lennard voogt
TRANSCRIPT
Analgesic effects of manual therapy in patients with musculoskeletal pain: a systematic review.
Dr. Lennard Voogt
Drs., Jurryt de Vries, Prof. Dr. Mira Meeus, Pof. Dr. Filip Struyf, Dr. Duncan Meuffels, Prof. Dr. Jo
Nijs
1923-1924
1927-1928
1935-1936
Pijn modulatie: ‘top down’ of ‘bottom up’?
• Pijnmodulerend systeem is onderdeel van de pijn neuromatrix
Activiteit in pijn neuromatrix is het gevolg van …
• Zintuiglijke indrukken, interpretaties, verwachtingen, herinneringen en emoties moduleren pijn
evenals:
• Lichamelijke activiteiten (waaronder ook: manuele therapie, massage, oefentherapie …)
1937-1938
1939-1940
Review (PRISMA-guideline)
• Onderzoeksvraag:
– Wat is het effect van manuele therapie op pijndrempels bij mensen met musculoskeletale pijn?
– Definitie van manuele therapie
• Mobilisatie• Manipulatie
– Uitkomstmaat
• Pressure, thermal, chemical thresholds
1960-1961
Review
• Resultaten - 1
– Stroomschema
• Search in: Embase, Medline, Web-of-Science, Cochrane, Google Scholar• N = 6362, eerste ronde N = 64, tweede ronde N = 13
– Design
• 5 x rct• 8 x repeated measures cross over
– Methodologische kwaliteit (SIGN criterialijst)
• 3 x ++• 8 x +
1961-1962
Review
• Resultaten - 2
– Pijnmodel
• Nek 4 x, elleboog 4 x, duim 2 x, schouder 1 x, knie 1 x
– Manuele interventie
• Mobilisatie 10 x (waarvan 3 x Mulligan mobilisatie)• Manipulatie 3 x
– Lokaal – regionaal
• Lokaal 13 x• Regionaal unilateraal 1 x• Regionaal bilateraal 3 x
1964-1965
Review
• Effecten -1
– Lokaal (significant)
• In 10 van de 13 studies een significant effect• In 7 studies een pijndrempel verhoging van > 15%
• Epicondylitis lateralis 3 x (Férnandez-Camero et al 2011; Paungmali et al 2003, Vicenzino et al 1996), gonarthrose 1 x (Moss et al 2007), schouderpijn 1 x (Teys et al 2008), CMC arthrose 1 x (Villafañe et al 2011), chronisch nekpijn 1 x (Sterling et al 2001)
• Mobilisatie 6 x, manipulatie 1 x (chronische nekpijn)
• Methodologische kwaliteit: 6 x redelijk, 1 x goed
1968-1969
Review
• Effecten - 2
– Lokaal (niet significant)
• 3 studies 1 x ++, 2 x +• Pijnmodellen: enkel 1 x (Collins et al 2004), chronisch whiplash 1 x
(Sterling et al 2010), CMC arthrose 1 x (Villafañe 2012)
• Studie van Sterling (chronisch whiplash): significant effect in beide ‘armen van de studie’; manipulatie en ‘manueel contact’ leidt tot pijndrempelverhoging van respectievelijk 24% en 21%.
1970-1971
Review
• Effecten - 3
– Regionaal
• In drie van de zeven studies een significant effect
– Bilateraal effect ter hoogte van de elleboog na een HVT op C5/C6 (Fernández-Camero 2008)
– Bilateraal effect ter hoogte van de m. trapezius na mobillisatie van C5/C6 (Maduro de Camargo et al 2011)
– Unilateraal effect ter hoogte van de hiel na mobilisatie van de knie (Moss et al 2007)
1973-1974
Review
• Effecten – 4
– Musculoskeletale pijnmodellen (spinaal, bovenste extremiteit, onderste extremiteit)
• Positieve resultaten voor schouder, knie en elleboog
• Negatieve resultaten voor enkel
• Inconsistente resultaten voor nek en CMC arthrose
1983-1984
Discussie
– Methodologische reflectie
• Kleine studies• Geen subgroepen
– Wetenschappelijke reflectie
• Manuele therapie heeft een pijnmodulerend effect• Klinische relevantie is onduidelijk
• Duur van het effect?• Relatie dosis – effect?• Subgroepen?• Werkingsmechanisme?
1992-1993
Conclusie
• Perifere beïnvloeding van de pijn matrix kan zinvol zijn bij mensen met musculoskeletale pijn.
• Voldoende als enkelvoudige interventie?
• Manuele technieken maken onderdeel uit van een bredere behandeling met (myofasciale technieken), pijneducatie, oefentherapie et cetera.
• Verder onderzoek naar de werkingsmechanismen van pijnmodulatie zijn van belang voor de onderbouwing en legitimering van manueeltherapeutisch interveniëren.
1998-1999
Dank voor uw aandacht