out of space catalogue
DESCRIPTION
Catalogue of an environmental art project in The Netherlands (2010)TRANSCRIPT
1
Out of Space
Out of Space
2
Out of Space
2
Out of Space
De Rottige Meente is een schitterend natuurgebied, een ka-
rakteristiek en uniek wetland met nationale waarde. Dit on-
gerepte natuurreservaat nabij Wolvega is van oorsprong een
oud laagveengebied tussen Midden Friesland en Noordwest
Overijssel. De historie van het natuurgebied Rottige Meente
gaat terug tot omstreeks 1100. Het gebied is gelegen in ge-
meente Weststellingwerf.
Tal van culturele gezelschappen vinden in het waterrijke ge-
bied van de Rottige Meente de inspiratie en een locatie voor
hun kunst. En deze combinatie van cultuur en natuur in de
Rottige Meente geeft een uniek podium: cultuur in de Rottige
Meente.
Onze gemeente presenteert deze bijzondere culturele activi-
teiten in dit gebied op de website: www.cultuurinderottige-
meente.nl.
Een speciale gast in dit gebied is het kunstproject ‘Out of
Space’. Internationaal geselecteerde beeldend kunstenaars
laten zich inspireren door de natuur van de moerasbossen
met open vlaktes en weilanden. Zij vertalen hun inspiratie in
beeldende objecten en plaatsen die in het landschap van de
Rottige Meente. Een project met een ongekende schoonheid
en van nationale betekenis.
Met gepaste trots kan ik u dit boek aanbevelen dat een goede
indruk geeft van het kunstproject ‘Out of Space’: een unieke
beleving van cultuur en natuur in de Rottige Meente.
Graag nodig ik u uit een bezoek te brengen aan dit unieke ge-
bied.
Gerard van Klaveren,
Burgemeester van de gemeente Weststellingwerf
3
Out of Space
3
Out of Space
4
Out of Space
4
Out of Space
Wenkbrauwen omhoog: “Wie organiseert er nu een kunstpro-
ject in een natuurgebied met als thema Out of Space? Juist
hier in De Rottige Meente in Friesland is er toch nog ruimte
zat?”
Nee, het plaatsvinden van Out of Space in dit gebiedje van
Staatsbosbeheer is niet voor iedereen vanzelfsprekend
De ruimte die we in Nederland met veel mensen moeten de-
len, lijkt er juist nog zo overvloedig aanwezig. En toch bleek
ook hier de open ruimte bedreigd te kunnen worden, en niet
alleen door de tijdelijke invasie van deelnemende kunstenaars
aan dit project. Want tot verbazing van menigeen verscheen
tijdens de aanloop van het kunstproject aan de rand van het
Voetpad plotseling een groot bord van een projectontwikke-
laar, die zijn voornemen bekend maakte om een wild weitje
met uitzicht op het water met vier vrijstaande huizen te gaan
opvullen …
Out of Space gaat over de druk op de vrije ruimte die we overal
in Nederland voelen. Niet alleen in de steden waar we met ve-
len op een kluitje wonen, maar ook in de groene(re) gebieden,
waar projectontwikkelaars in het wilde weg hun gang lijken te
kunnen gaan. Snelwegen en Ecologische Hoofdstructuur, het
land wordt voortdurend heringericht zowel ten behoeve als
ten koste van de natuur. Niemand kan met zekerheid zeggen
hoe zijn uitzicht er over tien jaar uit zal zien. De druk op de
ruimte is een Hollands thema - in zekere zin kunnen we geen
kant op.
Ruimte is ook afhankelijk van de perceptie: hoe wij de ruimte
beleven wordt mede bepaald door wat we mooi of lelijk vin-
den en waar wij ons prettig of vervelend in voelen. Als wij nu
weinig of geen invloed kunnen uitoefenen op de (inrichting
van) de ruimte om ons heen, kunnen we misschien wel iets
doen aan de beleving ervan. Daarom besloten we voor de
derde maal een Kunstbroedplaats op te zetten en (Land art)
kunstenaars uit de hele wereld op te roepen ontwerpen in te
sturen met hun ideeën over ruimtebeleving, uitgewerkt voor
de situatie in Natuurgebied De Rottige Meente.
Raising eyebrows: “Who organizes an art project in a nature reserve with the theme Out of Space? Espe-cially here in De Rottige Meente in Friesland there is still plenty of space, isn’t there?” No, holding the Out of Space event in this small area of Staatsbos-beheer, the Dutch Forestry Commission, is not im-mediately logical. The space we have to share with a lot of people in the Netherlands just seems to abound here. But even here the open space turns out to be threat-ened and not only because of the temporary inva-sion of participating artists in this project. Because
to everybody’s amazement during the start of the art project a large sign of a property developer sud-denly appeared on the edge of the footpath . He announced his intention to fill a little wild meadow looking out onto the water with four detached houses...
Out of Space is about the pressure on the free space which we feel anywhere in the Netherlands. Not only in cities where we live crowded together with many others, but also in the greener areas where property developers seem to be able just to go their
own way. With motorways and the Ecological Main Structure - a network of existing nature reserves and important nature reserves to be developed in the Netherlands - the land is continually being reorgan-ized both for the benefit of nature and at the cost of nature. Nobody can say with certainty what his view will look like in ten years. The pressure on space is a Dutch theme. In a way we have nowhere to go. Space also depends on perception: how we experi-ence the space is also defined by what we think is beautiful or ugly and what we enjoy or dislike. Al-though we cannot influence the organization of the
EEN KUNSTPROJECT IN DE NATUUR
KARIN VAN DER MOLEN
5
Out of Space
5
Out of Space
6
Out of Space
6
Out of Space
Ook de twee eerdere Kunstbroedplaatsen (Weerribben 2005,
Waterloopbos 2008) namen een maatschappelijk thema bij
de kop, tegen de achtergrond van een natuurgebied, respec-
tievelijk de ontwikkeling van nieuwe natuur en de klimaatver-
andering waren toen de vertrekpunten voor de kunstenaars
om ter plekke werken in, op en aan de rand van het water te
maken.
De Kunstbroedplaatsen zijn geen kunstroutes waar kunste-
naars bestaande beelden plaatsen met een natuurlijke achter-
grond als ‘decor’. De installaties komen ter plekke tot stand, ze
zijn met een Engelse term: site-specific en tijdelijk van aard.
Het atelier wordt verplaatst naar de natuur en de kunstenaar
neemt er voor twee weken zijn of haar intrek. Zo kan er een
interactie ontstaan tussen de kunstenaar en het gebied, met
de omwonenden en ook tussen de kunstenaars onderling. Het
proces ondergaat onverwachte invloeden van het weer, ont-
moetingen en de omgeving waarin wordt gewerkt. Dat maakt
de Kunstbroedplaatsen tot een bijzondere ervaring voor de
deelnemende kunstenaars en voor de bezoekers.
Het is een belangrijk kenmerk van deze kunstprojecten in de
natuur dat de ervaring van de kijker in de installatie betrok-
ken wordt. Er is geen ingelijste, begrensde plaats zoals een
kunstobject op een voetstuk in een galerie, waar ieder kunst-
werk de exclusieve aandacht opeist. In de natuur gaan tijd en
ruimte onderdeel uitmaken van het kunstwerk. De omgeving
verandert met het werk mee van inhoud en betekenis.
space around us or if the influence is small, we may be able to do something about the perception of it. That is why we decided to set up a Breeding Place for Art (Kunstbroedplaats) for the third time and to call up land art artists from all over the world to sub-mit designs with their ideas about space perception, worked out for the situation in Nature Reserve De Rottige Meente.
ART IN NATUREThe first two Kunstbroedplaatsen (Weerribben 2005, Waterloopbos 2008) also dealt with a social
theme, against the background of a nature reserve. The development of new nature and climate change respectively, were then the starting points for the artists to create works of art on site in, on and on the edge of the water. The Kunstbroedplaatsen are not art routes where artists place already existing sculptures with a natural backdrop. The installa-tions come into being on site, they are site-specific and temporary. The atelier is moved into nature and the artist lives there for two weeks. This way there can be interaction between the artist and the area, with the people living in the neighbourhood and
also between the artists themselves. The process is subject to unexpected influences of the weather, encounters and the setting in which they work. This makes de Kunstbroedplaatsen a special experience for the participating artists and for the visitors. An important feature of these art projects in nature is that the experience of the spectator is involved in the installation. There is no framed, limited place such as an art object on a plinth in a gallery where every work of art demands exclusive attention. In nature, time and space become part of the work of art. The setting changes with the work, and the con-
7
Out of Space
7
Out of Space
Land art, ofwel landschapskunst, heeft sinds de jaren zestig
een grote vlucht genomen.
De wortels van deze kunstvorm liggen niet zozeer in de tradi-
tionele ambachtelijke beeldhouwkunst. Het gaat veeleer om
het concept of de intentie van de kunstenaar in relatie tot de
(natuurlijke) omgeving waar het beeld wordt uitgevoerd. Zo-
als ook in andere kunstuitingen die in de jaren zestig tot bloei
kwamen, kregen maatschappelijke thema’s een rol in land art.
Nieuwe benamingen voor de landschapskunst zoals: ‘environ-
mental art’ en ‘art in nature’ weerspiegelen de belangstelling
voor de plaats van de mens in de natuur, verstedelijking en
het milieu.
In sommige gevallen wordt het landschap daadwerkelijk op-
nieuw ingericht door een landschapskunstenaar. Hiervan
hebben we in Nederland verschillende bekende voorbeelden,
zoals De Groene Kathedraal van Marinus Boezem en het Ob-
servatorium van Robert Morris, beide in Flevoland gesitueerd.
Een nieuwe trend in de landschapskunst is dat kunstenaars
de natuur terug naar de stad brengen. Het ‘doel’ is om groene
onderwerpen in de aandacht te brengen, om de rol van de na-
tuur in de eenentwintigste eeuw te onderzoeken.
In Out of Space wordt het thema van de stad (en Nederland als
verstedelijkte omgeving) naar de natuur gebracht. Het project
richt zich op de beperkte ruimte, op het land dat voortdurend
in beweging is. In De Rottige Meente hebben de kunstenaars
de mogelijkheden en rekbaarheid van de ruimte onderzocht
door te spelen met de perceptie, de zintuiglijke ervaring van
een plek. De Rottige Meente is een klein natuurgebied, maar
door zestien plekken op verrassende wijze uit te lichten, is de
beleving van de ruimte met eenzelfde factor vergroot.
De kunstwerken zijn van tijdelijke aard, zoals alle Kunstbroed-
plaats exposities zijn geweest. Want als we Out of Space se-
rieus nemen, dan moeten we later weer kunnen wandelen in
De Rottige Meente, dromend van een oneindig natuurgebied.
tents and meaning change with the setting.
Land art has boomed since the sixties. The roots of this form of art lie not so much in traditional sculp-ture. It is rather about the concept or intention of the artist related to the setting or natural setting where the sculpture is created. As in other artistic expressions which flourished in the sixties, social themes started to play a part in land art. New names for land art such as ‘environmental art’ and ‘art in nature’ reflected the interest in the place of man in nature, urbanization and the environment.
In some cases the landscape is actually reorganized by a landscape artist. There are various examples of this in the Netherlands like The Green Cathedral by Marinus Boezem and the Observatory by Robert Morris, both situated in Flevoland. A new trend in land art is that artists bring back na-ture to the city. The ‘purpose’ is to bring green top-ics to the fore and to study the role of nature in the twenty-first century. In Out of Space the theme of the city (and the Netherlands as an urbanized setting) is brought to nature. The project focuses on the limited space and
the dynamic land. In De Rottige Meente the artists studied the possibilities and flexibility of space by playing with the perception, the sensory experience of a place. De Rottige Meente is a small nature re-serve but by highlighting sixteen places in a surpris-ing way, the perception of the space enhancing it. The works of art are temporary, they will be taken down after six months. Because when we take the theme of Out of Space seriously, we shouldn’t fill all sparse pieces of nature with art. After the project is finished we should be able to walk in De Rottige Meente, dreaming of an infinite nature.
8
Out of Space
8
Out of Space
Wie wandelt door Natuurgebied De Rottige Meente krijgt
vanzelf een verende tred. De zwarte veengrond geeft mee
onder de wandelschoenen, op de zachtste delen voeren de
loopplanken ons langs de moerasbosjes en rietvelden.
De naam Meente duidt op gemeenschappelijke weidegron-
den of op woeste, nog niet ontgonnen gronden. ‘Rot’ verwijst
dan naar veenachtig, moerassig, laaggelegen land, niet erg
bruikbaar om op te boeren.
Tot in de jaren vijftig werd er in de omgeving van wat nu een
natuurgebied is, nog lustig ontgonnen, dat wil zeggen: de
woeste landjes werden omgeploegd, drooggemaald en klaar-
gemaakt voor de landbouw. Vele eeuwen was het blauwgras
land, slecht land met weinig opbrengst. Al in de middeleeu-
wen werd er veen gewonnen, maar pas rond 1900 werd het
gebied grondig uitgeveend. De turf ging per schip naar Am-
sterdam om daar de huizen te verwarmen. De petgaten en rib-
ben die achterbleven na het steken van de turf (en later niet
ten prooi vielen aan de agrarische uitbreidingskoorts), bleken
een broedgebied voor zeldzame planten en dieren. Vol trots
kan de boswachter nu verwijzen naar ‘zijn’ vuurvlinder.
Het kleine natuurgebied wordt is in de afgelopen jaren sterk
uitgebreid. In het kader van de Ecologische Hoofdstructuur
wordt geprobeerd de geschiedenis weer terug te draaien. Er
werden agrarische gronden aangekocht en aan de natuur te-
ruggegeven. Stukken land werden uitgegraven, zodat er weer
een landschap van petgaten en ribben kon ontstaan. Op die
manier wordt het ook mogelijk om aan te sluiten bij Nationaal
Park de Weerribben en groeit er een nagenoeg aaneengeslo-
ten landschap van meertjes, petgaten en stukjes rietland, van
Giethoorn in Overijssel tot aan de Tjonger in Friesland.
If you walk through Nature Reserve De Rottige Meente you will automatically walk with a springy step. The black peaty soil yields under your hiking shoes, ; at the softest parts the planks lead us to the little swamp forests and reed lands. The name Meente describes common grasslands or waste land which have not yet been reclaimed. ‘Rottige’ refers to peaty, swampy, low land, not very suitable for farming.
Until the fifties people still enthusiastically re-claimed the land in the area which is now a nature reserve. This meant that the small wild lands were ploughed, drained and prepared for agriculture. For many centuries it was bluegrass country, infertile, unprofitable land. Already in the Middle Ages peat was extracted, but only around 1900 was the peat cut on a large scale. The peat went to Amsterdam by ship to heat houses. The peat holes and ridges which
were left after peat cutting (they did not become prey towere spared the agricultural development fever), appeared to be a breeding ground for rare plants and animals. The small nature reserve has been enlarged over the past years. Agricultural lands were bought and given back to nature. Parts of land were excavated so a landscape with peat holes and ridges could emerge again.
9
Out of Space
9
Out of Space
10
Out of Space
10
Out of Space
11
Out of Space
11
Out of Space
Wie kunstenaars vraagt werk te maken voor een buitenmani-
festatie onder de titel Out of Space krijgt totaal verschillende
inzendingen. De ene kunstenaar denkt aan een observatorium
voor het heelal de andere neemt de ruimte die hij zelf in de
wereld inneemt als uitgangspunt. Tenslotte is out of space
ook een statement, in de betekenis van ‘(er is) geen ruimte
meer’.
De ontwerpen geven blijk van het verlangen om de perceptie
van de ruimte te veranderen. Want de wijze waarop men de
ruimte ervaart heeft veel te maken met de richting van onze
blik, met onze vooronderstellingen over hoe die ruimte eruit-
ziet. De kunstenaars in Out of Space zijn natuurlijk niet de eer-
sten die zich met dit thema hebben beziggehouden. Filosofen
hebben zich sinds de Grieken over de vraag gebogen hoe we
grip kunnen krijgen op de ruimte om ons heen.
Voor we weer terugkomen op de kunstenaars die een andere
weg bewandelen, kijken we eerst naar de filosofie.
EEN MAAT VOOR NIETS
In het Franse stadje Sèvres wordt een bijzonder voorwerp be-
waard: een staaf bestaande uit 90% platina en 10% iridium
met daarop twee inkepingen. Tot 1960 gold het stuk tussen
die twee kerfjes als de internationale standaard voor precies
een meter.
Er gaat, in eerste instantie althans, een zekere geruststelling
uit van het feit dat er een onbetwistbare, absolute meter is.
Met die als vertrekpunt kun je namelijk grotere en kleinere
(lengte)maten gaan afleiden en met een aldus opgebouwd
metriek stelsel in concrete situaties invulling geven aan aller-
lei wiskundige formules.
Die meter is een van de meest perfecte uitdrukkingen van
de wens om orde aan te brengen in een anders onbevatte-
lijke wereld. Of, omgekeerd, die meter is een metafoor voor
de angst voor de wanorde van de natuur. Hoe oud en diep-
geworteld in de westerse cultuur die angst is, blijkt uit een
ABOUT SEEING ART AND EXPERIENCING NATUREIf you ask various artists to create a work of art for an outdoor event called Out of Space you will re-ceive extremely diverse proposals. One artist thinks about an observatory for the universe, another art-ist uses the space he takes up himself as a starting point. After all, Out of Space can also be interpreted as a statement, meaning ‘ no space left’.The subjects show the desire and the possibilities for changing the perception of the space because the way one experiences the space has a lot to do with the way we view as directed by our presupposi-
tions about what that space looks like. The artists in Out of Space are of course not the first ones to engage themselves with this theme. Philosophers have occupied themselves since ancient times with the question of how to come to terms with the space around us. Before we return to the art, we will first focus on the philosophy.
In the French city of Sèvres a special object is preserved: a bar made of 90% platinum and 10% iridium with two grooves in it. Till 1960 the part between these two grooves was the international
fixed distance for a meter. There is, at first anyway, a certain reassurance because of the fact that there is an indisputable, absolute meter. With a metric sys-tem set up like this it is possible to interpret all kinds of mathematical formulas. This meter is one of the most perfect expressions of the wish to create order in a world which would oth-erwise be unfathomable. Or, the other way around, the meter is a metaphor for the fear of the disorder of nature. How old and deeply rooted this fear is in the western culture, is proven by a story drawn up in the first century BC by Vitruvius in his De Architec-
HET GR AS GROEIT VANZELF -
OVER KUNST ZIEN EN NATUUR ERVAREN
MARCEL VAN OOL
12
Out of Space
12
Out of Space
verhaal dat Vitruvius in de eerste eeuw voor Christus optekent
in de inleiding van het zesde boek van zijn De architectura. Hij
vertelt over de Griekse filosoof Aristippos die schipbreuk leed
en aanspoelde op de kust van Rhodos. Uiteraard was hij be-
vreesd voor het onbekende land. Al snel volgde er echter een
enorme opluchting als hij in het zand getekende wiskundige
figuren aantreft. Artistippos zou uitgeroepen hebben:”Laat
ons goede hoop koesteren, want ik zie de sporen van mensen”
– en daarin zag hij het bewijs van de aanwezigheid van orde
en verstand, kortom beschaving.
Maar is de werkelijkheid, met inzet van dat instrumentarium,
gekènd? De dichter zou hier natuurlijk volmondig ‘nee’ op
antwoorden. Hij zou, zoals Goethe ook daadwerkelijk heeft
gedaan, naar voren kunnen brengen dat er slechts naar een
uitsnede van de werkelijkheid wordt gekeken. Het oorspron-
kelijke fenomeen wordt ‘beschadigd’ in de woorden van de
Duitse dichter. Ook was er, met name in de achttiende en
negentiende eeuw, vanuit filosofische hoek kritiek op weten-
schappelijke waarheidsclaims.
Friedrich Nietzsche,komt hevig in het geweer tegen dit soort
schijnzekerheden. In een jeugdwerk uit 1873 schrijft hij: ”Wij
geloven dat we iets van de dingen zelf weten, als we over
bomen, kleuren, sneeuw en bloemen spreken, maar bezitten
toch niets dan metaforen der dingen, die volstrekt niet over-
eenstemmen met de oorspronkelijke entiteiten.”
Nietzsche ziet begrippen en natuurwetten als zaken die over
de werkelijkheid heen gelegd worden maar die in principe die
werkelijkheid niet zijn, ze zijn (slechts) metaforen. En in de
taal, die nu eenmaal nodig is om de abstracties (die begrippen
en natuurwetten zijn), tot uitdrukking te brengen, ontstaat
volgens hem zelfs een tweede metafoor. Na lang gebruik
schijnen de metaforen ‘vast, canoniek en bindend’.
Om zelf een beeldspraak te gebruiken: je kunt de werkelijk-
heid die je in je net vangt niet meer zien omdat je je blind
staart op de touwen van het net.
Niet alleen kan de mens met deze zienswijze niet (meer) tot
het wezen der dingen doordringen, zijn optiek gaat ook ‘met
hem aan de haal’. Hij vergeet dat hij dat spreekwoordelijke
net zelf heeft uitgeworpen. Nietzsche: “Alle wetmatigheid,
die ons in de beweging van de sterren en in chemische pro-
cessen zo imponeert, valt in de grond van de zaak samen met
die eigenschappen die we zelf in de dingen aanbrengen, zodat
we onszelf ermee imponeren.” De conclusie van Nietzsche is
dat al die onderscheiden wetmatigheden niet alleen slechts
tura. He tells about the Greek philosopher Aristippos who was ship wrecked and washed ashore on the coast of Rhodes. Of course he had fear of the un-known land. Relief followed however when he came across mathematical figures drawn in the sand. Aristippos would have shouted: “Let us cherish good hopes, because I see tracks of people.” There he saw the evidence of the presence of order and reason; in a word, civilization. But is the reality known, with the use of this instru-ments? The poet would of course answer this with a straightforward ‘no’. He would, as Goethe actually
did, argue that only a part of the reality is seen. In the words of the German poet the original phe-nomenon is ‘damaged’. There was also, especially in the eighteenth and nineteenth century and from a philosophical angle, criticism of scientific claims of truth. Friedrich Nietzsche strongly opposes this type of seeming certainties. He writes in an early work: “We believe that we know something about the things themselves when we speak of trees, colours, snow, and flowers; and yet we possess nothing but meta-phors for things — metaphors which correspond in
no way to the original entities.”Nietzsche sees definitions and laws of nature as things that are covering reality but basically they are not the reality itself, they are only metaphors. And the language, which is simply necessary to express abstractions, like the definitions and laws of nature, can give rise to further metaphors. After long us-age, the metaphors seem to be ‘fixed, canonical, and binding’. To use figurative language myself: you can no longer see the reality captured in your net because you are fixated on the ropes of the net. Man cannot or can no longer get to the nature of
13
Out of Space
13
Out of Space
14
Out of Space
14
Out of Space
voortdurend naar elkaar verwijzen maar ook dat ze ‘ons naar
hun aard door en door duister zijn’.
Deze duisternis is hoogst onbevredigend: de menselijke rede,
waarmee we dachten ‘de hoogte van de telescopische wereld
en de diepte van de microscopische wereld’ bloot te leggen,
leidt kennelijk slechts tot een gedachtenconstruct. Is het de
mens wel gegeven de werkelijkheid te kennen? De westerse
filosofie heeft zich over dit vraagstuk letterlijk uitgeput en
in een rondgang van de rede, in een denken over het denken
zichzelf klemgezet. Een antwoord op die ultieme kenvraag
kan niet voortkomen uit het (verstandelijke) kennen zelf, dat
levert immers alleen maar meer van hetzelfde op.
Dat beseften filosofen natuurlijk ook wel en zij worstelden
met de constatering dat hun ervaringen wetenschappelijk
‘niet uit kunnen’. De Vlaamse filosofe Patricia de Martelaere
beschreef het zo: ”Een bosanemoon, een oude boom, een
streep zonlicht, een hert – alles nodigt uit tot verwondering,
verwantschap en diepe vreugde. Alles lijkt meer te zijn dan
het is of wat we weten dat het is: een steen is meer dan een
steen, een dier is meer dan een dier…Keren we terug naar het
laboratorium, dan wacht ons de ontgoocheling van ons leven,
want daar blijkt opeens alles veel minder te zijn dan het lijkt.”
In plaats van het te laten bij “ jouw waarheid is net zoveel
waar(d) als mijn waarheid”, richtte zij de blik oostwaarts.
Patricia de Martelaere schreef een boek over het Taoïsme,
waarin ze ook uitgebreid ingaat op dat ‘ik’. Zij zegt: ”De mens
wordt van kind af aan getraind in het construeren van een
menselijke wereld waarin dingen van elkaar onderscheiden
zijn en wederzijds exclusieve eigenschappen vertonen: wat
groot is, is niet klein; wat sterk is, is niet zwak; wat goed is,
is niet slecht. Het spreekt vanzelf dat het aandeel van de taal
in deze constructie niet te onderschatten is. Door het feit dat
de taal hand in hand gaat met het onderscheidingsvermogen
staat zij in eerste instantie een eenheidservaring in de weg en
moet zij ‘overstegen’ worden… Willen we echt doordringen tot
de ware aard van de werkelijkheid, dan moeten we leren ho-
ren met ons ‘hart-bewustzijn’ in plaats van met onze oren…”.
Voor het westerse denken ligt voorbij het intellect en de taal
het terrein van de mystiek en menigeen huivert ervoor dat ge-
bied te betreden.
Het Taoïsme nu, ook niet zo veel. Het reikt je de suggestie aan
dat het net, dat je over de werkelijkheid heen legt en waar we
het eerder overhadden, weg te werpen. Hiertoe is het stop-
zetten van de denkactiviteit noodzakelijk en omdat het ik –
the matters with this way of thinking, and further, his point of view is not reliable any more. He forgets that it is he himself who has cast the said net. Nietzsche: “All that conformity to law, which im-presses us so much in the movement of the stars and in chemical processes, coincides at bottom with those properties which we bring to things. Thus it is we who impress ourselves in this way.” The final conclusion of Nietzsche is that all these various con-formities to law not only always refer to each other but also that to us they are thoroughly unknowable.This darkness is highly unsatisfactory: that the hu-
man sense with which we thought we could expose the height of the telescopic world and the depth of the microscopic world, only leads to a construct. Is it actually granted to man to know the truth? Western philosophy literally exhausted itself over this question and in circular reasoning, in thinking about thinking it jammed itself. An answer to the ultimate key question cannot arise from intellectual knowledge itself. After all this only gives more of the same. This was something that philosophers of course also realized and they struggled with the conclusion that
their experiences scientifically ‘cannot be turned off’. The Flemish philosopher Patricia de Martelaere described it as follows: “A wood anemone, an old tree, a ray of sunlight, a deer – everything tempts one to amazement, relationship and deep joy. Every-thing seems to be more than it is or what we know that it is: a stone is more than a stone, an animal is more than an animal... When we go back to the laboratory, the disillusionment of our life awaits us because there everything seems to be much less than it seems.” Instead of thinking ‘your truth is worth just as much as mine’ she turned to the East.
15
Out of Space
15
Out of Space
construct dáár schuilt, lijkt dat op voorhand te veel gevraagd.
Maar voor wie eenmaal een glimp heeft opgevangen van wat
vooraf of voorbij gaat aan het denken, is er geen aanleiding
meer tot ijdelheid, geen neiging tot meer ruimte innemen dan
noodzakelijk is, geen drang tot zich bovenmatig manifesteren
in de wereld. Kortom, de wereld zelf kan er dan pas zijn, en dan
zul je de bloem, het dier, de steen voor het eerst zíen. Omdat
je als mens jouw natuurlijkheid hervonden hebt. Dat is alles.
Ik zit stil, doe niets,
De lente komt en het gras groeit van zichzelf.
KUNST ALS ERVARINGSPLAATS
Terug naar de beeldende kunst. Wanneer die naar buiten gaat
wordt het interessant om te zien hoe de individuele makers
zich verhouden tot de natuur. Sinds kunstenaars in de jaren
zestig van de vorige eeuw de natuur opzochten om in en
vooral met haar te werken, is het hele scala van menselijke
omgangsvormen met die natuur verbeeld. We hebben kunste-
naars gezien die met enorme betonblokken en ijzeren platen
hun wil oplegden aan hun natuurlijke omgeving, anderen no-
digden juist de natuur uit zichzelf te laten zien en weer ande-
Patricia de Martelaere wrote a book about Taoism in which she also further examines the ‘I’. She says: “Man is trained since childhood in creating a human world in which things are distinguished from anoth-er and mutually show exclusive features: if some-thing is large it is not small, if something is strong it is not weak, if something is good it is not bad. It is obvious that the contribution of language in this construction cannot be underestimated. Because of the fact that language goes together with the pow-er of discernment at first it stands in the way of a unity experience and should be ‘exceeded’... If we re-
ally want to get through to the true character of re-ality, then we have to learn to listen with our ‘heart awareness’ instead of with our ears...”. For Western thinking the field of the mysticism lies somewhere past intelligence and language and many people tremble to think of entering this field. Well, Taoism does not say much either. It suggests to throw away the net with which you cover reality and which we discussed earlier. With this, stopping the thinking activity is necessary and because the I-construct shelters there, it seems you are asking too much of yourself in advance. But for anyone who
ever caught a glimpse of what precedes or passes thinking there is no cause for vanity anymore, no tendency to take up more space than necessary, no urge to make too much of oneself in the world. In brief, the world itself can only then be there, and then you will see the flower, the animal and the stone for the first time. Because you have recovered your naturalness as a human.
I sit still, do nothing,Spring will come and the grass will grow.
16
Out of Space
16
Out of Space
ren verklaarden het hele onderscheid tussen kunst en natuur
tot een bedenksel. De ‘natuurkunst’ beslaat zo het hele ter-
rein tussen rationalisme en mystiek en laat dus ook zien hoe
het ‘net’ van de kunstenaar eruit ziet.
In Out of Space togen zestien kunstenaars aan het werk in
De Rottige Meente. Opvallend is dat zij niet zozeer hun werk
inzetten als onderzoek naarhet doorgronden van de natuur,
maar ze ‘gebruiken’ het natuurgebied en hun werk daarin als
basis voor een ervaring.
De kunstenaars bewandelen verschillende paden. Een aantal
kunstwerken nodigt de bezoeker uit om het wandelpad te
verlaten en plaats te nemen in het kunstwerk zelf. De soms
torenhoge bouwwerken bieden de bezoeker de mogelijkheid
om het individuele stelsel van oordelen en concepten voor
even te vergeten. Er wordt uitzicht geboden op de buiten-
wereld, de hemel en het landschap door de kijkbuis van de
kunstenaar. Door een ingreep te plegen op een strook land, of
door er een beeld te plaatsen, ontstaat de tegenstelling tus-
sen binnen en buiten. Waar we zojuist nog buiten de natuur
stonden, stappen we via het kunstwerk er middenin. In een
enkel werk wordt zelfs een slaapplaats aangeboden, wat de
ervaring nog kan verdiepen.
Daartegenover staan de werken die zich focussen op het detail. Deze kunstenaars
halen delen uit de natuur als fenomeen naar voren, lichten er een proces uit of rich-
ten zich juist op de menselijke ingrepen in de natuurlijke omgeving. Net als in de
hierboven beschreven taoïstische ervaring van de natuur wordt bijvoorbeeld dat
ene plantje op de voorgrond geplaatst. De natuur is geen decor voor onze gedach-
ten of een kunstwerk, maar eist zelf alle aandacht op.
Het kunstwerk als ervaringsplek in de natuur doet zich ook voor in de conceptuele
werken. Werken die een verband leggen tussen de ruimte in dit natuurgebied en
plaatsen elders in de wereld, of tussen ideeën over de ruimte en de ruimte waar we
ons werkelijk in bevinden.
Het is niet de bedoeling om hier de werken van Out of Space afzonderlijk te bespre-
ken. Uiteindelijk gaat het om het beeld, niet om de tekst. Om de ervaring van de
ruimte. Om de expressie van dit thema door de kunstenaars, die verderop in deze
catalogus aan bod komt.
En er is ook nog het natuurgebied waar dit alles plaatsvindt. Want is het niet zo dat
hoezeer kunstenaars ook concepten over ruimte of werkelijkheid willen doorgron-
den, de natuur er groots en onverschillig onder blijft?
Zij gunt misschien een glimp van haar ware aard aan wie bereidt is Out of Space te
gaan.
ART AS A PLACE TO EXPERIENCEBack to the visual arts. Outside, it gets interesting to see how the individual creators relate to nature. Since artists visited nature in the sixties to work in nature and especially with her, the whole range of human behaviour towards this nature have been represented. We have seen artists who imposed their will on the natural environment with huge con-crete blocks and iron plates, others on the contrary invited nature to show itself and others considered and interpreted the entire difference between art and nature. This way ‘nature art’ covers the entire
field between rationalism and mysticism and it also shows what the ‘net’ of the artist looks like.
In Out of Space 16 artists set to work in Nature Park De Rottige Meente. It is striking that they do not use their work so much as research for fathoming nature, but they ‘use’ the nature reserve and their work in it as a base for an experience. The artists take different approaches? A number of artworks tempt the visitor to leave the track and to seat himself in the work of art. Some big construc-tions offer the visitor the possibility of forgetting
the individual system of judgements and concepts for a moment. They provide a view of the outside world, the sky and the landscape through the eyes of the artist. By interference with a piece of land or by placing a certain sculpture, a contrast is created between inside and outside. Where we were just outside nature, we now step right into the middle of it through the work of art. In one work of art even a place to spend the night is offered. This possibility could deepen the experience even more. As against the installations that ‘open up’, we see the works that focus on detail. The artists bring
17
Out of Space
17
Out of Space
parts of nature forward as a phenomenon, they single out a process. Just as in the above mentioned taoistic experience of nature, that single small plant is put in the forefront. Nature is not a setting for our thoughts or a work of art, but it claims all the at-tention itself. The work of art as a place to experience in nature also occurs in conceptual works. Works that link to-gether the space in this nature reserve and places elsewhere in the world, or ideas about space and the space we are actually in.
It is not the intention to discuss the individual works of Out of Space here. Eventually it is about the im-age not about the text. About the experience of space. About the expression of this theme by the artists . For more about them and their works see further on in this catalogue.But this remains: however much the artists want to fathom the concepts about space or reality, nature seems to remain massive and indifferent despite all this. She might give a glimpse of her real character to whoever is willing to go Out of Space.
19
Out of Space
20
Out of Space
Arno Arts is een doener, die de meest uiteenlopende
materialen en technieken gebruikt om zijn verhalen
te vertellen. Hij bouwde een vlammetjes huis rondom
een boom van groentekistjes, een heiligenbeeld van
lege, felgekleurde plastic schoonmaakmiddelflessen,
een oven van turfblokken. De alledaagse materialen
vormen een nieuwe eenheid, die met milde ironie
knipogen naar menselijke en maatschappelijke te-
kortkomingen. De objecten doen vaak denken aan een
altaar; een plek waar offers gebracht kunnen worden,
en waar ook een idee overgebracht wordt aan de ge-
meenschap.
De installatie van Arno Arts voor Out of Space is een
kolonie van objecten, een familie of stam van archaï-
sche huizen. Ze staan op hoge poten, maar zonder veel
moeite veranderen de objecten in een groep raketten
waar de vlammen al onderuitspuiten. De installatie
heeft dit maal niet de vorm van een altaar, maar sa-
men vormen de bouwsels wel weer een plek waar (iro-
nische) hoop en (milde) vrees gekoesterd worden. De
suggestie is immers dat voor de krappe ruimte slechts
twee oplossingen zijn: een uit de ruimte afkomstige
missie van vreemde wezens, die ter plaatse een nieu-
we kolonie stichten ofwel een exodus van het leven
op aarde, op zoek naar nieuwe ruimten.
THE COLONISTS
Arno Arts is a doer who uses a great variety
of materials and techniques to tell his sto-
ries. He built a house of small flames around
a tree of vegetable crates, a holy picture of
empty, vividly coloured plastic bottles of
cleaning products, an oven made of peat
blocks. The ordinary materials form a new
entity which refers to human and social
shortcomings with mild irony. The objects
often remind one of an altar, a place where
sacrifices can be made and where an idea is
passed on to the community.
The installation of Arno Arts for Out of
Space is a colony of objects, a family or tribe
of archaic houses. They are standing on
high legs, but one can easily see the objects
change into a group of rockets from under
which the flames are already shooting out.
The installation does not have the shape of
an altar this time, but together the construc-
tions do form a place again engenderingi-
ronic hope and mild fear. The suggestion is
after all that there are only two solutions for
the limited space: either a mission of aliens
from space which will start a new colony or
an exodus of life on earth, searching for new
spaces.
Arno Arts
De kolonisten
21
Out of Space
22
Out of Space
23
Out of Space
24
Out of Space
De titels van de ‘site-specific’ installaties van Bob Budd
spreken voor zich. Neem bijvoorbeeld Eat for England
(een roestvrijstalen lepel van vijfenhalve meter hoog,
geplaatst naast een graanveld). Of: It’s the economy,
stupid? (een zinkende installatie van tafels en stoelen
die met lood bedekt waren). De pop-art achtige instal-
laties betreffen vaak een uitvergroting van dagelijkse
voorwerpen, of bestaan onder andere uit zogenoem-
de readymades. Pop art en de ironische verwijzingen
van readymade kunst hebben Bob Budd op een spoor
gezet. Hij haalt objecten uit hun gewone omgeving en
schenkt ons een glimp van een andere realiteit.
In Out of Space gebruikt hij een serie scheppen die sa-
men een rad vormen dat in het water draait. Het ob-
ject verwijst naar de manier waarop vroeger werd ge-
boerd in De Rottige Meente. Het land was zo arm dat
het gezamenlijk bewerkt moest worden. Van een klein
stukje grond kon hier geen boer rondkomen. En ook
Bob’s scheppenrad draait het beste wanneer er aan
twee kanten tegelijk gedraaid wordt. Samenwerken is
het devies! Niet dat het dan een efficiënte machine is,
maar misschien is het doel van deze installatie wel om
inefficiënt te zijn.
Bob Budd
The titles of the site-specific installations
by Bob Budd speak for themselves. Take for
instance Eat for England (an oversized 5,5
meter stainless steel spoon, placed next to
an arable field), or: It’s the economy, stupid?
- a drowning installation of lead covered
chairs and table). The installations often
are a (pop-art inspired) enlargement of daily
life instruments or involve so-called ready-
mades. The Ready-made art, (which started
with the exhibition of a urinal in 1917) has
clearly inspired Bob Budd. He takes objects
out of their usual surroundings and offers us
a glance at another reality. In Out of Space
these objects are spades. The installation is
based upon the history of the location: the
locals had to cooperate in order to forge a
simple living out of the poor farming lands.
The gist of this inter-active artwork is that it
has to be operated by two or more people
working together. It is not a particularly effi-
cient machine, but perhaps that is the exact
intention!
Design for Living
25
Out of Space
26
Out of Space
27
Out of Space
28
Out of Space
What can a sculptor do to create space in a
land? He will try to sculpt the land. He will
create waves. He will come with a shovel
and try to dig new space. While digging a
hole, his result will be a mountain of earth.
He creates an empty space and a new vol-
ume. By removing the flat surface, he gets
more surface. Along a line, he creates a
trench and a dam. There are many of these
in The Netherlands: canals and dams. The
idea doesn't seem so new in this country.
With the dam, he makes a limit, with a limit,
a border between two spaces. Now they
are two spaces and a limit and the limit is
a form. The sculptor did the same as local
people do.
He remarks that this process is open to
progress or even a remake. Here is his ad-
vice: if you want to create space: dig and
make a limit!
In 2010, while traveling through Friesland, Ja-
roslav Biblok realized "Mountain Village" for
the event Out of Space. "Mountain Village" is
actually installed as a parasite on Dessardo's
artwork "As Local People Do". Typical of the
pocket-minimal-figurative movement, the
artwork is an ironic comment about the new
settlement policy of the country.
As locals do
Marco Dessardo
Wat kan een beeldhouwer doen om ruimte in het land
te creëren? Hij zal proberen om het land te beeldhou-
wen, om golven te maken. Hij zal een schep meene-
men en een nieuwe ruimte scheppen.
Terwijl hij een gat graaft krijgt hij een berg van zand.
Hij creëert een lege ruimte en een nieuw volume.
Door de gladde oppervlakte te verplaatsen, verkrijgt
hij meer oppervlak. Langs de lijn ontstaat en geul en
een dam. Daar zijn er veel van in Nederland: kanalen
en dammen. Dat idee is hier dus niet zo nieuw. Met de
dam trekt de kunstenaar een lijn, en door de lijn een
grens tussen twee ruimtes. Nu zijn er twee ruimtes
en een grens, en de grens is een vorm. De kunstenaar
heeft hetzelfde gedaan als de lokale bevolking doet.
Het proces staat open voor verandering of vooruit-
gang. Creëer ruimte: graaf en trek een grens!
Toen Jaroslav Biblok in 2010 door Friesland trok, re-
aliseerde hij "Bergdorp" voor Out of Space. Eigenlijk
heeft hij "Bergdorp" als een parasitair kunstwerk ge-
installeerd op Dessardo's kunstwerk "As Locals Do".
Dit typische ‘minimale-broekzak-figuratieve’ werk kan
waarschijnlijk worden opgevat als een ironisch com-
mentaar op het nieuwe huisvestingsbeleid van Neder-
land.
29
Out of Space
30
Out of Space
Space Digger is een kort videover-
slag van het ruimte scheppen in
Nederland (met de stem van Gra-
dus Steenbeek, vervener in Nije-
trijne). www.dessardo.com
Space Digger a short video description of
the job of digging space in The Netherlands
(with the voice of Gradus Steenbeek, pit dig-
ger in Nijetrijne). www.dessardo.com
31
Out of Space
32
Out of Space
In haar kunstwerken maakt Tatiana Ferahian vaak ge-
bruik van onconventionele elementen, metaforen en
informatie getekend met humor, ironie, woede en me-
dedogen.
De titel Achilleshiel bijvoorbeeld is afgeleid van een
Griekse mythologie waarin het verhaal verteld wordt
van Achilles die onaantastbaar bleek te zijn toen zijn
moeder hem in de rivier de Styx dompelde, behalve
zijn hiel die verborgen bleef in haar hand. Toen hij la-
ter gedood werd door een pijl die hem op die plek ver-
wondde, werd met de uitdrukking 'achilleshiel' gerefe-
reerd aan elke vorm van lichamelijke kwetsbaarheid.
Daarmee in overeenstemming zijn er bij deze instal-
latie honderden stereotiepe stilettohakken vastge-
maakt aan een aantal bomen in het natuurreservaat.
De hakken (die bedoeld zijn als personificatie van
‘moeder natuur’ als krachtige en voedende vrouw) zijn
verenigd met de berkenboom die zelf stabiliteit en
structuur symboliseert. Zo geeft hij de indruk ‘stekels’
te hebben die planten normaal gebruiken om roofdie-
ren mee af te weren.
Op deze manier refereert het kunstwerk zowel aan de
kwetsbaarheid van het natuurreservaat als aan de be-
hoefte om het te beschermen en te behouden.
Achilleshiel
Tatiana Ferahian
In her artworks Tatiana Ferahian often em-
ploys alternative elements, metaphors, and
information with humor, irony, outrage, and
compassion.
The title of Achilles’ Heel for instance is de-
rived from a Greek mythology, which tells
the story of Achilles who turned invulner-
able after his mother dipped him into the
river Styx -- except for the part of his bare
heel that was concealed by her hand. As he
was later killed by an arrow to that spot, the
expression “Achilles’ heel” became to be re-
ferred to any type of physical vulnerability.
Accordingly, this site specific installation,
involves the use of hundreds of readymade
stiletto heels. The heels (which are meant
as a personification of “mother nature” as
a powerful and nurturing woman) are em-
bodied with the “birch tree”--which in itself
symbolizes stability and structure. Thus,
giving the impression of “prickles” that
plants normally use to ward off predators.
In this way, the work makes a dual reference
to the vulnerability of the Nature Reserve
and the need to protect and preserve it.
33
Out of Space
34
Out of Space
35
Out of Space
36
Out of Space
Ref lec ties
Sigrid Hamelink
REFLECTIONS
In the tempestuous development of in-
stallation art the human figure was not as
important. For a long time abstraction and
fragmentation were the order of the day.
Artists like Kiki Smith and Antony Gormley
changed this with sculptures of the inside
and outside of the human body. Antony
Gormley, who uses his own body as the ba-
sis for all his sculptures, describes the body
as an open place. The place where the world
takes place. Sigrid Hamelink’s sculptures
are also about this place. She makes them
from wood and clay and she gives them an
abstract quality. Nevertheless they always
have the vulnerability of the living human.
The recognizable body in which the world
begins and ends.
In the swamp forest of De Rottige Meente,
Sigrid Hamelink recognized the ‘wonder-
land’ from her childhood. It is the world
seen from the small body, for which every
clump of trees is a forest. Her little people
made from clay float between the trees and
the water, a setting which they regard with
childlike amazement. As the adult specta-
tors, we also see the world of threads which
surround them. But are these small bodies
trapped in the web of life or are they able to
escape from it?
In de stormachtige ontwikkeling van de installatie-
kunst raakte de mensfiguur op de achtergrond. Lange
tijd was het abstractie en fragmentatie dat de klok
sloeg. Kunstenaars als Kiki Smith en Antony Gormley
brachten hier verandering in, met sculpturen van de
binnen- en de buitenkant van het menselijk lichaam.
Antony Gormley, die zijn eigen lichaam als basis voor
al zijn beelden gebruikt, beschrijft het lichaam als een
open plaats. De plaats waar de wereld zich voltrekt.
Ook de mensfiguren van Sigrid Hamelink gaan over
die plaats. Ze maakt ze van hout en van klei en geeft
ze een abstracte kwaliteit. Toch behouden ze altijd de
kwetsbaarheid van de levende mens. Het herkenbare
lichaam waar de wereld in ontstaat en vergaat.
In het moerasbos van De Rottige Meente herkende
Sigrid Hamelink het ‘sprookjesbos’ uit haar kindertijd.
Het is de wereld bezien vanuit het kleine lijf, waarvoor
ieder bosje een woud is. Haar mensjes van klei zweven
tussen de bomen en het water, een omgeving die ze
met kinderlijke verwondering bekijken. Met de grote
ogen van de volwassen toeschouwer zien we ook de
wereld van draden die ze omgeeft. Maar zitten deze
kleine lijven nu gevangen in het web van het leven of
kunnen ze er juist aan ontsnappen?
37
Out of Space
38
Out of Space
39
Out of Space
40
Out of Space
Traces
Marko de Kok
Marko de Kok likes lines. Taut lines, which
become signs. Thin curves which come
together elegantly. Sometimes the lines
become useful objects. A wall unit, a chair
or a table. But since the artist went to outer
space with his lines, they show themselves
on the field of tension between the second
and third dimension. They put layers in
our image of reality, they create confusion
over foreground and background. A bit like
the paintings by Brice Marden who realizes
depths on a flat surface by lines which are
swaying before and behind each other.
In his installation for Out of Space Marko
de Kok raises questions about our urge for
expansion in relation to nature. Can we fore-
see what will happen to our space? With an
iron pencil he sketches solidified dreams of
architects and property developers, with
the eraser at ready for any nature standing
in their way. The installation of ‘drawings’ of
the developing buildings continually change
perspectives. If the spectator is standing
square to the installation only one line of
the work of art can be seen. This way, we
travel in a short period of time from a three-
dimensional to a two-dimensional experi-
ence to an almost invisible line.
Marko de Kok houdt van lijnen, drie dimensionale
lijnen. Strakke lijnen, die tekens worden. Iele curves
die sierlijk bij elkaar komen. Soms worden die lijnen
gebruiksvoorwerpen. Een wandmeubel, een stoel of
tafel. Maar sinds de kunstenaar met zijn lijnen de bui-
tenruimte opzocht begeven ze zich in het spannings-
veld tussen de tweede en derde dimensie. Ze leggen
lagen in ons beeld van de werkelijkheid, scheppen ver-
warring over voor- en achtergrond. Een beetje zoals in
de schilderijen van Brice Marden, die dieptes op een
plat vlak realiseert door lijnen voor en achter elkaar te
laten slingeren.
In zijn installatie voor Out of Space roept Marko de Kok
vragen op over onze expansiedrift ten opzichte van de
natuur. Kunnen we voorzien welke kant het opgaat
met onze ruimte? Met een stalen potlood schetst hij
voortijdig gestolde dromen van architecten en pro-
jectontwikkelaars, met de gum in de aanslag voor alle
natuur die hen in de weg staat. De tekeningen van de
gebouwen in ontwikkeling veranderen steeds van per-
spectief. Als de kijker haaks op de installatie staat is er
slechts nog een streep te zien van het kunstwerk. In
een korte tijdsspanne reizen we zo van een drie naar
twee dimensionale ervaring, tot een bijna onzichtbare
lijn.
41
Out of Space
42
Out of Space
43
Out of Space
44
Out of Space
Met haar installaties wil Cornelia Konrads een irritatie
teweegbrengen door een element aan het landschap
toe te voegen dat niet past in de veronderstelde orde.
De kunstenares legt uit: “Iets gedraagt zich niet zoals
het hoort en opeens wordt onze innerlijke monoloog
onderbroken. Die onderbreking biedt een zekere kans:
plotseling kunnen we in het hier en nu belanden; in
een wereld waar vreemde dingen elkaar vluchtig en op
unieke wijze ontmoeten. Ik mag graag de orde uitda-
gen van wat we als ‘betrouwbaar' kennen en als 'echt':
de wetten van de zwaartekracht, het rechtlijnige idee
van tijd, of de grond onder onze voeten…
Insluiting is een methode waarmee bomen omgaan
met objecten die hun groei in de weg staan: als ze
deze niet weg kunnen duwen, dan 'verslinden' ze de
objecten door overwoekering.
De term wordt ook gebruikt voor het proces dat het
oude systeem van gemeenschappelijk landgebruik be-
eindigde. Door insluiting werd dit land omheind (in-
gesloten) en aan een eigenaar toebedeeld. Het object
van Cornelia Konrads laat een element zien van een
door de mens gemaakte insluiting, dat zelf weer is in-
gesloten door de natuur. Opgenomen door de boom
wordt het rood-witte hek een absurd relict van de
menselijke drang om zijn territorium af te bakenen.
om in en buiten te sluiten.
Enclosure
With her site specific sculptures Cornelia
Konrads likes to cause a moment of irrita-
tion by adding to the scenery an element,
which refuses to fit into the expected order.
As the artist explains: “Something doesn't
behave as it should , and suddenly the inner
monologue gets interrupted. The rupture of-
fers a certain opportunity: to come into here
and now; in a world where strange things
meet in a transient and unique way. I like to
challenge, what is supposed to be "reliable"
about what we know as "real": the laws of
gravity, the linear concept of time, or the
ground under our feet...
Enclosure shows the way trees deal with
objects, which prevent their growth: if they
can‘t push them away, they „swallow“ them
by growing over them.
The term is also used for the process that
ended the ancient system of communal
farming in shared, open fields. Under enclo-
sure, such land is fenced (enclosed) and one
person given ownership.
The work shows an manmade enclosure,
getting enclosed itself. Being asorbed by
the tree, it becomes an absurd relic of the
human drive to mark territories, in order to
fence in and fence out.
Cornelia Konrads
45
Out of Space
46
Out of Space
47
Out of Space
48
Out of Space
U-Turn
Pedro Marzorati
U-Turn is inspired by the poetical bonding
between Dirk Kerst Koopmans, a Dutch art-
ist from this region who spent a few years in
Argentine (pages 88-91) and Pedro Marzora-
ti, an Argentine artist who came to spend
some time in Europe.
These two artists have an ‘immigrant-
conversation’. It’s about how every person
who leaves his country, takes along many
memories. It becomes like a garden in the
soul, full of undiscovered secrets. And it is
not only the memories that become vague
like a reflection on the water. The traveler
also leaves his roots. As time passes it ap-
pears that his cultural bagage cannot be
abandoned easily, but on the other hand his
values will be shaped almost unnoticably to
fit into the new circumstances.
In his installation Pedro Marzorati refers to
the typical architecture of La Boca, the old
port of Buenos Aires. The colorful house of
recycled materials is now in another conti-
nent. The blue shoes walking away on the
water raise the old dilemma of the immi-
grant: to return or not to return?
Voor de hier aan het begin van de vorige eeuw gebo-
ren schilder en tekenaar Dirk Kerst Koopmans was het
boerenerf van zijn ouders al snel te krap. Nog maar net
volwassen geworden scheepte hij zich in op De Gelria
en voer naar Argentinië. U-turn is geïnspireerd op de
poëtische verbintenis tussen Dirk Kerst Koopmans, de
reiziger die weer terugkeerde naar het veen en Pedro
Marzorati, een Argentijnse kunstenaar die sinds enige
tijd in Europa leeft en werkt.
U-Turn is gebaseerd op het idee dat een ieder die zijn
land verlaat, zijn herinneringen met zich meeneemt.
Die herinneringen zijn als een tuin vol ongekende ge-
heimen. Als een reflectie op het water duiken de frag-
menten op en verdwijnen weer. De culturele bagage
die je meebrengt kan aan de ene kant niet makkelijk
vergeten worden maar de waarden passen zich toch
bijna ongemerkt aan de nieuwe omstandigheden aan.
Uit het gekleurde huisje, dat doet denken aan de ty-
pische architectuur van La Boca, de oude haven van
Buenos Aires, lopen blauwe schoenen over het water
weg. Ze geven het aloude dilemma van de immigrant
weer: zal ik blijven of keer ik terug?
Dirk Kerst Koopmans deed het laatste. Pedro Marzo-
rati werkt voorlopig verder op Europese bodem.
49
Out of Space
50
Out of Space
51
Out of Space
The shoes are inspired by the “botas de criol-
las“, used by Argentinan gauchos (cowboys).
These creole boots are open-toed and made
of horse leather.
De voeten op het water zijn ge-
inspireerd op de laarzen van de
Argentijnse gauchos/cowboys. Ze
laten de tenen vrij en zijn gemaakt
van paardenleer.
52
Out of Space
Het was een revolutie in de beeldhouwkunst: de ont-
dekking van houten Afrikaanse maskers en voorouder-
beelden aan het begin van de twintigste eeuw. Vol-
gens sommigen begon daar zelfs de abstractie die de
toon zette in de moderne beeldende kunst. Ook beeld-
houwers gingen mee in de wervelwind die opstak in
de westerse kunstwereld. De surrealisten omarmden
de mogelijkheid van de installatie, en het toepassen
van gebruiksvoorwerpen in de beeldhouwkunst. Bran-
cusi introduceerde de ambachtelijke boerentraditie
als sculptuur.
Het is deze rijke traditie waar Maurizio Perron op
voortbouwt. In zijn installatie Our First House weet hij
ambachtelijkheid te paren aan abstractie en een uit-
spraak te doen die zijn materiaal (bestaande uit vier
bomen) overstijgt.
Our First House is een huis zonder muren en zonder
dak. Een huis dat tegelijk in de natuur staat maar ook
de natuur zelf ís. Want de deuren en luiken die ons
in dit huis binnenlaten komen uit dezelfde boom als
waaraan ze gescharnierd zijn. Maurizio Perron laat
hiermee een interessante omkering zien: vanuit de
vrije natuur hakt de mens zich een onderkomen, waar
de natuur tegelijkertijd buitengesloten wordt. Maar is
het niet diezelfde natuur die ons eerste huis is, ons pri-
maire onderkomen?
Our f irst house
Maurizio Perron
It was a revolution in sculpture: the discov-
ery of wooden African masks and ancestor
sculptures at the beginning of the twenti-
eth century. According to some, this is even
where abstraction started which set the
scene in modern visual arts. Sculptors also
followed this whirlwind of change sweep-
ing through the western world of art. The
surrealists welcomed the possibilities of in-
stallation and the use of consumer items in
sculpture. Brancusi introduced the artisanal
simple tradition as sculpture. It is this rich
tradition which Maurizio Perron takes up. In
his installation Our First House he manages
to pair traditional handicraft with abstrac-
tion and to make a statement which goes
far beyond his materials consisting of four
trees.
Our First House is a house without walls
and without a roof. A house which is both
in nature and is nature itself as well, be-
cause the walls and shutters which give us
entrance to this house come from the same
tree as they are hinged to. Maurizio Perron
shows an interesting paradox with this: man
uses nature to chop himself a shelter from
which nature is excluded. But isn’t this same
nature our first house, our primary shelter?
53
Out of Space
54
Out of Space
55
Out of Space
56
Out of Space
Roger Rigorth
Obser vatorium
found this hairy thing under my skin
it’s longing pulling towards the sky
it’s sitting on the base of my old bones nearby
trust me and breath, I am the land
be touched my outreached hand
it’s this hairy thing growing upwards out there
it’s making me wondering about this inspirational
sphere
don’t ask me if I feel at home
won’t tell you about this lost land of my own
generations before decisions were made
have to change them, no time to wait
did you ever think about this spiritual trail
about this outward relation, this cosmic tail
it’s written in the fields out there
in the dirt under your nail, everywhere
I find myself weaving up to the sky
don’t tell me if you find it senseless
cause i got this voice, little fragile and shy
found this hairy thing under my skin
have to tell you that i am really wondering
57
Out of Space
58
Out of Space
59
Out of Space
60
Out of Space
Geachte Nederlanders,
Op school leren Japanners dat Holland dezelfde bevol-
kingsdichtheid heeft als Japan. Maar de geografie van
deze twee landen is zo verschillend dat de overeen-
komsten beperkt blijven tot dit statistische gegeven.
In tegenstelling tot het vlakke land van Nederland be-
staat het landschap van Japan voor 73% uit bergen en
50% van de bevolking woont op de vlakten die slechts
14% van het land beslaan. De werkelijke bevolkings-
dichtheid is onvergelijkbaar veel hoger in Japan dan
in Holland. Daarom moeten de Japanners wel meer
druk voelen door ‘een gebrek aan open ruimte’, maar
volgens mij hebben ze daar niet veel last van (hoewel
ze wel onder andere soorten van pressie lijden). Naar
mijn mening wordt dit verschil tussen Nederlanders
die aan ‘ruimtestress’ lijden en Japanners, die hier bij
mijn weten geen last van hebben, veroorzaakt door de
aanwezigheid van bergen in het landschap. En daar-
bij doel ik vooral op de vulkaan en zijn uitbarstingen.
Door met zo’n sterke natuurkracht geconfronteerd te
worden, voelen wij Japanners ons zeer klein en wij rea-
liseren ons maar al te goed onze nederige positie.
Daarom bied ik jullie dit, mogelijk genezend, speeltje
aan: een miniatuurvulkaan. Zijn uitbarsting zorgt mis-
schien wel voor een mini-nirvana: een relatieve kalm-
te tegenover het geweld van het lot.
Met vriendelijke groet, Eizo Sakata
Eizo Sakata
Dear Dutch people,
In school, Japanese people learn that Hol-
land has the same population density as Ja-
pan. But the geography of the two countries
is so different that the similarity is limited to
the popuilation statistics numbers. Contra-
ry to the flat land of The Netherlands, 73%
of Japan is occupied by mountains, and 50%
of the population live in the plains that take
up only 14% of the territory. The real concen-
tration of population is incomparably more
dense in Japan than in Holland. Therefore
the Japanese must be more stressed from
“a lack of open space”, but it seems to me
that they are fairly free from that stress
(although they suffer other kinds of pres-
sure). In my opinion this difference between
the Dutch and the Japanese suffering from
stress is due to the nearness of mountains
in the landscape. And especially I want to
refer to the volcano ant its eruptions. Being
confronted by such a strong power of na-
ture, we Japanese feel very small and we are
deeply conscious of our humble existence .
Therefore I offer you a healing toy, a minia-
ture-volcano. It’s eruption may bring you to
miniature-nirvana: a relative quietude fac-
ing the violence of destiny.
Best regards, Eizo Sakata
Dutch Delighta volcano in The Netherlands
61
Out of Space
62
Out of Space
63
Out of Space
64
Out of Space
Place of Bir th
Olivier de Sépibus
"Place of Birth" is part of the investigation
of Olivier de Sépibus into the so-called micro
architectures in nature. Since several years
he has been working with forms derived of
the cabin, the bivouac. His objects abandon
the use and function of the original con-
structions and become places in which to
muse. This transformation in meaning is
related to the measurements and materials
of the objects. Also his distinct use of colour
and light, the tension between inside and
outside encourage a new experience of the
space. For example the “log cabins” of De
Sépibus look like a traditional solid “cabana”
from the outside but the inside looks like
heaven because of the pale blue paint and
dazzling light. The objects stimulate all the
visitor’s senses with the purposeof creating
a special relation with nature.
For Out of Space he experimented with the
shape of the least “civilized” cabin, a kind
of shelter which is composed of a pile of
tapering branches. Who enters here, finds
himself in a square red room. It reminds one
of a womb which encloses us with colour,
earth and wood. A place where dreams can
be born.
" Place of Birth " is onderdeel van het onderzoek van
Olivier de Sépibus naar zogenaamde micro-architec-
turen in de natuur. Sinds een aantal jaar werkt hij met
afgeleide vormen van een hut, een bivak. Zijn objecten
verlaten het nut en de functie van de oorspronkelijke
bouwwerken en worden plaatsen om te mijmeren.
Die transformatie van betekenis heeft te maken met
de afmetingen en de materialen waar de objecten uit
bestaan. Ook zijn uitgesproken gebruik van kleur en
licht, de spanning tussen binnen en buiten werken
een nieuwe ervaring van de ruimte in de hand. Zoals
de ‘blokhutten’ van De Sépibus die van de buitenkant
een traditionele stevige ‘cabane’ lijken, maar binnenin
door een lichtblauwe verf en de hoge lichtinval een
luchtig onderdeel van de hemel worden. De objecten
prikkelen alle zintuigen van de bezoeker met als doel
om een speciale relatie met de natuur te bewerkstel-
ligen.
Voor Out of Space experimenteerde hij met de vorm
van de minst ‘beschaafde’ hut, een soort schuilplaats,
die opgebouwd is uit een taps toelopende berg tak-
ken. Wie binnentreedt komt in een vierkante rode
kamer. Het doet denken aan een baarmoeder, die ons
nauw omsluit met kleur, aarde en hout. Een plaats
waar dromen geboren kunnen worden.
65
Out of Space
66
Out of Space
67
Out of Space
68
Out of Space
Nothing plays better with perception than
a mirror does. Sometimes the mirrored real-
ity puts the image we had in our minds of
ourselves or of our environment completely
upside-down. So it is not without reason
that mirrors are a popular theme in the visu-
al arts. Magritte for example, was a painter
who played in his work with an unexpected
- and logically impossible - mirror of reality,
like the man who sees his own back in the
mirror.
Some artists use the mirror itself as mate-
rial in their work. This way Wia Stegeman
tries to bring forward a hidden reality in
her installation. Because even though the
mirror reflects nature as it is, the set-up in
small lines causes a confusing image of the
front and the back, of nearby and far away,
of what has been and what will come. The
image does not only evoke a sense of tem-
porariness but it also raises questions about
the relationship between time and space.
Looking into the delusory depth we discover
the echo of a place which makes us wonder
whether we have actually been there.
Echoes in space
Wia Stegeman
Niets speelt zo met de perceptie als een spiegel. De
gespiegelde werkelijkheid zet het beeld dat we in ge-
dachten hadden van onszelf of van onze omgeving
soms volledig op z’n kop. Het is dus niet voor niks dat
spiegels een geliefd onderwerp zijn in de beeldende
kunst. Magritte was bijvoorbeeld een schilder die in
zijn werk speelde met een onverwachte (en logisch
gesproken: onmogelijke) spiegeling van de werkelijk-
heid, zoals de man die in de spiegel zijn eigen achter-
kant ziet.
Sommige kunstenaars gebruiken de spiegel zelf als
materiaal in hun werk. Zo probeert Wia Stegeman een
verborgen werkelijkheid in haar installatie naar voren
te halen. Want al reflecteert de spiegel de natuur zoals
die is, door de opstelling in smalle stroken ontstaat er
een verwarrend beeld van voor en achter, van dichtbij
en ver weg, van wat geweest is en wat komen gaat.
Het beeld roept niet alleen een gevoel van tijdelijk-
heid op maar ook vragen over de relatie tussen tijd en
ruimte. Kijkend in de ons voorgespiegelde diepte zien
we de echo van een plaats waarvan we ons kunnen
afvragen of we daar werkelijk aanwezig zijn geweest.
69
Out of Space
70
Out of Space
71
Out of Space
72
Out of Space
Contemplatorium
Rob Sweere
The visual arts and architecture are like
relatives. Sometimes they argue but in es-
sence they follow from each other and feed
off each other in their development. Some
artists are at the crossroads between archi-
tecture and the visual arts. An example of
this is the installation work of Rob Sweere.
You can go in and often it is even possible to
stay and eat and sleep in there. He prefers to
place his objects in nature although a new
housing estate is sometimes suitable as well
for his way of dealing with the life of the
modern man. Sweere’s work offers the spec-
tator the opportunity to let go of the daily
routine and to experience the landscape and
himself. This so-called Out of Space Contem-
platorium is a three-dimensional installation
where you can just BE. In Out of Space the
modern man can escape from his hectic dai-
ly life for a moment. In the middle of the last
century architects often claimed to be able
to elevate mankind by their innovative view
of living. Whether Rob Sweere’s Contempla-
torium likewise could create a new human
- is something the artist does not reveal.
De beeldende kunst en de architectuur zijn bloedver-
wanten. Ze maken soms ruzie en gaan hun eigen gang,
maar in essentie vloeien ze uit elkaar voort en voeden
elkaar in hun ontwikkeling. Sommige kunstenaars be-
geven zich op het snijvlak tussen architectuur en beel-
dende kunst. Een voorbeeld hiervan zijn de installaties
van Rob Sweere. Je kunt erin plaatsnemen, en er vaak
zelfs blijven eten en slapen. Hij plaatst zijn objecten
bij voorkeur in de natuur, hoewel soms ook een nieuw-
bouwwijk zich leent voor zijn manier van bevragen
van het leven van de moderne mens. Sweere’s werk
geeft de toeschouwer de gelegenheid om de dage-
lijkse gang los te laten en het landschap en zichzelf te
ervaren. Het zogenaamde Contemplatorium in Out of
Space is een ruimtelijke installatie waar je kunt ZIJN.
Hier kan de moderne mens zich even terugtrekken uit
zijn hectische bestaan. In het midden van de vorige
eeuw hadden architecten nog wel eens de pretentie
de mensheid te kunnen verheffen door hun vernieu-
wende kijk op wonen. Of het Contemplatorium van
Rob Sweere ook een nieuwe mens kan opleveren, daar
laat de kunstenaar zich niet over uit. Eerst zal hij zelf
bij wijze van experiment een aantal dagen en nachten
in zijn installatie doorbrengen.
73
Out of Space
74
Out of Space
75
Out of Space
76
Out of Space
Peter Veen enSaskia Boelsums
Nederland staat vol met auto’s. Daar kijkt niemand van
op. Maar als een auto zomaar ergens in een natuur-
gebied staat, is dat storend. En als het ook nog kunst
genoemd wordt, zelfs verwarrend. Het als sculptuur
tentoonstellen van een gebruiksvoorwerp met al zijn
associaties, is een bekend verschijnsel geworden in de
moderne beeldende kunst. Marcel Duchamp en zijn
surrealistische kornuiten noemden het: ‘objet trouvé’,
of readymade als een kunstenaar onverbloemd objec-
ten gebruikte, die normaliter niet tot de kunst gere-
kend worden. Het ‘gevonden’ object heeft slechts het
stempel van de kunstenaar nodig, meestal een titel
voor het werk, om het tot kunst te verheffen.
Peter Veen en Saskia Boelsums kwamen met de auto
naar de Rottige Meente. Ze veranderden hun eigen
auto in een kunstwerk door hem achter te laten, drij-
vend op een meertje, getiteld: Lekker thuis. Te voet
aanvaardden zij de terugtocht naar huis in Emmen.
Dit kunstenaarsduo maakt niet alleen gebruik van
‘gevonden’ voorwerpen voor hun commentaar op de
invloed van de mens op zijn omgeving en de manier
waarop hij zijn omgeving in stand houdt. De plek waar
de installatie komt te staan is van even groot belang.
Een auto die geparkeerd wordt op het water zet het
vraagstuk van de mobiliteit in een nieuw licht. Want
wat zou het een ruimte geven als we allemaal lekker
thuis zouden blijven …
COMFORTABLY AT HOME
The Netherlands is full of cars. Nobody
is surprised at that. But if a car is parked
somewhere right in the middle of a nature
reserve, it is disturbing. And if it is called art
on top of that, it is even confusing. Exhibit-
ing a consumer item with all its associations
as a sculpture has become a well-known
phenomenon in modern art. Marcel Duch-
amp and his surrealistic companions called
it: ‘objet trouvé’, or readymade. The ‘found’
object only needed the mark of the artist,
usually a title, to raise it to an art form.
Peter Veen and Saskia Boelsums came to
De Rottige Meente by car. They changed
their own car into a work of art by leaving
it behind, sitting on a small lake, entitled:
Comfortably at Home. They set off on the
journey home to Emmen on foot.
This art couple does not only make use of
‘lost and found’ items for their comment
on the influence of man on his surroundings
and the way he maintains his surroundings.
Their choice of situation for the installation
is just as important. A car parked on the wa-
ter puts the problem of mobility differently.
How much space it would free up if we all
stayed comfortably at home...
Lekker thuis
77
Out of Space
78
Out of Space
79
Out of Space
80
Out of Space
Lars Vilks is not just an art-historian and
artist, he is a conceptualist. His works are
stretching ideas about freedom, ownership,
territories etc. He wrote to the organisers of
Out of Space:
“The idea is a friendship (what came in
my mind was DAF Deutsch-Amerikanische
Freundschaft) monument memorizing the
first and maybe the only treaty between
The Netherlands and Sweden: the Defence
Federation (1614-28) to secure the Baltic Sea.
Most famous in the relations between The
Netherlands and Sweden is Louis de Geer
(1587-1652). He delivered weapons to Gus-
tavus Adolphus, king of Sweden, and he
had established a formidable workshop in-
dustry. He embraced Sweden as his second
mother country and emigrated to Sweden
in 1627.
Around 5 500 Swedes are today living in
the Netherlands. 1 500 Dutchmen moved
to Sweden in 2008. Still there is much to be
done about strengthening the connection.
I can promise that if the Monument remains
in De Rottige Meente until 2014, all the ter-
ritories in Sweden owned or controlled by
Louis de Geer will be given back to The Neth-
erlands. It is quite a lot and could be impor-
tant if, in the future, The Netherlands needs
some firm ground.”
Lars Vilks is niet alleen een kunst-historicus en kun-
stenaar, hij is bovenal een conceptualist. Zijn werken
zijn een uitdaging voor bekrompen visies op vrijheid,
eigendom en territorium.
Aan de organisatie van Out of Space schreef hij het-
volgende:
“Mijn idee is om een vriendschapsmonument op te
richten, (ik moest denken aan de DAF, Deutsch-Ame-
rikanische Freundschaft), ter herinnering aan het eer-
ste en misschien laatste verdrag tussen Nederland en
Zweden: the Defence Federation (1614-28) dat de Bal-
tische Zee moest veiligstellen. Een beroemde figuur
uit die tijd was Louis de Geer (1587-1652). Hij leverde
wapens aan Gustavus Adolphus, koning van Zweden,
en was de grondlegger van een hele mijnindustrie in
Zweden. Hij omarmde Zweden als zijn tweede vader-
land en emigreerde er in 1627 naartoe.
Vandaag de dag wonen er 5500 Zweden in Nederland
en in 2008 alleen al verhuisden 1500 Nederlanders
naar Zweden. Er valt echter nog heel wat te doen om
de band tussen beide landen te versterken.
Ik kan beloven dat als het Monument tot 2014 in De
Rottige Meente zal blijven staan, dat alle gebieden die
Louis de Geer onder controle had, aan Nederland zul-
len worden teruggegeven. Dat is nogal wat en het kan
van belang zijn, wanneer Nederland in de toekomst
meer grond onder de voeten nodig heeft.”
Monument van de Nederlands-Zweedse
vriendschap
Lars Vilks
81
Out of Space
82
Out of Space
Het Monument is ook een vooruitgeschoven post
van Ladonia, aan de zuidkust van Zweden, waar Lars
Vilks al sinds 30 jaar bouwt aan zijn kunstwerk Nimis.
Het inmiddels befaamde Nimis, dat een constructie is
van drijfhout en resten van de houtkap, zou volgens
Vilks een ontmoetingsplaats moeten worden tussen
theorie en praktijk. Het groeide onder zijn dagelijkse
arbeid uit tot een gigantisch kunstwerk en de kunste-
naar verklaarde het gebied tot onafhankelijke staat
Ladonia. Het anti-autoritaire Ladonia, waar een paar
schoenen tot president gekozen is, heeft burgers uit
de hele wereld.
In 1980 Lars Vilks started to work on his
most famous artpiece Nimis, a construction
of driftwood and leftover timber from log-
ging areas. He had in mind to make a meet-
ing place between theory and practice. The
construction grew in the following years
into a gigantic work of art, and Vilks de-
clared it an independent state ”Ladonia”. To
escape Swedish authorities -who wanted to
tear down this anarchistic work of art- Nimis
was sold to Joseph Beuys, who in his turn
donated it to Christo after he died.
Nimis (latin for - "too much") is situated on
the peninsula of Kullaberg in the south of
Sweden.
Om de lange arm van de Zweedse wet (die het anar-
chistische kunstwerk wilde laten slopen) te ontlopen,
verkocht Vilks Nimis aan Joseph Beuys. Na zijn over-
lijden werd Christo de gelukkige eigenaar. Lars Vilks
breidde Nimis uit met Arx, een kunstwerk van gesta-
pelde stenen. Om gedoe over het werk te voorkomen
noemde hij het werk een boek en vroeg er een ISBN
nummer voor aan. Iedere steen is een pagina.
Nimis (latijn voor: "te veel") en Arx liggen op het
schiereiland Kullaberg in Zuid Zweden.
83
Out of Space
84
Out of Space
Titi Zaadnoordijk
Inkt, potlood en en collages zijn misschien geen
technieken die je direct in een kunstproject in de
natuur zou verwachten. Toch maken veel ‘natuur-
kunstenaars’ er gebruik van. Natuurlijk om ideeën te
schetsen, maar ook voor zelfstandige kunstwerken.
Ook de ‘godfathers’ van de natuur installatie, Andy
Goldsworthy en Herman de Vries tekenen en schilde-
ren met de materialen waar zij zich in hun werk mee
omringen. Sneeuw, rode aarde, gemalen grassen, ver-
dorde bladeren.
Titi Zaadnoordijk is geen ‘natuurkunstenaar’ maar
wel een grafisch beeldend kunstenaar, dichter en
performer, die de natuur van haar woonplaats aan de
rand van de Rottige Meente in haar werk laat binnen-
komen. Titi maakt onder andere tekeningen, lino’s,
gedichten, boeken, poëzieshows, houten honden en
bronzen vogeltjes. Altijd figuratief, met weinig mid-
delen, wel met franjes en met humor. Titi maakt volop
gebruik van haar eigen leven, portretteert haar kin-
deren en de reeën en de koeien die grazen naast het
huis. Maar ze vindt ook nieuwe creaturen uit en geeft
de mensen moed.
Voor Out of Space nam ze de kinderen van de plaat-
selijke basisschool mee de natuur in, die hun ervarin-
gen verwerkten in een kleurrijke expositie van zelfge-
maakte dierenbeelden.
wil j i j wel mijn baken zijndan wijs ik jou de weg
en ik zal naar je luisterenhoor jij dan wat ik zeg
Ink, pencil and collages may not be tech-
niques you would expect in an art project in
nature. Nevertheless many ‘nature artists’
use them to sketch ideas of course but also
for independent works of art. The ‘godfa-
thers’ of the nature installation, Andy Golds-
worthy and Herman de Vries, also draw and
paint with materials such as snow, red soil,
cut grass and withered leaves.
Titi Zaadnoordijk is not a ‘nature artist’. She
is a graphic and visual artist, a poet and a
performer who welcomes in her work the
natural environment of her place of resi-
dence on the edge of de Rottige Meente. Titi
makes among other things drawings, lino-
cuts, poems, books, poetry shows, wooden
dogs and bronze little birds. Always figura-
tive with few means, but she does use frills
and humour. Titi uses a lot of her own life,
she portrays her children and the roe and
cows which graze next to the house. But
she also invents new creatures and she puts
courage into people. For Out of Space she
took the children of the local primary school
outside and into nature and they incorporat-
ed their experiences in a colourful exhibition
of self-made animal sculptures.
85
Out of Space
86
Out of Space
86
Out of Space
Het begint pas echt als de voorstellen binnen komen stromen.
Schetsen, fotopresentaties en maquettes glijden dag na dag
de brievenbus in. Wat aanvankelijk een spontaan idee tijdens
een wandeling was, krijgt vorm door de respons van tiental-
len kunstenaars op de oproep om ontwerpen in te sturen voor
Out of Space, de nieuwe Kunstbroedplaats van Pat van Boec-
kel en Karin van der Molen (Rerun Producties).
Met onregelmatige regelmaat roepen zij zo’n Kunstbroed-
plaats uit. Dan worden, in overleg met een selectiecommis-
sie, kunstenaars uit de hele wereld uitgenodigd om een nieuw
werk in verschillende natuurgebieden te komen maken. Die
installaties en sculpturen blijven een half jaar staan en ver-
dwijnen dan weer. “Kunstbroedplaats is een heel persoonlijk
en levend kunstwerk, waarin nieuwe verbanden worden ge-
smeed, contacten worden gelegd en ideeën gevormd”, zegt
Pat van Boeckel, zelf documentairemaker, video- en beeldend
kunstenaar. “Iedere keer draagt het project als geheel een
stempel van de energie van de ontmoetingen tussen interna-
tionale kunstenaars en met de lokale bevolking.” De kunste-
naars verblijven in de regel een paar weken in en rond het huis
van de organisatoren en delen de maaltijden, lange gesprek-
ken, de herrie, de kritiek en complimenten.
Karin van der Molen heeft als beeldend kunstenaar veel erva-
ring met (buitenlandse) art-in-nature projecten. “Het is overal
anders, maar in Kunstbroedplaats staan we voor een nauwe
samenwerking met de kunstenaars. Het gaat er niet om een
verzameling van tien of vijftien installaties neer te zetten,
maar voor ons is ieder project weer een totaalkunstwerk,
waarin alle deelnemers inclusief de kok, de schoonmaakster,
vrijwilligers en de organisatoren hun aandeel hebben.”
DE ORGANISATIE VAN EEN TOTA ALKUNST WERK
ORGANIZING A GESAMMTKUNSTWERKThis is the real beginning: sketches, photo presenta-tions and scale models slide through the letterbox day after day. What was initially a spontaneous idea during a walk, takes shape by the response of dozens of artists to a request to send in their proposals for Out of Space, the new Kunstbroedplaats – Breeding Place for Art – of Pat van Boeckel and Karin van der Molen (Rerun Producties). With irregular regularity they indicate such a Kun-stbroedplaats. Then, in consultation with a selec-tion committee, artists from all over the world are
invited to create a new work of art in various nature reserves. “Kunstbroedplaats is a very personal and living work of art, in which new connections and contacts are made and ideas are being formed”, ac-cording to Pat van Boeckel, a documentary maker, video artist and visual artist. “Each time the project bears the stamp of energy of the international par-ticipants, their meetings and also their meeting with the region and local population.” The artists usually stay in the house of the organizers for a few weeks and they share meals, long conversations, noise, criticism and compliments.
Karin van der Molen has gained a lot of experience as a visual artist in both domestic and foreign art-in-nature projects. “It varies wherever you go, but in Kunstbroedplaats we believe in a close collaboration with the artists. It is not about placing a collection of ten or fifteen sculptures but to us every project is a total work of art, in which all participants take an active part, including the cook, the cleaning lady, the volunteers and the organizers.”
87
Out of Space
88
Out of SpaceOut of Space
88
89
Out of Space
90
Out of SpaceOut of Space
90
Met één been stond hij in de pampa van Argentinië en
met het andere in de Grote Veenpolder in Weststel-
lingwerf: de schilder-graficus Dirk Kerst Koopmans.
Van 1928 tot in 1932 verbleef hij in Zuid-Amerika, een
tijd die voor hem van ongekend belang bleek. Zijn ver-
dere leven bleef hij brieven wisselen met kunstenaars
en vrienden, die hij daar had leren kennen. Hij zou Ar-
gentinië nooit vergeten en Argentinië Dirk niet. Dat
gold overigens ook voor de Grote Veenpolder. Nadat
hij in 1943 met zijn vrouw vertrok naar Gaasterland,
bleef hij tot zijn dood trouw aan zijn geboortestreek
en aan het Scheene-gebied waar hij van 1932-1943
woonde en werkte.
Twaalf jaar geleden werd hij naar zijn laatste rust-
plaats gebracht op het kleine kerkhof van Spanga.
Dat kerkhofje met klokkestoel midden in een oase
van rust en stilte, aan het Voetpad, was één van de
plekken die hij vaak heeft getekend. Een leven lang
zou hij zich altijd verbonden voelen met de omgeving
waar hij leefde en werkte en in het bijzonder met de
mensen, die hij daar ontmoette. Het werden ook de
centrale thema’s in zijn schilderkunst, in zijn grafiek
en zijn illustratieve arbeid.
Op 7 oktober 1906 is Dirk geboren op de Oordplaats
aan de Tjonger als zoon van boer Kerst Koopmans en
Jantje Oosten. Later zal hij altijd zijn vaders naam als
tweede voornaam gebruiken. DKK wordt zijn handels-
merk. De kleine Dirk tekent op alles wat hij in handen
krijgt.
Toen de zolder werd afgeschut van de schuur, zat ik
onder een dakraam met voldoende licht van boven om
grote pentekeningen te maken en de hoge wand tegen
het hooivak vol te hangen met platen. Als ik op het
spekhok zat en het andere dakraampje opende, rook
ik de spreeuwen en zag ik door de hoge iepen over de
kampen en de akkers heen, de trekgaten en het riet
van de Scheene. Na de stalschoonmaak verhuisde ik
tegen de zomer met mijn spullen naar de lege koe-
stal… De muren had ik met conté volgetekend van de
stal tot de grup. En langs de gang allerhande probeer-
sels: vogels en bloemen. (dagboek DKK).
Met zijn vriend Molleurus Couperus trekt Dirk in 1922,
als beide knapen vijftien jaar oud zijn, naar Neander-
thal, waar Molleurus een studie volgt als zendeling
voor de Zevende-Dag-Adventisten. Dirk zet zich on-
dertussen in voor de Jeugdbond voor Geheelonthou-
ding, voor de Praktische-Idealisten-Asscociatie en de
Wereld-Bibliotheek. En hij toont interesse voor de
theosofie. “Ik was zestien toen ik vegetariër werd”,
vertelt hij in opnamen die tegen het eind van zijn le-
ven werden gemaakt,”en een boer als vegetariër dat
kon niet toentertijd. Maar ik moest toch wat…”
ZUID AMERIKA
“Langzaam drijft de boot naar zee – nog zie ik het hol-
landsche landschap – Rechte lijnen, vlakten – rust. Maar
vooral de wolken, de zon die deze tocht tot een blijde
DIRK KERST KOOPM ANS - DE SCHILDER VAN DE SCHEENE
PIETER JONKER
DIRK KERST KOOPMANS - THE PAINTER OF
DE SCHEENEDirk Kerst Koopmans was born as a Frisian farmer’s son in 1906 but soon it became clear that he was not interested in farm work. He drew on anything that came into his hands like the stable walls and the pre-scriptions of the doctor. Having a mind of his own, he left at the age of just 22 with a boat to Argentina. He was full of desires to-wards the unknown. He was captured by the colours, nature and the Indian patterns. Nev-ertheless he returned to the Netherlands four years later. He spent his last money on a small barn at the Scheene in de Rottige Meente, where for years on end he made drawings of his surroundings - the farmers and fishermen, their children, animals and above all nature.
91
Out of Space
91uittocht doet worden.
Dit is mijn eerste kennismaking met de nieuwe wereld,
waar ik geen mens ken, waar ik de taal niet spreek.
Nog niet … Een land waarin de geschiedenis niet ken,
de mensen nog niet begrijp en niet weet welke planten,
welke dieren ik zal zien. Hier kan ik diep ademen. Leer ik
de kleuren onderscheiden en mij uitstrekken in de zon.
Toch ervaar ik de dingen niet als vreemd, direct is er de
band met het nieuwe. “ (uit het dagboek van DKK)
Op 14 november 1928 vertrekt Dirk met ‘de Gelria’ via
Southhampton en Vigo naar Zuid-Amerika. Van zijn
vriend Molleurus had hij het adres gekregen van het
‘Colegio del Plata’, een centrum van de Adventisten.
Hij werkt er op het land, in de bakkerij en de timmer-
werkplaats en hij helpt bij het maken van wandschil-
deringen. Het lukt Dirk niet om zich te bekeren en hij
vertelde me eens: ‘Et geloof gong heur boven alles en
dat gong mi’ j boven de pette.’ Hij verkast naar Bue-
nos Aires, waar hij musea en tentoonstellingen be-
zoekt. Hij ontdekt het Indiaanse aardewerk en begint
de motieven na te tekenen. Dirk raakt gegrepen door
de Indiaanse kunst. Hij wil proberen de oorspronke-
lijke vormen terug te vinden om op die manier bij hun
leefwereld, hun denken en hun voelen te komen. Hij
wil het wezenlijke eruit destilleren. Maar in 1930 gooit
een revolutie in Argentinië roet in het eten: er wordt
een staat van beleg afgekondigd. Inmiddels onderdeel
van het kunstenaarscircuit, werkt Dirk mee aan af-
fiches en folders tegen het nieuwe regime. Ondanks
zijn betrokkenheid bij deze nieuwe wereld aanvaardt
hij in 1932 de terugreis naar Friesland. Zijn ouders zijn
dan dertig jaar getrouwd. Hij verlaat het land van de
gaucho’s en pampa’s en keert er nooit weer terug,
maar weet zich levenslang verbonden.
92
Out of SpaceOut of Space
92 DE SCHEENE
Na korte omzwervingen met zijn kunst in de Randstad
koopt Dirk van zijn laatste driehonderd gulden ‘een
tente mit een bonetuun’ aan de Scheene. Het is een
onbewoonbaar verklaarde veenarbeiderswoning. Het
is armoe troef in zijn tente. Om aan de kost te komen
maakt Dirk illustraties voor boeken en kranten. De
baardige schilder op zijn sandalen is een aparte ver-
schijning in dit boerenveengebied. Maar hij weet zich
één met hen als hij alles wat hij waarneemt begint
vast te leggen. Hij maakt honderden tekeningen en
schilderijen van de boeren en vissers, hun kinderen en
hun werk en bovenal de natuur van De Scheene.
Hij koopt een tweede huisje aan de Scheene en maakt
er het Scheene-museum ‘De Tente’ van. Naast ten-
toonstellingen van zijn eigen werk laat hij er vooral de
werktuigen van de veenderij en de rietsnijder zien.
Dirk beheerst als autodidact tal van technieken: onder
andere aquarel, olieverf, inkt met penseel, de houtgra-
vure, de hout- en linosnede. Maar hij maakt ook pot-
lood- en pentekeningen. Het zijn vooral de tekeningen
die zijn kunstenaarschap allure geven. Zijn halen zijn
krachtig, zo op het oog losjes, maar zonder enige twij-
fel en direct raak.
Dirk Kerst Koopmans gebruikt de natuur als beeld voor
en weergave van zijn gevoelens, gedachten en ideeën.
In Balk rusten duizenden tekeningen, aquarellen, schil-
derijen, linosneden en houtgravures van Dirk Kerst
Koopmans. Guus Hellegers, bevriend kunstenaar,
schreef: ‘Et wark van Dirk Kerst Koopmans lat him le-
zen as lessen in liefde en leven. Liefde veur de netuur,
veur alles wat et leven him te bieden het. Dirk zien
tekenend leven is ien anienschaekeling van visuele er-
verings.’
En Dirk zou zeggen: ‘Ie kommen daordeur dichterbi’ j,
ie begriepen et beter.’
93
Out of Space
93
94
Out of Space
Out of Space werd mede mogelijk gemaakt met de financiële
ondersteuning van onderstaande fondsen en sponsoren
Europees Landbouwfonds voorPlattelandsontwikkeling (ELFPO)Europa investeert in zijn platteland
95
Out of Space
ORGANISATIE/ organisation OUT of SPACE
Stichting Rerun Producties
Pat van Boeckel en Karin van der Molen
www.rerunproducties.nl
www.kunstbroedplaats.nl
VORMGEVING/ graphic design
Studio Gist
REDACTIE/editing
Karin van der Molen
FOTOGRAFIE/photography
Pat van Boeckel
MET DANK AAN/ thanks to
Stichting Dirk Kerst Koopmans
Fotografen die hun werk ter beschikking stelden
96
Out of Space