finaal verslag paneldiscussie 4 december 2013

29
Anton de Kom Universiteit van Suriname Institute for Women, Gender and Development Studies (IWGDS) In Coӧperation with United Nations Population Fund (UNFPA) Verslag Paneldiscussie 4 december 2013 i.v.m. 16 days of Activism Against Gender Violence Campaign HUISELIJK GEWELD Notulisten: Sheniel Cameron Sharien Khedoe

Upload: lyque

Post on 11-Jan-2017

217 views

Category:

Documents


2 download

TRANSCRIPT

Anton de Kom Universiteit van Suriname

Institute for Women, Gender and Development Studies (IWGDS)

In Coӧperation with

United Nations Population Fund (UNFPA)

Verslag Paneldiscussie 4 december 2013 i.v.m.

16 days of Activism Against Gender Violence Campaign

HUISELIJK GEWELD

Notulisten:

Sheniel Cameron

Sharien Khedoe

Welkomstwoord

Welkomstwoord Judith Brielle MSc.

Ik ben heel blij dat ik vandaag heel veel studenten van de Anton de Kom Universiteit hier mag

hebben. Ik wil de speciale dank geven aan het Institute for Women, Gender and Development

Studies ( IWGDS ), maar ook aan onze gastsprekers en panelleden.

We zijn hier op het terrein van de Anton de Kom Universiteit op 4 december en dat is geen

toevalligheid. Dit omdat wij midden in de periode, “16 days of Activism Against Gender

Violence Campaign”, zitten. Het is een periode die is begonnen op 25 november ( international

day against violence against women) en die is tot 10 december. Het zijn dus 16 dagen. 25

november is door de UN uitgeroepen tot “international day against violence against women”.

Wereldwijd hebben verschillende vrouwen van alle niveaus maar ook mannen te maken met

geweld, huiselijk geweld of intiem partner geweld. Het is heel erg belangrijk dat we ons in deze

periode bewust gaan bezighouden met: hoe gaan we om met dit probleem en wat kunnen we

allemaal doen?

Veel mensen vragen zich af, ze hebben een strikje gehad, wat betekent dit allemaal? Het is geen

toevalligheid dat het strikje een bepaalde kleurencombinatie heeft. Oranje staat voor die “16 days

of Activism Against Gender Violence” en paars staat voor “domestic violence”.

Ik hoop dat de Universiteit en studenten veel meer onderzoek zullen doen met betrekking tot

gerelateerde aspecten van intiem partner geweld en huiselijk geweld want alleen als we meer

weten, kunnen we onze “policies” en strategieën baseren op feiten. En dat is denk ik waar we

naartoe moeten. Dus uw bijdrage in het geheel van vandaag is heel erg belangrijk. Ik hoop dat u

heel bewust gaat luisteren en meedoen met de discussie. Ik wens u goede aandacht en goede

participatie. Dank u.

Welkomstwoord drs. Renuka Biharie

Deze dag is heel erg belangrijk voor het Institute for Women, Gender and Development Studies.

Velen van jullie zullen misschien niet weten wat het instituut inhoudt en vanwaar het instituut is.

Het is een instituut van de Anton de Kom Universiteit resulterende onder de Faculteit der

Maatschappijwetenschappen. Op 6 december 2013 bestaan wij 7 jaar, dus vandaar dat wij blij

zijn dat wij wederom een activiteit mogen organiseren en zeker in het kader van die “awareness”

omtrent huiselijk geweld.

Inleidingen

Inleiding verzorgd door mr. Alida Johanns1

“ Wet Bestrijding Huiselijk Geweld”, Een korte kennismaking

Ik ben een van de rechters die de zaken behandeld, die worden ingediend met betrekking tot de

Wet Bestrijding Huiselijk Geweld. Hoe werkt deze wet in de praktijk bij het uitvaardigen van

beschermingsbevelen?

Het eerste artikel van de wet bestaat uit definities. Er is namelijk een afbakening en die

afbakening ligt in artikel 1 bij de definities. Naar dat artikel moet je kijken wanneer je twijfelt of

er sprake is van huiselijk geweld. Als buren ruzie hebben en geweld plegen, is er geen sprake

van huiselijk geweld. Er is ook geen sprake van huiselijk geweld als broer en zus, die niet samen

wonen, ruzie maken. Dit soort gevallen zijn niet voor de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld. Voor

dit soort gevallen moet men naar de politie. Bij huiselijk geweld gaat het om, partnergeweld,

geweld van kinderen tegen ouders, kinderen die verslaafd zijn aan drugs of alcohol en hun

ouders molesteren, geweld van schoonmoeders tegen schoondochters en omgekeerd, enz.

Artikel 4 geeft aan wat er in een beschermingsbevel kan staan. Die verzoekers willen dat het

geweld stopt. Er komt in zo een bevel een maatregel zodat het geweld stopt. Die maatregelen zijn

vaak zaken zoals: verbod om ergens te komen, verbod om te bellen, verbod om te bedreigen,

verbod om zaken te vernielen, verbod om te mishandelen. Het beschermingsbevel kan ook

bevatten: een bevel om wapens in te leveren of een bevel om in therapie te gaan. Dit alles kan in

een bevel komen te staan. Een bevel om in therapie te gaan is nog niet echt tot zijn recht

gekomen. We werken er aan, om dat ook mee te nemen in het bevel.

Het verbod kan voor een bepaalde periode worden opgelegd. Er is een maximum termijn aan het

bevel gesteld en dat is 3 jaar. Afhankelijk van het geval, geven de mensen aan voor hoelang ze

het willen hebben. Niet altijd willen ze het voor 3 jaar. Soms willen ze het langer, dan zeggen we

ze om terug te komen om het te verlengen.

De wet biedt ook de mogelijkheid voor een tussentijdsbevel. Het kan dan dezelfde bevelen

hebben zoals hierboven aangegeven. De bedoeling van een tussentijdsbevel is om het dreigen

van geweld direct te stoppen. Meestal wordt een tussentijdsbevel gegeven, wanneer de

behandeling van de zaak bezig is, zodat mensen, tijdens de behandeling die bescherming krijgen

die ze nodig hebben. Dus in het bevel zijn er verboden om dingen te doen, zodat het geweld

stopt.

Procedure

Iemand vindt dat hij of zij slachtoffer is van huiselijk geweld. Het kan zijn: lichamelijk geweld,

geestelijk geweld, financieel geweld, enz. Wat het geweld ook mag zijn, de persoon heeft de

gelegenheid om bij de griffie van het Civiele Kanton een verzoekschrift in te dienen. In het

verzoekschrift moet de naam van de verzoeker staan en een omschrijving die aangeeft, waarom

je een bevel nodig hebt. Er zijn geen vereisten aan die omschrijving verbonden. Een zinnetje is al

voldoende. Je hebt geen advocaat, jurist of een juridisch geschoolde persoon nodig om het

1 Zie bijlage 1 voor BIO.

verzoek te doen want bij de balie helpt men ook, bij het invullen, als het nodig is. Dus je hebt

niemand nodig. Ook hoef je niets te betalen, terwijl in een normale procedure het oproepen van

de gedaagde SRD 150 kost. Dus het slachtoffer hoeft niets te betalen. Daarmee wil ik eigenlijk

zeggen dat de makers van deze wet ervoor hebben gezorgd dat de toegang tot de rechter geen

enkele drempel heeft.

Als het verzoek binnen is, dan weet de administratie dat ze moet koppelen met de griffier en de

rechter die de zaak gaat behandelen. In juni 2012 toen we begonnen, waren er ongeveer 7 tot 8

zaken per maand en ik was de enige rechter die de zaken behandelde. Het aantal is gaan groeien

naarmate de wet bekender werd. Vanaf oktober 2013 waren er ongeveer 30 tot 35 gevallen per

maand. Dus het Hof heeft nu 4 rechters aangewezen om de zaken te doen. Er worden ongeveer

30 zaken per maand behandeld. Dus de administratie neemt contact op met de rechter.

Vervolgens moet er rechtsingang gegeven worden, d.w.z. dat er een datum moet worden

vastgesteld voor de behandeling van de zaak. Binnen 7 dagen moet de verzoeker ontvangen

worden door de rechter. Dat gebeurt ook, meestal is het binnen 4 of 5 dagen. De staat roept de

gedaagde op en dan wachten ze in de hal totdat de zaak wordt opgeroepen. De behandeling van

de zaak is in raadkamer, d.w.z. dat niemand erbij is.

De rechter moet de gedaagde voorhouden wat de bedoeling is van de wet Bestrijding Huiselijk

Geweld. Ook moet de rechter de gedaagde voorhouden, waarom hij hier is, wat een bevel is en

wat de gevolgen zijn bij overtreding van het bevel. Vervolgens moet de rechter de gedaagde

voorhouden dat hij in verzekering kan worden gesteld en dat bij de eerste overtreding een

gevangenisstraf van 4 jaar kan worden opgelegd. We gaan onderzoeken of er sprake is van

huiselijk geweld of niet. Als er sprake is van huiselijk geweld gaan we kijken welke maatregelen

we moeten nemen. Deze maatregelen worden neergelegd in een beschikking en vervolgens

wordt deze beschikking, door de staat, betekent aan de verzoeker, de gedaagde en de politie. De

beschikking wordt aan de politie betekent omdat het bevel civielrechtelijk is maar een

overtreding is strafrechtelijk. Een overtreding van het bevel is strafbaar, dus als de verzoeker

vindt dat het bevel is overtreden, kan dat worden aangegeven bij de politie. Dit is het

strafrechtelijk traject.

Nadat we aan de gedaagde hebben uitgelegd wat de bedoeling is van die wet, gaan we luisteren

naar de verzoeker. Bijvoorbeeld: de vrouw geeft aan wat er met haar is gebeurd. Ze geeft aan

waarom ze vindt dat ze geweld ondervindt. Vervolgens mag de man daarop reageren. De rechter

moet daarna een beoordeling maken en kijken als er sprake is van geweld. Als er sprake is van

geweld dan worden de maatregelen opgelegd in een beschikking. Dit is een beschikking waarin

het verzoek wordt toegewezen. Is er geen sprake van geweld dan geeft de rechter een

beschikking waarin het verzoek wordt afgewezen.

Als de verzoekende partij niet verschijnt op de zitting dan moet er worden nagegaan wat er aan

de hand is. Dus de rechter is veel actiever, omdat, bij huiselijk geweld, de verzoeker een ernstige

reden kan hebben voor het niet verschijnen op de zitting. Het kan zijn dat de verzoeker bedreigd

wordt of bang is. Dus de instructie is, kijken als je erachter kan komen, waarom de verzoeker

niet is gekomen. Als de verzoeker niet is verschenen moet de griffier de persoon bellen. In de

meeste gevallen wilt de verzoeker wel dat de zaak nog behandeld moet worden. In een van de

gevallen werd de verzoeker (ee vrouw) aangereden. Op weg naar de zitting heeft de man

iemand aangezet om haar aan te rijden. Het was een man die de vrouw intimideerde en haar

steeds zei dat ze het verzoek moest intrekken. In zo een geval wordt er een andere datum bepaald

voor de behandeling van de zaak.

Als de gedaagde goed is opgeroepen en niet verschijnt, wordt de zaak gewoon behandeld. Dat is

niet echt een probleem omdat de gedaagde, tegen wie een bevel is uitgevaardigd, de ruimte heeft

om intrekking of wijziging van het bevel te vragen. Dit is precies dezelfde procedure. Stel dat het

om een heel ingrijpend bevel gaat, zoals een ontruiming, dan kan de gedaagde om intrekking

vragen bij de balie van het civiele kanton. Dit wordt binnen 7 dagen, door een andere rechter,

behandeld.

De wet bepaald dat de rechter binnen 2 maanden een bevel moet geven. In de praktijk lukt het

niet altijd om binnen 2 maanden een bevel te geven. Soms wordt op dezelfde dag een bevel

gegeven maar soms duurt het ook een tijdje om een beslissing te nemen, vooral als er onderzoek

gedaan moet worden of wanneer er oplossingsmodellen gegeven moeten worden. Ook wanneer

er kinderen bij zijn kan het een tijdje duren, want dan moet Bureau Familierechterlijke Zaken

(BuFaZ ) ook betrokken worden. Bijvoorbeeld: als het gaat om een bevel dat de vader uit huis

moet, een bevel dat de man verbiedt om thuis te komen of een bevel dat het contact met de

kinderen verbiedt, moet er advies gegeven worden door het Bureau Familierechtelijke Zaken. De

rechter kan niet zomaar snijden in de band tussen kinderen en hun vader. Dat zijn ingrijpende

zaken. Daarna gaat BuFaZ ook onderzoeken en vervolgens komt er een bevel.

Aandachtspunten voor de praktijk

- Hoe gaat de rechter ermee om wanneer de gedaagde alles/het geweld ontkent? Het civiele

bewijsrecht geldt hier niet. De rechter mag getuigen en de politie aanhoren. Dus voor de

overtuiging luistert de rechter naar hetgeen getuigen en de politie zeggen.

- De rechter moet opletten voor misbruik. Er zijn mensen die denken van, ok gelukkig dat

deze wet er is want ik probeer die man allang uit huis te zetten. De echtscheidingsrechter

werkt niet mee, dus dan ga ik naar de beschermingsbevel rechter om te vertellen dat er

geweld is. Soms is het gewoon niet waar dat er geweld is. Soms is er misbruik en daar

moet de rechter alert op zijn.

- De belangenafweging is belangrijk. De maatregelen moeten proportioneel zijn aan het

geweld. De rechter moet een maatregel treffen die op zijn plaats is. De rechter moet

kijken naar de gevolgen van die maatregel voor de gedaagde. Die maatregel moet

proportioneel zijn bij het geweld dat gepleegd is. Die belangenafweging moet de rechter

altijd maken. Dit staat ook letterlijk in de wet.

- De onafhankelijkheid van de rechter. De rechter moet naar beide partijen luisteren en de

verzoeker is vaak genoeg niet voorbereid daarop. Want als de gedaagde aan de beurt

komt en hij ontkent alles, dan wordt de verzoeker paniekerig. De rechter probeert de

verzoeker gerust te stellen door te zeggen, ik heb daarnet naar jou geluisterd en nu luister

ik naar hem. Dus die onafhankelijkheid van de rechter geeft de verzoeker een onzeker

gevoel.

- Je moet niet snel er van uit gaan dat het niet waar is wat de persoon zegt. Als rechter

moet je rekening houden met misbruik maar aan de andere kant is die onafhankelijkheid

van de rechter belangrijk.

- De grens tussen geestelijk geweld en gewone ruzies tussen partners die niet bij elkaar

passen. Soms lopen die ruzies zo hoog op en in plaats van dat partijen uit elkaar gaan,

komen ze bij de rechter. Er zijn soms vrouwen die komen en zeggen dat ze willen dat die

man stopt met die andere vrouw of afkomt van die verslaving. Het zijn mensen die

denken van, de rechter is misschien degene die mij kan helpen.

- Overlappingen met andere regelingen. Soms moet de rechter bij een beshermingsbevel

een bezoekregeling, die een andere rechter heeft gegeven, stop zetten.

Inleiding verzorgd door Carla Bakboord MSc2.

Huiselijk Geweld “ horen, zien, zwijgen” De rol van Medici

Even een vraag: Hoeveel medische studenten hebben we hier?

Zo, interessant. Ik hoop dat mijn presentatie ook interessant zal zijn voor de juridische studenten,

wat ik wel denk.

Laten we gaan kijken wat het doel is van deze sessie:

Het doel is om inzicht te krijgen in het identificeren van de juridische mogelijkheden, de

juridische obstakels, kijken naar de consequenties voor slachtoffers en artsen. Het gaat er om dat

we een bijdrage moeten leveren in de preventie en de bestrijding van huiselijk geweld. Artsen

maar ook rechters zijn hierin een belangrijke schakel.

Een belangrijk kenmerk van huiselijk geweld is die ongelijkwaardige relatie. De

machtsverhoudingen leiden tot huiselijk geweld. En het brengt met zich mee dat slachtoffers dus

constant in angst leven doordat slachtoffers zich ook constant bedreigd voelen.

De rechter is er even op ingegaan, het is anders dan ruzie.

Ik ga er even wat dieper op in omdat we in de praktijk merken dat de grens onvoldoende te zien

is en ik denk dat het ook belangrijk is voor de juridische studenten om dat even te zien.

Onderscheid in huiselijk geweld tussen kinderen en ouders (oudere familieleden) en

kinderen onderling (verschil tussen ruzie en mishandeling)

Er is een verschil tussen ruzie en mishandeling.

Kijken we naar ruzie dan gaat het zowel om jongens als meisjes die plegers zijn en het is niet zo

zeer gender gerelateerd, het heeft ook vaak te maken met oorzaak en gevolg. Kinderen maken

onderling ruzie, als de een je slaat dan sla je terug. Een belangrijke factor is dat angst en

intimidatie en bedreiging hier geen rol spelen. Dat wil niet zeggen dat het gezonde relaties zijn.

Ik geef gewoon theoretisch het onderscheid.

Praten we over mishandeling dan zien we in de praktijk dat het voornamelijk om mannelijke

plegers en daders gaat en dat daarbij de ongelijkwaardige machtspositie tussen jongens en

2 Zie bijlage 1 voor BIO.

meisjes, tussen mannen en vrouwen een belangrijke rol kan spelen bij het stimuleren daarvan.

We zien ook dat ouders misbruik maken van hun machtspositie. We merken dat het bij

mishandeling niet alleen gaat om de relatie tussen man en vrouw en jonge-meisje, maar het kan

ook gaan om jongelui-ouder/ouder-jongelui relatie of broer-zus relatie.

We zien soms ook dat kinderen misbruik kunnen maken van hun machtpositie. En hier spelen

angst, intimidatie en bedreiging een belangrijke rol, een belangrijke factor.

Bij gewone ruzie zijn partners niet angstig en voelen zij zich niet bedreigd. Slachtoffers aan de

andere kant voelen zich wel bedreigd en kunnen angst ervaren. De vraag die je vaak moet stellen

is: wanneer ben je bang en voel je je bedreigd? Wanneer broer en zus ruzie hebben of twee

zusters onderling dan kunnen ze praten over een oplossing, maar wanneer er angst is en er is veel

meer macht boven je, dan is het gevaarlijk of kan het gevaarlijk worden. We zien hier dat de

intentie moet zijn, machtverhoudingen. Het gedrag van de dader heeft de intentie om het

slachtoffer bang te maken, te intimideren, te beheersen, en/of te vernederen. En dit kan leiden tot

de ernstige vormen die we daarnet hebben gezien. Het is een geweldsdelict en het is strafbaar.

Ruzie kan ook uit de hand lopen. Het kan uit de hand lopen wanneer die zich constant herhaalt

totdat het slachtoffer bang wordt waardoor ook die machtsverhouding gaat ontstaan. We zien dat

ruzie niet zo zeer sekse gerelateerd is. Het gaat zowel om mannen als vrouwen. We kijken dus

eerder naar dit symbool. Bij mishandeling kan het wel zo zijn dat mensen, niet alleen mannen,

vrouwen vaak als hun bezit zien. Vrouwen kijken soms ook zo naar zichzelf.

Aanpak verschillend We zien dus ook dat de aanpak verschillend is. De rechter heeft het ook gezegd. We zien dat het

gaat om huwelijk counselors, familie counselors, psychiatrische hulp. Dus niet altijd komt de

politie erbij.

Wanneer het om mishandeling gaat, kom je wel in de justitiële keten terecht. Je kan een

beschermingsbevel krijgen en wanneer het om een overtreding gaat, kom je bij de Officier van

Justitie, dat is mevrouw Rasam, terecht.

Belangrijk is dat we dat gender stukje, dat we vandaag niet gaan behandelen, maar ik hoop dat

we het een andere keer wel doen, begrijpen. Het is zo belangrijk om hierin inzicht te krijgen.

Want als je dat niet begrijpt, kun je het onderscheid ook niet maken en neem je dan gauw

verkeerde besluiten. Je gaat je diagnose dan ook niet kunnen stellen.

Diagnose

Hier zie je dat er een onderscheid is tussen partner geweld en geweld tegen kinderen binnen het

gezin en dit onderscheid moet duidelijk zijn.

De vragen die je moet stellen zijn:

- Heb ik te maken met een uit de hand gelopen ruzie?

- Wat is de volgende stap?

- Heeft het te maken met angst en bedreiging?

Wat je dan merkt is dat als we alle geweld op een hoop gooien, geeft het een vertekend beeld.

Als je dan zegt er is zoveel geweld en je neemt ruzie ook erbij, dan heeft er eigenlijk bij een

ieder in huis een stukje geweld plaats gevonden. Als broer en zus vechten en je geeft hun een

tikje, dan is dat ook geweld. Maar belangrijk is dat wanneer we praten over huiselijk geweld, we

het moeten zien in relatie met de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld.

Wie zijn de (potentiële) slachtoffers?

Als we kijken naar sekse en seksuele voorkeur: voorlopig zijn het dan dus voornamelijk

hetrovrouwen en kinderen(jongens en meisjes).

Kijken we naar de LGBT’s dat zijn de Lesbiennes, Homo’s, Biseksuelen en de Transgenders

binnen dat gezin, dan kijken we niet eens daarbuiten, dan zien we dat alle groepen daartoe

behoren zoals homoseksuele mannen, vrouwen en kinderen. De rechter zei het al dat het gaat om

vrouwen, maar in meerdere mate gaat het om vrouwen en kinderen.

Bij de (potentiële) plegers/ daders gaat het voornamelijk om mannelijke partners bij intiem

partner geweld maar ook vrouwen en kinderen.

Er liggen heel wat cijfers bij de politie, die kunt u opvragen en bij het scherper maken van de

relaties tussen partners, man-vrouw, broer-zus, zult u moeten nadenken wie uiteindelijk het

slachtoffer is binnen die relatie.

De keten van huiselijk geweld

In die keten van Huiselijk Geweld zitten de artsen in de eerste lijn omdat zij een heel belangrijke

groep zijn. Maar ook rechters zijn heel belangrijk. Verder zijn er Officieren van Justitie,

Politiefunctionarissen, Juristen etc.

Waarom is het belangrijk om de capaciteit van artsen te versterken alS het gaat om de aanpak

van huiselijk geweld?

Het probleem is dat huisartsen het probleem van huiselijk geweld onvoldoende herkennen,

nauwelijks hierin geschoold zijn en zelden of nooit melding hiervan maken.

Een onderzoek door mij gedaan voor de UNFPA in Suriname in het jaar 2010 heeft uitgewezen

dat onder 42 vrouwelijke slachtoffers van intiem partner geweld, 21,4% van de respondenten

ooit door een gezondheidswerker/ arts gevraagd is naar haar ervaring met geweld of seksueel

misbruik in hun relatie. Dat betekent dat een grote groep artsen dit niet heeft gesignaleerd.

Artsen doen zelden aangifte of melding van huiselijk geweld. Enkele artsen verwijzen naar

hulpverleners zoals Stichting Stop Geweld tegen Vrouwen.

Hoe kunnen artsen bijdragen zodat geweld zich niet herhaalt? En dan kijken we naar de

juridische mogelijkheden omdat blijkt dat artsen een geheimhoudingsplicht hebben.

Laten we kijken wat de Grondwet hierover zegt.

- De Grondwet geeft in artikel 8 aan dat er een gelijke aanspraak is op bescherming van

personen

- Niemand mag onderworpen worden aan folteringen, vernederingen, onmenselijke

behandelingen of straf. Uit mijn onderzoek blijkt dat vrouwen zelfs stelselmatig worden

vernederd, misbruikt en gefolterd.

- Een ieder heeft het recht op leven. Dit recht wordt beschermd door de wet

- Een ieder heeft recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid

In het Wetboek van Strafrecht:

- Hij die, getuige van het ogenblikkelijk levensgevaar waarin een ander verkeert, nalaat

deze die hulp te verlenen of te verschaffen die hij hem, zonder gevaar voor zich zelf of

anderen redelijkerwijs te kunnen duchten, verlenen of verschaffen kan,

wordt, indien de dood van de hulpbehoevende volgt, gestraft met hechtenis van ten

hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

- Wetboek van Strafrecht zegt ook: Hij die, getuige van het ogenblikkelijk levensgevaar

waarin een ander verkeert, nalaat deze die hulp te verlenen of te verschaffen die hij

hem, zonder gevaar voor zich zelf of anderen redelijkerwijs te kunnen duchten, verlenen

of verschaffen kan,

wordt, indien de dood van de hulpbehoevende volgt, gestraft met hechtenis van ten

hoogste drie maanden of geldboete van ten hoogste drie honderd gulden.

Beschermingsbevel

Belangrijk bij de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld is dat wanneer het gaat om

beschermingsbevelen, dit niet alleen aangevraagd hoeft te worden door het slachtoffer maar het

kan ook iemand anders zijn, bijvoorbeeld de psycholoog, een erkend maatschappelijke werker of

een bevoegde instantie die ambtshalve een verzoek kan indienen voor een beschermingsbevel. Er

zijn geboden en verboden en de rechter kan de dader ook een aantal dingen verbieden.

Ambtseed:

Interessant is de ambtseed van de arts:

“Ik beloof dat ik als arts de genees-, heel- en verloskunde volgens de daarop wettelijk

vastgestelde of vast te stellen bepalingen naar mijn beste weten en vermogen zal uitoefenen en

dat ik aan niemand zal openbaren hetgeen in die uitoefening als geheim mij is toevertrouwd of

te mijner kennis is gekomen, tenzij mijn verklaring als getuige of deskundige in rechten

gevorderd of ik anderszins tot het geven van mededeling krachtens wettelijke bepalingen

verplicht worde. Dat beloof ik”.

De hamvraag is dus nu: wat kan je als arts doen als niets jou als geheim is toevertrouwd, maar je

hebt wel kunnen signaleren dat het om een misdrijf gaat?

Er zijn een aantal juridische obstakels:

- De Grondwet geeft aan dat een ieder recht heeft op eerbiediging van zijn privé leven, zijn

gezin, zijn woning en van zijn eer en goede naam.

- Schending beroeps geheim:

Hij die opzettelijk enig geheim, hetwelk hij, uit hoofde van zijn hetzij tegenwoordig

hetzij vroeger ambt of beroep, verplicht is te bewaren, bekend maakt, wordt gestraft met

gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste zes honderd

SRD. Indien dit misdrijf tegen een bepaald persoon gepleegd is, wordt het slechts

vervolgd op diens klacht.

Schending van beroepsgeheim is in Suriname een klacht delict en een klachtdelict is een

delict waarbij de verdachte pas vervolgd kan worden als het slachtoffer van het delict

heeft aangegeven strafrechtelijke vervolging te wensen. Maar het OM kan dan nog steeds

besluiten niet tot vervolging over te gaan. Het enige is dat het OM een klachtdelict niet

kan vervolgen als het slachtoffer daar niet om vraagt.

- Het beroepsgeheim bestaat uit een zwijgplicht en een verschoningsrecht. De zwijgplicht

geldt tegenover iedereen en het verschoningsrecht tegenover de Rechter, de Rechter-

Commissaris en de politie

Beroepsgeheim kan alleen doorbroken worden als sprake is van:

Toestemming van de patiënt; of een wettelijke plicht tot spreken; of

een conflict van plichten: dat wil zeggen met het vrijgeven van informatie aan

politie/Justitie kan (mogelijk) acuut en direct gevaar voor de veiligheid of het leven van

de patiënt of anderen worden voorkomen. En daar gaat het uiteindelijk om. Als we kijken

naar de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld dan is het de bedoeling om geweld te stoppen

of geweld te voorkomen. Het heeft een preventieve werking.

- Als de patiënt of zijn vertegenwoordiger toestemming geeft voor het openbaar maken van

zijn gegevens aan politie/Justitie is de arts niet gehouden aan zijn beroepsgeheim.

Dit betekent niet dat de arts dan verplicht is te spreken. Wel moet de arts goede redenen

hebben om dan nog informatie geheim te houden.

- Ook bij Verschoningsrecht wordt een arts door een rechter als getuige opgeroepen. De

arts heeft het recht te weigeren een getuigenis af te leggen, als dat ertoe zou leiden dat de

arts zijn zwijgplicht zou moeten doorbreken. Dit recht heet het verschoningsrecht.

- Het verschoningsrecht van de arts staat niet ter beschikking van de patiënt maar is een

recht dat de arts zelf mag uitoefenen ter ondersteuning van zijn/haar zwijgplicht. Dit

betekent dat er geen aangifteplicht is en ook geen inbeslagneming van dossiers. Een arts

is op grond van het verschoningsrecht vrijgesteld van de aangifteplicht. En bij personen

die een verschoningsrecht hebben, mag geen inbeslagneming van "brieven of andere

geschriften" waarop het beroepsgeheim rust plaatsvinden. Dat betekent onder meer dat

een medisch dossier zich niet leent voor inbeslagneming door Politie, Openbaar

Ministerie of Rechter Commissaris, tenzij degene die het beroepsgeheim in acht moet

nemen daarvoor toestemming geeft en dus zijn zwijgplicht doorbreekt.

- Er is een spanningsveld tussen de zwijgplicht en de meldingsplicht.

Heeft de arts informatie over een patiënt die hij/zij vanwege zijn beroepsgeheim niet mag

prijsgeven maar komt hierdoor een ander zwaarwegend belang ( de gezondheid van de

patiënt en dat het geweld niet herhaalt) in gevaar, dan kan zij/ hij in een conflict van

plichten komen. De arts staat dan voor de keuze tussen zijn/haar beroepsgeheim en dat

ander zwaarwegend belang.

Bij het maken van de keuze welk belang te prevaleren moet de arts zich de volgende

vragen stellen om na te gaan wat de consequenties zijn:

- Is het mogelijk toestemming aan de patiënt te vragen?

- Kan de patiënt het probleem zelf oplossen?

- Is er een reëel risico op acuut en direct gevaar voor de patiënt en de arts?

- Wordt het risico daadwerkelijk weggenomen door politie/justitie te informeren?

- Is er geen andere weg om de dreiging weg te nemen?

- Is het zinvol met de dader/pleger te praten?

- Hoe kan de arts zich vrijwaren van mogelijke juridisch implicaties?

Conclusie

Mijn conclusie is:

- artsen die getraind zijn signaleren bijna vijf keer zo vaak mishandeling en ik durf te

zeggen, doordat we meer trainingen hebben verzorgd binnen de groep die in de keten zit.

U heeft de rechter gezien, zij heeft ook die training gevolgd. U ziet dus dat de trainingen

een heel hoop helpen. Dit betekent dus dat we goed instaat zijn geweest om de dingen

goed te bespreken.

- Na een jaar blijkt bij een meerderheid van de mishandelde vrouwen de situatie

daadwerkelijk te veranderen.

- Mishandelde vrouwen stellen het bespreekbaar maken van partnergeweld erg op prijs en

waarderen vooral het luisteren en de stimulans van de huisarts om iets aan de situatie te

veranderen.

- Doorbreking van het beroepsgeheim tegenover Politie/Justitie op grond van een conflict

van plichten is met name geoorloofd in situaties waarin direct gevaar als gevolg van

strafbaar handelen kan worden afgewend door ingrijpen van de arts, bijvoorbeeld bij

(een vermoeden van) kindermishandeling.

Aanbevelingen

Het is dus aan te bevelen dat:

- Artsen worden getraind in het signaleren en aanpakken van huiselijk geweld;

- De training wordt geïncorporeerd in het curriculum van de Medische Faculteit en de

Faculteit der Maatschappijwetenschappen, Studierichting: Rechten

- Dat de redenen van het doorbreken van het beroepsgeheim in het dossier worden

aangetekend.

- Artsen beschikken over de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld;

Dus Artsen: ook u can make a difference!

Statements panelleden

Statement mr. Nancy Tai Apin3

Zoals door mr. Johanns aangegeven trad deze wet in werking op 21 juni 2009. Suriname heeft

behalve deze wet tal van andere wetgevingsproducten die een belangrijke rol kunnen spelen bij

het elimineren van huiselijk geweld. Bijvoorbeeld:

- De wet op de Zedenmisdrijven;

- De Belagingswet;

- Zelfs onze Grondwet garandeert het recht op lichamelijke integriteit;

- In het Wetboek van Strafrecht zijn er een aantal vormen van huiselijk geweld strafbaar

gesteld;

- Daarnaast zijn we lid bij het Vrouwenverdrag;

- Het Belem do Para Verdrag dat specifiek gaat over huiselijk geweld;

- Het Kinderrechten verdrag.

Als je deze hele rij aan wetgevingsproducten nagaat zou je geneigd zijn te denken dat huiselijk

geweld drastisch verminderd is in Suriname en of in de rest van de wereld, want net als ons

hebben ook tig landen dergelijke wetgevingsproducten. De harde realiteit is echter:

- dat huiselijk geweld wereldwijd niet noemenswaardig is gedaald, het zelfde is gebleven

of nog steeds een stijgende trend vertoont;

- dat uit de statistieken van het KPS blijkt dat in 2012 er 1456 gevallen van huiselijk

geweld waren geregistreerd [dit cijfer zal veel hoger zijn want HG is volgens experts het

minst gerapporteerde misdrijf;

- dat de meeste slachtoffers van huiselijk geweld vrouwen zijn;

- dat nog steeds 1 op de drie vrouwen ooit slachtoffer is geweest of zal worden van

huiselijk geweld.

De vraag is wat er gebeurt met al de prachtige wetgevingsproducten. Dat recht op lichamelijke

integriteit, dat mensenrecht, dat universeel en ondeelbaar is en voor een ieder behoort te gelden.

Is dat een mannenrecht geworden?

- Want waarom zijn er ondanks al deze mooie en zeker belangrijke wetgevingsproducten

nog steeds zoveel gevallen van huiselijk geweld.

- Waarom sterven er wereldwijd nog steeds zoveel vrouwen per minuut als gevolg van

huiselijk geweld, dat men zelfs spreekt van een epidemie.

De enige conclusie die we kunnen trekken is dat wetgeving een zeer belangrijk instrument is bij

het terugdringen van huiselijk geweld, zelfs van eminent belang. Maar het is niet zaligmakend.

Wetgeving alleen is niet voldoende. Als we huiselijk geweld inderdaad willen terugdringen dan

zal er een verandering moeten plaatsvinden in ons denken en handelen.

- We zullen onze opvoeding moeten veranderen en kritisch moeten kijken naar de

stereotype ideeën die we op onze jongens en meisjes overdragen.

- Want zolang we onze opvoeding van jongens en meisjes niet veranderen zal huiselijk

geweld blijven bestaan.

3 Zie bijlage 1 voor verkorte BIO.

- We zullen mannen moeten betrekken in onze strijd tegen huiselijk geweld, want als ze

onderdeel zijn van het probleem, zullen ze onderdeel moeten zijn van de oplossing.

- Want zolang mannen geen deel zijn van de oplossing zal huiselijk geweld blijven

bestaan.

- We zullen de taboe en vooral de schaamte die er heerst op huiselijke geweld moeten

doorbreken.

- Want zolang vrouwen blijven zwijgen zal huiselijk geweld blijven bestaan

Zoals ik al zei het vereist een verandering in denken en handelen, de vraag is: hoe bereiken we

dat, hoe betrekken we de mannen erbij en hoe zien jullie je rol als student en jurist in deze strijd.

Tijdens de discussie zou ik graag van jullie horen.

Statement drs. Pamela Gunther 4

Goedemiddag, ik ben psycholoog van huis uit en ik heb de juridische beschrijving van het proces

voor slachtoffers van huiselijk geweld in Nederland gevolgd. Ik ben nieuw in Suriname en vind

het geweldig hoeveel Suriname voor slachtoffers van geweld doet. Ik vind het geweldig dat er

een “zero tollerance” is en dat slachtoffers direct bij de rechter mogen stappen. In Nederland is er

sprake van een elle-lange bureaucratie waardoor slachtoffers hun commonalt wordt bemoeilijkt.

Er is sprake van een elle- lange bureaucratie, en de psycholoog levert een bijdrage bij het

verzamelen van antecedenten. Bijvoorbeeld, verbaal geweld is niet meetbaar, is niet

concretiseerbaar. De politie moet bewijs hebben. Terwijl in Suriname het slachtoffer per definitie

onschuldig is. In Nederland is het rechtssysteem veel inwendiger, veel bewijs moet vergaard

worden en het is vaak het slachtoffer dat het bewijs moet vergaren.

Ik mis toch een ding. En dat zijn nl. kinderen. Slachtoffers van geweld met name vrouwen

hebben een stem gekregen. Niet alleen de drempel is doorbroken maar ze hebben ook een stem

gekregen, maar kinderen hebben geen stem gekregen. Zoals mr. Johanns het al zei, de meeste

kinderen worden door de moeder meegenomen bij die gewelddadige relaties. Maar niet kinderen

die slachtoffer zijn van seksueel geweld. Dat mis ik. Het kan zijn dat ik niet geïnformeerd ben

daarover. Uit voorlopige cijfers van een onderzoek die ik samen met dokter Ramkhelawan

gedaan heb voor de Medische Faculteit blijkt dat de meeste slachtoffers meisjes zijn in de

leeftijdscategorie 4, 8 of 12 jaar. Deze leeftijdscategorieën zijn de grootste risicogroepen. Hoe

kunnen wij die meisjes maar ook jongens een stem geven?

Statement drs. Henna Guicherit 5

Partnergeweld is de meest voorkomende vorm van geweld tegen vrouwen. En huiselijk geweld

het meest voorkomende geweldsmisdrijf dat ongestraft blijft. De pleger doorgaans een man (en

velen met hem) beschouwt zichzelf niet als dader maar het slachtoffer, doorgaans een vrouw. Zij

wordt er van beschuldigd het geweld op te roepen en haar partner geen keus te laten als met

4 Zie bijlage 1 voor BIO.

5 Zie bijlage 1 voor BIO.

verschillende vormen van geweld corrigerend op te treden tegen wat beschouwd wordt zijn bezit

te zijn. Dat hij daarmee een strafbaar feit begaat met ernstige consequenties voor slachtoffer,

indirecte slachtoffers en diverse sectoren van de samenleving, daar staan velen, ook juristen,

helaas niet bij stil. Ook niet bij het feit dat met het plegen van huiselijk geweld vrouwenrechten

en dus mensenrechten in het geding zijn.

De ongelijke machtsverhouding tussen mannen en vrouwen, zijn ingebed in de sociaal

aangeleerde rollen. Deze weerspiegelen zich ook in het gezin en liggen aan de basis van huiselijk

geweld en de discriminatie van vrouwen. Mannen en vrouwen hechten overwegend een hogere

waarde aan de rollen, taken en verantwoordelijkheden van mannen dan aan die van vrouwen. En

aan mannen wordt meer macht toegekend dan aan vrouwen.

Als de samenleving en de geëigende instituten niet optreden tegen daders van huiselijk geweld

maar wel wanneer diezelfde daders hun baas, buurman of buurvrouw of een willekeurige burger

geweld aan doen, dan is er hier sprake van discriminatie van vrouwen en wordt CEDAW en het

Verdrag van Belém do Para overtreden. Dan moeten wij wel aan de bel trekken en ons niet doen

alsof dit een privé aangelegenheid is waar wet en recht niet zouden gelden.

Als de wetgeving de politie te weinig bevoegdheden geeft om in gevallen van huiselijk geweld

op te treden en deze pas kan optreden als het geweld c.q. de misdaad al heeft plaatsgevonden dan

moeten wij ook aan de bel trekken omdat slachtoffers (vrouwen en kinderen) onrecht wordt

aangedaan.

Daarom heeft WRC de WBHG ontworpen en daarbij het genderperspectief constant in het vizier

gehad en het accent van de wet gelegd op het in een vroeg stadium en via een snelle procedure

bescherming bieden aan slachtoffers en potentiële slachtoffers van huiselijk geweld. En de dader

geboden en verboden op te leggen die bij niet nakoming direct worden afgestraft.

Tot slot uw aandacht voor het feit dat de belangen van de ondergeschikte, machteloze en

kwetsbare burgers ondergesneeuwd raken door belangen van de politieke en financiële elite. Zo

ook worden de belangen van vrouwen in onze genderongelijke samenleving ondergeschikt

gemaakt aan die van mannen; de superieur geachte sekse.

Die ongelijkheid vergt extra inspanning om huiselijk geweld in te dammen. Met die extra

inspanning heeft WRC bewezen de WBHG goedgekeurd en afgekondigd te krijgen. (concept

2005, DNA 2009 en 2012). Studenten en organisaties van studenten wil ik dit meegeven:

- Dat jullie je bewust moeten zijn dat vrouwen- en kinderrechten mensenrechten zijn;

- Dat jullie je bewust moeten zijn van de genderongelijkheid in onze samenleving;

- Dat jullie met inzet van juridische – en maatschappelijk relevante deskundigheid

(wetgeving is immers niet alleen een aangelegenheid van juristen) doorzettingsvermogen

en passie een bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van het mensenrechten gehalte

van onze wet en regelgeving.

- Dat jullie moeten voorkomen dat bevochten wetten en conventies vervallen tot papieren

tijgers of niet correct geïnterpreteerd en toegepast worden.

In geval van de WBHG is veel inspanning vereist om, een “mind” shift tot stand te brengen van

genderongelijkheid naar gendergelijkheid en gelijkwaardigheid. In het bijzonder bij de justitiële

keten en de eerstelijns hulpverleners en last but not least bij jullie van de Faculteit

Maatschappijwetenschappen en de Medische Faculteit.

Statement mr. Carmen Rasam6

Wij van het Openbaar Ministerie zullen binnen onze taak en verantwoordelijkheden zorg dragen:

- voor gerichte opsporing en vervolging van alle strafbare feiten betreffende huiselijk

geweld;

- dat bij gevallen van huiselijk geweld, urgent opgetreden zal worden;

- dat alle overtreders van beschermingsbevelen, uitgevaardigd door de rechterlijke

autoriteit, zich zullen moeten verantwoorden voor de kantonrechter;

- dat het slachtoffer binnen het heel strafrechtelijk traject als een volwaardige procespartij

zal worden behandeld.

Het Openbaar Ministerie zal ook zorg dragen voor de nodige verwijzingen met betrekking tot de

opvang, de begeleiding en de hulpverlening van het slachtoffer om zodoende dit heel groot

maatschappelijk probleem te kunnen reduceren.

6 Zie bijlage 1 voor BIO.

Discussie: vragen en opmerkingen

1. Student.

Wie komt een klacht indienen als er sprake is van geweld tegen kinderen?

mr. Alida Johanns

De echte kindermishandeling zaken zijn strafzaken dus dat gebeurt bij de politie. Wat ik wel heb

meegemaakt is dat moeder en kind samen het verzoek komen indienen als er sprake is van

huiselijk geweld. Tieners die zien van mama doet niets, papa gaat zo met ons om. Dat hebben we

een keertje meegemaakt. Een meisje van 15 jaar is een verzoek komen indienen samen met haar

moeder achter haar aan. Zij heeft haar moeder naar de beshermingsbevelrechter gebracht omdat

ze vond dat zij last had van het geweld. Ik heb nooit meegemaakt dat de moeder komt voor het

kind alleen. Meestal komt de moeder met het kind. Dus van kinderen komt wel voor maar in

combinatie met de moeder. Bij huiselijk geweld tegen het kind komt de moeder of de vader.

Nooit meegemaakt dat buren komen.

2. Student.

Is een beschermingsmaatregel plaatsgebonden of overal waar het slachtoffer zich bevindt? Want

wat als man en vrouw samen op een school les geven of in een vliegtuig zijn. Er kan ook

misbruik worden gemaakt van die wet. Want de vrouw, als slachtoffer, die een

beschermingsbevel heeft tegen de man kan die man opzoeken en hem achtervolgen zodat het

lijkt alsof die man het beschermingsbevel overtreedt.

Mr. Alida Johanns

Over het zich bevinden op een school van slachtoffer en dader en het zich bevinden in een

vliegtuig van slachtoffer en dader is er nog niet over nagedacht. Er kan ook misbruik gemaakt

worden van de wet. Er is een slachtoffer die lastig is en juist de dader achtervolgt. Als de persoon

werkelijk slachtoffer is gaat die persoon niet in de buurt van de dader komen. Als de persoon

slachtoffer is, gaat die persoon de dader niet opzoeken. Dat is niet zo logisch.

Als het nodig is legt de rechter ook nog een naderingsverbod op een openbare plek. De

bescherming is zo, dat als het bevel tegen jou is gericht en je ziet het slachtoffer vanaf een

afstand komen, dan moet je terugkeren.

Ik heb begrepen dat er een aantal overtredingen zijn geweest waarbij de mensen in verzekering

zijn gesteld. We hadden laatst een geval waarbij de R.C. ( rechter commissaris ) een overtreding

moest beoordelen. Deze mevrouw had een bevel en de meneer mocht niet meer bij haar thuis

komen. Het bevel was voor 3 jaar maar een paar maanden na het bevel hebben ze zich verzoend.

Toen heeft ze die meneer weer in huis gelaten. Toen kwam er ruzie en ze is zich gaan beroepen

op dat bevel. R.C. zei: nee, je hebt dat bevel eigenlijk zelf opzij gezet en gezegd van, je wilt het

weer proberen. Dan kan je niet zeggen, hij overtreedt het bevel. Dus je kan je niet op dat bevel

beroepen. Je zal een ander bevel moeten aanvragen. Dus dat soort dingen heb je veel in de

praktijk. Soms zie je als rechter vanaf het begin al, van deze mensen zitten te hecht aan elkaar

dus het is niet verstandig om een contactverbod op te leggen want die vrouw gaat zelf weer

contact met die man maken.

3. Student.

Zijn er al vonnissen met betrekking tot overtreding van beschermingsbevelen?

drs. Carmen Rasam

We hebben nu cases die pending zijn en we zijn in afwachting hoe de rechter daarover zal

oordelen. Er zijn zaken die pending zijn waarbij strafvoorstellen door de vervolging zijn gedaan

maar we nog afwachten hoe hoog de straffen zullen zijn die de rechter daarbij zal opleggen. Ik

zeg nu pending omdat we bij overtreding van beschermingsbevelen zaken hebben gehad die we

eigenlijk op het parket hebben afgehandeld. Je weet wanneer je de man of vrouw in verzekering

stelt dan is het van, ik zal het niet meer doen, en ik wist niet dat er zo verregaande consequenties

waren. Ik verzoek u mij nog een kans te geven, waardoor we deze zaken ten parketten hebben

afgehandeld. Totdat de rechters zeiden van nee, ik beperk mij tot de ratio achter het bevel. Als

een rechterlijke autoriteit een bevel uitvaardigt en je je daaraan niet houdt, dan betekent het dat je

absoluut ook geen respect en gezag hebt voor de autoriteit. Dat betekent dat we van nu af aan

alle zaken onder de aandacht van de rechter zullen brengen.

4. Student.

Ten aanzien van de statement van mevrouw Tai Apin. U heeft aangegeven dat wetgeving van

essentieel belang is bij de bestrijding van huiselijk geweld. Ik ben het daarmee gedeeltelijk eens

want wat daarbij hoort is ook die “awareness” van die wet Bestrijding Huiselijk Geweld. Mensen

zijn vaak niet op de hoogte van die wet. Slachtoffers kennen die wet niet en dus ook hun rechten

niet waardoor ze geen stappen gaan ondernemen. De wet is niet eens op de website van de

Nationale Assemblee. Ik vindt het als student belangrijk dat die wet te vinden is want als je de

wet maakt moet je ervoor zorgen dat men op de hoogte kan zijn van die wet.

Mr. Nancy Tai Apin

De student heeft helemaal gelijk. Die “awareness” is belangrijk. WRC ( Women Right Center )

en de Stichting Stop Geweld tegen vrouwen zijn bezig met die “awareness”. WRC heeft een

website, misschien kunnen we die wet op de website plaatsen.

Carla Bakboord MSc.

Hij heeft een heel goed punt gemaakt. De rechter heeft ook gezegd hoe we misbruik maken van

de wet. We hebben ook een beetje studie, maar het is niet alleen misbruik maken van de wet. Dat

is niet alles. Heel wat mensen weten ook niet waartoe die wet dient. Het is niet alleen misbruik

maar mensen denken dat ze die wet ook kunnen gebruiken voor echtscheiding, voor alle civiele

zaken, maar dat is het niet. Dit heeft te maken met het feit dat er nog weinig informatie is. We

zijn nu pas in de fase om meer informatie te verspreiden. De wet is in 2009 goedgekeurd en zoals

de rechter het al zei, de wet is pas gaar materiaal die nu pas gaat werken. We hebben ook

evaluatie gehad met de rechters om ook aan hen een statement toe te dienen om eigenlijk na te

gaan waar die gaps zijn en hoe we die kunnen aanvullen.

Drs. Henna Guicherit

Wanneer een wet door de Assemblee is goedgekeurd en officieel in het Staatsblad is

afgekondigd, dan kan je feest vieren want die wet is er. Want dan heb je na enkele jaren die strijd

gewonnen. Die wet is in het Staatsblad maar die wet moet niet daar blijven. Die hele justitiële

keten moet wakker worden en die wet gebruiken. Die wet is in 2009 goedgekeurd, maar

mevrouw Johanns heeft aangegeven dat die wet vanaf 2012 is gaan werken. Dus wanneer die wet

er is, ben je er nog niet.

Student

Als we die wet willen promoten en als we willen dat die awareness moet gaan toenemen dan

moeten we meer gaan doen. We kunnen bijvoorbeeld die wet op facebook promoten. De

opvoeding is belangrijk. Ik ga die vaders even aan een kant laten. Een moeder heeft alle ruimte

om een zoon op te voeden. Als een vrouw vindt dat een man goed moet omgaan met vrouwen,

begin dat te leren aan je zoon. Leer hem dat hij zijn zusjes niet moet slaan. Als je man je heeft

gelaten of als hij je mishandelt, leer je zoon om het goed te doen. Er is veel ruimte om dit te

promoten. Ga op de lagere school, in de gevangenissen. Deze generatie, mijn generatie is nog

misschien te buigen. De kinderen die nu opkomen, zet het in het schoolprogramma.

Jeugdparlement doet dat. Laat die discussie ontstaan.

Carla Bakboord MSc.

Ik wil heel kort ingaan op de rol van de moeder. Om het heel kort te zeggen, we halen de moeder

even uit die samenleving. We moeten haar bekijken vanuit de samenleving. We halen haar uit de

samenleving maar ze is onderdeel van de samenleving. Mannen en mensen hebben een bepaald

idee over hoe de vrouw zich zou moeten gedragen en hoe ze met haar kinderen moet omgaan.

Mensen hebben haar ook geleerd hoe ze zich zou moeten gedragen en hoe ze met haar kinderen

moet omgaan. Dus het zou makkelijk zijn als het echt zo makkelijk was, want dan kon je aan alle

vrouwen zeggen, voed je kind zo op. Maar die vrouw is ook afhankelijk van een man, een

moeder, enz. Die opvoeding doe je niet alleen, je bent afhankelijk van een heleboel andere

factoren. De moeder kan het niet alleen doen bij de opvoeding. Ook al is ze alleen om haar heen.

Dus niet alleen kinderen moeten opgevoed worden, ook volwassenen moeten opgevoed worden.

5. Student

Ik wil een opmerking maken en zij is tevens een voorstel. Ik wilde vragen of het mogelijk is dat

de koppel na het huwelijk uitgenodigd wordt, of althans verplicht is om colleges te volgen over,

hoe ze zich binnen hun relatie moeten gedragen. Want als een persoon binnen een relatie een

bepaalde gedachte heeft, dat het zo moet, dan moet die persoon begeleid worden.

Drs. Renuka Biharie

Zou dat niet de taak moeten zijn van de kerken of de priester die dat huwelijk voltrekt?

Student

Maar bij CBB is er geen enkele priester als je daar gaat om te trouwen.

Drs. Pamela Gunther

In Amerika hebben ze dat al toegepast. Dat heet “The marital pre-counseling” hetgeen betekent

dat wanneer je gaat trouwen , je vooraf goed moet bespreken wat een relatie is, wat een gezonde

relatie is, wat het ouderschap is. Waarom is het in Amerika ingevoerd? Los van het terugdringen

en het bestrijden van huiselijk geweld en specifiek geweld tegen kinderen. Die daders van

huiselijk geweld zijn als kind ook slachtoffer van geweld geweest. Niet ter verontschuldiging.

Terugkomend, een op de drie relaties gaat goed en een is een machtsrelatie met veel gevecht.

Dus een van de drie is een goede relatie en de tweede van de drie is eigenlijk een machtsrelatie.

Hoe maak je onderscheid tussen ruziënde echtlieden en huiselijk geweld? In de psychologie is

het heel helder. Mensen zitten in een machtsrelatie. Vanuit de psychologie zal ik antwoord geven

op de vraag: gaat die vrouw geen misbruik maken van die wet en die man stalken om ervoor te

zorgen dat hij gestraft wordt? Nee, een slachtoffer die angstig is, vermijdt de dader. Maar in een

machtsrelatie is er ook geweld maar dan zijn er twee geweldplegers. Ze zijn beide geweldplegers

en beiden slachtoffers. Als psycholoog moet je proberen te kijken: is het macht of is het iets

anders? Die ene van de drie relaties valt nog te redden. Maar die tweede van de drie is een

machtsrelatie en die gaat toch een keertje eindigen, helaas met kinderen altijd in het centrum van

de oorlog van twee volwassen mensen. Maar die een op de drie kunnen we redden dan hebben ze

dit geïntroduceerd. Dat ding werkt helemaal niet omdat mensen zichzelf niet kunnen voorspellen.

Het werkt niet omdat het theorie versus praktijk is. Maar als we veel creatiever zijn in Suriname

dan kunnen we die theorie van Amerika wel toepassen in Suriname.

6. Student

Ik wil ingaan op hetgeen dat mevrouw Gunther heeft aangehaald, dat kinderen tussen de 5 en 8

jaar geen toegang hebben. Kinderen worden vaak vergeten. Is het niet mogelijk dat er op de

school een maatschappelijk medewerkster is of een maatschappelijk medewerkster die de

scholen bezoekt. We kunnen het niet voor de leerkrachten laten, dat ze naast hun werk ook

workshops moeten volgen over hoe ze het geweld moeten constateren bij een kind. Het is ook te

zwaar. Is het dan niet mogelijk dat zo een maatschappelijk werkster langs komt om de

leerkrachten er van te ontlasten. Kunnen we onze kinderen ook niet aanleren, dat wanneer ze iets

zien dat ze het moeten doorgeven? Meestal wordt er gezegd dat we niet moeten bemoeien

wanneer buurman en buurvrouw bijvoorbeeld ruzie maken. Want precies hoe we onze kinderen

aanleren dat niemand aan hun lichaam mag gaan, precies zo kunnen we ze ook dat ze het geweld

moeten door geven als ze het zien.

We moeten niet vergeten dat mannen vrouwen dwingen om niet te gaan werken door te zeggen

“schatje werk niet, ik ga toch werken en voor je zorgen”. Ze zijn zo geslepen dat ze die vrouwen

zo ver kunnen krijgen dat ze inderdaad hun werk laten. Kan er niet gewerkt worden aan een

“mindshift” bij de vrouwen zodat ze naar school gaan en hun studie afmaken en niet in een

afhankelijke positie terecht komen ten opzichte van hun man.

Mr. Nancy Tai Apin

Ten aanzien van de eerste opmerking. Die Wet Huiselijk Geweld voorziet er ook in dat kinderen,

die slachtoffer zijn van huiselijk geweld, die bescherming ook krijgen. Het blijkt dus dat er ook

ouders zijn die in hun relatie huiselijk geweld toepassen op hun kinderen en daarom zijn er ook

alternatieve personen, die namens het kind dat beschermingsbevel zouden kunnen aanvragen. De

school zou een optie kunnen zijn. Verder kan ook de sportclub waar dat kind naartoe gaat het

bevel kunnen aanvragen, BUFAZ zou ook kunnen, ooms, tantes, meerderjarige broers en zusters.

Dus het is een hele batterij aan mensen en instanties die een beschermingsbevel namens dat kind

zouden kunnen aanvragen.

Ten aanzien van de tweede opmerking, niet bemoeien als buurvrouw en buurman ruzie hebben.

We zeggen dat huiselijk geweld een misdrijf is en een schending van mensenrechten. Als je een

misdrijf ziet en je doet niets, ben je ook schuldig. Als er wordt ingebroken bij de buurman, bel je

de politie wel maar als buurman, buurvrouw slaat zeggen we plotseling, het is privé.

7. drs. Asha Mungra

Ik wil een opmerking maken. We hebben wetten maar het probleem kan pas opgelost worden,

wanneer we een regering krijgen die aandacht besteedt aan kinder- en vrouwenrechten. Die

aandacht besteedt aan huiselijk geweld. We hebben wetten maar wie gaat ervoor zorgen dat die

wetten nageleefd worden. We kunnen aan vrouwen die de dupe zij van huiselijk geweld zeggen

“ga weg van die man”, maar waar moeten die vrouwen opgevangen worden. Er moet er aan

gewerkt worden dat slachtoffers aan informatie over hun rechten kunnen komen. Huiselijk

geweld kan in uiterste gevallen ook leiden tot suicide, want slachtoffers weten niet wat hun

mogelijkheden zijn.

Informatie naar de gemeenschap wordt ook tegengewerkt want niemand mag er over praten.

Hierbij haal ik het geval aan waarbij op politiebureaus en bij Juspol, niemand over huiselijk

geweld mag praten. Mensen doen hun best om wetten op te stellen, wetten worden goedgekeurd

maar wanneer regeringen er geen aandacht aan besteden, zoals slachtoffers opvang etc. kan het

probleem niet opgelost worden. Er moet meer info naar de mensen op de televisie komen over de

Wet Huiselijk Geweld, Institute for Women, Gender and Development Studies etc. Dan pas gaan

mannen niet durven om Huiselijk Geweld te plegen.

Carla Bakboord MSc.

Dit zijn de gaps. Ik vind het goed dingen ook positief te benaderen. Er gebeurt heel wat ellende

als het om huiselijk geweld gaat. Toch is het goed om stil te staan bij wat er wel gebeurt.

Ik houd van de visie: wat kan ik zelf doen? Wat kan ik zelf doen als student of jurist, wat kan ik

zelf doen als Women Right Centre of IWGDS. 20 of 30 jaar geleden stonden we niet hier en

praten over gender nog minder. Ik zit bij WRC en we hebben trainingen verzorgd aan de zittende

en de staande magistratuur. Mr. Alida Johanns is daar het bewijs van. We moeten ons ook altijd

afvragen wat wij zelf kunnen doen om het probleem van huiselijk geweld op te lossen en aan te

pakken. Er zijn mogelijkheden om dingen te veranderen. Ook al is het zo minimum. Ik kan

terugblikken op dertig jaar, soms heb je een terugslag maar je ziet tegelijkertijd ook dat je

stappen vooruit maakt.

Naar regeringen wil ik niet altijd kijken, we weten hoe dat werkt. Zij doet ook haar werk. Het

ministerie van Justitie en Politie heeft ook dingen gedaan zoals Carmen aangesteld als de

coördinator van huiselijk geweld. Er is veel bureaucratie. Maar de strategieën die we willen

ontwikkelen zijn: die wet is er al. Die is heel belangrijk. We willen praten met juristen,

aankomende juristen die straks rechter, advocaat of Officieren van Justitie worden of ergens

werkzaam zullen zijn, die dan die kennis hebben om dat verder te kunnen verspreiden. We

hebben geestelijke leiders getraind die nu dat stuk van huiselijk geweld goed begrijpen. Het zijn

positieve dingen en als we die niet noemen lijkt het alsof er niets gebeurt. Er gebeurt heel wat,

nog niet voldoende maar er gebeurt wat. Ik vraag u wanneer u terug gaat naar uw college of naar

huis om na te denken over: wat kan ik zelf doen met de mogelijkheden die we nu hebben, met de

wet en de kennis? Hoe kan ik mijn bijdrage leveren, al is het nog zo klein? Er is altijd wel een

mogelijkheid om iets te doen en als je van daaruit kijkt naar dat vraagstuk dan ga je zien dat er

meer “opportunities” zijn dan je denkt.

8. Student

Kunnen artsen en fysiotherapeuten(medici) geen training krijgen waarbij ze kunnen constateren

wanneer er sprake is van huiselijk geweld

Drs. Asha Mungra

Ja, dat zou kunnen. Afhankelijk van de situatie zouden artsen dan kunnen weten hoe ze die

dingen moeten constateren of het wenselijk is en hoe ver ze mogen gaan zodat ze hun doel niet

overschrijden.

Carla Bakboord MSc.

Hetgeen u stelt, geldt ook voor de docenten. We moeten ervoor zorgen dat iedereen het doorgeeft

aan anderen en de info over de Wet Huiselijk Geweld verspreid kan worden. Verder moeten we

ook nadenken wat we zelf kunnen doen. We hebben meer mensen nodig die de info kunnen

verspreiden. We kunnen jullie in een en een half uur niet het hele pakket geven. Het is zoveel

omvattend. Ik ben bereid die training aan jullie te verzorgen. De heer Dennis Risti een

geestelijke leider hebben we ook opgeleid. Ze zijn bezig een hulplijn op te zetten zodat plegers

en ook daders kunnen bellen en zeggen, ik heb hulp nodig. Ik sta nu op het punt me vrouw of

kind in elkaar te slaan. Wat moet ik doen?

9. mr. Nancy Tai Apin

De meeste vragen die jullie hebben, komen allemaal neer op die “awareness”. Er is ontzettend

veel werk te verzetten. Het probleem is, er zijn weinig mensen. Dus je begint eigenlijk met

“target groups” en gaande weg probeer je dat af te werken. Er is ontzettend veel “awareness”

geweest in het traject toen de wet bij het Parlement lag. Ook de radio- en televisiestations zijn

daarbij betrokken geweest.

Er zijn nog steeds een heleboel groepen en gebieden in het land waar die informatie zeker weten

nog niet is doorgedrongen. Ook aan de scholen wordt er gedacht. Het ministerie van Justitie en

Politie heeft een project dat twee weken geleden is gestart waarbij men inderdaad op de lagere

scholen is gegaan. Dus er wordt een heleboel op verschillende fronten gedaan. Maar omdat het

probleem zo groot is lijkt het vele dat gedaan wordt, een druppel op een hete plaat. Het lijkt echt

alsof we niets doen. WRC doet echt wat het hele jaar door.

Voor ons als IWGDS is dit binnen de Universiteit een eerste aanzet voor wat betreft die

“awareness”. We gaan een jaarplanning maken en jullie als studenten ook erbij betrekken.

Studenten hebben gevraagd om ook actief betrokken te worden, dus die gaan we gebruiken als

ambassadeurs. We gaan een aantal studenten aanwijzen als ambassadeurs. Jullie mogen uitkijken

naar activiteiten van IWGDS.

Carla Bakboord MSc.

We moeten de stemmen van de jongens ook horen, wat zij allemaal kunnen doen om hun

bijdrage te leveren om andere jongens te leren en te motiveren dat ze geen geweld moeten

gebruiken bijvoorbeeld, door aparte radio programma’s etc. Er zitten heel wat studenten hier en

ik wil een voorstel doen. Kunnen jullie als jonge mannen niet samen om de zoveel tijd bij elkaar

komen, met elkaar zitten en een bepaald thema met betrekking tot huiselijk geweld nemen en

daarover discussiëren? Dit is echt heel erg belangrijk. Hierdoor kunnen jullie ook goede ideeën

horen van andere jonge mannen en kunnen jullie ook nagaan hoe jullie dit ook kunnen etaleren.

Misschien kunnen jullie ook een aparte radio- of tv- programma starten. Zo doen wij het ook.

Maar we worden ook een stuk ouder, we proberen informatie te verstrekken en we zijn echt

geborgen, bij jongens is er een tekort. Als wij nu met jongens praten en vragen om ons te helpen

dan vinden zij dat het een “Gay Ding” is. Wel als je zo denkt dan heb je echt een probleem. We

horen de stem van de jongens niet. En jongens, we hebben jullie stem ook nodig. Als er jongens

zijn die creatief zijn, lever ook een bijdrage.

Mr. Nancy Tai APin

Ik stel voor dat de jongens die vandaag hier in de zaal zitten ook hun mede collega’s gaan

motiveren.

Carla Bakboord MSc.

Praat met de mensen van de UNFPA. Er zit iemand hier van de UNFPA, maak er gebruik van.

Ga met elkaar zitten, praat met elkaar hierover, al is het een klein project. Ga na hoe je het in

elkaar kan zetten en hoe je andere mannen kan leren dat huiselijk geweld niet kan.

Student

Er moet ook begeleiding komen voor de daders want soms zet de vrouw de man aan tot huiselijk

geweld. Ik ken een geval waarbij een vrouw constant aan het kibbelen was en die man overging

tot geweld. Dus we moeten ook kijken naar de oorzaken van huiselijk geweld.

Carla Bakboord

Ik denk dat de tijd rijp is voor de training.

10. Slot

Aan het eind van de paneldiscussie konden studenten hun naam opgeven om als ambassadeurs

ingezet te worden.

Bijlage 1

Mr. Alida Johanns

Persoonsgegevens

Naam: Johanns

Voornamen: Alida Carlotta

Adres: Parklaan 1

Woonplaats: Paramaribo

Geboorteplaats en datum: Delft, Nederland – 29 juli 1964

Nationaliteit: Surinaamse

Burgerlijke staat: Gehuwd

Echtgenoot: Kenneth F. Kooman (werktuigbouwkundige - NV EBS)

Kinderen: 3 (leeftijden: 27 jaar, 25 jaar, 22 jaar)

Opleiding

Mr. Dr. J.C. de Miranda Lyceum

Diploma 1979 - 1982

Anton de Kom Universiteit van Suriname

Studierichting Rechten

Doctoraal Diploma maart 1990

Boshuizen Training & Consultancy

Marketing op Nima A niveau

Diploma februari 2003

Verschillende cursussen Stichting Juridische

Samenwerking Suriname-Nederland

in verband met opleiding bij het Hof van Justitie februari 2005 tot heden

Korte trainingen / korte opleidingen

AHKCO /ism Hogeschool van Amsterdam

Projectmatig werken en project management maart 1992

Tjong A Hung Management Consulting Services

Docententraining januari 2002

Inter American Development Bank / Bitran & Associates /

Ministerie van Volksgezondheid

Course on Health Reform and Financing februari 2002

Nederlands Trainingsinstituut voor Neuro-Linguïstisch

Programmeren

Training Communicatie en Management mei 2002

Inter American Development Bank /

Management Sciences for Health /

Ministerie van Volksgezondheid

Course on Leaderschip for Health Sector Reform juli 2003

Werkervaring

Ministerie van Arbeid februari 1992 – december 1994

Juridisch medewerker op het Onderdirectoraat

Juridische en Internationale Zaken februari 1992 – december 1994

Secretaris van het Arbeidsadvies college juni 1992 – december 1994

Lid van de Ontslagcommissie januari 1993 – december 1994

N.V. Grasshopper Aluminum Company (Grassalco) januari 1995 – augustus 1997

Bedrijfsjurist

Stichting Juridische Samenwerking

Suriname-Nederland september 1997 – augustus 1998

Juridisch medewerker

Academisch Ziekenhuis Paramaribo september 1998 – december 1999

Bedrijfsjurist september 1998 – december 1999

Human Resource Manager december 1998 – december 1999

MOP’s Agencies N.V. januari 2000 – juni 2000

Management medewerker

FATUM Schadeverzekering N.V. juli 2000 – januari 2005

Bedrijfsjurist en Fungerend hoofd Algemene

en personeels-zaken augustus 2000 – december 2002

Coördinator Marketing en Buitendienst maart 2002 – september 2004

Sectorleider Verzekeringen januari 2004 tot januari 2005

Ministerie van Justitie

Hof van Justitie

Fungerend-Griffier februari 2005 – tot augustus 2008 en

wnd Subst Griffier (Beëdiging in oktober 2005)

tevens Rechter in Opleiding

Benoeming lid Plv Hof van Justitie september 2008

Carla Bakboord MSc

Carla Bakboord is cultureel antropoloog en studeerde aan de Universiteit Utrecht. Zij is

werkzaam geweest bij het Ministerie van Onderwijs Wetenschappen en Cultuur en Binnenlandse

Zaken, op de afdeling Het Nationaal Bureau Genderbeleid. Sinds 2000 is zij directeur van

Equality & Equity. Zij heeft vanaf dat moment tientallen opdrachten van verschillende aard

uitgevoerd voor o.a. de VN organisaties (UNICEF, UNIFEM, UNFPA, UNDP ), Ministeries (

Binnenlandse Zaken, Justitie en Politie, Sociale Zaken en Volkshuisvesting en

Volksgezondheid), voor IDB en CARICOM en diverse NGO’s.

In de NGO beweging is zij vanaf Nederland ( Jaren ‘80) actief in het pleiten van mensenrechten;

voornamelijk vrouwen, LGBT , burger- en kinderrechten. Zij is medeoprichter en voorzitter van

Women’s Rights Centre. Zij was lid van de werkgroep van Women’s Rights Centre voor het

voorbereiden van de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld. Zij heeft als genderspecialist en huiselijk

geweld specialist haar bijdrage geleverd aan trainingen, workshops, seminars en conferenties in

binnen en buitenland. Zij is verantwoordelijk geweest en is dat nog voor het initiëren,

ontwikkelen en uitvoeren van programma's en projecten met betrekking tot onder andere

huiselijk geweld, zoals de trainingen voor het KPS, de zittende en staande magistratuur en

geestelijke leiders die onlangs zijn verzorgd.

Carla Bakboord heft veel onderzoek gedaan wat heeft geresulteerd in diverse

onderzoeksrapporten en publicaties waaronder analyse over de situatie van kinderen in het

district Para, een studie naar kindermishandeling, mensenhandel, slachtoffers van huiselijk

geweld, geweld tegen kinderen op lagere scholen, onderzoek naar de seksuele en reproductieve

gezondheid en rechten van jongeren in district Sipaliwini en onderzoek onder gevangenen met

betrekking tot seksualiteit en HIV/AIDS. Zij heeft een wetenschappelijk artikel gepubliceerd “

Omdat wij Indianen zijn… Burgerschap en nationale verbondenheid in de Surinaamse-

‐Inheemse periferie” in Antropologische Vergezichten: Mondialisering, Migratie en

Multiculturaliteit. Momenteel is bezig met een onderzoek onder daders en plegers van

partnergeweld in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

Zij is initiatiefnemer en mede redacteur van de maandelijkse rubriek Genderoptiek in De Ware

Tijd. Pleiten voor mensenrechten heeft al meer dan 30 jaar haar aandacht. Zij is onlangs door de

president gedecoreerd tot Ridder in de Ere Orde van de Gouden Palm voor haar bijzondere

bijdrage in de strijd voor mensen‐ vrouwen en kinderrechten en huiselijk geweld.

Naast haar werkzaamheden is zij onlangs begonnen aan een promotieonderzoek met betrekking

tot seksualiteit en religie aan de Vrije Universiteit en is actief in de muziek. Zij speelt in drie

orkesten. En heeft ook enkele eigen gecomponeerde nummers op CD gezet. Voor haar muzikale

bijdrage in Nederland heeft zij een award ontvangen van Rudy Bedacht namens de Surinaamse

samenleving in Nederland.

Mr. Nancy Tai Apin

Is sinds 1999 als docent verbonden aan de studierichting Rechten van de Universiteit. Verzorgt

de vakken: Arbeidsrecht, Privaatrecht en Verdieping Ontslagrecht.

Heeft namens het IWGDS zitting gehad in het Bestuur van de Stichting Ilse Henar-Hewitt

Juridische voor Vrouwen.

Is lid geweest van de WRC commissie die de Wet Bestrijding Huiselijk Geweld heeft

geconcipieerd.

Heeft in het kader van deze wet diverse trainingen verzorgd voor WRC als Stichting Stop

Geweld tegen Vrouwen.

Is Bestuurslid van WRC.

Drs. Pamela Gunter

In Nederland heb ik:

- 20 jaar een eigen praktijk gehad, waarbij ik gespecialiseerd (BIG

geregistreerd) ben als Cure & Care psycholoog. Ik werk dus zowel

kortdurend als langdurend met cliënten.

- In deze praktijk ervaring heb ik met slachtoffers van geweld (dat is

lichamelijk, geestelijk en seksueel geweld) gewerkt.

- T.b.v. deze groep cliënten heb ik als Getuige Deskundige vooral rapporten

geschreven voor de Raad voor de Kinderbescherming, Kinder Rechters, Bureau

Jeugdzorg maar ook voor de advocaten van cliënten in rechtszaken. Kern van

mijn bijdrage was een helder "schade rapport" opstellen.

Drs. Henna Guicherit

Henna Guicherit studeerde 40 jaar geleden af aan de Rijksuniversiteit in

Utrecht als cultureel antropoloog. Zij is werkzaam geweest bij de overheid

en richtte in 1993 haar consultancy bureau op onder de naam Culconsult. Zij

heeft vanaf dat moment tientallen opdrachten van verschillende aard

uitgevoerd voor o.a. de VN organisaties (UNIC EF, UNIFEM, ILO, UNFPA, UNDP),

Ministeries (Onderwijs, Binnenlandse Zaken, Landbouw Veeteelt en

Visserij), voor CARICOM en diverse NGO's. Als social specialist verricht zij

werkzaamheden voor internationale consultantsbureaus zoals SRK Consulting.

In de NGO beweging is zij vanaf de oprichting van de Progressieve Vrouwen

Unie in 1974 actief en is bestuurslid van Women's Rights Centre. Zij was lid

van de WRC werkgroep voor het voorbereiden van de Wet Bestrijding Huiselijk

Geweld. Zij heeft deelgenomen aan de NGO Forums van de Derde en Vierde

Wereld Vrouwenconferenties en als genderspecialist haar bijdrage geleverd

aan trainingen, workshops, seminars en conferenties in binnen en buitenland.

Henna Guicherit heeft veel onderzoek gedaan wat heeft geresulteerd in

diverse onderzoeksrapporten en publicaties waaronder analyses over de

situatie van vrouwen en kinderen in de districten Marowijne en Sipaliwini

een survey onder ex vluchtelingen en ex commandanten en manschappen van het

Jungle Commando, geweld tegen kinderen op lagere scholen, onderzoek naar de

seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van jongeren in district

Sipaliwini. Ook heeft zij bijgedragen aan “social impact assessments” en het

“social engagement proces” van diverse projecten in de productieve sectoren.

Zij is mede redacteur van de maandelijkse rubriek Genderoptiek in De Ware

Tijd. Dat vrouwen niet in gelijke mate delen in de macht is een onderwerp

dat al jarenlang haar bijzondere aandacht heeft.

Geboren in Paramaribo zij is de jongste telg van een gezin van 6 kinderen.

Drs. Asha Mungra

Persoonskenmerken:

- Activiste tegen schending van mensenrechten , vooral vrouwenrechten.

- Onbevreesd geeft zij haar mening over maatschappelijke vraagstukken

- Waarheid en Rechtvaardigheid staan hoog in haar vaandel.

Beroepskenmerken:

- In 1990 behaalde zij haar artsenbul aan de Universiteit van Amsterdam.

- Hierna was zij werkzaam als arts assistent op de acute hulp dienst in verschillende

ziekenhuizen in Nederland en Engeland.

- In 1997 vestigde zij zich in Suriname en was jaren werkzaam als EHBO arts in het

Academisch Ziekenhuis Paramaribo.

- Vanaf het jaar 2000 heeft zij haar huisartsenpraktijk aan de Dr. Sophie Redmondstraat.

Maatschappelijke Participatie:

- Ze heeft twee termijnen gediend als secretaris van de Vereniging van medici in Suriname

- In 2002 begon zij als voorzitter van de Vrouwenorganisatie “Nar iSamaadj” van de

gemeente Arya Dewaker via de media maatschappelijke vraagstukken aan de kaak te

stellen en voerde zij protest acties indien dat nodig was.

Een historisch hoogtepunt is haar voortrekkersrol bij de inwerkingtreding van “de wet Adhin “ in

2003. Waardoor mensen op een menswaardige manier kunnen scheiden en door afschaffing van

de Aziatische wetgeving verkregen de moslimvrouwen dezelfde rechten als alle andere vrouwen

in Suriname. In 2005 presenteerde ze haar eerste documentaire “Zelfdoding Waarom ?” met het

doel aandacht te vragen voor het probleem van suїcide in ons land.

Doordat haar perscensuur werd opgelegd door het hoofdbestuur van de gemeente Arya Dewaker

heeft zij haar functie neergelegd.

In 2006 presenteerde zij haar Vrouwenorganisatie “Unie van Surinaamse Vrouwen”waar zij tot

heden als voorzitter aanzit. Middels een televisieserie AWAAZ bracht zij de stem van de

vrouwen die in moeilijke omstandigheden leven in beeld. Haar tweede documentaire “zelfdoding

Waarom? Werd gepresenteerd aan de samenleving, waarbij middels een gesprek met Swami

Raghwanand een geestelijke interpretatie werd gegeven waarom zelfdoding volgens het

hindoeїsme niet mag. Recentelijk presenteerde zij haar derde documentaire “Zelfdoding

Waarom?”waarin de resultaten van het “Onderzoek Social Work 2011” welke in opdracht van de

Unie van Surinaamse Vrouwen werd verricht.

Hobbies: Yoga, fitness, aerobics, muziek

MR. CARMEN RASAM

Persoonlijke gegevens:

Naam: Lie-Kwie- Sjoe – Rasam, Carmen Hariatie

Geboorte datum: 28 april 1963

Geboorte plaats: Paramaribo

Adres: Plutostraat no. 36

Nationaliteit: Surinaamse

Opleiding:

01 oktober 1969 – 8 augustus 1975: Gewoon Lager Onderwijs (Julianaschool)

01 oktober 1975 – 3 augustus 1979: Muloschool (Graaf von Zinzensorfschool)

Oktober 1979 – 02 augustus 1982: Algemene Middelbare School voor voorbereidend

wetenschappelijk onderwijs

17 december 1991: afgestudeerd aan de Faculteit der

Maatschappijwetenschappen (Studierichting

Rechten)

Werkervaring:

1986: Indiensttreding Parket van de Procureur - Generaal

01 januari 1993: Waarnemend Substituut Officier van Justitie

01 mei 1993: Substituut Officier van Justitie

01 november 1993: Officier van Justitie

01 november 2009: Hoofd Officier van Justitie

Deelname Cursussen:

Training en terugkomtraining Opleiden voor Opleiders in 2008

Rechten en Mens in 2008

Opzet en Schuld in 2007

Strafrechtelijk Bewijs in 2007

EVRM en strafprocesrecht in 2006

Actualiteiten Strafrecht en Strafprocesrecht in 2003, 2004, 2005 en 2006

Zware Georganiseerde Criminaliteit in 2005

Penitentiair recht in 2004

Analyseren en Schrijven van Juridische Betogen in 2004

Deelnemingsvormen in 2003

Verweren in het Strafrecht in 2003

Tenlasteleggingstechniek en Bewezenverklaring in 2003

Counterpart bij Cursus Vrijheidsbenemende Dwangmiddelen in de Leergang

Parketsecretarissen in 2008

Counterpart bij cursus Verweren in het Strafrecht Permanente Opleiding Staande Magistratuur

in 2007

Special desks:

1]Coordinatrice Huiselijk Geweld en Belaging

2]Coordinatrice Politiele en Justitiele Samenwerking met Frans-Guyana

3]Voorzitter Stuurgroep Huiselijk Geweld

4]Gastdocent Capita Selecta

Sociale Aktiviteiten:

Zitting in de verschillende kerkbesturen en de kerkraad.