thesisonderwerpen psychologie 2021-2022

Thesisonderwerpen Psychologie 2021-2022

Deze folder bevat de thesisonderwerpen die ter beschikking zijn voor de studenten van de Faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen.

This pamphlet contains the thesis subjects available for the students of the

Faculty of Psychology and Educational Sciences.

Thesisonderwerpen 2021-2022

1

Beste studenten,

In deze bundel kunnen jullie heel wat thesisonderwerpen terugvinden. Neem deze bundel grondig door

en bekijk welke onderwerpen jou interesseren. Wanneer je enkele onderwerpen hebt uitgekozen, kan je

contact opnemen met de promotor(en) en/of begeleider(s) van de respectievelijke onderwerpen. Hou

de aankondigingen op Canvas (in de cursusruimte Masterproef 1) ook goed in de gaten, sommige

promotoren zullen daar aankondigen wanneer ze een informatiemoment over een thesisonderwerp

organiseren. Vaak is het mogelijk dat verschillende studenten rond eenzelfde onderwerp werken, al dan

niet in de vorm van een duothesis. Dit staat per onderwerp aangegeven. Wanneer je na contact 3

voorkeursonderwerpen hebt gekozen, kan je dit doorgeven via het online formulier “Opgave

voorkeuren” (meer informatie volgt via Canvas).

Het is ook mogelijk om zelf een thesisonderwerp aan te brengen. Indien je geïnteresseerd bent in een

bepaald thema, dien je contact op te nemen met een promotor die mogelijk expertise heeft in dit domein.

In overleg met deze promotor (en eventuele begeleider) kan je jouw thesisonderwerp vervolgens verder

vormgeven.

Ten slotte is het ook mogelijk een thesis te schrijven rond een onderwerp dat aangebracht wordt door

de wetenschapswinkel. Deze onderwerpen werden reeds aan een promotor gekoppeld en zijn ook in

deze bundel terug te vinden. Indien je als student interesse hebt in 1 van deze onderwerpen dien je je

ook kandidaat te stellen via de databank van de wetenschapswinkel

https://databank.wetenschapswinkel.be/ via de knop ‘ik heb interesse’.

Als je een eigen onderwerp, een onderwerp via de wetenschapswinkel of een onderwerp in

samenwerking met een andere faculteit kiest, dien je telkens een VUB-promotor te zoeken die akkoord

is om jouw onderwerp mee te begeleiden.

Bij het invullen van het online formulier “Opgave voorkeuren”, dien je dit onderwerp op te geven bij het

onderdeel “keuze eigen onderwerp” en dien je dus geen 3 voorkeursonderwerpen door te geven. Wel zal

je een voorlopige titel moeten doorgeven, de gegevens van de VUB-promotor en de VUB-faculteit

waaraan de promotor verbonden is

Op de volgende pagina kunnen jullie nogmaals de flowchart ‘procedure keuze onderwerp

Masterproeven’ terugvinden. Hou de daarop vermelde stappen en deadlines steeds in het achterhoofd!

Veel succes bij het kiezen van jouw thesisonderwerp!

https://databank.wetenschapswinkel.be/


2

Procedure keuze onderwerp Masterproeven


3

Arbeids- en organisatiepsychologie


4

Nr: 01

Titel: Assessing the construct validity of psychological contract breach measures

Promotor: Tim Vantilborgh [email protected] Begeleider:

Korte beschrijving: A psychological contract describes an employee’s perception of the mutual obligations between her- or himself and an employer. When employees notice that the employer is not fulfilling certain obligations, the psychological contract is breached. Various scales measure psychological contract breach (PCB), often relying on distinct operationalizations. You will review the literature to create an overview of the various measures in use. Next, you will use a survey design to collect data on PCB measures, as well as other variables in their nomological network. Using contrast analysis, you will quantify the construct validity of the PCB measures.

Is dit thesisonderwerp gekoppeld aan een stage?

nee

Hoeveel studenten kunnen dit onderwerp kiezen?

2

Nr: 02

Titel: Connectivity between burnout dimensions is stronger for people who experience chronic stress

Promotor: Tim Vantilborgh, Sara De Gieter, Safaa Achnak [email protected]

Begeleider:

Korte beschrijving: Burnout is a syndrome in which employees experience exhaustion, disengagement, and professional inefficacy due to chronic job stress. In this study, you will use a dynamic systems approach to burnout, meaning that you study burnout as a set of interacting symptoms. According to this approach, people who experience burnout are characterized by strong relationships between these symptoms. You will test this assumption by using a survey design in which you assess chronic stress and burnout. You will test whether the network of burnout symptoms is characterized by stronger connections for participants who score high vs low on chronic stress.


nee


3

mailto:[email protected]



5

Nr: 03

Titel: A dynamic systems approach to sleep and work

Promotor: Tim Vantilborgh, Olivier Mairesse [email protected]

Begeleider:

Korte beschrijving: Several studies have examined how job demands and resources affect sleep of employees. Likewise, various studies have demonstrated that sleep problems impact job performance, attitudes, cognition, affect, and health of employees. Despite this large body of research, many studies relied on cross-sectional designs and between-person effects. In this study, you will use a dynamic systems approach and examine sleep as well as antecedents and/or outcomes as a network of interacting elements. Using an experience sampling design, you will collect data which will be analyzed using psychological network analysis, revealing potential feedback loops.


nee


4

Nr: 04

Titel: The role of sleep quality in the perception of and reaction to psychological contract breach

Promotor: Tim Vantilborgh, Olivier Mairesse [email protected]

Begeleider:

Korte beschrijving: A psychological contract describes an employee’s perception of the mutual obligations between her- or himself and an employer. When employees notice that the employer is not fulfilling certain obligations, the psychological contract is breached. Several studies show that employees react negatively to breach perceptions, for example by engaging in deviant behavior. This is especially the case when employees fail to regulate their behavior. In this study, you will examine the role of sleep quality in this process. You will test whether sleep quality moderates the reaction to breach perceptions and whether it reduces the threshold to perceive breach.


nee





6

4

Nr: 05

Titel: Comorbidity of burnout, depression, and general anxiety syndrome (GAD)

Promotor: Tim Vantilborgh, Sara De Gieter [email protected]

Begeleider: Valentina Sagmeister [email protected]

Korte beschrijving: There is evidence that depression and GAD are comorbid mental disorders, i.e., some of the symptoms are overlapping. Furthermore, burnout and depression/anxiety are often connected. It is still unknown how these mental conditions are linked exactly. This makes it difficult to make a diagnosis and later individualise therapy. Therefore, in this project you will investigate if and how the constructs (and symptoms) of burnout, depression and GAD are linked. You will use a network approach to determine their associations. This approach is not only theoretically novel but also useful for diagnostics and future individual-centred therapy, e.g., targeting specific symptoms that are relevant for individuals with multiple diagnoses.


nee


2

Nr: 06

Titel: Return to work after burnout

Promotor: Sara De Gieter & Safâa Achnak [email protected]

Begeleider:

Korte beschrijving: Returning to work after recovering from a burnout is often a challenging process for employees with many questions arising (e.g., is one able/willing to return to the previous job, can the job (temporary) be modified to facilitate the return to work). Next to the employee, the return to work process involves many different stakeholders (e.g., supervisor, HR, physician), with each of them being able to facilitate or hinder the process. In this study, you will use a qualitative approach to explore the process of return to work (e.g., phases, best practices, critical moments) focusing on one or multiple stakeholders.






7

ja


4

Nr: 07

Titel: Compassionate workplaces

Promotor: Sara De Gieter [email protected]

Begeleider:

Korte beschrijving: Het succes van een organisatie hangt sterk af van de prestaties van haar medewerkers. Goed presteren gaat echter hand in hand met zich goed voelen in de werksituatie en daarbuiten. Helaas worden vele werknemers doorheen hun loopbaan geconfronteerd met ingrijpende privésituaties die maken dat ze zich tijdelijk minder goed voelen en functioneren, zoals bijvoorbeeld het overlijden van een geliefde of strijden tegen een aanslepende ziekte. Op die momenten is het belangrijk dat ze kunnen rekenen op een meelevende, zorgzame werkomgeving. Met dit thesisonderzoek willen we een beter zicht krijgen op hoe werknemers én werkgevers een meelevende werkomgeving ervaren en vormgeven en welke effecten dit kan hebben op het welzijn en functioneren van medewerkers.


nee


3

Nr: 08

Titel: Hybrid working: A task perspective


Begeleider:

Korte beschrijving: Organizations implementing a hybrid work strategy allow their employees to combine working in the office with working remotely a few days a week. Depending on the task characteristics, particular tasks might benefit from being performed in a particular work location. In this study, you apply a qualitative approach to examine how employees organize their hybrid work throughout a week and how this might influence their performance. Possible questions to address: To what extent are employees adapting their tasks based on their work location? Do they take task characteristics into account when deciding when to work from home, or do other factors play a dominant role in this decision?




8


nee


2

Nr: 09

Titel: Hybrid working: The HR-perspective


Begeleider:

Korte beschrijving: Organizations implementing a hybrid work strategy allow their employees to combine working in the office with working remotely a few days a week. HR departments are currently developing strategies and policies related to hybrid working (e.g. how many days can employees work remotely, when to work remotely, how to supervise?). With this study, you will identify best practices, challenges and critical elements related to hybrid work policies by examining the experiences of HR representatives from different organizations.


nee


1

Nr: 10

Titel: Applying a time-series reconstruction method to the development of burnout

Promotor: Jesse Vullinghs, Tim Vantilborgh & Sara de Gieter [email protected]

Begeleider: Jesse Vullinghs

Korte beschrijving: Burnout is a syndrome in which employees experience exhaustion, disengagement, and professional inefficacy due to chronic job stress. While burnout is seen as a dynamic phenomenon that unfolds over time, the exact temporal characteristics (e.g., duration, rate of change, speed of recovery) of this process remain largely unknown. Lacking knowledge on these temporal characteristics hinders our understanding of burnout development. Consequently, this obstructs the development of effective burnout prevention




9

methods. To address these challenges you will use a qualitative approach to examine how burnout and related variables change over time, by asking participants to reconstruct the timeline of their burnout experience.


nee


3

Nr: 11

Titel: Self-esteem (in)stability

Promotor: Joeri Hofmans [email protected]

Begeleider:

Korte beschrijving: Self-esteem–an individual’s overall self-evaluation of his/her own self-worth and competencies–is key to one’s psychological functioning. Although people may be predisposed to higher levels of overall self-esteem than others, self-esteem not only fluctuates between but also within individuals in response to internal and external influences. Moreover, there appear to be stable between-person differences in those within-person fluctuations. In other words, some people have a consistent self-view, while others’ self-esteem is easily affected by internal and external factors and experiences. (In)stability of self-esteem has been empirically studied over the last three decades, showing that self-esteem (in)stability predicts a number of well-being and motivational outcomes above and beyond one’s general level of self-esteem. Surprisingly, however, the work on role-specific forms of self-esteem and self-esteem (in)stability have up until now happened in separate literatures, with virtually no studies looking at the role of elf-esteem dynamics in the workplace. In the present project, we will address this issue by bridging the (predominantly clinical) literature on self-esteem instability with the (organizational) literature on organization-based self-esteem.


nee


2

Nr: 12

Titel: From traits to facets to items: can we improve the predictive validity of personality data by taking

into account even the smallest piece of information?





10

Begeleider: Juul Vossen [email protected]

Korte beschrijving: In work-and organizational psychology, there is a lively discussion on whether we should focus on broad traits or narrow facets (i.e., smaller sub-components of traits) when predicting outcomes. In the present project, we want to contribute to this discussion by introducing yet another level: individual items. Two competing perspectives on this are (1) that individual item responses are too noisy to be useful in prediction, and that therefore aggregation to the facet or trait level is necessary, or (2) that individual item responses might contain a lot of granular, unique and interesting information and that when computing facet or trait scores this unique information is removed. Using Machine Learning, the current project aims to compare the predictive validity of trait, facet and item scores, testing whether anything can be gained from focusing on individual items.


nee


2

Nr: 13

Titel: What happens when people behave out of character?


Begeleider:

Korte beschrijving: The behavioral concordance model proposes that behaving in a manner that is true to one’s personality brings positive affect, while veering away from one’s traits causes negative affect. Although various accounts have been proposed to explain these effects (e.g., ego depletion, perceived inauthenticity), none of those accounts received consistent empirical support. The result is that we know that behaving out of character has well-being related implications, but our knowledge on why and how this happens is still limited at best. In the present project, we will examine why and under which conditions behaving out of character affects wellbeing.


nee


2




11

Nr: 14

Titel: The dark night rises: A resource-based perspective on dark behaviors at work


Begeleider: Joeri Hofmans & Olivier Mairesse [email protected]

Korte beschrijving: In recent years, there has been increased attention to dark behaviors at work (i.e., narcissism, machiavelism, psychopathy). Although there are of course large inter-individual differences in those dark behaviors, the behaviors not only fluctuate between but also within individuals in response to internal and external influences. Despite this awareness, our knowledge of triggers of dark behaviors is limited at best. In the present project, we want to examine how sleep quantity and quality relate to one’s (in)ability to suppress dark behaviors at work. Drawing on the idea that low sleep quantity and quality are associated with lower frustration toleration, we expect one to be more inclined to behave in a maladaptive way after a bad night of sleep.


nee


2

Nr: 15

Titel: The interplay between person and situation: Studying the predictive validity of behavioral

signatures


Begeleider: Theresa Leyens [email protected]

Korte beschrijving: Predicting behavior is one of the most important and at the same time most challenging goals of psychology. Personality psychology does so by assessing individual differences in behavioral tendencies across people. However, the predictive validity of personality on work-related behavior is lower than is often suspected. Here, we start from the premise that the limited predictive validity of personality does not stem from a weak relationship between personality and work-related behavior, but rather from a failure of personality assessments to appropriately capture the work context. Drawing on the idea that personality traits are expressed as reponses to situational cues, the goal of this research is to contextualize personality assessments in such a way that one gets to learn which cues trigger which responses for which individual. Such insight is important because, although Mary and Tim might for example both be moderately conscientious; Mary might become more conscientious as work complexity increases, whereas Tim might become somewhat sloppy when confronted with the same circumstances. Such differential reactions are not only interesting, the objective of this project is to show that they might be key in predicting work-related behavior.






12


nee


2

Nr: 16

Titel: Person-Situation Navigation Mechanisms at Work


Begeleider: Theresa Leyens [email protected]

Korte beschrijving: Rather than focusing on their dynamic interplay, work- and organizational psychology research has typically focused on person-related variables as predictors of work behaviors or how situational variables impact employees’ behaviors. By studying person and situation variables independently, previous studies have largely failed to capture the active role employees take in affecting and managing their work situations (think about someone crafting their job or leaving their position and starting a new one). This raises the question of how adequately current research that focuses on either the person or the situation captures the reality of work life. Drawing on the newly developed Person-Situation Navigation Mechanisms Framework, this project aims to study the extent to which people on a day-to-day basis navigate their work life and how this relates to employee wellbeing and performance.


nee


2

Nr: 17

Titel: Empathic accuracy: how the accuracy of our perceptions of others’ emotions impact our

relationships


Begeleider: Sarah Cameron [email protected]

Korte beschrijving:






13

It is well known that emotions and emotional connectedness play an important role in determining the nature of our relationships at work. While studies employing self-reported measures of emotion are common in the organisational psychology literature, the practice of capturing individuals’ perceptions of others’ emotions remains rare. To address this gap, we draw on the fields of social and personality psychology and propose extending the concept of empathic accuracy to work relationships. Empathic accuracy assesses an individual’s ability to accurately judge the emotions of another and can be measured by contrasting moment to moment self-reported emotions with other-reported emotions. In doing so, the ways in which the accuracy of our perceptions of others’ emotions impacts our own emotions, relationship quality, trust, and a variety of other outcomes can be measured. This project will also allow for more detailed explorations of how power and gender relate to empathic accuracy.


nee


5

Nr: 18

Titel: Heeft gamificatie een effect op de intrinsieke motivatie van personen met een afstand tot de

arbeidsmarkt die tewerkgesteld zijn in het maatwerkbedrijf?


Korte beschrijving: Dit is een onderwerp van de wetenschapswinkel Onze doelgroep bestaat uit werkzoekenden die omwille van persoonsgebonden factoren moeilijk toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Concreet kan het gaan over mensen met een arbeidshandicap, mensen met een medische, mentale, psychische of psychosociale problematiek of langdurig werklozen die een aantal competenties zijn kwijtgeraakt. AMAB streeft naar de ontwikkeling van een People, Profit en Planet omgeving deze mensen met een afstand tot het arbeidscircuit inspireert tot persoonlijke groei. Deze uitgesproken sociale doelstelling koppelen we aan een kostenefficiënte en bedrijfseconomisch verantwoorde manier van werken. De duurzame en aangepaste tewerkstelling van onze 800 medewerkers creëert reële toegevoegde waarde voor kleine en grote ondernemingen in binnen- en buitenland. Met deze onderzoeksvraag focussen we op het effect van gamificatie op de intrinsieke motivatie van onze doelgroep medewerkers. Is dit thesisonderwerp gekoppeld aan een stage?

nee


1



14

Nr: 19

Titel: Hoe kan de intrinsieke motivatie van personen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die

tewerkgesteld zijn in het maatwerkbedrijf, toenemen?


Korte beschrijving: Dit is een onderwerp van de wetenschapswinkel Onze doelgroep bestaat uit werkzoekenden die omwille van persoonsgebonden factoren moeilijk toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Concreet kan het gaan over mensen met een arbeidshandicap, mensen met een medische, mentale, psychische of psychosociale problematiek of langdurig werklozen die een aantal competenties zijn kwijtgeraakt. AMAB streeft naar de ontwikkeling van een People, Profit en Planet omgeving deze mensen met een afstand tot het arbeidscircuit inspireert tot persoonlijke groei. Deze uitgesproken sociale doelstelling koppelen we aan een kostenefficiënte en bedrijfseconomisch verantwoorde manier van werken. De duurzame en aangepaste tewerkstelling van onze 800 medewerkers creëert reële toegevoegde waarde voor kleine en grote ondernemingen in binnen- en buitenland. Met deze onderzoeksvraag focussen we op de intrinsieke motivatie van onze doelgroep medewerkers, zodat we deze kennis kunnen gebruiken voor nieuwe innovatieve processen.


nee


1



15

Klinische psychologie


16

Nr: 20

Titel: Social Cerebellum: how the little brain gets a larger role in social judgments

Promotor: Frank Van Overwalle [email protected]

Begeleider: Tom Bylemans [email protected] (narrative training program); Meijia Li

[email protected] (goal-directed trajectories); Min PU [email protected] (ordering trait-implying actions); Naem Haihambo [email protected] (trait inferences & action plans); Qianying MA [email protected] (implicit serial reaction task)

Korte beschrijving: Recent research shows that the cerebellum plays a much more important role in social judgments than was previously known. Especially when social judgments are made about the thoughts and intentions of others, or about their (or our) past and future. Very recently we have learned that the cerebellum is responsible for understanding the correct order of the social events that give rise to such judgments. To further investigate this, we have developed specially designed tests, which we present to healthy participants. Master's students can participate in this research via patient studies or using the scanner and brain stimulation (fMRI / TMS) to see if the cerebellum is indeed involved.


nee


10

Nr: 21

Titel: Sociale sequentieverwerking bij autisme, een gedragsstudie

Promotor: Elien Heleven [email protected]

Begeleider: Tom Bylemans [email protected]

Korte beschrijving: In deze studie zullen we nagaan hoe personen met een autismediagnose sociale sequentiële informatie verwerken via een reeks gedragstaken die werden ontwikkeld door onderzoekers van het Brain, Body en Cognitie lab van VUB. De studie is momenteel al gestart, een ethische aanvraag werd al goedgekeurd. Studenten die rond dit topic werken, zullen dus onmiddellijk kunnen meehelpen met het afnemen van data bij personen met autisme. Promotor Elien Heleven is op het moment waarop topics worden gekozen in moederschapsverlof. Contacteer daarom begeleider Tom Bylemans voor meer info.


nee











17

3

Nr: 22

Titel: Comparing mentalizing and narrative coherence between male and female autistic adults

Promotor: Elien Heleven [email protected]

Begeleider: Tom Bylemans [email protected]

Korte beschrijving: In deze exploratieve studie wordt er gekeken naar mogelijke gelijkenissen en verschillen tussen volwassen mannen en vrouwen met hoogfunctionerend autisme op vlak van narratieve coherentie en mentaliseren. Narratieve coherentie betreft het gestructureerd kunnen vertellen van persoonlijke levenservaringen. Mentaliseren gaat over het begrijpen, erkennen en adequaat reageren op emoties en gedachten van anderen en jezelf. Deze studie is momenteel lopend. De student kan dus meteen van start. Promotor Elien Heleven is op het moment dat de topics gekozen worden op moederschapsverlof. Contacteer daarom begeleider Tom Bylemans voor meer informatie.


nee


1

Nr: 23

Titel: Cognitieve problemen bij patiënten met long COVID: een vergelijkende studie met patiënten met

COVID-19 infectie zonder cognitieve problemen en gezonde vrijwilligers.

Promotor: Eva Dierckx [email protected]

Begeleider: Kurt Beeckmans [email protected];

[email protected]

Korte beschrijving: Deze prospectieve studie richt zich op het evalueren van het cognitief functioneren van patiënten (N= 50) die cognitieve problemen rapporteren meer dan vier weken na COVID-19 infectie. In dat geval spreekt men van het post-COVID-19 syndroom of long COVID. De long COVID patiënten worden onderzocht met een uitvoerige neuropsychologische testbatterij. Deze batterij bestaat uit een reeks tests om zeven cognitieve domeinen (intelligentie, aandacht, geheugen, visuoruimtelijke functies, taal, psychomotorische snelheid en coördinatie en executieve functies) te evalueren. Daarnaast zullen ook enkele vragenlijsten van de patiënt worden afgenomen die peilen naar het cognitief functioneren in het dagelijkse leven (Cognitive Failure Questionnaire), vermoeidheid (Fatigue Severity Scale), depressieve stemming (17-item Hamilton Depression Rating Scale) en slaapkwaliteit (Pittsburgh Sleep Quality Index). De cognitieve prestaties van de long COVID patiënten met cognitieve problemen zullen worden vergeleken met twee controlegroepen: een gematchte controlegroep (N= 50) (op basis van leeftijd en







18

jaren opleiding) van patiënten met COVID-19 infectie (ook meer dan vier weken geleden) zonder cognitieve problemen en een gematchte controlegroep (N= 20) (zelfde criteria) van gezonde vrijwilligers. In het kader van de studie zal voor de long COVID patiënten met cognitieve problemen ook worden onderzocht of er een verband bestaat tussen de cognitieve testvariabelen en verschillende andere variabelen (hospitalisatieduur, duur van verblijf op IC, cognitief disfunctioneren in het dagelijkse leven, vermoeidheid, depressieve stemming, slaapkwaliteit, …).


Ja


1

Nr: 24

Titel: Predictie van behandeluitkomsten: focus op vroege maladaptieve schema’s en maladaptieve

persoonlijkheidstrekken


Begeleider:

Korte beschrijving: Vroege maladaptieve schema’s en maladaptieve persoonlijkheidstrekken komen veel voor bij patiënten die residentieel zijn opgenomen in een psychiatrische kliniek. In deze studies willen we nagaan welke van die schema’s en welke maladaptieve trekken predictief zijn voor de effectiviteit van de behandeling. Daarbij wordt tevens gekeken of de hoeveelheid van aanwezigheid van schema’s en maladaptieve trekken iets kunnen zeggen over de daling in symptomatologie bij ontslag bij verschillende diagnosegroepen (patiënten met een verslavingsproblematiek, patiënten met eetstoornissen en patiënten met angst-en stemmingsstoornissen).


nee


6

Nr: 25

Titel: Impulsiviteit en compulsiviteit bij verslaving


Kris Baetens [email protected]

Begeleider:





19

Korte beschrijving: Impulsiviteit en compulsiviteit kunnen beschouwd worden als kern kenmerken bij verslavingsproblemen. Met dit onderzoek willen we verder nagaan op welke manier impulsiviteit en compulsiviteit bijdragen tot verslavingsgedrag, daarbij gebruik makend van het transdiagnostische RDoC framework voor de conceptualisering van de begrippen.


nee


2

Nr: 26

Titel: Effecten van patiëntenparticipatie tijdens multidisciplinaire teambesprekingen in de geestelijke

gezondheidszorg.


Begeleider: Kevin Berben [email protected]

Korte beschrijving: We willen de effecten van patiëntenparticipatie tijdens multidisciplinaire teambesprekingen in de GGZ onderzoeken bij 125 patiënten (18 – 65 jaar) welke opgenomen zijn in één van de 4 psychiatrische ziekenhuizen die deelnemen aan de studie. In deze studie wordt geen controlegroep gebruikt, omdat de metingen enkel gebeuren in de groep waar patiënten blootgesteld worden aan de interventie (interventie = de participatie aan een multidisciplinaire teambespreking tijdens de opname). We proberen een antwoord te vinden op de vraag hoeveel keer een patiënt minimaal moet participeren aan een multidisciplinaire teambespreking om een gunstig effect te zien op een aantal outcome-variabelen.


nee


1

Nr: 27

Titel: De ervaringen van oudere volwassenen die aan opzettelijke zelfbeschadigende gedragingen

doen

Promotor: Imke Baetens [email protected]

Begeleider: Lisa Van Hove [email protected]






20

Korte beschrijving: Momenteel is er erg weinig geweten over zelfbeschadiging (bv. snijden, uithongering) bij oudere volwassenen (60 jaar of ouder). Dit is zorgwekkend gezien de hoge sterftecijfers door (accidentele) zelfdoding in deze leeftijdsgroep. In deze cross-sectionele studie willen we hierover meer te weten komen aan de hand van een vragenlijststudie via steden en woonzorgcentra.


nee


2

Nr: 28

Titel: De effectiviteit van ‘STAR’ – Een e-health interventie voor studenten in het hoger onderwijs die

aan opzettelijke zelfverwonding (ZVG) doen


Begeleider: Lisa Van Hove [email protected]

Korte beschrijving: Studenten in het hoger onderwijs vormen een risicogroep voor mentale gezondheidsproblemen, waaronder opzettelijke zelfverwonding (ZVG). Maar liefst 22% van de universiteitsstudenten doet aan ZVG (e.g., Kiekens et al., 2019). In het huidig onderzoek zal aan de hand van pre- en postinterventie vragenlijsten de effectiviteit van het online zelfhulpprogramma ‘STAR’ (Kaess et al., 2019) nagegaan worden, dat zich toespitst op het stoppen of verminderen van ZVG bij studenten in het hoger onderwijs.


nee


3

Nr: 29

Titel: How at-risk youth perceive the role of significant others and the mediating role of compassion.


Begeleider: Lydia Castiglione [email protected]

Korte beschrijving: Adolescents who report low subjective wellbeing are at risk in their psychosocial health. Having a positive relationship with significant others protects adolescents from developing mental illnesses. In this study we






21

want to investigate how at-risk youth perceive the role of their parents, peers and teachers and if being compassionate might contribute to a positive relation. Data for this study is already conducted.


nee


1

Nr: 30

Titel: An ESM-study in patients who self-injure


Begeleider: Joyce Van Den Meersschaut [email protected]

Korte beschrijving: ESM (experience sampling method) zal worden toegepast bij patiënten, opgenomen in de PAAZ te UZ Brussel, die aan zelfverwonding doen. De deelnemers worden doorheen hun opname gevraagd om op meerdere momenten per dag (min. 6 keer) een aantal vragen (crf. zelfrapportage) in te vullen omtrent de drang naar zelfverwonding. Deze masterproef poogt om o.b.v. deze techniek een uitgebreider en meer valide inzicht te krijgen in intra- en interindividuele verschillen aangaande zelfverwonding. Beide masterproefstudenten ondersteunen de PAAZ UZ Brussel in de afname van de ESM, en krijgen een training in het gebruik van de applicatie, en analyses van de ESM data. Gelieve bij interesse jouw motivatie te sturen naar [email protected]. Er wordt vervolgens een digitaal moment ingepland waarop het thesisonderwerp wordt besproken.


nee


2

Nr: 31

Titel: A pilot VR-study in patients who self-injure


Begeleider: Joyce Van Den Meersschaut [email protected]

Korte beschrijving:






22

In this study we will provide Virtual Reality (VR) Technology in a N=1 design to treat NSSI/self-injury. We aim to investigate the effect of a stress-reducing VR intervention, with as primary outcome measure the reduction of NSSI urges, and frequency. As secondary outcome measures we will examine changes in general wellbeing, use of medication and reduction of suicidal thoughts and behaviors. Next to standard psychological assessment pre/post/follow up, data or a 2 week EMA will be available. The intervention will be guided by PAAZ UZBrussel staff, where the student may be asked to assist in the data-collection and/or registration. Gelieve bij interesse jouw motivatie te sturen naar [email protected]. Er wordt vervolgens een digitaal moment ingepland waarop het thesisonderwerp wordt besproken.


nee


1

Nr: 32

Titel: Effecten van maatregelen in het kader van inclusief onderwijs

Promotor: Wim Van den Broeck [email protected]

Begeleider: Korte beschrijving: De toepassing van inclusief onderwijs is in Vlaanderen geregeld via het zgn. M-decreet en het nieuwe ondersteuningsdecreet. Klassiek worden voor leerlingen met specifieke leerbehoeften stimulerende, compenserende, remediërende of dispenserende maatregelen 'STICORDI) voorzien. De effectiviteit van deze maatregelen voor de leerprestaties werd echter nooit voordien onderzocht. We hebben data van een zes jaar durend longitudinaal onderzoek waarbij we data hebben op allerlei cognitieve en andere variabelen van meer dan 1000 leerlingen verspreid over een vijftigtal basisscholen in Vlaanderen. De resultaten van deze data dienen echter nog grondig geanalyseerd te worden.


nee


4

Nr: 33

Titel: Longitudinaal onderzoek van leerling-, leraar- en/of schoolkenmerken in basis of secundair

onderwijs.



23

Promotor: Wim Van den Broeck [email protected]

Begeleider: Korte beschrijving: In het SONO (Steunpunt Onderwijs Onderzoek) consortium werkten verschillende universiteiten samen om op grote schaal, zowel in het basisonderwijs als in het secundair onderwijs data te verzamelen gedurende telkens minstens zes jaren. Dit levert een schat aan informatie op betreffende allerlei kenmerken van leerlingen, leraren en scholen. Vanwege het longitudinale en hiërarchische karakter van de data kunnen allerlei interessante onderzoeksvragen beantwoord worden over de evolutie van het leerproces van de leerlingen op verschillende domeinen, zowel cognitief, sociaal, en attidudinaal. De student kan zelf mee een onderzoeksvraag bepalen.


nee


3

Nr: 34

Titel: Klank-klaar voor de leesstart! Welk effect heeft deze taaldidactiek op de voorbereidende

technische leesvaardigheden van (kansarme) kleuters?

Promotor: Eva Staels , Wim Van den Broeck [email protected]; [email protected]

Begeleider: Eva Staels [email protected]

Korte beschrijving: Goed kunnen lezen is een voorwaarde om succesvol te zijn op school en goed te kunnen participeren in de hedendaagse maatschappij , . Echter, recente onderzoeken laten zien dat het leesniveau bij Vlaamse kinderen lager ligt dan vroeger en lager in vergelijking met andere landen , , , . Om een goede lezer te worden is een goede leesstart op kleuterleeftijd essentieel , . Een goede leesstart bied je door reeds in de kleuterklas sterk in te zetten op belangrijke voorbereidende technische leesvaardigheden, zoals letterkennis en klankbewustzijn . Dat gebeurt uiteraard best in een rijk leesklimaat. Toch wordt in het Vlaamse kleuteronderwijs weinig systematisch en doelgericht gewerkt aan deze vaardigheden. Als dit toch gebeurt, dan starten leerkrachten vaak vanaf het tweede semester van de derde kleuterklas. Vooral jonge kleuters en risicokleuters die weinig interesse in klanken en letters tonen, missen de broodnodige stimulansen . In een eerder PWO-project werd de taaldidactiek Kaatje Klank ontwikkeld om bij vierjarige kleuters op systematische en doelgerichte wijze het klankbewustzijn te stimuleren. Duothesissen aangeraden


nee







24

6

Nr: 35

Titel: Kunnen aandachtsproblemen en/of verwerkingssnelheid gezien worden als achterliggende

risicofactoren voor dyslexie en/of ADHD?

Promotor: Eva Staels , Wim Van den Broeck [email protected]; [email protected]

Begeleider: Eva Staels [email protected]

Korte beschrijving: In een longitudinale studie werden reeds meer dan 1300 lln gevolgd van het 1e tot het 6e leerjaar. 2x per jaar werden verschillende tests afgenomen waaronder: leesvaardigheid, aandacht, spelling, rekenen, executieve functies, … Daarnaast werd ook nagegaan welke diagnoses/maatregelen deze leerlingen toegewezen kregen gedurende hun schoolloopbaan. Mogelijke onderzoeksvragen: * Kunnen aandachtsproblemen en/of verwerkingssnelheid gezien worden als achterliggende risicofactoren voor dyslexie en/of ADHD? Uit onderzoek blijkt dat zwakke lezers of dyslectici ook op verschillende aandachtsmetingen en op verwerkingssnelheid zwakker scoren dan gemiddelde lezers. Met dit onderzoek willen we nagaan wat de rol is van deze achterliggende factoren in dyslexie en ADHD. We zoeken ook uit welke aandachtsprocessen aangetast zijn bij dyslectici en hoe we deze kunnen meten. * Wat is het effect van een diagnose/ het toekennen van maatregelen op de leesvaardigheid van leerlingen? De student kan voor het analyseren van de data op een intensieve begeleiding door begeleider en promotor rekenen. De student krijgt de mogelijkheid om eigen onderzoeksvragen toe te voegen/ aan te passen naar zijn/haar eigen interesse.

Duothesis aangeraden


nee


2

Nr: 36

Titel: De invloed van prefrontale tDCS op executieve controle

Promotor: Kris Baetens [email protected]

Begeleider: Helen Tobback [email protected]







25

Korte beschrijving: tDCS is een vorm van non-invasieve hersenstimulatie. Deze wordt o.a. toegepast bij stemmingsstoornissen en verslavingsproblemen. Voor deze laatste groep wordt verondersteld dat tDCS mogelijk leidt tot gunstige outcomes via de versterking van inhibitiefuncties. In het kader van dit onderzoek willen we de impact van verschillende manieren om de prefrontale cortex te stimuleren nagaan op objectieve maten van inhibitie, rekening houdend met de dispositionele impulsiviteit van de participanten. Het betreft onderzoek bij gezonde vrijwilligers. Dit onderwerp kan enkel opgenomen worden als duothesis.


nee


6

Nr: 37

Titel: Perceptual sequence learning: the mirror picture task


Begeleider: Catalina Duta [email protected]

Korte beschrijving: All kinds of behaviours like driving a car, playing the piano or talking, require the execution of consecutive behaviours in the right order. Learning such consecutive behaviours is known as sequence learning, which often occurs without conscious awareness (implicit sequence learning - ISL). Most existing research on ISL concerns motor sequences (sequences of movements). In this research we want to investigate under which circumstances implicit perceptual sequence learning can occur (sequences of visual stimuli). This is a study with healthy participants. Up to a maximum of two students can choose this topic (in that case, as a duothesis).


nee


2

Nr: 38

Titel: Afleidbaarheid en sensitiviteit voor emotionele gelaatsexpressies


Begeleider:





26

Korte beschrijving: Problemen met het accuraat herkennen van emotionele non-verbale cues (vb. gelaatsuitdrukkingen) zou ten dele aan de basis kunnen liggen van een aantal problematische kenmerken van mensen met een persoonlijkheidsstoornis, bijvoorbeeld de gebrekkige emotieregulatie bij mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis. In dit onderzoeksproject willen we dit vermogen onderzoeken aan de hand van gradueel evoluerende gezichten (vb. van neutraal naar boos), en willen we de samenhang met een aantal dispositionele maten nader bekijken. Het betreft een studie bij gezonde vrijwilligers. Dit onderwerp kan enkel opgenomen worden als duothesis.


nee


2

Nr: 39

Titel: Perceptual sequence learning

Promotor: Natacha Deroost [email protected]


Korte beschrijving: THESIS PREFERABLY IN ENGLISH - 1 to 2 students (duothesis only) Many daily life activities, such as driving a car, playing the piano, or talking, require you to perform successive actions in the right order. This learning process occurs automatically, without intention and results in knowledge that is difficult to express. We call this type of learning implicit sequence learning (SL). Most research on implicit SL is about motor sequential knowledge (sequences of movements). In this master thesis research, we want to investigate which conditions lead to implicit SL of a perceptual nature (sequences of visual stimuli).


nee


2

Nr: 40

Titel: tDCS bij klinische populaties


Begeleider:





27

Korte beschrijving: 2 DUOTHESISSEN MOGELIJK In dit onderzoek ga je na of klachten van cognitieve of emotionele aard bij een klinische populatie, al dan niet gerekruteerd via je stage, kunnen verbeteren na toediening van transcraniële gelijkstroom stimulatie (tDCS). Dit is een niet-invasieve neurostimulatietechniek waarbij het brein gestimuleerd wordt via een zwakke gelijkstroom (bv. 2 mA), toegediend via elektroden op de schedel. Naast tDCS maak je gebruik van vragenlijsten en/of reactietijdtaken op computer.


nee


4

Nr: 41

Titel: Systematic review klinische psychologie


Begeleider: Korte beschrijving: In dit thesisonderwerp schrijf je een systematic review over (a) een onderwerp dat deel uitmaakt van het lopend onderzoek binnen ons departement (neurostimulatie, affectieve stoornissen, neurodegeneratieve aandoeningen, eetstoornissen, autismespectrumstoornissen, hooggevoeligheid, ...), of (b) een zelfgekozen onderwerp dat zich situeert in het domein van de klinische psychologie.


nee


2

Nr: 42

Titel: Hersenstimulatie (tDCS) om het cognitief functioneren te verbeteren bij de ziekte van Parkinson

(enkel 4 duothesissen mogelijk)


Begeleider: Mahyar Firouzi [email protected]

Korte beschrijving:





28

De ziekte van Parkinson is een hersenaandoening, waarbij men gradueel meer motorische symptomen (bv. loopstoornissen, vertraagd bewegen, tremor), maar ook affectieve (bv. angst, depressie) en cognitieve stoornissen ontwikkelt (bv. in sequentieel leren, executieve functies). In dit onderzoek rekruteer je Parkinson-patiënten en ga je na of het cognitief functioneren kan verbeterd worden na toediening van transcraniële gelijkstroom stimulatie (tDCS). Dit is een niet-invasieve neurostimulatie-methode waarbij het brein gestimuleerd wordt via een zwakke gelijkstroom, toegediend via elektroden op de schedel. We gaan na in welke mate tDCS (1) een onmiddellijk effect heeft op cognitieve functies, dan wel (2) een uitgesteld effect.


nee


8

Nr: 43

Titel: Hersenstimulatie (tDCS) om het cognitief functioneren te verbeteren bij gezonde ouderen (enkel

2 duothesissen mogelijk)


Begeleider: Mahyar Firouzi [email protected]

Korte beschrijving: Het cognitief functioneren kan verminderen naarmate men ouder wordt (vb. stoornissen in sequentieel leren, in executieve functies). Dit kan zelfs gebeuren zonder dat men lijdt aan een neurologische aandoening. In dit onderzoek rekruteer je neurologisch gezonde ouderen en ga je na of je het cognitief functioneren kan verbeterd worden na toediening van transcraniële gelijkstroom stimulatie (tDCS). Dit is een niet-invasieve neurostimulatie-methode waarbij het brein gestimuleerd wordt via een zwakke gelijkstroom, toegediend via elektroden op de schedel. We gaan na in welke mate tDCS (1) een onmiddellijk effect heeft op cognitieve functies, dan wel (2) een uitgesteld effect.


nee


4

Nr: 44

Titel: A cognitive study of emotional information processing in Highly Sensitive Persons (HSPs)


Begeleider: Luchuan Xiao [email protected]






29

Korte beschrijving: THESIS IN ENGLISH ONLY – DUOTHESIS ONLY About 15% to 20% of the population is considered as highly sensitive persons, who may process information differently with a highly arousable and reflective nervous system. However, the theoretical construct of this high sensitivity is still unclear. In this study, we will investigate whether highly sensitive persons process emotional information differently, to what extent these differences in cognitive processing can be explained by a lower threshold for stimulation and/or deeper processing of emotional information. We will use a computerized reaction time task in combination with questionnaires. Depending on the outcome of the study we are currently conducting, neurophysiological measurements can be included.


nee


4

Nr: 45

Titel: Investigating sequential learning in the brain with transcranial direct current stimulation (tDCS)



Korte beschrijving: DUOTHESIS IN ENGLISH ONLY The learning of sequences is an important part of our everyday life, as it is involved in activities such as learning how to play a musical instrument or driving a car. Recent research has shown the important contribution of the cerebellum to a wider, interconnected cerebral network, which works together to facilitate sequence learning. In this study we will investigate the neural bases of sequence learning using non-invasive brain stimulation delivered via transcranial direct current stimulation (tDCS). We will use reaction time experiments and physiological measurements to assess cortical (M1) and cerebellar involvement in the sequential learning process. Important: data collection will start in 2021-2022 (second semester)


nee


4




30

Nr: 46

Titel: De impact van kindertherapeutisch werk op de persoon van de therapeut: Een narratieve

systematische studie van de literatuur

Promotor: Eileen Tang [email protected]

Nicole Vliegen (KUL) [email protected]

Begeleider: Korte beschrijving: Het psychotherapeutisch werk vergt veel van en heeft een bijzondere impact op de persoon van de psychotherapeut. Deze masterproef betreft een systematische studie naar welke thema’s rond veerkracht aan de orde komen in de internationale psychotherapeutische literatuur; en naar de rol van reflectief functioneren bij therapeuten in het bijzonder. Een systematische analyse van deze data (beschreven materiaal in artikels) dient te resulteren in een eindrapport in de masterproef. De masterproef vereist een goede theoretische basiskennis van systematisch literatuuronderzoek, een vlotte lectuur van Engelstalige literatuur en zeer goede schrijfvaardigheden.


nee


1

Nr: 47

Titel: Veerkracht in therapeutisch werk: Een systematische literatuurstudie naar de rol van reflectief

functioneren bij therapeuten

Promotor: Eileen Tang [email protected]

Nicole Vliegen (KUL) [email protected]

Korte beschrijving: Het psychotherapeutisch werk vergt veel van en heeft een bijzondere impact op de persoon van de psychotherapeut. Deze masterproef betreft een systematische studie naar welke thema’s rond veerkracht aan de orde komen in de internationale psychotherapeutische literatuur; en naar de rol van reflectief functioneren bij therapeuten in het bijzonder. Een systematische analyse van deze data (beschreven materiaal in artikels) dient te resulteren in een eindrapport in de masterproef. De masterproef vereist een goede theoretische basiskennis van systematisch literatuuronderzoek, een vlotte lectuur van Engelstalige literatuur en zeer goede schrijfvaardigheden.


nee


1

Nr: 48






31

Titel: Secundaire traumatische stress, burnout en compassietevredenheid (professional quality of life)

in de Vlaamse integrale jeugdhulpverlening

Promotor: Johan Vanderfaeillie [email protected]

Begeleider: Camille Verheyden

Korte beschrijving: Onder andere omwille van het dagelijks contact met getraumatiseerde kinderen, lopen jeugdhulpverleners een verhoogd risico op negatieve gevolgen zoals secundaire traumatische stress (STS). In Europa werden deze fenomenen tot nog toe nauwelijks bestudeerd. Hier willen we verandering in brengen door de mate van STS, burnout en compassietevredenheid na te gaan bij Vlaamse jeugdhulpverleners. We willen ook de risico en protectieve factoren van deze fenomenen onderzoeken om het beter te begrijpen, voorkomen en verhelpen. Om een zo compleet mogelijk beeld te schetsen zullen jeugdhulpverleners werkzaam binnen zowel rechtstreeks toegankelijke (CAW/JAC/CLB/CGG/etc.) als niet-rechtstreeks toegankelijke hulp bevraagd worden (OOOC/OBC/etc.) met een online vragenlijst.


nee


7

Nr: 49

Titel: Effectiviteit VIPP in pleegzorg


Begeleider: Delphine West Korte beschrijving: Video-feedback Intervention to promote Positive Parenting and Sensitive Discipline (VIPP-SD), een geprotocolleerde interventie die gebruikt maakt van videobeelden, werd aangepast voor pleegzorgsituaties (VIPP-FC). In deze thesis wordt de effectiviteit VIPP-FC bij pleegkinderen tussen anderhalf en zes jaar oud nagegaan door middel van een RCT. De VIPP-ondersteuners vanuit de pleegzorgdiensten voeren de interventies uit. Onder meer de mate van onveilige gehechtheid, sensitiviteit van pleegzorgers, gedragsproblemen van het pleegkind en opvoedingsstress worden nagegaan aan de hand van vragenlijsten. De student kan de resultaten van de vragenlijsten verwerken en analyses uitvoeren om de effectiviteit van de interventie na te gaan.


nee


1




32

Nr: 50

Titel: Effectiviteit van NVR bij kinderen en jongeren met gedragsproblemen]


Begeleider: Korte beschrijving: N=1 studie


nee


3

Nr: 51

Titel: Netwerkpleegzorg: de toekomst?


Begeleider: Frank Van Holen

Korte beschrijving: Karakteristieken van de gezinnen die zich aanmelden voor netwerkpleegzorg. In kaart brengen van risico- en protective factoren


nee


1

Nr: 52

Titel: Evaluatie van een pleegzorgplaatsing na 6 maanden: zit dit kind op zijn plaats?


Begeleider: Frank Van Holen

Korte beschrijving:





33

Evaluatie van het matchingproces 6 maanden na de start van de plaatsing. Hoe goed gebeurt dit en wat kan er verbeterd worden.


nee


1

Nr: 53

Titel: Gebruik van fysieke straffen


Begeleider: Korte beschrijving: /


nee


1

Nr: 54

Titel: Beslissen tot een uithuisplaatsing


Begeleider: Korte beschrijving: een vignettenstudie


nee


1




34

Nr: 55

Titel: Noden aan hulp vanuit het perspectief van overlevers van kindermishandeling


Begeleider: Korte beschrijving: in samenwerking met het Vlaams expertise centrum kindermishandeling (VECK) en Echo-lotgenotenwerking


nee


2

Nr: 56

Titel: Impact van de kindcheck op de werking van organisaties


Begeleider: Tim Stroobandts

Korte beschrijving: Kindcheck wordt breed uitgerold. Er is echter geen inzicht in het effect ervan.


nee


1

Nr: 57

Titel: Pleegkinderen als onderzoekers: ervaringen mbt de contactregeling


Begeleider: Korte beschrijving:





35

Een experiment waarbij we willen nagaan of het mogelijk is via peers onderzoekers op te zetten.


nee


1

Nr: 58

Titel: Het verbeteren van de cognitieve en emotionele verwerking bij oudere patiënten: de

transdiagnostische effectiviteit van de Ronnie Gardiner Methode (RGM)

Promotor: Gina Rossi [email protected]

Begeleider: Xenia Brancart [email protected]

Korte beschrijving: Multimodale interventies bij ouderen, waarbij fysieke, multisensorische, cognitieve en sociale activiteit simultaan gestimuleerd worden, leveren volgens recente studies veelbelovende resultaten op. Muziek- en bewegingsgerelateerde therapieën, zoals de Ronnie Gardiner Methode (RGM) stimuleren neuroplasticiteit. De RGM werd reeds gebruikt als revalidatiemethode voor verschillende doelgroepen zoals onder meer individuen met verschillende psychiatrische stoornissen. De huidige studie focust op een transdiagnostische klinisch geriatrische steekproef. Doel van de studie is het effect van RGM-training analyseren op 1 van volgende uitkomsten: executieve kernfuncties, emotieregulatie (met inbegrip van ruminatie) of het mentale welbevinden. Stage in Alexianen Zorggroep Tienen (duothesis mogelijk)


ja


3

Nr: 59

Titel: Verband tussen persoonlijkheidstypes en neuropsychologisch functioneren bij thuiswonende

ouderen



Korte beschrijving:






36

Huidige studie zal vooreerst nagaan of en welke persoonlijkheidstypes, op basis van de reactieve temperamentsfactoren Behavioural Inhibition (BIS), Behavioural Activation Systems (BAS) en de regulerende temperamentsfactor Effortful Control (EC), teruggevonden worden bij thuiswonende ouderen. BAS is gerelateerd aan cognitieve activering en impulsiviteit en BIS is gerelateerd aan inhibitorische controle. EC lijkt vooral verband te houden met de executieve kernfuncties (i.e. cognitieve flexibiliteit, inhibitie en werkgeheugen). Gezien deze verbanden, wordt bijkomend het verschil tussen de gevonden persoonlijkheidstypes op vlak van het neuropsychologisch functioneren bestudeerd. (duothesis of 1 student)


nee


2

Nr: 60

Titel: Samenhang tussen executieve functies en de regulatieve temperamentsfactor effortful control bij

thuiswonende ouderen



Korte beschrijving: Effortful Control (EC) stelt een individu in staat om een (sub)dominante gedrags- of emotionele respons te onderdrukken of uit te voeren. EC berust sterk op en houdt vooral verband met de executieve kernfuncties werkgeheugen, inhibitie en cognitieve flexibiliteit. Om de executieve kernfuncties in kaart te brengen zullen we gebruik maken van een aantal taken van de Cambridge Neuropsychological Test Automated Battery (CANTAB) waarin de executieve kernfuncties aangesproken worden. Het uiteindelijke doel van deze studie is om na te gaan of EC correleert met deze CANTAB-taken bij een steekproef thuiswonende ouderen (duothesis of 1 student).


nee


2

Nr: 61

Titel: Validering van de Nederlandstalige SCL-90-R bij thuiswonende ouderen








37

Korte beschrijving: Het hoofddoel van deze duothesis is validering van de SCL-90-R bij Nederlandstalige, thuiswonende ouderen. De SLC-90-R is een zelfrapportage vragenlijst die lichamelijke en psychische klachten meet. De SCL-90-R kent negen schalen: angst, agorafobie, depressie, somatische klachten, insufficiëntie van denken en handelen, wantrouwen en interpersoonlijke sensitiviteit, hostiliteit, slaapproblemen, psychoneuroticisme en overige klachten. De totaalscore van de SCL-90-R (psychoneuroticisme) wordt gebruikt als indicator voor algemene psychische klachten, waartegenover de scores op de subschalen indicators zijn voor specifieke kernsymptomen. Psychometrische kenmerken van de SCL-90-R worden onderzocht: factorstructuur, convergente validiteit met relevante maten voor pathologie en divergente validiteit met maten voor welzijn.


nee


2

Nr: 62

Titel: Convergente en divergente validiteit van ICD-11 persoonlijkheidstrekken, -functioneren en

borderline patroon met cognitieve schema en/of modi bij volwassenen


Begeleider: Korte beschrijving: Centrale objectief van deze duo-thesis is validering van instrumenten om persoonlijkheidsstoornissen te meten volgens het dimensionale ICD-model, met name de PiCD-NL, de SASPD-NL en de BPS-NL die peilen naar persoonlijkheidstrekken, dysfunctie en het borderline patroon bij Nederlandstalige jongere (18-65) en oudere (65+) volwassen. Deze studie richt zich op het onderlinge verband van deze instrumenten met maten voor cognitieve schema’s voor disfunctionele patronen in het denken, voelen en handelen (SQ3-SF-NL) en/of verschillende cognitieve, emotionele en gedragsmatige toestandsbeelden waarin een persoon zich kan bevinden, de modi (SMI) bij volwassenen.


nee


2

Nr: 63



38

Titel: Convergente en divergente validiteit van ICD-11 persoonlijkheidstrekken, -functioneren en

borderline patroon met cognitieve schema en/of modi bij ouderen


Begeleider:

Korte beschrijving: Centrale objectief van deze duo-thesis is validering van instrumenten om persoonlijkheidsstoornissen te meten volgens het dimensionale ICD-model, met name de PiCD-NL, de SASPD-NL en de BPS-NL die peilen naar persoonlijkheidstrekken, dysfunctie en het borderline patroon bij Nederlandstalige jongere (18-65) en oudere (65+) volwassen. Deze studie richt zich op het onderlinge verband van deze instrumenten met maten voor cognitieve schema’s voor disfunctionele patronen in het denken, voelen en handelen (SQ3-SF-NL) en/of verschillende cognitieve, emotionele en gedragsmatige toestandsbeelden waarin een persoon zich kan bevinden, de modi (SMI) bij ouderen.


nee


2

Nr: 64

Titel: Validering van de korte versie van de Nederlandstalige Young Schema vragenlijst SQ3-SF-NL bij

thuiswonende ouderen


Begeleider: Korte beschrijving: Centrale objectief van deze duo-thesis is validering van de SQ3-SF-NL bij ouderen. Deze vragenlijst meet maladaptieve schema’s die reeds vroeg ontwikkeld worden tijdens de levensloop en kunnen resulteren in mentale stoornissen, in het bijzonder persoonlijkheidsstoornissen. Psychometrische kenmerken worden onderzocht: factorstructuur, convergente validiteit met relevante maten voor persoonlijkheidsstoornissen/pathologie en divergente validiteit met maten voor welzijn/gezondheid.


nee


2

Nr: 65




39

Titel: Leeftijdsneutraal meten van persoonlijkheidsfunctioneren


Begeleider: Korte beschrijving: De meeste instrumenten zijn ontwikkeld in jongere populaties en geven geen specifieke aandacht aan de ouderen-context. Daarom is het belangrijk na te gaan of een schaal leeftijdsneutraal is. Deze duo-thesis onderzoekt dit in steekproeven jongere (18-65) en oudere volwassenen (65+) voor de Nederlandstalige versie van de Level of Personality Functioning-screener brief form 2.0 (LPFS-BF2.0). De LPFS-BF 2.0 bevraagt persoonlijkheidsfunctioneren met 12 items op basis waarvan een totale score kan berekend worden en twee subschalen, zelf en interpersoonlijk functioneren. Een goede statistische kennis is vereist om de DIF (differential item functioning) analyses uit te voeren. (duothesis of 1 student)


nee


2

Nr: 66

Titel: Spectral signature of slow wave sleep in primary and comorbid sleep disorders

Promotor: Olivier Mairesse [email protected]

Begeleider: Maxime Windal (FR/GB) [email protected]

Korte beschrijving: Despite fatigue needing rest and not sleep to recover from, impaired sleep homeostasis is suspected in patients with fatigue complaints without excessive daytime sleepiness. In this study we compare perceived sleep quality, fatigue and sleepiness symptom-intensities, polysomnography (PSG) and SWS spectral power (especially slow oscillations) distributions in patients presenting with 1) either mental fatigue (e.g. insomnia disorder) or physical fatigue (e.g. sleep-related motor disorders) against good sleeper controls or 2) clusters of patients presenting with various primary and comorbid sleep disorders.


nee


2

Nr: 67

Titel: It’s just a phase? Morningness-Eveningness vs circadian flexibility in regular and irregular work

schedules





40


Begeleider: Bérénice Delwiche [email protected]

Korte beschrijving: Extensive research has been performed concerning the phase dimension of the circadian rhythm and its relationship with sleep-wake behavior, neurobehavioral dynamics, and individual characteristics. Other circadian rhythm parameters have received less research attention so far. Several authors have suggested the importance of developing a measure to describe other circadian variation. Folkard et al. (1979) put forward the idea that both low amplitude and flexible rhythms can be related to a better adjustment to shiftwork. However, this research has been hampered by methodological issues regarding the assessment of the amplitude component of circadian variability between humans, until a sound instrument was developed. In this study we will investigate whether the amplitude or the phase dimension measured by the CHQ2 (Oginska et al., 2017) is associated with performance indicators in regular works schedules (e.g; assisting behavior, procrastination, work satisfaction, …) and various indicators of tolerance to alternative work schedules in shift-workers of different companies/institutions.


nee


4

Nr: 68

Titel: Behavioral sleep resistance in primary and comorbid sleep disorders


Begeleider: Maxime Windal (FR/GB) [email protected]

Korte beschrijving: An overview of recent sleepiness-related traffic accident studies revealed that sleepiness resulting from e.g. extended wakefulness or prolonged work hours is the largest identifiable and preventable cause of accidents in transport operations (between 15 and 20% of all accidents). A thorough screening of vigilance impairments in sleep-disordered patients is necessary for prevention purposes. The 20-min EEG monitored Multiple Sleep Latency Test (MSLT) is often used in clinical settings to assess (pathological) sleepiness objectively. In practice, the MSLT assess the ability to fall asleep at several moments during the day. However, in operational settings, the ability to fall asleep is less of interest compared to the ability to stay awake in minimally stimulating conditions. To circumvent this issue, the Maintenance of Wakefulness Test (MWT) has been developed, where participants have to remain awake in semi-recumbent position in a dark, quiet room and are instructed to resist falling asleep for 40 minutes a different moments during the day. However, the procedure is time consuming and requires the intervention of specialized technical personnel to score the data. In this study, we will assess the psychometric performance of a behavioral sleep resistance test (BSRT, Mairesse et al, 2009) as a potential alternative to assess pathological sleepiness in the clinic.






41

nee


2

Nr: 69

Titel: reTrain Me to Sleep: non-invasive neuromodulation strategies as an add-on to CBT-I for the

treatment of insomnia


Begeleider: Aurore Roland [email protected]

Korte beschrijving: Neuroimaging evidences point to the role of hyperarousal in the pathophysiology of insomnia. Studies within our group showed that central spectral power in the slow oscillatory frequency range (0.3-0.79Hz) is proportionally reduced in individuals with primary insomnia compared to good sleeper controls. Moreover, insomnia patients show a proportional increase in higher frequency frontal spectral power (>4Hz), associated with anxiety/depression symptoms. While actual treatments fail to directly target brain arousal, complementary neuromodulation techniques aim to improve sleep in people with insomnia by targeting irregularities in their brain activity, with the aim of reducing the amount of non-responders to insomnia treatment. In this study, we will investigate the role of add-on brain stimulation in patients enrolled in CBT-I treatments.


nee


2

Nr: 70

Titel: Linked lives' bij jongvolwassenen met jeugdhulpervaring

Promotor: Veerle Soyez [email protected]

Begeleider: Korte beschrijving: Jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg hebben het over het algemeen niet gemakkelijk. Vaak beschikken zij niet over een cruciale moratoriumperiode om de overgang te maken naar volwassenheid. Zij worden door de omstandigheden gedwongen zeer snel veel verantwoordelijkheden opnemen en doen het op verschillende domeinen minder goed dan peers zonder jeugdhulpervaring. We voeren kwalitatief onderzoek (semi-gestructureerde interviews) bij deze doelgroep waarbij we 'trajecten' in kaart brengen (zie levensloopbenadering en 'linked lifes) staat centraal. Studenten die een thesis maken rond dit thema kunnen een secundaire analyse uitvoeren op reeds verzamelde data of





42

bijkomende data verzamelen (voorbeelden: vrije tijdstrajecten; trajecten van jongeren met een migratie-achtergrond en jeugdhulpervaring; verlieservaringen in trajecten van jongeren met jeugdhulpervaring).


nee


3

Nr: 71

Titel: Implementatie van een methodiek voor het versterken van mentaal welbevinden in het lager en

secundair onderwijs in Vlaanderen

Promotor: Veerle Soyez [email protected]

Begeleider: begeleider binnen het Vlaams Instituut Gezond Leven

Korte beschrijving: Het bevorderen van geestelijke gezondheid / versterken van mentaal welbevinden krijgt steeds meer aandacht. Er is toenemende evidentie dat het aanleren van een aantal vaardigheden en attitudes tijdens de kindertijd van belang is voor een goed uitgebouwd preventiebeleid rond geestelijke gezondheids(problemen). Om hier een antwoord op te bieden ontwikkelde het Vlaams Instituut Gezond Leven een methodiek en toolbox voor gebruik in de Vlaamse klascontext. De methodiek wordt uitgerold in de loop van het schooljaar 2021-2022. Er wordt een implementatie-onderzoek opgezet waarin nagegaan wordt hoe de methodiek gebruikt wordt door leerkrachten, wat de sterke punten en wat de knelpunten zijn.


nee


2

Nr: 72

Titel: Stressbalans, emotieregulatie en veerkracht in een pandemische wereld: faciliteren van de

afstemming van cognitie, emotie en gedrag.

Promotor: Smadar Celestin-Westreich [email protected]

Begeleider: Korte beschrijving: Theorie en evidence-base tonen dat de cumulatieve stressbalans fundamenteel is voor ieders psychische welbevinden. Nu deze stressbalans chronisch uitgedaagd wordt door de coronapandemie en haar gevolgen, zijn extra handvatten nodig om het psychische welbevinden te faciliteren.




43

In deze deelstudie van het FACEã-programma, draag je bij tot het identificeren van dynamische bronnen van bescherming bij verschillende leeftijdsgroepen. Je onderzoekt met name factoren van cognitieve sturing, emotieregulatie en gedrag die samengaan met veerkrachtige adaptatieve responsen. Meerdere studenten kunnen deelnemen aan deze bijdrage tot het bevorderen van psychisch welbevinden.


nee


5

Nr: 73

Titel: Response shift (in longitudinal assessment of Quality of Life)

Promotor: Peter Theuns [email protected]

Begeleider: Korte beschrijving: Response shift is a phenomenon where people (often patients) who experience significant changes in their personal (health) condition seem to adapt their personal frame of reference to their new situation (they adapt to a new “normal” situation). As a consequence, Quality Of Life measures may become insensitive to objective changes in one’s situation. This is problematic because physicians and therapists often reside on the subjective wellbeing (How are you?) to evaluate the effectiveness of their treatment. This study aims at describing and understanding this phenomenon and wishes to suggest adaptations to applied scales in order to overcome poor sensitivity of QOL measurement. Response shift not only occurs in Quality of Life assessment, the same topic can be studied in other domains of choice.


nee


2

Nr: 74

Titel: Een onderzoek naar de kwaliteit van de evaluatiemethode in een therapie-opleiding


Begeleider: Korte beschrijving: Deelnemers aan een therapie-opleiding in Transactionele Analyse worden geëvalueerd door een jury. Er bestaan twijfels over de kwaliteit (betrouwbaarheid/validiteit, oa inter-rater betrouwbaarheid). Er is openheid om deze methode kritisch onder de loep te houden. Men wenst te komen tot een meer valide




44

en betrouwbaar assessment, zonder (al te veel) afbreuk te doen aan noodzakelijk geachte elementen daarvan, zoals eigen casusmateriaal, interview ed.


nee


2

Nr: 75

Titel: Information Integration / Deontologie (ea): vbn van titels: • Een onderzoek naar het belang van

specifieke elementen die ertoe doen bij het nemen van ethische beslissingen rond euthanasie (of

beroepsgeheim, doorverwijzen, ...) • Een onderzoek naar het omgaan met ethische principes bij

hulpverleners en in het algemene publiek


Begeleider: Korte beschrijving: Bij het beoordelen van de situaties worden verschillende elementen uit concrete situaties tov elkaar afgewogen om uiteindelijk te komen tot een (ethische) beslissing over het geheel. Onderzoek rond dit thema kan bijvoorbeeld nagaan hoe verschillende populaties (artsen versus andere gezondheidszorg disciplines verschillend belang hechten aan bepaalde aspecten van een casus. Bvb bij beslissingen rond euthanasie: type (psychisch/lichamelijk) van lijden ; akkoord van de omgeving ; levensverwachting van patiënt ; ...


nee


4

Nr: 76

Titel: Kenmerken van rouwen copingstrategieën bij naasten van mensen die aan asbestkanker

overlijden


Begeleider: Korte beschrijving: Dit is een onderwerp van de wetenschapswinkel




45

Over het algemeen wordt aanvaard dat copingstijlen en -mechanismen bij mensen in rouw afhangen van

iemands persoonlijkheid. Maar welke invloed heeft de context van het overlijden op het rouwen?

Mesothelioom (asbestkanker) heeft immers enkele specifieke kenmerken: meer dan 85% van de gevallen

zijn te wijten aan blootstelling aan asbest. Daarom wordt de ziekte vaak ervaren als een onrecht en niet

als een noodlot. Een ander kenmerk is dat de incubatieperiode (30-40 jaar) erg lang is, wat de

onzekerheid over waar het probleem begon, vergroot. Een laatste kenmerk is dat het vooruitzicht op

genezing op dit moment onbestaande is.

Opmerkingen

1) STOFFvzw biedt de nodige ondersteuning en contacten.

2) Lees voor een bredere context ook eens de andere onderzoeksvraag van STOFFvzw op de databank.


nee


1

Nr: 77

Titel: Anoetic consciousness

Promotor: Marie Vandekerckhove [email protected]

Begeleider: Marie Vandekerckhove, Louis Schreel [email protected]

Korte beschrijving: This literature study addresses some open questions about primary affective consciousness and memory and is meant to make an attempt to clarify these phenomena on a descriptive manner and especially the relationship between them. In particular, child development of memory and current theorizing on bottom up and top down processing, memory and related developmental states of consciousness teaches us here to see how different levels of development of the self, identity and memory relate to the ontogenetic development of different stages of consciousness of being in the world. Based on Vandekerckhove, (2008), a gradual distinction becomes outlined: from a rudimentary state of autonomic awakeness or unknowing consciousness as a biological adaptive function with a first sort of ‘‘self-experience’’ already apparent at an anoetic level of consciousness, relying on implicit experiential and procedural memory towards higher level of consciousness such as noetic and autonoetic consciousness based upon semantic and episodic memory systems.


nee


1

Nr: 78

Titel: Experiential emotion regulation in clients who committed sexual offenses




46


Begeleider: Ellen Gunst [email protected]

Korte beschrijving: Affective profiles of people who committed internet-facilitated sexual offenses There is increasing public and professional concern about internet-facilitated sexual offending because it is one of the most rapidly growing offence categories in Western Europe and North America. Most online sexual offenses involve possession or distribution of child pornography, but internet sexual offending also comprises production of child pornography; sexual solicitations (online interactions with minors for sexual purposes, including plans to meet offline); and conspiracy crimes (e.g., collaborating with others to distribute or produce child pornography, sexually solicit minors, sexually traffic minors). Current view on the profile of these offenders is limited to social factors as age, gender, education and some psychological factors as assertiveness and sexual interests (Brown & Bricknell, 2018). Research on assessment, treatment issues, and prevention strategies for online offenders, is still scarce. Treatment interventions usually incorporates cognitive-behavioural and psychoeducational techniques developed for contact sex offenders based on the established ‘what works’ literature (Perkins & Wefers, 2018). However, there is a growing evidence that affect regulation problems serve as an etiological factor in sexual offending. Only recently, attention has been given to the problem of overregulation (Gunst, Watson, Desmet & Willemsen, 2017; Ferretti et al., 2021). A literature review and survey (with questionnaires and interviews) will focus on the psychological profile of individuals who committed internet-facilitated sexual offenses, especially on affective factors. Better knowledge of the affective profile of these offenders can have implications for the development of specific treatment interventions.


nee


1

Nr: 79

Titel: Bottom up emotion regulation


Begeleider: Korte beschrijving: Only recently, research started to demonstrate that bottom-up emotion regulation approaches, such as experiential emotion regulation can be adaptive in the recovery from painful life events (Greenberg & Vandekerckhove, 2008; Hunt, 1998; Moberly & Watkins, 2006; Stanton et al., 2000; Teasdale, 1993; Vandekerckhove et al., 2012; Vandekerckhove, 2021; Watkins & Moulds, 2005; Watkins & Teasdale, 2001, 2004; Watkins et al., 2013). In answer to this gap, the present literature-study aims to get a review of the current research on the effectiveness of bottom up approaches of emotion regulation in the recovery from emotional stress.






47

nee


1

thesisonderwerpen psychologie 2021-2022

Documents