bulletin 2013-02

16
“We have a choice to use the gift of our lives to make the world a better place” Jane Goodall Jane Goodall Instituut Nederland Bulletin 02/2013 Honger naar palmolie Girlpower in het regenwoud Geen apenstreken

Upload: jgi-nl

Post on 30-Mar-2016

217 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Nieuwsbulletin van Jane Goodall Instituut Nederland met achtergrondnieuws over de projecten, Jane Goodall en chimpansees.

TRANSCRIPT

Page 1: Bulletin 2013-02

“We have a choice to use the gift of our lives to make the world a better place” Jane Goodall

Jane Goodall Instituut Nederland Bulletin 02/2013

Honger naar palmolie

Girlpower in het regenwoud

Geen apenstreken

Page 2: Bulletin 2013-02

Colofon

Afrika Projecten & Chimpansees

Honger naar palmolie bedreigt nu ook de chimpansee

Girlpower in het regenwoud

Met de Green Experience mee naar Oeganda

Geen Apensteken

Korte berichten

Nieuw in onze webwinkel

Even Voorstellen

Marianne Michielen

InhoudISSN: 2211-4661

Dit bulletin is een uitgave voor de donateurs, adoptieouders en vrijwilligers van:

Jane Goodall Instituut Nederland

Adres: Postbus 22516802 CG ArnhemTel. 06-20611000E-mail : [email protected] : www.janegoodall.nl

Gironummer: 3026Bankrekeningnummer: ASN Bank 91.33.54.880

Aan dit nummer werkten mee :Redactie: Susan Peeters Diederik VisserVerder: Monique van de Burgt Latoya Meuris Marianne Michielen Ilse Naus Dagmar van Weeghel, Nature for Kids

Fotografie: Andrew Bernard, Kibale Chimpanzee Project Monique van de Burgt Disney Nature Greenpeace Kibale Snare Removal Project René Malcorp, Green Experience Anna Meek Patrick van Veen Diederik Visser

Bestuur :Petra Aartsen PenningmeesterKarin BloemPatrick van VeenCora de Wit VoorzitterAlexander Zeverijn

Raad van aanbeveling :Irene van Lippe BiesterfeldMargaretha de BoerFrans EversJessica EversLeoni JansenRuud LubbersFred MatserIvo NieheWillemijn VerloopHans Wijers

Advertenties :Voor advertenties gelden de navolgende tarieven :

1/8 pagina 50 €1/4 pagina 90 €1/2 pagina 165 €hele pagina 295 €

Heeft u interesse om een advertentie te plaatsen ? Neem contact op met de redactieTel. 06-12614164; e-mail [email protected] redactie kan advertenties weigeren

Foto voorkant omslag: Ontbossing in Kameroen, Expedition Factory Klimaat Expeditie FSC RegenwoudFoto achterkant omslag: George Strunden, JGI USADit bulletin is geprint op FSC-gecertificeerd papier

2

3

7

9

13

14

15

Page 3: Bulletin 2013-02

3

Groeiende honger naar palmolie bedreigt chimpanseeHet zit in 60% van je dagelijkse boodschappen. Van brood, ham, koekjes en melk tot aan shampoo, deodorant en lipstick. Je kunt het zo gek niet bedenken of er zit wel palmolie in. Op het etiket valt het meestal onder de parapluterm ‘plantaardige oliën’. Het is de meest gebruikte plantaardig olie ter wereld, maar de productie ervan heeft desastreuze gevolgen. Gevolgen waar nu ook de chimpansee slachtoffer van lijkt te worden.

Palmolie wordt hoofdzakelijk gewonnen uit de vruchten van de oliepalm (Elaeis guineensis). De oranjerode vruchten van deze hoge palmen zijn ongeveer vijf centimeter lang en zitten met duizenden bijeen in dichte, zware trossen. Het is een uiterst efficiënt gewas met een hoge opbrengst aan olie per hectare. Dit maakt palmolie de goedkoopste plantaardige olie ter wereld. Met een wereldwijde productie van vijftig miljoen ton per jaar, wat gelijk staat aan ongeveer 40% van de wereldproductie aan natuurlijke oliën, is het ook de belangrijkste plantaardige olie ter wereld. In de afgelopen vijftien jaar is de wereldwijde vraag naar palmolie met maar liefst 70% toegenomen. Door de groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart, vooral in landen als India en China, maar ook door het toenemend gebruik als biobrandstof, zal de vraag naar palmolie de komende tijd naar verwachting nog fors toenemen. Nederland importeert per jaar bijna twee miljoen ton palmolie. Hiermee is Nederland de grootste importeur van

Lokale boeren in Kameroen persen de noten van de oliepalm

Europa en, na India en China, zelfs ter wereld. Het gebruik en de verwerking van palmolie in Nederland is in zes jaar tijd verdubbeld. Het overgrote deel van die groei wordt veroorzaakt door het gebruik van palmolie als belangrijk deel (ca.20%) van de biobrandstofmix voor auto’s.

Momenteel wordt de wereldwijde vraag naar palmolie vrijwel geheel gedekt door Indonesië en Maleisië, zij leveren bijna 90% van alle palmolie. De totale oppervlakte aan oliepalmplantages in deze twee landen is in enkele jaren tijd explosief gegroeid naar bijna tien miljoen hectare, dat is 2,5 keer de oppervlakte van Nederland. Deze groei

Vernietiging in Azië

is niet zonder gevolgen. Voor de aanleg van oliepalmplantages zijn gigantische oppervlakten eeuwenoud regenwoud gekapt of platgebrand en veengronden verwoest. Tussen 1990 en 2005 is in totaal bijna drie miljoen hectare bos verdwenen in beide landen. Ook zijn oliepalmplantages monoculturen met een hoog verbruik van pesticiden en kunstmest wat zorgt voor vernietiging van de natuurlijke biodiversiteit en vervuiling van het grondwater en dragen ze door de zeer hoge CO2 uitstoot bij aan klimaatsverandering.

Bovendien is een oliepalmplantage, vergeleken met het regenwoud en veengronden, een biologische woestijn. Slechts enkele soorten, zoals de

Page 4: Bulletin 2013-02

4

Verspreidingsgebied van de Nigeria-Kameroen Chimpansee in het grensgebied tussen Nigeria en Kameroen. In het geel de Herakles Farms concessie.

Bengaalse tijgerkat, kunnen hier leven. Voor veel dieren betekent het dan ook dat hun leefgebied in minder dan één generatie is afgenomen met meer dan de helft. De orang-oetan is het bekendste slachtoffer van de palmolie-industrie. Het verlies van leefgebied en voedsel is catastrofaal voor de ‘man van het woud’, en beide soorten van deze mensaap, zowel de Borneose als de Sumatraanse, zijn in enkele tientallen jaren gehalveerd in aantal. Het aantal Sumatraanse orang-oetans is zelfs afgenomen tot minder dan zevenduizend, waarmee hij behoort tot de meest bedreigde primatensoorten ter wereld. Maar ook diersoorten als de Sumatraanse tijger en Sumatraanse neushoorn worden met uitsterven bedreigd door de oprukkende oliepalmplantages.

Om aan de toenemende vraag naar palmolie te kunnen voldoen hebben investeerders nu hun oog laten vallen op het continent waar de oliepalm oorspronkelijk vandaan komt; Afrika. Het Congobekken is het eerste doelwit van investeerders. Het Congobekken is het grootse tropische woud op aarde na het Amazonegebied. Deze gigantische groene lappendeken van ondoordringbaar oerwoud en moerassen strekt zich uit over zes landen: Kameroen, de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo, Equatoriaal-Guinea, Gabon en Congo-Brazzaville. Het woud voorziet in de voedingsbehoeften van miljoenen mensen. Het wemelt er ook van de bijzondere, en zeldzame plant- en diersoorten zoals de Westelijke laaglandgorilla, bosolifant, en de chimpansee. Deze bossen zijn schatkamers van de natuur, die door hun ontoegankelijkheid nog redelijk beschermd zijn gebleven.

Maar het bijzonder vruchtbare gebied beschikt ook over de juiste grond en het juiste klimaat voor oliepalmplantages. Tot nu toe is het Congobekken een zeer kleine speler op het palmolieveld, goed voor minder dan een half procent van de wereldwijde palmolieproductie, en produceert grotendeels voor eigen

Opmars naar Afrika gebruik. Dit lijkt snel te gaan veranderen. Nu de uitbreidingsmogelijkheden in Maleisië en Indonesië afnemen, terwijl de vraag voorlopig zal toenemen, trekken grote buitenlandse bedrijven naar Afrika, waar zowel land als goedkope arbeid voor het oprapen lijkt te liggen. Investeerders worden door lokale overheden met open armen ontvangen, in de hoop dat ze banen en welvaart brengen naar een van ‘s werelds armste gebieden. Al ongeveer 1,6 miljoen hectaren van het gebied zijn in kaart gebracht voor mogelijke plantages. Zo heeft bijvoorbeeld het Maleisische bedrijf Wah Seong Corporation plannen om de grootste oliepalmplantage van het Congobekken aan te gaan leggen in Congo-Brazzaville. Een groot deel van dit 180.000 hectaren grootte gebied bestaat uit primair bos en is het leefgebied van diverse bedreigde diersoorten, waaronder de chimpansee. Terwijl er geen bewijs is dat er onderzoek is gedaan naar de effecten voor de lokale bevolking en het milieu is men inmiddels wel al begonnen met het kappen van tropisch bos.

Ook in Kameroen zijn diverse buitenlandse investeerders bezig met de ontwikkeling van oliepalmplantages. Het Amerikaanse bedrijf Herakles Farms heeft een gebied bemachtigd in

Chimpansee op het randje van uitsterven

het zuidwesten van Kameroen dat grenst aan beschermde natuurgebieden als het Koru National Park en deels bestaat uit dicht tropisch woud. Hier wil men een oliepalmplantage aan leggen ter grootte van 70.000 hectaren. Volgens Herakles Farms heeft het gebied weinig ecologische waarde maar een recente studie uitgevoerd in opdracht van onder andere Greenpeace bewijst het tegendeel. Het gebied is leefgebied van onder andere de bosolifant en bedreigde primatensoorten zoals de dril en de Preuss’ rode franjeaap. Maar bovendien werden nesten aangetroffen van de chimpansee-ondersoort Pan troglodytes ellioti (ook bekend als de Nigeria-Kameroen chimpansee). Met een populatie van naar schatting slechts 5000 – 8000 individuen is dit de meest bedreigde ondersoort van de chimpansee die door verlies van leefgebied al op het randje van uitsterven verkeerd.

Vanuit milieubewegingen is er veel protest tegen het project van Herakles Farms. Vaak worden de rechten van deze bevolking geschonden of er wordt gebruik gemaakt van hun onwetendheid om op slinkse manier land- en bosgebieden voor de plantages te realiseren. Bovendien ontstaan door deze plantages, zo blijkt uit de vele voorbeelden uit Azië, op veel plekken een gebrek aan landbouwgrond,met

Page 5: Bulletin 2013-02

voedselschaarste en stijgende voedselprijzen als gevolg. Een 45 jarige boer uit het dorpje Talangaye nabij Koru National Park verwoordt het op de Kameroense Staatsradio als volgt: “Een deel van onze landbouwgrond wordt weggegeven en we kunnen, omdat we door de plantages worden ingesloten, alleen nog maar het bos in om nieuwe gewassen aan te planten”.

Het protest tegen Herakles Farms heeft een tijdelijk succes opgeleverd. Op 18 mei 2013 kreeg Herakles Farms het bevel van de overheid in Kameroen om de activiteiten van haar palmolieplantage project grenzend aan Koru National Park te schorsen omdat zij herhaaldelijk de wet had overtreden. Kritische rapporten in opdracht van onder andere Greenpeace hebben deze schorsing mede mogelijk gemaakt. De schorsing werd elf dagen later helaas ongedaan gemaakt en Herakles Farms kon verder met haar activiteiten in een overigens sterk gereduceerd gebied.

In 2004 is de ‘Roundtable on Sustainable Palm Oil’ opgericht. Binnen dit platform zijn diverse basisprincipes

5

leefgebied voor planten en dieren. Bovendien is het lidmaatschap van RSPO geheel vrijwillig. Zo heeft het eerder genoemde Herakles Farms zich teruggetrokken uit de RSPO als reactie op het verzoek de werkzaamheden in Kameroen op te schorten. Herakles zou zich niet aan de richtlijnen houden en onder meer nog een grondige analyse van het gebied moeten uitvoeren, een zogeheten High Conservation Value Assessment.

Palmolieproducenten maken, zoalseerder gemeld, vaak handig gebruik van de onwetendheid van de plaatselijke bevolking om hun plantages te realiseren. De bevolking is echter gebaat bij voldoende werkgelegenheid, inkomen, voedselveiligheid en schoon drinkwater. Iets dat de palmolieproducent zowel op korte als langere termijn niet kan bieden. Er zijn een aantal oplossingen en aanbevelingen die de impact van de palmolie-industrie kunnen minimaliseren of overbodig maken en ten goede komen aan de plaatselijke bevolking. In het algemeen is er vanzelfsprekend een grotere transparantie nodig in de processen

Duurzame palmolie de oplossing?

Oplossingen voor de lokale bevolking

en criteria vastgesteld voor de productie van duurzame palmolie. Zo moet een plantage voldoen aan de lokale en nationale wetgeving, transparant zijn, moeten gebieden met een hoge conservatiewaarde, zoals primaire bossen, vermeden worden, fundamentele rechten van lokale gemeenschappen en plantage-werknemers worden gerespecteerd, en de ecologische voetafdruk worden verminderd.

De vraag is of dit daadwerkelijk een oplossing is. Volgens veel NGO’s en wetenschappers bieden duurzame oliepalmen geen oplossing voor de vele problemen die palmolieplantages met zich meebrengen. Certificatie biedt weinig zekerheid in landen met veel corruptie. Daarnaast creëren de plantages bijna geen vaste banen terwijl de lokale bevolking het oerwoud, en daarmee de voornaamste bron van inkomsten, ziet verdwijnen. Dit zorgt weer voor grote sociale problemen en destructieve praktijken zoals illegale houtkap en handel in bushmeat. Ook blijven de problemen van de monocultuur bestaan, zoals grondwatervervuiling door kunstmest- en pesticiden-gebruik, uitputting van de grond, en verlies van

95% van de bevolking in de dorpen rondom de Herakles Farms concessie in Kameroen is tegen de komst van de plantages

Oplossingen voor de lokale bevolking

Page 6: Bulletin 2013-02

6

Smits heeft dan ook grote plannen met de suikerpalm en wil zich zeker niet beperken tot Indonesië. Hij heeft onderzocht welke gronden qua bodem en klimaat geschikt zijn voor de groei van suikerpalm en kwam uit op 1,6 miljard hectare wereldwijd rondom de evenaar. Een derde daarvan zou genoeg zijn om in 2030 alle palmolie duurzaam te kunnen vervangen.

Susan Peeters & Diederik Visser

tussen de palmolie producenten, investeerders en de regeringen. Hierin moeten de impact op milieu en sociale cohesie van leefgemeenschappen worden meegenomen. Beleidsmakers en stakeholders in de Afrikaanse landen zouden daartoe toegang moeten krijgen tot betrouwbare informatie over de grootschalige expansie en impact van de palmolieplantages in Maleisië en Borneo. Beperkende geheime clausules in de contracten moeten worden vermeden. Contracten zouden openbaar moeten worden om een publiek debat mogelijk te maken en corruptie zoveel als mogelijk tegen te gaan. Als er überhaupt voor palmolieproductie wordt gekozen is de plaatselijke bevolking juist gebaat bij kleinere concessies waarbij plaatselijke gebruiken en rechten worden gerespecteerd. De opbrengst kan verder worden gemaximaliseerd door de introductie van agroforestry technieken, waarbij oliepalmen samen met andere gewassen worden geplant of als onderdeel van een gemeenschappelijk bosperceel.In landen met oude en vervallen olieplantages verdient rehabilitatie van deze plantages de voorrang boven uitbreiding in natuurgebieden.

Er zijn ook veelbelovende initiatieven die juist niet uitgaan van de oliepalm. In Indonesië is er een gewas dat volgens bosbouwkundige en natuurbeschermer Willy Smits een goede oplossing biedt om de oliepalm zelfs te vervangen: de suikerpalm. Suikerpalmen groeien alleen in gemengd biodivers bos en hebben een hogere productie energie dan alle andere gewassen. Dit komt

Suikerpalm

onder andere doordat de boom heel efficiënt zonlicht opvangt en zonder hulpmiddelen zoals kunstmest en pesticiden, het hele jaar door, zonlicht en regenwater omzet in sap van suiker en water. Daar kan brandstof van gemaakt worden, maar ook vetten voor voeding. Bovendien creëert dit gewas veel lokale banen, waardoor plattelandsgemeenschappen zich op een duurzame manier ontwikkelen. Als andere voordelen van de suikerpalm noemt Smits de groei op arme grond, de lange wortels die erosie tegengaan, de eetbare vruchten en het hout van de boom dat een soort hardhout is waarmee meubels kunnen worden gemaakt.

De Herakles Farms plantage in Kameroen, niet zo duurzaam als het bord doet geloven

Page 7: Bulletin 2013-02

7

Wilde dieren zijn haar passie! De meeste mensen zouden bang en geïntimideerd zijn, maar Emily ziet de wilde dieren die ze bestudeert als een sensatie. Emily Otali woont en werkt in de nationale parken van Oeganda sinds ze van school af is en is de eerste Afrikaanse vrouw die een doctoraat in primatologie heeft behaald. Sinds een aantal jaren is zij de veldmanager van het Kibale Chimpanzee project (KCP) en het Kibale Snare Removal Team.

Vanaf mijn achtste wilde ik al dierenarts worden; ik kon uren kijken hoe onze kittens met elkaar speelden en goed kon omgaan met de boerderijdieren. Ik kon goed voorspellen wanneer de koeien, schapen en varkens op onze boerderij zouden bevallen.

Ik denk dat mijn broer Dennis mij op het idee heeft gebracht om wetenschapper te worden. Toen hij mij liet kennismaken met ethologie was ik verkocht.

Ik koos wetenschappelijke onderwerpen voor mijn eindexamen en wees een onderwijscursus op de universiteit af. In plaats daarvan koos ik ervoor om milieuwetenschappen te gaan studeren. Toen ik naar de universiteit ging, was dat nog heel erg competitief en ik werd niet toegelaten voor de opleiding tot dierenarts. Maar ik heb geen spijt. Toen ik eenmaal gedragsecologie ging studeren, wist ik dat dierenarts worden niet was wat ik werkelijk wilde. De rest was hard werken en geluk hebben.

Girl Power in het regenwoud

Emily, wanneer heb jij besloten wetenschapper te worden, wie/wat heeft jou geïnspireerd en hoe heb je het aangepakt?

Geen dag is hetzelfde. Op dagen dat ik veldwerk doe, sta ik op om 5:30 uur in de ochtend. Soms moet je dan een uur lopen naar de plek waar de chimps hebben overnacht, maar dat kan ook weleens 15 minuten zijn. Als we bij de nestplek - de plek waar de chimps hebben geslapen - aankomen, gaan we zitten wachten tot ze wakker worden. En dan bestudeer ik ze en schrijf op hoe ze zich gedragen. Ik volg ze de hele dag tot 18:30 uur, wanneer ze weer gaan slapen. Dan begin ik aan de wandeling naar huis, neem een bad, eet wat en ga slapen. Dat zijn spannende en gemakkelijke dagen voor mij.

Als veldmanager vorm ik de schakel tussen de onderzoeksassistenten en directeuren. Als ik in het kamp verblijf ben ik er verantwoordelijk voor dat de assistenten hun werk kunnen

blijven doen. Ik communiceer met de projectleiders en houd ze op de hoogte over wat er in het veld gebeurt. Ik vertegenwoordig KCP tijdens alle vergaderingen en andere bijeenkomsten in Oeganda. Aan het eind van de maand betaal ik de salarissen van alle medewerkers van KCP en bereid ik de maandelijkse rapporten voor. Daarnaast ontkom ik niet aan het extra papierwerk dat komt kijken bij het verzamelen en invoeren van onderzoeksgegevens. Ook help ik nieuwe studenten van het project zich hier te vestigen en probeer hun verblijf zo aangenaam mogelijk te maken. Zulke dagen zijn over het algemeen onvoorspelbaar: sommige dagen zijn goed, andere niet echt leuk.

Vertel eens iets over je leven als wetenschapper en veldmanager voor het Kibale Chimpanzee Project.

Emily Otali bij de stapel snares die de rangers uit het bos hebben gehaald

Page 8: Bulletin 2013-02

8

Steeds meer Afrikaanse vrouwen gaan de wetenschap in er zijn er nog meer die bijdragen aan natuurbehoud. Het is een open vakgebied met geen enkele segregatie. Die jonge meisjes daarbuiten hoeven alleen maar geïnteresseerd te zijn in dit beroep en zich er vol overgave op te storten.

Absoluut niet! Ik voel mij gelijkwaardig aan ze. Ik heb nog nooit het gevoel gehad dat ik op een andere manier werd behandeld door mijn mannelijke collega’s. Soms vergeet ik zelfs helemaal dat ik de enige vrouw op een bijeenkomst ben. Maar aan de andere kant ben ik ook altijd een beetje een wildebras geweest en heb ik mij altijd als ‘een van de jongens’ gevoeld.

Dat zijn er zoveel! Maar ik zal er één noemen: De eerste keer dat ik een chimpansee in het wild zag. De chimps in het project hebben allemaal een naam. De eerste die ik tegenkwam, heette Ipassa – en daarna het vrouwelijke jong van Lope. De veldassistent had mij gezegd geen oogcontact te maken met de chimps, maar ik kon de verleiding niet weerstaan. Ik probeerde verschillende keren haar blik te vangen en toen keek ze mij één keer recht in mijn ogen! Het was alsof ik een verbinding met haar maakte op dat moment … het was net alsof je in de ogen van een ander mens kijkt. Alsof ik recht in haar ziel kon zien, haar dromen, haar wensen, haar angsten kon zien! Dat moment - de bomen om me heen, de tijd, de kleding die ik droeg - staat voor altijd op mijn netvlies gebrand.

Is er toekomst voor Afrikaanse vrouwen in de wetenschap?

Heb jij het gevoel dat je anders wordt behandeld dan je mannelijke collega’s?

Wat is jouw leukste herinnering aan het observeren van chimps in Oeganda?

Je stuurt het Kibale Snare Removal Team aan; wat doe je daar precies voor en waarom is dit zo’n belangrijk onderdeel van je werk?

Emily Otaili met leden van het Kibale Snare Removal Team

Ondanks het feit dat ze wettelijk verboden zijn, plaatsen jagers nog steeds strikken van draad, touw of nylon in de bossen, voornamelijk voor het vangen van wild, zoals antilopen en boszwijnen. Chimpansees kunnen met een hand of voet vast komen te zitten in de strikken als ze op de grond tussen vruchten dragende bomen rondtrekken. Ze kunnen zelf die strikken niet verwijderen en naar verloop van tijd gaan die strikken in hun vlees snijden en veroorzaken pijn, ontstekingen en permanente schade aan hun ledematen. Chimpansees die in een strik vast komen te zitten, raken meestal verminkt of verliezen een hand of voet.

Het Kibale Chimpanzee Project werkt al sinds 1997 samen met de Ugandan Wildlife Authority (UWA) om het risico van strikken voor de chimpansees in het park terug te dringen door dagelijks patrouilles door de bossen te sturen die de strikken weghalen. Het doel van de patrouilles is vierledig : (1) regelmatig patrouilleren om strikken binnen het park te verwijderen en stropers op te pakken, (2) gegevens over het aantal en

de locatie van de strikken en over andere illegale activiteiten binnen het park verzamelen (b.v. houtskoolproductie, overtreding van regels en het kappen van bomen, (3) ondersteuning van de training van de UWA-rangers, en (4) plaatselijke leefgemeenschappen onderwijzen en het stropen beperken.

Het verwijderen van strikken en milieueducatie zijn zeer belangrijke componenten in ons werk, omdat wij als wetenschappers bemiddelaars zijn tussen de lokale en wereldwijde leefgemeenschappen en de dieren in het wild. Het is onze verantwoordelijkheid tegenover de dieren om voor hun zaak te pleiten en het is onze plicht om de maatschappij van de mens te informeren over de gevolgen van haar gedrag voor de dieren in het wild.

Interview door Nature for Kids/ Dagmar van Weeghel

Emily werkt al 12 jaar als veldmanager voor het Kibale Chimpanzee Project in Oeganda. Ze bestudeert de jonge chimpansees en begeleidt het Kibale Snare Removal Team.

Naast dit “wilde” leven is zij de trotse moeder van de 3-jaar oude Elizabeth, wiens eerste woordje “baboon” (baviaan) was!

Page 9: Bulletin 2013-02

9

Met de Green Experience mee naar OegandaOp zaterdag 16 februari was het dan eindelijk zover! Het vertrek naar Oeganda met 20 studenten, te weten achttien meisjes en twee jongens, van verschillende Helicon opleidingen op internationale stage. Deze drieweekse rondreis is de derde reis van het meerjarige project ‘The Mutuba Bridge’ van de Groene Campus in Helmond, met als doel bewustwording en kennisontwikkeling van de studenten, en het uitvoeren van verschillende projecten in diverse dorpen die ten goede komen aan de lokale bevolking en de natuur.

Na een lange maar goede vlucht kwamen we s’ avonds om 23.00 op Entebbe Airport aan, alwaar Eddy, onze buschauffeur, ons al keurig stond op te wachten. Nadat iedereen zijn koffer had en we eenmaal buiten onze bus aanschouwden die ons drie weken zou gaan vervoeren, hadden we toch zo onze bedenkingen wat betrof de ruimte, maar goed, “this is Africa” lachten we, en na een hoop geprop en gestapel met de koffers en onszelf, reden we dan toch uiteindelijk richting ons eerste logeeradres, het ICU guesthouse in Kampala.

Op het kantoor van JGI Oeganda in Entebbe, een statig wit pand gelegen temidden van een prachtige tuin, werden we allerhartelijkst ontvangen door directeur Panta Kasoma, Peter Apell, dierenarts en manager van de veldprojecten van JGI Oeganda, en de andere kantoormedewerk(-st)ers. Nadat alle studenten zichzelf hadden voorgesteld volgde een indrukwekkende presentatie gegeven door Panta, waarbij een duidelijk beeld werd geschept over de werkzaamheden van JGI.

Na de presentatie volgde nog een korte vergadering waarbij de toekomstplannen van JGI en de plannen van onze studenten met betrekking tot JGI voor de komende drie weken kenbaar werden gemaakt, hierbij werd meteen afgesproken om op het einde van de reis weer bij elkaar

Bezoek JGI kantoor in Entebbe

te komen en dat elke student dan een korte presentatie zou houden over zijn uitgevoerde project.

Het eerste JGI project dat werd bezocht was het educatiecentrum in Kalinzu Forest in het zuidwesten van Oeganda. In dit educatiecentrum worden allerlei workshops en activiteiten op het gebied van milieueducatie georganiseerd voor jongeren. Ook worden er Roots&Shoots activiteiten georganiseerd. Dit keer was het de opdracht aan de studenten om ideeën te bedenken voor de jongeren en hun omgeving.

Goed gemutst voor de wel erg kleine bus

Kalinzu Forest

Tijdens eerdere reizen was er door de studenten al gewerkt aan het idee van een canopy walk, een hangbrug in het oerwoud, gemaakt van duurzaam gefabriceerde materialen. De hangbrug kan het ecotoerisme in dit deel van Oeganda een belangrijke boost geven. Naast het creëren van werkgelegenheid voor de lokale bevolking is de hangbrug zeer geschikt voor het geven van educatie over de tropische bossen aan zowel de toeristen als de scholen. Studente Carla brengt samen met medewerkers van de National Forest Authority (NFA) drie mogelijke locaties in kaart.

De maquette van de Canopy Walk gemaakt door studenten in 2012

Page 10: Bulletin 2013-02

10

Een andere groep had het idee om een educatieve les te organiseren voor een schoolklas uit de omgeving. Een jaar eerder had de groep studenten Spider Jimmy verhaal geïntroduceerd. Hierbij wordt er op een speelse wijze met knuffels een verhaal verteld over een spin die een nieuw huis moet zoeken omdat zijn huis vernield is door het kappen van de bomen in het oerwoud. Men besloot om het Spider Jimmy verhaal uit te breiden, en om op deze manier duidelijk proberen te maken dat het heel belangrijk is om goed met de natuur om te gaan.

Na drie dagen van allerlei voorbereidingen was het dan zover! De klas zat netjes op ons te wachten, waarna onze enthousiaste studente Christa de spits afbeet, en het verhaal van Spider Jimmy begon te vertellen. Hierna werd er buiten ook nog een hindernisbaan van touwen en banden met de jongeren gedaan om het Spider Jimmy verhaal te versterken. Deze sportactiviteit was door outdoor & adventure studentes Sharon en Eefje gerealiseerd. Speciaal voor Spider Jimmy gingen de studenten met de scholieren nieuwe bomen planten. Voor deze activiteit was er door een paar studenten een liedje gemaakt op de melodie “daar bovenop die berg”:

Help Spider Jimmy, by planting trees!To save the forest,and help his family!

De kinderen zongen mee, ook in de bus terug naar hun school! Erg enthousiast! We waren blij dat we onze boodschap over natuurbehoud in de wereld duidelijk hebben kunnen overdragen door middel van spel en muziek.

Foto boven: Carla bij een van de mogelijke locaties voor de Canopy Walk

Foto midden: Voorbereidingen voor het Spider Jimmy verhaal

Foto onder: de scholieren op de hindernisbaan

Page 11: Bulletin 2013-02

11

Chimp tracking in Kibale ForestKibale Forest is een van de mooiste regenwouden van Oeganda. In dit woud leven dertien soorten primaten, zoals de Red Tailed Monkey, Black and White Colobus, Blue Monkey enz…maar wij kwamen uiteraard om de chimpansees te zien, daar waar ze horen, in het wild!

Vanwege het maximale aantal bezoekers dat per dag het bos in mag om chimpansees te zien werden we verdeeld in twee groepen. De eerste groep vertrok s’ middags na de lunch. De tweede groep pas de volgende ochtend. Eddy bracht ons met zijn bus naar de verzamelplek diep in het oerwoud alwaar we eerst instructies kregen van onze gids die ons naar de chimps zou leiden. Na een heftige wandeltocht over smalle dichtbegroeide en glibberige paden en bruggetjes hoorden we in de verte ineens chimpanseegeluiden. Niet lang daarna stonden we ineens oog in oog met een groep vrouwtjes chimpansees waarvan er eentje een baby bij zich had. Wat een geweldig adembenemend moment was dat! Ze stoorden zich totaal niet aan ons en gingen gewoon door met wat ze aan het doen waren, eten, luieren, spelen en pesten. Later zagen we ook nog een mannetje met een misvormde hand waarmee hij in een snare was komen te zitten. Eenmaal terug in ons hotel kwamen we er niet over uitgepraat en hebben deze ervaring gevierd onder het genot van een lekker koel Nile biertje!

In 2008 heeft JGI in samenwerking met de lokale bevolking het Bulindi Ecocafé project opgestart. Het Ecocafé ligt strategisch aan een doorgaande route waar veel touroperators langskomen. Toeristen kunnen hier even stoppen voor een hapje en een drankje en eventueel een leuke souvenir kopen, zoals zelfgemaakte kettingen en rieten mandjes. De opbrengsten van het Ecocafé komen dan ook ten goede aan de lokale gemeenschap.

Ontmoeting met een chimpansee in Kibale Forest

Bulindi Community Ecocafé

Green Experience ondersteunt het project al sinds 2011. Het doel van de studenten was om het Ecocafé completer, gezelliger en een uitnodigender aanzien te geven. In 2012 waren er al door de toenmalige Green Experience studenten ontwerpen voor het terras aan de achterzijde gemaakt. De benodigde materialen waren betaald van het sponsorgeld dat ze hadden opgehaald. Dit jaar heeft een groepje studenten in samenwerking met lokale arbeiders het terras gelegd. Het was vaak afzien in de snikhete zon, maar het uiteindelijke resultaat mag er zijn (zie foto hieronder).

Binnen werd er van bamboe en touw op een vakkundige manier een mooie bar in elkaar getimmerd door een aantal super stoere studentes! En om de souvenirs mooier te kunnen presenteren werd er van dezelfde materialen een souvenir rek gemaakt. Het geheel werd helemaal gezellig gemaakt door een nieuwe boekenkast en de aangebrachte gordijnen bij de ingang naar de toiletten!

Verder werd het oude reclamebord voor aan de weg vervangen. Een immense dode boomstam, werd voorzien van allerlei mooi beschilderde reclameborden.

Page 12: Bulletin 2013-02

12

Het nieuwe uithangbord De bamboe bar

Afrikaanse Feest! Janneke met haar duurzame speelgoed aap

Studente Janneke had een prachtig duurzaam speelgoed aapje ontwikkeld, waarbij ze materialen had gebruikt van de Mutuba boombast, raffia en koffiebonen. Het is de bedoeling dat dit speelgoedaapje in grotere getale geproduceerd gaat worden in een lokaal vrouwenatelier. De opbrengst zal ten goede komen aan lokale gemeenschappen en aan JGI. Zodra er voldoende aapjes van goede kwaliteit worden geproduceerd zal JGI Nederland deze in haar webwinkel te koop aanbieden.

Aan het einde van deze zeer productieve dagen werd er een traditionele dans voor ons opgevoerd. Een echt Afrikaans Feest!

Tijdens de laatste twee dagen werd er nog een bezoek aan Ngamba Island gebracht en werden de presentaties gehouden op het JGI Oeganda kantoor.

Tot slot

Peter Apell was erg onder de indruk van alle behaalde resultaten en het vele werk wat er verzet was in drie weken tijd.

Natuurlijk moest er ook nog geshopt worden op de lokale markten voor een souvenirtje voor het thuisfront, en

daarmee kwam er een einde aan een prachtige, indrukwekkende reis waarin we met zijn allen veel plezier hebben beleefd en waaraan ik als vrijwilligster van JGI en medebegeleider een onvergetelijke tijd heb overgehouden!

Monique van de Burgt

Page 13: Bulletin 2013-02

geplaatst individu uit angst voor de hoger geplaatste partner de ander de voedselbeloning gaf.

Waarom verdeelden de kapucijnapen en chimpansees het voedsel? Het delen van voedsel zorgt voor stabiele relaties binnen de groep, gebaseerd op vertrouwen, tolerantie, wederkerigheid en voorspelbaarheid. Dit is allemaal belangrijk in een apengroep, want dat verhoogt de overlevingskans. Nog hechter zijn de broederlijke bondgenootschappen en vrouwelijke familiebanden, zoals moeder-dochterrelaties, binnen een groep chimpansees. Deze zijn ook om een andere, genetische reden gevormd.

Hebben chimpansees dan wel gevoel voor eerlijkheid of een heersende moraal? Enkele experimenten toonden aan dat ze gevoel hebben voor ongelijkheid, net als de bruine kapucijnaap Cebus apella. Afkeer tegen ongelijkheid is aangetoond door Frans de Waal en Sarah F. Brosnan (2003), door geteste paren van kapucijnapen een verschillende beloning te geven na het uitvoeren van dezelfde taak.

Wanneer de geteste aap een stukje komkommer kreeg en vervolgens zag dat zijn partner met dezelfde moeite een druif kreeg, raakte de aap van streek. De meeste kapucijnapen weigerden in de herhaalde experimenten het stukje komkommer, omdat ze zagen, en niet accepteerden dat hun partner een ‘hogere’ beloning kreeg.

Ook zijn chimpansees en kapucijnapen in staat om een partner dezelfde voedselbeloning te gunnen, wanneer ze moeten samenwerken om de beloning te kunnen krijgen. Met name dat laatste voorbeeld geeft aan dat ze ook op een altruïstische manier samenwerken. De geteste chimpansee had er tenslotte ook voor kunnen kiezen om alleen voor zichzelf de beloning te kiezen en niet voor de ander. Dit is onafhankelijk van de rangorde van de chimpansee in de groep; het gebeurde niet dat een lager geplaatst individu uit angst voor de

Is de mens het enige wezen met gevoel voor eerlijkheid en moraal? Frans de Waal doet onderzoek naar samenwerking onder een groep chimpansees in zijn Yerkes Primate Research Centre in Atlanta. Uit zijn onderzoek blijkt onder andere dat mensapen niet alleen in staat zijn oneerlijkheid te herkennen, maar er net zoals de mens een hartgrondige afkeer van hebben.

De mogelijkheid om samen te werken is niet uniek voor de mens. Sterker nog, in verschillende lagen van biologische niveau’s komt samenwerking voor: van de kleinste celonderdelen, weefsels en organen tot aan insecten en zoogdieren. Toch lijkt de menselijke samenwerking wat complexer te zijn. Wij zijn in staat om in grote groepen iets te bereiken, waarvan de individuen niet per se familie van elkaar zijn; vaak zijn het vreemdelingen van elkaar. En misschien nog wel belangrijker: soms zijn we bereid iets voor een vreemdeling te doen, waar we zelf geen direct voordeel van hebben, ‘altruïstische samenwerking’ genoemd. Hoe valt deze neiging om onszelf op te offeren te verklaren?

Studies met mensapen tonen op dit vlak veel gelijkenissen met de mens. Frans de Waal doet onderzoek naar samenwerking onder een groep chimpansees in zijn Yerkes Primate Research Centre in Atlanta. Zo verdelen chimpansees voedsel onder elkaar, waarbij ze zich geen zorgen lijken te maken om een consequente ongelijke verdeling van voedsel onder de groepsleden.

Het is een ander verhaal wanneer een chimpansee voedsel steelt van de ander; dan neemt het slachtoffer meteen wraak, middels een achtervolging of door hulp te zoeken bij een hogergeplaatst vrouwtje of mannetje. Bij korte interacties straffen chimpansees elkaar dus ook, maar of ze structureel voor langere tijd bijhouden wie wat precies krijgt, is niet bekend.

13

Geen Apenstreken

Voedsel delen

Moraliteit

Experiment van Frans de Waal om gevoel voor ongelijkheid te testen bij bruine kapucijnapen (uit Ted lezing Frans de Waal: “Moral behavior in animals.”)

Cebus apella - Bruine kapucijnaap

Stabiele relaties

Page 14: Bulletin 2013-02

14

Ze helpen elkaar omdat dit voor beiden voordelig uit kan pakken: het verhoogt de kans op overleving en voortplanting en daarmee het doorgeven van (deels) hun eigen genen.

Zoals gezegd is het de vraag of chimpansees specifieke interacties kunnen onthouden en of ze bijhouden hoe vaak ze gunsten hebben verleend en terug hebben gekregen van andere groepsleden. Wij houden dit bij door te ‘tellen’ met het voorste deel van ons brein, de prefrontale cortex. Dit is een hersendeel wat bij de apen minder ver ontwikkeld is. Door ons goed ontwikkelde prefrontale cortex, zijn wij snel geneigd anderen te straffen als ze zich niet aan de regels houden.

Het is twijfelachtig of mensapen en andere primaten tot dezelfde cognitieve

Onze prefrontale cortex

In strijd met natuurlijke selectie?

De evolutionaire biologie is vaak tegen het probleem aangelopen dat alle vormen van samenwerking regelrecht tegen de natuurlijke selectietheorie van Charles Darwin in gaan. Natuurlijke selectie zorgt namelijk voor het doorgeven van de juiste genen van een individu. Het laat geen ruimte over voor altruïstische samenwerking met niet-bloedverwanten, waarbij genen geen voordeel zouden hebben. Biologisch gezien gaat het dan namelijk ten koste van de persoonlijke reproductie, omdat het de overlevingskans van het individu verkleint.

Broers en zussen hebben echter ieder de helft van de genen gekregen van hun ouders. Hierdoor hebben broers en zussen ook ongeveer voor de helft dezelfde genen. Als ze zich voortplanten, geven ze dus ook elkaars genen door. Dit betekent dus dat samenwerking wel voor natuurlijke selectie kan zorgen en niet per se tegen de theorie van Darwin in gaat.

capaciteiten als mensen in staat zijn. Maar er zijn ook overeenkomsten, namelijk in moraliteit, zoals de besproken afkeer van ongelijkheid en altruïstische samenwerking, die beiden ook duidelijk bij (mens)apen aanwezig zijn. En wie weet welke emoties en gedrag (mens)apen nog meer in

gelijkenis met ons vertonen. Hier kunnen wij nog veel van leren, zoals via de experimenten van Frans de Waal en andere primatologen.

Ilse Naus

Nieuw in onze webwinkelSnare Art Sleugelhangers DVD Chimpanzee

Nieuw in onze webshop zijn de Snare Art sleutelhangers met de chimpansee uit ons logo. De sleutelhangers worden speciaal voor JGI gemaakt in het Art & craft-centrum van het Painted Dog Conservation project in Zimbabwe.

In het Art & craft-centrum kunnen de lokale jeugd en volwassenen kunstwerken komen maken van gerecycled materiaal zoals de door de anti-stroperij eenheden verwijderde strikken. Het project betaalt hen hier een salaris voor waardoor ze in hun onderhoud kunnen voorzien en hun schoolgeld kunnen betalen.

Van de strikken die de anti-stropers eenheden uit de bush halen worden de mooiste kameleons en olifantshoofden gefabriceerd. Ook wordt er van rest materiaal van de elektriciteits en telefoon bedrijven sierraden gemaakt. Met de aankoop van een sleutelhanger steun je dus zowel de Stichting Painted Dog Conservation als JGI Nederland. sleutelhanger steun je dus zowel de Stichting Painted Dog Conservation als JGI

De Disney documentaire Chimpanzee is nu ook verkrijgbaar als DVD. De documentaire vertelt het verhaal van de kleine chimpansee Oscar die in de bossen leeft met zijn familie.

Oscar’s familie wordt bedreigd door een concurrerende groep chimpansees. Oscar wordt aan zijn lot over gelaten, totdat een verrassende bondgenoot verschijnt en zijn leven voorgoed verandert.

Page 15: Bulletin 2013-02

15

Even voorstellenMeestal stel ik anderen voor. Maar nu moet ik mezelf voorstellen. Best lastig voor iemand die het liefst achter de schermen werkt. Daar gaat ie dan. Ik ben Marianne Michielen en ben verantwoordelijk voor de pr, communicatie en marketing bij JGI Nederland.

Mijn taak is ervoor te zorgen dat JGI op de kaart wordt gezet, onder meer door middel van publiciteit. In dat kader onderhoud ik contacten met journalisten, bedenk insteken voor artikelen, begeleid interviews en organiseer persbijeenkomsten, bijvoorbeeld in verband met de komst van Jane naar Nederland. Iets dat vorig jaar mei flink wat publiciteit heeft opgeleverd. Van Telegraaf tot Trouw, van Brandpunt tot SBS Shownieuws, van het landelijke Radio 1 Journaal tot regionale radioprogramma’s. Wie geïnteresseerd is: het item dat Fons de Poel voor Brandpunt maakte, is te zien op www.janegoodall.nl

Naast het genereren van publiciteit houd ik me bezig met het ontwikkelen van een nieuwe brochure, voer de eindredactie over verschillende uitingen, bedenk acties, ben betrokken bij events en begeleid de JGI-ambassadeurs bij hun media-optredens.

Ik ben ooit begonnen in de journalistiek als redacteur en eindredacteur bij radio, televisie en dagblad. Momenteel ben ik werkzaam als freelancer op het gebied van pr, communicatie en (eind)redactie.

Ik ben een groot liefhebber van dieren en alles wat daarmee te maken heeft. Vandaar dat ik ook vrijwilliger ben bij dierenasiel Crailo in Hilversum, waar ik honden uitlaat en bij de katten help. Bij het asiel kwam ik in contact met Saskia Brunekreef, de vrijwilligerscoördinator van JGI. Mijn interesse in chimpansees, Jane Goodall en de enthousiaste verhalen van Saskia leidden tot mijn huidige functie bij JGI, een organisatie waarvoor ik mij met grote liefde als vrijwilliger inzet.

Dieren hebben altijd een grote rol gespeeld in mijn leven. Net als zoveel

kinderen wilde ik dierenarts worden. Iets dat helaas niet is gelukt vanwege mijn gebrek aan exacte vaardigheden. Maar de dieren hebben me nooit losgelaten.

Toen ik bij de krant werkte, heb ik een paraveterinaire opleiding gevolgd en anderhalf jaar stage gelopen als assistente bij een dierenartsenpraktijk. Een ervaring die ik nooit zal vergeten. Tegelijkertijd volgde ik een EHBO-opleiding voor dieren. Mijn hang naar kennis rond alles wat met dieren te maken heeft, is nog niet opgehouden. Momenteel volg ik een opleiding voor gedragsdeskundige kat.

Inmiddels heb ik drie apen in huis. Apen van katten welteverstaan. Het zijn drie zwervers. De eerste – de uit de kluiten gewassen rode kater Charlie – kwam in het asiel terecht toen hij circa drie maanden was. De tweede – de langharige zwart met witte poes Lynn – kwam toen ze vier jaar was in het asiel terecht als zwerver. Niemand die haar heeft opgehaald. Nadat ze twee maanden onder banken had gebivakkeerd is ze mee naar huis

Met Mythos, een van de eerste honden die ik voor het asiel uitliet. Hij is enkele jaren geleden geplaatst bij nieuwe eigenaren. Foto: Anna Meek

gegaan. Een plek waar Charlie haar heeft geleerd wat het is om kat te zijn. De jongste is Mitch die als kitten met een gebroken schouder in het asiel belandde. Hij werd samen met vijf andere kittens in een doos op de hei gedumpt. Met een briefje erbij met de tekst: zorgt u goed voor ons?

Als je dit soort dingen meemaakt, breekt je hart en wil je alle dieren meenemen en een goed huis geven. Helaas kan dat niet altijd. Maar het is wel mogelijk om een bijdrage te leveren aan het welzijn van dieren. Dat is iets dat ik doe als vrijwilliger bij het dierenasiel en JGI. Want of dieren nu op afstand zijn –zoals bij JGI – of dichtbij, zoals bij het dierenasiel: ze verdienen een dierwaardig bestaan. En dat is iets waar ik mij voor wil inzetten.

Want als mens hebben wij zoveel mogelijkheden om iets te doen. Om een bijdrage te leveren aan datgene waarin dieren van ons afhankelijk zijn. Mijn motto is daarom: laat de dieren niet in de steek, maar kom er voor op en geef ze het leven dat ze verdienen.

Page 16: Bulletin 2013-02

JGI en R&S kantoren wereldwijd

JGI Australiëwww.janegoodall.org.au

JGI Belgiëwww.janegoodall.be

R&S Caraïbisch gebiedwww.lacrib.org

JGI Canadawww.janegoodall.ca

JGI China-Bejing & Chengduwww.jgichina.org

JGI China-Shanghaiwww.jgi-shanghai.org

JGI [email protected]

JGI Duitslandwww.janegoodall.de

JGI Frankrijkwww.janegoodall.fr

JGI Hongarijewww.janegoodall.hu

JGI Hong Kongwww.janegoodall.org.hk

JGI Italiëwww.janegoodall-italia.org

JGI Japanwww.jgi-japan.org

JGI Nederlandwww.janegoodall.nl

JGI Oostenrijkwww.janegoodall.at

JGI Singaporewww.janegoodall.org.sg

JGI Spanjewww.janegoodall.es

JGI Taiwanwww.goodall.org.tw

JGI [email protected]

JGI Ugandawww.janegoodallug.org

JGI UKwww.janegoodall.org.uk

JGI USA www.janegoodall.org

JGI USA - ChimpanZoowww.chimpanzoo.org

JGI Zuid Afrikawww.janegoodall.co.za

JGI Zwedenwww.swedenchimp.se

JGI Zwitserlandwww.janegoodall.ch

R&S Programmawww.rootsandshoots.org

Jane Goodall Instituut Nederland