pantheon// 2015 | senses

32
quarterly publication of d.b.s.g. stylos / issue 2 / volume 20

Upload: study-association-stylos

Post on 21-Jul-2016

229 views

Category:

Documents


2 download

DESCRIPTION

The pantheon// is a quarterly publication of the study associaltion D.B.S.G. Stylos, located at the Faculty of Architecture and the Built Environment of the TU Delft. Here students debate through architecture related columns, articles and interviews. Every issue explores a new, contemporary theme and tries to become part of the architectural discussion in- and outside of the faculty.

TRANSCRIPT

quarterly publication of d.b.s.g. stylos / issue 2 / volume 20

ARCHITECTUUR VOOR DE HERINNERINGMAYA VAN DER LANDE

WHERE TO?TIM BRUINES

A BITE OF THE CITYJUDITH TIJM

WITH PEOPLE IN MINDMARRIT TERPSTRA

EXCHANGE STUDENTVITA TEUNISSEN

BIJZIENDE. POETRY ANNIE M.G. SCHMIDT

@JEANNE DEKKERSVITA TEUNISSEN

STIMULATE YOUR SENSESMAYA VAN DER LANDE & VITA TEUNISSEN

THE MIND’S EYE OF THE SKINCHARLOTTE ROS

EYES OF THE SKIN. BOOKREVIEW

MAYA VAN DER LANDE

GET INSPIRED

02

04

06

08

09

10

11

14

16

17

20

STYLOS

CHAIRMAN’S NOTENIELS FRANSSEN

BAUCHEYENNE HENSGENS, MARIET

SCHOENMAKERS, TOM SCHOLTEN & BENJO

ZWARTEVEEN

HIDDEN TREASURES. DIESWEEK

COMMITTEES 121

EEN KWESTIE VAN STIJL. CHEPOS ILKE BROEDERS & JO COENEN

HUMANS OF BK CITYMAYA VAN DER LANDE & NICO SCHOUTEN

24

25

26

28

29

colophonvolume 20, issue 2, March 20152.500 printsStylos members and friends of the Stylos Foundation receive the pantheon//

editorial officeBG. midden.110Julianalaan 132-1342628 BL, [email protected]

QQ (qualitate qua)Veerle Alkemade

editorsTim BruinesMaya van der LandeNico SchoutenVita TeunissenJudith TijmHugo Kooymans

lay outMax Verhoeven & Anne de Zeeuw

acquisitionAlbert Burgers

to this issue contributedIlke Broers, Jo Coenen, Jeanne Dekkers, Niels Franssen, Cheyenne Hensgens, Tessa van der Lande, Nanette Lim, Gosia Naiman, Charlotte Ros, Mariet Schoenmakers, Tom Scholten, Elke Schoonen, Jeroen Stroetzel, Marrit Terpstra, Laura Thomas, Jet ten Voorde, Benjo Zwarteveen & the Dies Committees∑ .

advertisements27 | MHB19 | Waltman19 | De Swart

publisherDe Swart, ‘s-Gravenhage

coverLaura Maria Hamstra

The Delftsch Bouwkundig Studenten Gezelschap Stylos was founded in 1894 to look after the study and student interests at the Faculty of Architecture and the Built Environment at the Delft University of Technology.

board 121 D.B.S.G. Styloschairman: Niels Franssensecretary: Niels Boelenstreasurer: Nanette Limeducation bachelor: Nico Schouteneducation master: Anne van der Meulenexternal affairs: Veerle Alkemadeevents and initiatives: Hanna Moonen

contactBG. midden 110Julianalaan 132-1342628 BL Delft

[email protected](+31) 15 2783697www.stylos.nl

quarterly edition of the study association Stylosfaculty of Architecture, TU Delft

SENSES

1

With the neverending possibilities of the internet within reach, architecture is spreading over the world without limits. Speaking of “the spread” of architecture itself is somewhat bound breaking. Architectural masterpieces used to be miraculous and divine, people travelled thousands of miles to experience their greatness. Nowadays, we are not limited by physical distance anymore: with the help of our laptops and smartphones we travel the world within seconds, visiting every worldly miracle we’ve ever heard of.

The problem is that these visits are solely visual: images cannot let us experience the amazing acoustics or the fascinating textures of materials. Our library of architectural references consists for 90% of picture books and movie clips and only 10% of its shelves is reserved for our much more dimensional personal memory. Juhani Pallasmaa says it best: “the architecture of our time is turning into the retinal art of the eye.” When designing, we think in pictures. Recent history proves that sensory

architecture can lead to amazing things. In the voids of the Jewish Museum of Berlin, the lack of sound makes you shiver. At the Barcelona Pavilion of Mies van der Rohe, your hands itch to touch the smooth surfaces of the polished stone. And the smell of the sea adds just another layer of ruggedness to the experience.

Fortunately, it’s not just us, the editors of the pantheon//, who noticed. More and more people discover the importance of sensory perception and the amazing things it triggers. When it comes to a topic as philosophical and psychological as sensory perception, it is tempting to become vague and floaty. Fritz Perls, a guy who has nothing to do with architecture but everything with psychiatry, once wrote: “lose your mind and come to your senses.” Let your senses take over and enjoy this pantheon// experience.//

VEERLE ALKEMADE QQ‘‘Watching architecture online only gets you so far. Try to go outside, close your eyes and let your other senses learn about the built environment.’’

TIM BRUINES EDITOR“Technology needs art to make sense.”

ALBERT BURGERS ACQUISITION “As we move to a more consumerism world, architecture becomes an experience in which the main goal is achieving a product which influences our senses.”

MAYA VAN DER LANDE EDITOR“We undergo all of these beautiful experiences through our senses, therefore we should also design by incorporating all of our senses to be able to create these experiences.”

HUGO KOOYMANS EDITOR“Keep your windows open.’’

NICO SCHOUTEN EDITOR“If we could all experience architecture the way Hansel and Gretel did, there would be so much joy in the world.”

VITA TEUNISSEN CHAIRMAN“Forget about the costs, the aesthetics, the social obstacles. For once, focus solely on the sensory perception. Design for reality, not for the pictures.“

JUDITH TIJM EDITOR “The idea that architects can control human emotions and behaviour like no other form of art can, is amazing and frightening at the same time.”

MAX VERHOEVEN LAY OUT “Nothing lasts.”

ANNE DE ZEEUW LAY OUT“Use your common senses.’’

LOSE YOUR MIND

COMMITTEE2014/2015

membership Stylos€10,- per yearaccount number 296475

Stylos FoundationThe pantheon// is funded by the Stylos Foundation.

The Stylos Foundation fulfills a flywheel function to stimulate student initiatives at the Faculty of Architecture and the Built Enivronment at the Delft University of Technology. The board of the Stylos Foundation offers financial and substantive support to these projects.

As a friend of the Stylos Foundation you will be informed on these projects by receiving the B-nieuws every two weeks and four publications of the pantheon//. We ask a donation of €90,- per year as a company and €45,- per year as an individual (recently graduated friends of the Foundation will pay €10,- the first two years).

account number 1673413

disclaimerAll photos are (c) the property of their respective owners. We are a non-profit organisation and we thank you for the use of these pictures.

Illustratie: Laura Maria Hamstrawww.lauramariahamstra.com

“Ze vroeg mij eens voorzichtig: ‘Wat zit er eigenlijk achter mijn deur?’ Toen ik beschreef dat daar een gang was waar ze altijd doorheen liep, waar ook deuren waren van andere mensen, keek ze me aan alsof ik het verzon,” schrijft Ada van Deemter in haar boek Met je moeder over de zorg voor haar dementerende moeder. Haar moeder is al enige tijd opgenomen in een verzorgingstehuis en heeft daar haar eigen kamer, “mijn vierkantje” noemt ze het.

“De verwarring bij haar binnenkomst in het huis was enorm geweest. […] Ze liep vanaf dag één bij iedereen binnen. Verschoof stoelen en haalde dagelijks het vuile wasgoed uit de mand om het weer terug te leggen in de kast. Je kon haar niets uitleggen. Alles vergat ze meteen nadat het gezegd was. Ze dacht elk moment dat ze naar huis ging. […] Ze belde nachten lang door aan het touwtje bij haar bed te trekken, soms elke tien minuten, geruststellingen hielpen niet en werden meteen vergeten.”

Het boek laat mij als ontwerper direct zweven tussen allerlei gedachten over hoe we moeten ontwerpen voor mensen die niet meer kunnen bevatten wat zich achter hun kamerdeur bevindt. In een samenleving die steeds verder vergrijst en waar op dit moment 260.000 mensen dementerend zijn - de verwachting is dat dit aantal oploopt tot ruim 500.000 in 2050 - is het als ontwerper interessant om na denken wat voor gebouwen we voor deze groeiende groep mensen zouden kunnen ontwerpen.

ARCHITECTUUR VOOR DE HERINNERING

3

Feddersen, E. & Lüdtke, I. (2014). Lost in space,

Architecture and Dementia. Reinach: Birkhäuser.

Van Deemter, A. (2012). Met je moeder.

Soest: Boekscout.

Bij dementie verdwijnt meestal de meest recente laag van herinneringen, het kortetermijngeheugen. Hierdoor kan nieuwe informatie niet meer worden opgeslagen. Vandaar dat dementerenden in een nieuwe omgeving, zoals een verpleeghuis, telkens de weg kwijtraken. Ons langetermijngeheugen blijft langer. Wanneer ook dit begint te verdwijnen resteert slechts de aanleg uit onze oertijden, die nog steeds in ons onderbewuste genesteld is. Dit zijn de meer zintuiglijke gevoelens, zoals: voel ik mij veilig? Heb ik het warm of koud? Het belang van de zintuigen neemt dus toe doordat cognitieve functies afnemen.

Deze toename van het belang van de zintuigen en het niet in staat zijn nieuwe informatie op te slaan heeft grote gevolgen voor de omgevingen van dementerenden. Hoewel omgevingen geen behandeling zijn en geen genezing kunnen bieden, kunnen zij wel degelijk worden ingezet om de vele problemen die aan dementie gerelateerd zijn te verminderen. Dementie verkleint het vermogen om je omgeving aan te passen aan je behoeftes, dit gaat al om simpele dingen zoals het draaien aan de thermostaat voor een fijnere temperatuur of het aanzetten van een lamp voor meer licht. Hierdoor ben je als dementerende in grote mate afhankelijk van de externe omgeving.

Omgevingen die niet passend zijn kunnen grote verwarring, agressie (dikwijls veroorzaakt door onmacht door het verlies van het eigen kunnen) of wegloop gedrag veroorzaken. Zoals eerder beschreven blijft het lange termijn geheugen langer intact.

Hierdoor is het is goed om ons als ontwerpers te beseffen dat dementerenden zich objecten dus herinneren zoals deze er in hun eigen verleden uitzagen. Objecten als een koffiezetapparaat, sleutel, radio, etc zagen er totaal anders uit waardoor de huidige vorm van deze objecten vaak onmogelijk te hanteren of bedienen is. Voor omgevingen geldt hetzelfde, een systeemplafond in een verzorgingstehuis kan bijvoorbeeld het idee geven dat men vast zit in een kantoor en ervoor zorgen dat men constant denkt straks weer naar huis te gaan. Een typisch lokaal materiaal als baksteen of hout kan bijvoorbeeld al helpen een plek te koppelen aan zijn regionale context. Nieuwe omgevingen moeten voor dementeren dus de vertrouwde elementen en sfeer bevatten van de leefomgeving waarin mensen het grootste deel van hun leven geleefd hebben (Feddersen, 2014)..

In de architectuur voor dementerenden is een grote ontwerp uitdaging te vinden. Omgevingen voor dementerenden moeten op een zodanige manier worden ontworpen zodat deze voldoet aan hun specifieke behoeften. Iedere dementerende heeft echter de herinneringen uit zijn eigen verleden, die zijn per generatie, per cultuur en zelfs per individu anders. Hoewel er enkele gemeenschappelijke noemers -zoals een aangename temperatuur- aanwezig zijn, bevind zich hier wellicht de grootste uitdaging. Architectuur zou de cognitieve handicap die ontstaat door dementie moeten kunnen compenseren met vanzelfsprekende en ongecompliceerde gebouwen. In de speelruimte hierbinnen hebben we nog heel wat uit te vinden.//

MAYA VAN DER LANDE

ILLUSTRATIE: TESSA VAN DER LANDE

WHERE TO?Many public buildings (especially ones with tons of alternating visitors) need to serve so many people at a time they have become spatial puzzles for their users to solve.

When the tradtional way of wayfinding does not suffice, architects will have to design their projects with wayfinding in mind, often with divergent results.

Raphael Moneo’s Ayuntamiento de

Logroño uses different shapes and patterns in

columns to guide visitors to where they need to be. Even

though there are areas in the building that can’t be accessed publicly, it will not

feel that way to citizens. This is an important statement the building made on Spain’s

newfound freedom after the dictatorship.

So by anticipating what your target group finds interesting or what they need from your project, you can use the form of your building to guide them the right way.

The next issue to resolve is how you get visitors to ‘catch your drift’. The above is a modern way of doing this. A huge problem with this however, is that your audience has to remember what the whole plan looks like in order to position him/herself in the building, and determine where they need to go to get to the right location. A solution can be found by combining the outcome of SemWay and modern technology: this technology can be used to imprint (abstract) images of where your visitors need to go in their thought process of finding their wayA completely different way to anticipate human instinct is to make signs works of art that require a closer look from your visitors.

Not only does it make your design more memorable aesthetics-wise, it also allows for a different spatial chara ter on each level, tailored to the people that use it.//

5

TIM BRUINES

Until recenty, people never thought about what a sign actually was, signs were just sheets with text on them, and that was mostly enough. When applied to buildings with modern functions however, they turn out to be insufficient. Wether it be the people who read them or the programme of the building that renders signage hard to implement, a new way was needed. That’s when semantics of wayfinding entered the stage.

Austrian geographist Georg Gartner has studied the origins and effects of signs in his SemWay project. His findings include the fact that classic signage evokes a sense of arbitrarity in people. So in order to make better signage, you need to start with human thinking as a third party in your design.

Current wayfinding systems use extremely tangible ways of describing spaces (turn right into the second corridor), whereas the human brain processes spatial information instinctively. Bluntly stated, this means that your building will have to be interesting aesthetically if you want it to be easy to navigate.

Ayuntamiento de Logroño

TU Delft (2014) Geraadpleegd op 13-3-15 via

http://blackboard.tudelft.nl

Getallen

Paula Scher (2005) Geraadpleegd op 13-3-15 via

https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/236x/41/d6/b8/41d6b89578b

6a96b1e44a51e71f36ee7.jpg

Bronnen

A B I T E O F

Een pop-up cafeetje net buiten het centrum van Rotterdam. Als een vriend me niet verteld had dat het “een onwijs leuk zaakje” is, zou ik waarschijnlijk niet naar binnen zijn gegaan. In de plint van een uitzonderlijk degelijk appartementencomplex, maar ingeklemd door een schimmige avondwinkel en kebabzaak die draait op midnight snacks.

Het interieur van het cafeetje overtreft echter meteen mijn verwachtingen. Geen frituurlucht of fel neonlicht, maar versgemalen bonen en een besnorde hipster. Het is rond het middaguur, niet druk, maar ook niet rustig. Wat koppels, en een aantal mensen alleen. In een hoek zit een jongen te schetsen luisterend naar muziek. De sfeer is gemoedelijk en iedereen lijkt zich op z’n gemak te voelen.

Wat zou het interieur hier aan bijdragen? De interieure ruimte is niet bijzonder, het is immers pop-up, maar de houtje-touwtje inrichting draagt bij aan een fijne huiskamer sfeer. Verschillende tafels, stoelen en krukken, zo van de kringloop. Het past net niet bij elkaar. Maar misschien is het juist deze knulligheid die mensen blij maakt. Misschien doet het ons even niet meer de perfectie nastreven, maar zorgt het ervoor dat we ons voelen zoals we ons thuis voelen. Alleen dan met een ander uitzicht achter de ramen, betere koffie en geen afwas. Gewoon even tekenen, even kletsen, even werken.

In deze sfeer zit iedereen lekker in z’n cocon, maar toenadering naar onbekenden wordt niet gezocht. Vreemden zitten immers meestal niet in je huiskamer. Welke tools zou je kunnen gebruiken om deze terughoudendheid te doorbreken? Dit zal een lastige worden, want we weten vaak niet eens wie er naast ons woont. Ik verplaats mezelf naar het centrum en wel naar de Openbare Bibliotheek. Die is sinds 1983 gevestigd in het gebouw met “de glazen waterval” en de gele buizen ontworpen door Van den Broek en Bakema. Rond 2000 is het intern gerenoveerd, voornamelijk de begane grond. Deze renovatie, overigens uitgevoerd door dezelfde architecten, moest de bibliotheek transformeren van opslagplaats voor boeken naar centrum waar kennis gedeeld wordt. Bij binnenkomst kom ik in een grote hal. Er liggen folders, er worden wat dingen tentoongesteld en er staan wat bankjes, maar toch denk ik dat dit niet de plek is om je grote liefde tegen het lijf te lopen. Mensen lopen er vluchtig doorheen, van de ingang naar de roltrap. Alhoewel, aan de linkerkant staat een joekel van een schaakbord, met daaromheen zeker vijftien mannen, allen de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Eentje speelt wit, een andere zwart en de rest kijkt bedachtzaam toe. De mannen zijn stil en er heerst wat ongemak, maar toenadering wordt gezocht. Is het het interieur dat hier aan bijdraagt? Is het de hal die met de renovatie zo ruim is geworden? Ik betwijfel het. Hoewel er net achter het schaakbord een koffiezaakje is gevestigd, drinkt geen van de mannen iets. Waarschijnlijk vinden ze de koffie te hip, te zoet en te duur en verlangen deze ouwe Rotterdammers naar een degelijk bakkie pleur.

In het boek Architecture from the Inside Out van Karen A. Franck las ik de volgende zin: ‘Architects remain on the outside, creating the building as object, looking at it but not imagining its inhibition.’ Dit zet aan tot nadenken.Denken architecten als ze een gebouw ontwerpen aan hoe mensen zich erin voelen? Voelen mensen zich comfortabel of ongemakkelijk? Belangrijk of juist heel nietig? Hoe verhoudt men zich ten opzichte van de ruimte? Of hoe verhoudt men zich ten opzichte van elkaar in de ruimte? Biedt de ruimte mogelijkheid tot ontmoetingen? Hoe praten mensen in de ruimte? Gaan ze zachter praten? Of harder?

En als architecten deze vragen meenemen in het ontwerp, welke ‘tools’ gebruiken ze hier dan voor? Welke elementen kunnen van invloed zijn op emoties en gedrag van mensen?

To o l s v o o r d e c o m f o r t a b e l e h u i s k a m e r s f e e r : I m p e r f e c t i e e n o p a ’ s l e r e n s o f a

Twee plekken zijn nu bezocht waar mensen gesprekken hebben en ontmoetingen plaats vinden. Maar zou er ook een gebouw zijn dat mensen stil maakt en in zichzelf doet keren.

Ik loop de bieb uit en steek de Binnenrotte over en kom aan bij de Laurenskerk. Ik heb me wel eens afgevraagd hoe mensen uren stilzwijgend naar een dienst kunnen luisteren, zittend op banken die net te hard zijn in een gebouw waarin het vaak net te koud is. Maar hier binnen kan ik het begrijpen, alles is zó hoog, en het licht dat naar binnen valt door de gekleurde raampjes is zó licht, je vergeet bijna dat je in een massief stenen gebouw op een harde, houten kerkbank zit. Achter in de kerk is een modern altaar opgesteld waar lichtjes en kaarsjes branden. Als je hier niet stil van wordt, dan is het misschien de ongemakkelijke weerkaatsing die elk kuchje en snufje versterkt. Het geluid van klittenband lijkt oorverdovend en doet menig oud vrouwtje geïrriteerd omkijken, kan ik je vertellen.

Tools voor verwondering en stilte: ruime versiering, pracht en praal en mooie inval van natuurlijk licht, een awkward echo kan ook helpen om menigeen de mond te snoeren.//

To o l s v o o r e e n s f e e r v o o r o n t m o e t i n g e n o p l e e f t i j d : e e n r e u s a c h t i g b o r d s p e l e n w a r m e

d r a n k z o n d e r f r a t s e n

7

JUDITH TIJM

ILLUSTRATIE: ANNE DE ZEEUW

T H E C I T Y

8

MARRIT TERPSTRA

“ It is time to rethink the relationship with the most important buildings in our lives ” Tom Dyckhoff in The Secret Life of Buildings (2014)

(Van Dijk, 2013). Wat de architect denkt dat de gebruiker nodig heeft strookt vaak niet met wat de mensen daadwerkelijk nodig hebben. De ontwerpbeslissingen zijn vaak gebaseerd op een veronderstelling, een hypothese of een gok hoe men het gebouw zal beleven. Volgens Ronald Hamel (2009), universitair docent in cognitieve psychologie en omgevingspsychologie aan de Universiteit van Amsterdam, zijn architecten niet in staat om gefundeerde beslissingen te nemen omtrent de gevoelswaarde van mensen. Architecten beschikken namelijk niet over deze specialistische kennis. Tenslotte kan worden opgemerkt dat de gebouwde omgeving nauwelijks geëvalueerd wordt op de beleving en het gebruik ervan (post occupancy evaluation), waardoor het verzamelen van praktijkkennis als input voor volgende ontwerpen uitblijft.

Het is belangrijk dat bestaande en toekomstige architecten de psychologie achter de architectuur beter leren begrijpen, om zo weer terug te gaan naar een meer evenwichtig ontwerp. Kennis van zaken over de gevolgen van ontwerpkeuzes voor de beleving is hiervoor een

vereiste (Hamel, 2009). Allereerst zal dit leren begrijpen deels door zelfstudie kunnen worden bereikt, maar het is effectiever en efficiënter wanneer het vak omgevingspsychologie haar intrede doet in het onderwijsprogramma van de bachelor

Bouwkunde. Verder moeten ontwerpbeslissingen niet alleen worden gemaakt op basis van een veronderstelling of interpretatie, maar dient er meer gebruik te worden gemaakt van gedegen specialistische kennis, literatuur- en/of observatieonderzoek om tot het gewenste resultaat te komen met betrekking tot de gebruiker in relatie tot zijn omgeving. Tenslotte kan een ontwerp vooraf met een virtuele realiteit worden onderzocht of achteraf worden geëvalueerd door middel van post occupancy evaluation om te bepalen of deze doeltreffend is op gebied van beleving en gebruik en daarmee in het optimaal ondersteunen van de mens (Tooren, 2011).//

BronnenEyckveld, office for environmental psychology & architecture. (z.d.)

Eyckveld ontwikkelt, analyseert en adviseert vanuit de gebruiker.

Geraadpleegd op 24 februari 2015, van www.eyckveld.nl/expertise.

html

Hamel, R. (2009). De beleving van ruimte in de omgeving.

Geraadpleegd op 21 februari 2015, van www.ziedaar.nl/article.

php?id=327

Moore, G.T. (1979). Architecture and Human Behavior: The Place of

Environment-Behavior Studies in Architecture.

Rigolon, A. (2011). People-centered architecture. In-Bo. Ricerche e

progetti per il territorio, la città e l’architettura, 2011 (2), 63-72.

Tooren, W. (2011). Omgevingspsychologie in architectenbureaus?

Van Dijk, J. (2013). Waarom is beleving belangrijk?

WITH PEOPLEIN MIND“ Architecture is the art, which above all others, combines expression, technology, and the satisfaction of human needs. Its purpose is to make places where people feel more human, more alive, more fullfilled. It is, in Vitruvius’ words, the art which combines utilitas, firmitas and venustas, or human behavior, technology and beauty.” - Gary T. Moore (1979)

Er is een toenemende belangstelling voor de relatie tussen de gebruiker en zijn fysieke omgeving. Wetenschappelijke kennis die sinds de jaren vijftig is verzameld over dit onderwerp, vindt hierdoor stukje bij beetje zijn toepassing in de gebouwde omgeving. Hierbij richt men zich in de zorg bijvoorbeeld op het genezingsproces van de patiënt, in de kantooromgeving op het optimaal functioneren van de werknemer en in de retail op het creëren van een omgeving waarin de klant langere tijd wil verblijven (Eyckveld, 2015). Hoewel er meerdere toepassingen op te noemen zijn, valt er nog steeds veel winst te behalen in deze tak van de wetenschap. Echter, niet zozeer met het oog op efficiëntie en winst in bedrijfsprocessen, maar vanuit de solidariteit voor de mensheid. Met name de ruimten waarin we wonen, werken en recreëren zijn onderbelicht als het gaat om ons gevoel van welbevinden. Daar waar pogingen worden gedaan vormt de intuïtie van de architect vaak nog een belemmering.

De omgeving kan emoties uitlokken, herinneringen oproepen en reflectie of actie versterken (Rigolon, 2011). Factoren die van invloed zijn op de emotionele reacties zijn lichtinval, vorm, materiaal- en kleurgebruik, maar ook de bouwtechnische, akoestische en thermische aspecten hebben invloed op de ervaring van een ruimte. Architecten zijn in staat om ruimten te creëren die een meerwaarde bieden voor ons gevoel van welbevinden en daarmee aan de kwaliteit van ons leven. Hierdoor hebben ze de maatschappelijke plicht om ruimten te ontwerpen die faciliteren in het welzijn en functioneren van de gebruikers.

Waar het vanzelfsprekend lijkt om gebouwen en omgevingen te creëren die ten goede komen aan het welbevinden van mensen, leert de ervaring ons anders. We merken dat het verheerlijken van de architect, het bedenken van een ‘goed’ concept of het maken van een icoon voor de stad vaak opgevat worden zijnde de belangrijkste maatstaven voor ‘goede’ architectuur. Dit is verklaarbaar als je bedenkt dat architecten in spe niet onderwezen worden in sociale wetenschappen, maar wel worden overspoeld met voorbeelden van gebouwen als kunstobjecten. Verder hebben ontwerpbeslissingen ook nog niet altijd het beoogde effect op de eindgebruiker

9

VITA TEUNISSEN

You went to Barcelona for your minor, what minor did you do?As an Erasmus student, I could choose whatever subjects I wanted to. Next to a number of mandatory courses, they offer a range of objectivas - subjects from every year that all students can choose from. There were a lot of mixed classes with younger and older students. The younger benefitted from the experience and knowledge of the elder, but their simple and untouched views on architecture were inspiring for us as well.

So all the courses were in Spanish? How did that go?Haha, at first not so good. Some of the teachers spoke a little English, but most students did not, so I could only communicate with them in Spanish. I took a language course, but being there and going out on the street is the number one way to learn the language. After some drinks, my Spanish had really improved!

How did the courses and their focus differ from the education in Delft?

It’s hard to say, because I chose my own subjects. I think that overall the education is mainly technical during the first years, but projects and designing gain focus as the studies proceed. But like I said, there’s a lot of freedom for Erasmus students, so it’s also possible to only choose drawing subjects.

Are the projects all architectural or also urban and interior?No, very mixed actually. For the project I did we had to design short-stay housing as small and compact as possible, which made it very interior-orientated. And I also took a class called Urbanistica. I did notice that the urbanism and architecture courses only focus on the city of Barcelona itself. I asked some local students and it’s like this during their entire education, so they mostly learn about their own city. For me as a foreigner, it was interesting and inspiring, but for the Spanish students it must be a bit boring and short-sighted.

Was the workload higher or lower than here in Delft? Difficult to say, really. I underestimated the workload, because everybody always says that Erasmus semesters are easy and laid-back. It turned out it wasn’t, so after a number of too relaxed weekends, I came to the conclusion that I’d have to work a bit harder than expected. But I guess that was mainly because of the language. They spend their

time very differently in Spain. It’s quite common to have class until 9:30 at night. And as a way of teacher-student guidance, the students present their work two times a week to the whole group, which takes quite a lot of time. Of course, presentations and critique from your fellow students can be very helpful, but two times a week felt a bit like a waste of time for me.

What was the university like?Architecture was housed in their own faculty, located in the Zona Universitària just out of the city centre. There weren’t any studio spaces, but big rooms that all the students could work in freely. I did notice that the facilities here in Delft, like the printers and the shops and food corners, are actually quite a luxury. For instance, there were only three printers in the entire faculty in Barcelona, and you coulnd’t even use them during siestas.

What could the TU Delft learn from the university of Barcelona?The size of the groups, I think. Lectures were given to small groups of about twenty people. Most lectures or lessons are not mandatory, but because of the small groups, the teachers know who you are and when you’re not there. So often I felt obliged to go. And also, those small groups enabled discussion, replacing the formal, one-way lecture from the teacher, which made the lectures much more interesting.

And the other way around, what could the Barcelonans learn from the university in Delft?

I think they could give the students a bit more freedom in Barcelona. There are a lot of deadlines and check-ups during a project - to make sure the students keep up. And during consultations, the teachers (or at least mine) can be quite pushy with their own opinions. Barcelonans would benefit from a slightly more loosened-up approach.//

THE EXCHANGE STUDENT BARCELONA

There´s no need to introduce Barcelona’s amazing architecture, historic architects or lovely weather. But what´s the education like? As an anticipation for the summer, we’re travelling down south, where the lucky Jet ten Voorde spend her first semester of this year.

TIP:Take it from the

expert: when you’re in Barcelona, rent a bike and

cruise around the less touristic areas. Much

more to see there!

JET TEN VOORDE IN BARCELONA

UNIVERSITAT POLITÈCHNA DE CATALUNYA

11

ANNE DE ZEEUW

BijziendeDe wereld, waar ik door loop zonder bril,bestaat alleen uit vlekken en uit vegen,De vlekken staan voor ‘t grootst gedeeltestil, terwijl de vegen allemaal bewegen.

Ik zie de rozen wel maar niet de luis,en ik zie wel de balk en niet de splinter,en ik zie nooit de rommel in uw huis,en ik zie alles hier en nooit iets ginter.

Wel zit ik altijd in lijn zeventienterwijl het twee moet zijn.En wel val ik voorover de trappen af,omdat ik niet kan zien waar ze beginnen,maar daar tegenover

zie ik zo nu en dan een kangeroemet een bruin jonkie, op het Leidseplein.Erg lief is dat, al geef ik later toedat het geen kangeroe geweest kan zijn.//

Annie M.G. Schmidt

“Het bewustzijn van de invloed van zintuigen op verschillende afstanden kan heel bijzondere en waardevolle ruimtes opleveren.”

We treffen haar op de begane grond van haar bureau, bestaande uit één grote ruimte. Het gebouw is een getransformeerde oude drukkerij in het centrum van Delft. Vanaf de ingang leiden horizontale lichtgevende slits in het plafond ons het gebouw binnen, waardoor de lange ruimte optisch korter en intiemer lijkt.

Je hebt gestudeerd in Eindhoven, hoe ben je in Delft terecht gekomen?

Ik studeerde af bij Eijkelboom en na mijn studie ben ik bij zijn bureau EGM gaan werken. Eerst was dat in Eindhoven, maar uiteindelijk kwam ik in de directie van de bureaus in Rotterdam en Dordrecht. Ik wilde niet meer weg uit de Randstad en ik vond Delft een fijne stad, zeker door alle studenten. In 1998 ben ik mijn eigen bureau begonnen, hier in een oude drukkerij aan de Papenstraat. Ik ben ook hoogleraar in Eindhoven, dus ik kom er nog wel regelmatig.

Wist je voordat je begon met je studie al lang dat je architect wilde worden?

Ik was altijd al bezig met dingen maken en ontwerpen, dus eerst wilde ik graag naar de kunstacademie om te beeldhouwen of te schilderen. Maar ik was ook goed in exacte vakken zoals wiskunde en natuurkunde en ik vond het leuk om dingen te onderzoeken. Uiteindelijk heb ik het wetenschappelijke en artistieke in mijn gedachte gecombineerd en ben ik architectuur gaan doen.

En vond je inderdaad die combinatie tussen wetenschap en creativiteit?

Ja, absoluut. Mijn inaugurale rede noemde ik Poëtisch Ingenieurschap, wat de combinatie van heel veel weten en artisticiteit letterlijk verwoord. Ik vergelijk het vaak met een beeldhouwer: kennis van de materiaaleigenschappen zijn essentieel voordat je iets met het materiaal kan creëren. Als architect moet je weten hoe materialen werken: hoe hout werkt, hoe staal reflecteert. Pas dan kan je mooie dingen maken.

Hoe pas je de kennis van zintuiglijke beleving en poëtisch ingenieurschap toe in je ontwerpen?

Ruimtes kunnen heel psychologisch zijn. Ik heb ooit het

bureau van Norman Foster in Londen bezocht. Als je daar binnenkomt zie je als eerste een hele grote, brede trap met bovenaan een tafeltje met een secretaresse. De afstand tussen architect en bezoeker wordt meteen duidelijk gemaakt: je voelt je al klein als je binnenkomt. Een van mijn eerste ontwerpen was in opdracht van de TU van Twente. Ik wilde dat iedereen door een poortje naar binnen zou komen. Ten eerste om ze de ruimte te laten voelen: de tochtsluis vormt een buffer tussen de enorme ruimte buiten en de grote zaal binnen. Maar

ook als een symbool dat laat zien dat iedereen gelijk is: studenten, docenten en hoogleraren gaan allemaal via dezelfde ingang naar binnen.

Palasmaa zei: “the architecture of our time is turning into the retinal art of the eye”. Hoe komt dat volgens jou?

In mijn onderzoek had ik het eerst vooral over licht, kleuren en ruimte. Later ook over akoestiek, texturen en geuren. Omdat architecten alles uittekenen, denken ze ook vaak tweedimensionaal en ontwerpen ze vooral voor het zicht, voor de ogen. Natuurlijk ben ik een architect, ook ik houd van mooie dingen. Dat is mijn vak. Een ontwerp is echter pas geslaagd als de gebruiker het er fijn vindt, anders ben ik alleen met mijn eigen hobby bezig. Ik wil iets ontwerpen waar mensen zich goed in voelen, dat levert de beste architectuur op.

@architectJeanne Dekkers

Vroeger wilde ze liever naar de kunstacademie, maar uiteindelijk werd het toch architectuur. In 1998 richtte Jeanne Dekkers haar eigen bureau op in Delft. Aan pantheon// vertelt ze over haar loopbaan als architect en haar onderzoek Poëtisch Ingenieursschap.

“Zo konden ze hun eigen plek vinden, zonder zich verloren te voelen.”

BronnenPallasmaa, J. (2007) An Architecture of the Seven Senses. In

Holl, S. (2007) Question of Perception. (p. 40 - 49). Retrieved from

https://elibrary.utas.edu.au/utas/items/8bdb7f82-f20c-4ac1-b80d-

8df79e07e889/1/

Afbeeldingen1, 2: Kellebeek College Roosendaal (2014). http://www.jeannedek-

kers.nl/nl/projecten/kellebeek-college-roosendaal/

Een jaar geleden heb je het onderzoeksplatform Sense & Care opgericht. Wat was het doel van het onderzoek?

Wanneer Palasmaa en Zumthor het hebben over sfeer, blijven ze hangen bij een beschrijving. Ik wilde onderzoeken hoe je zintuiglijke beleving als ontwerptool kan inzetten. Het onderzoek bestaat uit twee delen. In het eerste deel hebben we steeds vijf profielen opgesteld voor de zintuigen zien, horen, ruiken en voelen, waarin opdrachtgevers kunnen aangeven of iets bijvoorbeeld hard of zacht moet zijn, kleurig of sober, groots of intiem. Daarnaast hebben we de maatgebieden onderzocht: de invloed van zintuigen over verschillende afstanden. In de meest intieme situaties, bijvoorbeeld als twee mensen naast elkaar op een bank zitten, werken alle zintuigen: je ziet elkaar, je voelt en ruikt elkaar, en hoort elkaar. Als er een tafel tussen zit, voel je elkaar niet meer en ruiken wordt ook moeilijker. Op 50 meter afstand kun je elkaar alleen nog maar zien. Het bewust zijn van de invloed van zintuigen op verschillende afstanden kan heel bijzondere en waardevolle ruimtes opleveren.

Waar heb je tijdens het onderzoek zelf veel van geleerd?We kunnen veel leren van ontwerpen voor blinde, dove of demente mensen. Omdat één of meerdere van

hun zintuigen zijn uitgeschakeld, is een ander zintuig bovengemiddeld ontwikkeld. Zo kan een blind persoon horen dat een deel van een gevel een stuk naar achter ligt door de weerkaatsing van geluid. Mensen die wel kunnen zien, horen dit ook, maar de ogen zijn veel dominanter. Een goed ontwerp houdt ook rekening met de andere zintuigen. Een collega van mij zat een keer met een blinde man op een dakterras en hoewel hij het niet kon zien, vond hij het heerlijk. Hij zei: “het is zo fijn om zo boven het geluid te zitten.” Wij ervaren een balkon ook zo, maar we zijn ons daar niet bewust van. Terwijl het juist heel veel waarde kan toevoegen aan de beleving van een ruimte.

“Zo konden ze hun eigen plek vinden, zonder zich verloren te voelen.”

Hoe kan het dat zintuiglijke beleving nu zo’n hot topic is binnen de architectuurwereld?

Bij mijn lezingen laat ik altijd een foto zien van lemen hutten in Mali. Daar komen wij als mensheid vandaan en toch laten we ons elke dag opstapelen in hoge galerijflats. We vergeten waar het eigenlijk om gaat. De beleving moet weer centraal komen te staan. In die zin vind ik de crisis een geschenk: we hebben weer tijd om even na te denken en een stapje terug te doen. Om de vraag te stellen: waar gaat het nou eigenlijk om? Je ziet al een tegenbeweging van lokale architectuur, architectuur wordt weer humaner. Niet elke stad hoeft een Gehry of een Zaha Hadid te hebben om een stad te zijn, we kunnen weer trots zijn op wat we zelf in huis hebben.//

Is het moeilijk om esthetische waarde en gebruikswaarden te combineren?

Het zou automatisch moeten gaan. Als je alleen maar mooie dingen wilt maken is het net als bij grafische vormgeving of design, je koopt het en voor even is het leuk, maar uiteindelijk gooi of geef je het weg. Zo moet architectuur niet zijn. Om dit te voorkomen, ontwerp ik altijd vanuit een probleem. Vorig jaar is ons ontwerp voor het Kellebeek College in Roosendaal opgeleverd. Voor deze school ontwierp ik vanuit het probleem dat scholen, naar mijn mening veel te groot worden en de leerlingen en werknemers anoniem. Daarom heb ik in het midden een hart gemaakt, als een soort huiskamer, en daaromheen de kantine en collegezalen, maar ook ruimtes waar je stil kan werken. Zo kan je je eigen plekje zoeken, zonder je verloren te voelen.

13

VITA TEUNISSEN

1 2 3 4 5 67

1 2 3 4 5 67

1 2 3 4 5 67

1 2 3 4 5 67

1 2 3 4 5 67

1 2 3 4 5 67

1 2 3 4 5 67

1 2 3 4 5 67 123456 7

16

CHARLOTTE ROS

Het terugverlangen naar die geur maakt het beroemde boek Das Parfum van Süskind bijvoorbeeld zo speciaal. Het ruiken van een oude vertrouwde geur heeft echter de kracht een oude tijd te herbeleven. Niet alleen voor het geestensoog, de “mind’s eye”, maar ook het herbeleven van de onzichtbare zaken als de sfeer, of de gevoelens van toen. Dit zou je – in reactie op het boek van Juhani Pallasmaa - de mind’s eye of the skin willen noemen: Het lichaam herbeleeft de ervaring van vroeger alsof het nu is.

Wat is precies die rol van de herinnering aan de omgeving? Ik vroeg een aantal mensen over hun allervroegste herinneringen. Een kind koppelt nog geen of nauwelijks associatie aan de zintuigelijke ervaring, omdat het nog een beperkt herinneringenarchief heeft opgebouwd. Zintuigen moeten nog ontdekt en uitgeprobeerd worden. Geen ervaring kan een kind waarderen door associatie aan een eerdere ervaring, enkel door de ervaring zelf.

Wat maakt dán de meeste indruk? Wat blijft hangen?

BUITENIJsbrand ervaarde door de vele verhuizingen van zijn ouders, het stuk land van zijn vader als een altijd stabiele plek. Grappig dat juist die tuin het wél het meeste veranderd is met de tijd. Eerst was het enkel een weiland zoals zijn omgeving, een beschermd landschap. Zonder toestemming werden toch veel bomen gepland, waardoor

THE MIND’S

OF THE SKINEYE

EEN ONDERZOEK NAAR DE EERSTE ZINTUIGLIJKE ERVARING

Warm stro, een ritselend geluid en gesnuif van grote dieren. Geur van vers mest. Ik hou me vast, plaats mijn voet op de onderste balk, zwaai mijn andere been over het hek en spring in het gras. Mijn hand glijdt langs het oude hout maar let niet op en schrik: weer een splinter. Ben ik nu de bibliotheek van het Rijksmuseum? Dacht het niet.

ZINTUIGELIJKE HERINNERINGHet lichaam heeft zintuigen om te ervaren, observeren, beoordelen, en slaat deze ervaringen ook op. Neem bijvoorbeeld geur. De meest ongrijpbare zintuigelijke ervaring omdat ze nauwelijks is vast te leggen. De alledaagse geuren zijn niet te vangen zoals een foto.

IJsbrand Oskam - Tuin Vroeger ben ik veel verhuisd met mijn ou-ders, waardoor het stuk land van mijn vader wel altijd een stabiele plek was. Grappig dat het wél het meeste veranderd is. Eerst was het een weiland, een beschermd aanzicht. Mijn vader had er toch veel bomen geplant, waardoor het nu een groot bos is geworden. Wederom nu een beschermd aanzicht, dat is wel grappig.

Ik weet nog veel, er waren dieren en gras, en geluid van de grutto. De schapen kon je wegjagen door een tak heen en weer te zwaaien. Mijn vader had er een huisje met zijn eigen handen gebouwd. Toen was het zo gewoon, maar nu ik terugdenk toch wel heel bijzonder he?

BOOK REVIEW. The eyes of the skin. JUHANI PALLASMAA‘The eyes of the skin’ is een van de klassiekers van de architectuurtheorie. Hoewel het boek voor het eerst in 1996 werd gepubliceerd, is het tegenwoordig misschien nog wel meer van toepassing. Pallasma beschijft in zijn boek hoe één van onze zintuigen, zien, dominant is geworden over onze andere zintuigen. Tegenwoordig, nu onze ogen dag in dag uit zijn vastgeplakt aan onze beeldschermen, is het niet moeilijk hiervan overtuigd te raken. Hedendaagse architectuur en ontwerp zijn steeds meer op het zien - de esthetiek - gericht. Maar waarom is vooral op het oog gerichte architectuur een “probleem”? Zien is het enige zintuig dat op afstand kan werken. Voor voelen is nabijheid bijvoorbeeld onvermijdelijk. Op deze manier schept de moderne architectuur afstand tussen zichzelf en zijn bezoeker of bewoner.

Pallasmaa signaleert dat deze ontwikkeling gelijk lijkt te lopen met de Westerse gerichtheid op het ego; “zien scheidt ons

The Incredulity of Saint Thomas by Caravaggio

van de wereld, terwijl de andere zintuigen ons hiermee verenigen”. Architectuur omvat verschillende zintuiglijke ervaringen die op elkaar inwerken en in elkaar versmelten. Het boek geeft mooie voorbeelden van hoe de huidige architectuur met zintuiglijkheid omgaat. Zo maakt het gebruik van reflecterend glas in moderne kantoorgebouwen het ons onmogelijk ons leven voor te stellen achter deze wanden. Ramen zijn in kracht verloren als tussenzone tussen twee werelden - binnen en buiten. Door de drang het gebouw te openen naar de buitenwereld met grote raamoppervlakten zijn we gedwongen publieke levens te leiden.

Behalve voorbeelden van wat er niet goed gaat, word ons ook beschreven hoe we er wel in slagen de zintuiglijke ervaring in onze ontwerpen mee te nemen. Deze begint al bij de deurklink, de handdruk van het gebouw. Zo reizen we in het boek door vele denkbeelden en creaties van architectuurtheoretici, architecten als Le Corbusier, Zumthor en Wright en vele

kunstenaars. De grootste boodschap die Pallasma aan architecten mee wil geven is wellicht dat “architectuur de communicatie van het lichaam van de architect is, direct naar het lichaam van de persoon die het werk ervaart, misschien zelfs eeuwen later”. Voor wie uit het juk van de voorkeur voor esthetiek in de huidige architectuurcultuur en -onderwijs wil komen is ‘The eyes of the skin’ een bijzondere eerste prikkeling van onze onderdrukte innerlijke zintuigelijke ontwerper.//

17

MAYA VAN DER LANDE

het nu een groot bos is geworden. Wederom is nu juist het bos een beschermd aanzicht, dat is wel een grappige situatie.De herinnering van Ijsbrand is niet één specifiek, maar de elementen die bij die tuin hoorden. De dieren en het gras, het geluid van de grutto. De schapen, welke je kon wegjagen door een tak heen en weer te zwaaien. Het kleine huisje gebouwd door de handen van zijn vader. De mensen die een stukje moestuin hadden op het land, en langskwamen.Toen was het zo gewoon, merkte Ijsbrand op, maar als ik nu terugdenk is dat toch wel heel bijzonder.

Niet alleen Ijsbrand merkte de tuin als eerste op. Ook Nico, opgegroeid in Amsterdam, vertelde stellig dat het niet de

VOORTGANG ‘THE MIND’S EYE OF THE SKIN’

binnenstad, maar het moestuintje van zijn ouders de oudste herinneringen zijn. Dat hij daar pompoenen kweekten, en de spectaculaire oogstfeesten op zijn moeders verjaardag. Ook Livia, opgegroeid in het centrum van Boekarest, gaf aan de tijden bij zijn opa en oma op het platteland beter voor de geest te kunnen halen. Net als Mark, die ontzettend gedetaileerd een beek tijdens een vakantie in Zweden nog kan herinneren.

Klaske Havik, architecte van het jaar 2015, nam ook kort de tijd om over de herinnering na te denken. Ook zij vertelde over haar vakantie. De veranda van het vakantiehuisje. De hagedissen. Het hete zand van het strand. In een lezing op youtube vond ik ook Peter Zumthor die vertelt over een belangrijke ervaring van hem als kind die hier goed bij past:

18

It was this beautiful day, and there was no school, it must be spring I could smell it. And then I was playing in the village nearby the stationboarder close to Basel. And then I remember me running as a boy,. And there was this light-ness and elegance I dont have anymore, as I can see as it was now with my grandchildren.But I remember it was so beautiful, it was so easy.And just me as a boy running and everything for just a frag-ment or I don’t know two seconds, everything was goodand this I didn’t know of course,It’s me an old man looking back and thinking this was maybe my first experience of presentsjust beeing in the momentThen read this Leotard, although I am not really a big fan but there was a quote I liked: Presents is a gab in the flow of history where all of the sudden it is not the future, it is not history. - Peter Zumthor (2014)

Livia Paicu – Grandparents houseIk ben opgegroeid in Boekarest. Ookal woonde ik in de stad, mijn herinnering gaat over het landgoed opa en oma. Het was er groot en gevaarlijk, een groot avontuur. Ver-schillende schuren, maar ook enge plaatsen zoals het kerkhof. Bij het huis was de enige waterput, zodat iedereen daar kwam water kwam halen.

Rosa Stapel - HaarlemIk groeide op in een soort hoekhuis met balkon en uitzichten over het pleintje en grasveld daarvoor. Laatst ben ik er met mijn moeder weer eens teruggekomen, en dat was interessant. De dimensies waren zo veranderd! Ik leerde bijvoorbeeld fietsen op een heuveltje, wat in mijn herinnering echt een berg was. Het halen van vaardigheden als fietsen kan ik me nog goed herinneren: leren fietsen, of skyleren. Gek dat me als kind sommige dingen helemaal niet opvielen. Zoals de vele geparkeerde auto’s, die zag ik als kind echt niet terwijl ze er toch gestaan hebben.

18

CHARLOTTE ROS

Bij dit kleine onderzoek kan ik mij niet aan de indruk ont-trekken, dat de buitenruimte een belangrijke rol speelt in onze eerste herinneringen. Wat betekent dit voor onze ontwikkeling? Wat betekent dit voor het belang dat wij als ontwerpers geven aan de buitenruimte? Of aan ons lichaam als mijlpaal tot het bereiken van nieuwe vaar-digheden?Misschien is het mijn persoonlijke interesse, maar ik heb het idee dat de zintuigelijke ervaring van architectuur steeds belangrijker wordt, en ik denk dat dit goed is.//

Bronnen1. Seven personal observation - Lecture Zumthor Tell Aviv 2014

(Found on YouTube)

2. The Craftsman, Richard Sennett 2008 (13,50 bij Waltman)

Laan van Zuid Hoorn 60 • 2289 DE Rijswijk(070) 308 21 21 • [email protected] • www.kds.nl

De SwartDen Haag

De Swart, van huis uit drukker. Nu een organisatie die het hele communicatie traject beheerst. En dat allemaal onder één dak aanbiedt. Met als filosofie: Met elkaar, voor elkaar!

Deze woorden staan voor wat we doen en vooral ook hoe we het doen. Om met het wat te beginnen: alles op het gebied van gedrukte, geprinte en digitale communicatie in combinatie met mail, fulfilment, warehousing en logistiek.Met professionals die ook interim, gedetacheerd of als consultant voor u aan de slag kunnen. Hoe? We zetten de lijnen uit, adviseren, regisseren. Met maar één doel voor ogen: het realiseren van uw communicatiedoelstellingen.

www.kds.nl

A5AdvZW.indd 1 08-09-14 13:22

Nico Schouten

De tuin

Nina Bohm

Amsterdam

Anne van der Meulen

Apollo plantsoen

Sarah Glas

Plein tijdens kerst - lampjes

Nikki de Boer

Huis van mijn vader

19

Laan van Zuid Hoorn 60 • 2289 DE Rijswijk(070) 308 21 21 • [email protected] • www.kds.nl

De SwartDen Haag

De Swart, van huis uit drukker. Nu een organisatie die het hele communicatie traject beheerst. En dat allemaal onder één dak aanbiedt. Met als filosofie: Met elkaar, voor elkaar!

Deze woorden staan voor wat we doen en vooral ook hoe we het doen. Om met het wat te beginnen: alles op het gebied van gedrukte, geprinte en digitale communicatie in combinatie met mail, fulfilment, warehousing en logistiek.Met professionals die ook interim, gedetacheerd of als consultant voor u aan de slag kunnen. Hoe? We zetten de lijnen uit, adviseren, regisseren. Met maar één doel voor ogen: het realiseren van uw communicatiedoelstellingen.

www.kds.nl

A5AdvZW.indd 1 08-09-14 13:22

Laan van Zuid Hoorn 60 • 2289 DE Rijswijk(070) 308 21 21 • [email protected] • www.kds.nl

De SwartDen Haag

De Swart, van huis uit drukker. Nu een organisatie die het hele communicatie traject beheerst. En dat allemaal onder één dak aanbiedt. Met als filosofie: Met elkaar, voor elkaar!

Deze woorden staan voor wat we doen en vooral ook hoe we het doen. Om met het wat te beginnen: alles op het gebied van gedrukte, geprinte en digitale communicatie in combinatie met mail, fulfilment, warehousing en logistiek.Met professionals die ook interim, gedetacheerd of als consultant voor u aan de slag kunnen. Hoe? We zetten de lijnen uit, adviseren, regisseren. Met maar één doel voor ogen: het realiseren van uw communicatiedoelstellingen.

www.kds.nl

A5AdvZW.indd 108-09-14 13:22

Laan van Zuid Hoorn 60 • 2289 DE Rijswijk(070) 308 21 21 • [email protected] • www.kds.nl

De SwartDen Haag

De Swart, van huis uit drukker. Nu een organisatie die het hele communicatie traject beheerst. En dat allemaal onder één dak aanbiedt. Met als filosofie: Met elkaar, voor elkaar!

Deze woorden staan voor wat we doen en vooral ook hoe we het doen. Om met het wat te beginnen: alles op het gebied van gedrukte, geprinte en digitale communicatie in combinatie met mail, fulfilment, warehousing en logistiek.Met professionals die ook interim, gedetacheerd of als consultant voor u aan de slag kunnen. Hoe? We zetten de lijnen uit, adviseren, regisseren. Met maar één doel voor ogen: het realiseren van uw communicatiedoelstellingen.

www.kds.nl

A5AdvZW.indd 108-09-14 13:22

Laan van Zuid Hoorn 60 • 2289 DE Rijswijk(070) 308 21 21 • [email protected] • www.kds.nl

De SwartDen Haag

De Swart, van huis uit drukker. Nu een organisatie die het hele communicatie traject beheerst. En dat allemaal onder één dak aanbiedt. Met als filosofie: Met elkaar, voor elkaar!

Deze woorden staan voor wat we doen en vooral ook hoe we het doen. Om met het wat te beginnen: alles op het gebied van gedrukte, geprinte en digitale communicatie in combinatie met mail, fulfilment, warehousing en logistiek.Met professionals die ook interim, gedetacheerd of als consultant voor u aan de slag kunnen. Hoe? We zetten de lijnen uit, adviseren, regisseren. Met maar één doel voor ogen: het realiseren van uw communicatiedoelstellingen.

www.kds.nl

A5AdvZW.indd 108-09-14 13:22

Laan van Zuid Hoorn 60 • 2289 DE Rijswijk(070) 308 21 21 • [email protected] • www.kds.nl

De SwartDen Haag

De Swart, van huis uit drukker. Nu een organisatie die het hele communicatie traject beheerst. En dat allemaal onder één dak aanbiedt. Met als filosofie: Met elkaar, voor elkaar!

Deze woorden staan voor wat we doen en vooral ook hoe we het doen. Om met het wat te beginnen: alles op het gebied van gedrukte, geprinte en digitale communicatie in combinatie met mail, fulfilment, warehousing en logistiek.Met professionals die ook interim, gedetacheerd of als consultant voor u aan de slag kunnen. Hoe? We zetten de lijnen uit, adviseren, regisseren. Met maar één doel voor ogen: het realiseren van uw communicatiedoelstellingen.

www.kds.nl

A5AdvZW.indd 108-09-14 13:22

Laan van Zuid Hoorn 60 • 2289 DE Rijswijk(070) 308 21 21 • [email protected] • www.kds.nl

De SwartDen Haag

De Swart, van huis uit drukker. Nu een organisatie die het hele communicatie traject beheerst. En dat allemaal onder één dak aanbiedt. Met als filosofie: Met elkaar, voor elkaar!

Deze woorden staan voor wat we doen en vooral ook hoe we het doen. Om met het wat te beginnen: alles op het gebied van gedrukte, geprinte en digitale communicatie in combinatie met mail, fulfilment, warehousing en logistiek.Met professionals die ook interim, gedetacheerd of als consultant voor u aan de slag kunnen. Hoe? We zetten de lijnen uit, adviseren, regisseren. Met maar één doel voor ogen: het realiseren van uw communicatiedoelstellingen.

www.kds.nl

A5AdvZW.indd 1 08-09-14 13:22

Technische boekhandel Waltman is een van de oudere boekhandels in Nederland. Sinds de oprichting in 1863 heeft de boekhandel zich gespecialiseerd in technische en wetenschappelijk literatuur, stu-

dieboeken, populair wetenschap-pelijke boeken, en is er op de

faculteit Bouwkunde een ruim assortiment aan kantoor-,

maquette- en tekenartikelen.

Binnenwatersloot 33 | 015 - 2123775 | [email protected] 134 | 015-2783529| [email protected]

Technische boekhandel Waltman is een van de oudere boekhandels in

Nederland. Sinds de oprichting in 1863 heeft de boekhandel zich

gespecialiseerd in technische en wetenschappelijke

literatuur, studieboeken, populaire wetenschappelijke

boeken, en is er op de faculteit Bouwkunde een ruim

assortiment aan kantoor-, maquette- en tekenartikelen.

Binnenwatersloot 33 | 015-2123775 | [email protected]

Julianalaan 134 | 015-2783529

[email protected]

G E T I N S P I R E D

D e p r e s t a t i e g e n e r a t i e - e e n p l e i d o o i v o o r m i d d e l m a t i g h e i d

Ik: ‘Mijn naam is Jeroen, en ik ben een maximalist.’Allen: ‘Hallo, Jeroen.’Leidster: ‘Welkom, Jeroen. Vertel ons je verhaal.’Ik: ‘Het begon, denk ik, toen ik zestien was. Toen deed ikvoor het eerst iets niet omdat ik het leuk vond, maaromdat het goed zou staan op m’n cv.

Veerle | 5 out of 5 starsAls twintiger die na haar middelbare school een tussenjaar deed in Canada, veel nachtjes

heeft doorgehaald op Bouwkunde, en bezig is met een bestuursjaar bij Stylos herkende ik mezelf in veel van de trekjes van de ‘anonieme maximalisten’ waarover Van Baar schrijft in zijn boek.

Ik kan daarom ook met zekerheid zeggen dat na het lezen van De prestatiegeneratie het Van Baar is gelukt om me een spiegel voor te houden. In zijn boek onderzoekt hij waarom zijn leeftijdsgenoten, en hijzelf, zo druk bezig zijn met excelleren. Van excellente universiteiten tot carrièredagen, van vakanties in de meest verre uithoek van de wereld tot peperdure festivals, onze generatie wil het liefst het onderste uit de kan halen. En als je niet alles uit je leven haalt, dan is de kans groot dat je alsnog torenhoge verwachtingen van het leven hebt, door de continue confrontatie met de ervaringen van anderen die gedeeld worden op Facebook en andere social media.

Het boek bespreekt een gedachte die ons vaak wordt meegegeven: je kunt alles bereiken, als je maar goed genoeg je best doet en als je maar genoeg ambitie en doorzettingsvermogen hebt. Deze gedachte brengt niet alleen veel vrijheid met zich mee, maar ook ongelofelijk veel verantwoordelijkheid en keuzestress. Als je immers niet gelukkig bent met een gemaakte keuze dan is dat je eigen schuld, want je had alle vrijheid om een goede keuze te maken.Het boekje zelf leest snel weg, maar je zult er gegarandeerd nog dagenlang over nadenken.//

Nico | 5 out of 5 starsDuizende kopjes koffie, nachten doorhalen, met

schuine ogen je eigen tekeningen vergelijken met die van je buurman/vrouw. Dit zijn taferelen die iedere bouwkundestudent wel bekend zijn, maar waarom doen we onszelf dit eigenlijk aan? Zijn we echt betere studenten als we nachten achter elkaar niet slapen? Worden we daar echt gelukkiger van of is verplichten we onszelf dat vanuit een gestoorde ideologie die veel weg heeft van ‘the American dream’. Jeroen van Baar schrijft in dit dunne boekje een inspirerend betoog over de prestatie drang van onze generatie en waarom we zo geobsedeerd zijn met perfectie. Voor iedere Bouwko een feest van herkenning en een goede ‘eyeopener’ voor iedereen die met trots opschept over hoe Wlang hij of zij gewerkt heeft de afgelopen paar weken.//

B O O K S T O R E A D

Jeroen van Baar (2014) 128 blz.

"And I had that reaction when one first hears of a project - the immediate excitement, a new challenge and with it the start up fear - will it succeed?"

Cecil Balmond has something special, not only with architecture and engineering, but also with the way he talks about it. His introduction is completely devoted to his occupation and not at all to his own works. I'm aware that I'm almost becoming as praiseful as Koolhaas, but we Dutch people do appreciate a bit of soberness.

I have to say - I may not like the book for the right reasons. Balmond (or his editor) wrote parts of the book in the artificial, snotty English that architects often use to make them sound more intelligent. Words like "ambiguity", "intertwining of logic strands" and "seduction with objecthood" make the meaning of "informal" not at all clear to me.

Of course, this is not the special something I referred to earlier. Because when he stops babbling about the meaning of engineering and architecture and all these other unanswerable existential questions, he starts talking about designing and how he goes about it. That's when it starts to get interesting. Mister Balmond approaches architecture and engineering in an almost playful manner, but still manages to keep it structured and logical. The book gives us an excellent insight in the life and mind of an architect, his troubles and triumphs.

And if you don't like reading - at least flip through it. You'll not only find a number of insightful sketches, but also a secret in the lay-out of the book, just as playful as Balmond himself. Once you see it, you can never not see it.//

I n f o r m a l - C e c i l B a l m o n d a n d J a n n u z z i S m i t h

This documentary is about Claudy Jongstra, who makes art with wool. She thinks it’s important not to work with finished products, and therefore she has her own flock of sheep and paints the wool with natural pigments from for example flowers and roots. Often she has been asked by architects to design tapestries for the interior of public spaces.

Her work can be find for instance in the UMC in Utrecht en in the Openbare Bibliotheek (Public Library) of Amsterdam. The tapestries, often multiple meters in measurement, bring back a kind of softness, ‘something human’, in the usually concrete, iron and stone environment we live in.//

C l a u d y J o n g s t r aVe r w e v e n w e r e l d

Search for: www.npo.nl (Documentary is in dutch)

21

D o k a R o o m Te c h n i q u e s L e v e l 1 o r 2Seven weeks, one lesson of 150 minutes a week. Level: beginners and advanced Photography is going old school: lomography is in again and analogue photo-graphy is enjoying renewed popularity. The moment you slide a sheet of exposed paper into the chemicals and watch an image appear is indescribable! During the course you will learn to develop your own films, make contact prints and print your photos.

P h o t o g r a p h y D i g i t a l L e v e l 1 o r 2Seven weeks, one lesson of 150 minutes a week. Level: beginners or intermediate. Bring your own digital reflex camera Photographs are all around us - in glossy magazines, advertising campaigns, exhibitions, on Facebook and on your telephone. We are all budding photographers, but taking a great photograph is still more complicated than you might think! At the end of the course you will have a much better technical understanding and your photos will say so much more.

‘ S t u d e n t L i f e ’Within the courses Photography Digital Level 1 and 2 there will be room for the project ‘Student Life’. All course members will photograph aspects of student life and the best pictures will be exhibited during a photo exhibition in the Mekelpark and on the Museumnacht 2015.

In case you don’t win you can subscribe for courses at: http://www.sc.tudelft.nl/cultuur/.

Make sure the pictures you send in are 300dpi and at least 3508 x 4962 pixels. When sending in a picture the participant of the photography competition allows pantheon// to use the picture for printing and promotional uses.D

on’t

forg

et!

Theme: Transformation

Form follows feeling. You've probably heard the ironic reference to Louis Sullivans functionalists saying before. But what defines "the feeling of architecture"? Jeanne Dekkers Architectuur and Sense & Care Architectuur will be hosting several discussion cafés this year. People from different work fields and studies come together and discuss the influence of our senses on the experience of architecture. With an informal vibe and jazzy background music, you'll find yourself looking at architecture and the job of an architect in an entirely different way. The next discussion, about Design & Sensory disabilities, will take place on the 3rd of June. Entrance is free and everybody is welcome. The discussion is in Dutch.//

S e n s e a n d C a r e A r c h i t e c t u u r C a f é

P L A C E S T O G O

De Laurenskerk, the only monument from the Middleages in Rotterdam, may come as a surprise between all the modern architecture, but this church of high stature is definitely worth a visit you can easily combine with the new Martkhal and the Cube houses.//

L a u r e n s k e r k , R o t t e r d a mJust on the far edge of the city centre of Delft, this new café is hidden behind The Prinsenhof. The interior is minimalistic and the atmosphere lively. The menu is simple, but the food is good. The ideal place to meet your friends over a cup of coffee in the morning or a glass of wine in the afternoon. Admire the custome made lamps hanging from the ceiling and when you leave, don’t forget to take a look arount the art supermarket HYPO Kunstsuper next door. //

21 maart t/m 21 juni 2015 Because of the 60st birthday of the Dutch photographer Anton Corbijn there will be two exhibitions in two locations in The Hague. The Gemeentemuseum and the Fotomuseum will show the most complete overview on his work so far as a tribute to one of world’s most famous portraitphotographers.//

B a r / b a a r

A n t o n C o r b i j n D o u b l e - E x h i b i t i o n

For more information, visit the www.jeannedek-kers.nl or its Facebook page.

http://www.laurenskerkrotterdam.nl/

http://www.gemeentemuseum.nl/tentoonstellin-gen/anton-corbijn

The winning photograph will be featured in pantheon// and will be presented as a gift to the new dean! The winner will receive free entry to one of the courses listed below.

Send in your best photograph linked to the theme and win!

W I N A P H O T O G R A P H Y C O U R S Ea t U n i t S p o r t s & C u l t u r e T U D e l f t

( n o r m a l p r i c e : € 7 0 , - ! )

In phenomenology, the environment is concretely defined as "the place", and the things which occur there "take place". The place is not so simple as the locality, but consists of concrete things which have material substance, shape, texture, and color, and together coalesce to form the environment's character, or atmosphere. It is this atmosphere which allows certain spaces, with similar or even identical functions, to embody very different properties, in accord with the unique cultural and environmental conditions of the place which they exist. Phenomenology is conceived as a "return to things", maneuvering away from the abstractions of science and its neutral objectivity.//

P h e n o m e n o l o g y

word

w

ord

w

ord

w

ord

w

ord

w

ord

w

ord

w

ord

w

ord

w

ord

w

ord

T h e 12 0 - h o u r C o m p e t i t i o n

http://120hours.no/

23

The annual 120-hour competition is a student organized endeavor, which tries to break current paradigms of rational thinking and tries to free the mind by forcing it to think outside of the box.

This years entry winner was no exception, but its winner was maybe even more out of the box than the jury thought, his reaction to winning the prize - as he was driving down the highway - was a clear sign that not even he understood the fact that he would win this competition.

This years theme was “experimental preservation’’. The location was a very isolated piece of land with an enormous cultural heritage called Pyramiden a deserted Russian settlement on the Arctic archipelago of Svalbard. This place has

had a defining role in the history of many countries or at least had a part in the dismantlement of the Soviet Union. Where is this mystical piece of land you might ask, well its surround by water and the closet country nearby is a short five hour flight away. You might wonder who reigns over this magical kingdom - filled with riches from the industrial era, also called: coal mines - while Norway still governs Svalbard, Pyramiden has been sold to the Russian state owned mining company Trust Arktikugol in 1927.

“Experimental preservation”, demanded compelling arguments, not only because there where over 700 active participating groups but, also because it demanded a certain amount of creativity and going places where common sense might not always be present but always having

this clear idea of where the future might bring us. As intriguing as this challenge was, many participants lost their way, abstracting and conceptualizing away as we students like to do. Nevertheless this years winner understood something fundamentally important. That is to give the project a function. Without a function, there is no form. Louis Sullivan would be proud, at least to a certain extent because it should not be misunderstood that I would be comparing this years winner to one of the great Modernist.

Without going into the details of the entries, I would like to challenge the students of the faculty to participate next year and check this years entries. The prize money is an added bonus of course, but the real challenge is to work in a team and to challenge yourself to go even further.//

NIELS FRANSSEN

CHAIRMAN’S NOTE

121

The Five BK SensesSightGenerally, the sense used most is sight. By looking at the interior of BKCity, students will detect images for inspiration or to gain knowledge about climate installations. When you look around this period, you will also see that spring is on its way, together with a bunch of Stylos activities, both inside BKCity and outside of it.

Hearing When you stop by at our office, you will definitely hear some members enjoying drinks or a snack, and you will hear some soothing music on the background. But if you walk back into the street of Architecture, you will hear the discussions about the upcoming exams, or the latest winning design project. You start to wonder, why am I here instead of on the beach?

TasteWhen you are hungry, you have a few options in our faculty to get something to eat. All of our committee members are welcome to taste our delightful candy, chips and other snacks. But the people who joined our Dies Dinner and our International Dinner are the actual lucky ones, for they received an incredible taste of different cultures from all over the world.

SmellWhen you take a deep breath there seems to be a particular smell lingering in these halls. The smell of coffee. This February, we launched our Stylos mug-project, where every member can buy a pretty, stainless steel mug and enjoy free coffee for a year.

Touch By opening this magazine, you can check out the activities of the past few weeks and see what is happening this spring. Enjoy this edition and feel free to touch every page of another new pantheon.//

24

25

VEERLE ALKEMADE

BAUexperiences

Every year a few dozen students graduate from our faculty, but... where do they go? To give students an impression of the places where they could start their careers after completing their study, we came up with BAU: Business at University. A day filled with lectures, workshops, speeddates and a career market, where students get the chance to explore, develop, network and learn. For nearly a year, the BAU committee worked hard to make this event happen, and on the 18th of March the big day was finally there. Below a few participants share their experiences! Until next year!

“Just before BAU took place, I was reading through the program when I noticed the possibility to ‘speeddate’ with a couple of respected companies. I figured that, as a recently graduated architect, I could not let this chance pass to sell myself face-to-face. I wrote a short motivation, updated my CV and perfectioned my portfolio to be fully prepared. One of the companies that I had a ‘date’ with was Arup. The date itself was a success, and shortly after I had presented my graduation project called ‘Active Architecture Versus a Sedentary Lifestyle’, I was invited to present the complete research for the entire architecture department at the office of Arup in London. A unique chance made possible by BAU!”

Cheyenne Hensgens (graduated)

“The first edition of BAU was a success! The introduction lecture with Jan Jaap van der Wal was both inspiring and smart, also because it immediately attracted a big audience.We have spoken with many enthusiastic candidates and a lot interest was shown at our stand. The exchange between business and university works well, it is evident that people are eager for this interaction. It was also good to see that students are broadly orientating and developing themselves, and that they are interested in our type of company. Next to that, it was great to get in contact with the other companies at BAU.”

Mariet Schoenmakers (manager AM Concepts)

“At BAU, I participated in two workshops, by the Municipality of Delft, and by Arup.The Municipality illustrated in their workshop the relationship between the municipality (regulating) and initiatives (designing). It was interesting to see how a process like that is usually guided by the Municipality.Arup succeeded in giving a relevant workshop within a short period of time. In this workshop the possibilities of Grasshopper were the central theme. After an hour and a half everybody had succeeded in projecting the face of Obama onto the building of EWI.It was an informative day, and overall an interesting platform to bring the faculty closer to the practice!

Tom Scholten (master student)

“Architecture Studio HH gave a unique twist to their workshop at BAU. The workshop was led by Laurens Jan ten Kate and Jeroen Baijens. They stated that our faculty does not prepare students enough to become successful. Together we discussed what the board of our faculty could change in our curriculum, so that our students would be better prepared for the workfield. The workshop concluded on one hand the wish for more (academic) freedom and flexibility in the curriculum, on the other hand the wish for more clarity in what the role is of the graduated MSc AUBS in society.”

Benjo Zwarteveen(master student)

COMMITTEES 121

26

HIDDEN TREASURES

DIESWEEK 121

To celebrate Stylos’ 121st birthday, many different committees worked together to organze a week filled with lectures, workshops, parties and other events. With the theme ‘Hidden Treasures’ we tried to show that beauty isn’t always obvious, but if you’re cautious and creative, it can be found nearly everywhere.

The week started off on the night of the 12th of February with a Masqued Ball in the Koornbeurs. The theme brought with it quite some confusion, which was completely intended by Ludic, the organizing committee. A few showed up in chique white tie suits while others danced in their usual clothes with neon

masks painted on their faces.

On Monday, the lecture series started. The

Symposium committee

organized

four lectures, with a new view on the theme every day. The first lecture focussed on a Hidden Treasure on a very small scale, that of a material: self-healing concrete. On Tuesday, Studio OxL spoke about Hidden Interiors. Wednesday the scale grew larger with a presentation by BenthemCrouwel Architects, who talked about the stations of Delft and Rotterdam. Thursday the largest scale was discussed by West8: urban sites.

That afternoon, our education committee organized an InDesign workshops, so that everyone could learn the hidden tips and tricks of the program.

On Tuesday afternoon, our art committee organized the workshop “From Trash to Treasure”. The idea for it came from seeing the large containers of material we students throw away after making our

models. We wanted to give the materials a second life as something useful.

The following evening, our classy Berlagezaal was used as the location for the Dies Dinner. The Freshmen committee and the Parents’ Day committee joined forces and organized a four course meal with delicious food and a swinging live jazzband.

Thursdaynight the kick-off of the Buddy System took place. The Buddy System strives for an effective integration between international and Dutch students of our faculty.

We ended the festivities with a visit to the hidden building site of the station in Delft, a week before the area officially opened for the public. The tour started with information about the history of the station area and the train tracks in Delft.//

3

PR50 met MBS Sluitsysteem®Brandwerende deuren, voorzien van uniek gepatenteerd sluitsysteem voor optimale veiligheid en gebruiksgemak, bovendien zeer onderhoudsvriendelijk. PR 50Innovatief profielsysteem voor beglaasde, 30 tot 120 minuten brandwerende, profielstalen deuren en puien waarbij gebruikersvriendelijkheid en esthetica optimaal zijn geïntegreerd.

MBS Sluitsysteem®Brandwerende geruisloze sluiting. Geen slijtage en een lichte en comfortabele bediening van de deur.

Geruisloos sluitende deuren van MHB

MHB 75 PMS_Opmaak 1 12-12-13 13:00 Pagina 1

De Koning Willem III Kazerne is gebouwd in 1938/39 voor de opleiding van dienstplichtige rekruten voor de Koninklijke Marechaussee. Om aan de hedendaagse bouwfysische ei-sen te voldoen kiest men nu voor MHB Classic-ISO®. Het klassieke stoeltjesprofiel van weleer, nu echter in ther-misch geïsoleerde uitvoering en een sluitsysteem dat de wind-en waterdichtheid garandeert. Met dit profielsysteem wordt de maatvoering van het oorspronkelijke stoeltjes-profiel gehandhaafd, zelfs de exacte afmetingen van de originele ramen en deuren. Net als SL30-ISO® voldoet het systeem aan de moderne eisen ten aanzien van veiligheid, inbraakwerendheid en milieu.De KWIII kazernegevels zijn authentiek gerenoveerd met het MHB Classic-ISO® profielsysteem.

Voor meer informatie over Classic-ISO® kunt u contact opnemen met:MHB b.v. Postbus 6, 6674 ZG Herveld 0488 - 45 19 51 www.mhb.nl Roland Werring [email protected] Ernst Mahler [email protected]

MHB advertentie 3 regels NAW Classic Iso_MHB advertentie 14-04-14 13:12 Pagina 1

SL30-ISO® SL30® SL30-ISO-PLUS® Classic-ISO®

SL30-ISO®

Wind- und Schlagregendichtheit

Wind- und Wasserdichtheit im täglichen Gebrauch:

Die optimalen Bedingungen, unter denen unsere Produkte im Hinblick auf die amtliche Prüfung getestet werden, stellen eine nicht alltägliche Situation dar. Dies gilt insbesondere, weil unsere Produkte in großen Stückzahlen in unserem Werk hergestellt werden. Wir sind daher unseren Kunden gegenüber so realistisch und ehrlich, ausdrücklich zu erwähnen, dass die offiziellen Werte einen zwar realistischen, keineswegs aber verbindlichen Wert wiedergeben.

MHB garantiert gleichwohl die Einhaltung der CE-Kennzeichnung zugrunde liegenden Erfordernisse:

Festverglasung 9A (600PA) klasse 4

Fenster- Außendrehend 8A (450PA) klasse 4

- Dreh-Kippfenster 9A (Innendrehend) (600PA) klasse 4

Türen- Außendrehend 8A klasse 4 (450PA)

- Innendrehend 8A (450PA) klasse 4

Offizielle Wind- und Schlagregen-Dichtheitsprüfungen

MHB Produkte erhielten folgende Ergebnisse in Wind- und Schlagregentests, die von CE-Akkreditierten Prüflabors durchgeführt wurden:

Festverglasung E1200 (1200PA) klasse 4

Fenster- Außendrehend E1200 (1200PA) klasse 4

- Dreh-Kippfenster 9A (Innendrehend) (600PA) klasse 4

Türen- Außendrehend 8A klasse 4 (450PA)

- Innendrehend E750 (750PA) klasse 4

Schl

agre

gend

icht

heit

EN10

27 u

nd E

N122

08

Win

dwid

erst

and

EN10

26 u

nd E

N122

07

Schl

agre

gend

icht

heit

EN10

27 u

nd E

N122

08

Win

dwid

erst

and

EN10

26 u

nd E

N122

07

Alle MHB-Fenster und Türen sind offiziell CE-zertifiziert. Dies bedeutet, dass all unsere Produkte von einer amtlich anerkannten Zertifizierungsstelle getestet wurden.

Einbruchsicherung:

Alle MHB-Fenster und Türen können mit einem CE-Zertifikat für Einbruchsicherung geliefert werden. Diese Produkte wurden von einem amtlich anerkannten Zertifizierungs-Büro getestet. Die SL30-ISO® Fenster und Türen bieten Einbruchhemmung bis Klasse-2-Ebene nach EN 1627 und NEN5096 + C1 2007.

2 59

INNENBErEICH

zeitgenössisch... energieeffizient... denkmalerisch...

AUSSENBErEICH

DIE MHB-PALETTE FEINSTEr FENSTErPrOFILE

Classic-ISO® voor Koning Willem III kazerne, Apeldoorn

MHB 75 PMS_Opmaak 1 12-12-13 13:00 Pagina 1

De Koning Willem III Kazerne is gebouwd in 1938/39 voor de opleiding van dienstplichtige rekruten voor de Koninklijke Marechaussee. Om aan de hedendaagse bouwfysische ei-sen te voldoen kiest men nu voor MHB Classic-ISO®. Het klassieke stoeltjesprofiel van weleer, nu echter in ther-misch geïsoleerde uitvoering en een sluitsysteem dat de wind-en waterdichtheid garandeert. Met dit profielsysteem wordt de maatvoering van het oorspronkelijke stoeltjes-profiel gehandhaafd, zelfs de exacte afmetingen van de originele ramen en deuren. Net als SL30-ISO® voldoet het systeem aan de moderne eisen ten aanzien van veiligheid, inbraakwerendheid en milieu.De KWIII kazernegevels zijn authentiek gerenoveerd met het MHB Classic-ISO® profielsysteem.

Voor meer informatie over Classic-ISO® kunt u contact opnemen met:MHB b.v. Postbus 6, 6674 ZG Herveld 0488 - 45 19 51 www.mhb.nl Roland Werring [email protected] Ernst Mahler [email protected]

MHB advertentie 3 regels NAW Classic Iso_MHB advertentie 14-04-14 13:12 Pagina 1

SL30-ISO® SL30® SL30-ISO-PLUS® Classic-ISO®

SL30-ISO®

Wind- und Schlagregendichtheit

Wind- und Wasserdichtheit im täglichen Gebrauch:

Die optimalen Bedingungen, unter denen unsere Produkte im Hinblick auf die amtliche Prüfung getestet werden, stellen eine nicht alltägliche Situation dar. Dies gilt insbesondere, weil unsere Produkte in großen Stückzahlen in unserem Werk hergestellt werden. Wir sind daher unseren Kunden gegenüber so realistisch und ehrlich, ausdrücklich zu erwähnen, dass die offiziellen Werte einen zwar realistischen, keineswegs aber verbindlichen Wert wiedergeben.

MHB garantiert gleichwohl die Einhaltung der CE-Kennzeichnung zugrunde liegenden Erfordernisse:

Festverglasung 9A (600PA) klasse 4

Fenster- Außendrehend 8A (450PA) klasse 4

- Dreh-Kippfenster 9A (Innendrehend) (600PA) klasse 4

Türen- Außendrehend 8A klasse 4 (450PA)

- Innendrehend 8A (450PA) klasse 4

Offizielle Wind- und Schlagregen-Dichtheitsprüfungen

MHB Produkte erhielten folgende Ergebnisse in Wind- und Schlagregentests, die von CE-Akkreditierten Prüflabors durchgeführt wurden:

Festverglasung E1200 (1200PA) klasse 4

Fenster- Außendrehend E1200 (1200PA) klasse 4

- Dreh-Kippfenster 9A (Innendrehend) (600PA) klasse 4

Türen- Außendrehend 8A klasse 4 (450PA)

- Innendrehend E750 (750PA) klasse 4

Schl

agre

gend

icht

heit

EN10

27 u

nd E

N122

08

Win

dwid

erst

and

EN10

26 u

nd E

N122

07

Schl

agre

gend

icht

heit

EN10

27 u

nd E

N122

08

Win

dwid

erst

and

EN10

26 u

nd E

N122

07

Alle MHB-Fenster und Türen sind offiziell CE-zertifiziert. Dies bedeutet, dass all unsere Produkte von einer amtlich anerkannten Zertifizierungsstelle getestet wurden.

Einbruchsicherung:

Alle MHB-Fenster und Türen können mit einem CE-Zertifikat für Einbruchsicherung geliefert werden. Diese Produkte wurden von einem amtlich anerkannten Zertifizierungs-Büro getestet. Die SL30-ISO® Fenster und Türen bieten Einbruchhemmung bis Klasse-2-Ebene nach EN 1627 und NEN5096 + C1 2007.

2 59

INNENBErEICH

zeitgenössisch... energieeffizient... denkmalerisch...

AUSSENBErEICH

DIE MHB-PALETTE FEINSTEr FENSTErPrOFILE

Classic-ISO® voor Koning Willem III kazerne, Apeldoorn

28 cheposChepos is het onafhankelijke architectuur-tijdschrift van de studievereniging Cheops van de Technische Universiteit Eindhoven. Iedere editie wisselen Chepos en pantheon// een artikel uit.

ILKE BROERSJO COENEN

EEN KWESTIE VAN STIJLDiscussiëren kunnen wij bouwkundigen als de beste, we hebben dan ook overal een mening over. Als het niet gaat over het Bachelorcollege of de beroepservaringsperiode, dan vinden we wel iets anders. Na het doornemen van alle oude chepi is te zien dat dit er altijd al in heeft gezeten. In de tweede chepos die werd gepubliceerd staat dit artikel van Jo Coenen, een van de bekendste architecten in Nederland. In de tijd dat dit artikel werd geschreven, 1991, was er een discussie gaande over hoe het architectenvak eruit moest zien. Hierin werd bijvoorbeeld gediscussieerd over welke stijl aangehouden moet worden, en door wie.

ARTIKELEN UIT DE OUDE DOOS1991

die de uiting van een stijl kunnen zijn. Ten onrechte stelt men dat alles kan, mits de keuzes en de stappen daartoe consistent zijn. Het is daarom niet vreemd dat men in deze tijd van ongekende mogelijkheden moeite heeft met het vinden van een nieuwe norm. Nu alles mag en kan, is er in de architectuur sprake van een zekere wildgroei: elk individu bepaalt zijn eigen stijl. En het is ook de vraag of er in onze sterk geïndivi- dualiseerde samenleving nog ruimte is voor één stijl. Theoretisch is het mogelijk gebleken op uiteenlopende manieren op de architectonische opgave te reageren, waardoor stijl meer en meer gereduceerd wordt tot een formele stellingname in plaats van dat stijl kan groeien tot een ethische houding.

DE ARCHITECT, EEN ANACHRONISME?Om een compleet beeld van de actuele stijlopvatting te kunnen schetsen, is een toekomstperspectief van ons beroep onontbeerlijk. Zoals de zaken er nu voor staan, zie ik het schip van de archItectuur stranden. Het gevaar komt zowel van buitenaf als van binnenuit. Om met het laatste te beginnen: in onderwijskringen heeft de gedachte post gevat dat het totale bouwgebeuren te complex is geworden en daarom onmogelijk nog door één persoon beheerst en gecontroleerd kan worden. Er leven drie overwegingen op dit gebied. De eerste is dat bouwkundigen zo breed mogelijk opgeleid moeten worden, onder het motto: van alles iets, is beter dan vakidioten. Daarnaast wordt gezegd

De actuele architectuur- en stijldiscussie beweegt zich tussen de nostalgische hang naar het verleden en het overmoedige geloof in een computergestuurde samenleving. Wie de actuele architectuurtijdschriften bijhoudt, heeft kunnen opmerken dat er in het denken over architectuur sprake is van vele richtingen. Deze richtingen onderscheiden zich niet alleen theoretisch, maar ook tekentechnisch gezien. Hoewel men in het algemeen weinig of niet spreekt van stijlen of schoolvorming, ben ik van mening dat er wel degelijk stijlen en scholen te herkennen zijn. Deze beschouwing vertelt over mijn persoonlijke kijk op stijl en geeft mijn reactie op hetgeen om mij heen in de architectuurdiscussie plaatsvindt.

STIJL: EEN HOUDING IN HET KIEZENInmiddels hebben wij bij het ontwerpen de beschikking over een haast onbeperkt arsenaal van architectonische middelen en technieken. Het blijkt dat wij alle voorhanden stijlen kunnen toepassen. Omdat ons geen enkele beperking meer is gebleven, is meteen het probleem geschetst: we moeten kiezen. Je kunt kiezen ofwel voor het consequent volgen van een stijl, dus zuiverheid, ofwel voor het vermengen van meer stijlen, bricollage. kiezen in dit verband betekent elimineren; het proces van elimineren schetst de groei van het ontwerp. Uit het complex van middelen wordt zo gekozen, dat aan de steeds wisselende opgave de passende oplossing gebo- den kan worden. Juist in deze keuzes zijn voor de diverse problemen formele overeenkomsten te herkennen,

dat het vak opgesplitst moet worden in diverse disciplines (die alle ontwerpende activiteiten bevatten). Hiermee is er sprake van een stedebouwkundig ontwerper, een constructief ontwerper, een bouwfysisch ontwerper enzovoort. De architectonisch ontwerper wordt in die opvatting enkel nog belast met het deelaspect, de esthetica, en krijgt de naam van esthetisch vormgeving. Esthetica wordt het synoniem voor

architectuur. Ook wordt er gezegd dat schoolvorming, die in vroeger tijden stijlen en stromingen mogelijk maakte zoals de

Amsterdamse, Delftse of Bossche School, uit den boze is en per definitie leidt tot verstarring. Een brede kijk op stijl is per slot van rekening intelligenter. Het is duidelijk dat deze drie overwegingen tot opheffing van het oude beroep van bouwmeester zullen leiden. Dit blijkt uit reacties uit de ons omringende bouwwereld. Voor een groot deel wordt ons functioneren overgenomen door het “bouwteam”. Indien de architectenstand dit station laat passeren, betekent dit een ‘testimonium paupertatis’ voor de discipline. De huidige generatie kan wat dit betreft veel rechtzetten, mits op de juiste manier. Indien wij ons tevreden stellen met het beperken tot de esthetica van de architectonische Dit laatste behoorde

‘‘Omdat ons geen enkele beperking meer is gebleven, is meteen het probleem geschetst: we moeten kiezen.’’ Jo Coenen (1991)

LEES HET VOLLEDIGE ARTIKEL IN CHEPOS P.17.

NAAM AUTEUR OF LEEGNAAM AUTEUR OF LEEG

29

“Walking around inspires me, not necessarily with other people. When you’re by yourself you’re able to focus on your own incentives instead of that being given to you by others”.

Laura Thomas

“I feel really inspired by other people. Me and my studio have a really strict schedule together; we meet for coffee every day at

nine to discuss our work”.

Gosia Naimann

HUMANS OF BK CITYA new generation of architects is currently being shaped within BK City.

For our senses issue we encounter some of these citizens to hear about their sources of inspiration.

MAYA VAN DER LANDE

NICO SCHOUTEN

“Turning my ideas into a model, making a picture of it as soon as possible to see the human scale, that’s what inspires me. Scale figures give a lot of dimension to a model. This way you really get to see if something works, if it’s right”.

“Context and surroundings of a project mean a lot to me while designing. I prefer to visit the location of a project to study how all all existing spaces and lines intertwine”..

Elke Schoonen

Jeroen Stroetzel

chepos

''Capitalism has also expanded it's reach to capture the talents of heretofore excluded groups of eccentrics and nonconformists […] setting them at the very heart of the process of innovation and urban growth''.Richard Florida, 2002.

Als de vroegere vinex-wijken schieten ze uit de grond, vroegere industriële of verpauperde wijken die een creatieve reanimatie hebben ondergaan. Waar Rotterdam Katendrecht voorheen een plaats om te ontwijken was, is het nu de plaats om heen te gaan met initiatieven zoals de herontwikkeling van de Fenixloodsen. Ook Amsterdam heeft vele wijken nieuw leven ingeblazen: Nieuw-West met haar vele creatieve broedplaatsen, Noord met het Eye Filmmuseum als icoon en de herontwikkeling van de Hallen in de Kinkerbuurt. De grote aanvoerder op dit gebied is Berlijn, waar buurten bijna uit elkaar barsten van de

creativelingen en kunstenaars. Maar waar komt al deze creativiteit opeens vandaan?

De laatste decennia ontstaat er een steeds sterker verband tussen economie en creativiteit. Onze toenemende welvaart zorgt ervoor dat mensen een steeds grotere behoefte ontwikkelen aan betekenis, magie en symboliek (Gatz, 2009). Als we naar de behoeftepiramide van Maslow kijken is dit