statistiek 2

50
Hoofdstuk 7: Variantieanalyse hoofdstuk 7 STATISTIEK 2

Upload: gezana

Post on 07-Feb-2016

67 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

Statistiek 2. Hoofdstuk 7: Variantieanalyse hoofdstuk 7. type AV?. aantal OV?. type OV?. hoeveel populaties?. categorieën afhankelijk?. parametrisch. non-parametrisch. chi-square goodness of fit. one sample t-test / z-test. 1. niet in dit boek. independent t-test / z-test. - PowerPoint PPT Presentation

TRANSCRIPT

Page 1: Statistiek 2

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

hoofdstuk 7

STATISTIEK 2

Page 2: Statistiek 2

interval/ordinaal

nominaal

1

nominaal

> 1

1

one sample t-test /z-test1

2

> 2

interval/ordinaal

onafh.

onafh.

onafh.

afh.

afh.

independent t-test / z-test

dependent t-test

one way ANOVA

repeated measures ANOVA

Pearson correlation

nominaal

interval

gemengd

afh.

gemengd

n-way ANOVA

repeated measures ANOVA

mixed design ANOVA

multiple regression

Pearson chi-square

multiple regression

nominaal/ ordinaal

onafh.

type AV? aantal OV? type OV? hoeveel populaties?

categorieën afhankelijk?

parametrisch non-parametrisch

Rank-sum

Signed-ranks

Kruskal-Wallis

Friedman’s ANOVA

Spearman correlation

niet in dit boek chi-square goodness of fit

1

≥ 2

chi-square goodness of fitonafh.

• 2• Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 3: Statistiek 2

Variantieanalyse: one way ANOVA& Kruskal-Wallis

VANDAAG

Page 4: Statistiek 2

Tot nu toe bij hypothesetoetsing:

t-toets en z-toets voor verschil tussen 2 gemiddelden

- hebben mensen die therapie A gevolgd hebben minder angst dan mensen die therapie B gevolgd hebben?

- besteden jongens en meisjes evenveel tijd aan huiswerk?

-> telkens 1 OV (vb. therapie, geslacht) met telkens 2 waarden-> telkens 1 AV (vb. angst, tijd)

VARIANTIEANALYSE

4 Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 5: Statistiek 2

5

Ook mogelijk: toetsen voor verschillen tussen meer dan 2 gemiddelden

- is er een verschil in het welbevinden van kinderen met ouders die autoritair, autoritatief of permissief opvoeden?

-> telkens 1 OV (vb. opvoedingsstijl) met telkens meer dan 2 waarden (vb. 3)-> telkens 1 AV (vb. welbevinden)

eenwegs (‘one way’) variantie-analyse (‘ANOVA’)

Bij twee OV: tweewegs (‘two way’) variantie analyse (zie volgende les)Bij meer dan één AV: MANOVA (niet in Statistiek II)

VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 6: Statistiek 2

6

1. ToetsingssituatieIs er een verschil in gemiddelde tussen groep a, b, c, … op variabele Y?ofIs er een effect van variabele X (met niveau’s a, b, c,..) op variabele Y?

en:Indien er een effect is, tussen welke groepen is er een verschil? (= post hoc toetsing)

VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 7: Statistiek 2

7

2. Voorwaarden• AV is gemeten op intervalniveau• OV wordt als nominaal beschouwd (ook al is OV soms

ordinaal)• scores van AV zijn in elke populatie normaal verdeeld of

aantal deelnemers is in elke populatie groter dan 30• varianties in populaties zijn gelijk (homogeniteit)• onafhankelijke steekproeven

Assumptie van normaliteit en homogeniteit minder strikt bij gelijke steekproeven

VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 8: Statistiek 2

8

3. HypothesenH0: alle populatiegemiddelden zijn aan elkaar gelijk:

µa = µb = µc = … = µj als er J populaties zijnH1: minstens twee populatiegemiddelden zijn niet gelijk aan elkaar

µj ≠ µj’ voor minstens één paar van j en j’Dus H1 is NIET µa ≠ µb ≠ µc ≠… ≠ µj

H0 wordt getoetst door gebruik te maken van varianties:De tussen-groeps-variantie of between-groups variance

mean square between (MSb)De binnen-groeps-variantie of within-groups variance

mean square within (MSw)

VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 9: Statistiek 2

VARIANTIEANALYSE

9

Within groups

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 10: Statistiek 2

VARIANTIEANALYSE

10

Between groups

Within groups

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 11: Statistiek 2

Wanneer de verschillen tussen groepsgemiddelden groter worden en de verschillen binnen elke groep ongeveer hetzelfde blijven wordt de between-groups variantie groter ten opzichte van de within-groups varianties.

Dus: de verhouding between-groups variantie/within-groups variantie zegt iets over het verschil tussen groepsgemiddelden.

VARIANTIEANALYSE

11

Between groups

Within groups

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 12: Statistiek 2

MSw = verschillen te wijten aan verschillen tussen personen binnen dezelfde groep

= inter-individuele verschillen die niet te wijten zijn aan het effect van de OV

= foutenvariantie (varfout)

MSb = variantie van groepsgemiddelden + variantie van scores rondom groepsgemiddelden

= variantie van de effecten van OV (vareffect) + foutenvariantie (varfout)

MSw = varfout

MSb = vareffect + varfout

VARIANTIEANALYSE

12 Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 13: Statistiek 2

13

MSb = vareffect + varfout MSw = varfout

-> ALS H0 waar is, dwz. vareffect zeer klein is of gelijk is aan 0 DAN: MSb = MSw of MSb / MSw = 1

-> ALS H0 niet waar is, dwz. vareffect verschilt van 0 DAN: MSb > MSw of MSb / MSw > 1

VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 14: Statistiek 2

14

4. Toetsingsgrootheid

Df b = J – 1 (J =aantal groepen)Df w = N – J (N = totaal aantal waarnemingen; J = aantal groepen)

Kansverdeling: F-verdeling (zie bijlage)

Vb.

Met df b = 3 – 1 = 2 en df w = 27 – 3 = 24

VARIANTIEANALYSE

ww

bb

w

b

dfSSdfSS

MSMSF

//

13.776.268.19

24/27.662/35.39

F

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 15: Statistiek 2

15

5. Beslissingsregels

a. Overschrijdingskansen (niet in tabel)

Is P r (F) ≤ α ?ja, verwerp H0neen, verwerp H0 niet

Vb. P r (F = 7.13) = 0.0037 voor df b = 2 , df w= 24

P r (= 0.0037) < 0.05 dus H0 verwerpen

VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 16: Statistiek 2

16

b. kritieke waardenIs F ≥ kritieke F waarde bij

df teller = df b = J – 1 ja, verwerp H0df noemer = df w = N - J neen, verwerp H0 niet

kritieke F waarde df b = 2 , df w= 24 bij alpha = 0.05 = 3.4 (zie tabel) F (7.13) > Fkritiek (3.4) dus H0 verwerpen

VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 17: Statistiek 2

VARIANTIEANALYSE

17

ANOVA

TOETSGEG

39,355 2 19,677 7,126 ,00466,275 24 2,761

105,630 26

Between GroupsWithin GroupsTotal

Sum ofSquares df Mean Square F Sig.

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 18: Statistiek 2

18

Wanneer H0 verworpen is weten we dat minstens 2 groepen verschillen mbt. hun gemiddelde-> welke groepen?

= post-hoc toetsing

We zouden via t-toetsen elk paar van groepen met elkaar kunnen vergelijken (vb. groep 1-2, 2-3, 1-3). Bij elke t-toets gebruiken we een α = 0.05. Probleem: door herhaaldelijk t-toetsen uit te voeren neemt de fout van de 1e soort toe.

Oplossing: bij posthoc toetsing corrigeren voor deze hogere kans op fouten van de 1e soort.

>> Bonferroni correctie: wanneer we drie groepen vergelijken, alleen besluiten dat er een significant verschil is als P ≤ 0.05/3 (ipv. 0.05)(andere mogelijke correcties: Tukey, Scheffé,...)

VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 19: Statistiek 2

19

Post-hoc toetsing in SPSS:

SPSS output houdt al rekening met deze correctie; dus de P waarden zijn al gecorrigeerd.

Als P ≤ 0.05 dan is er een significant verschil tussen beide groepenvb. enkel significant verschil ts. Groep 1-3

VARIANTIEANALYSE

Multiple Comparisons

Dependent Variable: TOETSGEGBonferroni

-1,2667 ,76353 ,330 -3,2317 ,6984-3,0417* ,80747 ,003 -5,1198 -,96351,2667 ,76353 ,330 -,6984 3,2317-1,7750 ,78824 ,101 -3,8037 ,25373,0417* ,80747 ,003 ,9635 5,11981,7750 ,78824 ,101 -,2537 3,8037

(J) GROEP2,003,001,003,001,002,00

(I) GROEP1,00

2,00

3,00

MeanDifference

(I-J) Std. Error Sig. Lower Bound Upper Bound95% Confidence Interval

The mean difference is significant at the .05 level.*.

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 20: Statistiek 2

20

Voorbeeld ANOVA in SPSS: stressreductie door chocolade bij dansers

VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 21: Statistiek 2

21

ANOVAstress  Sum of

Squaresdf Mean Square F Sig.

Between Groups 714,490 2 357,245 3,136 ,048Within Groups 11277,471 99 113,914    Total 11991,961 101      

6. Effectgrootte

7. RapporteringEr was een significant effect van chocolade op het stressniveau van de dansers, F(2, 99) = 3.14, p = .048, r = .24 . De dansers die geen chocolade aten rapporteerden een hoger stressniveau (M = 65.5, SD = 10.54) dan dansers die twee repen chocolade aten (M = 59.12, SD = 12.27). Het stressniveau van de dansers die één reep chocolade aten (M = 61.32, SD = 8.95) verschilde niet significant van de andere condities.

VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 22: Statistiek 2

interval/ordinaal

nominaal

1

nominaal

> 1

1

one sample t-test /z-test1

2

> 2

interval/ordinaal

onafh.

onafh.

onafh.

afh.

afh.

independent t-test / z-test

dependent t-test

one way ANOVA

repeated measures ANOVA

Pearson correlation

nominaal

interval

gemengd

afh.

gemengd

n-way ANOVA

repeated measures ANOVA

mixed design ANOVA

multiple regression

Pearson chi-square

multiple regression

nominaal/ ordinaal

onafh.

type AV? aantal OV? type OV? hoeveel populaties?

categorieën afhankelijk?

parametrisch non-parametrisch

Rank-sum

Signed-ranks

Kruskal-Wallis

Friedman’s ANOVA

Spearman correlation

niet in dit boek chi-square goodness of fit

1

≥ 2

chi-square goodness of fitonafh.

Page 23: Statistiek 2

Variantieanalyse: two way ANOVA

Page 24: Statistiek 2

24

Eénwegs-variantie analyse-> 1 OV met meer dan twee waarden-> 1 AVis er een verschil in het welbevinden van kinderen met ouders die autoritair, autoritatief, of permissief opvoeden?

Tweewegs-variantie analyse (of: tweefactor-variantie analyse)-> 2 OV-> 1 AVwat is het effect van drie verschillende lesmethoden en het geslacht van de leerling op de studieresultaten van leerlingen? = 3 X 2 ANOVA = k x r factorieel design met k = aantal niveaus OV1, r = aantal niveaus OV2

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 25: Statistiek 2

Twee vragen:

1. vraag over hoofdeffect van elke OV op AV

2. vraag over interactie-effect tussen OV1 en OV2 op AVhoe hebben de twee OV’s samen in combinatie een effect op AV?is het effect van de ene OV op AV anders naargelang het niveau van de andere OV?

- is het effect van ses op toekomstbeeld anders voor jongens dan voor meisjes?- is het effect van chocolade op stressreductie anders voor beginners dan voor gevorderden?

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

25 Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 26: Statistiek 2

26

1. Toetsingssituatiea. Is er een effect van variabele A (met niveaus a1, a2, …) op variabele Y?b. Is er een effect van variabele B (met niveaus b1, b2, …) op variabele Y?

= 2 hoofdeffecten

c. Is het effect van variabele A anders naargelang het niveau van variabele B (of omgekeerd)? Wat is het effect van de combinatie van A en B op Y?= interactie-effect tussen A en B

d. Indien er een hoofdeffect is van A, tussen welke groepen van A is er een verschil?

e. Indien er een hoofdeffect is van B, tussen welke groepen van B is er een verschil?= post hoc toetsing

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 27: Statistiek 2

2. Voorwaarden• AV is gemeten op intervalniveau• OV’s worden als nominaal beschouwd (ook al is OV soms ordinaal)• scores van AV zijn in alle populaties normaal verdeeld• varianties in populaties zijn gelijk (F-toets of Levene’s toets)• onafhankelijke steekproeven

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

27 Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 28: Statistiek 2

28

3. HypothesenWat is het effect van ses en geslacht op de toekomstverwachting van jongeren? OV1 (A) = ses (laag, midden, hoog)OV2 (B) = geslacht (jongens, meisje)AV = toekomstbeeld score ts. -10 en +10

-> 3 x 2 design (dus 6 populaties - zie les 2: waarden van OV bepalen aantal populaties)

a. Is er een hoofdeffect van variabele A (met i niveaus)?

H0: alle populatiegemiddelden van A zijn aan elkaar gelijkµ1 = µ2 = µ3 = … = µi als er I groepen zijn van A

H1: minstens twee populatiegemiddelden zijn niet gelijk aan elkaarµi ≠ µi’ voor minstens één paar van i en i’

Of in termen van varianties H0: σ²A = σ²W of σ²A / σ²W = 1 H1: σ²A > σ²W of σ²A / σ²W > 1

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

laag midden hoog01234567

SES

Toek

omst

beel

d

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 29: Statistiek 2

29

b. Is er een hoofdeffect van variabele B (met j niveaus)?H0: alle populatiegemiddelden van B zijn aan elkaar gelijk

µ1 = µ2 = µ3 = … = µj als er J groepen zijn van BH1: minstens twee populatiegemiddelden zijn niet gelijk aan elkaar

µj ≠ µj’ voor minstens één paar van j en j’

Of in termen van varianties H0: σ²B = σ²W of σ²B / σ²W = 1 H1: σ²B > σ²W of σ²B / σ²W > 1

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

jongens meisjes0123456

geslacht

Toek

omst

beel

d

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 30: Statistiek 2

30

c. Is er een interactie-effect van variabele AxB ?H0: alle populatiegemiddelden van combinatie AxB zijn aan elkaar gelijk: µ11 = µ12 = … = µij als er I x J groepen zijn H1: minstens twee populatiegemiddelden zijn niet gelijk aan elkaar

µij ≠ µi’j’ voor minstens één paar van ij en i’j’

Of in termen van varianties H0: σ²AxB = σ²W of σ²AXB / σ²W = 1 H1: σ²AXB > σ²W of σ²AXB / σ²W > 1

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

laag midden hoog0123456789

jongensmeisjes

SES

Toek

omst

beel

d

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 31: Statistiek 2

31

4. Toetsingsgrootheid4.1 F toets voor hoofdeffect van A

met dfA = I – 1 (I = aantal niveaus van A)met dfW = N – (I x J) (N = totaal aantal )vb. FA = 10/2.02 = 4.95 met dfA = 2 dfW = 24

4.2 F toets voor hoofdeffect van B

met dfB = J – 1 (J = aantal niveaus van B)met dfW = N – (I x J) (N = totaal aantal )vb. FB = 0.53/2.02 = 0.26 met dfB = 1 dfW = 24

4.3 F toets voor interactie-effect van AxB

met dfAxB = (I - 1). (J – 1)met dfW = N – (I x J) (N = totaal aantal)vb. FAxB = 30.54/2.02 = 15.12 met dfAxB = 2

dfW = 24

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

WW

AA

W

AA dfSS

dfSSMSMS

F//

WW

BB

W

BB dfSS

dfSSMSMS

F//

WW

AxBAxB

W

AxBAxB dfSS

dfSSMSMS

F//

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 32: Statistiek 2

5. Beslissingsregelsa. Overschrijdingskansen

Is P r (F) ≤ α?ja, verwerp H0neen, verwerp H0 niet

>> overschrijdingskans per mogelijk effect (hoofd / interactie) in ANOVA-tabel SPSS

b. Kritieke waardenOok mogelijk via tabel met F-waarden.

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

32 Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 33: Statistiek 2

significant hoofdeffect ses: jongens en meisjes samengenomen is er een effect van sesgeen significant hoofdeffect geslacht: 3 ses niveaus samengenomen is er geen significant verschil tussen j en m

een interactie-effect: het verschil ts. j en m is niet hetzelfde voor alle niveaus van ses

>> post-hoc toetsing nodig om te weten tussen welke groepen er een verschil is. (SPSS)

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

33 Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 34: Statistiek 2

interactie-effect: het verschil ts. jongens en meisjes is niet hetzelfde voor alle niveaus van ses (lijnen lopen niet parallel)

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

34

laag midden hoog0

2

4

6

hoofdeffect SES

SES

Toek

omst

beel

d

jongens meisjes0

2

4

6geen hoofdeffect geslacht

geslacht

Toek

omst

beel

d

laag midden hoog0123456789

interactie effect

jongensmeisjes

SES

Toek

omst

beel

d

seslaag midden hoog

jongens 5,6 5,6 4,2 5,13

meisjes 2,4 4,4 7,8 4,87

4 5 6

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 35: Statistiek 2

35

Post hoc analyse bij two-way ANOVA:Zie post-hoc bij one-way ANOVA: niveaus binnen 1 OV vergelijken.

(overbodig als er maar 2 niveaus zijn – bv. geslacht. Kijk dan naar gemiddeldentabel)

Om alle cellen paarsgewijs te vergelijken: simple effects – enkel met SPSS syntax (zie boek p. 163)

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

seslaag midden hoog

jongens 5,6 5,6 4,2 5,13

meisjes 2,4 4,4 7,8 4,87

4 5 6

seslaag midden hoog

jongens 5,6 5,6 4,2 5,13

meisjes 2,4 4,4 7,8 4,87

4 5 6

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 36: Statistiek 2

36

Interpretatie resultaten ANOVA: via plots van gemiddelden per groep - 4 alternatieve hypothetische situaties (hier geïdealiseerd):

1. Eén hoofdeffect en geen interactie-effect

- geen hoofdeffect ses: geen verschil ts. laag-midden-hoog groep wanneer j en m samennemen- wel hoofdeffect geslacht: j scoren hoger dan m wanneer 3 ses groepen samennemen- geen interactie-effect: het verschil ts. j en m is hetzelfde voor alle niveaus van ses (lijnen lopen parallel)

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 37: Statistiek 2

2. Twee hoofdeffecten en geen interactie-effect

- een hoofdeffect ses- een hoofdeffect geslacht- geen interactie-effect: het verschil

ts. j en m is hetzelfde voor alle niveaus van ses (lijnen lopen parallel)

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

37 Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 38: Statistiek 2

3. Twee hoofdeffecten en een interactie-effect

- een hoofdeffect ses: jongens en meisjes

samengenomen is er een effect van ses

- een hoofdeffect geslacht- een interactie-effect: het verschil

ts. j en m is niet hetzelfde voor alle niveaus van ses (lijnen lopen niet parallel)

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

38 Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 39: Statistiek 2

39

4. Geen hoofdeffecten maar wel een interactie-effect

- geen hoofdeffect ses: jongens en meisjes samengenomen is er geen effect van ses- geen hoofdeffect geslacht: 3 ses niveaus samengenomen is er geen effect van geslacht

- een interactie-effect: het verschil ts. j en m is niet hetzelfde voor alle niveaus van ses (lijnen lopen niet parallel)

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

seslaag midden hoog

jongens 9 5 1 5meisjes 1 5 9 5

5 5 5

0123456789

10

laag midden hoog

ses

scor

e jongensmeisjes

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 40: Statistiek 2

40

6. Effectgrootte

Partial Eta squared: interpreteerbaar zoals rte berekenen met SPSS

Via ANOVA-dialoogbox > options > estimates of effect size aanvinken

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 41: Statistiek 2

41

Demo two-way ANOVA: effect van chocolade én dansniveau op stress?

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 42: Statistiek 2

42

7. RapporteringEerst de potentiële hoofdeffecten bespreken (zie one-way

ANOVA, inclusief eventuele post-hoc) gegevens: gemiddelden, SD, F-waarde, p-waarde, r

Daarna potentieel interactie-effect, zelfde gegevens.

Hoofdeffecten zijn niet meer relevant als er een interactie-effect is, maar moeten wel gerapporteerd worden. Interpretatie van de resultaten gaat enkel over interactie-effect.

TWEEWEGS-VARIANTIEANALYSE

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 43: Statistiek 2

interval/ordinaal

nominaal

1

nominaal

> 1

1

one sample t-test /z-test1

2

> 2

interval/ordinaal

onafh.

onafh.

onafh.

afh.

afh.

independent t-test / z-test

dependent t-test

one way ANOVA

repeated measures ANOVA

Pearson correlation

nominaal

interval

gemengd

afh.

gemengd

n-way ANOVA

repeated measures ANOVA

mixed design ANOVA

multiple regression

Pearson chi-square

multiple regression

nominaal/ ordinaal

onafh.

type AV? aantal OV? type OV? hoeveel populaties?

categorieën afhankelijk?

parametrisch non-parametrisch

Rank-sum

Signed-ranks

Kruskal-Wallis

Friedman’s ANOVA

Spearman correlation

niet in dit boek chi-square goodness of fit

1

≥ 2

chi-square goodness of fitonafh.

• 43• Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 44: Statistiek 2

44

1. ToetsingssituatieIs er een verschil in gemiddelde tussen groep a, b, c, … op

variabele Y?>> zelfde situatie als eenwegs-variantieanalyse.

2. VoorwaardenAV is niet normaal verdeeld en/ofAV is van ordinaal meetniveau

Chocolade als afrodisiacum? Gemeten met:

KRUSKAL-WALLIS TOETS VOOR VERSCHIL TUSSEN K POPULATIES

Seks is absoluut het allerlaatste waar ik nu aan kan denken.

Ik ervaar niet meer of minder zin in seks dan op een doordeweekse dag.

Ik voel een onwaarschijnlijke lust tot paren – annuleer de voorstelling!

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 45: Statistiek 2

45

3. HypothesenH0: θ1 = θ2 = … = θkH1= “niet H0”

bij k niveaus van de OV

4. ToetsingsgrootheidGebaseerd op rangordening zoals bij Mann-Whitney, grootheid =

H>> analyze > non-parametric > legacy dialogs > k independent

samples(zie boek 7.3.4)

KRUSKAL-WALLIS TOETS VOOR VERSCHIL TUSSEN K POPULATIES

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 46: Statistiek 2

46

5. Beslissingsregel

Is de gerapporteerde overschrijdingskans in SPSS kleiner dan α ?

ja > verwerp H0nee > verwerp H0 niet

Is er een effect? post-hoc toetsen met meerdere Mann-Whitney/Wilcoxon Rank-Sum. Gebruik zo weinig mogelijk tests en hanteer Bonferroni-correctie: α / aantal tests.

KRUSKAL-WALLIS TOETS VOOR VERSCHIL TUSSEN K POPULATIES

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 47: Statistiek 2

47

Demo Kruskal-Wallis: chocolade als afrodisiacum?

OV : 3 niveaus chocolade – geen, één reep, twee repenAV: ordinale schaal met 3 niveaus

KRUSKAL-WALLIS TOETS VOOR VERSCHIL TUSSEN K POPULATIES

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 48: Statistiek 2

48

6. Effectgrootte• Geen effectgrootte voor K-W test algemeen• Wel effectgrootte van bijhorenden Mann-Whitney tests – zie

H5

KRUSKAL-WALLIS TOETS VOOR VERSCHIL TUSSEN K POPULATIES

Test Statisticsa

  lust

Mann-Whitney U 359,500

Wilcoxon W 954,500

Z -2,976

Asymp. Sig. (2-tailed) ,003

a. Grouping Variable: chocolade

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 49: Statistiek 2

49

7. Rapportering

Een Kruskal-Wallis toets werd uitgevoerd om het effect van het eten van chocolade op de lustgevoelens van dansers na te gaan. Dit effect bleek inderdaad significant, H = 8.71, p = .013. Bijkomend werden de condities zonder chocolade (mean rank = 41), met één reep chocolade (mean rank = 59.91) en twee repen chocolade (mean rank = 53.59) onderling vergeleken door middel van een Wilcoxon rank-sum toets, waarbij een gecorrigeerd significantieniveau van α = .017 werd gehanteerd. Hieruit bleek dat er enkel een significant verschil was tussen de conditie zonder chocolade en de conditie met één reep chocolade (Ws = 954.5, z = -2.976, p = .003, r = -.36). Het verschil tussen de conditie zonder chocolade en de conditie met twee repen chocolade (Ws = 1034.5, z = -1.861, p = .06, r = -.23) noch het verschil tussen de conditie met één reep chocolade en de conditie met twee repen chocolade (Ws = 1105.5, z = -.917, p = .36, r = -.11) waren significant.

KRUSKAL-WALLIS TOETS VOOR VERSCHIL TUSSEN K POPULATIES

Hoofdstuk 7: Variantieanalyse

Page 50: Statistiek 2

Fetisjisme bij kwartels? (zie Field, 2009)

Çetinkaya, Hakan & Domjan, Michael (2006). Sexual fetishism in a quail (Coturnix japonica) model system: Test of reproductive success. Journal of Comparative Psychology, Vol 120(4), Nov 2006, 427-432.

VOORBEELD ANALYSE MET K POPULATIES

50 Hoofdstuk 7: Variantieanalyse