eindhoven university of technology master het simuleren

81
Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren van hoogspanningslijnen in een transient netmodel van Riet, M.J.M. Award date: 1979 Link to publication Disclaimer This document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Student theses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the document as presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the required minimum study period may vary in duration. General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

Upload: others

Post on 11-Nov-2021

4 views

Category:

Documents


0 download

TRANSCRIPT

Page 1: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

Eindhoven University of Technology

MASTER

Het simuleren van hoogspanningslijnen in een transient netmodel

van Riet, M.J.M.

Award date:1979

Link to publication

DisclaimerThis document contains a student thesis (bachelor's or master's), as authored by a student at Eindhoven University of Technology. Studenttheses are made available in the TU/e repository upon obtaining the required degree. The grade received is not published on the documentas presented in the repository. The required complexity or quality of research of student theses may vary by program, and the requiredminimum study period may vary in duration.

General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

Page 2: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

AFDELING DER ELEKTROTECHNIEK

Vakgroep Technieken van de Energievoorziening .

. TECHNISCHc HOGESCHOOLEl1~OHO\lEN

~. STUOIEBIBLlOTHEEK ~"", ELEKTROTECHN1EK ~;

Bet simuleren van hoogspannings­lijnen in een transient netmodel.

M.J.M. van.RietEO. 79. A. 30 .

Afstudeerwerk verricht a.l.v.:

Ir. W.F.J. Kersen

Verantwoordelijk docent:

Prof. ir. G.A.L. van Hoek

maart 1979.

....

Page 3: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

,-1 -

INHOUDSOPGAVE:

Hoofdstuk 1.

Inleiding

Hoofdstuk 2.

Analoge simulatie van een transmissie Iijn

2.1. Representatie van een hoogspanningslijn.

2.2. Voortplantingsgrootheden van een verdeelde

Iijn

2.3. Voortplantingsgrootheden van een rr-sektie

simulatie

2.4. VergeIijking rr-sektie met verdeelde Iijn.,..

BIz.

3

5

5

10

14

22

Hoofdstuk 3.

Gebruik van frequentie transformatie in de TNA. 26

3.1. Frequentie afhankeIijk verloop van de

impedanties. 27

3.2. Eigenschappen bestaande rr-sekties. 30

Hoofdstuk 4.

Simuleren van frequentie afhankeIijke impedanties

door middel van R-L kringen. 33

4.1. Theoretische beschouwingen 33

4.2. Resultaten numerieke berekeningen 37

Hoofdstuk 5.

Modellering 3-fase rr-sektie.

5.1. De bedrijfstoestand.

5.,2. De homopolaire toestand.

5.3. De uiteindeIijke 3-fase rr-sektie.

42

42

50

61

Page 4: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 2 -

Blz.

Hoofdstuk 6.

Vergelijken van komputer berekeningen en TNA

metingen 66

6.1. Het vergelijken van transienten bij een

inschakelmoment. 66

6.2. Het vergelijken van statistische verdelingen

van de topwaarden van de overspanningen. 71

Hoofdstuk 7.

Conclusies.

Literatuurlijst

76

77

Page 5: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 3 -

1. INLEIDING.

Transiente verschijnselen ZlJn overgangsverschijnselen

die optreden als een netsituatie van de ene stationaire toe­

stand overgaat in een andere stationaire of quasistatio­

naire toestand. Iedere verstoring in het net heeft tran­

siente verschijnselen tot gevolg. De meest voorkomende

transiente verschijnselen zijn de overgangsverschijnselen

bij schakelhandelingen, atmosferische ontladingen en

kortsluitingen. Deze transiente verschijnselen gaan meestal

gepaard met flinke overspanningen ten opzichte van de

normale bedrijfstoestand van het net. Ret te kiezen iso­

latie niveau van de elementen van een net moet duidelijk

afgestemd zijn op deze transiente overspanningen. De

elektriciteitsmaatschapp~jen stellen zich ten doel elek­

triciteit te leveren waarbij de continulteit zo groot

mogelijk is. Enerzijds moet dan het isolatie niveau zo

hoog mogelijk zijn, zodat overspanningen geen vernielingen

aan kunnen richten; anderzijds geeft overdimensionering

aanleiding tot een te dure energievoorziening.

Een goede kennis van transiente verschijnselen is dan

ook van het grootste belang.

Om transiente verschijnselen te bestuderen staan twee

hulpmiddelen ter beschikking n.l. de komputer en een

transient netmodel (TNA). Berekeningen met de komputer

zijn gebaseerd op een mathematische beschrijving van het

elektrische gedrag van de afzonderlijke netelementen

door middel van differentie vergelijkingen.

De transiente verschijnselen worden via een rekenproces

berekend, waarbij de numerieke waarden in de volgende

rekenstap uit de,.in vorige rekenstappen berekende waarden,

bepaald wordt.

In een analoog netmodel worden de netelementen d.m.v.

Page 6: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 4 -

analoge netwerken gesimuleerd. Zo worden 3-fase hoog­

spanningslijnen gesimuleerd met behulp van 3-fase w-sekties.

Met digitale berekeningen kan een grote nauwkeurigheid wor­

den bereikt. De rekenkosten kunnen echter aanzienlijk zijn.

nerhalve wordt de komputer vooral ingezet indien slechts

een beperkt aantal berekeningen met hoge nauwkeurigheid

verlangd wordt.

Voor studies waarbij vele variabelen beschouwd moeten wor­

den, zoals bij het bepalen van overspanningsverdelingen

is de TNA meer geeigend. We moeten de TNA en de komputer

niet als concurrenten zien, maar als twee varianten die

ieder hun specifieke voordelen hebben.

nit afstudeerwerk is een studie naar de modellering van

hoogspanningslijnen door middel van 3-fase w-sekties.. .Er is in het bijzonder aandacht besteed aan de 3-fase

w-sekties waarmee de in de vakgroep aanwezige TNA is uit­

gerust.

Bij het onderzoek is er naar gestreefd om de drie karak­

teristieke golfgrootheden: karakteristieke impedantie,

fasesnelheid en dempingsexponent, van zowel de verdeelde

lijn (Ned. 380 kV net) als de w-sekties met elkaar in

overeensternrning te brengen.

In hoofdstuk 2 worden theoretisch de afwijkingen bepaald

die optreden als een verdeelde lijn gesimuleerd wordt met<

behulp van w-sekties. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 inge-

gaan op de toepasbaarheid van frequentie transformatie op

de TNA, zodat een vaste w-sektie voor varabele lijnlengten

gebruikt kan worden. In hoofdstuk 4 wordt via een speciale

newton methode de elementwaarden berekend van meerdere in

serie geschakelde R-L poorten. Dit heeft ten doel om met

behulp van die R-L poorten een betere simulatie van de

mutuele tak te realiseren. In hoofdstuk 5 wordt de model­

lering van de verbeterde 3-fase TI-sekties gegeven. In hoofd­

stuk 6 wordt een vergelijking gemaakt tussen komputerbereke­

ningen en TNA metingen, waarna tens lotte in hoofdstuk 7 enige

conclusies volgen.

Page 7: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 5 -

2. ANALOGE SIMULATIE VAN EEN TRANSMISSIE LIJN.

2.1. Representatie van een hoogspanningslijn.

Voor een normaal driefasen transmissie systeem als

getekend in fig. 1, qe~gen de volgende formules voor

de stromen en spanningen. De formules staan in de li­

teratuur bekend als de telegraaf vergelijkingen.

ITII,

fUR

'

I ..--+__i....s~ _..Us

IIIII

R

o

s

T

I---" ~Fig. 1. Drie fasen transmissie systeem.

du [L] di [RJ i- = - +- -dx dt

di [c] du+ [G]- = - u-

dx dt

(2.1)

(2.2)

Hierin zlJn ~ en ! de geleider s~anningen en stromen.

[L], [R], [e] en [G] zijn matrices die achtereenvolgens

de induktiecoefficienten, de weerstanden, de capaciteiten

en de geleidingscoefficienten bevatten en wel per lengte­

eenheid.

llJe nemen aan dat [G] = 0, dan krijgen we na Laplace

transformatie de betrekkingen:

dg[z]= I

dx -

dI-[~J-' U

dx

(2.3)

(2.4)

Page 8: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

Met: [z] = [R] + j w [L][YJ = j W[c]

- 6 -

de impedantie matrix

de admittantie matrix.

Voor een systeem van 3 fasengeleiders die regelmatig van

positie wisselen (transponeren), zijn de [Z] en [yJ matri­

ces volledig symmetrisch.

[ZJ

Indien er bliksemdraden in het spel zijn, geeft dit aanlei­

ding tot extra differentiaal vergelijkingen.

De bliksemdraden zijn echter star met de masten verbonden

zodat hun spanningen nul zijn. Deze extra differentiaal ver-. .gelijkingen kunnen dan geelimineerd worden zodat er slechts

een relatie tussen fasen grootheden resteerd.

Schrijven we de vergelijkingen (2.3) en (2.4) uit voor een

lijnstuk ~x en passen we een andere rangschikking toe, dan

krijgen we:

~R=

~x

~Us- -- (Zn - ZI 2) Is + Z12 (IR + Is + IT)~x

~UT

- -- = (ZII- Z12) IT + Z12 (IR + Is + IT) (2.5)·f:)l.

fUR(Yi 1- Y12 ) UR + Yl 2 (UR + Us + UT)- -- =

~x

AIs = (Y 11-YI2 ) Us + Y12 (UR + Us + UT )- --~x

~IT

- -- = (Y 1 1- Y1 2) UT + Y12 (UR + Us + UT)AX

Page 9: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 7 -

De formules (2.5.) kunnen schematisch in beeld gebracht

worden zoals in fig. 2 is weergegeven.

x

R Rll- Rl 2 Ll C L12

S Rl C!12 Lll- L12

TRl 1- R1 2 Ll C L12

x+&I

,.Fig. 2. Schematische representatie van een drie-fasen lijn.

met: -(CII-C12) (Cll+ 2C12)Cm = C12

De impedanties en admittanties hebben de volgende betekenis:

ZII Eigen impedantie gevormd door de kring: geleider plus

aardretour.

Zi2 Mutuele impedantie tussen kring 1 gevormd door een ge­

leider en de aardretour en kring 2 gevormd door een

2e geleider en de aardretour.

Een meer fysisch beeld van de capaciteiten (admittanties)

geeft fig. 3.

R ~s

cP~1

Fig. 3. Lijn capaciteiten configuratie.

Page 10: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 8 -

Uitgaande van Cp en Cg van fig. 3 geldt:

dIR

dx

(2.6)

Met (2.5.) voIgt nu:

Y12 = mutuele admittantie = - j wCpYll = eigen admittantie = j w(Cg + 2Cp )

De 3-fase lijnconfiguratie van fig. 2 kunnen we opsplitsen

in bedrijfs en homopolaire grootheden:

A. De bedPijfsgrootheden.

Hieronder verstaan we aie impedanties en admittanties

welke gelden voor een symmetrisch stroom- en spannings­

stelsel.

Hiervoor ge ld t : IR + IS + IT 0

UR + Us + UT 0

Uit (2.5). krijgen we dan:

De bedrijfsimpedantie = Zb = Zll - Z12

De bedrijfsadmittantie = Yb = Y11 - Y12

Voor een symmetrisch stroom- en spanningsstelsel kunnen

we het 3-fase model van Cfig. 2 terugvoeren tot een een­

fase model als weergegeven in fig. 4.

x Rb Lb:L ~ .flR,2Q.ee0r, Cb:JTI

Fig. 4. Eenfase bedrijfsconfiguratie.

Hiervoor geldt: De bedrijfsweerstand Rb = R 11 - R 12De bedrijfsinductie coefficient Lb = L 11 - L 12De bedrijfscapaciteit Cb = Cg + 3Cp

= (Y] J- Y J ijw

Page 11: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

x

- 9 -

B. De homopoZaire grootheden.

Hieronder verstaan we die impedanties en admittanties

welke gelden voor een stroom- en spanningsstelsel waar­

bij de 3 geleiders R, S en T allen dezelfde stroom en

spanning hebben.

Dus: IR = IS = IT

VR = Vs = VT

Uit (2.5 ) krijgen we dan:

De homopolaire impedantie Zo = Zll + 2Zl2

De homopolaire admittantie Yo= Yll + 2~2

We kunnen hierbij wederom het 3-fase model van fig. 2

terug voeren tot een eenfase model als weergegeven in

fig. 5.

Ra La x+~x

l-----,-----c:::=J--~WJt,.---,r-i'I

I 812 Eo. I__________2_IJFig. 5. Eenfase homopolaire configuratie.

Hiervoor geldt:

De homopolaire weerstand RO = Rll + 2R12

De homopolaire inductie coefficient LO = Lll + 2L 12

De homopolaire capacitei t Co = Cll + 2C12 = Cg

Deze bedrijfs- en homopolaire grootheden zijn freguentie

afhankelijk. Deze grootheden zijn voor het Nederlandse

380 kV net, waarbij het 2e circuit eenzijdig geaard ver-'-/

ondersteld is, uitgerekend door Birkholzer (Afstudeer-

verslag EO.77.A.26).

De uitkomsten daarvan zijn in onderstaande tabel weerge­

geven.

Page 12: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 10 -

freg. Rb Lb Cb * RO LO C01£Hz rn0/krn rnH/krn nF/krn n/krn rnH/krn nF/krn

50 24,4 0,896 12,87 0,105 2,47 7,28

100 25,6 0,896 0,146 2,41

200 29,7 0,895 0,238 2,36

400 39,6 0,891 0,442 2,29

800 55,6 0,888 0,864 2,22

1,6 K 80,2 0,885 1,72 2,15

3,2 K 122 0,882 3,41 2,07

6,4 K 196 0,881 6,66 2,0

12,8 K 332 0,879 12,7 1,92

25,6 K 591 0,877 23,2 1,85

51,2 K 1060 0,876 40,8 1,79.100 K 1880 0,875 67,5 1,74

.Tabel 1. Grootheden Nederlands 380 kV net.

* Opm.: Aangezien in de capaciteitenberekening niet het effect vande masten is verdisconteerd, worden in het vervolg de vol­gende waarden gehanteerd:Cb = 13.33 nF/kmCo = 7,36 nF/kmDeze twee capaciteitswaarden zijn gemiddelden van de door deS.E.P. in het ned. 380 kV gemeten waarden.

2.2. VoortpZantingsgrootheden van een verdeeZde Zijn.,

In deze paragraaf zal zowel voor de bedrijfstoestand als

voor de hornopolaire toestand de afleiding voor de dernping,

karakteristieke irnpedantie en fasesnelheid gegeven worden.

De bedrijfstoestand en de hornopolaire toestand zijn twee

van elkaar onafhankelijke toestanden. We kunnen derhalve

uitgaan van de eenfase rnodellen zoals die in de vorige para­

graaf gegeven zijn.

Page 13: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 11 -

Voor een eenfase lijn gelden de volgende vergelijkingen

in het frequentie domein.

dU- - = Z I

dx

dl- - = y Udx

Samengesteld voIgt dan:

&U--=ZYUdx 2

In geval wederom de geleiding wordt verwaarloosd geldt

algemeen:

Z = R + jwL

Y = j ux:::

Stel:

ZY = (R + j tAL) (j tlC) = y2

enZ =! =VR + jUL i

o Y jWc

(2.71.

(2.81.

(2.91.

(2.10)

(2.11)

De grootheid Y wordt de complexe voortplantingsexponent

en Zo de karakteristieke impedantie genoemd.

Een oplossing van U heeft dan de gedaante:

U(x)-Yx +Yx

=U'e +U"e (2.12)

Met (2.7.) voIgt dan voor I(x):

lex) = ....!- ( u'e-)'X - U' 'e+Yx )ZO

(2.13)

Deze stromen en spanningen zijn samengesteld uit twee

gedeelten, namelijk een in de positieve x-richting lopen­

de golf en een in de negatieve x-richting lopende golf.

De complexe voortplantingsexponent kan worden gesplitst

in een reeel en een imaginair deel.

Page 14: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 12 -

y = ex + j 8 .= .; (R+jwL) (jwC)

waarin: ex = dempingsexponent

8 = fase-exponent.

met:

ex 2= ~ (-w2r.,c + wc IR2 + JL2

')

82 = ~ (w1..C + WC I R2 + W\.2')

Beschouwen we dat gedeelte van U(x) dat zich in de

positieve x-richting beweegt dan geldt de relatie:-y x

U(x) = Ute

(2.14)

(2.15)

(2.18)

(2.19)

Bij voeding van de lijn met een enkelvoudige harmonische

spanning, geldt er voor de spanning op punt x ten tijde t:'wt

U(x,t) = Re(U(x)e J ) (2.16)

Combineren van (2.15) met (2.16) geeft:

'WtU(x,t) = Re(U'e-"P'eJ ) (2.17)

U' is een complexe grootheid waarvoor we ~unnen stellen:. 0

U' = Iu'l e J

(2.17) gaat dan over in:

I_ex x

U(x,t) = Iu' e Cos(wt - 8x + 0)

Vergelijken we nu de spanning ter plaatse x met die ter

plaatse x=O dan zien we de aanwezigheid van een dempings­

term

e-exx (2.20)

De snelheid waarmee de golf zich voortplant komt te

voorschijn als we de punten met constante fase beschouwen:

wt - 8x + 0 = constant

wx = 8 t + constante

De fasesnelheid wordt nuW

v = 8

(2.21}

(2.22)

Aangezien voor de werkelijke lijn de impedanties frequen­

tie afhankelijk zijn, zullen ook de grootheden die de golf­

voortplanting karakteriseren frequentie afhankelijk zijn.

Uitgaande van de impedanties als weergegeven in Tabel 1,

Page 15: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 13 -

komen we tot waarden voor karakteristieke impedantie,

fase snelheid en dempingsexponent als weergegeven in

Tabel 2.

Bedrijfstoestand homopolaire toestand

freq.dempings fase snel- karak. imp. dempings fase snel- karak.imp.exponent heid in n exponent heid in nper km km/sec. reeel imago per km km/sec. reeel imago

50 4.691 10-5 2,884 10 5 260,1 -11 ,2 9,042 10-5 2,340 10 5 580,6 -39,1

100 4,925 10- 5 2,886 10 5 259,9 - 5,88 1,274 10- 1t 2,372 10 5 572,9 -27,6

200 5,715 10-5 2,887 10 5 259,9 - 3,41 2,100 1O-1t 2,397 10 5 566,7 -22,7

400 7,625 10-5 2,887 10 5 259,9 - 2,27 3,959 1O-1t 2,434 10 5 558,2 -21,4

800 1,070 1O-1t 2,887 10 5 259,8 - 1,60 7,860 1O-1t 2,472 10 5 549,6 -21,3

1600 1,543 1O-1t 2,887 10 5 259,8 - 1,15 1,590 10- 3 2,512 10 5 540,9 -21,5

3200 2,348 1O-1t 2,887 10 5 259,8 - 0,88 3,212 10- 3 2,560 10 5 530,8 -21,;7

6400 3,772 1O-1t 2,887 10 5 259,8 - 0,70 6,383 10- 3 2,604 10 5 521,7 -21,6

12800 6,389 1O-1t 2,887 10 5 259,8 - 0,59 1,242 10- 2 7,658 10 5 511,2 -20,9

25600 1,137 10- 3 2,887 10 5 259,8 - 0,53 2,312 10- 2 2,708 10 5 501,7 -19,5

Tabel 2. Karakteristieke golfvoortplantings groothedenvoor een verdeelde lijn.

Uit Tabel 1 en Tabel 2 valt af te leiden dat de frequentie

afhankelijkheid voor de homopolaire toestand veel groter is

dan voor de bedrijfstoestand.

Page 16: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 14 -

2.3. Voori;p"lantings grootheden van een Tf-sektie sirrruZatie.

Tot nu toe is de lijn beschouwd als een samenstel van

volledig verdeelde L, C en R elementen. In deze para­

graaf zullen we evenals in de vorige paragraaf de dem­

ping, karakteristieke golfimpedantie en fasesnelheid

bepalen, maar nu onder de conditie dat de lijn is samen­

gesteld uit geconcentreerde elementen. De lijn wordt

daarbij voor een bepaalde lengte gesimuleerd door een

TI~sektie als weergegeven in fig. 2. We beschouwen be­

drijfstoestand en homopolaire toestand weer volkomen

onafhankelijk zodat we voor beide toestanden hetzelfde

vervangingsschema van fig. 6. kunnen gebruiken.

Fig. 6. TI -sektie.

De berekeningen verderop zullen erg omslachtig lijken.

Een dergelijke aanpak is echter noodzakelijk vanwege het

complexe karakter van de TI-sektie.

We gaan uit van een universele tweepoort, welke zowel

een symmetrisch als weI een niet symmetrisch karakter kan

hebben.

Fig. 7. Tweepoort.

Page 17: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 15 -

Een symmetrische tweepoort wordt gekarakteriseerd door

2 grootheden n.l.: De karakteristieke impedantie Zo en

de voortplantings exponent g.

De karakteristieke impedantie Zo is gedefinieerd alsi

Ie. De impedantie die aan de ingang van een symmetrische

tweepoort wordt gemeten indien deze aap de uitgang

met dezelfde impedantie is afgesloten.

of

2e. De impedantie die aan het begin van een oneindig lan­

ge keten van dezelfde symmetrische tweepoorten wordt

gemeten.

Ingeval van karakteristieke afsluiting worden de relaties

tussen de beide spanningen en stromen tot uitdrukking ge­

bracht door middel van de voorplantings exponent g over­

eenkomstig:

e-g = :Yz.- =~VI II (2 .23)

Een niet symmetrische tweepoort wordt gekarakteriseerd

door twee spiegelbeeld impedanties ZOI en Z02, en een

voortplant{ngsexponent.

De spiegelbeeld impedantie aan de ingang van een niet

symmetrische tweepoort ZOI is de impedantie die aan de

ingang wordt gemeten indien de tweepoort aan de uitgang"

is afgesloten met diens spiegelbeeld impedantie Z02.

De spiegelbeeld impedantie aan de uitgang van een niet

symmetrische tweepoort Z02 is de impedantie die aan de

uitgang wordt gemeten indien de tweepoort aan de ingang

is afgesloten met diens spiegelbeeld impedantie ZOI'

De voortplantingsexponent g van een niet symmetrische

tweepoort'is gedefinieerd door de betrekking:

(2.24)

Page 18: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 16 -

waarbij A, B, C en D grootheden zijn die een tweepoort

definieren volgens de volgende formules:

V1= AV 2 + BI 2

11= CV2 + DI 2

ofweI V2= DV I - BI 1­

-12= CVI - All (2.25)

UituJerking van de definitie van de voortpZantings e::monent van de

niet symmetrische tuJeepoort:

Voor een reciproke tweepoort geldt de algemene verge­

lijking:

AD - BC = 1 (2.26)

Fig. 8. Fig. 9.

Voor fig. 8. geldt met vergelijking (2.25)

Substitutie van V2 = 12Z02 geeft:

zOl = ~~~; : ~ , de spiegeIbeeId impedantie aan de ingang

Op dezelfde manier kunnen we uit fig. 9. plus verge-"

lijking (2.25) afleiden:

DZOl + Bz02 = CZOl + A ' de spiegeIbeeId impedantie aan de uitgang

Door (2.28) te combineren met (2.29) volgt:

(2.27)

(2.28)

(2.29)

AB:-

CD2 BD

Z02 = ­AC (2.30)

Page 19: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 17 -

Indien overeenkomstig fig. 8 de uitgang is afgesloten

met de spiegeIbeeId impedantie Z02' geldt voor de ver­

houding der Spanningen:

B= A +

z02(2.31)

Substitutie van (2.30) geeft voor de spanningsverhouding:

Y.1.. = A + I BAC' = ~ (/AD' + IBC) = /ZzOl' (!AD' + /BC') .V2 D D 02

Is daarentegen de ingang afgesloten met ZOl overeen­

komstig fig. 9 dan kan de volgende vergeIijking worden

afgeleid voor de verhouding der Spanningen.

Y..2. -1£02' (lAD' + IBC' )vi ZOl

Definieren we de voortplantingsexponent g van een niet

symmetrische tweepoort door de betrekking ..

(2.32)

(2.33).

(2.24)

Dan komen we in geval ZOl = Z02 tot dezeIfde

als in geval van een symmetrische tweepoort.

Omwerken van vergeIijking (2.24) geeft:

e-g - 1 lAD - IBC'- lAD' + IBC' AD - BC

Met (2.26) voIgt:

e-g = lAD' - IBC'

Nu kunnen we afleiden:

e g + e-g= lAD'Cosh g = 2

eg - e-g = IBC~Sinh g = 2

definitie

e-g = ~~ •Vl

(2.34)

(2.35)

We kunnen nu met behulp van (2.30) A, B, C en D

oplossen:

Page 20: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

A = A~U.1Z02

cosh g

- 18 -

1c=---{z01 Z02'

sinh g D = I Z02 I cosh gZOl

(2.36)

(2.38)

Uit de.algemene vergelijkingen voor een niet-symmetrische

tweepoort (2.25) zijn de zogenaamde nullast- en kortsluit­

impedanties af te leiden.

Bomdat v2 0zkl = -

D

Bomdat vl 0Zk2 A

ZnlA

omdat 12 0- =C

Domdat 11 = 0 (2.37)zn2 = -

C

Met behulp van deze betre~kingen kunnen de spiegelbeeld

impedanties en de tanh g uitgedrukt worden in functies

van nullast en kortsluitimpedanties.

ZOl = IZk1 Zn l'

z02 = IZk2Zn t'

tanh g = /Zkl \ = /Zk2'Znl' Zn2

We beschikken thans over aIle formules en definities

om een asymmetrische tweepoort te beschrijven.

De symmetrische TI-sektie van fig. 6 zal worden geanalyseerd

door deze te beschouwen als een serieschakeling van twee

identieke, maar rug aan rug geschakelde, asymmetrische

tweepoorten. De ~sektie wordt aldus door midden gedeeld.

De asyrr~etrische tweepoort heeft derhalve de vorm als

weergegeven in fig. 10.

Zl 2I

Fig. 10. Halve ~sektie.

Page 21: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 19 -

waarbij: Zl = R + jwL

1jw C

Met behulp van (2.38) worden Z01 en Z02 bepaaId:

ZOl = v'Zk1Zn1' =/Z2Z

J x 2Z2' =1zl z2 ( 1 )~+2Z2 1 +~L-

2 4Z2

Z02 = IZk 2Zn2' =/~ ( Z21

+ 2Z2) = !ZlZ2 (1+ 4~~ )'

Uit (2.36) voIgt met (2.40):

sinh g = C v'ZOlZ02'= C v' Zl Z2'

Uit (2.25): c=!.L) 0V2 I2 =

1dus: C = 2Z2

sinh g =/Z1 I

4Z2

evenzo uit (2.36) met (2.40):

cosh g =A/ Z02' = A /1+ ~ZOl 4Z2

(2.39)

(2.40)

(2.41)

Uit (2.25): o dus A = 1

I z •cosh g = 1+ ~~2

Schrijven we voor Z1 =

dan voIgt:

/r---w...,t..----c---J·-W-R-C---.'

sinh g = - ---- + ----4 4

/ W2LC jwRCcosh g ={1 - ---4- + 4

R + jwL1

j w.c

(2.42)

(2.43)

Page 22: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 20 -

Stel: .12 =wILe

2en Ra. = ----,=---

~C

(2.44)

Substitutie in de vergelijkingen (2.43) geeft:

sinh g = 1_.122+ j 0..12'

cosh g =11- n~ jan'

Voor het bepalen van de dempingsexponent en fasesnel­

heid van de halve ~sektie moeten we g oplossen uit

de vergelijkingen (2.45)

Stel: sinh g = a + jb

cosh g = c + jd

a, b, c en d oplossen met behulp van (2.45):

(2.45)

(2.46)

Di t geeft: a2- b2 = - .12

2

2 a 2n

22ab = an -7 a = """'41)7

2.122invullen: b2 a _ .122

- 4hZ -

oplossen: b2 = E\ ~ /nlf

+ 0.2

.122

'2 -

evenzo voor' a 2 :

2 0.2

.122

a- ~ =

oplossen:

(2.47)

oplossen van c en d verloopt

c = I (1-.122 ) + / (1_n 2 )2+a 2n2I j

2

identiek:

-(1-.122) + / (1_.122 )2+0.2 .122i I

2(2.48)

Page 23: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 21 -

Uit (2.46) volgt:

sinh g + cosh g = eg = a + c + j(b+d)

stel: eg = x ej4>

dan is: x = l(a+c)2 + (b+d)2'

b+dtan 4>= --a+c

Uit (2.50) volgt dan de oplossing:

g = ln x ej4>= In x + j4>

De dempingsexponent van de hele TI-unit bedraagt 2x

dempingsexponent halve ~unit, dus:

dempingsexponent ~unit = 2x reeel g = 2 lnx

= 2 In( l(a+c)2+ (b+d)2'

Evenzo komt er een factor 2 voor de fasesnelheid:

(2.49)

(2.50)

(2.51)

(2.52)

(2.53)

fasesnelheidlengte ~unit x W

2x imaginair g

lW- ------::-b-+-=-d-

2 arctan (--)a+c

=lW24>

(2.54),

Beschouwen we een keten van n asyrnrnetrische halve

~sekties die rug aan rug geschakeld zijn, dan is dit

identiek aan een keten n/2 hele syrnrnetrische ~sekties.

De golfimpedantie Zo die we dan alleen nog maar zien is

de Z01. Met (2.40) wordt de golfimpedantie van de ~sektie.

Zo = zOl =1Zl Z2 1 Z ('

(1+ 4Z12 )

invullen van Zl = R + jWL en z2

Zo =If ./1 - j=&--"""'j-WR-C---W""""'zr-

L-C--

1 + ~4---"-- - -4-

1= --

jWCgeeft:

(2.55)

Met behulp van (2.44) komen we tot de golfimpedantie:

(2.56)

Page 24: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 22 -

Met de zojuist afgeleidde formules zijn voor een

TI-sektie de frequentieafhankelijke golfimpedantie,

fase snelheid en dempingsexponent berekend. nit

door bij een aantal frequenties de waarden van R,

L en C gelijk te kiezen aan de in tabel 1 gegeven

waarden voor lijnen van het Nederlandse 380 kV-net.

De equivalente lengte van de TI~ektie bedraagt 1,5

km. De berekende waarden zijn weergegeven in tabel 3.

Bedrijfstoestand homopolaire toestand

freq.dempings fase snel- karak.imp. dempings fase snel- karak. imp.exponent heid in n exponent heid in nper km km/sec. reeel imago per km !km/sec. reeel imago

50 4.691 10-5 2,885 105 260,1 -·11 ,2 9.042 10- 5 2,340 105 580,6 -39,1'

100 4.925 10-5 2,886 105 259,9 -5,98 1,274 10- 4 2,372 105 572,9 -27,6

200 5,715 10-5 2,887 105 259,9 -3,4 2,100 10- 4 2,397 105 566,7 -22,7

400 7,620 10- 5 2,887 105 259,9 -2,3 3,959 10- 4 2,434 105 558,2 -21,4

800 1,070 10- 4 2,887 10 5 259,9 -1,6 7,861 10- 4 2,472 105 549,7 -21,3

1600 1,544 10-4 2,887 105 259,9 -1,2 1,591 10- 3 2,512 105 541,2 -21,5

3200 2,351 10-42,8~6 105 260,2 -0,87 3,218 10- 3 2,558 105 531,7 -21,8

6400 3,792 10-4 2,882 10 5 . 261,3 -0,71 6,426 10- 3 2,598 105 525,2 -22,0

12800 6,533 10- 4 2,866 105 265,7 -0,63 1,275 10- 2 2,635 10 5 524,8 -22,7

25600 1,252 10- 3 2,799 105 286,0 -0,70 2,582 10- 2 2,613 105 560,0 -27,2

Tabel 3. Karakteristieke golfvoortplantings grootheden

voor de TI.sektie.

2.4. VergeZijking TIeektie met verdeeZde Zijn.

In paragraaf 2.2. en 2.3. zijn de 3 grootheden die het

voortplantingsgedrag bepalen n.l. karakteristieke impe­

dantie, dempingsexponent en snelheid berekend voor zowel

een verdeelde lijn als weI voor een ~sektie. In beide ge­

vallen zijn dezelfde frequentie-afhankelijke waarden

Page 25: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 23 -

voor de langs impedantie gehanteerd. De vraag rijst

nu, hoe groot de afwijkingen in de karakteristieke

voortplantings grootheden zijn als we een verdeelde

lijn simuleren met behulp van rr-sekties.

Bij de 'berekening van de fouten is uitgegaan van de

frequentie afhankelijke grootheden zoals die voor een

verdeelde lijn in 2.1. gegeven zijn. De lengte van de

lijn die een rr~ektie representeerd is hierbij gesteld

op 1,5 km, omdat deze waarde overeenkomt met de bestaan­

de, door Reyrolly afgeleverde rr-sekties. De fouten zijn

berekend met het komputerprogramma dat in hoofdstuk

3 en 5 wordt gebruikt om de rr~ekties te optimaliseren.

De grafische verwerking van de fouten in deze karak­

teristieke voortplanting~ grootheden is weergegeven

in grafiek 1.

ConcZusies:

o Houden we een maximale afwijking van 10% aan dan ZlJn

de rr-sekties geschikt voor het simuleren van signalen

tot 25 kHz. Deze waarde komt overeen met de 500 e

harmonische van 50 Hz.

o Gebruiken we de TNA bij ~en andere bedrijfsfrequentie

dan 50 Hz b.v. 200 Hz, dan kunnen we veel minder ver

gaan in de frequentieband. In geval van 200 Hz slechts

tot 6kHz omdat:

50 '" 200 Hz dus 6kHz "" 24 kHz

6 kHz is echter nog altijd de 120e harmonische van

50 Hz. Voor meer informatie omtrent het schuiven met

de frequentie wordt verwezen naar hoofdstuk 3.

Page 26: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 27: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 25 -

o Voor verdere beschouwinqen in dit verslag is er

van uitgegaan dat de n~ektie een exacte weergave

van de verdeelde lijn is indien maar aan de voor­

waarde voldaan is, dat de frequentie afhankelijk­

heid van de ~sektie onderdelen overeenkomt met die

van de verdeelde lijn.

Page 28: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 26 -

3. GEBRUIK VAN FREQUENTIE TRANSFORMATIE IN DE TNA.

Frequentie transformatie binnen de TNA is erg aantrek­

kelijk omdat we daarmee de vaste n-sekties voor meerdere

lijnlengten kunnen gebruiken. Hierdoor wordt de moge­

lijkheid geschapen om de n-sekties universeel te gebrui­

ken. De theorie van de frequentie transformatie zou

zonder de frequentie afhankelijkheid erg eenvoudig zijn.

We hebben echter weI degelijk met frequentie afhanke­

lijkheid te maken.

We gaan uit van de grootheden voor lengte eenheden

van 1,5 km van een verdeelde lijn.

R(W), L(W) en C

De impedan tie: R(W) + jWL (w)

De admittantie: jWC (3.1)

De capaciteit is frequentie onafhankelijk yerondersteld.

Voor de TNA geldt eveneens:

Ra (Wa), La (Wa) en Ca (a= analyser)

De impedantie: Ra (wa ) + jWaLa (wa)

De admittantie: jwaCa (3.21

Willen we een lijn ter lengte van I lengte eenheden

door een TNA n-sektie representeren, dan dienen de impe­

danties en admittanties aan elkaar gelijk te zijn.

lijn (1 x 1,5 km) '\i TNA n-sektie (3.3)

Dan geldt voor de impedan tie: lR(W) = Ra (wa )

lWL(W) = waLa(wa)

Voor admittantie: lwC = waca (3.4)

Kiezen we nu lw= wa dan gaan vergelijkingen (3.4) over in:

Ra (lw) = lR(W)

La (lw) = L(W)

Ca = C (3.5)

Page 29: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 27 -

Indien de reactantie La ook nog frequentie onafhanke­

Iijk was, dan was bij het verlengen van de lijn door

het verhogen van de frequentie, het aanpassen van de

weerstand voldoende. Dit komt omdat L en C automatisch

hun vergrotingsfaktor van de w meekrijgen. La is echter

weI degeIijk frequentie afhankelijk zodat de zaak niet

zo eenvoudig ligt. Aan de identiteitsrelatie (3.5)

dient voldaan te worden door de bedrijfimpedanties,

homopolaire impedanties en derhalve ook door de mutuele

ilupedanties.

".

3.1. Frequentie a[hankeUjk ver"loop van de impedanties.

De impedanties zoals die in paragraaf 2.1 voor de lijn

gegeven zijn, zijn ook g~meten aan de rr-sekties. De me­

tingen zijn verricht aan een bestaande rr-sektie welke

een configuratie heeft als weergegen in f~g. 11.

J7

Fig. 12. Configuratie m.b.t. de bedrijfstoestand.

J._C_b2 C_b__ 2I

Fig. 11. Reyrolle rr-sektie.

Voor de bedrijfstoestand geldt de eenfase representatie

van fig. 12.

Page 30: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 28 -

Rg is een gibbsweerstand en doet dienst om spontane

oscillaties die optreden bij een stapresponsie te dem­

pen. De weerstand is geoptimaliseerd op 22 kQ. Hierop

zal in paragraaf 5.1 nader worden in gegaan. Deze gibbs­

weerstanden kunnen we verdisconteren in Rb en Lb.

n.l .. impedantie:Rg// % + jWLb = Rg(Rb + jW~b) _ =

Rg + Rb + JWLb

= RgRb(I~g + %) + R¢f2 Lb2; j~Lb(Rg(Rg + Rb) - R<JRb)(Rb + Rg ) + w Lb

Stellen we de impedantie gelijk aan Rb' + jwLbi

dan geldt:

RgRb(Rg + Rb)' + ¥2 Lb2(Rb + Rg) 2 + WLb 2 .

Lb' = Lb (Rg(R~ + Rb) - RgRb) (3.6)(Rg+Rb) + W2Lb 2

Voor de bedrijfstoestand zijn, met Rg = 22kQ, de in tabel

4 gegeven frequentie afhankelijke waarden voor Rbi en

Lb' geme ten.

Freq.Rb' in Q Lb' in H Cb in FaradHz

50 0,054 1,376 10- 3 20 10- 9

100 0,055 1,377 10""3 20 10- 9...

200 0,056 1,377 10 .... 3 20 10- 9

400 0,060 1,377 10""3 20 10 -9

800 0,069 1,376 10""3 20 10""9

1600 0,087 1,375 10""3 20 10- 9

3200 0,139 1,373 10""3 20 10- 9

6400 0,294 1,372 10""3 20 10- 9

12800 0,858 1,374 10 .... 3 20 10- 9

25600 2,983 1,388 10- 3 20 10""9

Tabel 4. Gemeten bedrijfsimpedanties rr-sektie.

Page 31: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 29 -

Voor de homopolaire toe stand geldt het vervangingsschema

van fig. 13.

TCO Co

~2 2I~Fig. 13. Configuratie m.b.t. de homopolaire toestand.

Aangezien de homopolaire grootheden samengesteld zijn

uit bedrijfsgrootheden en mutuele grootheden (zie par.

2.1), is het zinvoller enkel de mutuele grootheden te

beschouwen. Daartoe worden de volgende betrekkingen ge­

bruikt.

Rm = RO - Rb3

L - Lo - Lbm - 3

. Cm

= __3C.J>b....C~O_Cb - Co (3.7)

Voor de mutuele tak geldj: dan het volgende vervangings-

schema: Lm

Cm2"

Fig. 14. Confi.guratie m.b.t. de mutuele toestand.

Ook de waarden van deze elementen zijn als functie van

de frequentie gemeten en weergegeven in tabel 5.

Freq. in Hz Rm in n I L m in H em in Farad

50 0,0613 0,760 10 - 3 74 10 -s

100 0,0625 0,760 10- 3 74 10- s

200 0,0638 0,760 10- 3 74 10--s

400 0,0660 0,758 10- 3 74 10- 9

800 0,0705 0,758 10- 3 74 10- 9

1600 0,0813 0,755 10- 3 74 10- s

3200 0,1008 0,755 10- 3 74 10- 9

6400 0,1693 0,753 10- 3 74 10- 9

12800 0,290 0,753 10""3 74 10""-9

25600 0,770 0,753 10- 3 74 -910.

Tabel 5. Gemeten mutuele impedanties rr-sektie.

Page 32: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 30 -

3.2. Eigenschapoen bestaande TI-sekties.

Voor het berekenen en oDtimaliseren van de bestaande

TI-sekties is er een komputer programma ontwikkeld waar­

mee de 3 grootheden golfimpedantie, fasesnelheid en

dempingsexponent volgens de formules van hoofdstuk 2

voor zowel de verdeelde lijn als TI-sektie berekend

worden. Tevens is het hierbij mogelijk om te schuiven

met de frequentie. Ret komputer programma gaat uit van

de TI-sektie:R

Rel

R

Fig. 15. TI-sektie komputer programma."

De weerstanden Rei; RCom en RC2 zijn bedoeld om extra

demping in respectievelijk de bedrijfstak en mutuele

tak aan te brengen.

Uit de berekeningen blijkt dat de afwijkingen van golf­

impedantie en fasesnelheid tussen verdeelde lijn en

TI-sekties bij aIle berekeningen binnen een paar procent

blijven. AIleen voor de hoogste frequenties wordt de

afwijking groter. Dit is echter te wijten aan het ver­

schil' tussen verdeelde lijn en TI-sektie.(zie par. 2.4).

Page 33: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 31 -

Met de demping is het echter anders gesteld. Als we

daarmee niet oppassen hebben we meteen afwijkingen van

een paar honderd procent. In de Iiteratuur (zie referen­

tie 3) worden waarden van,± 25 procent als streefwaarden

voor de dempingsexponentenverhouding aangegeven.

Bij het optimaliseren zijn we uitgegaan van een basis

TNA frequentie van 200 Hz, dit komt overeen met een

Iengte representatie van 6 km. (1 = 4)

De meest optimaIe toestand voor de verhouding van de

dempingsexponenten; dempingsexponent TNA/dempingsexpo­

nent verdeelde Iijn; bereiken we bij:

RC1 0,1175 nRC2 0,100 nRCom= 500 nDe verhoudingen van de dempingsexponent als functie van

de Iijn frequentie is te zien in grafiek 2. We kunnen

steIIen dat de bedrijfstoestand tot 3,2 k~z goed aan de

in de Iiteratuur gestelde + 25% voldoet. De homopolaire

krijgen we echter niet beter dan + 60%. Deze afwijking

in de homopolaire toestand is te wijten aan de niet

goede frequentie afhankeIijke simulatie van de mutuele

tak.

Page 34: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

1('\

Page 35: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 33 -

4. SIMULEREN VAN FREQUENTIE AFHANKELIJKE IMPEDANTIES DOOR MIDDEL

VAN R-L KRINGEN.

Zeals we in het vorige hoofdstuk concludeerden is het

frequentie afhankeIijk verloop van de mutuele tak niet

geed te representeren met behulp van een spoel. In dit

hoofdstuk zuIIen we trachten om met behulp van afgestem­

de R-L poorten weI tot een goede nabootsing van het fre­

quentie afhankelijke verloop van de mutuele tak te komen.

4.1. De Theoretische beschouwing.

Ret uitgangspunt is een normale R-L tweepoort als weer­

gegeven in fig. 16.

r~.J--W-~1Fig. 16. R-L tweepoort.

De impedantie van een dergeIijk tweepoort is:

RojwL RW 2L2 + jWLR2Z - -

- R+jwL - RL + W2LL

Deze impedantie is te herleiden tot een serie-schake.,..

ling van een spoel Ls met een weerstand Rs .

Stel dat we niet 1 maar n stuks R-L poorten in serie

schakelen. Dan voIgt:

(4.11

(4.2)

(4.3)

Page 36: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 34 -

Neem aan dat Rs en wL s frequentie afhankelijke groot­

heden zijn die we als functie van de frequentie kennen,

terwijl Rk en Lk onbekenden zijn die we graag willen

bepalen. Het aantal onbekenden is dan n x 2 = 2n. Willen

we 2n onbekenden oplossen, dan hebben we ook 2n verge­

lijkingen nodig. Dit is mogelijk indien voor n frequen­

ties bereikt wordt dat voor, j lopend van 1 tot n geldt:

(4.4)

Met (4.4) hebben we de beschikking over 2n vergelijkingen

met 2n onbekenden. Het iteratie proces van newton is een

bruikbare methode voor het oplossen van deze vergelijkingen.

Newton gaat uit van de op te lossen vector functie:

i = 1 .••.• n (4.5)

een betere x be-

Uitgaande van een start oplossing:

!'D c (~) WO~dt via een i teratie ?roces

paald die dichter bij de oplossing ligt. Daartoe wordt

de volgende formule gehanteerd (ke iteratie).

Fi(xf ••••• ~) +}".naFi(Xf a~· ~) If (xik+1)_ xf) = a (4.6lI?l 1

Door middel van dit iteratie proces zijn de niet lineaire

vergelijkingen van (4.41 terug te brengen tot lineaire

vergelijkingen. Om functies te krijgen die we naar nul

moeten regelen voeren we twee vector functies f en ! in.

Vergelijkingen (4.4)gaan dan bij een niet juiste oplos­

sing van Rk en Lk over in:

Page 37: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 35 -

L 2 2f j = RkWj Lk

RS (Wj)Rk 2+ W/Lk

2k=l j = 1 ... n

n 2

<Pj = k Rk WjLk- WjLs (Wj)R 2+ W,2Lk2k J

We krijgen dan de n iteratie vergelijkingen

n af'fj (RT ••• ~, Ltp ... L~) +~ aR~ (Rf+1 - R~) +

(4.7)

o j=1. •• n

j=1. •• nn

~a<pj +1(Lf - Lfg) = 0

= aLk

De afgeleiden in deze formules zijn te berekenen met

(4.7) en zijn gelijk aan:

(4.8)

r (4.9)

Door nu te starten met geschikte waarden voor de 2n waar­

den van Rk en Lk kunnen we met formules (4.7) fj en ¢j

bepalen en vervolgens met de iteratie formules van (4.8t

nieuwe waarden voor Rk en Lk vinden. Dit proces voeren

we net zolang uit tot de waarden van fj en ¢j klein ge­

noeg zijn, b.v. kleiner dan lO-6n.

Het enige probleem wat er nu nog is, is het vinden van

goede' startwaarden voor Rk en Lk . Zijn de startwaarden

niet goed dan divergeert het hele iteratie proces, zodat

Page 38: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 36 -

de oplossing nooit gevonden wordt.

In eerste instantie is een komputer programma geschre­

ven volledig overeenkomstig voorgaande theorie. Ret pro­

bleem was echter dat we maar geen goede startwaarden

gevonden konden krijgen, om het iteratie proces naar

een oplossing te laten convergeren.

Daarom is in de programma bibliotheek van het rekencen­

trum gezocht naar een beter iteratie proces.

Uiteindelijk is gekozen voor het COSPAA proces uit de

Nag bibliotheek. Dit proces is een aangepaste newton

methode welke altijd convergeert. Ret zorgt er n.l.

voor dat bij iedere iteratie stap de functie

( f.)2 +(~.)2 kleiner wordt.oJ . ~J

Weliswaar wordt met deze methode altijd een oplossing

gevonden,echter ook hier doet zich het propleem van goede

startwaarden voor, alhoewel minder kritisch dan bij de

newton methode. Want het proces zoekt bij slechte start-

waarden weI een lokaal minimum voor de functie (fj 2+ ~j21

maar dit hoeft beslist niet bij de nulpunten van de func­

~ies fj en ~j te liggen.

De ervaring heeft geleerd dat het proces uitstekend werkt

als maar startwaarden ter beschikking staan die dicht ge­

noeg bij de oplossing liggen.

Page 39: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 37 -

4.2. ResuZtaten numerieke berekeningen.

In deze paragraaf zullen we een rekenvoorbeeld geven

hoe we een bepaald frequentie afhankelijk verloop van

I\n en Lm met behulp van 3 R-L poorten kunnen simuleren.

Voor de mutuele tak hebben we uitgaande van de theore­

tische bedrijfs- en homopolaire impedanties voor het

Nederlandse 380 kV net, met behulp van formules (3.7)

het frequentie afhankelijke verloop van Rm en Lm bere­

kend. Het resultaat is weergegeven in tabel 6.

freq. (Hz) Rm (mn/km) Lm (mH/km)

50 26,9 0,524.100 40,1 0,505

200 69,4 0,488 .400 134 0,466

800 269 0,444

1600 547 0,422

3200 1 1 K 0,396. ,6400 2,15 K 0,373

12800 4,1 K 0,347

25600 7,5 K 0,324

Tabel 6. Frequentie afhankelijk verloop vande impedantie van de mutuele tak.

Deze grootheden zijn in de grafieken 3 en 4 uitgezet

als functie van de frequentie. De frequentie afhanke­

lijkheid wordt nu gesimuleerd door middel van 3 R-L

poorten. We moeten dan 3 frequenties kiezen waarbij

de R en L van de samengestelde poort gelijk zijn aan

de grafiek waarden van de grafieken 3 en 4.

Er is gekozen voor 50,500 en 5000 Hz. Uit de grafieken

Page 40: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 38 -

3 en 4 volgen de volgende waarden:

freq. (Hz) Rm U2) Lm(mH)-

50 0,0269 0,524

500 0,165 0,457

5000 1,68 0,380

Met geschikte beginwaarden voor Rk en Lk vinden we met

het komputer programma de volgende oplossing voor Rk

en Lk:

Fig. 17. Serie schakeling 3 R-L poorten.

R1 = 0,03468 Q R2 =0,6098Q R3 = 132,9 Q

L1 = 1,814 10- 4H~ = 9,596 10- sH L3 3,792 10-4H

Wordt er vervolgens voor deze 3 R-L poorten de samen­

gestelde R en L als functie van de frequentie uitgere­

kend dan volgen daaruit de krommen, die ook in grafiek

3 en 4 zijn uitgezet. Uit vergelijking van de streef­

krommen met de berekende krommen kan het volgende worden

opgemerkt:

o De streefwaarden en berekende waarden van Rm en Lmkomen bij de frequenties 50 Hz, 500 Hz en 5000 Hz exact

overeen.

o Ook elders in de frequentie band tot 10 kHz zlJn de

afwijkingen in het frequentie afhankelijk verloop erg

gering.

o Passen we dergelijke R-L poorten in de praktijk toe

dan komt er nog een effect bij n.l. de eigen weerstand

van de spoelen, zodat dan deberekende en gemeten fre­

queAtie afhankelijkheid van de R-L poorten enigszins

Page 41: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

o

0,

50

meetpapier - wormerveer

100 200

/

100000

800700600500

400

1009080706050

40 LV\.0

30

20

I 1 'I I I I I ~ I I I I I400 I 800 1600 3200 6400 12800 25600

500 500 frequen ieNo. 32 H X-as verdeeld in mm. Y-as log. verdeeld 1.10' Eenheid 50 mm.

Page 42: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 43: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 41 -

zal afwijken. Dit effect is vooral merkbaar bij lage

frequenties.

Als gevolg van deze eigen weerstanden en het feit dat

de Ie R-L poort een zeer kleine parallel weerstand

heeft (43,8 mg) is het zinvoller bij depraktische

realisering slechts 2 R-L poorten toe te passen, even­

tueel in combinatie met een extra serie weerstand.

o Door middel van R-L poorten kunnen we een goede simu­

latie verwezenlijken van het frequentie afhankelijke

verloop van Rm en Lm.

Page 44: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 42 -

5. MODELLERING VAN 3-FASE IT-SEK'l'lE.

Om te spreken van een optimale rr-sektie in relatie tot

een bepaalde basis frequentie moeten de 3 frequentie

afhankelijke karakteristieke voortplantingsgrootheden

voor de homopolaire als weI voor de bedrijfstoestand,

van zowel de verdeelde lijn, berekend met de frequentie

afhankelijke impedanties van het ned. 380 kV net, als weI

die van de TI-sektie, berekend uit de frequentie afhan­

kelijke element waarden, echter verschoven in de fre­

quentieband, aan elkaar gelijk zijn.

Uit de berekeningen met een komputer programma blijkt

dat de karakteristieke golfimpedantie en de fasesnel­

heid van verdeelde lijn en rr-sektie, bij aIle mogelijke

verschuivingen in de frequentieband en bij de verschil­

lende frequenties steeds maximaal maar een paar % afwij­

king vertonen.

De demping zorgt echter steeds weer voor problemen.

Bij het optimaliseren van de rr-sektie spreken we dan

ook slechts over het optimaliseren van de frequentie

afhankelijke verhauding Dempingsexponent rr-sektie/Dem­

pingsexponent verdeelde lijn.

Bij het optimaliseren van de rr-sektie streven we steeds

naar een optimale toestand gerelateerd aan een basis

TNA frequentie (van de rr-sektie) van 200 HZ, dus bij een

lengte representatie van 6 Km. Tevens wordt dan uitgaande

van de optimale toestand voor 200 HZ, door simpel weg

een 2-tal weerstanden te veranderen, getracht ook nog

een goed resultaat te verkrijgen voor basis TNA frequen­

ties van 100 en 400 Hz.

5.1. De bedrijfstoestand.

In hoofdstuk 3 is reeds in de bedrijfstak een gibbsweer­

stand van 22 kn opgenomen. Hier wordt in eerste instan­

tie nader ingegaan op die gibbsweerstand en hoe we uit-

Page 45: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 43 -

eindelijk op die 22 kn uitgekomen zijn.

Als een cascade schakeling van TI-sekties gebruikt wordt

om een lijn te simuleren, dan is de responsie op een

stapspanning, waar ook in de TI-sekties gemeten, een stap­

spanning met daarop gesuperponeerd een oscillatie.

Deze hoogfrequente oscillatie die bij bijna aIle filters

optreedt staat bekend als gibbsoscillatie. Ret is van

belang op te merken dat deze oscillatie geen normale

gedempte oscillatie is, maar beschreven kan worden met

behulp van een hogere orde Besselfunctie. De oscillatie

gedraagt zichals een gedempte trilling met toenemende

frequentie.

De oscillatie is afhankelijk van de frequentie afhanke­

lijke elementswaarden en van het aantal TI-sekties dat

in serie staat. Door middel van een gibbsweerstand, in

ons geval .een weerstand geplaatst over de ~b en Lb (zie

fig. 15), is deze oscillatie te dempen. Ret is zelfs

mogelijk om door het toepassen van een Kleine Rgibbs

te zorgen dat deze gibbsoscillaties geheel verdwijnen.

We moeten hierbij echter bedenken dat deze weerstand

een reductie van de doorlaatkarakteristiek van de TI-sek­

tie tot gevolg heeft. Dit impliceert o.a. een grotere

demping.

In de literatuur wordt melding gemaakt van het toelaten

van ongeveer 6% overshoot in de stapresponsie.

Voor de bedrijfst6estand hebben we de gibbsoscillatie

gemeten aan een schakeling als fig. 18.R ibbs

Fig. 18. Schema meetopstelling voor het bepalen vangibbsoscillaties bij de bedrijfstoestand.

Page 46: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 44 -

Via een weerstand, gelijk aan de karakteristieke impe­

dantie van de ~-sekties, wordt een stapvormige spanning

aangelegd aan een cascade schakeling van ~-sekties. Ook

het uiteinde is daarbij afgesloten met eenzelfde weer­

stand. Met behulp van een oscilloscope is de uitgangs­

spanning ter plaatse A gemeten. De resultaten zijn op

de foto's 1 tim 3 weergegeven.

Foto 1.

Spanning op pun t A

als Rgibbs ~ 00 en

12 ~-sekties in serie.

Tijdbasis: 50 ~see/em.

gevoeligheid: 2 Volt/em.

Foto 2.

Spanning op punt A

als Rgibbs ~ 00 en

12 ~-sekties in serie.

tijdbasis: 20 ~see/em.

gevoeligheid: 100mV/crn.

Page 47: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 45 -

Foto 3.

Spanning op ptmt A

als Rgibbs = ~ en

B-rr-sekties in serie

tijdbasis: 20 sec/em.

gevoeligheid: 100 mV/em

Verder zijn er een hele serie metingen gedaan naar de

procentuele overshoot in relatie tot de grootte van de

gibbsweerstand en het aantal in cascade geschakelde

7T-sekties.

De resultaten hiervan zijn weergegeven in grafiek 5.

Als we de 6% overshoot uit de literatuur als criterium

hanteren en- er van uit gaan dat we steeds 4 of meer

7T-sekties in serie hebben, dan hebben we in ons geval

helemaal geen gibbsweerstand nodig. In de literatuur

heeft men veel meer last van gibbsoscillaties. De waar­

schijnlijke oorzaak hiervoor is de sterk afnemende kwa­

liteitsfactor van de spoelen bij hogere frequentie als

gevolg van de toegepaste ~-kernen.

Als gevolg van de grote waarde van Rb bij hoge frequen­

ties zorgt deze reeds voor voldoende demping.

We hebben uiteindelijk voor een Rgibbs = 22 kQ gekozen

omdat anders de frequentie karakteristiek van

Dempingsexponent n-sektie/Dempingsexponent verdeelde lijn

voor hogere frequenties (groter dan 1kHz) te laag zou

worden. Het gevolg van deze gibbswecrstand is nu echter

Page 48: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 49: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 47 -

weI dat voor hoge frequenties (groter 3,5 kHz) de dem­

ping van de rr-sektie weer te groot wordt. We bereiken

echter dat het tussen gebied (1 kHz ~ 3,5 kHz) goed bIijft.

De optimale toestand voor de dempingsexponenten verhou­

ding bij een basis TNA frequentie van 200 Hz voor de

~ bedrijfstoestand verkrijgen we met de volgende waarden

der elementen:

Cb =; 20 nF

Rei = 0,1175 nRg =; 22 kn

Onder optimaal wordt die dimensionering van de elementen

verstaan waarbij de verhouding der dempingsexponent over

een zo groot mogelijk frequentie gebied binnen de 25%

afwijking bIijft. Zie ter'iIIustratie fig. 19.

.JC~Fig. 19. n-sektie m.b.t.

I

ide bedrijfstoestand.

De frequentie afhankeIijke meting van de impedantie ge­

vormd door Rg , Rb en Lb.hebben we reeds in hoofdstuk 3 in,

tabel 4 gegeven.

Het resultaat van de berekening van de dempingsexponenten

verhouding als functie van defrequentie is weergegeven

in grafiek 6. Tevens is in deze grafiek de dempingsexpo­

nenten verhouding voor TNA basisfrequenties van resp.

100 en 400 Hz weergegeven. Dit voor het geval we aan de

n-sektie niets veranderen.

Page 50: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

1f"

Page 51: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 52: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 50 -

Door het aanpassen van RCI kunnen we voor 100 en 400 Hz

basis TNA frequentie ook goede resultaten bereiken.

fTNA basis = 400 Hz + ReI = 0,2625 Q

fTNA basis = 100 Hz + RCI = 0,0375 Q

Dit is geillustreerd in grafiek 7.

ConcZusie:

Als we RCi goed aanpassen is voor f TNA basis van zowel

100, 200 en 400 Hz tot een redelijke frequentie de dem­

pingsexponentenverhouding binnen de 25% nauwkeurig te

houden.Deze 25% wordt in de literatuur ook als streef­

waarde aangegeven.

5.2. De homopoZaire toestand.

We gaan nu met de in hoofdstuk 4 behandelde methode de

mutuele tak opbouwen uit R-L poorten. De mutuele tak

wordt hierbij gevormd door een serie schakeling van

2 R-L poorten met een extra compensatie weerstand zoals

fig. 20 aangeeft.

Fig. 20. Samenstelling van de mutuele take

Om de waarden Rl, R2, L1 en L2 met de komputer te kunnen

bepalen moeten we van de mutuele tak de waarden van Rmen Lm als functie van de frequentie kennen. We zouden

hierbij wederom uit kunnen gaan van de theoretische mu­

tuele waarden voor het ned. 380 kV net. Een beter resul­

taat zal worden verkregen als we, uitgaande van de theo­

retische waarden voor de homopolaire toestand van het

nederlandse 380 kV net en de aan de rr-sekties gemeten

Page 53: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 51 -

waarden voor de bedrijfstoestand, de waarden voor de

mutuele tak bepalen.Aldus handelend spelen kleine af­

wijkingen in de simulatie van de bedrijfstoestand niet

door tot de homopolaire toestand. De gemeten waarden

voor RbI en Lb l van tabel 4 voor een rr-sektie zijn hier

nogmaals weergegeven.

frequentie (Hz) RbI (n) L' (mH)b

50 0,054 1,376

100 0,055 1,377

200 0,056 1,377

400 0,060 1,377

800 0,069 ~,376.1600 0,087 1,375

3200 0,139 1,373

6400 0,294 ~,372

12800 0,858 1,374

25600 2,983 1,388

Tabel 4. Gemeten waarden van Rb' en Lb'

(Rgibbs = 22 Jill mee gerekend)

De bedrijfstoestand hebben we eerder al geoptimaliseerd

voor een basis frequentie van 200 Hz dus bij een lijn­

lengte representatie van 6 "km. De ReI waarde wa3 daarbij

117,5 m(2. Derhalve moeten we bij tabel 4 ~17,5 mn opt.el­

len.

Voor de op 200 Hz TNA basis frequentie geoptimaliseerde

rr-sektie hebben we dan een frequentie afhankelijke Rb"

en Lb" als weergegeven in tabel 7.

Door de optimalisatie is bereikt dat over een zo groot

mogelijk frequentie gebied voldaan wordt aan de in de

aanvang van hoofdstuk 3 afgeleide identiteitsrelaties

(3.5), zodat:

Page 54: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 52 -

en

(5.1)

Dit voor 1 = 4 hetgeen een TNA basis frequentie van 200 Hz

impliceert. Opgemerkt moet worden dat Rb(w) en Lb(w)

de lijn grootheden voor een lengte eenheid van 1,5 km zijn.

Voor het bepalen van de mutuele impedantie van de n-sektie

als functie van de frequentie hanteren we wederom de

identiteitsrelaties (3.5), in combinatie met de relaties

tussen mutuele grootheden en bedrijfs- en homopolaire

grootheden.

Rm en Lm van de n-sekties dienen derhalve te voldoen

aan:

R (lW) = lRo(W) - lRb(w)-1ll 3

Lm(lw) = LU(W) ; Lb(W)

Substitutie van de betrekkingen (5.1) geeft:

Rm(lw) = lRo(W) ; Rb"(lw)

Lo(W) - Lb"(lw)3

(5.21

(5.3)

(5.4)

De lijnimpedanties lRO(wl, voor 1 = 4, en LO(W) ZlJn

eveneens in tabel 7 weergegeven. RO en LO hebben betrek­

king op een lijn van 1,5 km lengte.

Voor de bepaling van b.v. Rm (200 Hz), moeten we de

4xRO (50 Hz) combineren met de Rb" (200 Hz). Vervolgens

4 RO (100 Hz) combineren met Rb" (400 Hz) etc.

Dit zelfde doeri \11e ook met LO en Lb"' We krijgen dan

als functie van de TNA frequentie tabel 8.

Page 55: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 53 -

Gemeten waarden aan n-sekties Ned. 380 kV net. 1,5 km

TNA freq. Rb" IJb" lijnfreq. 4Ro LO(Hz) (Q) (mH) (Hz) (Q) (mH)

,

50 0,1715 1,376 50 0,630 3,70

100 0,1725 1,377 100 0,876 3,61

200 0,1735 1,377 200 1,43 3,54

400 0,1775 1,377 400 2,65 3,43

800 0,1865 1,376 800 5,18 3,33

1600 0,2045 1,375 1600 10,3 3,22

3200 0,2565 1,373 3200 20,5 3,10

6400 0,4115 1,372 6400 40,0 3,0

12800 0,9755 1,374 12800 76,2 2,88

25600 3,101 1,388 25600 139,2 2,77

Tabel 7. Gemeten TNA bedrijfstoestand en theoretische

homopolaire toestand.

berekende waarden de uiteindelijk gemetenwaarde voor:

freq. TNA Rm Lm ~ 1111(Hz) (Q) (roH) (m (mH)

50 0,1316 0,7374

100 0,1346 0,7364

200 0,152 0,776 0,1476 0,7352

400 0,233 0,746 0,1985 0,7322

800 0,415 0,721 0,385 0,7184

1600 0,815 0,687 0,8565 0,687

3200 1,64 0,652 1,697 0,641

6400 3,30 0,618 2,958 0,613

12800 6,51 0,577 6,498 0,598

25600 12,29 0,537 19,168 0,59

Tabel 8. Berekende waarde voor Rm en Lm•

Page 56: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 54 -

Deze waarden voor Rm en Lm zijn in grafiek 8 en 9 uit­

gezet. Voor het berekenen van Rl, R2' L l en L2 moeten

we nu 2 frequenties nemen waarvoor de totale impedantie

van de 2 R-L poorten bepaald is. We nemen 800 Hz en 8 kHz,

in plaats van 500 Hz en 5 kHz, omdat we dan een goede simu­

latie van de mutuele tak tot + 12,5 kHz kunnen realiseren.

800 Hz R = 0,406n L = 0,721 mH

8 kHz R = 4,ln L 0,605 roB

We kiezen om praktische reden die nader zal worden

toegelicht:

800 Hz R = 0,250n L = 0,721 mH

8 kHz R = 3,4n L = 0,605 roB

Berekeningen met de komputer geven de volgende waarden

voor Rl, R2' Ll en L2:

R1 1,826n R2 = 535,9n

L1 0;1389 roB L2 = 0,5998 roB

Berekenen we voor deze 2 R-L poorten de totale impedantie

als functie van de frequentie, dan geeft dit de kro~~en

die ook in grafiek 8 en 9 gegeven zijn. Hierbij is echter

weI vergeten dat de spoelen in werkelijkheid weI degelijk

weerstand hebben. De spoelenDI en L2 zijn gemaakt van

het kernmateriaal FXC 3B7/3HI en zijn precies op de waar­

den afgetrimd. Voor Rl is een weerstand van 1,8n genomen,

voor R2 twee weerstanden parallel n.l. 560n en 12 kn.

Als we dan vervolgens de impedantie als functie van de

frequentie meten, komen we op kvonmlen uit die ook in gra­

fiek 8 en 9 te zien zijn.

Het resultaat nu is dat Lm goed voldoet, maar dat de Rmvoor lage frequenties te laag is. Dit laatste compenseren

we door het aanbrengen van een compensatie weerstand

RC2 van 67,5 mn. Uiteindelijk voldoet de Rm als functie

van de frequentie dan ook erg goed zoals grafiek 8 aangeeft.

Page 57: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

U"lU"l

meetpapier - wormerveer No. 32 H X.as verdeeld in mm. V-as log. verdeeld 1-10] Eenheid 50 mm.

Page 58: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 59: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 57 -

Deze gemeten waarden voor Rm en Lm zijn bovendien weer­

gegeven in tabel 8.

Nu we de mutuele tak van de TI -sektie voor TNA basis fre­

quentie = 200 Hz kennen, kunnen we net als in de vorige

paragraaf de 3 karakteristieke voortplantingsgrootheden

voor de homopolaire toestand gaan bepalen. Ten aanzien

van de karakteristieke impedantie en fasesnelheid van

de homopolaire toestand geldt wederom hetzelfde als voor

de bedrijfstoestand. Het verschil tussen TI-sektie met

R-L poorten en de verdeelde lijn bedraagt bij aIle moge­

lijke verschuivingen en frequenties slechts een paar

procent.

De enige die weer voor problemen kan zorgen is de demping.

In grafiek 10 is de demp~ngsexponenten verhouding voor

de homopolaire toestand als functie van de frequentie

weergegeven voor de optimale toestand bij ue TNA basis

frequentie van 200 Hz.

Tevens is in deze grafiek 10 aangegeven wat de verhouding

bedraagt bij een TNA basis frequentie van 100 en 400 Hz;

waarbij RC1 en Rc2 de waarden houden van de optimale toe­

stand voor 200 Hz. In grafiek 11 is dan vervolgens de op­

timale toestand gegeven voor TNA basis frequenties van

100 en 400 Hz, als we de Rcl en Rc2 aanpassen:

Basis fTNA 400 Hz + Rel = 0,262Sn Rc2 0,117Sn

Basis f TNA 100 Hz + Rel 0,0375n Rc2 0,012Sn

We zien derhalve dat ook voor de homopolaire toestand

de dempingsexponenten verhouding tot een redelijke fre­

quentie binnen de 25% afwijking kan blijven als we P~l

en RC2 maar goed aanpassen.

Ook van de homopolaire tak zijn er metingen verricht voor

het bepalen van gibbsoscillaties. De metingen zijn verricht

volgens het schema van fig. 21.

Page 60: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

'" ,:?\~ ,:,. , ,. , ., ..•• 0-' .....". ,~.. • '''', '" . '",. . , .. , .." ,,, '", .... ," ." ...

Page 61: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 62: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 60 -

180n

Schema voor het bepalengibbsoscillaties.

B

180n

De uitgangsspanning is gemeten met een oscilloscope

uitgerust met een differentiaal unit. Dit door zowel

spanning A als spanning B te meten en deze van elkaar

af te trekken. Voor het resultaat zie foto 4.

Foto 4.

gibbsoscillaties

homopolaire tak.

4 TI-sekties in serie

gevoeligheid 2 V/cm.

tijdbasis 10 ~sec/cm.

Tevens is een aantal metingen verricht naar de ~rocen­

tuele overshoot als functie van het aantal cascade gescha­

kelde TI-sekties. De meetresultaten zijn terug te vinden

in grafiek 5. Ook hierbij geldt weer dat als we de 6%

overshoot uit de literatuur toelaten en steeds 4 of meer

TI-sekties in serie hebben er geen problemen optreden.

Page 63: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 61 -

5.3. De uiteindElijke 3-fase n-sektie.

De n-sekties zoals die momenteel op de TNA worden toe­

gepast hebben de volgende gedaante:

Re1 % .Rg1

Rg1

C':1:L~C..h..­

2 ~.--L. 2C..ui.... .

2

1-----'---.-1

. Ream2Ream1 •

Rm1 Lm1 Rm2 Lm2Fig. 22. De uiteindelijke n-sektie.

Met de volgende gegevens:

Rg-1 22kn

Rg2 = 68n

Cb = 20nF

cm = 74nF

Zie voor de gemeten waarden van Rb en Lb (inclusief

Rg1 ) als functie van de frequentie tabel 4.

Ream1 1,8 n

} gemeten hijLml 1,389 10- IiH 800 Hz

Rml 20ni1

Leam2 560n//12 kn

} gemeten hij 8 kHzLm2-Ii

5,998 10 H

Rm2 133 till

Page 64: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 62 -

Ten aanzien van RCI en RC2 moet nog opgernerkt worden

dat deze per 4 TI-sekties gegroepeerd zijn. Dit uit prak­

tisch oogpunt orndat 4 TI-sektles op een print unit zijn

ondergebrabht en bovendien standaard weerstanden kunnen

worden toegepast.

frequentie Rei Rei per 4 - Rc2 Rc2 per 4 -Basis TNA 1 TI-sektie sekties minus 1 TI-sektie sekties minus

bijdrage toevoer- bijdrage toe-leidingen. voerleidingen

100 Hz 42,5 ron 0,12n 12,5 mn On

200 Hz 117,5 ron O,42n 67,5 ron 0,22n

400 Hz 262,5 mn W 117,5 mn 0,420n

ConcZusies:

o Als we bij W1Jzlging van de TNA basis frequentie de

waarden van RC1 en RC2 goed aanpassen is het rnogelijk

om een goede sirnulatie van het ned. 380 kV net te

verwezenlijken.

o De karakteristieke irnpedanties en fasesnelheden zullen

hierbij slechts een paar procent afwijkingen vertonen.

De dernpingsexponent kan tot een redelijke frequentie

binnen de 25% nauwkeurig blijven. Een en ander is

voor de verschillende TNA basis frequenties te zien

in grafiek 12, 13 en 14.

o De TNA TI-sekties zijn nu universeel bruikbaar voor een

lengte representatie van 3, 6 en 12 krn. per TI-sektie.

Ook tussen waarden zijn toegestaan waarbij een vol­

doende nauwkeurigheid wordt verkregen indien RCI en

RC2 overeenkornstig de dichtstbij gelegen TNA frequentie

va~ hetzij 100, 200 of 400 Hz worden gekozen.

Page 65: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 66: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 67: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 68: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 66 -

6. VERGELIJKEN VAN KOMPUTER BEREKENINGEN EN TNA METINGEN.

Om de TNA op zijn juistheid te testen hebben we verge­

lijkingsmateriaal nodig. In de literatuur komen spora­

disch weI wat gegevens van komputer berekeningen en TNA

metingen voor, maar deze ,gaan steeds uit van een andere

lijnconfiguratie. Om de resultaten van de TNA te testen

zijn we dan ook aangewezen op ons ter beschikking staande

komputer progralnma's. Toussaint heeft tijdens zijn af­

studeerwerk in 1978 een programma ontwikkeld waarmee tran­

sienten in 3-fasen systemen berekend kunnen worden (re­

ferentie 5). In dit hoofdstuk zullen we berekeningen van

dit komputerprogramma en de resultaten van metingen op

de TNA met elkaar vergelijken.

6.1. Bet vergeZijken van transienten bij een inschakeZmoment.

Voor het vergelijken van komputer bereken~ngen met de

TNA metingen zijn we uitgegaan van een eenvoudige net­

configuratie zoals weergegeven is in fig. 23.

L s

..

lijn •A •

Fig. 23. Net configuratie.

De gegevens van dit net zijn:

Bronspanning = 380 kV

L = 0,4043 H

lijnlengte = 202,8 km

Schakelaar S met inschakelmomenten

msec.

msec.

R = 3,05

S = 8,05

T = 5,55 msec.

Deze tijden zijn gerefereerd aan de positieve nuldoorgang

Page 69: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 67 -

van de generator spanning van de R-fase. Verder wordt

verondersteld dat op de lijn geen restlading aanwezig is.

We beschouwen aIleen de spanningen aan het einde van de

lijn (punt A) .

ZijnsimuZatie TNA:

Er wordt gebruik gemaakt van 20 rr-sekties, zodat de lijn­

lengte representatie per rr-sektie 10,14 km is. De normale

lijnlengte van een rr-sektie bij een basis TNA frequentie

van 50 Hz is 1,5 km. In ons geval dient derhalve de basis

frequentie 338 Hz te zijn. Uit bestudering van grafiek 7

en 10 valt te constateren dat de optimale toestand voor

200 Hz (basis TNA frequentie) ook nog voldoet bij 338 Hz.

Zodat: ReI 117,5 m0

RC2 67,5 run

SimuZatie in het pekenppogpamma.

De digitale berekeningen worden uitgevoerd met 20 reken­

stappen per looptijd van de luchtkomponent. De weegfuncties

ten behoeve van de homopolaire golfvoortplanting worden

in een voorprogra~ma bepaald tot 4 maal de looptijd. Verder

gaan we uit'van de lijngrootheden van het ned. 380 kV net:

~ = 0,89 rnH/krn

% 24,4 mn/krn

Cb 13 , 33 nF/krn

Co = 7,36 nF/krn

Voor RO en LO worden de frequentie afhankelijke waarden

van tabel 1 ingevoerd.

De optredende spanningen van de drie fasen in punt A van

fig. 23 zijn weergegeven in de grafieken 15, 16 en 17.

De transienten komen, wat de vorm betreft erg goed met

elkaar overeen. De topwaarden van de overspanningen liggen

Page 70: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 71: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 72: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren
Page 73: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

-c

Page 74: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 71 -

bij de komputer berekeningen wat hoger als bij de TNA

metingen.

Aangezien de freguenties van de oscillaties nauwkeurig

overeenstemmen moe ten de afwijkingen toegeschreven worden

aan een verschil in demping van de lopende golven.

6.2. Bet vergeUjken van statistische verdeUngen van de topwaarCkn van

de overspanningen.

a

Fig. 24. Statistisch verdelings modelt=O

Er zijn zowel met de komputer als met de TNA statistische

maximaIe overspannings berekeningen respectievelijk metingen

uitgevoerd. Deze overspan~ingen hebben weer be trekking op

de 202,8 km lange hoogspanningslijn, die random ingescha­

keld wordt. (zie fig. 23).

We maken hierbij gebruik van de 100 schakel-momenten die

door de Cigre Werkgroep 13.05 (referentie 3) zijn toegepast.

Deze schakelmomenten zijn· gebaseerd op een statistisch

verdelingsmodel overeenkomstig fig. 24. De inschakelmomen-

ten zijn gerefereerd aan TO

de pos. nuldoorgang van

de R-fase van de genera-

tor. TO is random geko-

zen tussen a en 10 msec.,

wat wil zeggen dat TO

gekozen is uit de halve

periode van de voedende

spanning. Vervolgens

zijn de schakelmomenten

van de R, S en T fasen

via een gauss verdeling

bepaald. De'spreiding a

van deze gauss verdeling is 2,5 msec. De gauss verdelingen

z~jn afgebroken bij TO + a.

De metingen van de maximale overspanningen aan het einde

van de lijn zijn voor 2 soorten rr-sekties uitgevoerd.

Page 75: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 72 -

1. De geoptimaliseerde TI-sekties met

ReI= 117,5 mQ en Re2 = 67,5 ron.2. De TI-sekties zoals weergegeven is in fig. 15.

Hierbij wordt dus geen gebruik gemaakt van de gemo­

dificeerde mutuele take Verder is:

ReI = 117,5 ronRe2 = 100 mQ

Reom= 500 Q

Voor de komputer simulatie van de lijn gebruiken we

weer dezelfde gegevens als in de vorige paragraaf. Dus:

~ = 0,89 mH/km

Rb = 24,4 mQ/km

Cb 13,33 nF/km

Co = 7,36 nF/km

Met de komputer hebben we, vanwege de kosten, slechts

voor 50 inschakelmomenten de maximale overspanningen

berekend.

De resultaten van de be ide TNA metingen en die van de

komputer berekeningen zijn weergegeven in grafiek 18.

Hierin zijn, aIle maximale overspanningen in zowel de

R, S en T fase opgenomen. Uit grafiek 18 blijkt dat:

o de resultaten met de 2 verschillende uitvoerings­

vormen van den-sekties nagenoeg met elkaar overeen

komen. Deze overeenkomst is waarschijnlijk mede een

gevolg van de geringe bijdrage van de homopolaire

komponent in de transienten van een 200 km lange lijn.

De juistheid van de nabootsing van de mutuele tak is

dan van minder belang.

o de komputer resultaten over het hele gebied een hogere

overspanningswaarde aangeven als de TNA. Bet verschil

met de TNA is over de hele linie ongeveer 0,1 p.u., wat

overeenkomt met 5%.

Page 76: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

) 7.J-

:> ----. ..-

I- - ... -- - . - - - -- -- -- - - - - - - - - ... - -- -----Gra iek 8.

: \ Cum Iati 8ve overs! anni 19S v erde ing. aan het eindJ van een )02.8 kIn.

1 . ..

-\.L..L. J u.

---10 -- -- - - - '-- I- - ~- -- - ---- - - -- -- I-- - '-- --

• . ~ \\ -t- --

\) -\---

\~~J __-- ~ --~- -- - - ... - .... - ..... - - - - -- - -) I ~

'~ "',. ,~

~- "'

---.

~ ". ,0 , ~

\

0\

~\

\0 t ,

~ '" I

'"I

.-n -

~ "\~

~ \

0 -- ~ -~

=T--~~ \.... - - --- - ~- -- - - -- - - -- - - \- \- - 1---

\

0 1 -..,T~A met gemodi ieee de 7f sekt ies.

~,

\ ,- ~-

~ .....

"

~......

TNA 7f sekt es z bndex gem( difi ~eerd~ ...... ...,- mutu Ie t 'ik. \~- I- .- ... ~. - .... - - - -- -- -- - - - - -- - -- - - f-- \--

\- i-- - - 1< O!UPU er r ~sult :iten. ~\

, - \,,5 - -~-- --.

- i

--- '--- - .1--- - -- -- -- -- -- -- --- - I-- - f-- - -- --~ --I 1 -"'- -_. .'-"- --,--- --- - -_.---

:- -r-05 --

Nen~ann)ng i, p.ul~~__-

--L...!1 - - -- -.

Page 77: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 74 -

Om de oorzaak van de verschillen tussen komputer- en

TNA resultaten te achterhalen, hebben we voor 5 schakel­

momenten meerdere overspanningsberekeningen uitgevoerd.

De gemiddelde waarden van die maximale overspanningen

zijn weergegeven in tabel 9.

Gem. max. overspan-procentueel

Omschrijvingning van R,S en T

verschil metfase samen in p.u.waarden.

TNA

TNA met gemodificeerde2,067 °'1\-sekties.

Digitaal met:Lb :::: 0,89 mH/kmCb :::: 13,33 nF/kmCo :::: 7,36 nF/km

2,143 3,61%

Rb :::: 24,4 ron/km .Digitaal met:

4J :::: 0,92 mH/km .Cb :::: 13,33 nF/kmCo :::: 7,36 nF/km

2,151 4,03%

Rb :::: 24,4 mn/km

Digitaal met:Lb :::: 0,89 mH/kmCb :::: 12,87 n'F/kmCo :::: 7,28 nF/km

2,106 1,83%

% :::: 24,4 mQ/km

Digitaal met:Lb :::: 0,89 mH/kmCb :::: 13,33 nF/kmCo :::: 7,36 nF/km% :::: 29,7 ron/km 2,139 3,48%

Tabel 9. Gemiddelde maximale overspanning bij5 schakel momenten.

Door het hanteren van lagere capaciteitswaarden bij de

komputer berekeningen komen de resultaten erg dicht bij

de TNA resultaten te liggen. Dit uitgangspunt is echter

Page 78: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 75 -

niet terecht omdat in de TNA weI degelijk gebruik gemaakt

wordt van de hogere capaciteitswaarden (Cb = 13,33 nF/km

Co = 7,36 nF/km).

Op zichzelf is een verschil tussen TNA en komputer van 5

procent in de praktijk niet onrustbarend; maar in ons ge­

val waarbij het uitgangspunt van TNA en komputer hetzelfde

is, zou een betere overeenkomst wenselijk zijn. Dit onder­

deel verdient dan ook nadere studie.

Page 79: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 76 -

7. CONCLUSIES.

We beschikken thans over TI-sekties die voor meerdere

lijnlengte representaties van het ned. 380 kV. net

gebruikt kunnen worden. Hierbij zullen de verschillen

in de drie karakteristieke golfgrootheden tussen verdeel­

de lijn en TI-sektie binnen de grenzen blijven, zoals die

door de Cigre Werkgroep 13.05 (zie referentie 3) opge­

steld zijn.

De karakteristieke golfimpedantie en de fasesnelheid

van de TI-sektie en de verdeelde lijn vertonen maximaal

een paar procent afwijking. De afwijking van de dempings­

exponent is ingeval van goede aanpassing van Rc l en Rc 2

voor een redelijk frequentie gebied binnen de 25 procent

te houden.

Uit de vergelijking met de komputerberekeningen blijkt

dat de TNA het verloop van de transienten getrouw weer­

geeft. De maximale overspanningen gemeten met de TNA lig­

gen over het algemeen 5 procent lager als die van de digi­

tale berekeningen. Deze verschillen moeten toegeschreven

worden aan een afwijking in de demping van de lopende golven.

Voorgaande metingen en berekeningen hebben betrekking op

een enkel circuit verbi.nding. WeI is bij de bepaling van

de capaciteiten de aanwezigheid van een 2e , eenzijdig

geaard circuit, verdisconteerd. Op deze wijze wordt echter

geen rekening gehouden met de invloed die lopende golven,

op het 2e circuit geinduceerd, uitoefenen op het verloop

'van de transienten in het 1e circuit. Wenst men dit

effect in rekening te brengen dan moeten-dubbelcircuit

TI-sekties ontwikkeld worden. De in dit verslag gegeven

methoden bieden daartoe de mogelijkheden.

Page 80: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 77 -

LITERATUURLIJST.

1. Ono, T. and Matsubara, H., "Number of sections necessary

for transmission line model used for transient network

analyser."

Electrical Engineering in Japan, Vol 95, No 5, 1975, pp 26-33.

2. Hoy, C., "Schaltungssynthese zur BerUcksichtigung der

frequenzabhangigen Freileitungsparameter bei der digitalen

und modelltechnischen Ermittlung von SchaltUberspannungen."

Wissenschaftliche Zeitschrift der Technischen Universitat

Dresden, 27 (1978) Heft 2, pp 391-397.

3. Cigr€, Werkgroep 13.05, "The calculations of switching

surges."

1. "A comparison of trans-ient network analyser results."

Electra no 19, 1971, pp 67-78.

2. "Network representation for energizatio.n and re-energi­

zation studies on lines fed bij an inductive source."

Electra no 32, 1974, pp 17-42.

3. "Transmission line representation for energization and

re-energi zation s·tudies with complex feeding networks."

(nog niet gepubliceerd) .

4. BirkhBlzer, W.A., "Impedantie- en capaciteiten matrices van

hoogspanningsverbindingen voor een uitgebreid frequentie

gebied."

Afstudeerverslag THE maart 1977.

5. Toussaint, P., "Het digitaal berekenen van schakel verschijn­

selen in driefasen transmissie-systemen".

Afstudeerverslag THE juni 1978.

Page 81: Eindhoven University of Technology MASTER Het simuleren

- 79 -

6. Theoretische Elektrotechniek deel II door:

Prof. dr. ir. A.A.Th.M. van Trier

College diktaat THE april 1960.

7. Rlipfrnliller, R., "Einflihrung in die theoretische Elektro­

technik."

Springer-Verlag Berlin. Heidelberg. New York, 1973.

8. Transrnissiesysternen door:

Ir. A.P. Verlijsdonk.

College diktaat THE nr. 5.512.

..