fsa magazine editie 03

76
3 magazine FINANCIËLE STUDIEVERENIGING Amsterdam Jaargang 16, april 2012 BANKING SPECIAL TOP 10 BANKING STEDEN ACHTER DE SCHERMEN BIJ COMMISSIE DE WIT US ELECTIONS 2012 EXIT OBAMA? “IT’S TIME TO DEVELOP A VISION FOR EUROPE.” – AGE BAKKER ING POST CRISIS: “OUR RESOURCES SHIFTED TOWARDS LENDING” – WILLIAM CONNELLY Age Bakker Allard Bruinshoofd William Connelly Robert Daniels Lars Dijkstra Theo Kocken Sweder van Wijnbergen by: Europe in distress.

Upload: fsa

Post on 29-Mar-2016

225 views

Category:

Documents


3 download

DESCRIPTION

Third edition of FSA Magazine

TRANSCRIPT

Page 1: FSA Magazine editie 03

3magazinefinanciële

studievereniging

AmsterdamJaargang 16, april 2012

BANKING SPECIALToP 10 BANKING STEdEN

AChTEr dE SChErmEN bij Commissie de Wit

uS ELECTIoNS 2012ExIT oBAmA?

“it’s time to developa vision for europe.”

– AGE BAKKEr

inG post Crisis: “our resourCes shifted toWards lendinG”

– WILLIAm CoNNELLy

age Bakker

allard Bruinshoofd

William connelly

robert daniels

lars dijkstra

theo Kocken

sweder van Wijnbergen

by:Europein distress.

Page 2: FSA Magazine editie 03

Founding partners

In response to the global fi nancial crisis, Dutch

academic institutions and leading interna-

tional corporations in the Netherlands joined

together to develop a distinctive private fi nan-

cial academic institution. Today, DSF paves

the way in ‘new thinking in fi nance’ – a way of

thinking that integrates the latest fi nancial

industry knowledge and developments with

acute intellectual foresight.

World Class Faculty

DSF attracts leading fi nance, economics, law

and business academics as permanent teach-

ing faculty, visiting professors and guest

lecturers. DSF faculty are affi liated with the

world’s top universities, conducting cutting-

edge fi nancial and economic research, as well

as advising the world’s major corporations

and governments on fi scal matters. Some

of DSF’s faculty are also current or former

executives from the fi nancial industry. This

combination of academic and industry know-

ledge in the DSF classroom forms the core

of DSF’s educational philosophy.

Admitting Only the Best

Meeting the minimum admissions require-

ments is only the fi rst step in DSF’s challeng-

ing application process. The Admissions Com-

mittee closely evaluate a candidate’s combi-

nation of Knowledge, Skills and Attitude

as presented in a candidate’s application and

a personal interview. Only the most well-

rounded and motivated candidates from

around the world are selected and invited to

attend DSF. A maximum of 30 students are

admitted to each programme per year.

The Master’s Programmes

DSF has 4 highly-specialised, intensive 1-year

Master’s degree programmes in: Risk Manage-

ment, Corporate Finance and Banking, and

MSc and LLM programmes in Finance and

Law. A 2-year part-time Master’s programme is

also available. In addition to the core courses,

each Master’s student is required to do an

intern ship, write a thesis and complete the

Duisenberg Leadership Programme (DLP). The

DLP is designed to develop fi nancial experts

who can also act and lead with integrity.

The DLP includes courses such as: Ethics,

Professional Communication Skills, Incen-

tives and Behavioural Finance and Interna-

tional Corpor ate Governance.

Numerous Financing Possibilities

We go above and beyond other educational

institutions to support you in fi nding and

securing fi nancial resources to fund your

studies at DSF. When you apply to study

at DSF, your application is evaluated by the

Admissions Board for admission, as well as for

a merit-based DSF tuition fee waiver. Tuition

and living expenses can be funded by a combi-

nation of merit tuition fee waivers, scholar-

ships or awards, or through a guaranteed loan

scheme with ING bank (no co-signer required).

DSF offers a number of competitive awards

and there are also some opportunities for

success ful applicants coming from select

international Universities with which DSF has

established an institutional cooperation or

scholarship programme.

Landing that Dream Job after Graduation

DSF graduates are strongly favoured by pro-

spective employers. More than 90% of the

graduates are employed within 3 months of

graduation in positions with higher than

average starting salaries. The effective teach-

ing methods, demanding research ambitions

and strong emphasis on career development

prepare graduates for employment in fi elds

such as: risk management, consultancy, fi nan-

cial law, mergers and acquisitions, corporate

reinsurance, investment banking, portfolio

management, and more. Next to our sponsor

companies, other employers include: UBS,

JPMorgan, Bain, Morgan Stanley, Barclays

Capital and Goldman Sachs.

Symphony Building

Gustav Mahlerplein 117

1082 MS Amsterdam

+31 (0)20 525 8590

[email protected]

www.dsf.nl

Duisenberg school of fi nance New thinking in fi nance

The story behind Duisenberg school of fi nance (DSF) is an exceptional one. DSF is venturing a new path in fi nancial education, bringing

both real world pragmatism and top intellectual insights to its students through an unprecedented synergy between industry and

academia. DSF is an educational institution that focuses on producing tomorrow’s top echelon of fi nancial experts. Experts who are

fi nancial masterminds, but also grounded, dynamic leaders. Leaders who can apply ‘new thinking in fi nance’ to discover innovative real

market solutions for real market issues.

Text: Melissa Ruggles

Corporate partners: ABN Amro, AEGON, APG,

De Brauw Blackstone, Deloitte, De Nederland-

sche Bank, NYSE Euronext, Houthoff Buruma,

ING, KPMG, NIBC, PGGM, RBS, Rabobank and

SNS Reaal. Academic: RSM Erasmus University,

VU University Amsterdam, Tilburg University,

Tinbergen Institute and University of Amsterdam.

DSF194 Advertorial_CMYK_7.indd 1 27-01-12 13:58

Page 3: FSA Magazine editie 03

InhoudVoorwoordFSA MAgAzine Jaargang 16 Editie 3

ColoFon

RedACtie Kasper Faas (hoofdredacteur), Annisa Marconi, Claire Nooij, Maxime Schmitt, Sjoerd van Wagtendonk.

Met dAnk AAn Thijs Baars, Sebastian Bong, Carlijn Charbon, Philip Dijkman, Roderik Dirckx, Henriette Drukker, Amber Harms, Roby Hormis, Wendela Huber, Luuk Jagtenberg, Sjoerd Keilman, Rogier Kouwenhoven, Maurits Kruithof, Paul Nap, Tim Neuteboom, Hanne Schlaghecke, Yatin Sharma, Kate Snow, Eric Stok, Simon van Veen, Suzanne Verwer, Femke de Vries, Reinout van Wagtendonk, Michelle Wolters, en Maud Wijsman

VoRMgeVing Kemp Design, Amsterdam

opMAAk Kate Snow Design, Utrecht

dRuk Grafiplan, Enkhuizen

WebSite www.fsa.nl

ContACt [email protected]

AdVeRtentieS FSA Magazine verschijnt vier keer per jaar. Voor advertenties kan contact opgenomen worden met de Financiële Studievereniging Amsterdam ([email protected])

oplAge 2500

© 2012 FSA Hoewel de uiterste zorg is nagestreefd in deze uitgave kan voor de aanwezigheid van eventuele (druk)fouten niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever in deze geen aansprakelijkheid. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

The Urge To Improve

Beste lezer,

In editie 3 gooi ik het over een andere boeg, maar eerst wil ik graag even mededelen dat het FSA Congres voor iedere zichzelf respecterende financiële held absoluut niet te missen is en plaatsvindt in het Concertgebouw op donderdag 26 april. Verder heb ik er alle vertrouwen in dat onze gemiddelde intelligentie dusdanig hoog is dat de rest van de agenda en de inhoudsopgave van ons lijfblad ook zonder uitleg voor zich spreekt. Daarom grijp ik de kans om mijn ruimte in het FSA Magazine te benutten voor een andere invulling en geef ik de vrije loop aan mijn filosofische gemoedstoestand.

Naast de zorgen over de financiële wereld zie ik nog een 'shared concern' bij het me-rendeel van onze lezers, namelijk het leven na de studententijd. Een fascinerend uitzicht waarin de wereld aan je voeten ligt en je kunt kiezen welk leven je wilt. Kansen creëer je en uitdagingen ga je aan. Ga je voor pure ambitie en zorg jij ervoor dat je er komt, of neem je genoegen met minder en kies je voor de zogenaamde "work-life balance"? Je weet dat je niet vastzit aan je keuze, maar toch lijkt het je te identificeren. De uitdagingen die je kiest vertellen wie je bent. Weet jij wie je bent?

Bij de FSA is het motto: ‘The urge to improve is what makes the difference’. De zoektocht naar hetgeen je wilt verbeteren, afgezien van jezelf natuurlijk, is echter minder vanzelfsprekend. Waarin excelleer je, of heb je de potentie om dat te gaan doen? Dat is de vraag die mij de laatste tijd bezig houdt. Weet je al wat je wilt en lacht het leven je toe, of is het veld waar jouw ‘urge to improve’ gaat leven nog even duister als je toekomst?

Niet alleen bij mezelf, maar ook om mij heen, zie ik deze dilemma’s. Ik zie verwachtin-gen, teleurstellingen en verwarring. Maar wat is interessanter dan je eigen toekomst? Antwoorden op deze vraag kunnen zijn: voetbal, geld, seks, vakantie, het weer, rente op staatsobligaties, bier of het vinden van zeer zeldzame postzegels. Mijn antwoord zit er misschien ook wel bij..Zodra ik die baan heb.

Ik wens jullie allen succes. Met het vertrouwen dat we uiteindelijk komen waar wil we willen, eindig ik met mijn favoriete The North Face slogan:Never stop exploring.

Tot de 26e!

Femke de VriesVoorzitter 2011-2012

Page 4: FSA Magazine editie 03

4 magazine

ReseaRch PRojecT 24access accoUnTancy 25MUlTInaTIonal BaTTle 26naTIonal InvesTMenT coMPeTITIon 27

ToP 10 BankIng sTeden 20coMMIssIe de WIT 34

deloITTe 10RIjksoveRheId 38

PaUl naP 32ReadeRs colUMn 43

op de bAnk bij AnniSA

FSA MeetS

ColuMn

bAnking SpeCiAl

6

12

16 20

Inhoud

INhoud

Page 5: FSA Magazine editie 03

5magazine

Us elecTIons 2012 6FoRT BoyaRd 16MUlTInaTIonal BaTTle 23consUlTITIon 28

agenda 5caRRIèRe 8alUMnI aan heT WooRd 12nIeUWs UIT de PIjleRs 15WIshlIsT 19UITgaan 33Fsa In Beeld 40

inteRVieW

WIllIaM connelly 48

ColuMn

sWedeR van WIjnBeRgen 52age BakkeR 58laRs dIjksTRa 68

ARtiCle

Theo kocken & RoBeRT danIels 54allaRd BRUInshooFd 62

VeRdeR in deze editie

RepoRtAge

34 58 48

FSA MAgAzinejAARgAng 16 / ApRil 2012

Page 6: FSA Magazine editie 03

Win een ticket naar de Olympische Spelen in LondenSchrijf je in voor onze Coachdag met Co Adriaanse

Wil jij met Ernst & Young naar de Olympische Spelen in Londen? Tijdens de Coachdag

op 16 mei 2012 strijd je voor je ticket. Op deze dag kijken wij samen met Co Adriaanse

en met jou hoe jij het beste uit jezelf kan halen. Dus schrijf je vandaag nog in voor de

Coachdag en misschien ga jij 2 en 3 augustus 2012 met Ernst & Young naar de Olympische

Spelen in Londen. Kijk voor meer informatie op facebook.nl/EYNLcarriere of ga naar

www.ey.nl/olympischespelen

Page 7: FSA Magazine editie 03

7magazine

Agenda 2012

SoCiAle eVeneMenten pRojeCten

5 ApRilaccess accoUnTancy: eRnsT & yoUng

9 ApRilsTaRT naTIonal InvesTMenT coMPeTITIon

10 ApRilaccess accoUnTancy: Pwc

12 ApRilaccess accoUnTancy: Bdo, MazaRs,

RsM nIehe lancée kooIj en gRanT ThoRnTon

aMsTeRdaM InvesTMenT cRUIse: oPTIveR

17 ApRilaccess accoUnTancy: deloITTe

aMsTeRdaM InvesMenT cRUIse: aPg

19 ApRilaccess accoUnTancy: kPMg

aMsTeRdaM InvesTMenT cRUIse: keMPen & co.

26 ApRilFsa congRes

3 MeiFInale TRadeRs TRoPhy WoRldWIde

5 ApRilBoRRel v

MaandelIjkse BoRRel In de slUysWachT

10 MeiBoRRel vI

MaandelIjkse BoRRel In de slUysWachT

2 juniacTIeve leden dag II

7 junialgeMene ledenveRgadeRIng III

15 junialUMnIBoRRel II

Page 8: FSA Magazine editie 03

8 magazine

“It’s the economy, stupid!” die slogan van Bill clintons campagneleider james carvil-le werd een legendarisch cliché in ame-rikaanse presidentscampagnes. carville wilde dat de clinton-campagne elke vraag over welk onderwerp dan ook zou terug-brengen naar slechts die ene kwestie: de economie.Want dat was indertijd de zwakke plek van de Republikeinse president George H. W. Bush. De Verenigde Staten kampten, voor hem net op het verkeerde moment, met een recessie. Ondanks torenhoge waarderingscij-fers van boven de 80% in 1991 na de eerste Golfoorlog voor die eerste Bush in het Witte Huis, werd hij in november 1992 daarom inderdaad voornamelijk afgerekend op de economie. De Republikeinse partij die in novem-ber 2012 de Democratische president Barack Obama uit het Witte Huis hoopt te verdrijven zette vorig jaar hoopvol in op datzelfde scenario. Alles op de economie. Door de armoedige groeicijfers en vooral de hoge werkeloosheid was het gemakkelijk scoren voor de Re-publikeinse presidentskandidaten, dat roemruchte gezelschap waar toen ook nog Bachmann, Cain, Perry, Pawlenty

en Huntsman toe behoorden. Obama erfde een economische puinbak van de tweede Bush in het Witte Huis. Maar dat was een prehistorisch feitje. Obama’s opponenten nagelden hem iedere dag opnieuw weer aan het kruis van de economie.

Totdat dat mes eerder dit jaar van de an-dere kant begon te snijden. De economie vertoonde tekenen van leven. De trend in de werkeloosheid begon langzaam maar zeker op een herstel van de banenmarkt te wijzen. Met iedere uptick in het econo-mische nieuws namen Obama’s herver-kiezingskansen toe. Kijk naar de grafiek van de uitstaande opties op Obama’s herverkiezing op Intrade en je ziet hem bodemen op een kans van minder dan 50% eind vorig jaar, om vervolgens weer ruim boven die 50% uit te klimmen. Het is dus ook in 2012 de economie, stommeling. Zonder een ernstige bui-tenlandse crisis of terreuraanval in

de VS wordt de presidentsstrijd deze herfst op de economie beslist. Onder normale omstandigheden zou een da-lend werkeloosheidscijfer alléén daarbij mogelijk nog niet voldoende zijn voor de zittende president als het rond of boven de 8% zou schommelen. Ameri-kanen verwachten meer. Maar dat verwachten ze ook van de tegenkandidaat van een president. Ze willen er wel van overtuigd zijn dat ze een beter model terugkrijgen als ze be-sluiten om de zittende president voortij-dig in te ruilen. En voor de Republikeinen wringt daar nu net de schoen.

Want opiniepeilingen geven aan dat ook zijzelf niet echt te spreken zijn over het kaliber kandidaat dat zich namens hun Grand Old Party als alternatief voor Obama heeft aangediend. Laat staan dat meer gematigde, onafhankelijke kie-zers er nu al van overtuigd zijn dat de Republikeinse kandidaat in november een redelijk alternatief zal bieden. De Republikeinse voorverkiezingen worden beheerst door de meest con-servatieve activisten in die partij: over-lappende blokken van rechtse christe-nen, boze Tea Party populisten en rijke business hardliners die vooral van de belastingen af willen. Illustratief voor hun gedachtegoed is de Amerikaanse talk radio. Op het station KLBJ in Austin, Texas, bespreekt het duo Todd Jeffries en Don Pryor iedere ochtend met hun luisteraars de toestand in hun stad en de wereld gezien vanuit

oBAmA 2012:Kan hij het noG of Kan hij het niet

US Elections 2012

Page 9: FSA Magazine editie 03

9magazine

rechts Republikeins perspectief. De ge-moederen raken daarbij snel verhit wan-neer het gaat over abortus, Obama of vuurwapens. Abortus en Obama zijn ze erg tegen, vuurwapens zijn ze erg voor. “Veel van onze luisteraars zijn ervan over-tuigd dat de VS op de rand van de afgrond balanceert,” vertelde Jeffries in een inter-view in hun studio. “Ze hangen daarom nog sterker aan hun geloof in God, aan hun vertrouwen op hun geweren en aan het goud dat ze aan het oppotten zijn.” Net als Pryor ziet hij het persoonlijk wat genuanceerder en minder somber voor de toekomst van zijn land dan het deel van hun luisterpubliek dat schuilkelders met voorraden bruine en blauwe bonen in de achtertuin heeft aangelegd. Maar de twee talk radio presentatoren zijn zelf toch ook verstokte Republikeinen en daarom was het zo opmerkelijk met hoe weinig respect en enthousiasme ze spraken over de Republikeinse presi-dentskandidaten. De twee Texanen zeiden zich te scha-men voor de genante mislukking van hun gouverneur Rick Perry in de campagne. Ze noemden Newt Gingrich met zijn historie van huwelijksbedrog een onver-beterlijke hypocriet. Ze rolden met hun ogen over de uitspraken van Rick San-torum over Satan die het op de VS zou hebben gemunt. En ze grapten dat Mitt Romney niets anders te bieden heeft dan een presidentieel uiterlijk. De energie van de rechts-populistische Tea Party die de Republikeinse partij

bij de Congressionele verkiezingen van 2010 zo’n grote overwinning opleverde lijkt te zijn weggeëbd. De Libertarische Republikein Ron Paul heeft een harde kern van supporters wiens enthousi-asme niet getemperd lijkt, maar die lang niet groot genoeg is om hem de Republi-keinse presidentsnominatie op te leve-ren. Bovendien blijven Ron Paul-suppor-ters in november mogelijk gewoon thuis als ze niet op hem kunnen stemmen. Maar deze kanttekeningen willen niet zeggen dat Obama’s herverkiezing nu inmiddels al veilig gesteld zou zijn. De economische rugwind waar hij eerder dit jaar van begon te profiteren kan stilvallen of zelfs weer tegenwind worden. Bijvoor-beeld door hoge brandstofprijzen en/of andere effecten van een escalatie in het conflict met Iran. Bovendien is ook Obama’s achterban het heilige vuur kwijt. Veel van zijn en-thousiaste supporters uit 2008 klinken allang als minaressen die naar bed gin-gen met hun droomvent, maar wakker werden met de ongeschoren realiteit van de kerel naast hen. Hij heeft harde beloftes als het slui-ten van het militaire gevangenkamp Guantanamo Bay niet waar kunnen maken. Volgens veel van zijn teleurge-stelde links-liberale aanhangers heeft hij nooit ook maar een poging gedaan om bankiers en andere verantwoorde-lijken voor de hypotheekcrisis van vier jaar geleden financieel of justitieel op te laten draaien voor hun ruïneuze woe-kergedrag.

Donaties aan politieke kandidaten zijn openbare informatie in de VS. Obama krijgt dit keer een stuk minder van de kleine maar veelvuldige contributies die hem in 2008 zo’n formidabel sterk gefi-nancieerd grass roots fenomeen maak-ten. De zwermen van jongere kiezers die in hem een politieke rockstar zagen zijn nu minder talrijk. Maar zijn charisma en pure campag-netalent blijven zijn grote wapen. Zeker in vergelijking met de op het gebied van persoonlijkheid zoveel magerder bedeelde Republikeinen die hem van zijn troon proberen te stoten, vindt Don Pryor, de andere helft van het Texaanse talk radio duo op KLBJ. “Ik vind het vre-selijk om te moeten zeggen,” zei Pryor. “Maar Obama is nog steeds onze enige politieke rockstar. Hij heeft het gewoon: he’s got that thing. Hoe slecht hij het ook doet voor ons allemaal, dát is de reden dat hij straks gewoon weer gaat winnen.”

Door Reinout van Wagtendonk

US Elections 2012

Reinout van Wagtendonk is de Amerika correspondent voor BNR Nieuwsradio en Radio Nederland Wereldomroep. @BNRvs

Page 10: FSA Magazine editie 03

10 magazine

dit stuk is gericht aan iedereen die ervoor wil zorgen dat hij of zij wordt aangeno-men voor die droombaan. Ik besef dat de doelgroep daarmee volumineus te noe-men is. laat ik daarom aangeven voor wie dit artikel niet is bestemd: het is niet voor lezers die van mening zijn dat dat vanzelf gaat. ook is het niet voor lezers die vinden dat je toch wel met de juiste mensen in aanraking komt en ook niet voor lezers die denken dat je uitsluitend op kennis wordt beoordeeld.

Dit artikel is al helemaal een zinloze tijdsbesteding voor hen die ongevoelig zijn voor de menselijke factor. Herken je jezelf hierin? Bespaar je de moeite, er staat niets in dit stuk wat voor jou in-teressant is. Ben je aanhanger van de stelling ‘die baan komt toch wel omdat ik goed ben, dat zie je louter aan mijn cijfers en CV’? In dat geval sta je niet open voor het verhaal van de gunfac-tor. Sterker nog, dan kunnen sommige beweringen zelfs kwetsend op je over-komen.

deFinitieOm een goede start te maken, eerst een poging om tot een betekenis te komen. Het woord gunfactor. Iedereen kan er zich iets bij voorstellen. Toch bestaat het woord officieel niet, terwijl iedereen het weleens hoort of zelfs gebruikt. Als je vervolgens doorvraagt naar een de-finitie, komen er vage omschrijvingen die nog het meest in de buurt komen van de ‘x-factor’. Het is inderdaad net zoiets; niet het beste kunnen zingen en toch met het platencontract ervandoor gaan. Dit biedt perspectieven hoor ik je denken! En dat is waar. Je moet er alleen wel in geloven, want tot een tast-bare definitie zullen we niet komen. Jouw persoonlijke gunfactor kan na-melijk in alles liggen, bijvoorbeeld: je karakter, je authentieke gedrag of je oprechtheid. Laten we eerst eens kijken hoe je je gunfactor kan managen.

zAkelijk FliRtenVoor mij is slim omgaan met je eigen gunfactor hetzelfde als flirten, in dit ge-val zakelijk flirten. Waarschijnlijk weet je prima wat flirten inhoudt en weet je ook hoe je zakelijke successen kunt behalen, maar wat hebben die twee met elkaar te maken? Ten eerste, door te flirten ga je beter communiceren en je gaat er beter door in je vel zitten. Als iedereen met el-kaar zou flirten wordt er meer gegund. Ga voor jezelf eerst eens na wat jij als definitie van flirten beschouwt. Besef dat de grens tussen verleiden en versieren zeer dun is, en pas daar – zeker in deze context – mee op. Een kleine tip: daar waar je lichamelijk contact opzoekt bij zakelijke relaties en in iemands ‘perso-nal space’ komt om seksuele spanning op te bouwen, ga je het flirtgebied u-i-t

dE GuNfACTor

Carrière

Page 11: FSA Magazine editie 03

11magazine

(de grens is dus makkelijk te trekken op de werkvloer). Daarom hanteer ik: flirten is het geven van positieve aandacht aan een ander met als doel iets te bereiken. Dat ‘iets’ laat ik graag aan jou over, maar in dit geval is dat dé baan. Iedereen flirt van nature. Voor sommigen zal het vol-gende als een schok komen, maar in alle relaties kun je flirten. Denk aan situaties waarin je krachtiger wilt overkomen, zo-als sollicitatiegesprekken, maar ook als je promotie wilt maken of als je aan het netwerken bent. Door effectief te flirten zullen er meer deuren voor je opengaan. Ik kan me geen gesprekssituatie inden-ken waarbij je flirten niet kunt inzetten om je doelen te behalen; mannen met mannen, vrouwen met vrouwen, vrou-wen met mannen, mannen met vrou-wen. Als je een echte (zakelijke) flirter bent, dan flirt je met iedereen zolang je het maar met respect voor je gesprek-partner doet. Overigens is het wel zo dat vrouwen over het algemeen betere flir-ters zijn dan mannen. Zij hebben name-lijk van nature het vermogen om naast ratio ook emotie te gebruiken (mannen natuurlijk ook, maar net iets minder). Bovendien schijnt het inlevingsvermo-gen meestal ook hoger te zijn, maar laat ik hier niet te diep op in gaan.

unique Selling pointMet betrekking tot het onderwerp car-rière, zijn het jouw persoonlijke om-standigheden die ervoor zorgen dat je potentiële werkgever geinteressserd is (= jouw skills 40 uur per week in ruil voor een mooi salaris). Jouw gunfactor zal in deze situatie doorslaggevend zijn, want bij twee gelijke kandidaten is het enige verschil in omstandigheden de persoonlijke gunfactor van de sollici-tant. Dus, als de aangeboden sollicitan-ten geen onderscheid meer kennen in eigenschappen, capaciteiten en kennis, dan is de enige onderscheidende factor de gunfactor van de kandidaat. Eigen-lijk is het heel logisch: als capaciteiten en kennis vervagen, dan is het mense-

lijke gezicht en het gunnen het enige dat overblijft. Besef dus in dit geval dat jouw gunfactor tijdens het solliciteren jouw unique selling point is. Draai het maar eens om: wanneer jij meerdere kwalitatief goede sollicitanten spreekt, welke kies je dan? Het is de persoon waar jij een ‘klik’ mee hebt. In andere woorden, hetgene wat jij wilt, is je on-derscheiden van die grote groep men-sen die naar dezelfde baan solliciteert door middel van het effectief inzetten van je gunfactor. Maar waar begin je?

Zoals we hebben gezien geeft flirten in zakelijke contacten je het vermogen om anderen te overtuigen. Je moet de kunst van het flirten gaan trainen om je doelen te behalen. Houd dan in je ach-terhoofd wat de voordelen van flirten zijn tijdens het sollicitatiegesprek (dit geldt trouwens ook voor netwerken): door te flirten maak je het anderen naar de zin, schep je een positieve sfeer en je vergemakkelijkt het leggen van contact. Bovendien schep je en vertrouwens-band en wek je nieuwsgierigheid op.

Om te beginnen, kijk eens kritisch naar jezelf en stel jezelf de volgende vragen: Hoe kom je over bij het eerste contact? Op welke manier nodig jij iemand uit om contact met jou te leggen? En als het om lichaamstaal gaat, hoe denk jij dat anderen jou zien? Je eigen voor-komen is een van de krachtigste mar-ketinginstrumenten die je hebt. Je lichaamstaal is daarbij een belangrijk onderdeel. Tijdens een sollicitatiege-sprek verkoop je jezelf. En natuurlijk moet je weten waar je het over hebt en (vak)kennis hebben, maar naast de technieken die je gebruikt op het tra-ditionele vlak, zet je flirten in als com-municatiemiddel. Hoe? Een klassieke les uit de marketing biedt uitkomst: 1. ‘Product’: Dit ben JIJ 2. ‘Proces’: Hoe promoot je jezelf? 3. ‘Positioning’: Aan welke markt wil je jezelf verkopen? En heb je het juiste imago daarvoor?

4. ‘Packaging’: Hoe presenteer jij je-zelf? Maar des te belangrijker: hoe er-varen anderen jouw presentatie?

SolliCitAtieIn een sollicitatiegesprek is het dus aan jouw techniek om het beste van jezelf te laten zien, zowel verbaal als non-ver-baal. Eén van de non-verbale hulpmid-delen die je daarbij altijd kunt inzetten is een glimlach. Een glimlach werkt altijd (probeer maar eens: met een lach op je gezicht kun je bijna alles zeggen, maar test dit alsjeblieft niet uit tijdens je sol-licitatiegesprek!). Bovendien, dat wat je geeft krijg je terug. Geef je angst, dan krijg je angst. Geef je vertrouwen, krijg je vertrouwen en geef je plezier, dan krijg je er plezier voor terug. Een ander effectief middel is iemand aan het lachen krijgen, waar mogelijk al bij het eerste contact. Humor verbroedert namelijk.

Ten slotte volgen enkele ‘take aways’ om je gunfactor het beste tot zijn recht te laten komen: val positief op. Onthoud daarbij dat in geval van twijfel overdressed beter voor je gunfactor zal zijn dan underdressed. Kom expres-sief over, maar wees niet te nadrukke-lijk aanwezig. Wees stijlvol, maar niet doorsnee. Als laatste tip: houd in je achterhoofd dat wat je denkt ook zal gebeuren. Dit is de gedachte achter de self-fulfilling prophecy (het is trouwens ook de gedachte achter ‘the game’, het handboek voor de gevorderde flirter). Ik weet dat je nu sceptisch zult zijn, maar dit principe werkt. De manier hoe je over jezelf denkt, zal zichtbaar zijn in contact met anderen, in gedachte com-municeer je bijvoorbeeld al zoiets als ‘ik ben niet goed genoeg’. Wees over-tuigd van je eigen kunnen.

Je gunfactor helpt je in het sollicitatie-proces, mits je deze effectief weet in te zetten. Ik zou zeggen flirt erop los, ont-dek jouw USP en krijg die droombaan. Want, dat gun ik je van harte!

Door Amber Harms

Carrière

“ BIj gelIjke kandIdaTen Is de gUnFacToR dooRslaggevend”

Page 12: FSA Magazine editie 03

We waarschuwen je nu alvast voor opdringerige headhunters.Hoogopgeleid toptalent Gefeliciteerd, je titel is binnen. Op naar je eerste baan. Wordt het een bank, een energiereus, een internationaal

elektronicaconcern? Als jij droomt van een topbaan bij een multinational of de overheid, is er eigenlijk maar één antwoord mogelijk: Deloitte.

Veel topbestuurders in Nederland hebben Deloitte als eerste werkgever op hun cv staan. En dat is niet toevallig. Bij ons werk je namelijk al vanaf

dag één aan innovatieve oplossingen voor én met toonaangevende organisaties. Ondertussen investeer je zo sterk in je eigen marktwaarde dat je

ook buiten onze organisatie niet lang onopgemerkt blijft. En de kans groot is dat je over een paar jaar voor diverse topfuncties benaderd wordt.

Zoek jij de beste start van je carrière? Begin eerst hier: werkenbijdeloitte.nl.

DB-002-adv-regulier-210x297-v2.indd 1 21-10-10 14:33

Page 13: FSA Magazine editie 03

13magazine

“Als accountant leer je wel echt een vak, een ambacht haast.”

©2011 Deloitte The Netherlands

‘In de eindfase van mij n studie koos ik voor de master Finance & Investment.De internationale fi nanciële wereld trok me, en ik heb mij n afstuderen dan ook gecombineerd met een stage bij zakenbank Morgan Stanley. Een half jaar Hong Kong en een half jaar Sydney. Een prachtige ervaring natuurlij k, maar toen ik afgestudeerd was wilde ik toch een andere kant op. Ik had veel kennis opgedaan, maar niet echt een concreet vak geleerd.

Als accountant leer je wel echt een vak, een ambacht haast. Bovendien bezoek je steeds weer andere bedrij ven, wat het dynamisch maakt en je brede kennis verschaft. Zeker in mij n werkveld Consumer Business, waar ik bij grote multinationals over de vloer kom. De praktij kervaring die ik daar opdoe kan ik voortdurend koppelen aan de theoretische kennis van mij n RA-studie, die ik momenteel volg aan de VU. Zo heb ik meegewerkt aan de controle van onze nationale luchtvaartmaatschappij , waarbij ik verantwoordelij k was voor de weergegeven brandstofkosten. Naast het beoordelen van interne processen en het doen van specifi eke werkzaamheden, die ook behandeld worden in mij n RA-studie, hebben we gekeken of die weergave geen ‘materiële fouten’ bevatte. Het geeft echt een kick als je bij zo’n grote organisatie, waar het al snel over miljoenen euro’s gaat, in de keuken kan kij ken.

Qua accountancywerkzaamheden zie ik weinig verschil tussen de big 4-kantoren. Ik heb de keuze voor Deloitte gemaakt vanwege de jonge, informele cultuur. Buiten het feit dat het erg prettig samenwerken is, zorgt dat ook voor een snellere kennisdeling.Deloitte is echt een leerbedrij f, je ziet dat mensen die hier begonnen zij n vaak opmooie posities bij topbedrij ven in Nederland terechtkomen. Dankzij de basis die ik hier leg, als adviseur van uiteenlopende multinationals, weet ik dat ik in de toekomst alle kanten uit kan met mij n ambities.’

Geïnteresseerd? Ga voor meer informatie naar werkenbij deloitte.nl.

Naam: Tim van VeggelOpleiding: Business AdministrationFunctie: StaffAfdeling: Accountancy

DB-A-005-testimonial-Tim_Veggel_v4.indd 1 07-03-11 17:22

“Als accountant leer je wel echt een vak, een ambacht haast.”

©2011 Deloitte The Netherlands

‘In de eindfase van mij n studie koos ik voor de master Finance & Investment.De internationale fi nanciële wereld trok me, en ik heb mij n afstuderen dan ook gecombineerd met een stage bij zakenbank Morgan Stanley. Een half jaar Hong Kong en een half jaar Sydney. Een prachtige ervaring natuurlij k, maar toen ik afgestudeerd was wilde ik toch een andere kant op. Ik had veel kennis opgedaan, maar niet echt een concreet vak geleerd.

Als accountant leer je wel echt een vak, een ambacht haast. Bovendien bezoek je steeds weer andere bedrij ven, wat het dynamisch maakt en je brede kennis verschaft. Zeker in mij n werkveld Consumer Business, waar ik bij grote multinationals over de vloer kom. De praktij kervaring die ik daar opdoe kan ik voortdurend koppelen aan de theoretische kennis van mij n RA-studie, die ik momenteel volg aan de VU. Zo heb ik meegewerkt aan de controle van onze nationale luchtvaartmaatschappij , waarbij ik verantwoordelij k was voor de weergegeven brandstofkosten. Naast het beoordelen van interne processen en het doen van specifi eke werkzaamheden, die ook behandeld worden in mij n RA-studie, hebben we gekeken of die weergave geen ‘materiële fouten’ bevatte. Het geeft echt een kick als je bij zo’n grote organisatie, waar het al snel over miljoenen euro’s gaat, in de keuken kan kij ken.

Qua accountancywerkzaamheden zie ik weinig verschil tussen de big 4-kantoren. Ik heb de keuze voor Deloitte gemaakt vanwege de jonge, informele cultuur. Buiten het feit dat het erg prettig samenwerken is, zorgt dat ook voor een snellere kennisdeling.Deloitte is echt een leerbedrij f, je ziet dat mensen die hier begonnen zij n vaak opmooie posities bij topbedrij ven in Nederland terechtkomen. Dankzij de basis die ik hier leg, als adviseur van uiteenlopende multinationals, weet ik dat ik in de toekomst alle kanten uit kan met mij n ambities.’

Geïnteresseerd? Ga voor meer informatie naar werkenbij deloitte.nl.

Naam: Tim van VeggelOpleiding: Business AdministrationFunctie: StaffAfdeling: Accountancy

DB-A-005-testimonial-Tim_Veggel_v4.indd 1 07-03-11 17:22

FSA meets: Deloitte

Page 14: FSA Magazine editie 03

14 magazine

FSA ReSeARCh pRojeCt bRAzil 1996/1997

Alumni aan het woord

Page 15: FSA Magazine editie 03

15magazine

simon van veen is als Fsa-lid vanaf de oprichting betrokken ge-weest bij het amsterdam Mutual Fund en in 1997 bij het Re-search Project Brazil. na uiteenlopende uitdagingen bij Rabobank en aBn aMRo is hij nu werkzaam als portfolio manager bij het high Income equity team van BnP Paribas asset Management.

fSA: INvESTING IN ThE fuTurE

Door Simon van Veen

AMSteRdAM MutuAl FundMijn betrokkenheid bij de FSA dateert eigenlijk al van voor de oprichting van de vereniging in 1996. Een jaar eerder werd er door een aantal enthousiaste beleggers besloten om het tot dan toe fictieve AMF om te zetten in een echt beleggingsfonds. We zijn gestart met ongeveer 30 leden en 5.000 gulden on-der beheer en binnen twee jaar door-gegroeid naar ruim 100 leden en meer dan 100.000 gulden. Op dat moment was dat een heel serieus bedrag, waar dan ook heel serieus over vergaderd moest worden. Tweewekelijkse plenaire bijeenkomsten werden voorafgegaan door aparte vergaderingen van vijf zoge-noemde ‘fondsgroepen’ (elk belast met één of meer sectoren), drie ‘stafgroepen’ en het stichtingsbestuur. In die laatste vergadering heb ik samen met mede-bestuursleden Harmen van de Wetering, Hans Brink en Arjen Prinsen regelmatig tot diep in de nacht zitten puzzelen om tot een betrouwbare waardebepaling van de participaties in het AMF te komen. Op de plenaire vergaderingen met vaak 40 tot 50 actieve leden werd vervolgens uitgebreid gediscussieerd over de be-leggingsvoorstellen van de verschillende fondsgroepen. Investment cases die on-voldoende onderbouwd waren werden resoluut afgestemd door de rest van de vergadering. Een goede leerschool voor

toekomstige beleggingsprofessionals en veel van onze toenmalige AMF-ers zijn nu dan ook werkzaam als portfolio manager of analist bij asset managers of banken.

ReSeARCh pRojeCt bRAzilHele goede herinneringen bewaar ik ook aan de studiereis naar Brazilië van 1997. Samen met Henk de Ruiter heb ik in dat jaar een paar maanden gewerkt bij Brazilië’s grootste hamburgerketen Bob’s in Rio de Janeiro. Het ontwikke-len van een investeringsanalyse model voor verdere uitbreiding van dit snel-groeiende bedrijf was leuk, maar veel leuker was misschien nog wel dat we op deze manier kennis maakten met de ‘binnenkant’ van een bedrijf met een compleet andere cultuur. Gelukkig had-den wij voor de reis een goede cursus Portugees gedaan, want behalve het management van Bob’s waren er erg weinig Engels sprekende collega’s. In het kader van het Research Project Bra-zil hebben we ook een aantal bedrijfs-bezoeken gebracht aan de Braziliaanse vestiging van een aantal Europese be-drijven, zoals de vrachtwagenfabriek van Daimler, de lokale hoofdkantoren van ABN AMRO en Shell, en één van de fabrieken van Unilever in de buurt van Sao Paulo. Voor mij een eerste ken-nismaking, niet wetende dat ik dezelfde

bedrijven in mijn huidige functie nog regelmatig tegenkom. Tenslotte heb ik aan deze reis tot op de dag van van-daag een liefde voor Braziliaanse mu-ziek overgehouden.

booM en buStNa het afronden van mijn studie finan-ciële economie aan de VU ben ik aan de slag gegaan bij de private bank van Rabo in Amsterdam. Daar kwam mijn beleggingservaring van het AMF goed van pas. Waar we bij het AMF allemaal samen toch al gauw zo’n honderd uur per week bezig waren met het beheer van 100.000 gulden, had ik nu ineens zelf tientallen klanten met vele miljoe-nen te beheren. Oftewel, het was een enorme uitdaging. Gelukkig zaten de effectenmarkten tussen 1997 en 1999 mee. In de aandelenmarkt kon er in bijna elke sector (en vooral in de IT sec-tor) wel geld verdiend worden, in de obligatiemarkten profiteerde we vooral in Zuid-Europa van de convergentie van Europese renteniveaus (eigenlijk het omgekeerde van de huidige gebeur-tenissen in de obligatiemarkten). Toch wilde ik na een aantal jaren werken met particuliere klanten de overstap maken naar het beheer van geld voor profes-sionele partijen bij een asset manager. Dat werd in 2000 ABN Amro Asset Ma-nagement, waar ik in eerste instantie

Page 16: FSA Magazine editie 03

16 magazine

als trainee werkzaam was op de trading desk. Achteraf was dat een heel geluk-kige timing, want door de beurskrach van 2000 tot 2003 werd het werken met particuliere klanten een stuk moeilijker, terwijl er voor een trader ook in een da-lende markt best wat te verdienen valt.

hieFEen volgende uitdaging kwam in 2003 toen bij ABN Amro Asset Management het High Income Equity Fund (HIEF) op-gericht werd. Dit beleggingsfonds was bij de introductie al fors groter dan ver-wacht (400 miljoen euro werd er opge-haald), waardoor er een extra portfolio manager aangesteld kon worden voor het Europese deel van dit wereldwijd be-leggende aandelenfonds. Na een interne sollicitatieprocedure kon ik in 2004 aan de slag bij het internationale team van portfolio managers, dat vanuit drie loca-ties verschillende fondsen beheerd die allemaal beleggen in aandelen met een bovengemiddeld dividendrendement. In Hong Kong heb ik collega’s die zich bezig houden met de aandelenselec-tie in Azië en Australië, en in Louisville, Kentucky zit een team voor Noord- en Zuid-Amerika. Vanuit Amsterdam behe-ren wij de Europese fondsen en ook het Europese deel van het wereldwijd beleg-gende fonds. Regelmatig houden we conference calls met de drie teams om het beleid af te stemmen en daarnaast komen we ieder jaar ergens in de wereld bij elkaar voor een teamoverleg.

Om tot een juiste aandelenselectie te komen hebben we veel contact met de bedrijven waarin we beleggen of wellicht in de toekomst willen gaan beleggen. Regelmatig organiseren we bedrijfsbe-zoeken waarbij we gesprekken hebben met de CEO of CFO om op die manier een goed idee te kunnen krijgen van de huidige stand van zaken, toekomst-plannen en hoe er met de belangen van aandeelhouders omgegaan wordt.

De kracht van de ‘hoog dividend’ stra-tegie zoals wij die hanteren, zit immers in de bereidheid die het management afgeeft om op lange termijn de aan-deelhouders een voldoende hoge, liefst groeiende, vergoeding te geven voor het ter beschikking stellen van het ka-pitaal. Aandelen van bedrijven die dat jaar in jaar uit consequent doen, beha-len uiteindelijk vaak de hoogste rende-menten. Het internationale aspect van mijn werk zit niet alleen in de collega’s op drie continenten en beleggingen in heel Europa, maar ook in een wereld-wijde klantenkring. Onze hoog dividend aandelenfondsen staan genoteerd aan aandelenbeurzen in Europa (Nederland, België, Frankrijk, Italië en Zwitserland) en in Canada, Japan en Zuid-Korea. Dit is opnieuw een mogelijkheid om door middel van presentaties voor de klanten in contact te komen met verschillende culturen in de wereld.

CRiSiSDan nog iets over de bankencrisis van de afgelopen jaren die niet helemaal onge-merkt ons voorbijgegaan is. In 2007 kwam ABN Amro Asset Management na de overname en opdeling van ABN Amro bij

Fortis terecht. De reorganisatie die daarop volgde had gelukkig voor ons team geen personele gevolgen, maar om ons heen werd ongeveer 80% van mijn directe col-lega’s in het Amsterdamse kantoor na een jarenlange samenwerking plotseling ont-slagen. Dat was een zeer trieste periode voor alle betrokkenen. Veel tijd om hiervan te herstellen was er niet omdat een jaar later Fortis zelf gered moest worden door de Nederlandse en Belgische overheden. Aangezien ABN Amro Asset Management inmiddels geïntegreerd was met Fortis Investments en onder het Belgische deel van de bank viel, werden wij door de Bel-gen ‘gered’ en direct doorverkocht aan BNP Paribas. Ook de daaropvolgende in-tegratie met BNP Paribas Asset Manage-ment zorgde voor veel onzekerheid, maar uiteindelijk werd in 2010 de ‘strijd’ met onze collega dividendbeleggers in Parijs gewonnen en werden onze assets onder beheer uitgebreid met de dividendfond-sen van BNP Paribas.

Nog steeds kom ik regelmatig oud-FSA leden tegen, zowel op professioneel vlak bij verschillende banken of collega asset managers, maar ook privé zoals bij een jaarlijks skiweekend met (onder andere) een aantal oud-AMF-ers of de jaarlijkse Brazil reünie op de Parade in het Martin Luther King park in Amster-dam. Ook na vijftien jaar is het geweldig leuk om samen oude herinneringen op te halen, maar ook om nieuwe ervarin-gen uit te wisselen. Kortom, ik heb een heel mooi netwerk overgehouden aan mijn tijd bij de FSA.

Alumni aan het woord

“ We zIjn gesTaRT MeT ongeveeR 30 leden en 5.000 gUlden ondeR BeheeR"

Page 17: FSA Magazine editie 03

17magazine

Nieuws uit de Pijlers

ACCountAnCY

Bij de Islamic Finance Awards 2012 van het financiële magazine Euromoney is KPMG voor de vijfde opeenvolgende keer verkozen tot beste assurance and advisory bedrijf in de sector. De prijs bestaat pas tien jaar. Euromoney geeft als uitleg de reden dat KPMG in 2011 aan meer dan 65 islamitische instituties haar diensten heeft verleend, in Europa, het Verenigd Koninkrijk, Azië en de Pacific, Afrika en de Golfstaten. Vorig jaar vestigde de accountantsor-ganisatie een Centre of Excellence in Islamic Finance in de Verenigde Arabi-sche Emiraten.

ConSultAnCY

Logica is een van de duurzaamste be-drijven ter wereld. De lijst van ‘Global 100 World’s Most Sustainable Com-panies’ (zie tabel hieronder) is recent gepubliceerd op het World Econo-mic Forum (WEF). Hier eindigde het adviesbureau op de 46e plaats. Dat is 35 plaatsen hoger dan vorig jaar. Het Deense gezondheidszorgbedrijf Novo Nordisk A/S baalde de eerste plek. ASML was met een vijfde plek het beste Nederlandse bedrijf, ge-volgd door Philips op nummer twaalf, DSM als 23e en TNT op nummer 34. Logica was het enige adviesbureau in de top 100. De lijst wordt samenge-steld aan de hand van een voorselectie van 400 bedrijven, die vervolgens op elf criteria beoordeeld worden.

Wie de uitkomst van de 2012 U.S. elec-tion wilt voorspellen kan het beste de polls aan de kant schuiven en politieke experts negeren. In plaats daarvan zou men de Dow in de gaten moeten hou-den. Dat stelt een Amerikaanse invest-ment firma. InvestTech Research, een bedrijf uit Montana, zegt dat de belang-rijkste index van Wall Street de meest betrouwbare pijler is voor wie de verkie-zing zal winnen. “De verkiezing reageert

op de markt. Als je ziet dat de markt het goed doet, zal het sentiment onder con-sumenten en dus ook het vertouwen on-der stemmers hoger zijn. Als er volatili-teit heerst, zal je zien dat beleggers de schuld bij de huidige president leggen.” stelt Eric Vermulm, een senior portfo-lio manager bij InvestTech Research. Hij zegt dat er geen hoeveelheid bum-perplakkers, pakkende slogans of super PAC aanval reclames is die de

verkiezing op dezelfde schaal zullen beïnvloeden als beurscijfers, zegt Ver-mulm. Als de markt de twee maanden voor de verkiezingen klimt, wint de zit-tende partij. Als deze daalt zal er een nieuwe president komen. Sinds 1900 heeft de beurs bijna 90 procent van de verkiezingen goed geschat. Van de 28 verkiezingen die er sindsdien zijn ge-weest, heeft de beurs het 25 keer juist voorspeld.

Tegen 2015 zullen klanten vaker digi-taal bankieren dan binnenlopen bij de plaatselijke bankvestiging. Dat blijkt uit een rapport van PwC. Het onderzoek, waar 3000 mensen uit negen landen aan meededen, suggereert dat consumenten bereid zijn meer dan tien euro per maand te betalen voor online banking dankzij het gemak en de toegang tot toegevoegde waarde diensten. Het onderzoek wijst erop dat banken achter lopen in detail-handel en reisproducten en in het ge-bruik van technologie om hun diensten te verbeteren. Stephen Whitehouse, een partner bij PwC, zei: “Banken missen een grote kans als ze niet verder in hun digitale aanbod investeren en het alleen als een manier zien om kosten te bespa-ren. De meerderheid levert nog steeds alleen maar eenvoudige mobiele – en internetbankier diensten.”

inVeStMentS

een SeleCtie VAn de globAl 100 WoRld'S MoSt SuStAinAble CoMpAnieS

bAnking

Page 18: FSA Magazine editie 03

18 magazine

Projectreportage: Fort Boyard

jaarlijks organiseert de Fsa het prachtige evenement Fort Boyard. het evenement heeft ook dit jaar weer op zowel de deelnemers als de organisatoren een onvergetelijke indruk achtergelaten. het evenement biedt studenten de kans om zich te verdiepen in de werkzaamheden van een accountant en tegelijkertijd in contact te komen met de Big 4 (Pwc, kPMg, ernst&young en deloitte). daarnaast werd er dit jaar op Fort Boyard ook weer uitgebreid geborreld en genoten van een viergangendiner.

VeRnieuWing“Change is good”. Onder dit motto is de commissie Fort Boyard 2012 dan ook van start gegaan. Door het kiezen van een nieuw kasteel was de eerste grote stempel op de vernieuwing van het pro-ject gedrukt. Het betrof een dichterbij gelegen en mooier kasteel, dat speci-aal voor de deelnemers ter beschikking werd gesteld. Automatisch bracht het

kiezen van een nieuw kasteel een nieu-we cateraar met zich mee, resulterend in een heerlijk viergangendiner met als hoofdgerecht gekonfijte parelhoen.

Het eten voor de studenten was nu ge-regeld, Het werd tijd om een uitdagende maar behapbare case voor de deelne-mers te maken. Met twee Masterstuden-ten accountancy en één Bachelorstu-

dent was dit uiteraard geen probleem.Tijdens het maken van de case kwam gelijk ook het mooiste van het organise-ren van Fort Boyard naar voren, de sa-menwerking met de vier kantoren.

Met een afgeronde dagindeling, een zo goed als afgemaakte case, een prach-tig kasteel en een heerlijke maaltijd, werd het toch echt tijd om naar buiten

forT BoyArd:

ChANGE IS Good

Page 19: FSA Magazine editie 03

19magazine

“ de ene conTRolleR gIng dIT geMakkelIjkeR aF dan de andeRe”

Door Roby Hormis

te treden en iedereen in aanraking te la-ten komen met Fort Boyard. De tijd voor promotie was aangebroken.

pRoMotieMet de tips van voorgaande jaren in het achterhoofd kozen wij voor een nieuwe aanpak.

In plaats van massapromotie door mid-del van het uitdelen van duizenden fly-ers en het opplakken van honderden posters werd er gerichter gepromoot. De juiste lectures opzoeken en deze studenten direct toespreken, mailings rondsturen naar mensen die in ons plaatje pasten en als laatste en meest effectieve: mond-tot-mondreclame.

Eindelijk was het dan zo ver: meer dan genoeg aanmeldingen en tijd voor de selectie door de kantoren. Zo gezegd, zo gedaan.

De veertig deelnemers, zowel Bachelor als Master studenten, keurig in pak, had-den zich verzameld op het Amstel Station in Amsterdam in afwachting op het sein-tje dat hen naar de touringbus zou leiden met als bestemming: Kasteel Keukenhof te Lisse.

kiCk-oFFEindelijk kregen ze het kasteel in leven-de lijven te zien! Na de nodige “ah’s” en “wow’s” werd de groep begeleid naar de koetshal. Hier volgde de officiële kick-off van de dag. Deze vond plaats in de vorm van een hartverwarmende welkomstpresentatie met daarin ook nog de nodige praktische informatie over het verdere verloop van de dag en case. Onderwerp van de case? De studenten mochten zich buigen over de interne controle van een bierbrouwerij.

Terwijl al deze informatie verwerkt werd onder het nuttigen van een kopje koffie of thee werd het hoog tijd om het kas-teel van binnen te bekijken. Ontvangen door onze gastheer, Robert Faas, na-men de studenten een korte duik in de

historie van Kasteel Keukenhof middels een mooi welkomstwoord. Hierna was het weer overgaan tot de orde van de dag, namelijk de case.

Elk kantoor had een eigen kamer, de één wat warmer in kleur de ander in tempe-ratuur. Een grondige interne controle van bierbrouwerij Biertje was wat verlangd werd van de teams. Na een wat aftas-tend begin en hulp van de accountants begonnen de studenten warm te draaien en zat ronde één er snel op.

Tijd voor de switch en dus case deel twee. Om alle kantoren met de studen-ten kennis te laten maken en natuurlijk ook alle studenten met alle kantoren in contact te laten komen werd er tus-sen de cases door geswitched van kamer waar de case werd opgelost. Dat dit allemaal in harmonie liep zonder enige verwarring was weer een beves-tiging van het feit dat Fort Boyard, tot zo ver, tot in de puntjes was geregeld. Afijn, case ronde twee. De studenten kregen te maken met Impairments. Kennis van waarderingsgrondslagen en afschrijvingsmethoden kwam hier dus goed van pas.

Nadat de eerste helft van de case was afgerond was het tijd voor de lunch. Tijdens deze lunch konden de studen-ten bonuspunten verdienen door kleine quizvormen te winnen zoals het raden van logo’s en het opnoemen van landen waar men aan de linkerkant rijdt in het verkeer. Dit kwam niet alleen de pun-ten ten goede maar de energie van de studenten schoot weer flink omhoog na wat hilarische momenten tijdens de quizronde.

Vol energie schoten de studenten weer uit de startblokken voor case rondes drie en vier. De toch wat meer inter-actieve case rondes. Zo ging het bij case drie om het interviewen van een controller, gespeeld door één van de accountants om de juiste informatie te achterhalen. De ene controller ging dat

gemakkelijker af dan de ander. De één dwaalde af en begon over het gistpro-ces en zijn overleden varkens te vertel-len. De ander had juist weer nergens tijd voor en antwoordde zeer bot en kortaf.

AFSluitingNa case vier afgerond te hebben, die in het teken stond van ethische dilemma’s van accountancykantoren, begaf ie-dereen zich naar het koetshuis voor de borrel en daar aansluitend het eerder genoemde viergangendiner. Hier werd uitgebreid nagepraat over Fort Boyard, konden de studenten al hun vragen nog een keer kwijt en waren de kantoren her en der stiekem wat promotionele praat-jes aan het houden om zo deze getalen-teerde toekomstige accountants bin-nen te hengelen! Na het diner volgde de prijsuitreiking voor de winnaars (die op maar één punt boven de nummer twee eindigden) in de vorm van een pluim en was het tijd om af te sluiten.

Een heerlijke Fort Boyard met alleen maar tevreden gezichten werd in stijl afgeslo-ten met een bedankje richting de vier accountancykantoren, hun recruiters en accountants en natuurlijk de studenten.

Voor één student in het bijzonder eindig-de deze dag met nog een enorme meta-len kers op de taart, de Samsung Galaxy Tab die op de terugreis werd verloot!

Page 20: FSA Magazine editie 03

20 magazineWWW.FSACONGRES.NL

FINANCIËLESTUDIEVERENIGINGAmsterdam

FSA CONFERENCE 2012 EUROPE IN DISTRESSManaging risks during and aft er the sovereign debt crisisDate: Thursday 26 April Locati on: Concertgebouw Amsterdam

INCLUDING:KLAAS KNOT, DNBSARAH CARLSON, MOODY'SSTIJN CLAESSENS, IMF

Page 21: FSA Magazine editie 03

21magazine

Wish list

ASton MARtin V12 zAgAto

€400.000

SAeCo XelSiS digitAl id

€1.699

Dat Saeco koffiemachines lekkere espresso’s kunnen maken zal weinig mensen verbazen. Maar de R&D afde-ling is blijkbaar druk bezig geweest, want sinds kort is het mogelijk om door mate van vingerafdruklezing je ei-gen espressoprofiel op te roepen in het menu. Die wordt dan vervolgens op de normale (enigszins indruk verzwakken-de) manier door de machine gemaakt en ingeschonken. Conclusie: veel tijd zal het niet besparen, maar het is wel een goede conversatiestarter.

zARb ChAMpAgne

€30

Zarb is Franse straattaal voor bizar. Dat is ook de beste manier om de cre-atieve flessen van Zarb Champagne te beschrijven. De simpelere flessen zijn versierd met aparte foto’s en schilder-werken. Maar wil je echt iets indrukwek-kends voor je volgende feest, probeer dan bijvoorbeeld de snelblusser of de champagne Super Soaker. Voor diege-ne die zich dat afvroeg: de champagne van Nederlandse afkomst zelf is ook van hoge kwaliteit, al zou het zonde zijn deze flessen te openen.

behRingeR inuke

booM

$30.000

Het concept van iPod speakers is inmiddels een beetje verouderd. Voor degenen die iets meer willen, wat geld te veel hebben en geen (moeilijke) buren hebben, heeft Behringer de oplossing, met zo’n beetje het formaat van een omge-vallen koelkast. Een 10.000 watt boombox die een halve ton weegt. Het mag wat kosten, maar de instal-latie van de box in het huis van de klant is wel inbegrepen in de prijs.

Aston Martin, bekend van het bouwen van auto’s in traditionele stijl, gaat in de komende maanden een nieuw model de markt op brengen. De productie ver-sie van de Zagato is gebaseerd op de auto met dezelfde naam die uitstekend presteerde op de Nürburgring. Opvallend is dat Aston Martin voor deze nieuwe unit grotendeels breekt met de traditionele look en in plaats daarvan een zeer futuristisch uiterlijk toepast. Wellicht iets voor de volgende Bond film.

WoMen in buSineSS

– MAtte VAnitY CASe

€75

Page 22: FSA Magazine editie 03

22 magazine

De Tien Grootste Banking Steden

De GFCI komt tot stand op basis van twee bronnen van onderzoek, ten eerste instrumentele factoren (externe in-dexen). Deze instrumentele factoren worden onderverdeeld in vijf overkoepelende factoren, te weten; People, Business Environment, Infrastructuur, Market Access en Algemene Competitiviteit. Daarnaast wordt de ranking bepaald op ba-sis van online vragenlijsten die wereldwijd door professio-nals in de banking industrie worden ingevuld.

Net als het voorgaande jaar voert Londen de lijst aan. De Engelse hoofdstad blijkt nog altijd ‘bankers-paradise’ te zijn. Maar volgens ingewijden zouden de hoge inko-mensbelastingen tarieven van liefst 50% voor grootver-dieners, wat investment bankers uiteraard zijn, Londen op de langere termijn wel eens de koppositie kunnen kosten.

altijd al willen weten waar de start van een carrière in banking de meeste per-spectieven biedt? de Qatar Financial centre authority presenteert jaarlijks een ‘global Financial centres Index’ (gFcI), met daarin de 75 meest competitieve banking steden. Wij beperken ons tot de top 10, te zien op de wereldkaart hiernaast.

ToP 10 BANKING STEdEN

londen01

neW YoRk02

02

hong kong03

SingApoRe04

ShAnghAi05

tokYo06

ChiCAgo07

07

zuRiCh08

SAn FRAnCiSCo09

09

toRonto10

10

Page 23: FSA Magazine editie 03

23magazine

New York met een hoogste marginaal belastingtarief van nog geen 9% is in dit opzicht veel aantrekkelijker. Maar professionals met een afkeer van inkomensbelastingen kunnen ook in nummer 7 van de lijst Chicago terecht, waar het tarief nog net iets lager is, helaas de temperatuur ook. In San Francisco ligt de temperatuur weer aanzienlijk ho-ger en is met een eveneens laag belastingtarief en een 9e plaats een uitermate geschikte optie voor beginnend ban-kiers. De Verenigde Staten hebben geen monopolie op de Noord-Amerikaanse vertegenwoordiging in de top 10. Met een 10e plaats biedt Toronto het Canadese alternatief. Voor bankiers met ambities elders dan de Angelsaksische wereld zijn er genoeg alternatieven in Azië. Met een derde plaats en een stuk warmer klimaat is Hong Kong een seri-euze overweging waard.

Hong Kong is als Aziatische stad geen eenzaam oord op de lijst. Plekken 4, 5 en 6 zijn eveneens door Aziatische ste-den ingenomen, door respectievelijk Singapore, Shanghai en Tokyo. Shanghai is de snelste stijger in de top 10 en verwacht wordt dat deze stijging de komende jaren zeker zal doorzetten. Niet Frankfurt maar Zurich is op nummer 8, de tweede Europese stad in de top 10. Met name door de aanwezigheid van Credit Suisse is de Zwitserse stad zeer in trek bij investeerders en professionals. Alle steden uit de top 10 hebben investment bankers enorm veel te bieden. Toch blijft de top 3 voor velen het ultieme doel. Gezamen-lijk is deze top 3 namelijk verantwoordelijk voor ongeveer 70% van alle equity trading transacties over de wereld.

03

04

05 06

0801

Door Maxime Schmitt

Page 24: FSA Magazine editie 03

Oo

k Heineken? O

ok H

eineken!

Man

age

me

nt Train

ee

s Finance, Prod

uctie, IT, Com

mercie óf H

R. G

rote concrete opd

rachten, snel verantwoord

elijkheid, p

rofessionele begeleid

ing en ruimte voor ontw

ikkeling. Meer inform

atievind

je op w

erkenbijheineken.nl

Heineken_trainee adv_210x297_nw

.indd 119-04-11 11:45

Page 25: FSA Magazine editie 03

25magazine

het lijkt misschien een vreemde eend in de bijt, de Multinational Battle. een financieel georiënteerd evenement zonder banken, traders, accountancykantoren en andere di-rect financieel gerelateerde organisaties. juist deze andere invalshoek maakt de Multinati-onal Battle een leuk en uniek evenement!Ahold, Heineken, KPN, NS en PostNL zijn allen grote organisaties met de daar-bij behorende financiële complexiteit. De Multinational Battle geeft je een kijk in de financiële wereld van deze grote organi-saties, die normaal gesproken niet direct zichtbaar zijn.

De Multinational Battle is een overkoe-pelend project dat niet alleen georgani-seerd wordt in Amsterdam, maar ook in Rotterdam, Tilburg, Groningen en Maas-tricht. Iedere stad houdt een voorronde met één multinational, waarna de beste 4 studenten van iedere stad tijdens een 3-daagse finale uitmaken welke stad zich de winnaar mag noemen. Tijdens deze finale zullen de stedenteams niet alleen van elke multinational een case doorlo-pen, ook is er ruimte om op een informele manier kennis te maken met de bedrijven tijdens de diners en borrels.

de amsterdamse voorronde

Door Philip Dijkman

Om het jaar organiseert de FSA de finale van de Multinational Battle. Dit jaar lag de organisatie van de finale in handen van de Financiële Studievereniging Rotterdam, waardoor wij ons volledig konden toeleg-gen op de voorronde, in samenwerking met Ahold. Doordat de finale en de voor-ronde niet bij één en dezelfde organisa-tie ligt, was goede communicatie met de steden onderling van groot belang. De planning van elke stad moet op elkaar zijn afgestemd, om uiteindelijk tot één geslaagd landelijk Multinational Battle evenement te komen.

Naast de standaard voorbereidingen be-horende bij het organiseren van een case evenement, maakte de promotie voor de voorronde een groot deel uit van het pro-ject. Met de multinationals kun je natuur-lijk een hele brede doelgroep aanspre-ken. Belangrijk voor ons was om te weten

wat financieel georiënteerde studenten aanspreekt bij multinationals, zodat wij hier op in konden spelen tijdens de pro-motie. Het betreden van nieuwe markten, overnames, product development, kortom (bijna) alles bij Ahold heeft een raakvlak met hun financiële afdeling. Tijdens de promotie wilden we hier dan ook echt de nadruk op leggen, om op deze manier een bekende multinational vanuit een andere invalshoek te presenteren.

Nadat de selectie door Ahold gemaakt was, kon de voorronde dan ook daadwer-kelijk van start gaan. In totaal verzamelden 20 studenten zich om Ahold vanuit een financiële bril te leren kennen. Na wat last-minute wijzigingen van de case zalen was alles uiteindelijk precies op tijd gereed om echt te gaan beginnen. Na een presen-tatie van Ahold en een introductie op de case, begon het echte werk. De diversi-teit van de financiële afdeling van Ahold kwam goed tot uiting tijdens de case. De hele keten van Ahold werd doorlopen, met hun vers-strategie als rode draad. Dit resulteerde uiteindelijk in vijf compleet verschillende presentaties van de teams, met ieder hun eigen visie. Dit mondde dan uit in een leuke discussie aan het eind van elke presentatie, juist omdat elk team zijn eigen invalshoek had meegekregen.

Net zoals tijdens de finale is het ook bij de voorronde niet alleen maar hard werken. Na afloop van de presentaties gaf de bor-rel voor iedereen de mogelijkheid om op een informele manier meer te weten te ko-men over Ahold. Maar de borrel was óók het moment van de winnaars! Na enige discussie binnen Ahold werden uiteinde-lijk de vier winnaars die Amsterdam zullen vertegenwoordigen tijdens de borrel be-kend gemaakt.

Op het moment van schrijven heeft de finale nog niet plaats gevonden. Wat natuurlijk wel duidelijk is is dat Amsterdam de eer hoog te houden heeft. Misschien een steuntje in de rug voor team Amsterdam; het team dat vorig jaar de meeste cases op zijn naam schreef werd ook geselecteerd door Ahold!

Projectreportage: Multinational Battle

de WinnAARS VAn de VooRRonde in AMSteRdAM

Page 26: FSA Magazine editie 03

26 magazine

de gRoep deelneMeRS hebben jullie zelF uitgekozen, hoe WAS het oM AAn de AndeRe kAnt VAn de SolliCitAtie-tAFel te zitten?RoDERiCK “Ik vond het erg leuk en leer-zaam. Nu weet ik precies wat ik wel en niet moet zeggen tijdens een sollicitatie.”MiCHELLE “Vier interviews op een dag was wel zwaar hoor! Je moet gecon-centreerd blijven en zo nu en dan was dat best lastig. Gelukkig wen je er wel aan na een tijdje.”

hAnne, WAt denk je dAt de gRootSte uitdAging iS VooR je?HANNE “Ik denk dat het de balans in tijd is. Er zijn altijd wel dingen die op-gepakt moeten worden voor het RP, maar je hebt ook nog je studie en je werk. Daarnaast begin ik ook te mer-ken, dat sinds we met de acquisitie zijn begonnen, er een uitdaging zal zitten in het gemotiveerd blijven gedurende het hele project. We zullen moeilijke dingen tegenkomen en dat zijn juist de momenten dat we met zijn allen (extra) gemotiveerd moeten blijven.”

kunnen jullie je Al VooRStellen hoe het zAl zijn AlS je uit het VliegVeld StApt en indiA binnenkoMt?MiCHELLE “Dat wordt een shock. Maar ik denk wel een hele mooie.”

VAn Alle pRojeCten VAn de FSA, WAAR-oM heb je juiSt VooR het Rp gekozen?MiCHELLE “Ik heb vorig jaar al een ander project bij de FSA gedaan, namelijk de Beroependagen. Dit jaar was ik toe aan een project waarmee ik naar het bui-tenland ga.”RoDERiCK “Voor mij speelt het internati-onale aspect ook een belangrijke rol. Ik wilde graag naar het buitenland voor mijn studie, helaas paste dat niet in mijn planning. Daarom wilde ik graag met het FSA Research Project naar het buitenland gaan.”HANNE “Het brede aspect van het RP vond ik heel belangrijk. Het raakt meerdere studierichtingen en niet al-leen de financiële. Uiteraard speelt ook het internationale onderdeel van het project een grote rol. Je gaat met een grote groep, 22 personen (red.), naar India en samen beleef je een fantasti-sche ervaring.”TiM “Voor mij geldt ook het internatio-nale aspect, maar ook, wat ik een groot

verschil vind met de andere commis-sies, dat dit project niet na één dag voorbij is. Je gaat zo’n twee maanden met de groep op reis en dat is voor mij de grootste reward voor al het harde werken. Dat stimuleert mij enorm.”RoDERiCK “Het mooie is ook dat het een gefaseerd proces is. Je werkt steeds naar een nieuw hoogtepunt toe. Je be-gint bij een complete commissie, dan de promotie voor deelnemers, de sollicitatie van hen en daarna het rondkrijgen van de deelnemersgroep. Vervolgens pro-beer je zoveel mogelijk opdrachten bin-nen te krijgen om uiteindelijk naar India te gaan. Pas nadat je terug bent en je je rapport hebt geschreven is het klaar.”

hoe ben je bij de FSA teReChtgekoMen?RoDERiCK “Ik was al vanaf m’n eerste jaar (passief) lid. Andere studiever-enigingen organiseren ook research projecten, maar ik koos voor de FSA omdat ik India een mooi en interessant land vind om naartoe te gaan en van-wege de allure en professionaliteit die de FSA uitstraalt.”

en de VeRWAChtingen die je hAd, zijn die WAAR gebleken?MiCHELLE “Ik vond dat andere studiever-enigingen veel softer zijn. Veel van hun leden wonen nog thuis en concentreren zich alleen maar op hun studie. Hier merk ik dat de gang van zaken profes-sioneler is en dat het sociale aspect ge-stimuleerd wordt, wat ik erg leuk vind. Ook vind ik de groep erg leuk.”

Hanne, Tim, Roderick, & Michel le

Op de bank bij Annisa

HANNE SCHLAGHECKEleeFtijd 24gebooRteplAAtS Amsterdam uniVeRSiteit Vrije Universiteit AmsterdamStudieRiChting MSc Business Administration – Strategy & organization

TiM NEUTEBooMleeFtijd 23gebooRteplAAtS HarmelenuniVeRSiteit Vrije Universiteit AmsterdamStudieRiChting MSc Business Administration – Financial Management

RoDERiK DiRCKxleeFtijd 22gebooRteplAAtS EindhovenuniVeRSiteit Universiteit van AmsterdamStudieRiChting BSc Future Planet Studies – internationale Betrekkingen

MiCHELLE WoLTERSleeFtijd 24gebooRteplAAtS DeurneuniVeRSiteit Vrije Universiteit AmsterdamStudieRiChting BSc Bedrijfskunde

"Pas nadat je terug bent en je je rap-port hebt geschreven is het klaar"

Page 27: FSA Magazine editie 03

27magazine

Op de bank bij Annisa

WendelA, hoe iS het oM in een CoM-MiSSie te zitten VooR een ACCountAn-CY pRojeCt, Met tWee ACCountAnCY Studenten, teRWijl je zelF geen ACCountAnCY StudeeRt?WENDELA “Ik moet zeggen dat ik de ac-countancy bedrijven wel anders vind dan de bedrijven die ik gewend ben, ik loop nu bijvoorbeeld stage bij een private equity bedrijf. Maar ik vind mijn commissiegenoten erg leuk! Ze zijn niet ‘doorsnee accountancy’. Bij Car-lijn had ik niet verwacht dat ze accoun-tancy zou doen, maar Yatin vind ik er wel een type voor.”YATiN “Omdat ik een bril heb zeker?!”WENDELA “Nee! Zeker niet daarom. Ik vind je heel gedisciplineerd. Bovendien ben je er al lang in geïnteresseerd en mee bezig als ik je verhalen hoor. Ik vind accountancy erg feitelijk.”

Vind jij dAt ook CARlijn?CARLiJN “Het is inderdaad wel feitelijk, voornamelijk regeltjes volgen. Ik vind ac-countancy leuk omdat je met veel verschil-lende mensen werkt. Je zit vaak bij de klant. Bovendien werk je veel samen met je team en dat maakt het werk veelzijdig. ”YATiN “Wat je nu ook ziet is dat het be-lang van de accountant toe neemt. Als je de crisis bekijkt is het heel erg belang-

rijk dat er goed wordt gecontroleerd wat er in de boeken staat. Dat dynamische waar Carlijn het over had, is ook de re-den dat ik accountancy leuk vind. Het is ook een goede start van je carrière. Het is een skill die je leert en waar je je hele carrière profijt van hebt.”

hoe beVAlt het jou oM in een CoMMiS-Sie te zitten YAtin?YATiN “Dit is de eerste keer dat ik een com-missie doe. In het begin was het wel rustig en nu begint het wat op gang te komen. Dus het begint nu echt leuk te worden.”CARLiJN “Het project krijgt nu veel meer vorm.”YATiN “We hebben deze week bedrijfs-afspraken voor het project en straks tijdens het project zelf zie ik ze weer. Ik weet al best veel over de kantoren en op deze manier kom ik bij hen allemaal langs en kan ik de verschillen zien en kij-ken bij welke ik goed pas (of welke goed bij mij past).”

hoe beVAlt de FSA jou tot nu toe CARlijn?CARLiJN “Tot nu toe heel goed, hoewel ik jammer genoeg wel steeds verhinderd ben voor de sociale activiteiten van de FSA. Ik vind het erg leuk dat er dus veel activiteiten zijn naast het organiseren van het project. Bovendien is het op de kamer ook altijd gezellig.”

iS de FSA WAt je eRVAn VeRWACht hAd WendelA?WENDELA “Ik ben vorig jaar al bij een

Carlijn, Yatin & Wendela

“ Het Alumni-netwerk van F SA is erg groot. Zo kom je altijd wel F SA’ers tegen."

aantal projecten, borrels en zelfs ALV’s geweest. Zo ben ik er een beetje in ge-groeid. Tot nu toe vind ik het echt leuk. Leuke grote groep, wel heel verschil-lend. Waarschijnlijk door de verschillen-de achtergronden. Die diversiteit maakt het erg leuk. En het alumni-netwerk. Dat is erg groot en zo kom je altijd wel FSA’ers tegen.”

WAt hoop je te beReiken Met dit pRojeCt?YATiN “Ik hoop dat het imago van ac-countancy studenten en accountancy in het algemeen verandert! Accountancy en de studenten hebben om de één of andere reden een suf imago, maar dat is totaal niet zo. Ik ben niet suf!”CARLiJN “Hahaha, dat klopt! Dat imago moet ook veranderen vind ik!”WENDELA “Nou, het begint al bij jullie hoor. Jullie zijn hartstikke gezellig en ab-soluut niet suf.”

CARLiJN CHARBoN leeFtijd 26gebooRteplAAtS WarmonduniVeRSiteit Vrije Universiteit AmsterdamStudieRiChting BSc Economie en Bedrijfs-economie – Accountancy & Control

YATiN SHARMAleeFtijd 20gebooRteplAAtS AmsterdamuniVeRSiteit Universiteit van AmsterdamStudieRiChting BSc Economie en Bedrijfs-kunde – Accountancy & Control

WENDELA HUBERleeFtijd 23gebooRteplAAtS AmstelveenuniVeRSiteit Erasmus Universiteit RotterdamStudieRiChting MSc Strategic Management

Page 28: FSA Magazine editie 03

28 magazine

hoe Vind je het bij de FSA eRiC?ERiC “Het is erg gezellig, maar vooral ook leerzaam. De training voor alle actieve leden door een professionele trainer was erg nuttig. Dat zijn van die leuke dingen die erbij komen.” WAt Vind je VAn de ACtiViteiten die buiten je CoMMiSSie WoRden geoR-gAniSeeRd?PHiLiP “Leuk. We hebben twee Actieve Leden Dagen, waarvan er één al is ge-weest. Ook doen we aan zaalvoetbal (team FSA Winstverwachting, red.) en dat is altijd heel gezellig.”ERiC “Ja dat is echt erg leuk! Het is altijd een verrassing hoeveel mensen er zul-len zijn.” PHiLiP “De ene keer zijn we net aan met z’n vijven en de andere keer kan je lek-ker doorwisselen.”ERiC “Dat fanatieke zit er wel echt in bij onze spelers. Dat is mooi om te zien. Je leert zo echt de anderen van de vereniging buiten de commissiekamer kennen. En een biertje na afloopt zorgt wel voor wat team-bonding.”

WAt iS jullie Rol binnen de CoMMiSSie?ERiC “We hebben een gelijkwaardige rolverdeling. Omdat we met z’n tweeën

in de commissie zitten verdelen we al-les onderling .” PHiLiP “Er zijn een heleboel taken die we samen oppakken.”

WAt heb je tot nu toe geleeRd?ERiC: “Hoe je met een moeilijke samen-werking omgaat. De Multinational Bat-tle is een landelijk project dat georga-niseerd wordt met studieverenigingen uit andere steden. Dit gaat soms min-der soepel dan gehoopt, maar met veel communicatie en goede feedback pak je het aan.”PHiLiP “Tegelijkertijd maakt het feit dat het landelijk is en we het organiseren met andere studieverenigingen ook een heel leuk project.”

WAt Vinden jullie een peRSoonlijke uitdAging?ERiC “Dat je heel veel uit handen geeft omdat Rotterdam (Financiële Studie-vereniging Rotterdam, red.) de hoofd-organisator van het project is. In prin-cipe vind ik het niet erg om de touwtjes uit handen te geven, maar omdat ik niet direct kan zien wat er gebeurt en we toch moeten afwachten wat Rotter-dam doet, kriebelt het bij mij wel een beetje.”PHiLiP “Ik vind dat de promotie ook een grote uitdaging is. We moeten de studenten enthousiasmeren voor een finance project met multinationals. Een link die niet geheel vanzelfsprekend is vergeleken met de banken en invest-ment partijen.”

Eric & P hilip

ERiC “Je blijft je ontwikkelen en je leert verschillende dingen gedurende het project.”PHiLiP “Dat vind ik ook. Ik wilde deze commissie doen, omdat ik wilde leren om in een kleine commissie samen te werken en om professionele ervaring op te doen door contact te hebben met de bedrijven. Ahold in de Amsterdam-se voorronde is natuurlijk erg leuk.”

WAt hopen jullie AAn het einde VAn het pRojeCt tegen elkAAR te kunnen zeggen?PHiLiP “Dat we hard hebben gewerkt om het project tot een succes te heb-ben gebracht.”ERiC “Dat we een strijdvaardige dag hebben gehad. Het zou het leukst zijn als alle studenten zich honderd pro-cent inzetten en lekker de strijd met elkaar aangaan voor een plekje in die finale.”

PHiLiP DiJKMANleeFtijd 23gebooRteplAAtS LeiderdorpuniVeRSiteit Vrije Universiteit AmsterdamStudieRiChting MSc Business Administra-tion – Strategy & organization

ERiC SToKleeFtijd 19gebooRteplAAtS UlftuniVeRSiteit Universiteit van AmsterdamStudieRiChting BSc Economics and Business – Business Studies

Op de bank bij Annisa

“ Dat fanatieke zit er wel echt in bij onze spelers”

“Er zijn een heleboel taken die we samen oppakken”

Page 29: FSA Magazine editie 03

29magazine

heRen, hoe zijn jullie in deze CoMMiS-Sie en bij de FSA teReChtgekoMen?SEBASTiAN “Ik wilde eerst meedoen met de London Banking Tour, maar daar was ik te jong voor. Ik heb daarna meer onderzoek gedaan naar de FSA en be-sloot op basis daarvan dat ik een pro-ject bij de FSA wil organiseren. Omdat ik vooral interesse heb in banking en investments heb ik ervoor gekozen om de NIC te organiseren.”LUUK “Ik ben op de Beroependagen ge-weest afgelopen december. Ik heb toen met Maxime gesproken, die in de re-dactie van het Magazine zit. Hij vertelde toen over zijn ervaringen als actief lid. Dat klonk erg goed en ik werd daardoor meteen enthousiast. Zelf vind ik beleg-gen en traden erg interessant en zo ben ik bij de NIC terechtgekomen.”

en hoe beVAlt het tot nu toe?LUUK “Erg leuk. Op dit moment zitten we met grote uitdagingen binnen de com-missie zoals acquisitie en promotie. Daar leer ik erg veel van.” SEBASTiAN “Ik vind het leuk om met een groep ambitieuze mensen te zitten,

omdat ik mij daarmee goed kan iden-tificeren. Iedereen werkt hard en is erg ambitieus, hierdoor word ik ook meer gemotiveerd. Daarnaast vind ik het di-recte contact met de bedrijven erg inte-ressant en leerzaam. Het is leuk om de real-life “bedrijfspolitiek” mee te maken.”

SebAStiAn, jij bent nu bezig Met je bACh-eloR. WAt Wil je hieRnA gAAn doen?SEBASTiAN “Ik wil heel graag m’n ba-chelor met goede cijfers afronden. Ik heb toch wel gemerkt dat cijfers best belangrijk zijn als je bijvoorbeeld in-vestment banking in zou willen komen. Daarnaast heb ik me laatst aangemeld om een half jaar aan McGill Universi-ty in Canada te studeren. Uiteindelijk hoop ik ook om m’n master in het bui-tenland te halen.”

heb jij ook plAnnen oM in het buiten-lAnd te StudeRen luuk?LUUK “Ik heb al in het buitenland ge-studeerd. Ik heb een summer school aan UC Berkeley in California gedaan. Het was echt geweldig! Berkeley is echt een super leuk stadje. Het weer was daar ook prachtig. Ik ben met veel verschillende mensen in contact geko-men. Berkeley ligt dichtbij de geweldi-ge stad San Francisco, dus daar ben ik ook meerdere keren geweest. ‘’

Woonde je in een ‘doRM’?LUUK “Ik woonde in de ‘International House’ op ‘Greek Row’. Erg grappig om te zien dat je de dingen die je in

Luuk & Sebastian

films ziet, je ook echt in de werkelijk-heid ziet: de ‘frat houses’, de feestjes met de ‘blue and red cups’, de schaars geklede studenten, etc. Ik heb echt ge-noten.”

WAt VeRWACht jij VAn CAnAdA SebAS-tiAn?SEBASTiAN “Ik hoop uiteraard ook op een gezellige tijd, maar m’n focus zal voornamelijk op m’n studie liggen. Ik heb ook van anderen gehoord dat stu-denten op McGill erg competitief zijn en dat studeren daar echt op nummer één staat.”

WAt hopen jullie Met de niC te be-Reiken?SEBASTiAN “Een succesvol project neer-zetten!”LUUK “De inschrijvingen van vorig jaar te overtreffen en ervoor zorgen dat het bedrijf (IMC) waarmee we samenwer-ken tevreden is.”SEBASTiAN “We zullen er hard voor wer-ken zodat het weer een mooi project wordt.”

LUUK JAGTENBERGleeFtijd 23gebooRteplAAtS HaarlemuniVeRSiteit Vrije Universiteit AmsterdamStudieRiChting MSc Finance

SEBASTiAN BoNGleeFtijd 20gebooRteplAAtS AmsterdamuniVeRSiteit Universiteit van AmsterdamStudieRiChting BSc Economics and Business – Economics/Finance

Op de bank bij Annisa

"Erg grappig om te zien dat je de dingen die je in f ilms ziet, ook in de werkelijkheid ziet"

" Ik heb gehoord dat studenten op McGil l erg competitief zijn"

Page 30: FSA Magazine editie 03

30 magazine

In oktober komt de commissie voor het eerst bij elkaar. de eerste brainstormsessie lijkt de toon te zetten voor de periode die komen gaat: ’s ochtends komen we bijeen terugblikkend op een mooie stapavond, we nemen een kopje koffie (dit stond stee- vast bovenaan de agenda), gaan aan de slag en vieren het einde van een produc-tieve dag met een klein hapje en drankje tot in de late uurtjes. In deze beginfase stellen we het plan van aanpak op (onze ‘chef gekke tech-nologie’ aka Thijs print een planning-schema waar menig luchtverkeerslei-der bang van wordt), stippelen we een promotiecampagne uit en bepalen we de dag-invulling tijdens het evenement. Daar waar Thijs in oktober nog dacht dat democratie de beste bestuursvorm is, bleek hij na een paar vergaderin-gen minder geënthousiasmeerd te zijn van dit beginsel. Wij, als drie vrouwe-lijke (mede)beslissers snappen dit nog steeds niet.. Ach ja, hoe dan ook de knopen zijn doorgehakt: Twintig ambi-tieuze topstudenten krijgen de unieke kans om in 4 dagen, 4 top strategy consultancy kantoren te bezoeken, 4 cases te kraken, 4 vakgebieden te er-varen en daarbij hun eigen consultant-competenties te trainen. De deelne-mende kantoren – in navolging van een geslaagd concept afgelopen jaar zijn weer present: McKinsey & Company, Bain & Company, Booz & Company en the Boston Consulting Group. Die ie-der zichzelf in één dag optimaal zullen

CoNSuLTANCy IN oPTImA formA

len in cultuur en mensen en eveneens het beleven van strategy consulting to the max!

Tijdens de promotie, die begin no-vember begon, ging leven of begon te leven. Als heuse ambassadeurs verte-genwoordigen we Consultition op onze eigen universiteiten (UVA, VU, EUR en UU) (als je het ons vraagt ligt hier ‘the competitive advantage’ van deze com-missie dat heeft geleid tot een record aantal aanmeldingen) en schakelen we de hulp in van het eigen trouwe Consul-tition alumni-netwerk. En dit wierp zijn vruchten af! Als een waar high-potential recruitment bureau ontvingen wij zelfs aanbevelingsmails: ‘Ik hoorde dat de heer X zich heeft aangemeld, ik heb veel met hem samengewerkt, het is een zeer capabele, slimme en vriendelijke kerel, die zeker het overwegen waard is’. Ver-der probeerden we via diverse (en naar eigen zeggen alle) kanalen studenten te bereiken in alle universiteitssteden van Nederland. De website werd geoptima-liseerd, ‘social network’-pagina’s aan-gemaakt, blackboard gespamd, pro-fessoren tot directeuren gestalkt, zuilen behangen met posters, flyers, flyers en nog eens flyers uitgedeeld, vele ‘social talks’ gehouden met een overheersen-de - call to action - erin, fietslampjes uit-gedeeld (na de promotie van Consultiti-on is er geen student meer die er tijdens zijn studenttijd eentje zal aanschaffen en heeft de Hema geklaagd dat de af-zet is gehalveerd), studieverenigingen aangeschreven, mailings ingekocht,

Projectreportage: Consultition

presenteren: Overdag inhoudelijk door middel van de bedrijfspresentatie, case en training en ’s avonds informeel tijdens de borrel, het diner en dansen. Waar het op papier lastig onderscheid te maken is tussen de kantoren, zal de kracht van dit project voornamelijk lig-gen in het ontdekken van de verschil-

dAg 1: the boSton ConSulting gRoup

Page 31: FSA Magazine editie 03

31magazine

Door Amber Harms

partnerschappen aangegaan en zijn er collegepraatjes gehouden. Honderden kilometers zijn ervoor afgelegd van Am-sterdam tot Eindhoven, van Twente tot aan Delft, en alle student-gerelateerde-facebook-pagina’s met meer dan 100 likes werden verblijd met een berichtje van Consultition. Alles om Consultition zo goed mogelijk op de kaart te zet-ten. Met als ultieme doel: De topaca-demicus van Nederland binnen te halen die vergaande interesse heeft in stra-tegy consultancy én buiten deze twee ‘checks’ ook nog eens gewoon een leuk persoon is. Geen gemakkelijke opgave.

Vanaf begin december leefden wij als commissie toe naar vrijdag 16 decem-ber: Dé dag van (zo voelde het: ons leven) de deadline voor inschrijving. De refresh-knop van één van onze com-puters had het al snel begeven. En ja, het is waar wat ze over studenten zeggen: we doen alles het liefst op het laatste moment. Een betere spreiding van de aanmeldingen was voor onze hartleeftijd misschien wat beter geweest, maar ach.. de ontlading was des te groter. Met meer dan 200 aanmeldingen verspreid over heel het land en een batch prachtige CVs en cijferlijsten hoor je ons niet klagen! We hebben ons doel – die gedurende de periode al een paar keer fictief naar be-neden was bijgesteld onder invloed van paniekaanvallen – ruimschoots overtrof-fen. Eerste adempauze.

Na de kerst de volgende fase van het project brak aan. De selectieprocedu-re. Begin januari werden de inschrijvin-gen doorgestuurd naar de deelnemen-de bedrijven; aan hen de vraag hun top 20 samen te stellen. Aan de hand daar-van zijn 50 studenten uitgenodigd op gesprek bij de commissie. Wij, klaar-gestoomd door een interviewtraining van Booz & Company, hebben deze in ongeveer één week erdoorheen ‘gejaagd’. Erg veel leuke, interessante en goede gesprekken kwamen hier-uit voort. De doorslaggevende factor was de motivatie van de kandidaten, voor strategy consulting, voor Con-sultition en tenslotte voor zichzelf. Deze spannende week werd afgeslo-ten op woensdag 20 januari toen de selectie bekend werd gemaakt. Feest-jes werden gebouwd aan de andere kant van de lijn, maar ook tranen weg-geslikt. Een lastige dag voor een paar van ons (laten we het maar weer op het verschil tussen de man en de vrouwen houden), maar ook eentje om te vieren met pizza en prosecco!

In de aanloop naar de week die op maandag 6 februari zou beginnen wer-den de laatste voorbereidingen getrof-fen: Het draaiboek in elkaar gedraaid, het deelnemersboekje gedrukt, routes berekend, cadeaus uitgezocht, taxi-busjes besteld en de laatste remin-dermails verstuurd. Maar ook werd er

Projectreportage: Consultition

kennis met elkaar gemaakt tijdens een champagne tasting. De groep klikte en de glazen klonken; een betere start voor een prachtig evenement konden wij ons niet wensen. In een roes (let-terlijk én figuurlijk) gingen wij naar huis.

de WeekDe sneeuw getrotseerd, uitgevallen en vertraagde treinen overwonnen, wor-stelend met bagage en balancerend op hoge hakken en leren zolen op het ijzi-ge trottoir komen de deelnemers van Consultition 2012 maandagochtend 6 februari aan op de Zuid-as. Vanuit heel het land komen ze, en zijn ze gekomen; de één om 6.30 uur vertrokken, de an-der opgesmukt met Uggs onder het pak en één commissielid uitgerust met een livestream verbinding met de NS, alles werd uit de kast gehaald om het win-terse weer de baas te zijn. Wat betreft het eerste complexe ‘real life’ vraag-stuk: Een krulletje voor (bijna) alle deel-nemers. Een verwijzing naar de barre weersomstandigheden zal later deze dag terugkomen in ‘de Kleine’. Voor het zover is. Meeting in de Board Room bij the Boston Consulting Group waar een twintigtal gemêleerde studenten – behalve dan in naam, denk aan: Bas, Bob, Job, Joppe – zich heeft gemeld. Nog napratend over de eerste ken-nismaking afgelopen week en voor-uitkijkend op de week die komen gaat wordt het startsein voor Consultition gegeven.

dAnkWooRdOp deze plaats, en bovenal zeer op zijn plaats, willen wij ten eerste de deelnemende kantoren bedanken voor de gastvrijheid, de openheid en de in-spanning die jullie hebben geleverd om er een memorabele dag van te maken en in het bijzonder voor het enthousi-asme waarmee jullie de dagen gestalte hebben gegeven. Vervolgens willen we de kandidaten stuk voor stuk bedan-ken voor de inzet, de gezelligheid, de mooie gesprekken en de humor, het delen van jullie passie en de positieve bijdrage die een ieder geleverd heeft aan de groep! Dank daarvoor, en hope-lijk zien we jullie allemaal bij de reünie!

“ de gRoeP klIkTe en de glazen klonken"

Page 32: FSA Magazine editie 03

32 magazine

dEELNEmErSvErSLAG CoNSuLTITIoN

Ik ben een Masters student Waterbouw aan de faculteit Civiele Techniek van de TUDelft en op het eerste gezicht dan ook niet helemaal op mijn plaats hier. Wat me echter meteen opviel en beviel aan de deelnememde groep studenten was de diversiteit van de achtergronden van alle deelnemers; van bussiness tot nanotechnologie en Maastricht tot Groningen, van alles een beetje. Stuk voor stuk hele aardige en gezellige studenten klaar voor het event in hartje Amsterdam.

Mijn verwachtingen waren vooraf hoog gespannen, mede omdat een deel van het programma met opzet geheim was gehouden. Ik verwachtte tijdens het event een goed beeld van consulting in het algemeen en de deelnemende bedrijven in het bijzonder te krijgen. Hoe cliché het ook mag klinken, ik was voornamelijk extreem benieuwd naar de verschillen tussen de bedrijven on-derling. Tenslotte leek het me waan-zinnig leuk om met een gemotiveerde

groep studenten een week lang door Amsterdam te racen op bezoek bij be-drijven die me al een tijd boeien.

Maandag The Boston Consulting Group, dinsdag Booz & Company, woensdag Bain & Company en donder-dag afsluiten bij McKinsey & Company; een programma om U tegen te zeggen. Zeven uur op, om elke dag vervolgens om negen uur stipt op de stoep te staan bij de verschillende kantoren. Ont-vangst, bedrijfspresentatie, training, lunch, case, presentaties en als afslui-ter vaak de werkwijze en aanbevelingen tijdens de echte gang van zaken. Na deze superintensieve en leerzame dag-programma’s begon daarna echter deel twee van de dag; de borrel, het avond-eten en tenslotte nog een klein drankje in 1, 2 of 3 andere tenten; slapen doe je thuis maar weer!

Terugkijkend kan ik zeggen dat mijn verwachtingen van dit event meer dan waargemaakt zijn. De cases die elke

dag in groepsverband werden getac-keld geven een heel goed beeld van het werk wat deze kantoren doen. Het ver-baasde me hoe dicht sommige groepen in de buurt kwamen van de oplossin-gen van de kantoren zelf; mede danzij de enthousiaste begeleiding vanuit de kantoren tijdens de cases. De openheid van de kantoren over consulting in het algemeen sprak me ook erg aan. Het is hard werken, maar wel in een omgeving met hele sociale, gemotiveerde en ge-zellige mensen. Dat brengt me ook met-een bij het punt dat me het meest heeft aangesproken tijdens de hele week, de sfeer in de afzonderlijke kantoren. Consultition heeft mij een waanzinnig kijkje in de keuken bij alle bedrijven gegeven. Binnen 5 minuten merk je de subtiele verschillen tussen de kantoren en de mensen die er werken waar ik juist zo benieuwd naar was. Als ik daar-bij de super gezellige groep studenten waar ik mee op stap was optel kan ik niet anders dan concluderen dat ik heb genoten!

na een selectie op cv’s en cijferlijsten door de deelnemende bed-rijven en een pittig gesprek met de organiserende commissie van de Fsa was het maandag 6 Februari dan zover: consultition 2012!

Deelnemersverslag Consultition Door Robert Hasselaar

Page 33: FSA Magazine editie 03

33magazine

Door Robert Hasselaar

Booz & Company is een toonaangevende management consultancy firma die getalenteerde studenten een uitdagende carrière biedt.

Wij adviseren cliënten in het topsegment van het internationale bedrijfsleven, overheden en non-profitorganisaties. Met deze partijen werken wij nauw samen om voor hen essentieel voordeel te creëren en te realiseren.

Interesse in een carrière bij Booz & Company? Kijk op www.booz.nl

Page 34: FSA Magazine editie 03

34 magazine

Beste lezer, Dit keer een wat jéjune column, een garen ont-ward uit een kluwen hersenspinsels. Ik hoop in eerdere uitga-ves je niet verveeld te hebben, je geen hartslagen te hebben gekost die je liever ergens anders voor had gebruikt. We heb-ben er maar een eindig aantal, natuurlijk.

Wat je met deze hartslagen doet is aan jou. Of niet. Volgens veel filosofen bestaat de vrije wil namelijk niet, zijn je acties de som van je ervaringen. Determinisme. Zo beargumenteerd is het rechtssysteem dus grotendeels zinloos. Ex ante zal het niet uitmaken in de keuze een misdaad te begaan, voor een persoon die geen ervaringen heeft op het gebied van straf e.d. Vrije wil was volgens Nietzsche een causa sui argument, het zou een oorzaak van zichzelf zijn en daarom niet gel-dig. Vrije wil bestaat omdat we graag willen dat het bestaat, om ons in control te voelen.

Ook fysisch gezien bestaat het concept vrije wil omdat men nu eenmaal de sommen niet kan oplossen die menselijk ge-drag zouden voorspellen aan de hand van alle kleine deeltjes die daarin een rol spelen. En voor economie geldt hetzelf-de. De denkwijzen van alle spelers kunnen we niet nagaan, ook omdat deze niet altijd rationeel handelen. Dan zouden casino’s, loterijen e.d. niet bestaan. Rationeel gezien, heeft een casino helemaal geen bestaansrecht. Een negatieve winstverwachting. Hier komen de lampjes, het groene vilt en de andere prullaria om de hoek kijken. In veel wetenschap-pen, waaronder economie, observeren we dus het geheel en doen zo uitspraken.

Maar wat als we wel individueel konden kijken. Bijvoorbeeld met een enorm aantal utility functions voor alle bewoners van de planeet. Wat voor inspanning heeft men waarvoor over. Laten we hierin dan ook het determinisme volgen en aanne-men dat de utility functions sommen zijn van alle ervaringen?

Als je al deze functies zou kunnen observeren, zou je dan precies kunnen zien hoe je van iemand iets gedaan krijgt? Wat je moet aanwenden om de utility van deze persoon te verhogen voor datgene wat je hem of haar aanbiedt? Als je de belangrijke determinanten van de functie van iemand kent, kun je de persoon bespelen als een fijnbesnaarde piano. Het enige verschil met dit scenario is dat in realiteit je moet schat-

ten welke variabelen de meeste impact hebben om ze aan te wenden in je voordeel. Sales. Een bundel aan utility functions verschuiven doen marketing, communicatie, rechtsgeleerd-heid. Tel hierbij de wetenschappen op die het onderzoeken van deze functies in welke vorm dan ook doen, en je dekt het grootste gedeelte van de wetenschappen af. Vanuit verschil-lende perspectieven worden we dus al gezien in functies en dit klinkt erg mechanisch. Logisch, er is immers geen vrije wil. En het werkt niet alleen zo bij het verkopen van iets, maar dit kan met elk mogelijk doeleind en het kan een stuk subtieler dan met geld of seks. De beste perceptie is de nieuwe spier-kracht, de beste schatter van iemand’s functie de nieuwe alfa. Zijn we dan echt niet meer dan consumenten? Dieren? Responsborden?

Eigenbelang is de fundering van menselijk gedrag. Als ie-mand utility haalt uit het bouwen van scholen in Bolivia, is deze persoon dan sociaal of even egoïstisch als de rest van de wereld? Hij maximaliseert enkel zijn functie. Wat dan als een tweede persoon zijn utility function maximaliseert waarbij de klinkende munt het hoogste goed is? Dit is de som van zijn ervaringen. Het is niet beter of slechter, niet goed of kwaad. Zo lang het model zo loopt dat hij positieve utility haalt uit het verdienen van een extra euro, zal dit zijn keuze zijn. Als men anderen opzettelijk schade berokkent in het najagen van zijn functie, bestaat het rechtssysteem binnen deze gedachte om die persoon met een onwenselijke utility function weg te nemen uit de maatschappij, en deze functie te veranderen door de straf als ervaring in het etsplaat te krassen. Als we typen gedrag willen voorkomen, moeten we dus de modellen anders inrichten, utilities temperen waar ongewenst.

Dit is de discussie die ik heb met mensen die een topban-kier afdoen als een moderne Mephistopheles, wijzend op de vergoedingen, met name in voor het bedrijf zware tijden. Straf het af waar je kunt. Conditioneer. Verbeter de modellen. Maar doe niet hypocriet.

de eTsPlaaT

door PaUl naP

" IT Is aBsURd To dIvIde PeoPle InTo good and Bad. PeoPle aRe eITheR chaRMIng oR TedIoUs."

-oscaR WIlde

Column

Page 35: FSA Magazine editie 03

35magazine

WAt: ek BeachvolleyBal 2012De European Beach Volleyball Cham-pionship Finals komen er aan. De beste beach volleyballers van Europa komen naar Den Haag om te strijden om de Europese titel. Het is de laatste kans voor teams om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen van 2012.WAAR: The Hague Beach Stadium, ScheveningenWAnneeR: 30 mei t/m 3 juni

WAt: holland FesTIval 2012-02-11Het Holland Festival is een staalkaart van spraakmakende artistieke projec-ten van over de hele wereld. Het fes-tival presenteert jaarlijks in juni een uitgebreid programma met theater, muziektheater, dans, westerse en niet-westerse muziek, film en alle mogelijke kruisbestuivingen. WAAR: AmsterdamWAnneeR: 1 t/m 28 juni

WAt: da BoUnce coMedy nIghTDa Bounce Comedy Nights staat be-kend om de bruisende beleving en de internationale uitstraling. De eigentijd-se formule, de locaties, het uitbundige publiek en de sterke line-up zorgen elke editie voor een uniek spektakel en een overweldigende sfeer die je maar zelden meemaakt.WAAR: MeervaartWAnneeR: 15 juni

WAt: TasTe oF aMsTeRdaMEr kan weer uitgekeken worden naar de tongstrelende smaaksensaties die Taste of Amsterdam dit jaar voor u in petto heeft. Dit jaar kunt u in de lente-zon genieten van alle heerlijkheden in het Amstelpark. WAAR: AmstelparkWAnneeR: 31 mei t/m 3 juni

Uitgaan

WAt: skRIllexSkrillex maakt deel uit van een nieuwe generatie elektronische artiesten die het hokjesdenken ver achter zich la-ten liggen. Genres zijn onbelangrijk: tijdens explosieve shows volgen dub-step, electro en glitch elkaar in een ra-zend tempo op.WAAR: Heineken Music HallWAnneeR: 28 april

WAt: sPoken BeaTZangeres en performance poet Jean-nine Valeriano presenteert Spoken Beat Night. Topmusici uit de wereld van de geïmproviseerde muziek delen het podium met bekende schrijvers of performers.WAAR: Sugar FactoryWAnneeR: 18 mei

WAt: oeFenInTeRland nedeRland – nooRd-IeRlandTer voorbereiding op het EK 2012 speelt het Nederlands Elftal de laatste wedstrijd tegen Noord-Ierland. Een laatste kans om te zien of Oranje in staat is om dit keer mét beker over de grachten te varen. WAAR: Amsterdam ArenAWAnneeR: 2 juni

the diCtAtoR (koMedie)Sacha Baron Cohen maakt een comeback als de dictator van de fictieve republiek van Wadiya.

Men in blACk iii (SCi-Fi)Nostalgie. In het derde deel reist Agent J terug in tijd om een alien te stoppen die anders Agent K zal vermoorden.

MARgin CAll (dRAMA)De hoofdpersonen van een invest-ment bank worden 24 uur gevolgd tijdens de beginfase van de financi-ele crisis.

muST SEE

Page 36: FSA Magazine editie 03

36 magazine

Interview Maurits Kruithof

nog geen week geleden publiceerde de Parlementaire enquê-tecommissie Financieel stelsel, commissie-de Wit II, haar eind-rapport. een aantal weken daarvoor namen wij een exclusief in-terview af met onderzoeker van commissie-de Wit II, Maurits kruithof. de uiterst chique lobby van vijfsterrenhotel ‘The dylan’ aan de keizersgracht vormde het decor van dit gesprek.

CoMMiSSie-de Wit i en ii Op 16 november 2010 werd de Parle-mentaire Enquêtecommissie Financi-eel Stelsel, met voorzitter Jan de Wit, aangesteld om onderzoek te verrich-ten naar de miljarden aan publiek geld dat door de toenmalige overheid eind 2008 en begin 2009 werd uitgegeven. De rol van het kabinet riep veel vragen op in de Tweede Kamer zoals; waren de overheidsingrijpen eind 2008, be-

gin 2009 nodig? Hoe zorgvuldig zijn de crisismaatregelen tot stand gekomen? Waren de financiële risico’s niet te groot? Om antwoord te krijgen op deze vragen zette de Tweede Kamer het zwaarste politieke middel in dat er is: de parlementaire enquête. Dit middel wordt zelden door de Kamer gebruikt, gemiddeld één keer in de tien jaar vindt er een parlementaire enquête plaats. Voor deze parlementaire enquête wer-

den alle hoofdrolspelers van de finan-ciële crisis; bankiers, toezichthouders, ambtenaren en politici, opgeroepen om onder ede verantwoording af te leggen. “Commissie-De Wit I was een parle-mentair onderzoek naar de oorzaken van de crisis, de credit default swaps, de gevolgen van de val van de Lehman Brothers en de subprime markten. Het voornaamste doel hiervan was om de Kamer te informeren hoe het finan-

CommISSIE dE WIT

Page 37: FSA Magazine editie 03

37magazine

Door Maxime Schmitt & Kasper Faas

cieel stelsel in elkaar zit en aanbevelin-gen te doen voor de verbetering van de financiële sector. Deel twee van deze commissie, een parlementaire enquê-te, gaat specifiek over zes onderwer-pen. Het eerste onderwerp betreft de deelname van de staat in Fortis/ABN AMRO. Aanvankelijk betaalde de staat 16,8 miljard euro voor de aandelen van Fortis Bank Nederland inclusief de ABN AMRO onderdelen. Later bleken aanzienlijke extra investeringen nodig en werd uiteindelijk besloten Fortis Bank Nederland en ABN AMRO samen te voegen tot een nieuwe ABN AMRO Bank. Het tweede onderwerp betreft de kapitaalverstrekkingsfaciliteit aan ING, AEGON en SNS REAAL, voor res-pectievelijk 10 miljard, 3 miljard en 750 miljoen euro. Dit kapitaal werd aan de banken verstrekt om het eigen vermo-gen van deze banken te versterken. De voorwaarde hiervoor was dat de ban-ken fundamenteel gezond en levens-vatbaar waren. De garantieregelingen voor bancaire leningen met een pla-fond van 200 miljard euro vormen het derde onderwerp van Commissie-De Wit II. De Staat gaf op grond van deze faciliteit garanties af op leningen aan banken. Uiteindelijk heeft de Staat voor een bedrag van 50 miljard euro aan ga-ranties verleend. Het vierde onderwerp betreft het depositogarantiestelsel. In 2008 maakte toenmalig minister van Financiën Wouter Bos bekend dat de dekking van dit Nederlandse deposi-togarantiestelsel werd verhoogd tot €100.000. Dat betekent dat bij een fail-lissement van een bank de spaargel-den tot dit bedrag gegarandeerd zijn. De voorfinanciering van de uitkering depositogarantiestelsel IJsland in de zaak IceSave is het vijfde onderwerp van de parlementaire enquête. Na het omvallen van Landsbanki werden de tegoeden van Nederlandse spaarders tot € 100.000 gegarandeerd. Het to-tale bedrag aan IceSave spaargelden

dat door de Nederlandse Staat gega-randeerd werd bedroeg €1,3 miljard. Het zesde en laatste onderwerp waar Commissie-De Wit II zich op richt be-treft de back-up faciliteit van ING. In 2009 stelt de Staat voor ING een spe-ciale regeling op waarmee de Staat een garantie afgeeft voor tachtig procent op een portefeuille Amerikaanse hypothe-ken, de zogenaamde Alt-A portefeuille. Deze regeling wordt de Illiquid Assets Back-up Facility (IABF) genoemd. Bij al deze zes onderwerpen ligt de focus primair op de staatsingrepen, de rol van Tweede Kamer en het handelen van de betrokken autoriteiten.”

de ondeRzoekSFASen VAn de Wit iiIn maart 2011, 4 maanden na de start van het project, voegde Maurits Kruithof zich bij de commissie. Op dat moment was hij net anderhalve maand met zijn masterscriptie bezig onder bege-leiding van Arnoud Boot. “Mijn scrip-tievoorstel was net goedgekeurd en ik stond op het punt te beginnen met schrijven toen Boot met de vacature kwam voor onderzoeksmedewerker bij Commissie-De Wit II. Boot is lid van de klankbordgroep die de enquêtecom-missie adviseert. Tijdens een verga-dering kreeg hij de vraag of hij iemand kende van de universiteit die het team zou kunnen versterken. Achteraf kan ik een gat in de lucht springen dat hij met deze vacature naar mij is gekomen. Ik heb dan ook meteen ja gezegd.” Maurits’ allereerste bezoek aan de Hofstad stond in het teken van de sol-licitatieprocedure voor de commissie. Na deze procedure goed te hebben doorstaan, tekende hij een fulltime con-tract inclusief geheimhoudingsclausule met betrekking tot alle vertrouwelijkhe-den waar hij tijdens zijn werkzaamhe-den op zou stuiten. Dit betekent helaas dat hij weinig op inhoudelijkheden kon in gaan en het gesprek vooral ging over de werkzaamheden van de enquête-

commissie en zijn rol hierin. “Ik ben één van de negen onderzoekers van de commissiestaf. Mijn eerste maan-den stonden in het teken van dossier-onderzoek. Tijdens deze fase hebben we meer dan 200 meter aan dossiers doorgespit. Er is een taakverdeling gemaakt en iedereen heeft individu-eel honderden documenten, e-mails, notulen, notities en andere stukken bekeken en bestudeerd. Uiteindelijk moest de kern uit die stukken wor-den gehaald, de verhaallijnen worden geanalyseerd en beoordeeld worden wat er goed en fout is gegaan. Vervol-gens moest dit allemaal puntsgewijs worden samengevat en gerapporteerd aan de commissieleden.”

“Na de afronding van het dossier-onderzoek zijn we begonnen met de besloten voorgesprekken. Dat zijn be-sloten gesprekken waar inhoudelijk nooit iets over naar buiten wordt ge-bracht. Het doel van deze gesprekken was om te verifiëren of de verklaringen overeenkwamen met wat was onder-zocht, of iedereen hetzelfde zegt over dezelfde feiten en waar de moeilijkhe-den liggen. Deze gesprekken waren in-formeel, maar het was zeer belangrijk om gedaan te hebben.”

De derde fase stond in het teken van de directe voorbereiding op de open-bare verhoren. “Ik heb gewerkt aan de vragenlijsten die gebruikt zijn tijdens de openbare verhoren. Het belangrijk-ste tijdens deze fase is dat je als staf de commissieleden goed voorbereid. Zij moeten zelf de vragenlijsten goed begrijpen en zich er comfortabel bij voelen. Voor ons als team was het zaak om hen klaar te stomen voor de belangrijke verhoren, waarbij de getui-gen onder ede staan.”

Na deze uitgebreide voorbereiding, ging in november de fase van de openbare

" vooR MIj PeRsoonlIjk WaRen de oPenBaRe veRhoRen een hoogTePUnT van MIjn WeRk-zaaMheden als coMMIssIeondeRzoekeR."

Page 38: FSA Magazine editie 03

ℜς ϓ℘ ΞΒ⇓ ∗ ∨ ⎥⎦W.we∼kΨn bij mΕzars. ⇔ ←.

Mazars is ontstaan uit een fusie tussen Mazars en Paardekooper&Hoffman

Ga verder met Mazars.

0475.00.596 WT Niets BS_210x297_FC.indd 1 21-08-2008 11:14:10

Page 39: FSA Magazine editie 03

39magazine

Interview Maurits Kruithof

verhoren van start. “De openbare verhoren staan voor een groot deel in het teken van verantwoording la-ten afleggen door de getuigen en het verzamelen en witten van informatie. Hier werden de feiten gecheckt en gezorgd dat de waarheid boven water komt. Voor mij persoonlijk waren de openbare verhoren een hoogtepunt van mijn werkzaamheden als commis-sieonderzoeker. Dit was natuurlijk heel spannend, omdat het allemaal live is en je maar één kans hebt om het goed te doen. Het is uiterst spannend om te zien of de getuigen hun volledige me-dewerking verlenen tijdens de verho-ren. Ze kunnen bijvoorbeeld kortaf zijn, zeggen dat ze het niet meer weten of om de vragen heen draaien. Anderen

zeggen juist precies wat je wilt ho-ren. Die afwachting en spanning geeft een enorme drive omdat je tijdens zulke weken een soort van adrenaline opbouwt.”

het politieke Spel Zoals eerder beschreven is een parle-mentaire enquête een politiek instru-ment. Toch zijn er duidelijke verschillen met de handelswijze van de enquête-commissie en de manier waarop da-gelijks politiek bedreven wordt in de Tweede Kamer. “De Kamer is sterk ge-richt op de actualiteiten in de debatten die met ministers en staatssecretaris-sen worden gevoerd. Een parlementai-re enquête daarentegen, is tijdens het onderzoek juist gefocust op histori-

sche gebeurtenissen en besteedt min-der aandacht aan de actualiteit.” Naar-mate het interview vorderde, dachten we kans te zien om het gesprek rich-ting de gevoeligheden en vertrouwe-lijkheden te leidden. Helaas werd dui-delijk dat Maurits zich in korte tijd de politieke kneepjes van Den Haag had toegeëigend en niet te verleiden was tot het uitlekken van smaakmakende details. Over de zaak ‘Dion Graus’, die zelf uit de commissie was gestapt, liet hij weinig los toen wij hem daar-over een vraag stelden. “Hij heeft één openbaar verhoor met een voormalig topman van ABN AMRO gedaan. Waar een misverstand over is ontstaan, is dat Dion Graus niet zou weten dat ABN AMRO genationaliseerd is, dat wist hij uiteraard wel. In werkelijkheid was zijn vraag waarom niet enkel ABN AMRO genationaliseerd is. In de media is dat anders opgepakt.”

den hAAg, de tWeede kAMeR en nieuWSpooRt Als je maandenlang op het terrein van de Tweede Kamer werkt ontkom je niet aan ‘Hofstads’ bekendste kroeg ‘Nieuwspoort’. “Daar heerst altijd een soort van mythe over; de Nieuw-spoortcode; je mag nooit iets wat er in Nieuwspoort gezegd wordt naar buiten brengen. De zomerbarbecue om het zomerreces in te wijden heb ik mee-gemaakt en met kerst hebben we daar een borrel gehad. Joost Eerdmans vervult bij die gelegenheden de rol van dj en draait de hele avond plaatjes. Er komen dan ministers, Kamerleden en journalisten op af en dat gaat dan tot 4 uur ’s nachts door.”

Inmiddels zit het commissiejaar voor Maurits erop en kan hij terugblikken op een unieke ervaring. “Ik heb geleerd hoe ministeries functioneren, hoe het ambtenarenapparaat werkt en hoe een minister geïnformeerd wordt. Daar-naast heb ik gezien hoe DNB werkt en haar rol als toezichthouder vervult. Je bent als enquêtecommissie als het ware een spin in het web, je hebt in-zicht in de banken, je hebt inzicht in het toezicht en in de politiek. Je hebt een helikopterview van alles en dat maakt je als commissie heel uniek en sterk. Wij zien alle schakels.”

" oM anTWooRd Te kRIjgen oP deze vRagen zeTTe de TWee-de kaMeR heT zWaaRsTe Po-lITIeke MIddel In daT eR Is: de PaRleMenTaIRe enQUêTe.”

Van links naar rechts: MAuRitS kRuithoF, job dAeMen (beide ondeRzoekeR) en nAtAlie koot (ondeRzoekSCoöRdinAtoR)

Page 40: FSA Magazine editie 03

40 magazine

Het gaat om veel geld. En het gaat om belangrijk geld. Geld dat van ons allemaal is. En dat besteed wordt aan zaken met een grote maatschappelijke impact. Zaken als milieu, veiligheid, onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur.

Het is jouw taak om het � nancieringsbeleid voor te bereiden. Om te zorgen dat een departement een correcte begrotings- en controle-cyclus volgt. Of om de staatsschuld te beheren en geld te lenen op de kapitaalmarkt. Iedere beslissing vraagt om nieuwe berekeningen.

En die kunnen weer tot nieuwe beslissingen leiden. Dat maakt dit werk dynamisch, interessant en vooral uitdagend. Kun jij die verantwoor-delijkheid aan?

We zoeken frisse, � nanciële professionals met een afgeronde studie economie, econometrie of bedrijfskunde, een � inke dosis enthousias me en a� niteit met maatschappelijke issues.

Meer weten? Kijk op www.� nancials.werkenvoornederland.nl

www.werkenvoornederland.nl

Startende fi nancials voor de Rijksoverheid

Een baan waarin je elkmiljard moet omdraaien

Page 41: FSA Magazine editie 03

41magazine

FSA meets: RijksoverheidbedRijFSpRoFielRIjksoveRheId

pRoFiel inteRVieWeeFleUR BRoUWeRsleeFtijd28 jaar

opleidingMaster financiële economie, Radboud Universiteit Nijmegen

neVenACtiViteiten tijdenS opleidingBestuur en diverse commissies van Economische Studenten Vereniging (ESV) in Nijmegen. in 2008 Summer School gevolgd in Finland over het thema Corporate approaches to sustainable consumption

AAntAl jARen ACtieF bij RijkSoVeRheidSinds september 2008

AAntAl lAnden geVeStigd1 (exclusief ambassades en consulaten in het buitenland)

AAntAl MedeWeRkeRS nl & WeReldWijd120.000

geMiddelde leeFtijd ondeR peRSoneel45 jaar

SeCtoRoverheid

Aan het einde van mijn studie financiële economie heb ik mij voor diverse traineeships aangemeld. Bij de Rijksoverheid, maar ook bij meerdere banken. Ik wist nog niet waar mijn in-teresse precies lag. Uiteindelijk heb ik voor het Rijkstrainee-programma gekozen, omdat ik me graag wilde bezighouden met onderwerpen die het hele land aangaan. Onderwerpen waarbij sprake is van publiek belang, en niet alleen het com-merciële belang van één speler.

kenniSMAkenHet Rijkstraineeprogramma duurt twee jaar. Ik werkte deze hele periode bij het ministerie van Financiën. In mijn eer-ste jaar kwam ik terecht bij de Inspectie der Rijksfinanciën. Deze afdeling beoordeelt de begrotingen van alle ministe-ries en geeft hierover advies aan de minister van Financiën. Ik was mede verantwoordelijk voor “Jeugd en Gezin” en droeg bij aan de besluitvorming over belangrijke thema’s als kinderbijslag en jeugdzorg. Ik vond het erg prettig dat ik tijdens mijn traineeship kennismaakte met het werk op ver-schillende afdelingen van de Rijksoverheid. Zo kon ik later beter keuzes maken.

ReChteRhAnd VAn de dgNa afloop van mijn traineeship ging ik aan de slag bij het mi-nisterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Een heel andere omgeving dan het ministerie van Financiën. Bij het ministerie van Financiën richt je je vooral op de grote lij-nen en zorg je dat de uitgaven binnen de begroting blijven. Bij het ministerie van VWS sta je dichter bij de samenleving; de bezuinigingen in de zorg raken ons bijvoorbeeld allemaal. In de eerste anderhalf jaar bij VWS hield ik me niet bezig met financiële zaken en dat miste ik wel. Maar sinds 1 februari heb ik een nieuwe functie als stafadviseur en coördinerend finan-cieel adviseur van de directeur-generaal (DG) Curatieve Zorg. Ik ben in deze functie de rechterhand van de DG en heb voort-durend contact met hem over de financiële besluitvorming.

Momenteel zijn we druk met de voorbereidingen voor de vol-gende coalitiebijeenkomsten over de nieuwe benodigde be-zuinigingen. Ik zet de cijfers van de zorg op een rij en overleg met de DG over hoe we de minister kunnen adviseren.

blijVen dooRgRoeienWat ik zo bijzonder vind aan werken voor de Rijksoverheid, is dat er echt iets gebeurt met de dingen die ik schrijf en doe. Het komt bijvoorbeeld weleens voor dat ik een beleidstekst of een spreektekst voor de minister schrijf en die dan letter-lijk terug hoor tijdens een Tweede Kamerdebat. Dan denk ik: yes, dat is mijn tekst! Verder vind ik het belangrijk dat ik bij de Rijksoverheid een brede blik kan houden en er voldoende doorgroeimogelijkheden zijn. De Rijksoverheid stimuleert medewerkers om geregeld van functie te wisselen, om te voorkomen dat ze te lang in dezelfde functie blijven hangen. Ik vind dat heel goed. Door af en toe met een nieuwe functie te starten, zorg je dat je werk altijd uitdagend blijft.

buSineSS CouRSeStudenten die hun economische opleiding bijna hebben af-gerond en een carrière bij de overheid overwegen, raad ik aan om deel te nemen aan de Studentendag van het minis-terie van Financiën. Ik vond het destijds lastig om te bepa-len of werken bij de Rijksoverheid bij mij zou passen, en de Studentendag was heel verhelderend. Zo kreeg ik een goe-de indruk van de organisatie en de sfeer op het ministerie.

inteReSSe in het RijkStRAineepRogRAMMA?Het Rijkstraineeprogramma biedt je de kans op een carri-ère met inhoud. Als trainee doe je namelijk veel ervaring op met het ontwikkelen van beleid en het uitvoeren van (deel)projecten op verschillende plaatsen binnen de Rijksover-heid. In 2012 start weer een nieuwe groep Rijkstrainees. Je kunt je hiervoor aanmelden van 2 t/m 16 april, uitsluitend via www.werkenvoornederland.nl.

Page 42: FSA Magazine editie 03

42 magazine

01 02

03 04

05

01 Actieve leden speeddaten met FSA Alumni.02 Gezelligheid op de Alumniborrel.03 Case kraken tijdens Fort Boyard.04 Er wordt geproost op een succesvolle Multinational Battle.05 Lekker eten tijdens Consultition.

FSA in beeld

Page 43: FSA Magazine editie 03

43magazine

06 07

08 09

10

06 Multinational Battle case met Ahold.07 Verlaten piste tijdens FSA Winter-

sport 2012.08 Oud-bestuursleden tijdens de

FSA Alumni- & Nieuwjaarsborrel.09 FSA laat zich zien tijdens Après-ski

in Risoul.10 Gezelligheid tijdens de

maandelijkse borrel.

Page 44: FSA Magazine editie 03

44 magazine

het bezorgen van morgen

Je bent een fi nancieel talent, je ziet jezelf wel aan tafel met de CFO van een beursgenoteerd bedrijf enje hebt stevige ambities. Ons Financieel Traineeship biedt een perfecte opstap naar een carrière in Finance en Management. Je krijgt direct de verantwoordelijkheid voor twee stevige fi nance projecten.En via het Young Executive Programme (YEP) werk je aan je managementvaardigheden en krijg je individuele coaching en begeleiding. Maak werk van je toekomst. Start als Financieel Trainee bij PostNL.

Check je kansen op vacaturesbijpostnl.nl/ft

Het Financieel Traineeship van PostNLJe bent een fi nancieel talent, je ziet jezelf wel aan tafel met de CFO van een beursgenoteerd bedrijf enJe bent een fi nancieel talent, je ziet jezelf wel aan tafel met de CFO van een beursgenoteerd bedrijf enje hebt stevige ambities. Ons Financieel Traineeship biedt een perfecte opstap naar een carrière in je hebt stevige ambities. Ons Financieel Traineeship biedt een perfecte opstap naar een carrière in Finance en Management. Je krijgt direct de verantwoordelijkheid voor twee stevige fi nance projecten.Finance en Management. Je krijgt direct de verantwoordelijkheid voor twee stevige fi nance projecten.En via het Young Executive Programme (YEP) werk je aan je managementvaardigheden en krijg je En via het Young Executive Programme (YEP) werk je aan je managementvaardigheden en krijg je

Het Financieel Traineeship van PostNL

POSTNL.2011_Het Financieel Trainneeship_20x28_KB_V3.indd 1 21-03-12 17:27

Page 45: FSA Magazine editie 03

45magazine

Networking is a part of life. Every formal and not-so-formal event has a networking part, often conveyed as a social drink. Because, as they say, it's so important for your current and future professional life. But are they right, is networking really such an important part of career development?

While most students might consider networking a synonym for free drinks, networking actually refers more closely to the social network that one can browse through during those free drinks. (We will leave the effect of alcohol on that browsing out of the equation in this article.) Social networks are complex networks of people and the relations they have. Atop of these people and their relations is a clique, the grouping of sever-al people that have something in common. Above that is the Graph, the complete social network. Browsing in general hap-pens alongside the relationships within a clique, one is rarely connected to the full graph. An exception would be the founder on the Hyves online social network. He is your first friend when you create an account on the online network (and thus is con-nected to everyone in the graph, where the graph equals the Hyves social network.)

Since the 50s it has been shown that a majority of the people get a job through the means of their social network, as high as 50% in the mid-90s. Your social network provides an ea-sier way of search and offers extensive amounts of offers with intensive amounts of information on each offer. Furthermore, if people in your network refer you to their employer, that em-ployer will trust them that the referral is legitimate, in other words you are probably worth the consideration. This can be defined as browsing your network within the clique you are a part of. Networking directly with your future-employer, outsi-de your clique, can be fruitful, if that employer believes social capital is important. You can assume an employer believes social capital is important if he is sponsoring your drinks at a networking event.

Interestingly, networking in optima forma happens at the intra-clique level; people who surpass their own clique and try to connect to members of other cliques. The interes-ting part of, what seems to be a trivial part of social life, is the power position one can achieve by creating these con-

Reader’s column

nections of members whom are a part of other cliques. Being able to connect with other cliques in a network allows you to take on a role where connections from and to those cliques flow through you, an act that is practically shown in LinkedIn's 2nd degree connections. You therefore can de-cide whom you connect to who, and what information they receive. When used correctly, this results in better, expedited career paths. However, abusing that position will stifle your career. Does this mean one should stay as long at one firm as he can so he can meet a great variety of people and thus advance quickly in hierarchy? No. Switching jobs has actu-ally shown to be even better for your career and you are then considered more favourable than when you are staying at one firm and creating a strong diverse network.

Yes, we can fairly say that networking is indeed as important as they say. It is a high-speed train for your career. You easier acquire new jobs, traverse the job hierarchy faster and tend to show leadership skills quicker. For what it’s worth, organi-zations benefit from this as well. Knowledge tends to spread quicker through well networked employees and creativity flou-rishes. Well networked employees tend to be great solutions for employee disputes and negotiations and have a positive impact on joint-ventures.

So the next time a recruiter offers you a drink, do not feel guil-ty about it. They want you to network as well as you can and when you leave their firm a couple of years later, they know it is for the better.

Would you like to write the next reader’s column? Send in your contribution to [email protected]

authorThIjs BaaRs StudYMSc. Business informatics at Utrecht University

neTWoRkIng: kIcksTaRTeR oF yoUR caReeR?

“ sTUdenTs MIghT consIdeR neTWoRkIng a synonyM FoR FRee dRInks”

Page 46: FSA Magazine editie 03

one you

Credit Suisse is an Equal Opportunity Employer and does not discriminate in its employment decisions on the basis of any protected category. © 2012 CREDIT SUISSE GROUP AGand/or its affiliates, subsidiaries and branches. All rights reserved.

ONE YOUOne Credit SuisseALEXANDER WANTED INCREASED RESPONSIBILITY. WE GAVE HIM ACCESSTO OUR BIGGEST CLIENTS. Working with new private banking clients gave Alexander the trainingand skills to work on a bigger scale. Now he provides investment advisory services to some of our largest MiddleEastern clients. His recommendations are invaluable – and the experience has been priceless. Read his storyat credit-suisse.com/careers

Alexander, Assistant Vice President, Private Banking, Zurich

Page 47: FSA Magazine editie 03

financiËlestudievereniging

Amsterdam

Europe in distress.Managing risks during and after the sovereign debt crisis.

Fruitful resolutions.

Disappearing certainties.

Abandoned discipline.

Visionary thoughts a rescue?

Page 48: FSA Magazine editie 03

Maak kennis met strategy consulting en Bain & Company. Werk aan een écht en actueel project voor KLM. Geen simulatie, geen vooropgezet antwoord – onder begeleiding van Bain consultants komen jij en jouw team tot een geheel eigen aanbeveling. Vlieg naar Barcelona om jullie strategie verder te ontwikkelen. Jij en jouw team presenteren deze vervolgens zelf aan het management van KLM.

Bain Strategy Challenge 2012: Flight Kl1673 May 29 to June 1, amSterdam & BarCelona

StoP wondering

Be Strategy ConSUltant For a weeK. Schrijf je in vóór 20 april. Kijk voor meer informatie op www.Bain.com/StrategyChallenge

in saMenwerKing Met

120312-BSC-ad-Virgiel.indd 1 13-3-2012 17:09:14

Page 49: FSA Magazine editie 03

Since 2010, European leaders have set up temporary and permanent measures to aid financially distressed countries, these measures include the rescue fund, called European Financial Stability Facility (EFSF) and last year the European Central Bank (ECB) bought billion of euros worth of Southern European government paper in order to reduce these countries’ interest burden.

Each year Fiducie has an issue dedicated to the FSA Conference. This year’s conference will allow professionals, academics and policy makers to express and share their views on how firms should execute risk management during and after the sovereign debt crisis. The objective of the conference – and this Fiducie – is to gain a better understand-ing of how firms and governments will have to adapt and improve their future strate-gies in controlling risks. After reading this Fiducie you might have a better formulated opinion on the future European integration, will this crisis be the root cause of the collapse of the Euro area trigger further European integration.

This edition shows the different perspectives on risk management. This Fiducie starts with our interview with CEO Commercial Banking ING, William Connelly. He explains how important the difference between market and credit risk is. Professor van Wijn-bergen argues that the recent developments in Spain and Italy are good, but the Euro-pean leaders cannot afford to doze off. In their contribution, Theo Kocken and Robert Daniëls think that by integrating new insights from behavioral finance and the Financial Instability Hypothesis, we might avoid financial amnesia. Professor Bakker argues in his column that the time has come to develop a new vision for Europe and stresses that there is much at stake for the Netherlands. Allard Bruinshoofd explains that the sover-eign debt crisis is not all about sovereign debt and that ultimately there are only two roads for Europe. Lars Dijkstra and Teun van der Velden explain the investor implications of a highly uncertain environment. Finally professor Wolfgang Wagner of the Duisen-berg School of Finance answers this edition’s themed questions.

This Fiducie is the third edition this year. Our final edition will be published in June. Please let our editorial board know which authors you would like to see in our journal at [email protected]. I hope you will enjoy reading the Fiducie and be part of FSA Confer-ence 2012.

Kasper FaasChief editor FSA Magazine

preface

Europe in distress.The financial crisis of 2008 plays a cata-

lyst role in the contemporary sovereign

debt problems in Continental Europe.

Financial institutions deemed too big to

fail were bailed out by governments and

central banks to prevent an economic ca-

tastrophe. Moreover, the lower economic

growth in Europe has had a significant

impact on the increase in sovereign debt.

Countries thought to be stable, suddenly

showed budget deficits of more than 15

percent. Although the public debt situ-

ation in the Eurozone is still considered

healthier than in Japan or the UK, the fi-

nancial market lost its confidence in the

ability of European leaders to come up

with a solution.

Page 50: FSA Magazine editie 03

Mr William Connelly, Member of ING’s Management Board banking and CEO Commercial Banking of ING, was born in Puerto Rico. After graduating from George-town University in Washington, he started his professional career at Chase Manhattan in New York, with assignments in the US and Europe. In 1990 he joined Barings Brothers, which was acquired by ING in 1995. For this interview he found some time to talk about ING’s path through the crisis, regulatory obstacles and the challenges faced.

Revival of the lion

RegulatoRy RequiRements like Basel i, ii and iii, with capital RequiRements Being the essence, weRe cReated with the goal of anticipating any possiBle financial cRi-sis. in the end, the financial cRisis hit us afteR all. when looking at the pRe-cRisis peRiod, what aRe youR peRceptions?

‘Previously, particularly in Europe, banks kept reserves that were not necessar-ily fully disclosed. In order to be a safe and stable bank for their savers, banks tried to manage their profit and loss ac-counts to be as consistent as possible. Banks had some ability to manage their profit and loss account by having more discretion with their loan loss provisions. The first capital requirements for banks were stated in the Basel I Accord.

This Accord focused on the balance sheet as it would appear on the annual report without taking any concern for risk weightings, model adjustments, etc. Next, Basel II came in, stating that there should be more disclosure and trans-parency. Banks can state that reserves are sufficient, but how can people truly know if they do not have full disclosure? Furthermore, depending on the nature of their assets, banks could have more or less leverage. If a bank is conservative in terms of assets and loans, it can be more leveraged than a riskier bank in terms of assets relative to equity.

Historically, ING has always been a very risk adverse bank. The market, especially corporate clients, considered

us one of the most conservative banks. We had higher leverage with a low risk profile and also required independent ratings and independent validated risk models for most of the assets booked on our balance sheet.'

what weRe the lessons leaRned if you look Back, in paRticulaR at the so called alt-a poRtfolio?

'ING took on the Alt-A portfolio for the following reasons. Due to US reg-ulation for savings banks, ING Direct USA needed to have at least 50% of as-sets in mortgages. However, mortgage production did not happen in the same pace as the growth of savings. As an al-ternative, to meet the 50% requirement, we bought securities that were backed by mortgages. These were supposed to be safe, with a relatively high rat-ing; more than 95% had AAA ratings. In hindsight, these investments were not as safe as we thought they were.

In this particular case, ING did not suffi-ciently distinguish market risk from credit risk. An important point is that, from a credit perspective, it was not a flawed strategy: mortgages in that portfolio are still being repaid, interest payments have continued. However, the securities were exposed to mark to market volatility. Once a bond got impaired, you had to mark to market via the profit and loss account resulting in much higher losses than the expected credit losses would suggest be-cause, due to the credit crunch, limited liquidity resulted in market prices being disconnected from the underlying credit.

In addition, as rating agencies came un-der scrutiny, they started downgrading these bonds. Under Basel II regulations,

Interview William Connelly

Page 51: FSA Magazine editie 03

the RWA treatment for Asset Backed Se-curities, like the Alt-A bonds, is convex: the increase in risk weight and capital requirement is not linear with the rat-ing. As the bonds were downgraded, the required capital for these assets rose sharply. At the same time, capital require-ments for banks increased, creating an even bigger need for capital. So it was “a perfect storm”.

As far as the markets were concerned, some assets were worth far less than valued for at the balance sheet. At the height of the crisis, this drove concerns regarding ING’s solvency. As a result ING agreed with the Dutch State on a full risk transfer on 80% of the Alt-A portfolio. With hindsight, we should have built our US franchise in a more modest way and included the potential accounting impact if markets would become illiquid. But then again, it is hard to prepare for a perfect storm.'

did you eveR question these pRospeRous times of endless gRowth and oppoRtunities?

‘At the time, ING was focusing on the le-verage finance market. ING certainly no-ticed the overheated conditions were not getting any better from a credit risk per-spective.’ ING questioned the prosperous times because of the huge amounts that were lent out and the fact that the pricing was going down. ‘People could get condi-tions for a loan that were far too attrac-tive for the risk. The constant stream of money and liquidity led to the possibility of lending or obtaining mortgages for a price that was too low. Therefore, ING started backing off its leverage financ-ing franchise as we suspected a bubble. Against any ones’ expectations, the larg-est bubble was actually in the subprime

Post crisis strategy ING: resources will be shifted towards our lending

”“

by Claire Nooij

Page 52: FSA Magazine editie 03

market in the United States. This affect-ed a large number of European Banks. From the commercial bank perspective, in Europe, nobody actually knew how large the subprime market was. It appeared to be much larger than everyone thought.

If banks had operated according to the Basel I Accord during the crisis, banks would be different than they are now. Under Basel I, banks felt more under control on how their businesses could be managed. Looking at Basel II, trying to manage banks based on a mark to market basis, when we are basically tak-ing on long term savings and investing in long term projects like mortgages, is not necessarily always the right way. It actu-ally created a lot of confusion, not trans-parency. Banks depended a lot more on internal models, and quants instead of credit judgment. Under Basel I, in the good years you could take provisions for the future whereas under Basel II you were not allowed to do that. Due to Basel II, banks could not subsequently increase their loan loss provisions.” ‘Ultimately, when the crisis came, ING – while more than complying with the capital targets at that time – had a lower capital buffer than the quickly rising buffers markets deemed necessary at that time. Under Ba-sel I you would have seen banks building up their buffers in order to maintain their stable position during bad times. Banks are fragile animals so they try to make sure to maintain their capital position.

When looking at Basel III, it is good to have extra buffers. On the other hand, the speed in which it needs to be implement-ed, in combination with other regulation to be implemented, may create a problem for the ultimate goal of a bank: providing lending to clients.'

a while ago, mR hommen announced that Risk management expendituRes would incRease in the futuRe. what aRe the consequences of the cRisis foR ing foR the futuRe? less Risky investments?

‘In this environment, we will have less investment portfolios for investment purposes. Within our asset base, we move more towards our client business as opposed to investments. This strat-egy allows ING, when many European banks will need to shrink, to optimize the balance sheet while continue to grow lending to our customers over time. To be more concise: more resources will be shifted towards our lending.'

what aRe the consequences of the cRisis foR youR clients in the futuRe?

‘When looking at the industry, major changes are waiting for us in the future. Less lending capacity will be available as a whole. When banks have to improve their capital base without sufficient profits, the only option for a bank is to shrink. In Europe, the more shrinking that occurs, the higher the price of lend-ing will become. There was a benefit in the boom time in terms of lending con-ditions that would probably get normal-ized if you look at it as a cycle. It does not mean that it is going to be bad; it just means that it will not be like old times.

Looking at the short term, markets will become tight, but in the longer term, it will balance itself out. Our clients are also looking at ways to optimize their balance sheet and reduce their risks. They will have to look at alter-native ways to finance themselves and will have to take a long term approach in terms of their financing needs. I believe this is exactly the time when we should be able to help them and advise them on how to manage their balance sheet for the long term to serve their business needs.

Another important aspect is that the role banks currently have, particu-larly for individuals, is also evolving. Now, there is much more recognition about the role ING plays in society. It is not better or worse, but the nature of the kind of products offered by ING will be different: more transparent and simpler. In general, many clients do not fully understand what kind of products they are investing in or what they are buying. That is where ING’s challenge lies. You want to make sure that people get a better understand-ing of what it all means. You want them to make an educated decision without overwhelming them with all the technical details and getting them confused.'

ING did not sufficiently distinguish market risk from credit risk

”“

Interview William Connelly

Page 53: FSA Magazine editie 03

Beheer jij de sleutel van de schatkist? Wij zijn op zoek naar ambitieuze audit en financial trainees!

Anouk Marcelis is audit trainee bij de Auditdienst Rijk (ADR), onderdeel van het ministerie van Financiën. Zij studeerde Bedrijfseconomie in Antwerpen.

Anouk is in september 2011 begonnen als audit trainee. Haar trai-neelichting bestaat uit financial auditors (accountants) en IT auditors.

Auditdienst Rijk De ADR is een rijksbrede dienst die de interne auditfunctie van de minis-teries vervult. Hieronder valt de wettelijke controletaak (accountants-controle) en de vraaggestuurde auditfunctie (opdrachten op verzoek). Anouk werkt als financial auditor bij het klantcluster Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Anouk heeft al een leuke klus achter de rug. Ze heeft een controle uitgevoerd bij de BES-eilanden. ‘Ik heb gecontroleerd of ze niet teveel geld hebben ontvangen en of ze het geld ook daadwerkelijk hebben uitgegeven aan de op voorhand aangegeven zaken.’

Audit TraineeshipTijdens het Audit Traineeship draait Anouk twee jaar volledig mee op verschillende werkplekken. Op deze manier doet ze ruime praktijkerva-ring op met de politieke, bestuurlijke en financiële werkelijkheid van de Rijksoverheid. Naast het werk volgen de trainees een Post Master-opleiding, bijvoorbeeld een RA-opleiding. Anouk volgt de opleiding Public Sector Auditing aan Nyenrode. ‘Zowel werk als studie zijn uitda-gend en op hoog niveau, ik ben blij dat ik hiervoor gekozen heb.’

Trudy Andriessen is financial trainee bij de directie Begrotingszaken, die deel uitmaakt van het ministerie van Financiën. Zij studeerde Politicologie in Amsterdam.

Trudy is in september 2010 als financial trainee begonnen. ‘Voor mij een ideale manier om in twee jaar tijd de Rijksoverheid goed te leren kennen.’

Directie BegrotingszakenDe directie Begrotingszaken is betrokken bij het opstellen van de Rijksbegroting, coördineert de Miljoenennota en organiseert het begrotingsproces. Trudy werkt voornamelijk aan de begrotings-presen-tatie. Ze kijkt welke informatie in de begroting moet komen. ‘Hier zijn allemaal voorschriften voor en op dit moment richt ik me op de herzie-ning van deze voorschriften.’ Dit moet ervoor zorgen dat de begroting voor iedereen duidelijk leesbaar is.

Financial TraineeshipTijdens het Financial Traineeship werkt Trudy op verschillende werkplekken. Ze is begonnen bij Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Trudy heeft zich bezig gehouden met het coördineren van de Algemene Rekenkameronderzoeken. Momenteel werkt Trudy voor een half jaar bij het ministerie van Financiën en vervolgens gaat ze aan de slag bij Dienst Justitiële Inrichtingen. ‘Het leuke is dat je meteen vol-waardig meedraait en direct verantwoordelijkheden krijgt.’ Trudy volgt ook een opleiding op de Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering. De verschillende trainees trekken veel met elkaar op. ‘Het is heel fijn om ervaringen met elkaar uit te wisselen.’ Naast politi-cologen komen ook economen, bestuurskundigen en bedrijfskundigen in aanmerking voor het Financial Traineeship.

Kijk voor meer informatie over de traineeships op www.werkenvoornederland.nl/minfin. Solliciteren kan tot en met 20 mei 2012!

010612_F05.indd 1 12-01-12 09:12

Page 54: FSA Magazine editie 03

While in The Netherlands the dark clouds are piling up, the Euro zone as a whole ap-pears to be improving. Greece has found po-litical support for the most recent wave of measures, Italian and Spanish spreads have dropped, even the Euro zone leaders look to be taking steps to make the future a more robust one. The process has been greased by the ECB whom, akin to Fed style, pumped liquidity into the market. Are we out of the dip and can we (with the exception of The Netherlands) rest on our European laurels?

is the euro heading in theRight diRection?

As of yet, the answer is no; there are four sets of issues which must be addressed first, of which only one has been dealt with to a satisfactory degree so far. But it does seem true that the worst hazards of contagion have been avoided and that Mario Draghi’s spectacular interventions have given political leaders an extra one or two years to address the remaining three issues. Only then come the laurels. So what are the four areas of concern?

Our first concern is Greece. It has become evident that Greece cannot continue its ways of the past. A drastic set of bud-get cuts and structural reforms must be undertaken if Greece wants to remain a member of the Euro zone. That is starting to come about in tremorous fashion, but the missing piece to the puzzle is adjust-ment of the debt to a level that is in line with Greece’s ability to pay at the end of the

reform trajectory. Greece is suffering debt overhang, a debt of such magnitude that a future recovery is unattainable. This leads to a vicious circle being set in motion: ex-cess debt means insufficient growth and over-taxation, causing a shortage in new investments, meaning less growth, etcet-era. Yes, Greece must be forced through a tough set of reforms, but we provide Greece with the prospect of light at the end of the tunnel by means of a significant debt reduction. This is the approach whereby countries such as Mexico, Brazil and Po-land were put back on track in the nineties under the Brady Plan. This plan encoun-tered reforms and budget adjustments, but also debt reductions of around 50% of the total debt outstanding. By not letting pub-lic creditors participate, there will simply be inadequate debt reduction after what were in fact very large concessions by pri-vate creditors. There is talk of a 100 billion

euro debt reduction, but half of that is a present bought with own pocket, as half of the reduction comes from Greek banks. These will be de facto bankrupt after the event and will need to be put back in the game by the Greek government. That will produce extra debt, taking us back to where we started. Net reduction of debt will be around 50 billion, some 15% of the total, which is nowhere near enough. To get Greece going again public credi-tors must contribute, as they did in the Brady deals, to reduce debt by a good 60%. Only when Greece follows this up with reforms (which would be simplified if Greeks were not merely made victims and were instead given the auspicious perspec-tive of a future with significantly less debt), could we finally close this chapter.

The second issue is the firewall surround-ing Greece, the hazard of contagion. The initial fear was for the Greek problem to spread to Spain and Italy and then on to the rest of the Euro zone. It now seems a smaller risk. This is not, however, due to the creation of a colossal emergency fund (aptly nicknamed the bazooka), as this continues to be frequently bickered about. However, there is something at a far more fundamental level going well, which is that Spain and Italy are distancing them-selves from the verge under their own steam. In Spain there has come a political mandate for the necessary reforms, and in Italy there looks to be strong backing for a similar package since departure of Berlusconi and subsequent arrival of Monti. Sadly, he has not yet received a mandate from voters but it does appear to be receiving strong support from the public as well as political leaders. That is the only effective firewall against contagion, not a large emergency fund, but an economy in Spain and Italy that can stand up to a buf-feting. They are on the right path to achiev-ing their goal. There has also been prog-ress on another contamination channel;

Column S. van Wijnbergen

Page 55: FSA Magazine editie 03

which runs through undercapitalised banks in Spain, Italy, France, etcetera, with an excess of southern debt on their bal-ance sheets. Bank recovery flies its course, experiencing turbulence along the way. The dramatic intervention of the ECB has not brought the end nearer, but has bought time; we must wait to see if this will be put to use. However, in this area of concern, there have been numerous steps forward in sealing the channels.

Issues three and four are of a longer term: say we solve the current crisis, how do we prevent an analogous event occurring ev-ery five to ten years? How can we make the Euro zone more robust? Issue number three is about the control of the countries within that Euro zone, the governance structure, and issue number four is what it all comes down to, Europe’s long-term growth plan.

Also issue three has seen developments, albeit insufficient and to some extent in the wrong direction. European leaders are actually focusing on a reintroduc-tion of the old stability pact, contain-ing rules for a balanced budget in the long-term and a debt ceiling. These are both evidently necessary, seen our experiences of the past few years, but at the same time, evidently incomplete. Because there is more at fault than what can be solved simply by enforcing long-term sustainability of public budgets. At the birth of the Euro, there were doubts regarding the feasibility of mon-etary policy with such divergence across the member countries. Spain and Ireland were growing like weeds, while Germa-ny was stumbling. The Netherlands was showing solid growth. With such a di-verse formation, monetary policy won’t be precisely right for any one country. Nevertheless, most academics slowly began believing that a monetary union would lead to such integration that convergence would follow soon after,

The dramatic intervention of the ECB has not brought the end nearer”“

sweder van wijnbergen is profes-sor macro economics at the univer-sity of amsterdam. previously he has worked at the worldbank and minis-try of economic affairs.

uniform approach, although a system of annual presentations and judgement on the basis of the growth plans could be useful at a Brussels level.

When we put all the pieces together, the message is clear. Greece is the rotten apple and requires further debt reduction to be solved; risk of contagion seems consider-ably smaller, primarily because Italy and Spain look to be recovering, and second-arily due to the ECB’s spectacular inter-ventions having bought time. There has been some movement in reformation of governance within the Euro zone, but what is missing are political leaders with insight of what is required to do this cor-rectly, so we cannot yet be comfortable on this front. Furthermore, the long-term growth plan is hardly receiving any serious attention. In short, Draghi has brought the politicians time, Italy and Spain have taken large strides in the right direction, removing us from immediate danger, but there is much to do before the light at the end of the tunnel is in sight.

which would eclipse the problem of a lack of policy instruments. That proved to be a great misconception. Belgian economist De Grauwe has already proclaimed this for a number of years and seems to have been proven right: an active conduct is required to slow countries demonstrating above aver-age growth and to stimulate those being left behind. Convergence does not come about by itself. That is what De Grauwe is looking for in the countercyclical banking supervision model: he wants the ability to pull on the credit brake in times of exuberant growth and to step on the throttle in worse times. Most financial economists, including myself, agree on this, even if there is a disagree-ment over which instrument would be most appropriate. Either way, the cur-rent system of capital requirements is faulty; it acts to engage the throttle when it is going well and vice versa. But I also think there must be greater countercy-clical contribution from a budgetary perspective. A simple deficit cap of 3% has the wrong effect. It is easier to com-ply with in good years than in adverse years, further intensifying the cycle, and with it, divergence. Budget rules must be tightened for those countries with above average growth and loosened for those that lag, as a substitute for the budget-ary redistribution occurring at a federal level in that other large monetary union, the dollar zone, encompassing 50 states (a.k.a. the US). All in all, there has been some progress on issue three, but no-where near enough. The long-term vola-tility clouds remain over the Euro zone.

Issue four is essential, how do we get broad and sustainable growth back in Euro zone? This demands growth-pro-moting reforms in every country, but with almost certainly different points of focus for all the countries. Hence this is not an issue that can be tackled with a

by Sweder van Wijnbergen

Page 56: FSA Magazine editie 03

Mainstream economic theory assumes that human behavior is fully rational and that the economy and markets always converge to a general equilibrium. In prosperous periods, however, debt increases which stimulates demand and profits. During this phase, both risk and instability increase, while at the same time a process of complex reflexivity reduces our perception of risk.

inheRently unstable maRkets: rethinking risk management

human behavior, will always converge to a general equilib-rium. In contrast, economic theory as proposed by Minsky1

assumes that behavior of individuals, companies and govern-ments impact the economy and because of underlying dy-namics will not lead to stability. Shocks originate within the system and have their own dynamics leading to instability. This difference in assumption with respect to stability leads to a different view on risks and therefore on risk manage-ment as will be shown in the following paragraphs.

financial maRkets Become unstaBle due to undeRlying deBt-accu-mulating pRocesses.

The possibility for financial institutions, governments and consumers to finance their activities is important for our economy. By using debt, new investments can be initiated, hence debt is required to support the economy. Even though debt is important, it could also lead to problems. This is not due to the nature of debt itself, but more to changes in our behavior and financial risk perception over time. Minsky clearly illustrates this by looking at the relationship between debt and expected cash flows from investments.

Minsky defines three phases in financing debt: hedge, specu-lative and Ponzi financing. In the hedge-finance phase inves-tors expect cash flows of their investments to be more than sufficient to meet all their current and future interest obliga-tions and principal payments. This type of financing is the safest and is typically observed after long periods of crisis when lenders want to be certain about their investments.

Risk and risk perception progressively diverge because of our mis-guided belief that we get a better grasp of financial markets. While standard risk management mainly focuses on estimating risks better by using complex techniques, little attention is usually paid to what is really driving underlying economic markets. If markets are endogenously unstable and current economic theory blinds us from catching this instability, we should change our view of economic theory and blend the old Financial Instability Theory of Minsky with behavioral finance insights of the last decades.

This article starts by explaining the difference between neoclas-sical economic theory and endogenous instability and why this difference is so relevant. Subsequently this article covers the fol-lowing topics: i The three phases of debt financing leading to endog-

enous instability, ii The importance of debt financing during the built up to

the credit crisis and the role of innovation of financial instruments,

iii The comparison of the current credit crisis with 1929, iv The relevance of behavioral finance in understanding

why we ignore what we observe and model a different world and

v The implications of financial instability on risk management.

the diffeRence Between neoclassical and endogenous instaBility theoRy is fundamental.

Neoclassical economic theory assumes that human behav-ior is rational and that shocks, due to for example a shift in

1 see financial instability hypothesis, h. minsky, may 1992.

Article T. Kocken & R. Daniels

Page 57: FSA Magazine editie 03

There is a natural incentive to shift from hedge financing towards what is called speculative financing. Returns on assets exceed interest rates and therefore taking more debt implies higher returns on equity. The increase in returns on equity leads to higher asset values. Typically, this process continues to a point at which cash flows from operations are sufficient to pay future interest payments, but insufficient to cover principal payments as well. This implies that a delicate dependency is created as from this point onwards, debt should be rolled over to sustain further growth.

The third type of financing is called Ponzi financing – investors not only face challenges to repay future principal payments but also to meet medium-term interest payments from the proceeds of current investments. Additional debt is being used to repay interest payments from existing debt. Ponzi-financing typically occurs and continues to grow in prosperous periods when: i Interest rates and therefore interest payments are low; ii Lending standards are loosened; iii Some technical innovations lead to the ability to cre-

ate additional debt; iv Risk indicators such as the volatility of equity markets

are lower than previously observed leading to a lower risk perception and an increase in risk positions; and

v Prices of financial assets continue to rise, concealing the problems that high debt levels may not be sustain-able in the long run.

The Ponzi finance phase can be prolonged as long as the value of the investments grows and interest rates remain low. However, if the value of assets does not grow further then Ponzi borrow-

ers cannot repay their interest and hence the system implodes. Risk aversion takes over, leading to higher interest rates. This also impacts the ability for speculative and ultimately even hedge borrowers to pay their debt obligations, which further de-stabilizes the economy. It is therefore important to timely iden-tify presence of speculative and Ponzi type of financing in the economy as a whole.

cRedit deRivatives did not cause the cRedit cRisis But they weRe just paRt of the ponzi financing phase.

The amount and type of debt plays an important role in specula-tive and Ponzi financing. During the past decades the amount of credit market debt as a percentage of GDP increased substan-tially as can be seen in figure 1 (left-hand side); from about 150% in 1970 to almost 400% in 2009. A similar picture emerges when looking at the evolution of individual households’ debt, shown in figure 1 right-hand side scale. Many American home-owners increased their mortgage based on the assumption that the value of houses would increase. Simultaneously, the interest rate that homeowners had to pay on their mortgage decreased, if paid at all, during the period 2004 - 2007. The increase in debt based on the assumption that the underlying asset prices would increase is typical for speculative and Ponzi financing.

Although the original purpose of Special Purpose Vehicles and credit derivative instruments was to hedge and diversify risks between institutions, the use of these instruments gradu-ally became more popular and more speculative, see figure 2 for the development of these instruments. High returns and the decreasing risk perception contributed to this growth.

400

500 CREDIT MARKET DEBT AS % GDP

100

300

200

201020052000199519901985198019751970

FIGURE 1 Development of US credit market debt and household debt as a percentage of GDP during 1970 to 2011

Source: Economagic, US Bureau of Economic Analysis

HOUSEHOLD DEBT AS % GDP

201020052000199519901985198019751970

50

60

70

80

90

100

110

Source: Economagic, US Bureau of Economic Analysis

by Theo Kocken & Robert Daniëls

Page 58: FSA Magazine editie 03

An important “benefit” of using credit derivatives is that these derivatives could offset risky positions. Similarly, the use of Special Purpose Vehicles made it possible to leave positions off balance, enabling the creation of additional leverage in finan-cial markets. The total amount of debt and the type of financing that was used, reached a point that was not sustainable: the most unstable part of the Ponzi phase.

deBt innovations appeaR in the speculative and ponzi phase of a cycle – the pRe-1929 example.

Another example of how markets have their own dynamics lead-ing to unstable markets is the Great Depression of 1929. In the decade leading to 1929, there was a demand for buying common stocks given the high returns. In order to support this demand, investment trusts were introduced in which people could own stocks of existing companies through the medium of intermedi-ary companies, the investment trusts2. These trusts were lever-aged, so people could invest $100 but get exposed to say $200, $400 and later $800 of equity risk. The volume of corporate secu-rities expanded far beyond the volume of assets that the corpo-rates actually owned. This in turn increased the prices of stocks. The demand for investment trusts therefore (and their leverage ratio) increased accordingly, resulting in additional leverage in the economy as well. The speed of this development is nicely il-lustrated by the growth in total value in investment trusts: from $400 million at the beginning of 1927 to approximately $3.000 million at the end of 1929. This explosion compares well to the growth in CDS structures in the first decade of the 21st century3. Ultimately, the amount of credit debt to GDP spiked after 1929 as can be seen in figure 3. Once the value of the underlying stock

started to decline the leverage impacted the value of the invest-ment trusts resulting in a fast downward spiral. BehavioRal finance and why we ignoRe what we oBseRve.

In addition to the instability theory of Minsky also flaws in our cognitive processing support the persistence of malfunctioning economic modelling. Behavioral finance research of academics such as Kahneman, Slovics and Tversky reveals many behavioral biases that support the status quo bias towards falsifiable equi-librium models. Although this paper is too short for a serious introduction, the biases below provide an impression of what our mental processing does to avoid proper modelling: – Ambiguity aversion reveals a preference for probabilistic mod-

els even if we are aware we don't know the underlying data generating process;

– Attribute substitution is a process that substitutes a complex question (say how the real observed depression-prone econo-my can be modelled) by a simpler question (say how an equi-librium would look like, assuming there is one);

– Confirmation bias is a process that confirms our idea about a model when new information becomes available that both re-jects and supports the model. The supportive information is filtered through, the rejecting information is thrown away; and

– Overconfidence ensures that the lower the likelihood we can estimate something correctly, the higher our overconfidence we really can predict relative to what we really can. And more information – even non-valuable – increases our overconfi-dence. Since the economy is extremely complex and lots of useless information is available, overconfidence applies in an extreme form to economic modelling.

NOTIONAL CREDIT DEFAULT SWAPS

5,000

10,000

15,000

20,000

25,000

30,000

35,000

2004 2005 2006 2007 2008 2009

FIGURE 2 Development of CDS market (left) and CDO, ABS, CMBS and RMBS market (right)

Source: Bank of International Settlements

500

1,000

1,500

2,000

$ BI

LLIO

NS

SECURITIZATION MARKET ACTIVITY

20042003200220012000 2005 2006 2007 2008 2009

CDO

ABS

CMBS

RMBS

Source: Thomson Reuters

2 galbraith, j.k. the great crash 1929, penguin books, uk, 1975.3 the leveraged investment trusts can be compared to cdo squared products in which leverage is created upon leverage upon leverage.

Article T. Kocken & R. Daniels

Page 59: FSA Magazine editie 03

Behavioral finance is a relatively young, new science that helps us to explain why the Minsky cycle works as it does. But it also helps explaining why we forget depression economics in good years despite people like Irving Fisher, John Maynard Keynes and Hyman Minsky already documented the real debt-driven instability process in economics after the crisis of the thirties.

But if financial maRkets aRe endogenously unstaBle what does this imply foR Risk management?

It is important to realize that markets have their own dynam-ics and that there are forces that cause markets to be unstable. Areas in financial markets can be identified that are speculative or Ponzi financed which are overly risky. Examples of indicators that could be used to identify the various phases of the Minsky cycle are:– The development of credit markets and private debt as a per-

centage of GDP. If debt increases relative to economic growth then it may be an indication that speculative or Ponzi financing takes place.

– Price / Earnings ratios reflect the bias of instability of markets relatively well. Earnings may be overly optimistic in prosperous periods as a component in the earnings is the asset inflation itself. Shiller proposes to use an average of 10 years P&L for the earnings.

– The development of the financial sector as a percentage of GDP. If the financial sector grows at a faster speed than the economy then this is often an indication of a developing instability due to overly reliance on debt innovations, as exemplified in figure 4.

In sum, the current crisis as well as the Great Depression of 1929 have shown the importance of debt and how technical innova-

tions could extend (and worsen) the Ponzi phase. Especially in prosperous periods the conventional risk measures are mislead-ing, as these measures yield too optimistic outcomes and do not capture the complex dynamics of human behavior and risky debt accumulation in financial markets. In addition to the stan-dard portfolio risk measures, modern risk management should therefore also take into account these underlying dynamics to identify inherent risks indicators such as creation of debt. Market participants should in particular be aware that markets are endogenously unstable. Crises will appear in different forms and shapes but with the same debt-deflating character as long as we ignore human behavior.

By integrating the new insights of behavioral finance and the Financial Instability Hypothesis, we might avoid financial amnesia this time and ensure a new debt accumulation is avoided during the next Minsky cycle.

Debt is used to destabilise the economy ”“

theo kockenceo cardano Risk management and professor of Risk management at the vrije universiteit amsterdam.

Robert daniëlssenior risk manager at cardano Risk management.

125

175

225

275

325

375 TOTAL CREDIT MARKET DEBT AS A % OF GDP

1930 1950 1970 1990 2010

CDO

ABS

CMBS

RMBS

1%

3%

5%

7%

9%

1870 1890 1910 1930 1950 1970 1990 2010

FIGURE 3 Development of credit debt to GDP for the period 1909 to 2011

FIGURE 4 Financial sector as a percentage of US GDP 1850 – 2009

Source: Ned Davis Research, Inc. Source: The Evolution of US Financial Industry 1860-2007: Theory and Evidence. NBER

by Theo Kocken & Robert Daniëls

Page 60: FSA Magazine editie 03

In recent years, many economic certainties for advanced countries have disappeared. Financial markets turned out to be inher-ently unstable, and financial innovation – designed to reduce risk – put the burden on weak shoulders in a non-transparent fash-ion. After the global credit crisis, Europe was also hit by the debt crisis, threatening the euro area. More than ever, we experi-ence how interconnected we have become: Dutch jobs and pensions are endangered by the problems in Greece.

euRoPe beyond the cRisis

Twenty years after Maastricht, it has be-come clear that there is overdue main-tenance in Europe. Member states have grown apart without this leading to cor-rective actions. Financial markets did not play the disciplinary role expected from them. Supervisors contributed to this by considering all government debt as risk free. This, in turn, drove spreads for the Southern European countries down, removing any pressures on them to adjust.

The necessary checks and balances were absent. Admittedly, disciplinary mech-anisms were put in place by the stability pact, but the design faltered from the beginning as the finance ministers that set the rules were the ones in charge of

enforcing them. This personal union was a critical flaw in the design of the union. Warnings were disregarded that a monetary union would be sustainable only by rendering some form of eco-nomic sovereignty.

Fortunately, progress is now made to-ward more binding agreements within the euro area. These see to it that Eu-ropean countries with the help of the Commission will pay more attention to one another’s policies with the aim of ensuring that countries remain com-petitive. Also, there now is a safety net for countries in financing difficul-ties. For the Netherlands, this implies providing financial assistance and the transfer of a measure of sovereignty.

Politically, it is a challenging situation. Europe lacks popular support. The ar-gument that European integration is necessary to avoid a situation which led in the past to the Second World War now no longer is persuasive. We need a new, appealing vision for the future, which justifies the costs and efforts to-wards supporting the euro area and the provision of so much finance.

It is about time to develop a vision for Europe once this crisis is over. This is becoming more urgent as a new world economic order is rapidly taking shape with the rise of Asia and Latin America. Meanwhile, China has taken over Ger-many’s position as the world’s great-est exporter. European integration is needed to face the challenges that this will create.

a vision foR euRope’s futuRe

It may be good to remind ourselves where the idea of a single currency came from. During the seventies and eighties, Europe suffered from signifi-cant imbalances, growing unemploy-ment and extended periods of exchange rate strains. The Netherlands was no ex-ception as in the eighties the rate of un-employment, the budget deficit and the rate of inflation all edged up to double digit levels. Europe emerged from this euro sclerosis, as it was aptly named, by developing a shared vision for a single currency. That vision gave the needed political impulse to reform economies. Labour markets were modernised, the financial sector was liberalised and inflation was more or less eradicated by strong independent central banks. Much was achieved in the process to-ward monetary union.

Column Age Bakker

Page 61: FSA Magazine editie 03

When the Treaty of Maastricht was de-signed, it was realised that enhanced budgetary and political union eventu-ally would be necessary. However, it was thought that this would be brought about by market forces. By now, we have learned that there are limits to the self-regulatory capacity of markets.

Once the monetary union was brought about, it was insufficiently maintained. Apart from the European Central Bank there was no ‘problem owner’. Minis-ters increasingly placed national inter-ests before those of Europe. The subsid-iarity principle – stating that a central authority should perform only those tasks which cannot be performed effec-tively at the national level - was at times misused to avoid dealing with Brussels. This created a negative sentiment to-ward Europe.

In this ambience, it has taken too long to formulate a credible solution to the European debt crisis. Gradually it was realised that the euro crisis is more than simply a lack of budgetary dis-cipline. The problems go deeper and reflect an ever-increasing imbalance within the euro area on multiple fronts. Europe will only grow out of this with a clear perspective of its own future.

As an Executive Director at the IMF, where I represented a large number of Eastern European nations, I expe-rienced firsthand how the perspec-tive of affiliation with the European Union provided a strong stimulus for reforms. It helped politicians to explain the painful measures which need to be undertaken. Likewise, Europe once again needs a clear perspective to inspire politics.

We have learned that there are limits to the self-regulatory capacity of markets

”“the challenges and the oppoRtunities

Europe is faced with three important economic challenges: it must raise its growth potential in order to create suf-ficient jobs, it must conceive a shock resistant financial sector and it must operate as a unity.

The first challenge, strengthening the European growth potential, is crucial in a world where the economic centre of gravity is rapidly shifting towards emerging countries. This requires more flexible labour and product markets and the removal of rents to those who have been protected by regulations at the expense of those without a job. Europe must challenge member states where competitive positions have been eroded. Structural reforms are needed, and I feel comforted that countries like Italy and Spain now seem to be engag-ing in such reforms.

The second challenge, creating a shock resistant financial sector, is needed to prevent that imbalances in the financial market again negatively impact the real economy. For this we need a powerful European supervisory authority, which can pull its weight in discussions with the Anglo-Saxons. In a globalised fi-nancial world, more intensive inter-national cooperation is vital. Harmful volatility in derivatives markets, for ex-ample, can only be dealt with effectively in an international context.

The third challenge for Europe is to act united and speak with one voice. With-in the IMF, I have experienced that the presence of a large number of Europe-ans at the table no longer is effective. The single Chinese and American direc-

tors wish to speak to Europe, not to eight representatives that at times contradict each other. Emerging countries have become more assertive and rightly so. They have developed successful growth models and they have built up large financial buffers. Their consent is re-quired for adding to the financial re-sources of the IMF, so that it can help in the crisis. However, first they want a convincing perspective of Europe’s fu-ture. Their hesitancy to participate in the emergency fund was closely related to the scepticism they felt about Europe acting in a fragmented manner.

All these challenges are mutually con-nected. They can reinforce each other.

by Age Bakker

Page 62: FSA Magazine editie 03

Although this implies a rendering of sov-ereignty to the European level, in practice very little is sacrificed, because in the new reality economic sovereignty has become rather meaningless. What we stand to gain is that the potential of a united Europe will be more fully realised.

In this vision, European institutions will become the supervisors of member states, with the power to intervene, and act as their international spokesperson. A European Commissioner of Finance would get a relevant set of tasks, su-pervising budgetary and competition policies, organising the supervision and regulation of the European finan-cial sector and representing Europe at international institutions.

This would allow the euro area to un-lock its real monetary benefit, i.e. the development of a true European money and capital market, where govern-ments, as a group, would seek financing through euro bonds. Proven budgetary discipline is a prior condition for this, but we should give the peripheral coun-tries the perspective of euro bonds as the cap stone of monetary union. The fact that the United States handled the crisis far better than Europe has much to do with its deep, liquid and unified financial market. Europe needs this too.

the netheRlands is euRope

The Netherlands will also have to change its ways. We profit greatly from our position as the distribution centre for Europe, and thus from the great performance of economic heavyweight Germany. At the same time, this has enabled us to delay necessary reforms, which has led to the housing market

grinding to a halt and our healthcare and pension system running aground.

Germany has sacrificed a lot in the past years for its economic success. Welfare spending and wages have been under downward pressure for years. The Netherlands, to a certain extent, has taken advantage as a free rider. We have reaped the benefits of Germany’s efforts, without contributing ourselves. In 1999, at the start of the monetary union, Dutch per capita income was on par with that of Germany. Mean-while, the Dutch figure has grown 15% in excess of Germany’s current day per capita income, and is now the highest in the euro area (behind Luxembourg).

The Netherlands should, as the coun-try that has benefited most from the introduction of the euro, play a more proactive and constructive role. We can-not criticise the debtor nations without showing that we are prepared to discuss our own policies. This implies that we, too, must transfer sovereignty. We could also show somewhat more solidarity, out of well-understood self-interest.

euRope must choose foR euRope

Europe is faced with important challeng-es. It is imperative that its growth poten-tial is boosted. We need to develop a new financial architecture, which is shock re-sistant and serves the real economy. This is only possible through international cooperation, due to the interconnected nature of the financial markets. We need more effective decision-making proce-dures in Europe, which are tailored to the new economic reality. We must de-velop a view for the future of Europe that inspires and generates trust.

age Bakker is professor of financial markets and institutions at the vrije uni-versiteit, amsterdam. previously, he was executive director at the international monetary fund in washington.

I strongly believe Europe must choose for Europe. We should break the nega-tive sentiment around Europe, which is making the resolution of the crisis more difficult at a time when there are only European solutions.

It is an illusion to think that we are done now that budget agreements have made. We have to take a long-term view in the rapidly changing global environ-ment. Developing such a vision takes time and it would be advisable to do this outside of the political spectacle of the European summits. An inde-pendent committee, analogous to the Delors committee which drafted the blueprint for the euro, should be tasked with developing such perspective. For-mer ECB president Trichet would be a knowledgeable chairman.

There is much at stake for the Netherlands. As trading nation, our welfare depends on a strong and solid Europe. I believe that a stronger Europe can grow out of this crisis if we are willing to look to the future and not solely fight the last crisis.

We could also show somewhat more solidarity, out of well-understood self-interest

”“

Column Age Bakker

Page 63: FSA Magazine editie 03

BEFORE YOU STARTED READING, YOU ALREADY KNEW THE SQUARE SIZE OF THIS AD.

2129.7

START YOUR CAREER IN TRADING APPLY AT WWW.OPTIVER.COMWE ARE SCOUTING FOR BRILLIANT MINDS ONLY

TRADINGBRILLIANTBRILLIANTBRILLIANT

KNEWW

,YOU ALREADY

Page 64: FSA Magazine editie 03

It has been about two and a half years since the then newly elected Greek government announced in November 2009 that its deficit would actually be markedly higher than assumed by the previ-ous cabinet during the first ten months of that year. This event, combined with the lack of a quick and credible European solution sparked the European crisis that is still with us today. In this short note, I will argue that this crisis is far less about sovereign debts than the stubbornly held common view would make us believe.

euRoPe in cRisis: tackling the real issue

would make a big difference

Article Allard Bruinshoofd

Instead it marks Europe’s realization that the next step in European integra-tion must now be made; one where gov-ernment budgets and the financing of government debt will increasingly fall under the mandate of Brussels. Nothing short of the crisis that we’re currently in could have triggered this debate, while even the pressure of the current crisis seems insufficient to force a quick ac-ceptance of this fact among the euro-zone leaders or their constituencies.

1 a soveReign deBt cRisis that is not all aBout soveReign deBt

A common misunderstanding is that the European crisis constitutes a sov-ereign debt crisis. Sure enough, coun-tries like Greece and Italy were heavily indebted prior to the onset of the global financial crisis that made landfall in 2007 and hence were vulnerable to its disastrous economic impact. But the former country is too small to make a meaningful difference in aggregate European debt metrics, while the latter

has actually been on a (admittedly, ex-cruciatingly slow) downward debt tra-jectory in the decennium prior to the crisis. And sure enough, countries like Ireland and Spain have sizeable budget deficits and potential risks stemming from their bloated and property-ex-posed financial sectors. But (again) the former country is too small to make a meaningful difference in aggregate Eu-ropean debt metrics, while the latter has benefited from a low initial sov-ereign debt level and is starting to get its act together in terms of both bud-getary and financial sector challenges. Even the three predominant problem children Greece, Portugal and Ireland taken together constitute no more than a mere 6% of Eurozone GDP, so where is the aggregate sovereign debt problem that would mark the European crisis?

To emphasize this point, note that European Commission forecasts put the aggregate eurozone govern-ment budget deficit in 2012 at 3½% of eurozone GDP (figure 1). Sovereign

debt is expected to pick up and post about 90% of eurozone GDP in 2012. These numbers are both rightfully wor-rying in absolute size and in evident breach of the European Stability and Growth Pact, which dictates that defi-cit and debt should not exceed 3% and 60% of GDP, respectively. From a his-torical perspective, however, such debt metrics can be overcome over time and a sovereign debt crisis does not seem the only and inevitable outcome. From an international perspective, the euro-zone actually compares favorably to the likes of the UK (8% deficit, 90% debt), the US (8% deficit, 105% debt) and Ja-pan (9% deficit, 240% debt). Although the differences between country-pairs may be scrutinized and to some extent even criticized, the big picture is nev-ertheless that aggregate eurozone debt metrics seem substantially better than those of countries that are presently benefiting from safe have flows stem-ming from the lack of confidence that emanates from what is stubbornly be-ing coined the eurozone sovereign debt

Page 65: FSA Magazine editie 03

by Allard Bruinshoofd

crisis. If this would be the one and only dimension of the eurozone crisis, one might naturally feel that the world has been turned upside down.

2 southeRn deBts aRe noRtheRn pRoBlems

Fortunately – from a making-sense-of-the-crisis perspective at least – that is not the case. The ultimate cause of the crisis is still very much about debts, though not necessarily sovereign debts. As figure 2 illustrates, the pe-ripheral economies of Ireland, Spain, Portugal and Greece are all highly in-debted, though not in all instances are these debts driven by their respective governments. Only in the Greek case can we readily conclude from the fig-ure that the government drove most of the increasing national indebtedness. In Portugal both the government and the corporate sector contributed to the increased national indebtedness, whilst in Ireland and Spain private sectors (households and firms alike) were the culprits while government finances posed little or no additional problems. Hence the root cause of this crisis is as much in private sector spending patterns in the peripheral economies of the eurozone as it is in their public sectors. Unfortunately, private sector spending patterns are (usually) much more difficult to man-age than public sector spending. What this observations drives home is that a tunnel vision on public finances as all too easily emanates from meetings of European leaders, especially when another Greek bailout facility is be-ing renegotiated, does not necessarily tackle the root causes of this crisis and hence in and of itself will not resolve it. A further observation from figure 2 is

20 40 60 80 100 120 140 160 180 200 220 240

2

4

6

8

10

DEFI

CIT

DEBT

PT

JPIE

USUK

ESFR BE

EANL

AT

DEITFILU

300%HOUSEHOLDS

FINANCIAL SECTOR

CORPORATES

GOVERNMENTS

TOTAL

-300 NET FINANCIAL WEALTH, % GDP, 2009

-200

-100

200

100

0

NL

BE

DEFI

FRAT

IT

IE

ES

PT

GR

FIGURE 1 International comparison of debts and deficits

FIGURE 2 Gross and net financial wealth positions

Source: European Commission, International Monetary Fund

Source: Eurostat

A sovereign debt crisis does not seem the only and inevitable outcome

”“

Page 66: FSA Magazine editie 03

Word jij de Rabobank?

www.rabobank.nl/werken

Jij weet dat als je goed start je meteen voorop ligt.

Rabobank. Een bank met ideeën.

2010179_Rabo_NobilesMagazine_207x274.indd 1 20-09-10 15:24

Page 67: FSA Magazine editie 03

that the crisis is one that is shared by North and South Europe together, as the deficits of the South more or less repre-sent the surpluses of the North. Put dif-ferently, it would have been much harder for the Northern European economies to have posted the hefty trade surpluses in the decennium prior to the crisis had the Southern European economies not ran the deficits that they did. Put somewhat more bluntly, the North has engaged about as much in overproduction as the South has engaged in overconsumption. Along the way, the South built up debt, whilst the North built up claims. Hence the current crisis may alternatively be seen as a (re)negotiation between debt-ors and creditors, where the stakes are sufficiently high that a Southern Euro-pean default would be very painful for the Northern European private sector (financial, corporate and household sec-tors alike).

3 a political cRisis with many playeRs and complex inteRactions

And that really marks the political di-mension of the European crisis, adding to the already complicated force field as depicted in figure 3. Deleveraging in the peripheral economies is made more difficult by the challenging economic environment (which is partly co-cre-ated by these very austerity and reform measures). Back loading of austerity and reforms is no option, however, as financial markets demand results now rather than somewhere in the future. The peripheral national governments are thus faced with a tightrope walk between front loading austerity and reforms as much as possible to appease financial markets (and core politicians alike, for that matter) and postponing

the brunt of these efforts as much as possible so as not to inflict unnecessary pain on the economy.

Europe might decide to take decisive action, specifically by offering larger amounts of rescue funds and enlarging the size of the European safety net, the European Financial Stability Facility. But to the extent that this would reduce the disciplining role of the financial markets, it might only lead to the peripheral econ-omies postponing the necessary auster-ity and reform measures, or at least so the leaders of the core economies fear. So they actually want to keep the pressure on. A the same time, the very pressure of financial markets, and the real risk of contagion from the smaller peripheral economies to the larger ones as observed in the second half of 2011 towards the Spanish and Italian bond markets, forces the European politicians to at least some degree of action.

Alternatively, supranational institu-tions like the IMF and the ECB might step in and do the job that European leaders are reluctant to do. The ECB in fact has stepped in. First by inter-vening in ‘disorderly’ national govern-ment bond markets by buying sov-ereign bonds. At the time of writing the ECB had already purchased about €220 bn worth of peripheral sovereign bonds. Second by offering long-term refinancing operations to the Europe-an banking sector. But the downside of such external helplines is that it risks slowing down European politicians in making their tough but necessary de-cisions to fundamentally resolve the European crisis; organizing a bail-out for Greece, creating a substantially en-larged permanent European safety net, and preparing the shifting of (parts of) budgetary and economic policy authority from the member states to the European level.

FIGURE 3 A complex web of players and interactions

ECONOMIC ENVIRONMENT

DOMESTIC POLITICAL STATUS

EUROPEAN POLITICAL STATUS

FINANCIAL MARKET SENTIMENT

UNSUSTAINABLEDEBT LEVELS?

EXTERNAL AID BY ECB & IMFSource: author’s own impression

by Allard Bruinshoofd

European politicians have been playing a dangerous game of brinkmanship

”“

Page 68: FSA Magazine editie 03

Article Allard Bruinshoofd

4 the negative feedBack loops with the financial sectoR and Real economy

The complicated political stage hampers a quick resolution of the crisis and sus-tains a lingering risk of further escalation. The danger is illustrated by the escalation of the European crisis in the summer of 2011, which has created substantial col-lateral damage on economic activity by depressing consumer and producer sentiment. Figure 4 plots Credit Default Swap spreads for baskets of European corporate, government and financials bonds, respectively. As can be readily observed from the figure, concerns over governments and financials rose sharply and in tandem in the second half of 2011, reinforced by the vicious cycle of weak public finances denting the strength of the respective banking sectors, which in turn reflects poorly on domestic public finances, and so on. But also CDS spreads for European corporates rose to levels last seen at the peak of the banking and economic crisis in late 2008, early 2009. Clearly, European politicians have been playing a dangerous game of brinkman-ship at that time, putting the very stabil-ity of the European banking sector and hence the European economy at stake. And in fact, politicians weren’t the ones that tilted the tide at the end of last year; it was the European Central Bank that did, while among European leaders the de-bate raged on as to how a second Greek rescue package might be knitted together.

The ECB in December 2011 provided a circuit breaker by offering unlimited amounts of 3-year funding to Euro-pean banks. This has proven to be a game changer. Even though the funda-mental political and sovereign situation remained unchanged, the ECB action

broke the vicious cycle of banking sec-tor risks adding to sovereign risks, feed-ing back into banking sector risks. What this seems to have established in the force field depicted in figure 3 is to have given European politics some more time to debate and disagree so as to ultimately move towards a real solution of the cri-sis. Also, the European political balance of power seems to have tilted towards the Northern countries, as a Southern European debacle might now be better absorbed from a Northern European banking sector perspective, or at least that is the current perception. This has hardened the tone in particular towards Greece in the negations over its second EU/IMF rescue package.

5 euRo BReakup is still an undesiRaBle option

As the bark is typically worse than the bite, so the political positioning must not readily be seen as a shift in the per-

ceived value of the euro or the European integration project. Ultimately, it's still in no one’s interest – core or peripheral economy – to abandon the euro. North-ern and southern countries alike would be paying steep bills if they were to venture into that direction (figure 5).

Consider a weak country announcing its intended exit from the euro. It would immediately experience a massive run on its banking sector, along with a flight of capital out of its economy and towards any other eurozone economy in anticipation of the weakness that would mark its new currency. Capital markets would immediately close for its issues of sovereign bonds, enforcing among others an immediate balancing of the government budget (i.e. even more aus-terity measures would be needed). In the longer run, renewed exchange rate and inflation risk would result in higher in-terest rates for government and private

FIGURE 4 Changing phases of crisis

400

ITRAXX EUROPEAN 5-YEAR CDS SPREADS

100

150

250

350

50

300

200

07 08 09 10 11 12

BASI

SPO

INTS

CORPORATES

GOVERNMENTS

FINANCIALS

Source: Bloomberg

Page 69: FSA Magazine editie 03

sectors alike, while the weakness of the newly introduced currency would also push up the domestic currency equiva-lents of euro denominated debts, caus-ing a wave of bankruptcies and pro-longed economic crisis.

For a strong country, too, there are sub-stantial costs attached to a hypothetical euro exit. Most prominently, its newly introduced currency would appreciate sharply, causing an export-lead depres-sion that would trigger amongst oth-ers a prolonged episode of wage mo-deration in an attempt to regain export price competitiveness. Overseas assets would fall to sharply lower valuations as a result of the strong domestic cur-rency and the resulting negative wealth effects would only put a further break on the economy.

Even the ejection of a single country –for instance ‘only Greece’ as analysts nowadays routinely put on the table as inevitable– will cost dearly in terms of political capital (already a scarce concept on the continent) as the euro will never again be seen as an irrevo-cable locking of exchange rates, some-thing that made it so much more suc-cessful than its predecessor, the ERM (Exchange Rate Mechanism).

conclusions

There are essentially only two roads forward for Europe. One is a road to perdition, with the currency union changing composition. Even a relatively small adjustment of (for instance) only Greece leaving the monetary union would change the euro project forever as it demonstrates once and for all that the road to the euro is not irrevocable.

At some point in the future, economic, political and/or budgetary challenges will return and speculation against the then weaker members of the union will be all the more fierce as a result. We need only remember the European Exchange Rate Mechanism crisis of 1992/3 to realize what havoc financial markets may wreak in such circum-stances. The other – and only desirable – road forward runs via further Euro-pean integration, especially in the de-partments of budgetary policy (tighter European supervision of national government budgets), sovereign debt financing (Eurobonds of some sort) and economic policy. I can only assume that European leaders are fully aware of this inevitable outcome of the crisis, or they would have walked away from the immense political challenges and bailout bills some time ago. And while appreciating the complexity of the situ-ation, if this is the case, it would be wise for the European leaders to start preparing their constituencies for that

course of action, rather than adding to the euro-skeptical sentiment by over-emphasizing the costs of bailing out the weakest member state(s).

Allard Bruinshoofd is Head of International Macro Economic Research at Rabobank

The road to the Euro should remain irrevocable

”“FIGURE 5 Euro’s end is certainly not nigh

PERIPHERY COUNTRY CORE COUNTRY

• BANKING CRISIS

• FLIGHT OF CAPITAL

• IMMEDIATE BUDGET BALANCE

• TSUNAMI OF BANKRUPTCIES

• ECONOMIC CRISIS

• HIGHER INTEREST RATE VIA ELEVATED EXCHANGE RATE

AND INFLATION RISK

• STRONG CURRENCY APPRECIATION

• EXPORT-LED ECONOMIC CONTRACTION

• WAGE MODERATION TO REGAIN PRICE COMPETITIVENESS

• NEGATIVE WEALTH EFFECT TO SERVE AS FURTHERBREAK ON ACTIVITY

• VALUATION LOSSES / WRITE-DOWNS ON FOREIGN ASSETS

Source: Rabobank

by Allard Bruinshoofd

Page 70: FSA Magazine editie 03

As an investor, the world we live in is dynamic and becomes more interest-ing by the day. At Kempen Capital Man-agement, we are continuously studying financial markets and all aspects that are of importance to our investment uni-verse. From a top-down perspective, mac-roeconomic policy is one of these aspects. Today, the investment environment is char-acterized by a high degree of uncertainty, arising from potentially devastating policy decisions. Nevertheless, we see a variety of investment opportunities based on our scenarios and valuation models.

the WoRld We live in

If we reflect on a few important events in economic history, most of them were caused by poor policy decisions. Ger-man hyperinflation during the Wei-mar period, The Great Depression in the U.S. and the long-lasting deflation in Japan were initially all temporary economic downturns which ended up in severe and long-lasting economic depressions. All of these events might have been avoided, if only better eco-nomic policies would have been con-ducted. Today, the world is facing a threat of similar magnitude; a Eurozone breakup. A threat which can (and will)

materialize if politicians are unable to overcome their national political agen-das, and start paying more attention to the greater good.

Building up imBalances

The start of the Euro project was not so much an economic project as it was a po-litical project. The French fear of Germa-ny becoming too much of an economic powerhouse after its unification, was a reason for France to push for more polit-ical and economic integration. This fear was a catalyst for European integration

and the creation of the monetary union as we know it. At the time the single currency was introduced, policymak-ers assumed that the economies of the participating member states would steadily converge. However, existing differences with respect to economic growth and competitiveness became even bigger and spiraled out of control. This economic divergence was fuelled by the structural uncompetitive nature of peripheral economies, the inability to devalue currencies, and the lack of a cor-rective monetary policy tool.

Even though the economic perfor-mance was relatively poor, peripheral countries gained access to the low in-terest rates paid by core European countries. Financial markets did not differentiate between the creditworthi-ness of member countries. This facili-tated a credit explosion due to increases in consumer lending, investment and government spending. In combina-tion with a dysfunctional Stability and Growth Pact, this led to unsustain-able sovereign debt levels. At the same time, the divergence of intra-European economic performance was mirrored by a high degree of financial integra-tion. Ironically, this integration makes the current situation problematic. The losses of a Greek default could prob-ably be borne by bondholders, but the danger of contagion to other European countries is what makes the situation highly unpredictable. Furthermore, even if member countries would want to leave the single currency, it would be trying to ‘unscramble’ a scrambled egg…, quite a hard thing to do. It is time for policymakers to understand that we have no choice but to make the Eurozone work.

Column Lars Dijkstra

Page 71: FSA Magazine editie 03

by Lars Dijkstra

is austeRity the eldeR wand?

The German minded EcoFin has been stressing that peripheral countries should engage in maximum austerity. At first glance this sounds fairly logical; in order to realize lower debt levels a country should spend less. However, the austerity-only model which is pushed by European core countries has a pro-cycli-cal economic impact and could potential-ly be off-target. The far stretching mea-sures that are currently introduced might be too much of a good thing, as is pointed out by the IMF. Peripheral countries are already in a recessionary environment with high unemployment figures. Severe austerity could potentially push them into a deep deflationary abyss.

So, if we conclude that austerity alone will not do the trick, what should be done? The answer is quite simple: the periphery should become more com-petitive. Countries can gain compe-tiveness by lowering labor costs and increase productivity relative to its trading partners. For peripheral econo-mies, this means that their labor and product markets should become less rigid. Measures to reach this goal are currently undertaken, but we cannot expect the countries to turn into Ger-many overnight. Besides, it should be noted that competitiveness is a rela-tive concept. We should not just ask ourselves what the peripheral coun-tries should do; core countries should reform as well. Germany should move towards a more domestic demand-led growth model. By lowering taxes, stop-ping the continuous wage moderation and simply spend more, the countries will hand over some competiveness to the Southern European countries.

the lendeR of last ResoRt?

Politicians are no economists, however. Their main goal is to get re-elected, which does not necessarily mean exe-cuting sound economic policy. The Eu-ropean Central Bank on the other hand can be held accountable for its policy actions. Some of the finest economists are seated in Frankfurt, all of which are (supposedly) independent from politi-cal decision making. However, this in-stitution has been focusing too much on price stability, as opposed to focus-ing on financial stability. Since the ECB is Germany’s main export product, it is characterized by an entrenched fear of inflation. This fear was exactly the rea-son for Jean Claude Trichet to raise in-terest rates in the summers of 2008 and 2011. These hikes might have been the worst decisions of his career as Presi-dent of the ECB. Money growth was ab-sent, the economic outlook was bleak,

but the ECB decided to raise the policy rate anyway. It must be noted though, that since Mario Draghi is in office, the ECB is taking a more pragmatic stance in combating the European crisis. The LTRO-program decreased the im-mediate threat of a credit crunch in the European banking system. However, it is unlikely that the ECB will ever pull out the monetary bazooka that would put an end to this crisis (if such an in-strument exists at all). The ECB will be a lender of last resort for banks, not for governments.

investment implications

So how do all these euro dilemmas in-fluence our way of thinking? The only thing we are certain of is that we do not know the outcome of this long-lasting financial crisis. Against this backdrop, the central component to our invest-ment philosophy is whether we are

FIGURE 1 Balance Sheets of US, Eurozone, Japan and UK CB’s (01/01/2007 = 100)

Source: Thomson Reuters Datastream

Danger of contagion to other European countries is what makes the situation highly unpredictable

”“

400

BALANCE SHEETS OF US, EUROZONE, JAPAN AND UK CB’S (01/01/2007 = 100)

100

150

250

350

50

300

200

2007 2008 2009 2010 2011

BoJ ECB FED BoE

Page 72: FSA Magazine editie 03

being sufficiently rewarded for the risks we take. Even though uncertainty in itself is a key feature of being an in-vestor, uncertainties seem to have in-creased over the last few years. It is no longer sufficient to assess investment risks based on historical correlations alone and we need more forward look-ing scenarios. Therefore, every year we formulate three scenarios that form the base of our investment strategy. For ev-ery scenario, we determine the 10-year expected return for government bonds, and compare this to the expected re-turns of various asset classes in various regions. The higher the expected risk premium versus bonds, the cheaper the asset class and vice versa.

We created three scenarios: a central, deflationary and inflationary scenario. In our central scenario, we still believe that common sense will prevail and that policy makers will do the right thing. The Eurozone will stay intact and imbalances will eventually decrease. However, the tail risks of both our de-flationary and inflationary scenario have increased. In the short term, risks resulting from the euro crisis are obvi-ously on the deflationary side. A lot of Western economies are in a debt-dele-veraging mode. This, combined with a euro zone break-up, could have severe consequences for global growth and inflation prospects. On the other hand,

inflationary risks might take the upper hand in the long run. In a reaction to the global deleveraging cycle, the cur-rent global monetary stance is uncon-ventionally loose. The Fed, ECB, BoE and the BoJ are all engaging in some form of quantitative easing (figure 1). With China importing this monetary policy due to its managed exchange rate policy, global monetary liquidity is am-ple. This flood of monetary credit, com-bined with geopolitical risk factors in the Middle East, could create an infla-tionary environment in the longer run.

The structurally high uncertainty of the two stress scenarios has been included in the central scenario in three ways. Firstly, in the central scenario we assume persistent lower economic growth in the developed world. Secondly, we make conservative assumptions about credit spreads, default rates, profit margins and P/E ratios. Thirdly, we demand higher risk premiums than normal. In spite of these adjustments, a number of asset classes still have an attractive expected risk premium over the next ten years. Figure 2 shows the expected long-term risk premium for a standard investment portfolio (40% bonds, 40% equities, 20% alternatives) since the end of 2005. Our valuation models indicate that risk-taking for long-term investors (which we all should be) is more than sufficient-ly rewarded, in spite of the structurally higher uncertainties in the world.

FIGURE 2 Expected Excess Return Of Standard Portfolio Versus Cash (% Per Year)

6

EXPENSIVE CHEAP

5

4

3

2

1

DEC2005

JUN2006

DEC2006

JUN2007

DEC2007

JUN2008

DEC2009

JUN2009

DEC2009

DEC2010

JUN2011

DEC2011

JUN2010

EXPECTED EXCESS RETURN OF STANDARD PORTFOLIO VERSUS CASH (% PER YEAR)

Source: Thomson Reuters Datastream, Kempen Captial Managment

lars dijkstra chief investment officer,kempen capital management

teun van der velden investment strategist,kempen capital management

Column Lars Dijkstra

Page 73: FSA Magazine editie 03

W W W.GA A AN.NU© 2011 KPMG N.V., alle rechten voorbehouden.

Marleen van Dijsseldonk, 26 jaarJunior adviseur KPMG Advisory

“Onderweg naar een opdracht bij een klant in #Barcelona. Weekendje shoppen eraan vastgeplakt met vriendin daar.”

Voor 24/7 updates over werken bij Audit of Advisory, check de KPMG-bloggers op www.gaaan.nu

-04493_210x297mm_Blog_Schiphol_OF.indd 1 25-01-12 11:28

Page 74: FSA Magazine editie 03

Duisenberg school of finance

stands for top education and

research in finance. A leading

European finance school

located in Amsterdam with

world-class faculty and direct

links to industry leaders in the

world of finance.

forleadersinfinance

Page 75: FSA Magazine editie 03

wolf wagner is a professor of economics at the university of tilburg. he is a member of the board of the european Banking centre and an associate editor of the journal of financial stability.

stabiliZing the system: in search for the weakest link

DSF Expert column

FSA members are asked to direct their themed ques-tions to a DSF expert in every Fiducie publication. Read what our expert has to say about the theme of this issue.

www.dsf.nl

why would investoRs have any inteRest in euRoBonds if national Bonds aRe also availaBle? thijs BaaRsEurobonds have different payout char-acteristics than national bonds. National bonds incur losses when there is default of the respective country. Eurobonds are typically endowed with an – explicit or implicit – cross-guarantee where all Eu-rozone countries stand jointly behind the debt issued by the Eurozone. The in-ability of a single member state to pay in principle thus does not affect the return on the Eurobond. Hence, Eurobonds should be significantly safer than the average national bond. However, also Eurobonds are not risk-free. There is still the risk that the joint resources of the Eurozone members do not suffice to pay back the bonds. This risk may even increase in the presence of Eurobonds. I have recently written a DSF policy brief where I point out this problem. Nev-ertheless, if the conditions of national bond and Eurobond are otherwise com-parable, investors should prefer Euro-bonds due to the diversification benefits they deliver.

what is the chance that japan, having the high level of deBt it does, will face default and what effects could that have on eu-Rope? jacoB chaRdonThe extent of public indebtedness in Ja-pan is staggering (the debt-GDP ratio is around 200%). However, the ability to serve ones debt depends to a large ex-tent depends on the interest rate. Since many years Japan has a low interest rate level environment, which real rates close to zero or even negative. If this scenario continues, Japan should be able to con-tinue servicing its debt. If interest rates increase, however, Japan will run into troubles. The ability to avoid default also depends crucially on growth of the economy. After all, governments can continue making debt as long as the economy is growing faster than the level of debt. If Japan is able to solve its struc-tural problems, it should be able to avoid default.

what is youR opinion on the potential split up of commeRcial and investment Bank-ing? what effects would it have on the Real economy? tim van deR vaaRtFormer FED Chairman Volcker has brought back on the agenda the sepa-ration of investment and commercial banking. The rationale for this is that in-vestment banking is usually thought to entail riskier activities and hence there is a cause for isolating commercial banks – which are very important for the financ-ing of small and medium-sized firms – from this risk. There is also empirical evidence that branching out into invest-ment bank activities reduces the returns for commercial banks. In principle, there are also diversification benefits from combining both types of banking.

However, evidence suggests that such benefits do overall not materialize as commercial banks that also undertake investment banking activities operate with riskier balance sheets.

is a euRo foR only noRtheRn euRopean countRies (neuRo) a Realistic alteRnative? lotte sluiteRI am answering this question from a purely economic perspective – there are of course serious political impedi-ments to such a scenario. One way to judge which set of countries should be in the Euro (or an alternative to the Euro, such as a Neuro) is whether these countries form an optimum currency area. A common currency means that the exchange rate as shock absorber is missing. This is particularly costly when countries are hit by asymmetric shocks or generally develop in different direc-tions. While one country may then need an expansionary monetary policy to deal with a recession, this may cause inflation in another country that may experience a boom at the same time. This is a problem that we are currently experiencing in the Eurozone – while southern countries would be well served with expansionary monetary policy, this would be suboptimal in Germany which is currently booming. An optimum cur-rency area should thus contain countries that are relatively homogenous. This speaks in favor of a common currency for Northern European countries. How-ever, gains for the Neuro countries may then be offset by losses for the southern countries, which will lack a stability an-chor for the monetary policy. Recall that before the Euro these countries typically had relatively high rates of inflation.

Page 76: FSA Magazine editie 03

© 2011 PricewaterhouseCoopers B.V. (KvK 3412089) Alle rechten voorbehouden.

www.werkenbijpwc.nl

Tijdens je studie heb je een schat aan kennis opgedaan, je bent slim, sociaal en ambitieus en nu wil je aan de slag. Bij ons kun je al je kwaliteiten volop ontwikkelen.

Je ideeën zijn meer dan welkom Ook wij zijn ambitieus. We werken in Nederland met 4.600 mensen in twaalf vestigingen op de gebieden Audit & Assurance, Tax & Human Resource Services, Advisory en Compliance Services. We willen de beste en meest innovatieve oplossingen bedenken voor de vraagstukken van onze klanten. Dat kan alleen als onze mensen vanuit allerlei oogpunten naar die vragen kijken. Dus maakt het minder uit wat je precies gestudeerd hebt. Het gaat om je ideeën.

Blijf je ontwikkelen De lat ligt hoog, maar je staat er niet alleen voor. Je krijgt op dag één een coach die je begeleidt en ondersteunt bij je werk en bij het uitstippelen van je carrière. Je werkt samen in teams met inspirerende collega’s en volgt opleidingen om je vaktechnisch en persoonlijk te blijven ontwikkelen. Zo ontdek je al doende waar je kracht ligt. Je kunt switchen tussen sectoren. Begin je bijvoorbeeld bij beursgenoteerde ondernemingen, dan kun je altijd overstappen naar de overheid. En andersom. Je kunt ook van PwC-vestiging veranderen, binnen Nederland of over de grens.

Pak de ruimte die je krijgt Je gaat bij ons aan de slag in een open kennisorganisatie. We werken met passie en een gezonde dosis lef; zijn open, integer en eerlijk; zeggen geen ja als het nee moet zijn. Het gaat er bij ons informeel aan toe. Je krijgt echt de ruimte. We staan open voor je initiatieven. Je start je carrière vliegend, ontwikkelt je volop en haalt het beste in jezelf naar boven. Want daar worden onze klanten, wij én jij beter van.

Soms hou je alle opties openSoms weet je direct waar je aan de slag wilt

Kom verder op werkenbijpwc.nl

4694-73 PwC RC Adv. Bedrijfsprofiel A4 Forfaitair.indd 1 11/17/11 3:37:20 PM