de kamerling
TRANSCRIPT
Welkom
Voorganger ds Pastoor organist dhr de Harder
VDD G 304God is getrouw
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
God is getrouw (LvdK 304) t. H. Pierson; m. Chr. Gregor
Welkom
Voorganger ds Pastoor organist dhr de Harder
P 138 – 1, 4U loof ik Heer met hart en ziel
Psalm 138 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 138 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 138 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Psalm 138 (LvdK) t. W. Barnard; m. 1543 / Genève 1551
Stil gebed
Votum en Groet
Ere zij de Vader en de ZoonEn de Heilige Geest,
Als in den beginne, nu en immer,En van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Amen.
Gebed
Genadeverkondiging,ELB 181 – 1, 2
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
De Heer is mijn licht (EL 181) t. anoniem; m. I.D. Sankey
Leefregel,ELB 186A 1, 2, 3
Leid mij Heer (EL 186a)
v. T.M. Everaerts; m. J. Hughes
Leid mij Heer (EL 186a)
v. T.M. Everaerts; m. J. Hughes
Leid mij Heer (EL 186a)
v. T.M. Everaerts; m. J. Hughes
Leid mij Heer (EL 186a)
v. T.M. Everaerts; m. J. Hughes
Leid mij Heer (EL 186a)
v. T.M. Everaerts; m. J. Hughes
Leid mij Heer (EL 186a)
v. T.M. Everaerts; m. J. Hughes
Gebed om verlichting
Kinderlied ELB 469Wil je wel geloven
Wil je wel geloven (LB 923)
t. H. Lam; m. W. ter Burg
Wil je wel geloven (LB 923)
t. H. Lam; m. W. ter Burg
Wil je wel geloven (LB 923)
t. H. Lam; m. W. ter Burg
Wij gaan, tot straks!!
Lezen Jesaja 53 : 1 t/m 7 NBVen Handelingen 8 : 26 t/m 40 NBV
531 Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard?
2 Als een loot schoot hij op onder Gods ogen,als een wortel die uitloopt in dorre grond.
Onopvallend was zijn uiterlijk,hij miste iedere schoonheid,
zijn aanblik kon ons niet bekoren.3 Hij werd veracht, door mensen gemeden,
hij was een man die het lijden kendeen met ziekte vertrouwd was,
een man die zijn gelaat voor ons verborg,veracht, door ons verguisd en geminacht.4 Maar hij was het die onze ziekten droeg,
die ons lijden op zich nam.Wij echter zagen hem als een verstoteling,
door God geslagen en vernederd.5 Om onze zonden werd hij doorboord,
om onze wandaden gebroken.Voor ons welzijn werd hij getuchtigd,zijn striemen brachten ons genezing.
6 Wij dwaalden rond als schapen,ieder zocht zijn eigen weg;
maar de wandaden van ons allenliet de HEER op hem neerkomen.
7 Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet
en deed zijn mond niet open.Als een schaap dat naar de slacht wordt
geleid,als een ooi die stil is bij haar scheerders
deed hij zijn mond niet open.
Filippus en de Ethiopiër26 Een engel van de Heer zei tegen Filippus: ‘Ga tegen de middag naar de verlaten weg van Jeruzalem naar Gaza.’ 27 Filippus deed
wat hem gezegd werd en ging naar die weg toe. Daar kwam hij een Ethiopiër tegen, een
eunuch, een hoge ambtenaar van de kandake, de koningin van Ethiopië, die
belast was met het beheer van haar schatkist. Hij was in Jeruzalem geweest om
daar God te aanbidden
28 en zat nu op de terugweg in zijn reiswagen de profeet Jesaja te lezen. 29 De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga naar die man daar in de wagen.’ 30Filippus haastte zich naar hem toe en hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: ‘Begrijpt u
ook wat u leest?’ 31 De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen als niemand mij uitleg geeft?’ Hij nodigde
Filippus uit om in te stappen en bij hem te komen zitten.
32 Dit was het schriftgedeelte dat hij las:‘Als een schaap werd hij naar de slacht
geleid;als een lam dat stil is bij zijn scheerder
deed hij zijn mond niet open.33 Hij werd vernederd en hem werd geen
recht gedaan,wie zal van zijn nakomelingen verhalen?
Want op aarde leeft hij niet meer.’
34 De eunuch vroeg aan Filippus: ‘Kunt u me zeggen over wie de profeet het heeft? Over zichzelf of over een ander?’ 35 Daarop
begon Filippus met hem te spreken over het evangelie van Jezus, waarbij hij deze
schrifttekst als uitgangspunt nam. 36 Onderweg kwamen ze bij een
plaats waar water was, en de eunuch zei: ‘Kijk, water! Waarom zou ik niet gedoopt
kunnen worden?’
38 Hij liet de wagen stilhouden en beiden liepen het water in, zowel Filippus als de
eunuch, waarna Filippus hem doopte. 39 Toen ze uit het water kwamen,
greep de Geest van de Heer Filippus en nam hem mee, en de eunuch zag hem niet meer,
maar vervolgde zijn weg vol vreugde. 40 Filippus kwam terecht in Azotus; van daar reisde hij verder en verkondigde in
alle steden het evangelie, tot hij in Caesarea aankwam.
G 21 – 1, 3Alles wat adem heeft….
Alles wat adem heeft love de Here (LB 146c)
v. A. den Besten; m. Ansbach 1664
Alles wat adem heeft love de Here (LB 146c)
v. A. den Besten; m. Ansbach 1664
Alles wat adem heeft love de Here (LB 146c)
v. A. den Besten; m. Ansbach 1664
Alles wat adem heeft love de Here (LB 146c)
v. A. den Besten; m. Ansbach 1664
Verkondiging
G 442Jezus ga ons voor
Jezus ga ons voor (LvdK 442) t. N.L. von Zinzendorf; v. A.C. den Besten; m. A. Drese
Jezus ga ons voor (LvdK 442) t. N.L. von Zinzendorf; v. A.C. den Besten; m. A. Drese
Jezus ga ons voor (LvdK 442) t. N.L. von Zinzendorf; v. A.C. den Besten; m. A. Drese
Jezus ga ons voor (LvdK 442) t. N.L. von Zinzendorf; v. A.C. den Besten; m. A. Drese
Dank en voorbeden
collecte 1ste World Servants2de eigen gemeente
Slotlied G 314 Gij die gelooft, verheugt u samen
Gij die gelooft, verheugt u samen (LvdK 314) v. R. Bennink Janssonius; m. J.B. König (?)
Gij die gelooft, verheugt u samen (LvdK 314) v. R. Bennink Janssonius; m. J.B. König (?)
Gij die gelooft, verheugt u samen (LvdK 314) v. R. Bennink Janssonius; m. J.B. König (?)
Gij die gelooft, verheugt u samen (LvdK 314) v. R. Bennink Janssonius; m. J.B. König (?)
Gij die gelooft, verheugt u samen (LvdK 314) v. R. Bennink Janssonius; m. J.B. König (?)
Gij die gelooft, verheugt u samen (LvdK 314) v. R. Bennink Janssonius; m. J.B. König (?)
Gij die gelooft, verheugt u samen (LvdK 314) v. R. Bennink Janssonius; m. J.B. König (?)
Gij die gelooft, verheugt u samen (LvdK 314) v. R. Bennink Janssonius; m. J.B. König (?)
Zegen,3 x amen