een cata-logus op onderwerpstermen. Daarin kan een gebruiker onderwerpstermen opzoe-ken, via alle verwoordingen, en zelfs via de scope notes. Op die manier moet het mogelijk worden om relevante zoekter-men op te sporen.

Maar zelfs met alle technische ondersteu-ning blijft de catalogusinstructie voor een gebruiker geen overbodige luxe. Het lijkt een illusie dat een catalogus zuiver intu-itief benaderd kan worden, zonder enige sturing over de opbouw, de gehanteerde indexering, enz.

ANET-AAT EN WErKBAArHEID IN CATALOgrAfIE Na bijna anderhalf jaar Anet-AAT von-den we de tijd rijp om te reflecteren over de gekozen oplossing. De beschouwing is vooral gebaseerd op ervaringen in de catalografie.

Dit zijn een aantal vermeldenswaardige voor- en nadelen:Voordelen: • De scope covering van AAT is zeer

groot tot volledig.• De thesaurus is zo gedetailleerd dat een

‘exacte’ ontsluiting mogelijk is. Dat wil zeggen: bibliotheken moeten niet zoe-ken naar begrippen die het onderwerp alleen maar bij benadering omschrijven.

• Het internationale karakter en de stij-gende naamsbekendheid binnen de kunst- en erfgoedsector. Meer kunst-opleidingen geven een introductie tot AAT.

• Dankzij gedeelde inspanningen en samenwerking binnen de sector en partnerbibliotheken zijn betere afspra-ken en afstemming mogelijk. Op termijn streven we samen naar het gebruik van een universele kunsttaal die iedereen kan begrijpen en die in de verschillende LAM-domeinen bruikbaar is. Dit voor-uitzicht heeft een dynamische invloed

binnen het netwerk (positieve benade-ring van onderwerpsontsluiting en het optimaliseren ervan).

Nadelen:• De relatief grote investeringskosten.• Voorlopig kunnen de voordelen niet ten

volle benut worden: de toegevoegde waarde van AAT moet nog beter naar voor komen door de interface van de catalogus te optimaliseren. De duide-lijkheid over welke collecties met AAT ontsloten worden en de gebruiksvrien-delijkheid voor de zoekers zijn actie-punten.

• Er is inhoudelijke expertise van catalo-grafen nodig door de specificiteit en de uitgebreidheid van de thesaurus.

uiteraard zijn er nog meer voor- en nade-len op te lijsten en de beoordeling is com-plex (de uitgebreidheid van de thesaurus blijkt bijvoorbeeld niet alleen een voor-deel). Er zijn ook nog geen gedetailleerde onderzoeken uitgevoerd die definitieve conclusies mogelijk maken.

Als voorlopige conclusie kunnen we stel-len dat zelfs het gebruiken van een gro-tendeels gestandaardiseerde thesaurus alleen maar werkt als er door bibliothe-ken geïnvesteerd wordt in de concrete inpasbaarheid in de bestaande biblio-theekomgevingen. Maar we geloven dat die investering rendeert, omdat Anet-AAT een werkbare tool is gebleken: de partnerbibliotheken beoordelen de AAT-toepassing ter vervanging van de oor-spronkelijke mogelijkheden unaniem als geslaagd. Ze zorgt voor professionali-sering binnen de onderwerpsontsluiting en bevordert de samenwerking op vele niveaus.

> een versie van dit artikel met voetnoten vindt u

terug op onze website.

artiKel

META 2017 | 2 | 15

Page 18: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Foto

: Mic

hiel

Dev

ijver

.

“ als wij geen belang meer gaan hechten aan literatuur, het bewaren van dat literaire geheugen en dat ter beschikking stellen, wie zou het dan wel doen? ”Krist Biebauw

Page 19: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Interview: Julie Hendrickx

Foto

: Mic

hiel

Dev

ijver

.

Het wachten zit erop, de nieuwe Gentse hoofdbibliotheek De Krook opende vrijdag 10 maart eindelijk haar deuren. Nog voor het zover was, had META begin februari een gesprek met Krist Biebauw, directeur over de nieuwe bibliotheek, die toen nog een werf was.

Hoe lang zijn jullie al bezig met het openingsweekend? Er is toch wel een jaar gewerkt aan het openingsweekend. We zijn er sinds september intensief mee bezig. Het openingsweek-end wordt georganiseerd door een werkgroep waarin alle part-ners vertegenwoordigd zijn. Teamwork dus. Belangrijk is dat we alle aspecten aan bod laten komen van de toekomstige werking of tenminste een introductie doen van de verschillende spelers/partners.

Vertragingen in het bouwproces zijn een klassieker. In 2013 was de opening nog voorzien voor 2015, wat liep er mis? De werken werden helaas enkele maanden stilgelegd naar aaan-leiding van een juridische procedure. Als je zo’n complexe werf stillegt, duurt het wel even vooraleer je alle werken terug op elkaar afgestemd hebt. Je verliest dus veel meer tijd dan de effectieve periode dat er niet gewerkt kon worden.

Verschillende bibliotheken profileren zich tegenwoordig aan de hand van een concept zoals belevingsbibliotheek of ver-blijfsbibliotheek. gent zet hier minder op in, maar wat mag de gentenaar van zijn nieuwe stadsbibliotheek verwachten? Ik heb nooit echt in strakke concepten geloofd. Het maakt je minder beweeglijk. concepten zijn vaak trendgevoelig, terwijl een openbare bibliotheek, wars van die trends, vooral voeling moet proberen houden met de onderstroom van veranderingen in de maatschappij.

Als Gentse openbare bibliotheek zijn de Gentenaars ons referen-tiepunt. Wij moeten vandaag bezig zijn met wat die Gentenaars in het heden nodig hebben en morgen met wat die Gentenaars morgen nodig hebben. Onze leden zijn vandaag trouwens wel een pak veeleisender geworden in hun verwachtingen. Mensen zijn door de hedendaagse dienstverlening van commerciële spe-lers méér gewoon. De simpele mogelijkheid om boeken van planken te halen en mee naar huis te nemen, volstaat niet meer. Ze verwachten ook een meer persoonlijke toets.

We hadden vandaag nog een vergadering over hoe we zullen omgaan met tentoonstellingen. Al is dat woord eigenlijk te groot voor de ruimte die we in bibliotheek de Krook hebben, het roept museale verwachtingen op. We willen in onze werking ook van-uit het gebouw vertrekken en steeds werken met respect voor dat gebouw. Door de mogelijkheden te exploreren kunnen we van daaruit ook verder groeien. Dus ik wil de bibliotheek niet op voorhand vastpinnen op een concept maar net kijken wat er allemaal kan ontstaan. Op het ontwerp zag bijvoorbeeld niet iedereen de mogelijkheden in de zogenaamde belevingstrap maar als je hier zit, zie je de dingen als het ware zo ontstaan. Er

kunnen activiteiten ontwikkeld worden op maat van deze plek. En er zijn nog ruimtes in het gebouw waarvan ik vermoed dat ze artistieke interventies zullen voeden. Zo’n dingen laten groeien vanuit mensen die ideeën aandragen is ook enorm leuk. Dan kan niet alleen het gebouw maar ook onze werking mee evolueren met de ideeën die binnen de bibliotheek ontstaan. Als je als bibliotheek je relevantie wilt behouden, kun je ook niet anders dan daarin mee bewegen. Maar het blijft een evenwichtsoefe-ning, want je mag je eigen profiel ook niet uit het oog verliezen.

Zal de Krook als bibliotheek van de toekomst voorzien zijn van de allerlaatste digitale trends?We hebben in dit gebouw geïnvesteerd om toekomstperspec-tieven mogelijk te blijven maken. Dat betekent dat er veel is wat je niet ziet. We hebben veel weggewerkt, onwaarschijnlijk veel kilometers bekabeling bijvoorbeeld. Zo kunnen we onze dienstverlening in alle ruimtes verder blijven ontwikkelen. Want de vraag blijft of de fysieke collectie ooit onder druk komt te staan, vooral bij de muziek- en filmafdeling. Op dit moment lenen wij nog meer dan 200.000 cd’s per jaar uit. Dat schaf je niet zomaar af. Maar mocht de relevantie van die collectie toch verdwijnen, dan is in die ruimte alle nodige bekabeling aanwezig om daar een nieuwe voorziening neer te zetten. Het gebouw werd ook grotendeels in 3D in getekend, zodat elke verandering in de indeling eerst in die 3D-omgeving uitgetest kan worden.

De bibliotheek is ook voorzien van beacons en sensoren waar-door bijvoorbeeld indoor navigatie mogelijk wordt. Ook imec en uGent kunnen hier gebruik van maken voor onderzoek. Je kunt bijvoorbeeld met die sensoren bestuderen hoe mensen zich voortbewegen in deze ruimte en hoe ze reageren op bepaalde opstellingen. Met respect voor de privacy natuurlijk! Een groot deel van die voorzieningen hebben we ook open gemaakt, niet alleen onze data maar ook de hardware van de beacons zelf. Hierdoor kunnen ook ontwikkelaars gebruik maken van die voor-zieningen om eigen applicaties op te schrijven of te testen. Maar het klinkt misschien allemaal evidenter dan het eigenlijk is. Het was toenmalig Minister Anciaux die de Krook destijds als dé bibliotheek voor de toekomst neerzette. Zo’n uitspraak is eigen-lijk een vergiftigd geschenk. Want je moet het dan maar zien waar te maken. Voor mij betekent dit dat we vandaag voldoende capaciteiten inbouwen voor de toekomst, ook al gebruik je alle capaciteit op dit moment niet volledig. De investering voor de beacons zullen we bijvoorbeeld zelf nog niet opgebruiken. Het ontbreekt ons voorlopig nog aan een goed gebruiksmodel om er volledig klaar voor te zijn. We weten nog niet hoe de men-senstromen hier in huis zullen lopen en hoe we interactie op een inhoudelijke relevante manier kunnen opbouwen. We zouden

> Zie ook p. 24

META 2017 | 2 | 17

interView

Page 20: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

bijvoorbeeld al navigatie voor scholen kunnen voorzien: leerlin-gen kunnen dan met de smartphone of tablet hun weg vinden in de bibliotheek om opdrachten op te lossen. Maar hoe ver willen we daarin gaan? Is die nood er ook daadwerkelijk bij scholen? En is het dan net dat wat we per se willen beantwoorden? Want misschien zijn er andere noden die voor scholen relevanter zijn.

Het komt er ook op neer om pro-actiever met de klassieke dienstverlening om te gaan. En als je een goede dienstverle-ning wil realiseren dan moet je ook investeren in de tools om dat waar te kunnen maken. Zo hebben we nu een tool waar-mee we de volledige collectie beheren en waardoor we snel het volledige netwerk kunnen overschouwen om te zien of de collectie zit op de plaats waar er ook vraag naar is. We kunnen dus perfect vaststellen waar vraag en aanbod scheef zitten en hoe we bepaalde collectieonderdelen best verplaatsen. Zo kun je écht werken met de collectie en evolueren naar een collectie die afgestemd is op de leners van de buurt. Daarnaast lance-ren we ook leestips-op-maat. Daarvoor wordt er een algoritme gebouwd dat zich baseert op leengedrag en persoonlijke voor-keur. Concreet gebruiken we hiervoor de leengeschiedenis en de waarderingen die de lener aan titels geeft. Gebruikers kun-nen, mits hun toestemming, binnenkort dus aanbevelingen op maat krijgen. Als bibliotheek is het onze taak om suggesties te formuleren voorbij de waan van de dag. En niet zoals Amazon en Spotify, de mensen aanbevelingen presenteren van dingen die ze eigenlijk al leuk vinden. Dat gaat in ons geval voorbij aan onze opdracht. We willen gebruikers prikkelen met een sug-gestie die aannemelijk is maar af en toe ook net buiten hun smaakpatroon valt. De eerste tests zijn alleszins positief. We hopen alleen dat voldoende leners hun leengeschiedenis hier-voor willen openstellen, geanonimiseerd weliswaar. Bij de ope-ning gaan we van start met een bètaversie zodat onze gebrui-kers het systeem nog kunnen verrijken met hun ervaringen. De aanbevelingen zullen ook geïntegreerd worden in een applica-tie die ook andere essentiële functies bundelt, zoals reserveren en verlengen. Daarnaast hebben we ook een online platform gecreëerd met thematische dossiers die verdieping stimuleren. Die dossiers kunnen we dan online ter beschikking stellen maar ook ter plekke via de verschillende schermen die onder andere in de rekken geïntegreerd zijn. Gebruikers zullen dan op topics kunnen zoeken. Bijvoorbeeld over Wereldoorlog I, Johan Daisne of Philippe Herreweghe. Of over ‘burn-out’ want we merken dat daar veel vragen over zijn Op die manier maken we zo’n thema in de bibliotheek een stuk zichtbaarder en kunnen we hier ook activiteiten rond ontwikkelen. En daar zijn de part-ners heel belangrijk. We hebben een spreeklokaal voorzien waar onder andere Studieadviespunt en de Wetswinkel een spreek-uur zullen organiseren. Advies op maat wordt dan mogelijk. We hebben ook een samenwerkingsakkoord afgesloten met Vormingplus Gent-Eeklo. De activiteiten die zij in Gent orga-niseren zullen grotendeels hier plaatsvinden, in samenwerking met Bibliotheek De Krook, waardoor we op jaarbasis 1.200 uur aan vormingsactiviteiten in dit gebouw kunnen aanbieden. En de tendensen die wij opmerken kunnen meegenomen worden in

het activiteitenaanbod. De collectie blijft dus ons uitgangspunt, maar we kunnen onze gebruikers nu ook doorverwijzen naar een heel aantal professionele organisaties. Want als bibliotheek vangen wij wel wat maatschappelijke signalen op. Het uitleen-gedrag toont wat veel Gentenaars bezig houdt, we kunnen hier tendensen in ontwaren en ermee aan de slag gaan. De aanwe-zigheid van de Universiteit Gent creëert op dit vlak ook een heel aantal mogelijkheden. IPEM, de onderzoeksgroep musicologie van de UGent die in de Krook zijn vaste plaats zal hebben, heeft bijvoorbeeld een project over alzheimer, dementie en reminis-centie via muziek. Hoe zou je zonder hun fysieke aanwezigheid in het gebouw gebruikers kunnen linken aan IPEM? En hoewel er maar een beperkt aantal universitaire onderzoeksgroepen daad-werkelijk in de Krook zullen huizen, zijn die wel een belangrijke toegangspoort tot al die andere professoren. De Krook zal voor de UGent dan ook een etalage zijn. Niet alleen om hun kennis en resultaten te etaleren, maar ook om de vele onderzoeken in de universiteit buiten de academische muren zichtbaar te maken.

De Krook is een huis van partners die elkaar wel hebben weten te vinden. Een bibliotheek van de toekomst kan niet zonder? Inderdaad. Er zijn de structurele partners binnen het gebouw, maar ook de partners waarmee we structurele samenwerkings-verbanden aangaan. Zo kunnen we voor bepaalde luiken, waar we onszelf minder bekwaam voelen, de geschikte partner aan-trekken. Als bibliotheek hoeven we ook niet al die expertise in huis te hebben. Maar we moeten wel het platform zijn waar dat allemaal kan gebeuren. En dat maakt het voor ons uitdagend. Hoe kunnen we bijvoorbeeld onze educatieve werking rond films uitbreiden en verankeren? Daarvoor gaan we samenwerken met Film Fest Gent. En hoe passen we virtual reality, waar imec mee bezig is, daarin? En hoe kunnen we al die verschillende stromen van mensen en activiteiten binnen de bibliotheek managen? Ook dat wordt een uitdaging. Het gebouw heeft wel een gedempte akoestiek, waardoor we wel wat kunnen hebben. Maar de Krook moet bruisen en tegelijkertijd ook tegemoetkomen aan gebrui-kers die op zoek zijn naar een meer meditatieve plek. Ik heb het gevoel dat dat evenwicht ons wel zal lukken!

Dat is ook het verwachtingspatroon van de andere partners in huis, zij vinden het interessant om deze locatie met een biblio-theek te delen omdat er dan zoveel publiek passeert. Zij zijn op zoek naar mogelijkheden om met zo’n publiek in interactie te gaan. Dat kan ook bescheiden zijn, bijvoorbeeld om te toetsen of een idee goed is of niet. Maar we blijven een bibliotheek, een bibliotheek die rond haar collectie werkt. En een bibliotheek die haar bewaarfunctie ook hoog in het vaandel draagt. De bereik-baarheid van boeken blijft voor mij een essentieel gegeven, dat blijft de taak van een openbare bibliotheek van onze grootte. Als wij geen belang meer gaan hechten aan literatuur, het bewaren van dat literaire geheugen en dat ter beschikking stellen — ook al is dat soms voor een beperkt publiek — wie zou het dan wel doen? Voor een moeilijk genre als poëzie zijn er jaarlijks +6.000 uitleningen uit open kast. Ik vind dat zeker niet verwaarloosbaar klein. Daar is een publiek voor. Ook in de zomerperiode is de grote klassieke literatuur allemaal uitgeleend. Inclusief de exem-plaren die in ons magazijn staan. In een stad is daar dus nood aan. We zijn niet van plan om dat on hold te plaatsen.

Alle aandacht gaat nu naar de Krook, maar wat betekent de nieuwe hoofdbibliotheek eigenlijk voor de filialen? Nu, het is ook niet zo dat er niet geïnvesteerd wordt in de filialen en we zijn zeker niet van plan om het filialenbeleid af te bouwen. In Drongen opende het nieuwe filiaal nog in november 2015. We willen ons digitale traject ook doortrekken naar de filialen.

18 | META 2017 | 2

interview

Page 21: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Foto

: Mar

c En

gels

.

traject ook doortrekken naar de filialen. Om te beginnen met overal wifi te voorzien. De ontwikkelingen die hier ontstaan kun-nen daardoor ook in filialen geïntegreerd worden. En door te investeren in bijvoorbeeld schermen, kan de educatieve dienst-verlening van de filialen naar de scholen ook verbeterd worden.

De app, het attenderen, het afstemmen van de collectie op de gebruikers, enz. is ook allemaal voor het volledige netwerk. Bij alles wat we hier doen proberen we ook zoveel mogelijk te ver-trekken vanuit ons netwerk. Als we in de hoofdbibliotheek een festival op poten zetten rond virtual reality kun je in de filialen workshops rond s volgen.

We zijn ook in samenwerking met Digitaal Talent een bak-fiets aan het ontwikkelen die eigenlijk een klein makerslab moet worden dat we naar de verschillende filialen kunnen rij-den. Het makerslab in huis is van imec, maar we kunnen er ook gebruik van maken. Het idee is dat alles wat in het hoofdge-bouw gebeurt, moet doorgetrokken worden in het volledige netwerk. Wel rekening houdend met het feit dat je een ander publiek hebt in de filialen: heel veel gezinnen, maar vaak ook een ouder publiek. Dus je zit daar ook met een andere benade-ring. Veel van die filialen doen het trouwens verhoudingsgewijs heel goed, terwijl de uitleencijfers in de hoofdbibliotheek ietwat dalen. Dat komt ook omdat de filialen een dienstverlening zijn die zeer nabij is en die ook goed geïntegreerd is in de buurt. Qua klantvriendelijkheid scoren ze ook beter dan een groot gebouw waar er telkens iemand anders achter de balie zit. Die sociale functie is belangrijk, eens een babbeltje kunnen doen. Zo’n sfeer kun je in een gebouw met honderden mensen niet oproepen. Onze filiaalbibliotheken zijn ook relatief kleine structuren, zeker als je vergelijkt met de districtsbibliotheken in Antwerpen, en zijn in sommige buurten zelfs de laatste overheidsvoorziening die zo nabij is. Ook dat is ontzettend belangrijk. En dat is het laatste dat we willen opgeven. Ook bij het bestuur is het geloof in de eigen filialen nog zeer sterk aanwezig.

De laatste jaren is er verhoudingsgewijs meer geïnvesteerd in de collectie van de filialen dan in die van de hoofdbibliotheek. Toen de hoofdbibliotheek in 1992 verhuisde van het toenmalige gebouw op de Kouter naar het Zuid was haar collectie eigenlijk veel te klein voor dat nieuwe gebouw. Dus men heeft de collec-ties van de hoofdbibliotheek jaren aan een stuk op peil gebracht. En toen is er minder aandacht naar de filialen gegaan. Als je naar de huidige noden kijkt, was het moment gekomen om die beslissing bij te sturen.

In 2013 (META 2013/5) zei je dat binnen de cultuursector de grootste veranderingen binnen de bibliotheeksector liggen. Sindsdien zijn er nog wel enkele veranderingen bijgekomen, gemeenten zijn bijvoorbeeld niet langer verplicht om een openbare bibliotheek te hebben. Heeft dit de plannen voor de nieuwe hoofdbibliotheek beïnvloed? Het bestuurlijk landschap is inderdaad gewijzigd. Maar dat is ook maar de consequentie van een beslissing die de vorige legislatuur al genomen was. Wat daar de impact van zal zijn op de bibliotheeksector is moeilijk in te schatten. Waarschijnlijk zal dat zich al in de volgende gemeentelijke legislatuur of die-gene daarna laten merken. We zitten ook met een organisatie-model dat zijn beperkingen heeft. Het was destijds een goed idee om alle besturen te verplichten een openbare bibliotheek op te richten, maar daardoor heb je nu wel een gemeentelijke dienstverlening gecreëerd die worstelt met haar kleinschalig-heid. Je hebt daardoor inderdaad een dienstverlening die zeer dicht bij haar burgers staat, maar die wel niet altijd de capaciteit

heeft om mee te evolueren met de hedendaagse uitdagingen. Die kleinschaligheid is een rem. Ik ben geen voorstander van automatische grootschaligheid, maar men zal wel moeten gaan nadenken of er bepaalde zaken op een ander niveau getild moe-ten worden. Welke bibliotheekvoorziening moet je hebben op welke plaats? En hoe kan een gemeente dat organiseren? Daar zal wel een impuls voor nodig zijn. Want het zal nooit uit zich-zelf ontstaan. En als die impuls er niet komt, dan vrees ik dat er hier en daar toch wel enkele bibliotheken op de tocht zul-len komen te staan. Omwille van financiële redenen of gewoon omdat ze hun relevantie verloren zijn. Het gebruik daalt bij-voorbeeld omdat wij niet meer in staat zijn om de vragen van mensen te beantwoorden, simpelweg omdat de vragen anders zijn dan dat ze vroeger waren.

Voor Gent maak ik me minder zorgen over die bestuurlijke ver-andering. De uitdagingen die wij hebben, bevinden zich vooral op demografisch vlak door de bevolkingstoename. Dat is gelijk-aardig aan Antwerpen en Brussel. In Gent zijn er op vijftien jaar tijd 40.000 inwoners bij gekomen. Dat is gigantisch. Een gemid-delde Vlaamse gemeente telt 20 à 25.000 inwoners. 40.000 inwoners extra, dat kunnen bestaande voorzieningen bijna niet opvangen. Die druk is te groot. Bovendien gaat het dan ook nog eens over een immens diverse groep mensen. Gent kende al wel een zekere diversiteit vanuit arbeidsmigratie, maar dit gaat veel verder. De diversiteit is groter en gaat grotendeels ook over jonge mensen met kinderen. De vergrijzing is in abso-lute cijfers nog steeds een uitdaging in Gent, maar in relatieve

META 2017 | 2 | 19

interView

Page 22: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

cijfers is ze verdwenen. Momenteel is de vergroening de groot-ste uitdaging. Vijf jaar geleden sprak 35 procent van de kin-deren in het lager onderwijs thuis geen Nederlands, vandaag zitten we op 50 procent. Als zich dat in dezelfde mate door-trekt, dan weet je waar je aan toe bent. Als bibliotheek met een hoofdzakelijk Nederlandstalige collectie zit je dan gega-randeerd met een aantal uitdagingen. Vaak komen die mensen ook uit een andere culturele traditie waar openbare bibliotheken niet echt hun plaats hebben. uiteraard zit die uitdaging voor grote steden anders dan voor kleinere gemeenten, waar het in sommige gevallen toch wel op overleven zal aankomen. En ik kan me goed voorstellen dat er besturen zullen zijn die op een gegeven moment de keuze moeten maken. Dan kan de reke-ning voor de bibliotheek negatief uitvallen. Maar op dit moment is het draagvlak voor de bibliotheek wel zeer groot. Neem nu onze boekenketting. Een groot succes waar we eigenlijk niet zo heel veel voor moesten doen: een oproep in onze nieuwsbrief, een klein berichtje in het stadsmagazine en een persconferen-tie. Maar nog voor de persbelangstelling er was kregen we om het half uur bericht van mensen die wilden meedoen. Al die scholen die aanwezig waren, we hebben ze zelf niet gevraagd. Dat toont wel een enorm draagvlak. En ik geloof ook dat dit in kleine gemeenten net hetzelfde is. Zolang het gevoel leeft dat een bibliotheek broodnodig is, zal men de stekker niet zo snel uittrekken. Maar het kan snel verkeren. Achter het succes van vandaag kunnen misschien problemen liggen die wij vandaag niet zien en die plots aan de oppervlakte komen. En dan kan het eerste dominosteentje vallen. De eerste gemeente die die beslissing durft te nemen zal sowieso kop van jut zijn. Ik hoop alleszins dat het niet voor 2019 zal zijn.

In datzelfde interview van 2013 sprak je ook over de vernieu-wing van interne werkprocessen. Zijn ze nu afgestemd op het nieuwe gebouw?We zijn in eerste instantie begonnen met een denkoefening: wat is ons DNA, wat zijn als bibliotheek onze waarden, waarvoor doen we dit allemaal? We zijn niet vertrokken vanuit ons aan-bod maar vanuit de vraag waarom mensen naar ons toe komen. We willen ook in de toekomst niet langer vertrekken vanuit dat aankoopmodel, wel vanuit de vragen die we krijgen en hoe we met mensen omgaan. Dat was ook de basis om volledig nieuwe teams samen te stellen en de werkprocessen te hertekenen. Iedere werknemer heeft ook kunnen zeggen of hij/zij iets totaal anders wilde doen of dezelfde taken wilde behouden. Maar er zijn nog altijd medewerkers die worstelen om in dat nieuwe model een plaats te vinden. Ik maak me daar ook geen illusies over, want we hebben die werkprocessen uitgetekend op een kaart die onvolledig was. Eens we hier aan de slag zijn zullen we een aantal zaken terug moeten aanpassen. Het is een lang en intensief traject geweest, ook in overleg met de vakbonden om een aantal dingen goed op elkaar af te stemmen. Maar we zijn tot een goed akkoord gekomen. Die kaap is alvast genomen!

Sommige mensen zitten al twintig jaar met dezelfde collega’s in dezelfde ruimte. En plots worden al die teams opengebroken.

Er komen anderen bij, soms ook nieuwe leidinggevenden. Dat is zeer ingrijpend. Nu iedereen het nieuwe gebouw leert kennen, is er wel een zekere rust gevonden. Daarvoor was er angst. Een plan of een driedimensionale tekening is toch niet hetzelfde als er al eens kunnen rondlopen en de ruimtes zien met het nieuwe meubilair. Nu is er vooral enthousiasme: nog zoveel dagen! Er staat op de website ook zo’n irritant tellertje, dat niet alleen aftelt in dagen maar ook in minuten en seconden (lacht).

Ik zou net denken dat jij het vaakst naar dat tellertje kijkt. Ja, ik kijk er wel ontzettend hard naar uit. Ik denk dat ik gemid-deld twee dagen per week bezig ben met het gebouw op te volgen. Maar ondertussen ben ik wel verantwoordelijk voor een dienst van 125 mensen op vijftien verschillende locaties die ope-rationeel blijven. Iedereen verwacht ook dat ik meedenk en zeg hoe ik alles wil.

En het zal nog een hectische periode worden met kinderziektes die de kop op zullen steken. Maar ondertussen hebben we ook de periode op het Zuid wel mooi kunnen afsluiten met een boek.

Tweehonderd jaar geschiedenis te boek! De laatste dag dat de hoofdbibliotheek open was, hebben we ook gevierd met een wafelenbak, een afscheid Marc Sleen indachtig. En de week nadien hebben we medewerkers en bezoekers in een deels al ingepakte bibliotheek markante verhalen laten vertellen over de jaren op het Zuid, de Kouter of zelfs nog de Ottogracht. Dat is respect tonen voor het eigen verleden dat je als organisatie ook meedraagt. Je gooit dat niet weg. En ook respect voor al die medewerkers en bezoekers. Want dat is ook hun geschiedenis.

We voelden ook wel dat er veel medewerkers op verhalen zaten en dat die emoties ook bovenkwamen door de nakende verhuis. Daar kun je simpelweg niet aan voorbij gaan. Ook al was daar ogenschijnlijk geen tijd voor, we hebben daar tijd voor gemaakt, heel bewust. En we zijn daar heel blij om. Door dat allemaal neer te schrijven en te bundelen in een boek verpak je dat als het ware in cadeaupapier met een grote strik rond. Je maakt het tastbaar, mensen hebben nu iets om te tonen waar ze al die jaren deel van hebben uitgemaakt.

Wat gebeurt er nu met het gebouw op het Zuid?Dat wordt het administratief centrum voor de stadsdiensten. Het wordt gerenoveerd maar met alle respect ook voor de architec-tuur van het gebouw. Het is zo’n charmant en markant gebouw ook, zeer kenmerkend voor de jaren ‘50.

> dirk Musschoot, Van Ottogracht tot Krook. Het verhaal van de Gentse stads­

bibliotheek (1804-2017)

20 | META 2017 | 2

interView

Page 23: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Jan Dewilde

“ Als ik niet heb moeten vergaderen is het meestal een zinvolle dag geweest”

geboren in Kortrijk op 1 juli 1961

Werkt sinds maart 2004 in de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen

Eerste baan: wetenschap-pelijk medewerker bij het AMVC in Antwerpen

Hobby’s: mag ik hier ver-wijzen naar John Waters, de man van de cultfilm pink flamingos: The only insult I’ve ever received in my adult life was when someone asked me, “Do you have a hobby?” A HOBBY?! DO I LOOK LIKE A FUCKING DABBLER?!

Inspiratie: muziek, boeken, de natuur. Bij tijd en wijle vind ik ook inspiratie in een goed glas Italiaanse wijn.

Jan dewilde

Hoe ben je in de bibliotheeksector beland?Niet met voorbedachten rade, de bibliotheeksector was alleszins niet waar ik als afgestudeerde musicoloog van droomde. Maar toen ik in 1985 (als gewetensbezwaarde) uit het leger afzwaaide, was het volop crisis en de jeugdwerkloosheid piekte. De Kreuners zongen toen niet voor niets “Geef me werk”. Ik was een van de gelukkigen die als BTK-er (Bijzonder Tijdelijk Kader) aan de slag kon in wat toen nog het Archief en Museum voor het Vlaams cultuurleven heette (nu: Letterenhuis). Ik ben toen de bibliotheekopleiding in Gent begonnen, zogezegd om mijn tewerkstellingskansen te verhogen, maar als ik eerlijk ben was de belang-rijkste motivatie dat mijn lief (nu mijn vrouw) in Gent op kot zat en ik dus een geldige reden had om drie keer per week van Antwerpen naar Gent te sporen. Ik heb de opleiding tegen heug en meug afgemaakt, maar ondertus-sen was ik aan de slag op de dienst klassieke muziek van BRT-televisie. Na tien jaar ben ik naar Antwerpen terug-gekeerd om, binnen de muren van het conservatorium, het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek mee op te richten en te coördineren. En toen in 2004 de functie van conservatoriumbibliothe-caris vrijkwam, herinnerde ik me dat ik zestien jaar eerder een bibliotheek-diploma had behaald. Dat ik nooit was gaan afhalen.

Waar werk je nu? En wat houdt jouw baan in?Sinds 2004 in de bibliotheek van het Koninklijk conservatorium Antwerpen dus. Ik leid er de bibliotheek en coördi-neer de onderzoeksgroep Labo XIX&XX die focust op de Antwerpse muziekpro-ductie en -cultuur van de 19de en 20ste eeuw.

Met welke thema’s ben je beroepsmatig veel bezig?We boksen boven onze macht: onze kleine personeelsbezetting is omge-keerd evenredig aan onze grote collec-tie en ruime openingsuren (7/7). Ik steek dan ook veel tijd in het zoeken van extra

middelen, niet altijd met het verhoopte succes. Voor het comfort van onze klan-ten wil ik ook de schotten slechten tus-sen bibliotheek, archief en documenta-tiecentrum; tussen erfgoedbibliotheek en openbare bibliotheek; tussen onder-wijs en cultuur. Helaas blijft de overheid in hokjes denken.

Hoe ziet een werkdag er voor jou uit?Als ik de treinreis Dendermonde – Antwerpen weer eens heb overleefd, begint de dag steevast met het beant-woorden van mails. Sinds we ook via Worldcat raadpleegbaar zijn, komen er verbazend veel vragen uit het bui-tenland. Voor de rest ziet elke dag er anders uit. Als ik niet heb moeten ver-gaderen is het meestal een zinvolle dag geweest. Waarna ik me opnieuw over-geef aan de grillen van de NMBS.

Welke ambities koester je?Ik wil van onze bibliotheek dé plek maken waar ieder die op zoek is naar informatie over muziek en podiumkun-sten niet buiten kan. Er is nog veel werk aan de winkel.

Hoe zie je het beroep van bibliothecaris evolueren?De omgeving en de middelen veran-deren, en daarmee ook de vereiste vaardigheden en competenties, maar volgens mij blijft de essentie al eeuwen dezelfde: mensen op weg helpen naar de betrouwbare informatie die ze nodig hebben.

Volg je het internationale vakgebied op?Ja! Ik vind veel inspiratie bij buiten-landse collega’s, via tijdschriften, nieuwsbrieven of facebookcontacten, maar vooral via de internationale belan-genbehartigingsorganisatie IAML. Ik probeer om de twee jaar het jaarlijkse congres bij te wonen en geef er zelf al eens een lezing. In juli 2014 hebben we het congres hier in het conservatorium georganiseerd. Een hels karwei, maar met niets dan mooie herinneringen. Ook door zelf opzoekingen te doen in bui-tenlandse bibliotheken en archieven leer ik veel bij.

META 2017 | 2 | 21

inzet

Page 24: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

leerCentruM aGora

Aantal studenten: ruim 570.000 bezoeken of 28.000 unieke bezoekers per jaar

Beschikbare ruimte: 2.150m²

? Meest gestelde vraag: “Kan ik ergens kladpapier krijgen?”

Leukste compliment ooit gekregen: “Dag Agoramedewerkers, jullie dienstverlening is VOOrBEELDIg!”

“ We willen een sociaal kruispunt zijn van informatie, technologie en dienstverlening”

Leercentrum AGORA

Wanneer werd Leercentrum AgOrA opgericht? Leercentrum AGORA werd feestelijk geopend op 18 april 2013.

Wat is jullie opdracht en hoe vullen jullie die in?We willen voor Ku Leuven een sociaal kruispunt zijn van informatie, techno logie en dienstverlening met ruimte voor innovatie en experiment. We zetten daarbij in op zeer ruime openingstijden en op infra-structuur die alle mogelijke vormen van sociaal leren ondersteunt, zoals samen studeren, groepswerk voorbereiden, presentaties inoefenen/opnemen en audiovisueel materiaal monteren.

Welke ambities willen jullie als team nog graag ver-wezenlijken? Er staan veel projecten op stapel. Een van de belang-rijkste is de realisatie van een nieuw type leerruimte, een laagdrempelig ecosysteem waar nieuwsgierige studenten kunnen kennismaken met (prototypes van) nieuwe producten en diensten. Op die manier

willen we een grotere groep studenten in contact brengen met innovatie en onder nemer schap. Andere belangrijke projecten gaan over de implementatie van een draadloos presentatiesysteem, de upgrade van onze reserveringstool naar een mobielvriendelijke toepassing, de afstemming tussen AGORA en de omliggende diensten (Living campus) en een doorgedreven analyse van de bezoekersstatistieken in onze biblio-theken en leercentra, gekoppeld aan de studentenprofielen en hun examenre-sultaten.

Wat maakt jullie team zo uniek?De grote participatie van studenten in de AGORA-werking. Naast drie advi-seurs beschikken we over een twaalftal assistent-adviseurs, kortweg AA’s. Dit zijn goed opgeleide jobstudenten die zich iedere weekavond (tussen 18u en 24u) en tijdens alle weekends en feest-dagen inzetten voor AGORA, samen goed voor ongeveer zeven duizend uren op jaarbasis. Een van hen is ook lid van

ons tweewekelijks teamoverleg. Zonder onze AA’s zouden we onze ruime ope-ningstijden niet kunnen realiseren en zou AGORA niet kunnen zijn wat het nu is.

We werken sinds twee jaar ook met AA-projecten, nl. projecten die onze assistent-adviseurs realiseren doorheen het academiejaar. Deze projecten kun-nen gaan over onderzoek naar nieuwe technologieën, ruimtelijke (her)inrich-ting, ontmoeting, communicatie of een artistieke creatie. Ze worden daarbij begeleid door de drie adviseurs die hierin een coachende rol opnemen. Op die manier dragen onze AA’s een eigen steentje bij in de verdere ontwikkeling van AGORA en verhoogt dit hun betrok-kenheid bij onze werking. Door aan-sluiting te zoeken bij de achtergrond, interesses en talenten van onze AA’s bieden we met deze projecten ook een meerwaarde voor hun latere professio-nele carrières.

Hoe zou je de teamspirit omschrijven? Net als het leercentrum zelf, namelijk informeel en open.

Welke achtergrond hebben de team-leden?We zijn gestart met een gloednieuw team en de drie adviseurs in AGORA hebben heel complementaire profielen. Jens komt uit de bibliotheeksector als balieverantwoordelijke en informatie-specialist Biomedische Wetenschappen. Stijn komt uit de culturele sector en heeft daar veel ervaring opgedaan met jongerenwerking, communicatie en IcT. Thea is onze nieuwste aanwinst en kan met haar pedagogische achtergrond initiatieven lanceren met schrijfcoaches, studiecoaches en sollicitatietrainingen (elevator pitching). Dergelijke projecten zijn mogelijk dankzij de samenwerking

22 | META 2017 | 2

etalaGe

Page 25: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

“ ZONDER ONZE AA’S ZOuDEN WE ONZE RuIME OPENINGSTIJDEN NIET KUNNEN REALISEREN EN ZOu AGORA NIET KuNNEN ZIJN WAT WE Nu ZIJN.

teaMleden

• Peter Verbist: coördinator

• Jens De Groot, Stijn Heitzmann en

Thea Decombel: adviseurs

• Aaron, Ine, Jozef, Julie, Katrien, Kevin S.,

Kevin VDB, Lien, Marija, Robin, Sietse,

Thomas en Willemien: assistent-adviseurs

met het Instituut voor Levende Talen, Dienst Studieadvies en het Student career center.

Welke eigenschappen, vaardigheden of interesses zijn cruciaal om in dit team te functioneren?Naast klantgerichtheid en resultaatge-richt samenwerken zijn flexibiliteit en nieuwsgierigheid van cruciaal belang.

Kun je het team en de organisatie in twee zinnen toelichten?Onze slogan luidt: We support your learning. We faciliteren sociaal leren en zijn dus geen onderwijsmodel, of juist wel door te stellen dat we niet één enkel onderwijsmodel propageren.

META 2017 | 2 | 23

etalaGe

Page 26: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Mensenketting geeft het startschot voor de verhuis naar de Krook.

Meer dan 1.000 mensen (873 leerlingen en 250 volwassenen), hebben op donderdag 26 januari 1.250 boeken uit de jongeren-collectie van de bib aan het Zuid in Gent doorgegeven naar de nieuwe bibliotheek De Krook. De nieuwe Gentse stadsbiblio-theek opent op 10 maart de deuren. Met de mensenketting is het symbolische start-schot gegeven van de grote verhuisope-ratie van alle boeken, cd’s en dvd’s van de bibliotheek. In totaal zullen tegen de ope-ning van De Krook op 10 maart ongeveer 200.000 werken naar de nieuwe biblio-theek verhuizen.

De opkomst was massaal. Met 873 leerlin-gen en 250 volwassen die zich inschreven, was de ketting volzet. Heel wat geïnteres-seerden kwam supporteren.

Foto’s: • De Krook: Karin Borghouts.• ‘De drie torens’ en de belevenistrap: Michiel Devijver.• Mensenketting: Gert Defever.

24 | META 2017 | 2

siGnaleMent

Page 27: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

> Zie ook p. 16

META 2017 | 2 | 25

siGnaleMent

Page 28: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

een nieuw ArchiefinitiAtief: de interGeMeenteliJKe arChieFdienst MidwestLeen Breyne, Intergemeentelijke Archiefdienst Midwest

In de regio Midden-West-Vlaanderen werken zestien bestu-ren samen onder de koepel van het Midwestoverleg, de bur-gemeestersconferentie uit de regio Midden-West-Vlaanderen. Om redenen zoals efficiëntieverhoging en het delen van exper-tise, zetten zij steeds meer in op intergemeentelijke samenwer-king. Zo werd midden 2015 de Intergemeentelijke Archiefdienst Midwest (IGA) boven de doopvont gehouden. Deze archief-dienst staat in voor het archiefbeheer en de archiefzorg van de gemeente en het OcMW Hooglede, Izegem, Ledegem, Moorslede, Wielsbeke en Wingene.

SITUErINg 1Elk openbaar bestuur krijgt te maken met dezelfde uitdagingen: een steeds groter wordend statisch (papieren) archief en de nood aan een duidelijk documentbeheer. Vooral, maar niet alleen, de niet te stop-pen stroom aan digitale documenten is hiervan de oorzaak.

Het archiefdecreet stelt dat het college van burgemeester en schepenen verant-woordelijk is voor de archiefzorg en de gemeentesecretaris voor het archiefbe-heer. In de praktijk is het echter noodza-kelijk om specifieke expertise binnen te halen om dit aan te pakken. Bovendien kampen heel wat besturen met een his-torische achterstand en dringt een inhaal-beweging zich op.

Foto: De Intergemeentelijke Archiefdienst Midwest met v.l.n.r.: Leen Breyne, Ken Brouwers en Elisabeth Blancke. © Projectvereniging BIE.

26 | META 2017 | 2

artiKel

Page 29: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

“ ELK OPENBAAR BESTuuR KRIJGT TE MAKEN MET DEZELfDE uITDAGINGEN: EEN STEEDS GROTER WORDEND STATIScH (PAPIEREN) ARcHIEf EN DE NOOD AAN EEN DuIDELIJK DOcuMENTBEHEER.

uit een rondvraag in 2013 bij de gemeen-tebesturen binnen regio Midwest bleek dat verschillende gemeenten hierop gezamenlijk wensten in te zetten. Waar mogelijk zouden gezamenlijke oplossin-gen worden uitgewerkt, weliswaar reke-ning houdend met de lokale noden.

Verschillende scenario’s werden begin september 2014 aan de geïnteresseerde besturen voorgelegd. De meerderheid opteert voor een aanwerving via een deelnemende gemeente of stad. Een aantal redenen hiervoor: 1) de voorkeur gaat uit naar de aanwerving van een team van archivarissen van een verschil-lend opleidingsniveau, waardoor het aan-gewezen is dat deze mensen eenzelfde werkgever/statuut hebben; 2) gezamen-lijke aanwerving zorgt ervoor dat geza-menlijke afspraken mogelijk zijn; 3) een gezamenlijke taakverdeling én tijdsbe-steding kan worden opgemaakt en 4) de aansturing gebeurt op eenduidige wijze. Het Izegemse college besliste op maan-dag 22 september 2014 voor deze geza-menlijke aanwerving in te staan.

De uit te voeren taken in gemeente en OcMW zijn doorgaans een combinatie van puur uitvoerend werk en de imple-mentatie van procedures en metho-dieken naar digitaal documentbeheer toe. Daarom werd beslist een archief-team samen te stellen dat bestaant uit één A-niveau of coördinerend archiva-ris (1 VTE), één B-niveau of projectme-dewerker (1 VTE) en één c-niveau of administratief medewerker (½ VTE). De A-medewerker stuurt IGA aan en tekent een plan van aanpak uit. Deze persoon bewaakt de uitvoerende taken van de col-lega’s van het archiefteam. Ze is het aan-spreekpunt voor de verschillende bestu-ren en verzorgt de regionale en externe contacten. De B-functie zorgt voor de implementatie van de voorgestelde pro-cedures en methodieken met focus op digitaal documentbeheer in de besturen. Samen met de A-medewerker zet zij ook in op het adviseren en sensibiliseren van het gemeente- en OcMW-personeel. De

c-functie neemt de uitvoerende taken zoals het herverpakken van archief, toe-passen van selectielijsten, schonen en archiveren van dossiers e.d.

Door de diversiteit aan taken is het essen-tieel een complementair team samen te stellen met verschillende competenties. Waarbij uiteraard ook dient gekeken te worden naar welke competenties al bij de deelnemende besturen aanwezig zijn. Zo was gemeente Wingene enkel geïnte-resseerd in de coördinerende functie van de A-medewerker. concreet betekent dit dat de B- en c-medewerker voor vijf besturen werken, nl. Izegem, Hooglede, Ledegem, Moorslede en Wielsbeke, en dit voor zowel de gemeente als het OcMW. De A-medewerker werkt voor zes bestu-ren, ook hier zowel voor de gemeente als het OcMW.

Een bijkomend aandachtspunt is dat de deelnemende besturen geen of slechts beperkte ervaring hebben in verband met archivering. Het is dan ook aange-wezen dat het team van archivarissen ondersteund wordt door de speler met voldoende expertise op dit terrein, in casu Projectvereniging BIE. De aan te werven A- en B-medewerker worden daarom gehuisvest in de kantoren van BIE. Deze samenwerking biedt de mogelijkheid tot ervaringsdeling die kan ingezet worden in de deelnemende besturen. Dit even-wel op voorwaarde dat deze personeels-leden eveneens veelvuldig fysiek aanwe-zig zijn in de verschillende besturen. BIE kan verder instaan voor de ondersteuning in de vorm van overleg tussen de aan te werven archivarissen, gecombineerd met ervaringsuitwisseling met andere archiva-rissen in de regio. De c-medewerker krijgt huisvesting in de deelnemende gemeen-tebesturen. BIE staat in voor de logistieke ondersteuning.

DE INTErgEMEENTELIJKE ArCHIEfDIENST MIDWESTEens de nodige keuzes en beslissin-gen werden genomen, werd een subsi-dieaanvraag ingediend bij de provincie

West-Vlaanderen. In samenwerking met de provincie West-Vlaanderen 2 finan-cieren Izegem, Hooglede, Ledegem, Moorslede, Wielsbeke en Wingene voor drie jaar de Intergemeentelijke Archiefdienst Midwest (IGA).

IGA bestaat uit Ken Brouwers als adminis-tratief medewerker, Elisabeth Blancke als projectmedewerker en Leen Breyne als coördinerend archivaris. De aanwerving van dit team werd eind 2015 succesvol afgerond zodat IGA begin 2016, een goed jaar geleden dus, op kruissnelheid kwam.Zowel de coördinerend archivaris als de projectmedewerker zijn voltijds (1 VTE) in dienst genomen, de administratief mede-werker halftijds (½ VTE). Omdat er heel wat uitvoerend werk te verrichten is en bij sommige besturen een heuse inhaal-beweging nodig is, kreeg de administra-tief medewerker vanaf 1 juni 2016 ook een voltijds contract, weliswaar voor vier van de vijf besturen. Het grote voor-deel hiervan is dat er sneller vooruitgang wordt geboekt en dat er gemakkelijker overleg kan plaatsvinden tussen de IGA-medewerkers.

AANpAKBij de start van IGA is er de nodige tijd genomen voor kennismakende gesprek-ken met de verschillende besturen. Dit om een antwoord te vinden op vragen als: waar bevindt het archief zich, heeft het zich altijd op die locatie bevonden, welk ordeningssysteem werd en wordt er gehanteerd, enz. uiteraard vonden ook bezoeken aan de verschillende archief-bewaarplaatsen plaats, zodat er snel een beeld kon worden gevormd van de situ-aties.

Van bij aanvang werden er enkele alge-mene basisarchiefafspraken met de besturen gemaakt: het belang van goed archiveren, het onderscheid tussen archief en documentatie, afspraken over archiefoverdracht, het gebruik van de archiefruimte, het raadplegen van archief-stukken, enz. Ook enkele richtlijnen rond de naamgeving van digitale mappen en

META 2017 | 2 | 27

artiKel

Page 30: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

bestanden werden opgemaakt. De prak-tijk leert ons echter dat het regelmatig herhalen van deze afspraken noodzake-lijk is.

Het organiseren van opruimdagen was een van de eerste opdrachten van IGA. Alles wat geen archief is, moest opge-ruimd worden of geweerd worden uit de archiefbewaarplaatsen. Door de jaren heen waren sommige archiefruim-tes uitgegroeid tot heuse stockageruim-tes van allerhande prullaria, kerstmateri-aal, promotiemateriaal, oude computers en afgedankt bureaumateriaal. Het was hierbij belangrijk om het personeel vol-doende tijd te geven om na te gaan of ze dit materiaal nog nodig hadden en al dan niet een andere opslagruimte te vin-den. uiteindelijk kon IGA in elk bestuur rekenen op de medewerking en hulp van de technische dienst om alles wat niet meer bruikbaar was uit het archiefdepot te weren. Ook werden heel wat admi-nistratieve reeksen zoals het Belgisch Staatsblad en het bestuursmemoriaal uit de archiefbewaarplaatsen verwijderd. In Midwest worden deze administra-tieve reeksen immers centraal bewaard in het documentatiecentrum van het Stadsarchief Roeselare. Zo werd op heel korte termijn heel wat plaats gewonnen.

Nu al het niet-archief uit de depots was verwijderd, kon IGA zich volledig con-centreren op het archief dat zich in de bewaarplaatsen bevond. Na het numme-ren van de rekken werd van elke centrale archiefbewaarplaats een plaatsingslijst opgemaakt. Op die manier kreeg IGA een duidelijk zicht op welke documenten zich in de depots bevonden en kon vervolgens worden overgegaan tot het selecteren en vernietigen van archief.

Door plaatsgebrek in de archiefbewaar-plaatsen waren archiefoverdrachten aan-vankelijk niet mogelijk. Maar verbou-wingen van het stadhuis, de verhuis van bepaalde diensten, een personeelslid dat op pensioen gaat enz. waren natuurlijk opportuniteiten die door IGA werden aan-gegrepen om hier en daar toch al enkele afspraken rond archiefoverdrachten te introduceren. Ondertussen vond in alle besturen een intern infomoment plaats waarbij afspraken werden gemaakt over hoe documenten voortaan een plaatsje in het archief kunnen krijgen.

Een ander voordeel van intergemeen-telijk werken is dat er gemakkelijker groepsaankopen kunnen worden geor-ganiseerd. Zo bundelde IGA de bestel-lingen van de besturen in Midwest voor

de groepsaankoop via de provincie West-Vlaanderen. Ook organiseerde IGA een bijkomende groepsaankoop voor de IGA-besturen. Zo konden de besturen aan zeer voordelige prijzen de nodige voorraad zuurvrije archiefdozen, zuurvrije omsla-gen, clickbindingen en zuurvrije etiket-ten bestellen.

Ook voor het klasseren van e-mails zocht IGA naar een oplossing. Zo werd voor een lange periode in verschillende besturen de KlasseerTool uitgetest. Door hier als groep in te stappen, zou dit financieel zeker een winst hebben betekend.

Naast vragen over het klasseren van e-mails, kreeg IGA ook heel wat vragen over het bewaren van digitale documen-ten. Bij de meeste besturen is er een dui-delijke nood aan selectierichtlijnen. De digitale mappenstructuur is bij sommigen uitgegroeid tot een wildgroei aan docu-menten en mappen. Ook staat belang-rijk archief tussen dynamisch en tijdelijk digitaal archief. Daarom ook dat IGA bij enkele besturen al startte met de opmaak van nieuwe mappenstructuren op basis van het organogram en vervolgens op basis van de functies en taken. IGA orga-niseerde reeds enkele digital trash days waarop tijdelijk digitaal archief, docu-mentatie, werkbestanden en dubbels werden verwijderd. Wanneer een bestuur een nieuwe server wil aankopen of bui-tendiensten van een lokaal station naar de server wil verplaatsen, zijn dit telkens opportuniteiten om de digitale mappen-structuur onder handen te nemen. Waarbij het belangrijk is tussen het OcMW en de gemeente af te stemmen: kiest men voor een gemeenschappelijke structuur, een parallelle structuur of een gedeeltelijke gemeenschappelijke structuur? Een hei-kel punt hierbij is uiteraard ook de kwes-tie van toegangsrechten: wie krijgt welke lees- en schrijfrechten? De samenwerking

Selectie en vernietiging na goedkeuring door het Rijksarchief levert heel wat plaatswinst op, gemeentearchief Moorslede © IGA.

28 | META 2017 | 2

artiKel

Page 31: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

tussen OcMW- en gemeentebesturen blijkt bij de meeste IGA-besturen uit de integratie van een deel van de stafdien-sten zoals de financiële dienst, de per-soneelsdienst en IcT-dienst. Maar wat de eerstelijnsdiensten betreft, zijn dit binnen de IGA-regio nog twee afzonderlijke enti-teiten met eigen patrimonium en werkcul-tuur. Voor de archiefwerking tracht IGA de procedures zoals die zijn opgemaakt voor archiefoverdrachten zoveel mogelijk gelijk te stellen.

Daarnaast adviseerde en ondersteunde IGA ook de besturen bij hun beslissing om bepaalde documenten te digitalise-ren. IGA bepaalde mee de prioriteiten en volgde deze digitaliseringen mee op. Zo zetten verschillende besturen in op het digitaliseren van de aktes burgerlijke stand, het digitaliseren van fotocollecties en het digitaliseren van beschadigde his-torische documenten, zoals bevolkings-registers.

IGA bestaat uit een team van drie mede-werkers, maar het is hoe dan ook niet mogelijk om overal tegelijk aanwezig te zijn. Daarom schakelde IGA waar mogelijk ook de hulp in van vrijwilligers. Zij hiel-pen hoofdzakelijk bij het opmaken van de plaatsingslijst, het herverpakken en scho-nen van dossiers. IGA hoopt deze samen-werking met vrijwilligers de komende jaren verder uit te bouwen.

Tot slot nam IGA ook een aantal regi-onale taken op zich. De kennis die IGA opbouwde, stelde zij via de intervisie-groep Midwest-archief ter beschikking van de archivarissen en archiefverant-woordelijken van de andere besturen uit de regio. Op deze manier ontstond ook een wisselwerking en kennisdeling binnen de volledige Midwest-regio.

Het voltallige IGA-team is ondertussen iets meer dan een jaar aan de slag. Er werd al heel wat verwezenlijkt. Een gede-tailleerd overzicht staat te lezen op www.igamidwest.be/vorderingen-iga.

AANDACHTSpUNTENHet spreekt voor zich dat een dergelijke samenwerking niet altijd even eenvoudig

is. Een van de moeilijkheden is dat je als archiefteam niet overal tegelijk aanwezig kunt zijn. Iedereen wil uiteraard verande-ring zien, maar sommige zaken zoals de opmaak van een plaatsingslijst en selec-tielijst vragen nu eenmaal de nodige tijd. Doordat je niet elke dag in een bepaalde archiefbewaarplaats aanwezig bent, heb je ook niet altijd alles volledig onder controle. Sommigen vinden de tijdelijke afwezigheid van het archiefteam het geschikte moment om nog snel het een en ander in het archief bij te plaatsen. Al is dat gelukkig niet de meerderheid. Daarom is het zeer belangrijk duidelijke afspraken te maken, deze goed te com-municeren en te blijven herhalen. Het is natuurlijk ook een evenwichtsoefening om de beschikbare tijd evenredig te ver-delen. Elk bestuur investeert evenveel in het archiefteam en wenst evenveel return. Een duidelijke communicatie over wat er werd verwezenlijkt, wat er op de plan-ning staat en wat er op langere termijn in de pijplijn zit, is dan ook essentieel. Het regelmatig bijeenbrengen van de stuur-groep IGA zorgt dat elk bestuur op de hoogte is van de planning, afspraken en beslissingen.

Aanvankelijk was het wat zoeken naar een goede timing. Elke dag op een andere locatie aanwezig zijn, maakt het moeilijk om vorderingen te maken en bepaalde zaken af te ronden. Anderzijds was lang op één locatie blijven ook geen optie, want zo duurt het te lang vooraleer iedereen aan de beurt is geweest. Daarom werkt IGA momenteel in blokken van twee à drie dagen. Op die manier krijgt elk bestuur op regelmatige tijdstippen iemand van het archiefteam over de vloer en krijgt het archiefteam ook de kans om vooruitgang te boeken en de nodige tijd om met het personeel te overleggen. Wanneer er bijvoorbeeld een verhuis van het archief gepland staat of een selectie en vernietiging moet gebeuren, worden er meerdere dagen voor een bestuur uitge-trokken, zodat dit ook op vrij korte termijn kan worden afgerond. Dit wordt uiteraard ook telkens gecommuniceerd.

Ook moet je als intergemeentelijke archiefdienst rekening houden met de verschillende snelheden en verwachtin-gen van de besturen. Maatwerk is en blijft op sommige vlakken hoe dan ook nood-zakelijk.

Heemkundige Kring Ten Mandere aan de slag in het stadsarchief Izegem met het herverpakken van het historisch archief © IGA.

META 2017 | 2 | 29

artiKel

Page 32: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

1 Nota Aanstelling intergemeentelijke archivarissen,

Interlokale Vereniging Associatie Midwest, 18 sep-

tember 2014.

2 Zie Provinciaal reglement voor tijdelijke subsi-

diëring van het lokale archiefbeheer in West-

Vlaanderen, www.west-vlaanderen.be/overwvl/

archiefdienst/lokalearchieven/Documents/

Subsidiereglement_2014_goedgekeurd.pdf.

VOOrDELEN VAN INTErgEMEENTELIJKE SAMENWErKINguiteraard biedt een dergelijke interge-meentelijke samenwerking ook heel wat voordelen. Door de personeels- en over-headkosten te delen, is het voor de bestu-ren haalbaar om gespecialiseerd perso-neel in te schakelen. Taken in verband met het archief worden niet meer op de lange baan geschoven en stapsgewijs raakt het archief ook ontsloten.

Ook is er veel vaker onderling overleg en wordt er volop aan expertisedeling gedaan. In de stuurgroep IGA, waarin onder andere de gemeentesecretarissen van de IGA-gemeenten zetelen, wordt tel-kens een stand van zaken gegeven. Het is de plaats om eventuele problemen aan te kaarten en na te gaan op welke manier er bovenlokaal kan worden samengewerkt.

Daarnaast is er expertisedeling via de Intervisiegroep Archief Midwest dat IGA trekt. Deze groep wisselt ervaringen uit en is de plek om van collega’s te verne-men hoe zij een bepaalde situatie hebben aangepakt. Ook kan hier worden afge-toetst hoe er op het niveau van Midwest verder kan worden samengewerkt.

Maar ook het gemeente- en OcMW-personeel zelf heeft er heel wat bij te win-nen. Een geordend en duidelijk omschre-ven archief leidt namelijk tot efficiënter werken. Ook het tijdverlies bij bv. het zoeken naar een document wordt zo tot een minimum beperkt. Hierdoor kunnen ze sneller en nauwkeuriger op vragen van burgers antwoorden.

Een ander voordeel is dat de archieven aangesloten bij IGA tot op zekere hoogte uniform ontsloten worden, wat uiteraard dan weer zijn voordelen oplevert voor lokale geschiedschrijvers.

Ook voor het archiefteam zelf biedt inter-gemeentelijk werken een groot voordeel: een bepaalde actie of project kan in een van de besturen worden uitgerold en daarna, mits de nodige aanpassingen, ook elders worden toegepast. Je hoeft, zoals men zegt, niet telkens opnieuw het warm water uit te vinden. Het fijne ook van met een archiefteam te werken, is dat er overlegd kan worden. Je staat er niet alleen voor, maar je hebt collega’s waar-mee je altijd even kunt overleggen. Ook kan IGA op die manier op verschillende fronten tegelijk inzetten: zowel op het statische papieren archief als de digitale

mappenstructuur. Het blijft natuurlijk een constante oefening van het bepalen van prioriteiten en inspelen op de verwachtin-gen en noden van elk bestuur.

CONCLUSIEHet is duidelijk dat een intergemeentelijke samenwerking geen kant en klaar menu is dat zomaar door andere besturen kan worden overgenomen. Er moet ruimte zijn om te experimenteren. uiteraard moet er het nodige respect zijn voor de eigen-heid, verwachtingen en prioriteiten van elk bestuur.

Niettemin kunnen we concluderen dat intergemeentelijk samenwerken voor archief loont. Het brengt mensen en besturen dichter bij elkaar, zorgt voor effi-ciëntie, lagere kosten, expertisedeling en vooruitgang in de archiefwerking!

Een beeld van het archiefdepot Izegem Voor (inzet) en na de organisatie van de opruimdagen © IGA.

30 | META 2017 | 2

artiKel

Page 33: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

ELTAB: een online ruilplatform voor bibliothekenInneke Daghelet, fotomuseum provincie Antwerpen

In een wereld van toenemende digitalisering blijven bibliotheken niet achter. Van steek-kaarten naar een online catalogus of van papieren naar online tijdschriftabonnementen, elk aspect van het bibliotheekwezen ondergaat een digitale transformatie. Ook het ruilverkeer tussen bibliotheken kan sinds 2008 aan dat lijstje worden toegevoegd. In dat jaar lanceerde de universiteitsbibliotheek van Kauserlautern in Duitsland de website ELTAB (Elektronische Tauschbörse für Bibliotheken).

ELTAB is een online platform waar boe-ken en magazines geruild worden. Het concept is eenvoudig: deelnemende bibliotheken registreren publicaties in een online database waarbinnen gezocht kan worden. Items kunnen vervolgens via het elektronisch winkel-mandje besteld worden. Via mail wor-den zowel de vragende als aanbiedende bibliotheek op de hoogte gebracht van de bestelling.

Een bibliotheek maakt deel uit van ELTAB na online registratie via de web-site. ELTAB voorziet een login en pas-woord, waarna het ingeven van publica-ties van start kan gaan. Het toevoegen van nieuwe titels is gebruiksvriendelijk en, enkele verplichte velden uitgezon-derd, volledig vrij in te vullen. Een gere-gistreerd werk krijgt automatisch een ELTAB code toegekend, maar een instel-ling kan ook eigen codes aanmaken.

Zelf op zoek gaan naar aangeboden publicaties kan via een eenvoudige en een uitgebreide zoekfunctie. Bovendien kan een RSS-feed met specifieke zoek-opdracht geïnstalleerd worden, waar-door het mogelijk is om dagelijks bij te houden welke nieuwe titels binnen een bepaald vakgebied zijn toegevoegd.

Kortweg, ELTAB biedt een totaalpak-ket aan waardoor de registratie en het opvolgen van het ruilverkeer voor bibliotheken op een efficiënte manier kan worden aangepakt.

> wie zich wil registreren kan dit via

eltab.ub.uni-kl.de.

NADELEN• Binnen het totaalaanbod wegen

Duitstalige werken sterk door.• De website is enkel Duits- of

Engelstalig.• Het is niet mogelijk om binnen

het systeem aan te geven of boeken die besteld zijn ook effectief toekomen.

• Door het groot bereik van ELTAB stijgt het aantal ruilaanvragen voor een bibliotheek, waardoor extra workload wordt gecreëerd.

• De verzendingskosten worden meestal gedragen door de bibliotheek die de boeken aan-biedt, waardoor deze kunnen oplopen. Er kan binnen het sys-teem wel aangegeven worden dat deze kosten door de ontvan-ger gedragen moeten worden.

• Het is niet mogelijk om bestaande lijsten op te laden in ELTAB. Alle titels moeten handmatig geregistreerd worden.

VOOrDELEN• Het gebruiksgemak: ELTAB is een-

voudig in gebruik, gegevens kun-nen vlot aangepast worden, het is mogelijk om verschillende lijsten te trekken, statistieken van het eigen ruilverkeer zijn beschikbaar.

• De registratie van publicaties is een taak die zonder probleem door vrij-willigers opgenomen kan worden.

• ELTAB is beschikbaar voor biblio-theken over de hele wereld. Meer dan 300 instellingen staan gere-gistreerd op ELTAB, waardoor het bereik zeer groot is. Momenteel zijn het vooral Duitse bibliotheken (waardoor het aanbod Duitstalige werken sterk doorweegt) maar ook Nederlandse, Zwitserse, Oostenrijkse, Russische, Tsjechische en enkele Vlaamse bibliotheken bieden boeken en magazines aan.

• Via ELTAB wordt gemakkelijker een afnemer gevonden van publicaties die buiten het eigen vakgebied liggen.

• Een ruillijst die gecreëerd wordt door ELTAB kan gebruikt worden voor ruilaanvragen buiten ELTAB.

- +

Heb je nog twijfels? De voor- en nadelen kunnen helpen bij je keuze.

META 2017 | 2 | 31

de VraaG

Page 34: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Erasmus Exchange Programmeria Schildermans, UC Leuven-Limburg

2017 is het jaar waarin het Erasmus-project zijn 30ste verjaardag viert. Het evolueerde in die tijd van Erasmus naar Erasmus+ en geeft niet alleen aan studenten, maar ook aan personeel, de kans om door middel van uitwisselingsprojecten hun expertise en ervaringen internatio-naal te delen.

September 2016 en mijn derde ervaring met het Erasmus Staff Exchange Program voor bibliothecarissen zit erop. februari 2017 en een vierde uitwisse-ling komt eraan. In mei van dit jaar trek ik naar Ljubljana in Slovenië om deel te nemen aan een uitwisselingsproject waar er rond het thema van Open Access in wetenschappelijke literatuur gewerkt wordt: Academic libraries’ sup-port for open science in the European research area.

Ik kijk er om verschillende redenen echt naar uit. Op de eerste plaats om best practices en eigen ervaringen met buitenlandse collega’s te kunnen delen. Door in discussie te gaan met bibliothe-carissen die een heel andere werkwijze, visie en onderwijssituatie kennen leer je verder kijken dan je eigen situatie. In trainingen en presentaties komen de verschillende werkomstandigheden aan bod. Werkomstandigheden die door verschillende situaties — het onderwijs, de hiërarchie of structuur en de econo-mische situatie van een land — beïn-vloed worden. Door de economische crisis zag de bibliotheek van de univer-siteit van Patras haar budget bijvoor-beeld heel snel en fel slinken. Zij maken daarom momenteel vooral gebruik van open access-bronnen. De papers en eindwerken die aan de universiteit gemaakt worden, komen allemaal, al dan niet met een tijdelijk embargo, in een open access-repository terecht.

Een tweede reden waarom dit soort uit-wisselingen een onvergetelijke ervaring is, is het contact met een andere cultuur. Andere gebruiken, andere geplogen-heden, maken je tot een ander mens. In Patras bezochten we op een mooie zomeravond in augustus een lokale wijngaard. Elke deelnemer aan de uit-wisselingsweek had een lokale lekker-nij meegenomen die die avond geser-veerd werd. Zoete lekkernijen, hartige

vleeswaren en lokale dranken zorg-den voor een echte verbroedering. Een bezoek aan het archeologisch museum van Patras en Olympia zorgden voor de culturele toets in deze uitwisselingsweek.

Met het internet constant binnen hand-bereik is de wereld ons dorp geworden. contacten verlopen veel vlotter dan enkele decennia geleden en door ons onderwijs, door tv en media zijn wij als Vlamingen erg vertrouwd met de Engelse taal. Dit maakt de onderlinge communicatie een heel stuk gemakke-lijker.

In de uitwisselingsprojecten waaraan ik deelnam kwam dit tot uiting in de pre-sentatie over de thuisbibliotheek en de onderwijssituatie in het thuisland die bijna elke deelnemer gaf. De voertaal is dus Engels en het belangrijkste is dat je deelneemt aan het programma. Dat je Engels niet altijd even perfect is, vormt hier zeker geen bezwaar.

Maar wat maakt deze uitwisselingswe-ken nu zo bijzonder? Op de Erasmus-site van het uK worden onderstaande doelstellingen en pluspunten aange-haald: • Verhogen van de werkervaring. contact met andere Europeanen in

een uitwisselingsweek vergemakke-lijkt ook je later contact met uitwisse-lingsstudenten. Je zal hen sneller en beter begrijpen. De bibliotheek kan een infopunt zijn voor uitwisselings-studenten omdat ze laagdrempelig is, gekend op de campus en op vele momenten open is. De bibliothe-caris kan de studenten opvangen, informatie verstrekken en door-verwijzen naar de juiste dienst.

• Ideeën opdoen en best practices uitwisselen.

Door ervaringen uit te wisselen en door open te staan voor de werk-zaamheden in andere Europese

landen en meer bepaald in andere bibliotheken, leer je dat het ook anders kan. Nieuwe opportuniteiten worden geboren en je work drive schakelt een versnelling hoger.

• Alternatieve werkstromen ontdekken. Out of the box denken geeft vaak

leuke en verrassende resultaten. Vaak zijn we voor een groot deel aan onze eigen manier van werken ver-ankerd en is het moeilijk om om te denken. In workshops en discussie-momenten komen deze alternatieve werkstromen vaak aan bod.

• Expertise en ervaring uitwisselen. De meeste problemen of vragen die

zich momenteel in de bibliotheek-wereld stellen, worden ook door andere Europese collega’s ervaren: digita lisering van de materialen, dure databanken met wetenschappelijke literatuur, publicaties in repositories, open access, plagiaatsoftware, infor-matievaardigheden e.a. Het is dan ook erg interessant om hierover gedachten en ideeën uit te wisselen en om na te gaan hoe anderen hier-mee omgaan. En na de uitwisselings-week kun je vaak nog bij je nieuwe collega’s terecht op sociale media of via mail om andere onderwerpen aan te kaarten of om samen op zoek te gaan naar een oplossing voor een bepaald probleem.

• Deuren openen voor jezelf, je collega’s en studenten.

Opgedane kennis wordt achteraf met collega’s gedeeld en eventueel komen hier nieuwe workflows of activiteiten uit voort. De openheid naar uitwisse-lingsstudenten vergroot en je leef-wereld wordt verruimd. Deelname aan uitwisselingsweken maakt het ook vaak mogelijk voor onderwijs-instellingen om onderling nieuwe overeenkomsten vast te leggen. De kennis- en kennissenkring verrui-men, schept extra opportuniteiten voor jezelf en voor het werkveld.

32 | META 2017 | 2

oVer de Grens

Page 35: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

• Je internationaal netwerk verder ontwikkelen.

Het woord netwerken is niet meer uit onze woordenschat te schrap-pen. We netwerken op sociale media, op vergaderingen en op vele andere momenten. We leggen nieuwe con-tacten en verbreden zo onze hori-zon. Dit geldt zeker voor de Erasmus-uitwisselingsweken. Na mijn vorige ervaring in Patras, ontving ik zo van een Sloveense collega een uit-nodiging voor een uitwisselings-week in Ljubljana met als thema open access. Ik kijk er al naar uit om hier in mei 2017, gesteund door de hogeschool, aan deel te nemen. Daarenboven heb ik er, na enkele gezamenlijke uitwisselingsweken, een nieuwe catalaanse vriendin bij-gekregen. Binnenkort breng ik haar een privébezoekje in Barcelona.

• Je motivatie verhogen. Een uitwisselingsweek geeft je een

extra drive, het verhoogt je werk-energie en geeft een boost aan je zelfvertrouwen.

In de missie en visie van onze hoge-school, uc Leuven-Limburg, wordt internationalisering als een strategische prioriteit vermeld. uitwisseling voor medewerkers wordt gestimuleerd en gefaciliteerd en ik kan hier alleen maar super enthousiast over zijn.

Als je de kans krijgt om aan een uitwis-selingsweek deel te nemen, raad ik je aan dit zeker een keertje te doen. Een overzicht van mogelijkheden vind je onder andere op de websites IMOTION en fAu. Marko en Julio, respectievelijk een Sloveense en een Spaanse collega die ik leerde kennen in Patras, waren erg enthousiast over de uitwisselings-week in ons land, georganiseerd door de université de Liège. Zij namen hier in het verleden aan deel en waren heel tevreden over het programma aan de uLG. Wellicht kun je daar beginnen, want Wallonië is misschien voor een aantal onder ons ook al een beetje bui-tenland.

> iMotion: http://staffmobility.eu/staff-week-

search

> Fau (Friedrich-alexander universität ) erlengen-

nürnberg: https://www.fau.de/intranet/dozen-

ten-und-personalmobilitaet/personalmobilitaet/

erasmus-personalmobilitaet/erasmus-staff-trai-

ning-week/

Het acroniem ‘Erasmus’ (European Community Action Scheme for the Mobility of University Students) werd geïnspireerd door de humanist Desiderius Erasmus die in zijn tijd ook meerdere universiteiten bezocht.

META 2017 | 2 | 33

oVer de Grens

Page 36: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Een computer, een telefoon en een netwerkIris Steen

Ruim tien jaar geleden sprong ik in het diepe. Ik zei mijn baan bij de provincie Vlaams-Brabant op en vertelde iedereen in mijn netwerk dat ik voortaan beschikbaar was als zelf-standig adviseur. Ik had geen marktonderzoek gedaan, maar ging af op mijn gevoel dat er organisaties zouden zijn die wat extra menskracht konden gebruiken. Ik begon dus met een computer, een telefoon en een netwerk. De trein was vertrokken toen iemand mij vroeg of ik ook beleidsplanning kon begeleiden. Ik zei wat overmoedig ja. Al snel werkte ik met enkele erfgoedorganisaties, die zuchtten onder de planlast of nog niet veel ervaring hadden met deze manier van werken. Sindsdien begeleid ik organisaties die een nieuw concept, visie, strategie of project willen ontwikkelen of andere manieren van werken zoeken.

VOOrOOrDELENMijn idee dat er organisaties zouden zijn die extra expertise, feedback en soms een stok achter de deur nodig had-den klopte. Wel merkte ik aanvankelijk dat externe deskundigheid inschake-len door sommigen werd gezien als een zwakte bod. Ik wil hier geen pleidooi houden voor het outsourcen van essen-tiële taken in een organisatie. Toch kan iemand van buiten, die gericht een aan-tal taken uitvoert waar het toch al over-belaste personeel niet aan toe komt, voor efficiëntie en meer kwaliteit zor-gen. Gelukkig zie ik die open houding steeds meer.

DIEpgANg EN AfWISSELINgWat mij het meest boeit in mijn werk is mensen helpen een gefundeerde visie te ontwikkelen, van waaruit ze hun organisatie of project verder kunnen uitbouwen. Het is ook heel interessant organisaties van binnenuit te leren ken-nen. Die diepgang en afwisseling zijn de meest positieve aspecten van mijn werk. Mensen vragen mij wel eens of ik het niet saai vind, al die plannen begeleiden. Het antwoord is nee. Elk proces is weer anders, al ligt het patroon ervan wel min of meer vast. Je kunt nooit op de automatische piloot werken. Dat bleek

de afgelopen maanden weer eens, toen ik drie processen tegelijk begeleidde voor hetzelfde soort beleidsplan. Er zaten telkens andere mensen aan tafel, uit andere omgevingen en de plannen die eruit voortkwamen droegen elk hun eigen stempel. Dat is nog een aspect van mijn werk dat ik waardeer: de inzet en de betrokkenheid van alle mensen die aan deze processen meewerken.

ONZEKErHEIDZulk fijn werk, dat klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Dat kopt, er zijn ook nadelen. Het grootste nadeel is de onzekerheid. Je weet nooit of er nieuwe opdrachten komen. Ze komen ook vaak met meer tegelijk, zodat je het ene moment weinig werk hebt en het andere moment te veel. Offertes schrijven is veel werk en je weet nooit of die inspan-ning beloond wordt met een opdracht. Die onzekerheid is een deel van het zelfstandigenbestaan en je zult ermee moeten leven, al blijf ik dat lastig vinden.

KOrTE TErMIJNEen aspect van mijn werk dat positieve en negatieve kanten heeft is de korte termijn. Opdrachten duren enkele maanden, hooguit een jaar. Als het plan

of het project voltooid is, vertrek ik. Aan het vervolg, de implementatie van het plan of de verduurzaming van het project, werk ik meestal niet meer mee. Soms vind ik dat geen probleem, soms zou ik graag betrokken blijven. De laat-ste jaren heb ik gelukkig met enkele organisaties een wat vastere relatie opgebouwd en voer ik daar op afroep beleidswerk uit.

DE BLIK VErBrEDENIn de loop van de tijd heb ik mijn prak-tijkervaring verdiept met theoretische kennis, omdat ik beter wilde onder-bouwen wat ik vaak vanuit een buikge-voel deed. Er kwamen ook opdrachten buiten de erfgoedsector bij. Daar heb ik actief naar gezocht, omdat ik mijn blik wilde verbreden. Ik heb me ervoor ver-diept in andere regelgeving en andere paradigma’s, al blijven de processen ongeveer hetzelfde. Dat is verrijkend en het heeft mijn blik op de erfgoed-sector ook veranderd; ik stel de eviden-ties meer in vraag. Tegelijkertijd heeft die verbreding me geleerd dat mijn hart nog altijd bij erfgoed ligt. Naast de pro-fessionele uitdaging van elk proces vind ik het gewoon leuk om in een archief, bibliotheek of museum te komen. Ik ben en blijf historicus, geboeid door het

34 | META 2017 | 2

trend

Page 37: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

verleden en vooral door wat we daar nu in onze samenleving mee kunnen doen.

TrANSITIEDe afgelopen tien jaar heb ik de sector zien veranderen. Ik begon als proces-begeleider toen de erfgoedsector in volle opbouw was. Er was vernieuwing en er werd geëxperimenteerd. Nu is de rek eruit en moet de sector op zoek naar nieuwe evenwichten, met minder geld en minder mensen. Ik merk dat: er komen steeds meer vragen om creatief naar inkomsten te zoeken. We maken een transitie mee van een sector die grotendeels van subsidies leefde naar een sector die meer de markt op moet. Dat is op zichzelf niet slecht, maar het vergt andere expertise en een andere mentaliteit. Als ik mijn steentje kan bij-dragen om organisaties die nieuwe uit-dagingen aan te laten gaan, zal ik dat graag doen.

facelift voor de bibliotheek Exacte en Toegepaste Wetenschappen van de uAntwerpen

De bibliotheek op campus Groenenborger is dringend aan uitbreiding en renovatie toe. Door de fusie van verschillende bibliotheken en de integratie van de opleiding Toegepaste Ingenieurswetenschappen groeide de collectie en het aantal studenten het afgelopen decennium. De infrastructuur bleef echter onveranderd.

De bibliotheek stelde een visietekst op met daarin de functionele eisen. Die tekst is het resultaat van intensief overleg met de facul-teiten Wetenschappen en Toegepaste Ingenieurs wetenschappen. De bibliotheek op campus Groenenborger moet:• doorgedreven elektronisch zijn, met nadruk op alle vormen

van elektronische informatie;• compartimenteerbaar zijn, met enerzijds een rustige leeszaal

met studieplekken en anderzijds een flexibele groepswerk-ruimte met groepswerklokalen;

• innovatief zijn, zodat studenten, naast studeren en werken, ook kunnen creëren.

Met ‘innovatieve bibliotheek’ bedoelen we een maak- en onder-zoeksruimte die afgestemd is op de behoeften van de stu-denten wetenschappen en toegepaste wetenschappen. Deze makerspace zal materialen, tools en technologieën aanbieden, die hands-on exploratie en participerend leren mogelijk maken. Naast informatie bieden bibliotheken traditioneel al tools aan om te creëren, zoals computers, printers en copiers. We wil-len deze faciliterende rol uitbreiden met bijkomende tools en technologieën, zoals 3D-printers, 3D-scanners en A0-plotters.

Kunnen we al deze ambities realiseren op een oppervlakte van 1088 m²? Om dit te achterhalen schakelden we studenten van de 3de bachelor Interieurarchitectuur in. Binnen de opleiding onderzoekt de Henri Van de Velde-onderzoeksgroep al twee jaar nieuwe trends in openbare bibliotheken. De kans om daar nu ook een universiteitsbibliotheek in op te nemen, wilden de onderzoekers niet laten liggen. 32 studenten kozen als bachelor-proef de bibliotheek op Groenenborger.

Vooraleer zij aan hun ontwerp konden beginnen, moesten de studenten de plannen bestuderen, de site bezoeken en de visie-tekst doornemen. In juni 2016 stelden zij aan de hand van schet-sen, maquettes en moodboards hun project voor aan de jury, waarin ook de bibliotheek vertegenwoordigd was. Er zaten heel verrassende ontwerpen 1 tussen, die duidelijk aantoonden dat de functionele eisen gerealiseerd kunnen worden binnen de voor-ziene oppervlakte. Deze ontwerpen zullen een belangrijke inspi-ratiebron zijn voor het definitieve ontwerp. We rekenen erop dat de verbouwingswerken in 2017 van start zullen gaan.

Veronique rega, Universiteit Antwerpen

1 https://www.uantwerpen.be/nl/faculteiten/ontwerpwetenschappen/

in-de-kijker/studentenprojecten/interieurarchitectuu/herbestemming-

vlaamse-bibliotheken/herbestemming-bib-groenenborger/

Iris Steen.

META 2017 | 2 | 35

het Plan

Page 38: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

uitgepakt: DatabankenrechtBart Magnus, pACKED vzw

Het databankenrecht regelt de intellectuele eigendom van databanken. Het maakt deel uit van het intellectueel eigendomsrecht maar valt buiten het auteursrecht. Het is een recht sui generis (letterlijk: enig in zijn soort). In tegenstelling tot het auteursrecht, dat een veel breder gamma binnen het intellectueel eigendomsrecht dekt, kwam het databankenrecht er naar aanleiding van deze specifieke toepassing. Het is gebaseerd op de Databankenrichtlijn (96/9/EG) die in 1996 binnen de Europese unie ontstond.

Kort gezegd is een databank iedere verzameling van dingen die door de maker ervan systematisch of metho-disch geordend zijn en ook als zodanig toegankelijk zijn. Haast alle bibliothe-ken, documentatiecentra en archieven werken dus vandaag met een databank. Het is daarom belangrijk om te weten welke juridische principes spelen bij het gebruik van databanken, zowel vanuit het perspectief van producent als vanuit dat van (her)gebruiker van data.

Wat is precies beschermd? Om te beginnen moeten we het onderscheid maken tussen de software van de data-bank (indien elektronisch), de inhoud van de databank en de vorm waarin deze gegevens worden gepresenteerd.

SOfTWArEHet databankenrecht is niet van toe-passing op software. De bescherming van software valt immers onder het auteursrecht. Om hergebruik van soft-ware onder controle te houden hebben auteurs de keuze uit allerhande soft-warelicenties.

VOrMOp de vorm waarin gegevens (bv. in een online toegankelijke databank) worden gepresenteerd is het databankenrecht evenmin van toepassing. Ook hier speelt het auteursrecht. De bescherming van het auteursrecht geldt echter enkel als de structuur het resultaat van een crea-tieve activiteit en origineel is. Zo is het bijvoorbeeld niet toegestaan om zon-der toestemming een screenshot van een databankpagina in een tijdschrift te publiceren, tenzij de licentie dit gebruik toelaat. Dat kan het geval zijn wanneer de lay-out van de online databank een cc-BY-licentie meekrijgt. Het auteurs-recht biedt echter voor databanken vaak onvoldoende bescherming, omdat veel databanken niet voldoen aan de vereiste van originaliteit wegens het nastreven van een methodische of een exhaustieve presentatie. Een belangrijk onderscheid met het auteursrecht is dat databankenrecht geen creatieve actie vereist. Indien de vorm van een data-bank origineel (en dus een creatie) is, is deze dus beschermd door de auteurs-wet, maar niet door het databanken-recht.

INHOUDTot slot is er de inhoud van de data-bank. Afzonderlijke elementen in een databank kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn, bijvoorbeeld velden met originele tekstuele beschrijvingen van collectie-items die medewerkers op basis van onderzoek schreven. feitelijke gegevens (bijvoorbeeld de publicatie-datum van een boek of het feit dat een foto zwart/wit is) die in een databank worden samengebracht genieten geen auteursrechtelijke bescherming. Het geheel van gegevens die zijn samenge-bracht en geordend kan wel onder het databankenrecht vallen, al is dat niet automatisch het geval. Om bescherming

te genieten, moet de producent van de databank immers een ‘kwalitatief of kwantitatief substantiële investering’ kunnen aantonen.

HErgEBrUIKVoor het databankenrecht bestond, kon een producent het hergebruik van (sub-stantiële delen van) een databank niet verbieden. Voor bepaalde vormen van hergebruik (bv. privé of in het onder-wijs) is ook met de huidige regelgeving geen toestemming nodig.

Sommige producenten van databanken kiezen er bewust voor om de openheid van hun data te vergroten en hergebruik te stimuleren. De recentste versies van de creative commonslicenties nemen het databankenrecht expliciet mee op. Wie een creative commonslicentie 4.0 gebruikt, geeft dus niet enkel toela-ting voor bepaalde vormen van herge-bruik van auteursrechtelijk beschermde inhoud, maar ook voor de gehele data-bank als gegevensbron op zich. Dit geeft hergebruikers meer rechtszeker-heid dan voorheen.

DUUrHet databankenrecht heeft een bescher-mingsduur van vijftien jaar vanaf het moment waarop de bouw van de data-bank werd voltooid. Deze termijn wordt hernieuwd bij elke nieuwe substanti-ele investering die gedaan wordt naar aanleiding van een aanpassing van de databank.

> Meer lezen:

•CEST, Handboek rechten klaren: rechtsbe­

scherming van databanken, https://www.

projectcest .be/wiki/handboek_rechten_

klaren:rechtsbescherming_van_databanken

•CreativeCommons,What’s New in 4.0, https://

creativecommons.org/share-your-work/licensing-

considerations/version4/

36 | META 2017 | 2

uitGePaKt

Page 39: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

lost “Without archives many stories of real

people would be lost, and along with those

stories, vital clues that allow us to reflect and

interpret our lives today.”

Sara Sheridan

Citaat

Post-truthTIm Verstrynge

Tim Verstrynge, Germanist van opleiding, werkte 7 jaar lang in een boekhandel om in 2014 aan de slag te gaan in de openbare bibliotheek van Tielt. Elke dag helpt hij, samen met zijn collega’s, de bezoekers aan het perfecte boek. Naast de uitleen neemt hij ook de promotie en externe communicatie op zich.

Als er mij van 2016 één woord is bijge-bleven, dan is dat het woord post-truth. Niet bepaald een erg mooi woord. Het is zelfs niet eens een volwaardig Nederlands woord. De officiële nummer één en twee waren overigens ‘samsonseks’ en ‘beton-stop’. Maar wie herinnert zich dat nog? Het woord post-truth blijft me bij omdat het zo’n zware impact heeft op onze kijk op de werkelijkheid. “Sinds de brexit en de verkiezing van Trump leven we in het post-truth tijdperk,” lees ik in mijn krant. En verder: “In het post-truth tijdperk is de waarheid niet meer van belang. fictie bepaalt ons handelen.” Aha, fictie dus. Dat klinkt goed, want als bibliotheek-medewerker is fictie mijn domein. En toch word ik hier niet blij van, want fic-tie wordt blijkbaar plots als een probleem beschouwd.

fictie leert ons iets over waarheid en werkelijkheid, via een verzonnen omweg. fictie is dus zelf niet noodzakelijk echt en waarachtig. Het blijft vaak in hoofd-zaak een verzonnen narratief. Jacob van Maerlant noemde alle fictie “vals, leu-genachtig en des duivels”. Zijn alle ver-halen dan leugens? Neen, omdat er een

duidelijk kader is. De lezer krijgt een kader aangeboden met daarin een verhaal. Hij of zij weet dat er binnen dit kader iets verbeeld wordt dat verzonnen kan zijn. Dit kader is belangrijk en elke artistieke uiting krijgt zijn eigen typische kader. Het kader van een schilderij, voor- en achter-flap van een boek, openen en sluiten van het toneelgordijn, beginmuziek en aftite-ling van een film, enz. Het kader vormt een scherpe scheidingslijn tussen werke-lijkheid en fictie. fictie is verzonnen, maar dat is niet erg want we weten dat het ver-zonnen is.

De fictie zelf is nooit het probleem. fictie is inherent menselijk. We vertellen al ver-halen aan mekaar vanaf het moment dat we konden spreken en we zullen het blijven doen zolang de mens als soort bestaat. Het probleem is dat het kader vervaagt. In een post-truth tijdperk zijn er niet plots meer of minder leugens. Er zijn enkel minder grenzen. De grenzen tussen fictie en non-fictie vervagen of verdwij-nen. We weten niet meer wat te geloven.Met verkiezingen in Nederland, frankrijk en Duitsland in aantocht, zal het woord post-truth de komende maanden nog

vaak langs ons netvlies passeren. Hou dan in het achterhoofd dat cultuurhui-zen zoals bibliotheken, musea en archie-ven de laatste bastions zijn in een wereld waarin de grens tussen waarheid en fic-tie vervaagt. Niet omdat we de waarheid aanbieden, maar omdat we de grenzen scherp houden.

META 2017 | 2 | 37

ColuMn

Page 40: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

BiBliotheKen vs. nePnieuwsSteven Laporte

Het debat rond nepnieuws barstte in de nasleep van de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten in 2016 in alle hevigheid los. In dit artikel vragen we ons af hoe we nepnieuws een halt kunnen toeroepen en welke rol bibliotheken en informatieprofessionals hierbij kunnen spelen.

Het rommelt in de wereld van de nieuwsverslaggeving. Kranten staan vol artikels waarin de ene leugen aan de andere onwaar-heid wordt geregen. Op sociale media waant enkel een dwaas zich in het gezelschap van goedbedoelende burgers en hun eerlijke mening. Clickfarms, buitenlandse geheime diensten, bin-nenlandse overheden en alomtegenwoordige multinationals vul-len onze tijdlijnen met misleiding, laster en propaganda. De tv sust wie boos zou moeten zijn, en jut al de anderen tegen elkaar op. Redacties filteren het nieuws dat werkelijk van belang is en zetten dat wat in hun eigen ideologische kraam past op een voetstuk. Nieuwe media verspreiden verzonnen en op sensatie mikkende berichten zonder de geringste vorm van controle. Wie van dit zogezegde ‘nieuws’ ook maar één jota gelooft, is in het beste geval naïef, maar hoogstwaarschijnlijk zelf medeplichtig. Het best kan men nog vertrouwen op wat er niet staat, op dat-gene wat angstvallig verzwegen wordt om macht en privileges te beschermen en toe te staan dat duistere agenda’s worden uitgevoerd. Kortom: de toestand is hopeloos. Of toch niet?

Misschien is alles nog niet verloren, want gelukkig zijn er nog verstandige lieden die ons voor dit doemscenario kunnen behoeden. We hebben het natuurlijk over bibliotheken en de informatiespecialisten die er werken. Want laat het nu toeval-lig zo zijn dat het aanleveren van betrouwbaar bronmateriaal een van de centrale taken is van de bibliotheek. Bovendien zijn sterke informatievaardigheden een fonkelende pijl in de koker van wie er werkt. Het zou ons dus niet moeten verwonderen dat hun deuren momenteel worden platgelopen door talloze belangstellenden op zoek naar kalmte en degelijkheid, en dat politieke leiders non-stop aan de telefoon hangen met de knap-ste bibliothecarissen, in een verwoede poging om het hoofd te bieden aan deze nieuwe bedreiging.

Maar wat blijkt? De telefoon blijft stil en de bezoekers verlan-gen niet meer dan de gebruikelijke dienstverlening. Het is zelfs zoeken met een vergrootglas naar stukken die de link leggen tussen bibliotheken en de bestrijding van vals nieuws. Waar zit het dan fout? Klopt er dan niets van de t-shirts en koffie-kopjes met opschriften als “Please don’t confuse your Google search with my Library degree”? Heeft Google de bibliotheek misschien toch overbodig gemaakt? Of hebben bibliotheken wel degelijk wat te bieden, maar krijgen ze hun boodschap niet bij het brede publiek? In ieder geval zijn bibliothecarissen het aan zichzelf verschuldigd om even stil te staan bij het maatschap-pelijke fenomeen ‘nepnieuws’, en de rol die bibliotheken kunnen spelen in de omgang ermee.

Waar te beginnen? Eerst en vooral mag het duidelijk zijn dat — hoewel bibliotheken met hun informatiespecialisten wel degelijk over een grote hoeveelheid expertise beschikken rond

de selectie en evaluatie van bronnen — ze niet als enigen actief zijn op het gebied van bronanalyse. Een sceptische houding ten opzichte van het bronmateriaal is een basishouding die hoort bij iedere wetenschappelijke discipline. Kort en bondig komt het hierop neer: geloof nooit zomaar wat geschreven staat. Deze scepsis beperkt zich trouwens niet tot wat men zoal leest in de populaire pers. Het gaat net zo goed over wetenschappelijke publicaties zelf. Een bron dankt haar betrouwbaarheid voorna-melijk aan de feiten waar ze verslag van brengt of mee aan de slag gaat. Iedere andere autoriteit, zoals de reputatie van de auteur, de roem van een universiteit of de renommee van het journal waarin een onderzoek verscheen zijn hiervan afgeleide producten. Dit brengt ons al meteen bij een eerste opmerkelijke conclusie: een bron ontleent haar geloofwaardigheid aan feiten in de wereld. Anders geformuleerd: de informatiestromen zelf — de tweets, de artikels, de interviews, de facebookposts en de lawine aan commentaren hierop — zijn afgeleide producten van een juiste, of een verkeerde voorstelling van feiten.

Vanuit dit perspectief kunnen we de informatie die op ons afkomt in twee categorieën opdelen: 1) informatie die verslag brengt van feiten en gebeurtenissen en 2) de verbanden die hierdoor worden gelegd. Bij de eerste soort informatie gaat het erom of de bron een getrouwe weergave geeft van de werke-lijkheid: is het voorval werkelijk gebeurd, is het representatief, zijn de waarnemingen controleerbaar, enz. Om hiervoor beves-tiging te vinden moeten we het veld in, meten en controleren. Om de commentaren en verbanden te beoordelen moeten we eerder ons oordeelsvermogen mobiliseren: zijn de verbanden die worden gelegd logisch, worden oorzaak en gevolg correct ingeschat, werd de context correct overwogen, enz.

Nu is een accurate weergave van feiten op zich al een hache-lijke onderneming: een feit staat zelden op zichzelf maar hangt vaak af van eerdere aannames. Bovendien maken feiten meestal deel uit van een argumentatie en is hun selectie daarom niet louter toevallig. Toch zijn feiten relatief makkelijk te hanteren in vergelijking met de commentaren. Het blijft eenvoudiger om te achterhalen of een persoon een bepaalde uitspraak al dan niet heeft gedaan, dan te bepalen wat hij er precies mee bedoelde. Het is eenvoudiger om te tellen hoeveel personen in een bepaalde periode een grens overstaken dan te achterhalen wat hun beweegredenen hiervoor waren.

De relatie tussen feiten en de waarheid is wat complexer. In de klassieke correspondentietheorie is een overtuiging waar als zij correspondeert met de feiten. Om wijs te raken uit de grote hoeveelheid feiten die ons brein dagelijks te verwerken krijgt slaat het die feiten echter niet gewoon op, maar structureert hen in een systeem. Dit systeem streeft ernaar zichzelf zo min

38 | META 2017 | 2

essay

Page 41: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

mogelijk tegen te spreken en streeft dus naar coherentie. En ook bij dit principe hoort een theorie, namelijk de coherentie-theorie. Volgens de coherentietheorie is een overtuiging pas waar wanneer ze onderdeel uitmaakt van een coherent systeem van overtuigingen. Een groot deel van de geschiedenis van de westerse filosofie van de twintigste eeuw stond in het teken van de botsing tussen deze twee theorieën. Momenteel schiet men vaak met scherp op het zogenaamde postmodernisme, een containerbegrip dat doorgaans begrepen wordt als een vorm van analyse die het belang van de eigen persoonlijke context benadrukt wanneer we feiten gaan interpreteren. Men verwijt de postmodernisten dat ze ons in een verlammend relativisme hebben gestort. Ieder zijn waarheid, zeg maar. Gemakshalve wordt het belang van de vaak erg productieve reflex om de eigen positie kritisch te analyseren, die deze manier van denken meebracht, dikwijls geminimaliseerd.

Daartegenover kwam het sciëntisme — eigenlijk ook een con-tainerbegrip — te staan. Sciëntisme kunnen we uitleggen als de overtuiging dat we de wereld volledig kunnen begrijpen met behulp van de methoden van de positieve wetenschap-pen. Dankzij haar grote praktische potentieel vonden en vin-den haar pleitbezorgers vlot het oor van gezagsdragers. Bij de toepassing van haar aanpak op steeds complexere menselijke en sociale fenomenen, loopt ze evenwel het risico zich te ver-galopperen. Ook bleek het niet altijd vanzelfsprekend om met haar bevindingen — zelfs wanneer deze onomstotelijk zijn — de verbeelding van het brede publiek te vangen.De zoektocht naar een gedeelde waarheid lijkt bijgevolg nog niet zo snel ten einde te zullen komen. Het is dan ook wat ongeluk-kig om te spreken over een post-truth-tijdperk. Dit zou immers suggereren dat er ooit een algemeen aanvaarde waarheid heeft bestaan, wat historisch onjuist is. Het echte gevaar schuilt in het ontstaan van een post-fact samenleving. Een samenleving waar de feiten zelf moedwillig verkeerd worden voorgesteld. Of erger nog: een samenleving die zich niet langer voor de feiten interes-seert.. Een waarschuwing voor een post-fact-samenleving zou bijgevolg beter op zijn plaats zijn.

Vanuit praktisch oogpunt is het ook een stuk nuttiger om de klemtoon te leggen op een juiste weergave van de feiten. Van verschillende partijen die het eens zijn over de feiten, kun je zeg-gen dat ze in dezelfde wereld leven, zelfs wanneer hun interpre-tatie van die feiten verschillend is. Als er geen overeenstemming

bestaat over de feiten, kunnen de betrokken partijen net zo goed in verschillende werelden leven, zonder veel hoop op overeen-stemming of zinvolle dialoog. Wanneer we het hebben over nep-nieuws gaat het in veel gevallen over dingen die zo duidelijk ver-zonnen zijn, dat ze op geen enkele manier nog te maken hebben met het subtiele filosofische debat dat hierboven beschreven werd. De werktuigen in de gereedschapskist van bibliotheek-medewerkers komen hier wel degelijk van pas.

Een van de taken van informatieprofessionals is die bronnen aan te duiden, die er het best in slagen de feiten weer te geven: een werk over historische gebeurtenissen dat stoelt op gede-gen onderzoek bijvoorbeeld, of het aanduiden van een bron die betrouwbare cijfers produceert rond demografie. Wat ze hier-voor ter beschikking hebben is niet de feitenkennis zelf, maar kennis van een methode. Ze kunnen het publiek bijvoorbeeld

vertellen dat het nuttig is om te achterhalen wie de auteur is van een bepaalde tekst, en zich vervolgens de vraag te stellen of die auteur het eventueel bij het verkeerde eind zou kunnen hebben. Ze kunnen op het nut wijzen om andere ongerelateerde bronnen te gaan zoeken over hetzelfde onderwerp en zich telkens weer dezelfde vraag te stellen: “Kan deze auteur misschien fout zijn?”. En vooral kunnen informatieprofessionals het publiek op het hart drukken om alles wat hen wordt voorgeschoteld als twijfelachtig te beschouwen tot het tegendeel — na het veelvuldig uitvoeren van de vorige stappen — wel heel erg onwaarschijnlijk wordt.

Het identificeren van een betrouwbare bron is geen eenvoudige taak en het vraagt dan ook de ontwikkeling van informatievaar-digheden en een engagement voor levenslang leren. Het geeft ook aan dat wie oprecht op zoek wil gaan naar betrouwbare informatie niet langer genoegen kan nemen met een passieve rol. Gezien de overvloed aan informatie die ons dagelijks bereikt, zal iedere nieuwsconsument een beetje onderzoeker moeten worden. Bibliotheekmedewerkers kunnen hun leners dus meer meegeven dan enkel de gevraagde boeken. Om een verschil te maken zullen ze manieren moeten vinden om hun vaardighe-den voor het maken van een goede selectie te delen met hun gebruikers.

Tot een paar jaar geleden hadden we ons verhaal hier kunnen afronden. Maar met de komst van nieuwe media won een nieuw dynamisch proces voor informatieverspreiding snel terrein.

“ KLOPT ER DAN NIETS VAN DE T-SHIRTS EN KOFFIEKOPJES MET OPScHRIfTEN ALS “PLEASE dON’T CONfuSE yOur GOOGLE SEArCH wITH my LIBrAry dEGrEE” ?

META 2017 | 2 | 39

essay

Page 42: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Een dynamiek waarop informatieprofessionals — en niet enkel zij — veel moeilijker een goede greep kunnen krijgen. Dit pro-ces wordt gedreven door een eenvoudig principe, namelijk de neutraliteit van het medium ten opzichte van de inhoud van de berichten. Nu wordt er aan die neutraliteit natuurlijk hier en daar afbreuk gedaan. Zo worden ongepaste foto’s geweerd van sociale netwerksites als facebook. Daarnaast kan er wor-den ingegrepen in het automatische proces wanneer er bijvoor-beeld sprake is van ernstige persoonlijke bedreigingen. Maar de essentie blijft dat het ene bericht door het systeem volstrekt evenwaardig wordt behandeld als het andere. Dit principe is de grote kracht van sociale media — veel democratischer kun je het niet bedenken — maar het zorgt net zozeer voor grote bekommernissen.

In de keuze voor de inhoudsneutrale behandeling van berich-ten op sociale media, schuilt het stilzwijgende uitgangspunt dat iedere mededeling in essentie evenwaardig is. Het gewicht dat het bericht vervolgens krijgt wordt volledig bepaald door de andere — al dan niet menselijke — gebruikers. Dit hangt af van

het aantal volgers van de persoon die het stuurt, of deze volgers het bericht negeren of delen met hun volgers, enz.

Een mogelijke uitkomst is dat — hoewel het best mogelijk is dat er verkeerde informatie de wereld wordt ingestuurd — het beste of meest relevante bericht uiteindelijk zal komen bovendrijven. Deze hoopvolle redenering doet denken aan het principe van The wisdom of Crowds, naar het gelijknamige boek van James Surowiecki. Kort samengevat stelt dit boek dat in bepaalde omstandigheden grote groepen in staat zijn om in bepaalde betere beslissingen te nemen dan een alleenstaand individu. Het maakt in deze voorstelling niet uit dat er soms foute informatie de wereld wordt ingestuurd, gezien deze er uiteindelijk uit zal worden gefilterd. Voorwaarde is dat de groep voldoende groot en voldoende divers is, en dat de leden niet gestuurd worden door hiërarchie of groepsdruk.

Of dit vertrouwen in de wijsheid van grote groepen steeds gerechtvaardigd is, is twijfelachtig. Dat het zou opgaan voor sociale media is vrijwel zeker onjuist. Ieder afzonderlijk bericht wordt immers geschreven door een persoon binnen de groep.

Dat het bericht achteraf wijzer zou blijken dan het slimste indi-vidu in die groep is ongerijmd. Maar misschien moeten we niet kijken naar het bericht zelf, maar zit de wijsheid in de speci-fieke keuze die collectief werd gemaakt? Het meest gedeelde bericht op facebook in 2016 — met meer dan 5 miljoen shares — had als titel New Alzheimer’s Treatment fully restores memory function. Bij nader onderzoek vinden we dat het stuk in kwes-tie een flinterdunne laag waarheidsgetrouwe informatie bevat waarop een totaal misleidend artikel werd gebouwd. Nepnieuws dus. Mogelijk heeft de wisdom of crowds op sociale media resul-taten opgeleverd die te ingewikkeld zijn om door een gewone sterveling juist geïnterpreteerd te worden. Waarschijnlijker is echter dat het principe niet op de huidige vormen van informa-tieverspreiding van toepassing is.

Leveranciers van sociale media lijken zich ondertussen bewust te worden van het probleem en zoeken naar aanpassingen die het euvel moeten verhelpen. De meest voor de hand liggende aanpak is het inbouwen van de mogelijkheid voor het publiek om vals nieuws te ‘vlaggen’. Dat belooft zeker nog interessant

te worden, al moeten we opmerken dat ook deze werkwijze ver-trekt van het principe van een wisdom of crowds.

Wat betreft de omgang met sociale media is het veel minder duidelijk welke oplossingen informatieprofessionals het publiek kunnen aanreiken. In het beste geval kunnen zij helpen het publiek bewuster te maken van de achterliggende dynamiek bij iedere like en tweet. Informatieprofessionals mogen zich hierbij echter verwachten aan een harde strijd om alsnog het oor van het publiek te vinden.

Tot op heden hebben bibliotheken nog geen plaats van belang veroverd in de cockpit van de digitale informatiewereld. Als ze alsnog een bijdrage willen leveren aan dit debat moeten ze manieren ontwikkelen om hun reputatie van leveranciers van betrouwbare informatie over te brengen op de nieuwe media. We moeten hier over nadenken, want het water staat ons aan de lippen.

“ VOORAL KuNNEN INfORMATIEPROfESSIONALS HET PuBLIEK OP HET HART DRuKKEN OM ALLES WAT HEN WORDT VOORGESCHOTELD ALS TWIJFELACHTIG TE BESCHOUWEN TOT HET TEGENDEEL WEL HEEL ERG ONWAARScHIJNLIJK WORDT.

> een versie van dit essay met voetnoten vindt u terug op onze website.

40 | META 2017 | 2

essay

Page 43: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen
Page 44: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

“ JOBCRAFTING VERTREKT VANUIT TALENTEN EN DIE ZIJN NIET DEZELfDE ALS cOMPETENTIES.

Jobcrafting (Baanboetseren)Jacqueline van Leeuwen - Interne vorming VVBAD 16 december 2016 – faro, Brussel

‘s Morgens verzamelden twaalf bibliotheek- en archiefmen-sen zich in de Priemstraat in Brussel voor een paar uren jobcrafting onder leiding van Jacqueline van Leeuwen. Het concept jobcrafting komt uit de positieve psychologie en doet je kijken naar datgene waardoor je energie krijgt en meer plezier in je werk. Doorgaans focust men zich te veel op de negatieve zaken: er is een probleem en dat moet opgelost worden.

Jobcrafting vertrekt van-uit talenten en die zijn niet

dezelfde als competenties, zoals aangegeven in tabel 1.

Als men over competenties spreekt, wordt er gedacht vanuit een tekort. Bij talenten gaat het over zaken die je leuk vindt, soms zelfs als kind al, en die jou energie geven.

Na deze verhelderende inlei-ding startten we met een eer-ste oefening. Aan de hand van een ‘flowverhaal’ gingen we op zoek naar onze talenten. We beschreven eerst voor ons-zelf een situatie op het werk waarin we ons helemaal in ons element voelden en de tijd vloog. Op een lange lijst met talenten konden we deze aanduiden die we — naar ons eigen gevoel — gebruikt had-den. Daarna vertelden we

ons flowverhaal aan onze buurman/-vrouw waarop deze op ons talentenblad aan-kruiste welke talenten we vol-gens hem/haar in die situatie gebruikten.

Binnen de werkomgeving is het belangrijk een balans te vinden tussen risico’s en ener-giegevers. Een oefening om zicht te krijgen op je eigen risico’s en energiegevers is het aanduiden van je ‘groene en rode momenten’ in je agenda. Groene momenten of ener-giegevers zijn die momen-ten waarop je geniet van dat-

gene waarmee je bezig bent, waarop je de tijd vergeet, waar je naar uitkijkt, waarvan je het zelf niet zo bijzonder vindt maar waarbij anderen je erop wijzen dat je het goed kan, waarbij je na afloop misschien wel fysiek moe bent, maar waarbij je mentaal meer ener-gie hebt dan vooraf.

Rode momenten of risico’s zijn die momenten waarop de tijd niet vordert, waar je niet naar uitkijkt, waarop je jezelf heel erg moet concentreren om een goed resultaat te kunnen neerzetten, waar je moe van wordt, waar je tegenop ziet, die je uitstelt.

Soms doe je al spontaan aan jobcrafting, bijvoorbeeld wan-neer je je bureauruimte aan-past of als je een taak ruilt

Competentie Talent

Aangeleerd Aangeboren (maar je moet wel de mogelijkheid hebben om het te ontwikkelen)

Verbonden met norm (bijv.. jobprofiel)

Verbonden met hart / passie

Noodzakelijk om prestaties te behalen

Noodzakelijk om verschil te maken

Minder duurzaam (meestal té specifiek en daardoor minder flexibel)

Duurzaam

Gekoppeld aan het werk Ook in de vrije tijd (hobby, familie)

Tabel 1.

Niet belangrijk voor werk

Belangrijk voor werk

Kost energie

Geeft energie

Vrije tijd Versterken

Afstoten craften

Figuur 1.

42 | META 2017 | 2

KronieK

Page 45: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

met een collega. Je doet aan jobcrafting telkens wanneer je de tijd neemt om een bepaald proces in de organisatie onder de loep te nemen en je afvraagt wat fout en wat goed loopt en wat er beter kan.

Een verhelderende oefening is het plaatsen van taken in figuur 1. Het is een manier om te bekijken hoe je met de verschillende taken kunt omgaan. Taken die niet belangrijk zijn voor het werk en jou energie kosten, kun je proberen afsto-ten; taken die niet belangrijk zijn voor het werk en jou ener-gie geven, zijn eerder voor in je vrije tijd. Met jobcrafting kun je aan de slag bij die taken die belangrijk zijn voor het werk en jou energie kosten terwijl je de taken die belangrijk zijn voor het werk en jou energie geven best versterkt.

De veranderingen die je kunt bewerkstelligen door middel van jobcrafting kunnen opge-deeld worden in vijf sleutels: taken, relaties, talenten, cogni-tieve en omgevingselementen.

Bij ‘taken’ kun je je o.a. de vol-gende vragen stellen: “Moet ik dit zo doen?”, “Kan ik ruilen met een collega?”, “Kan ik mijn werkplanning aanpassen?”, “Kan ik dit aanvullen met taken die me wel energie geven?”.

Bij ‘relaties’ kun je je o.a. de vraag stellen of je de taak wel alleen moet doen, of kun je op zoek gaan naar iemand die jou kan helpen om het nog beter te doen.

Bij de ‘cognitieve elementen’ kun je je o.a. afvragen wat het belang is van deze taak voor je functie en voor de organisatie.

Misschien kun je iets aan de ‘omgeving’ doen door o.a. op zoek te gaan naar de beste plaats om de taak te doen, door hulpmiddelen in te zet-ten of door storende omge-vingsfactoren weg te nemen.Tenslotte kun je nagaan welke ‘talenten’ je kunt inzetten.

Aan de hand van enkele prak-tijkvoorbeelden kregen we van de lesgever een boeiend beeld van hoe dergelijke vorming rond jobcrafting in zijn werk gaat, zowel in een vrij goed functionerend team als in een team waar heel wat wrijvingen tussen de teamleden zijn.

Bij het afronden van de voor-middag kwamen er nog een aantal leestips en aanbevelin-gen uit de groep:• Danielle Krekels: Speel je

kerntalenten uit• Danielle Krekels: Beken(d)

talent• Mark van Vuuren: mooi werk• Werken met de kernkwalitei-

ten van Ofman• https://omdenken.nl/

Van deze energiegevende voormiddag onthoud ik dat je zelf iets aan je werkomstan-digheden kunt doen omdat je eigen invloed op je werk gro-ter is dan je denkt en dat job-crafting een individueel pro-ces is dat een diepere invulling krijgt als je het met meerderen doet.

Miche Bekaert

META 2017 | 2 | 43

KronieK

Page 46: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

oCe formuleert kanttekeningen over het Cultureel-erfgoeddecreet 2017

Op 17 januari 2017 was het OcE een van de sprekers op de hoorzitting over het nieuwe erfgoeddecreet. De keuzes die de Vlaamse Regering voor een duurzame cultureel-erf-goedwerking maakte, zet-ten aan tot een wijziging van het cultureel erfgoeddecreet van 2012. Hiertoe diende de Vlaamse Regering een ont-werp van decreet in bij het Vlaams Parlement. De leden van de commissie hielden hierover een hoorzitting met Jorijn Neyrinck, ondervoor-zitter sectorraad Kunsten en Erfgoed van de Strategische Adviesraad cultuur (SARc), met Jan De Maeyer, voorzitter OcE en met Hilde Plas, staf-medewerker Kunsten, cultuur en Erfgoed van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.

OcE sloot zich aan bij de visie van SARc, mits enkele beden-kingen. Namens OcE werd de waardering uitgedrukt over de gastvrijheid van het kabi-net en het departement cJSM en over het werk dat gestoken is in de vernieuwende benade-ring van het nieuwe erfgoed-decreet sinds 2002. De gele-verde inspanningen om tot een helder begrippenappa-raat te komen worden enorm gewaardeerd. Vooral de inzet op collectiebeherende instel-lingen, met accenten op par-ticipatie, collectiewaardering en internationalisering en het creëren van een dynamische ruimte, wordt op prijs gesteld door OcE.

OcE stelde echter ook vra-gen bij het gebrek aan dui-delijkere perspectieven voor verschillende aspecten die verbonden zijn met het erf-goeddecreet. Aspecten zoals

de rol van de bovenbouw, digi-talisering, depotwerking en de vrijwilligerswerking in de erf-goedsector zijn niet duidelijk gedefinieerd. Verder is OcE van mening dat de manier waarop het complementaire beleid tussen Vlaanderen en steden en gemeenten is opge-vat voor een verschraling van het erfgoedveld zorgt. Zeker de regionale erfgoedwerking komt onder druk te staan. Dit is nadelig voor de kleinere spelers: het erfgoedland-schap is breder dan alleen de vandaag erkende en gesubsi-dieerde organisaties. Hier sluit het OcE zich volledig aan bij de bedenking van SARc. Het OcE is ook van mening dat het decreet enkel realiseerbaar is als elke organisatie toegang heeft tot financiële middelen en niet enkel de grote spelers. De vraag om organisaties die

erfgoed niet als kerntaak heb-ben niet bij voorbaat uit te sluiten, keert niet enkel terug bij OcE, maar ook bij SARc. Er blijft een vaagheid tussen functies en rollen die instel-lingen kunnen opnemen, zon-der zicht op helderheid. Het gekende pleidooi voor vol-doende financiële middelen voor het erfgoeddecreet even-als voor transparantie betref-fende een vooropgesteld bud-get, werd meermaals herhaald tijdens de hoorzitting door OcE en SARc.

Tot slot duidde OcE op de strakke timing van het decreet; om tot een duidelijk en trans-parant decreet te komen, is er meer tijd nodig. Deze bemer-king kwam terug bij de drie vertegenwoordigers tijdens de hoorzitting. (LV)

> op https://www.vlaamsparlement.

be/commissies/commissievergade-

ringen/1105151 kun je de volledige

hoorzitting van 17 januari herbekij-

ken.

“ DE MANIER WAAROP HET cOMPLEMENTAIRE BELEID TUSSEN VLAANDEREN EN STEDEN EN GEMEENTEN IS OPGEVAT ZORGT VOOR EEN VERScHRALING VAN HET ERfGOEDVELD.

44 | META 2017 | 2

KronieK

Page 47: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

VVBAD organiseert

Informatie aan ZeeCongres voor de informatieprofessional

donderdag en vrijdag14 en 15 september 2017

Kursaal Oostende

www.vvbad.be/informatieaanzee

VVBAD organiseert

Informatie aan ZeeCongres voor de informatieprofessional

15de editie

Page 48: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

toePassinG

“ OP EEN DAG HAD HET NIJL-PAARD ER ZO GENOEG VAN DAT HIJ GRIJS EN LOG WAS DAT HIJ DE SPRINK-HAAN AANSPRAK EN VROEG OF HIJ MET HEM WILDE RuILEN. “JA, DAT IS GOED,” ZEI DE SPRINK-HAAN. HET LEEK HEM HEERLIJK OM EENS DIK EN TEVREDEN TE ZIJN EN NIET ALTIJD OP TE HOEVEN LETTEN OF DE WIND JE NIET WEGBLIES. EN BOVENDIEN MEENDE HIJ DAT HET NIJLPAARD VEEL MEER TAART, SNOEP EN HONING OP KON DAN HIJZELf, EN DAT WILDE HIJ GRAAG EENS MEEMAKEN. DUS RuILDEN ZIJ.

Toon Tellegen ‘langzaam, zo snel als zij konden’

Grote schoonmaak op je tablet

Ilse Depré, BiB IDee

De kracht van tablets en smartphones schuilt in de miljoenen apps die ons toestel multifunctioneel maken. Maar al die programma’s nemen plaats in, en afhankelijk van de grootte van de harde schijf kun je tegen de limiet botsen. Daarom moet je af en toe eens grote schoonmaak houden!

Sommige Android-toestellen bieden je de mogelijkheid om de opslag-capaciteit uit te breiden via een SD-kaart. Je moet wel zelf je apps over-zetten of in de camera-app de opdracht geven om foto’s op de kaart te bewaren. Bij een iPad of iPhone kun je nooit een SD-kaart gebruiken: die koop je dus best op de groei. Want vol is vol!

Via de app Instellingen kun je snel checken hoeveel ruimte je nog over-houdt. Bij Apple-toestellen klik je door naar ‘Algemeen’ en vervolgens ‘Beheer opslagruimte’. Klik nogmaals op ‘Beheer opslag’ en je krijgt zelfs een overzicht van alle apps, in volgorde van de gebruikte opslag-capaciteit. Zo kun je snel de grote ongebruikte apps verwijderen. Bij Android kies je ‘Opslagruimte’ om een overzicht op te vragen. Hoeveel elke app inneemt, kun je zien bij ‘Apps’ of ‘Applicatie(beheer)’.

Soms zijn apps vrij klein als je ze net geïnstalleerd hebt, maar worden ze groter bij gebruik. Denk maar aan de camera-app, die je foto’s ver-zamelt, of een krantenapp, waarin je elke dag een nieuwe editie down-loadt. Ook binnen apps moet je dus regelmatig opschonen. In heel wat apps, waaronder browsers en sociale media, wordt er ook automatisch informatie bijgehouden, zoals de browsegeschiedenis en cache. Af en toe kun je die ook weer wissen, maar dat varieert van app tot app. Lukt dat niet, dan kun je eventueel de app verwijderen en weer installeren.

> Meer info en nuttige app: http://bibidee.blogspot.com

46 | META 2017 | 2

toePassinG

Page 49: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

liesBet-ann VerBruGGen

Liesbet-Ann Verbruggen is teamverantwoordelijke van de jeugdbibliotheek in OB Mechelen. Ze is ook actief in de VVBAD-vakgroep jeugdbibliothecarissen Haar interesses hangen een beetje van het moment af. In drukke periodes zoekt ze rust en nestelt ze zich in de zetel om naar een goede serie te kijken (The OA, 3%,…). En als ze meer tijd heeft, organiseert ze graag etentjes of gaat ze naar het theater.

“ Zolang ik in de bibliotheek werk, geraak ik niet van de gewoonte af om meerdere boeken tegelijk te lezen.”

Liesbet-Ann Verbruggen:

Welk boek ligt er al een tijdje op je te wachten en waarom ben je er nog niet aan begonnen?Kinderen van moeder A a r d e va n T h e a Beckman. Mijn zus — die zes jaar ouder is dan ik — vertelde me vroe-ger altijd heel uitgebreid over de boeken die ze aan het lezen was. En dit boek was een van haar favorieten. Ik wil er al heel erg lang aan beginnen, maar er komen steeds andere boeken tussen.

Wat zijn je leesgewoontes?Ik zit elke dag twee uur op de trein, en dan lees ik onder ander de nieuwsartikels op de Standaard Online, een tijdschrift of prentenboeken. Romans lees ik meestal ’s avonds, net voor het slapengaan. Maar dan ben ik vaak te moe om meer dan 10 pagina’s te lezen. In het weekend haal ik de schade in. Dan kruip ik graag voor enkele uren onder een dekentje met mijn boeken. Ik lees ook altijd verschillende titels tegelijkertijd. Een lastige gewoonte, want daardoor lukt het me niet altijd om alle boeken uit te lezen. Maar zolang ik in de bibliotheek werk — en voortdurend mooie werken ontdek — zal ik wel niet van die gewoonte af geraken.

ontmoet er allerlei fantastische creaturen. Het verhaal is spannend, grappig en heeft twee heerlijke slechteriken: Mr. croup en Mr. Vandemar. Als ik straks thuiskom, ga ik dan ook meteen verder lezen.

Welk boek mag er altijd in je nachtkastje blijven liggen en waarom?Ik heb twee grote favorieten. Ten eer-ste de dierenverhalen van Toon Tellegen, omdat ze heel eenvoudig lijken maar toch vol wijsheid zitten. Ik heb ze leren kennen

tijdens mijn lessen voordracht en ik ben nog steeds niet uitgelezen. En ten tweede Soldaten huilen niet van Rindert Kromhout. Ik kende Virginia Woolf uiteraard al, maar Kromhout beschrijft de kleur-rijke figuren van de

Bloomsbury Group zo levendig, dat een bezoekje aan charleston nu op mijn buc-ket list staat.

Welke boeken liggen er nu op je nacht-kastje?Ik ben me volop aan het voorbereiden op de Jeugdboeken maand. De boeken die nu voor me klaar liggen, draaien dus allemaal rond de thema’s gender, diver-

siteit en identiteit. Ik heb net Ik heet Jan en ik ben niets bijzon-ders uitgelezen en dat vond ik — ook dankzij de tekeningen van Eva Mouton — erg grappig. En nu ligt De evolutie van Calpurnia Tate van Jacqueline Kelly voor me klaar. Ondertussen ben ik ook bezig in

Neverwhere van Neil Gaiman, een tip van mijn schoonbroer omdat ik zo graag Londen bezoek. Ik geniet er alvast heel erg van. Het verhaal gaat over Richard, een jonge effectenmakelaar uit Londen die op een avond een gewond meisje ont-moet, Door. Hij wil haar naar het zieken-huis brengen, maar zij weigert. Richard neemt haar onder zijn hoede en brengt haar naar zijn appartement. Maar Door komt uit London Below, een eeuwenoude wereld in de riolen onder Londen. En ze wordt op de hielen gezeten door twee huurmoordenaars. uiteindelijk belandt Richard zelf in London Below en hij

META 2017 | 2 | 47

zoGelezen

Page 50: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Lettergreep • Kenniscentrum ARhus in Roeselare

Jongeren van de OnthaalKlas Anderstalige Nieuwkomers (OKAN) worden wegwijs gemaakt in ARhus. Samen kiezen ze een Nederlandse tekst die hen aanspreekt. In een grafiek-atelier geven ze, onder begeleiding van grafische kunstenaars van vzw De Batterie, hun favoriete stukje Nederlandse tekst vorm.

Zo worden de jongeren op een ongedwongen manier geprikkeld om zich verder te verdiepen in het Nederlands.

> Zie ook p. 7

48 | META 2017 | 2

uitziCht

Page 51: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Wegwijzer bibliotheken en documentatiecentra maakt deel uit van de e-bib, een abonnementssysteem volledig op maat van de gebruiker:

Aantal exemplaren: VVBAD-lid:

Abonnementsformule:

Stuur of fax onderstaande bestelbon naarPoliteia • Keizerslaan 34 • 1000 BrusselFax: 02 289 26 19 • Tel: 02 289 26 10, of bestelvia www.politeia.be • e-mail: [email protected]

De prijs van het basisboek is eenmalig te betalen bij de opstart van het abonnement. De prijs van het abonnement is jaarlijks te betalen.

* Het betreft hier een publicatie met jaarabonnement. Een abonnement loopt van januari tot december van hetzelfde kalenderjaar. De getoonde prijs komt overeen met de prijs van het abonnement voor het volledige kalenderjaar inclusief de prijs van het basisboek (eenmalige aankoop). De prijs voor de lopende jaargang van uw nieuw abonnement wordt berekend op basis van het instapmoment. Check voor actuele prijzen steeds onze website www.politeia.be.Uw gegevens worden in vertrouwen behandeld en niet aan derden doorgegeven. Overeenkomstig de wet op de privacy heeft u inzage- en correctierecht.

y Kies uw formule: print, digitaal of print + digitaal y Info waar, wanneer en op welke drager u het wilt y U betaalt één jaarprijs, alles inbegrepen

print digitaal print + digitaal

Print € 458 € 418

y Basisboek € 109 € 69 y Abonnement € 349 € 349

Digitaal € 378 € 338

y Basisboek € 99 € 59 y Abonnement € 279 € 279

Print + Digitaal € 568 € 528

y Basisboek € 129 € 89 y Abonnement € 439 € 439

Standaard VVBAD Standaard VVBAD Standaard VVBAD

VVBADomdat informatie belangrijk is

VLAAMSE VERENIGING VOOR BIBLIOTHEEK, ARCHIEF & DOCUMENTATIEStatiestraat 179 2600 Berchem+32 3 281 44 57 [email protected] www.vvbad.be

Page 52: ARt & ARchItEctuRE thEsAuRus EEn EvAluATiE vAn AnET-AAT · 2017-09-04 · Mediawijs, samen met bibliotheken scholen en ouders activeren om kinderen en jonge-ren in Vlaanderen te ondersteunen

Eindelijk inzicht in collectiebeleid en -planning.

V-eyeQ is een applicatie voor collectiebeheer en -planning.

Met V-eyeQ kunnen bibliothekenaanzienlijke besparingen realiseren door middel van een efficiënter collectiebeleid. Ze kunnen het gebruik van de collecties intensiverenen op elk moment instant-inzicht krijgenin hoe de collectie presteert.

Contact:[email protected]